Extra opgaven Hoofdstuk 7 sk-extra-H5-H7

advertisement
Extra opgaven
Havo 5
Hoofdstuk 7
redox
sk-extra-H5-H7-08091
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Redoxreacties opstellen
Onderstaande stoffen worden steeds samengevoegd. Geef de reactievergelijking als er
daadwerkelijk een reactie plaatsvindt. Als er geen reactie plaatsvindt leg dan uit
waarom dit niet gebeurd.
Tin en een overmaat zilvernitraat oplossing
Natriumsulfiet oplossing en ijzer(II)sulfaat oplossing
Waterstofperoxide oplossing en chloorwater
Aangezuurde kaliumdichromaat oplossing en een kaliumjodide oplossing
Waterstofsulfide gas leiden door een ijzer(III)chloride oplossing
Nikkel en zoutzuur
Tin(II)nitraat oplossing en een ijzer(III)nitraat oplossing
Ozon door water heen leiden.
Natriumthiosulfaat oplossing en joodwater.
Koper en een kaliumpermanganaat oplossing.
Koper en een aangezuurde kaliumpermanganaat oplossing.
oxaalzuur oplossing en broomwater
13
14
15
16
Electrochemische cel I
In een bekerglas wordt een mangaan(II)nitraat oplossing gedaan. In dit bekerglas
plaatst men een mangaan staaf. In een ander bekerglas wordt een lood(II)nitraat
oplossing gedaan. Hierin plaatst men een lood elektrode. Beide elektrodes worden via
een stroomdraad verbonden. De bekerglazen worden verbonden via een natriumnitraat
zoutbrug. De bronspanning van deze cel onder standaardomstandigheden is 0,90V. Bij
stroomlevering gaan mangaan(II)-ionen van de mangaanstaaf de oplossing in.
Teken de hierboven beschreven electrochemische cel.
Geef de vergelijkingen van de halfracties die optreden als de cel stroom geeft.
Beredeneer welke elektrode de pluspool en welke de minpool is.
Bereken V0 van de redoxkoppel Mn2+/Mn.
17
18
19
20
Electrochemische cel II
Men bouwt een proefopstelling door in twee bekerglazen een platina electrode te
plaatsen. Beide bekerglazen worden verbonden door een zoutbrug. De electroden
worden geleidend verbonden. In de linker halfcel wordt een aangezuurde
kaliumpermanganaat oplossing gemengd met een mangaan(II)nitraat oplossing. In het
rechter bekerglas wordt een mengsel gedaan van ijzer(II)chloride en ijzer(III)chloride.
Teken de hierboven bescheven opstelling.
Geef de vergelijkingen van de halfreacties die verlopen tijdens stroomlevering.
Welke electrode is de min-pool en welke is de pluspool. Uitleggen.
Bereken de bronspanning van deze cel
Extra opgaven
Havo 5
Hoofdstuk 7
redox
sk-extra-H5-H7-08091
Vitamine C bepaling
Met behulp van een titratie is het mogelijk te bepalen hoeveel mg vitamine C er in een
tablet zit. Het betreft hier een indirecte titratie met een kaliumjodaat (KIO3) oplossing,
die als oxidator wordt gebruikt.
Aan een oplossing van vitamine C wordt een overmaat KI, een overmaat zwavelzuur
en een scheutje stijfsel toegevoegd. Vanuit de buret wordt nu de jodaat oplossing
toegedruppeld. Hierbij reageert het jodaat met het jodide waardoor jood ontstaat. Dit
jood reageert direkt weg met de vitamine C volgens onderstaande reactie.
C6H8O6(aq) + I2(aq) → C6H6O6(aq) + 2H+ (aq) + 2I- (aq)
21
22
23
Het jodaat reageert als oxidator en het jodide als reductor.
Geef de halfreactie voor het jodide dat als reductor reageert
Geef de halfreactie voor het jodaat dat als oxidator reageert. Hierbij wordt jodaat in
zuur milieu omgezet in jood en water. Deze halfreactie moet je zelf opstellen.
Geef de overall reactie voor de reactie tussen het jodaat en het jodide in zuur milieu.
25
26
In een erlenmeijer wordt een vitamine C tablet gedaan. Hieraan wordt 50 mL
demiwater toegevoegd. Er wordt krachtig geroerd zodat de tablet volledig oplost.
Aan de oplossing wordt 25 ml 0,100 M KI-oplossing, 10 ml 1,00 M zwavelzuur
oplossing en een scheutje stijfsel toegevoegd. De oplossing wordt getitreerd met 9,86
mL 0,0100 M KIO3-oplossing.
Met welk volume instrument moet de kaliumjodide oplossing en het zwavelzuur
worden toegevoegd? Verklaar je antwoord.
Hoe kun je zien dat het eindpunt van de titratie bereikt is? Goed uitleggen!
Hoeveel mg vitamine C zat er in de tablet.
27
28
29
30
31
Elektrolysecel
Men wil met behulp van een elektrolysecel een extra laagje koper op een koperen staaf
aanbrengen. Hiertoe wordt in een bekerglas 250 ml 0,100M kopersulfaat oplossing
geschonken. Een platina elektrode en de koperen staaf worden met de batterij
verbonden. Na verloop van tijd wordt de koperen staaf gewogen. Deze is 500 mg
zwaarder geworden. Het volume van de oplossing is niet veranderd.
Aan welke pool moet de koperen staaf verbonden worden? Licht je antwoord toe.
Teken deze elektrolysecel
Geef de halfreacties die in deze elektrolysecel plaatsvinden.
Bereken hoeveel ml gas er aan de andere elektrode ontstaan is.
Bereken de pH van de oplossing nadat de elektrolyse gestopt is.
24
Download