www.ing.com 2006 ING Groep Jaarverslag Jaarverslag 2006 222271 Voortbouwen op de kracht van winstgevende groei ING Groep WW W.ING.COM Het logo van de Forest Stewardship Council (FSC) geeft aan dat het voor dit verslag gebruikte hout uit bossen komt die worden beheerd volgens strikte milieu-, sociale en economische normen. Inhoud 1.1 Ons profiel 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Management 2 Kerncijfers 3 ING in het kort 4 Bericht van de voorzitter 6 Aandeelhoudersinformatie 7 Strategie 10 1.2 Onze resultaten Verslag van de Raad van Bestuur Financiële hoofdpunten Kapitaalbeheer Risicobeheer Insurance Europe Insurance Americas Insurance Asia/Pacific Wholesale Banking Retail Banking ING Direct Vermogensbeheer Human resources Merkpositionering Verantwoord ondernemen 13 13 16 18 22 26 30 34 38 42 46 50 52 53 1.3 Onze governance Geconsolideerde balans Geconsolideerde winst- en verliesrekening Geconsolideerd kasstroomoverzicht Geconsolideerd mutatie-overzicht eigen vermogen Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening Grondslagen voor het geconsolideerd kasstroomoverzicht Toelichting op de geconsolideerde balans Additionele informatie bij de geconsolideerde balans Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening Gesegmenteerde informatie Toelichting op het geconsolideerd kasstroomoverzicht Risicobeheer 88 89 90 91 92 109 110 141 163 179 186 187 2.2 Vennootschappelijke jaarrekening Vennootschappelijke balans Vennootschappelijke winst- en verliesrekening Vennootschappelijk mutatie-overzicht eigen vermogen Grondslagen voor de vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening Toelichting op de vennootschappelijke balans 212 213 214 215 216 2.3 Overige informatie Accountantsverklaring Voorstel voor winstbestemming Bepalingen inzake uitgifte van aandelen Bericht van de Raad van Commissarissen 56 2.4 Additionele financiële informatie Corporate governance 59 Rapport Stichting ING Aandelen 69 Rapport Stichting Continuïteit ING 71 Artikel 404 Sarbanes-Oxley-wet 72 Remuneratierapport 74 Eigen vermogen en nettowinst op basis van waarderingsgrondslagen in de Verenigde Staten (US GAAP) Toelichting op de verschillen tussen IFRS-EU-grondslagen en US GAAP RAROC performance Embedded value Credit ratings Kapitalisatie en ratio’s Financiële begrippenlijst Ondernemingsraden 87 220 221 222 223 224 229 230 234 235 236 ING Groep Jaarverslag 2006 1 1.1 Ons profiel Management BESTUURSSAMENSTELLING op 31 december 2006 RAAD VAN BESTUUR M.J. Tilmant (54), voorzitter drs.ing. C. Maas(1) (59), vicevoorzitter en chief financial officer E.F. Boyer de la Giroday (54) drs. D.H. Harryvan (53) mr. E.P. Leenaars (45) T.J. McInerney (50) drs. H. van der Noordaa (45) J. de Vaucleroy (45) RAAD VAN COMMISSARISSEN drs. C.A.J. Herkströter RA (69), voorzitter E. Bourdais de Charbonnière (67), vicevoorzitter mw. L. Gross Goldberg (69) prof.mr. P.F. van der Heijden(1) (57) dr. C.D. Hoffmann(2) (64) drs. J.H.M. Hommen (63) drs. P.C. Klaver (61) W. Kok(2) (68) G.J.A. van der Lugt (66) ir. K. Vuursteen (65) (1) (2) treedt af per 24 april 2007 voorgedragen voor herbenoeming per 24 april 2007 Hoofdpunten • Het uitstekende resultaat van ING weerspiegelt de sterke en gediversifieerde winstcapaciteit van onze bedrijven • ING beheert haar kapitaal actief door te investeren in de vele groeimogelijkheden binnen de Groep • De sterke ontwikkeling van de groeipijlers zet zich voort, gesteund door goede groei in verschillende volwassen markten • Uitvoering blijft van groot belang, waarbij sterk de nadruk wordt gelegd op kostenbeheersing en risicobeheer Operationele/onderliggende nettowinst in miljarden euro’s Balanstotaal in miljarden euro’s 1.200 10 1.000 8 800 Audit Committee drs. J.H.M. Hommen, voorzitter dr. C.D. Hoffmann W. Kok (vanaf mei 2006) G.J.A. van der Lugt 6 600 4 2 0 Remuneratie- en Nominatiecommissie drs. C.A.J. Herkströter RA, voorzitter E. Bourdais de Charbonnière mw. L. Gross Goldberg prof.mr. P.F. van der Heijden Corporate Governance Committee drs. C.A.J. Herkströter RA, voorzitter E. Bourdais de Charbonnière mw. L. Gross Goldberg prof.mr. P.F. van der Heijden De heren J.C.R. Hele en drs. J.V. Timmermans zijn voorgedragen voor benoeming in de Raad van Bestuur per 24 april 2007. De heren drs. H.W. Breukink, mr. P.A.F.W. Elverding en P. Hoogendoorn RA zijn voorgedragen voor benoeming in de Raad van Commissarissen. De Aandeelhoudersvergadering beslist op 24 april 2007 over deze voordrachten tot benoeming. 400 200 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 2 ING Groep Jaarverslag 2006 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 NL GAAP IFRS Beurswaarde in miljarden euro’s 80 100 70 80 60 50 60 40 40 30 20 0 Medewerkers fte’s per jaarultimo, in duizenden 120 90 20 10 Meer informatie over de leden van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen evenals over de nieuw te benoemen leden vindt u op de pagina’s 63-64 en 66-67. 0 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 0 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 Kerncijfers Vijf jaar kerncijfers 2006 2005 2004 2003(1) 2002(1) Baten (in miljoenen euro’s) Verzekeringsactiviteiten Bankactiviteiten Totale baten(2) 59.642 14.195 73.621 57.403 13.848 71.120 55.614 12.678 68.171 53.223 11.680 64.736 59.729 11.201 70.913 Bedrijfslasten (in miljoenen euro’s) Verzekeringsactiviteiten Bankactiviteiten(3) Totale bedrijfslasten 5.275 9.087 14.362 5.195 8.844 14.039 4.746 8.795 13.541 4.897 8.184 13.081 5.203 8.298 13.501 114 99 487 1.288 2.099 Winst voor belastingen (in miljoenen euro’s) Verzekeringsactiviteiten Bankactiviteiten Totale winst voor belastingen Belastingen Belangen van derden Nettowinst Desinvesteringen/bijzondere posten Onderliggende nettowinst 4.935 5.005 9.940 1.907 341 7.692 –58 7.750 3.978 4.916 8.894 1.379 305 7.210 976 6.234 4.322 3.418 7.740 1.709 276 5.755 796 4.959 3.506 2.371 5.877 1.490 344 4.043 –10 4.053 4.453 1.468 5.921 1.089 332 4.500 1.067 3.433 Cijfers per gewoon aandeel (in euro’s) Nettowinst Uitkeerbare nettowinst Dividend Eigen vermogen (in moederbedrijf) 3,57 3,57 1,32 17,78 3,32 3,32 1,18 16,96 2,71 2,71 1,07 12,95 2,00 2,00 0,97 10,08 2,32 2,20 0,97 9,14 Balans (in miljarden euro’s) Balanstotaal Eigen vermogen 1.226 38 1.159 37 964 28 779 21 716 18 9,0% 274% 14,2% 7,63% 9,4% 255% 13,4% 7,32% 10,2% 204% 14,3% 6,92% 14,4% 180% 19,8% 7,59% 19,9% 169% 22,8% 7,31% 74 65 49 39 32 23,5% 7% 26,6% 25% 25,4% n.v.t. 21,5% –10% 17,4% –2% 807 13,3% 91% 805 13,2% 95% 632 12,1% 94% 440 10,9% 98% 519 11,5% 102% 64,0% 19,7% 63,9% 22,6% 69,4% 14,5% 70,1% 74,1% 600 547 492 463 449 119.801 116.614 112.195 114.335 116.200 Voorziening voor debiteurenverliezen/ beleggingsverliezen (in miljoenen euro’s) Kapitaalratio’s Verhouding schuld/eigen vermogen ING Groep Kapitaaldekkingsratio verzekeringsbedrijf Verhouding schuld/eigen vermogen verzekeringsbedrijf Tier 1-ratio bankbedrijf Beurswaarde (in miljarden euro’s) Key performance indicators Rendement op eigen vermogen Stijging nettowinst Verzekeringsbedrijf Waarde nieuwe levenproductie (in miljoenen euro’s) Intern rendement (leven) Combined ratio (schade) Bankbedrijf Kosten/batenverhouding (totaal) RAROC na belastingen (totaal) Beheerd vermogen (in miljarden euro’s) Medewerkers (aantal fte’s per jaarultimo) (1) Cijfers volgens NL GAAP (Nederlandse grondslagen voor financiële verslaggeving). (2) Inclusief intercompany-eliminaties. (3) Inclusief overige bijzondere waardeverminderingen. ING Groep Jaarverslag 2006 3 1.1 Ons profiel ING in het kort Onze missie De klant staat centraal bij het aanbieden van onze financiële producten en diensten. Wij bieden uitstekende dienstverlening, optimaal gemak en concurrerende tarieven. Dit blijkt ook uit onze missie: onze klanten een toonaangevende dienstverlening bieden bij hun financiële keuzes voor de toekomst. Ons profiel Als een van de 15 grootste financiële instellingen in de wereld (gemeten naar beurswaarde), biedt ING een uitgebreid productassortiment op het gebied van verzekeren, bankieren en vermogensbeheer. We hebben meer dan 60 miljoen klanten in Europa, de Verenigde Staten, Canada, Latijns-Amerika, Azië en Australië. We maken gebruik van onze kennis en ervaring, onze uitstekende dienstverlening en onze wereldwijde omvang om tegemoet te komen aan de wensen van onze brede klantengroep van particulieren, bedrijven, instellingen en overheden. Onze strategie De ambitie van ING is erop gericht waarde te creëren voor haar aandeelhouders door hen voor de langere termijn een hoger totaalrendement te bieden dan het gemiddelde van onze concurrenten. We willen dit realiseren door onze bedrijfsvoering te richten op waardecreatie door middel van groei en rendement en door de uitvoering van onze basisprocessen en -diensten voortdurend te verbeteren. We willen uitblinken in wat wij doen, onze klanten uitstekende dienstverlening bieden en daarbij onze kosten, risico’s, kapitaal en reputatie beheersen. We investeren in groei en zorgen daarom dat wij actief zijn daar waar zich goede groei- VERZEKEREN – BANKIEREN – VERMOGENSBEHEER ING is opgebouwd uit zes divisies. Een duidelijke klantgerichtheid en een logische ordening van activiteiten vormen de kernelementen van deze structuur. Insurance Europe Hieronder vallen de verzekerings- en vermogensbeheeractiviteiten in Europa. De belangrijkste verzekeringsactiviteiten bevinden zich in Nederland, België, Spanje, Griekenland en Centraal-Europa. In deze landen biedt ING levensverzekeringen aan, met bijzondere aandacht voor pensioenen. In Nederland en België bieden wij ook schadeverzekeringen aan. Insurance Americas Dit onderdeel biedt producten en diensten op het gebied van verzekeren, beleggen, pensioenen en vermogensbeheer. Gemeten naar omzet behoort ING in de Verenigde Staten tot de top 10 van pensioenverstrekkers. Op basis van brutopremies zijn we in Canada de grootste schadeverzekeraar. Daarnaast zijn we actief in Mexico, Chili, Peru en Brazilië. Insurance Asia/Pacific Deze divisie is actief op het gebied van levensverzekerings- en vermogensbeheeractiviteiten. We hebben een goede marktpositie in Australië, Hongkong, Japan, Maleisië, Nieuw-Zeeland, Taiwan en Zuid-Korea. Onze activiteiten in China, India en Thailand zijn belangrijke toekomstige groeimarkten. Onderliggende winst voor belastingen Insurance Europe 2.328 2006 2005 2.021 in miljoenen euro’s Onderliggende winst voor belastingen Insurance Americas 2006 1.992 2005 1.979 in miljoenen euro’s Onderliggende winst voor belastingen Insurance Asia/Pacific 2006 2005 621 447 in miljoenen euro’s 4 ING Groep Jaarverslag 2006 mogelijkheden voor de lange termijn voordoen. Pensioenen, ING Direct en onze levensverzekeringsactiviteiten in opkomende markten zijn daarvan goede voorbeelden. Door ons te richten op specifieke product- en klantsegmenten doen wij het in de volwassen markten in veel gevallen beter dan onze concurrenten. Onze stakeholders ING doet zaken op basis van duidelijk vastgestelde business principles. Bij alles wat wij doen, proberen wij zo goed mogelijk rekening te houden met de belangen van klanten, aandeelhouders, medewerkers, zakenrelaties en de samenleving als geheel. ING streeft ernaar een goede ‘corporate citizen’ te zijn. Wholesale Banking Deze divisie verzorgt wereldwijd bankdiensten voor de zakelijke markt. De primaire focus ligt op Nederland en België, waar we een volledig scala aan producten bieden aan bedrijven en instellingen. In andere landen hanteren we een meer selectieve aanpak ten aanzien van klanten en producten. ING Real Estate, de grootste vastgoedvermogensbeheerder in de wereld gemeten naar beheerd vermogen, is ook onderdeel van Wholesale Banking. Retail Banking Hieronder vallen de bankdiensten voor particulieren in de volwassen markten van Nederland en België en de opkomende markten van Polen, Roemenië, India en China. Wij bieden private-bankingdiensten aan in Nederland, België, Luxemburg, Zwitserland en in verschillende landen in Azië, Latijns-Amerika en Centraal- en Oost-Europa. ING Direct Deze divisie houdt zich bezig met directbankieren voor klanten in Australië, Canada, Duitsland en Oostenrijk, Frankrijk, Italië, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. De belangrijkste producten zijn spaar- en hypotheekproducten Verantwoord ondernemen ING streeft ernaar de winstgevendheid te vergroten op basis van een duidelijke bedrijfsethiek en respect voor haar stakeholders. Verantwoord ondernemen is dan ook een belangrijk onderdeel van onze strategie: wij nemen ethische, maatschappelijke en milieutechnische overwegingen mee in onze zakelijke besluiten. Onderliggende winst voor belastingen Wholesale Banking 2.525 2006 2005 2.299 in miljoenen euro’s Onderliggende winst voor belastingen Retail Banking 2006 1.932 2005 1.815 in miljoenen euro’s Onderliggende winst voor belastingen ING Direct 2006 2005 717 617 in miljoenen euro’s ING Groep Jaarverslag 2006 5 1.1 Ons profiel Bericht van de voorzitter Voortbouwen op de kracht van winstgevende groei Beste stakeholder, ING heeft het in 2006 uitstekend gedaan. Ik ben vooral tevreden over de uitbreiding van onze bedrijfsactiviteiten. We hebben meer klanten kunnen aantrekken, onze klanten zijn tevredener, we hebben veel nieuwe producten op de markt gebracht en onze distributiecapaciteit is vergroot. In 2006 waren de onderliggende bedrijfsprestaties opnieuw goed, waardoor wij verder konden blijven groeien. De nettowinst is met 6,7% gestegen tot EUR 7.692 miljoen en we hebben een goed rendement op het kapitaal gerealiseerd. De onderliggende nettowinst – totale nettowinst exclusief desinvesteringen en bijzondere posten – nam met 24,3% toe. Dit is gelukt onder steeds uitdagender omstandigheden, waaronder heviger concurrentie en, in de tweede helft van het jaar, een daling van de kapitaalmarktrente en aanzienlijk afvlakkende rentecurves. Tegelijkertijd hebben we geprofiteerd van de gunstige marktomstandigheden, zoals van de stijgende vastgoed- en aandelenmarkten. ING is opnieuw in staat gebleken het aandeelhoudersrendement te verhogen. Binnen onze referentiegroep van 20 wereldwijde financiële instellingen nemen wij de tweede plaats in, gemeten naar totaal aandeelhoudersrendement over de periode van drie jaar sinds 2004. Hiermee overtreffen wij onze financiële doelstelling om onze aandeelhouders voor de langere termijn een hoger totaalrendement te bieden dan het gemiddelde van onze concurrenten. De resultaten over 2006 laten duidelijk zien dat onze mensen zeer gemotiveerd en betrokken zijn om onze strategie tot een succes te maken. Talentmanagement en ontwikkeling van onze toekomstige leidinggevenden is van cruciaal belang voor de toekomst van ons bedrijf. Daarom hebben wij een International Graduate Programme opgestart – een ontwikkelingsprogramma voor getalenteerde, recent aangenomen afgestudeerden met leiderschapskwaliteiten. Om gedurende de gehele economische cyclus succesvol te kunnen zijn, moet de uitvoering van onze kernactiviteiten goed op orde zijn. In de afgelopen jaren hebben we moeilijke, maar noodzakelijke maatregelen genomen om onze bedrijvenportefeuille te herzien en de allocatie van kapitaal en de uitvoering van onze activiteiten te verbeteren. ING onderscheidt zich doordat wij het kapitaal dat wij genereren met onze volwassen bedrijven, heralloceren naar bedrijfsonderdelen die de meeste waarde creëren, waaronder onze groeipijlers. In lijn met de ondernemersgeest die ING kenmerkt, blijven wij investeren in nieuwe groei-initiatieven, zowel in de volwassen markten als in de opkomende markten waarin wij actief zijn. 6 ING Groep Jaarverslag 2006 Een belangrijke strategische pijler is het verbeteren van de uitvoering van onze basisprocessen en -diensten. In 2006 hebben we de efficiency van onze bedrijfsvoering verder verbeterd. Klanten zijn de belangrijkste stuwende kracht achter onze activiteiten. Alle ING-bedrijfsonderdelen meten de klanttevredenheid en ontwikkelen concrete plannen om de klantgerichtheid te verbeteren. De inspanningen op dit gebied beginnen hun vruchten af te werpen. We hebben ons klantenbestand kunnen vergroten en ons productaanbod uitgebreid. Daarnaast vergroten we onze distributiecapaciteit door optimaal gebruik te maken van directe distributiekanalen en de bancassurancemogelijkheden van ING. Het merk ING staat voor kwaliteit in financiële dienstverlening. Voor het derde achtereenvolgende jaar staat ING in de Interbrand top 100 van wereldwijde merken. We zijn gestegen van 87 in 2005 tot 85 in 2006. Om het ING-merk te versterken en ervoor te zorgen dat het merkbewustzijn onze wereldwijde marktpositie weerspiegelt, hebben we besloten hierin meer te investeren. De komende drie jaar is ING de officiële hoofdsponsor van het ING Renault Formule 1-team. Dit geeft ons het beste platform om de bekendheid van ons merk wereldwijd te vergroten. We krijgen steeds meer te maken met compliance, toenemende regelgeving en complexiteit van verslaggeving. Wij blijven ons onverminderd inspannen om volledig te voldoen aan alle regels en voorschriften in de jurisdicties waarin we actief zijn. Naleving van wet- en regelgeving vormt de basis van ons bestaan. Dit is een gedeelde verantwoordelijkheid van al onze medewerkers, ongeacht hun functie. De regels kennen, begrijpen en ernaar handelen moet voor elke medewerker vanzelfsprekend zijn. We blijven ons inspannen om het bewustzijn ten aanzien van naleving van de regels binnen de organisatie verder te verbeteren. Tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 24 april 2007 zullen we afscheid nemen van Cees Maas, vicevoorzitter en chief financial officer van de Raad van Bestuur. Als opvolgers worden voorgedragen John Hele als chief financial officer en Koos Timmermans als chief risk officer. Paul van der Heijden zal terugtreden uit de Raad van Commissarissen. Mede namens mijn collega’s in de Raad van Bestuur wil ik Cees Maas bedanken voor zijn geweldige bijdrage aan ING en Paul van der Heijden voor zijn inspanningen als lid van de Raad van Commissarissen. We zijn verheugd dat Cees Maas aan ING verbonden blijft als adviseur van de Raad van Bestuur. Michel Tilmant voorzitter Raad van Bestuur Aandeelhoudersinformatie 200 Koersverloop over driejaarsperiode certificaten van gewone aandelen ING index 1 januari 2004 = 100 180 160 140 120 100 80 01/04 04/04 10/04 07/04 ING (EUR) 01/05 04/05 07/05 Amsterdam AEX-index (EUR) 10/05 01/06 04/06 07/06 10/06 01/07 New York Dow Jones-index (USD) € 33,59 Aandelenkoers ING ultimo 2006 € 1,32 Voorgesteld dividend per aandeel +12% 109% Totaal aandeelhoudersrendement 2004-2006 AA– S&P-rating voor ING Groep 24 april 2007 KOERSONTWIKKELING In 2006 steeg de koers van het aandeel ING met 14,6% tot EUR 33,59 ultimo 2006. Gemeten over heel 2006 deed het ING-aandeel het 1,2%-punt beter dan de AEX. Over de periode 2004-2006 steeg de koers van het aandeel ING met 79,1% en presteerde 34,6%-punt beter dan de AEX. DIVIDEND Op 15 februari 2007 heeft ING Groep voorgesteld om over 2006 een dividend uit te keren van EUR 1,32 per (certificaat van een) gewoon aandeel. Dit dividend, dat op 24 april 2007 moet worden goedgekeurd door de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders, betekent een stijging van 12% ten opzichte van EUR 1,18 over 2005. Rekening houdend met het interimdividend van EUR 0,59 dat in augustus 2006 betaalbaar werd gesteld, zal het slotdividend EUR 0,73 per (certificaat van een) gewoon aandeel bedragen, dat volledig in contanten zal worden uitbetaald. De notering op Euronext Amsterdam van het ING-aandeel ex-dividend vindt plaats op 26 april 2007 en het slotdividend zal op 3 mei 2007 betaalbaar worden gesteld. TOTAAL AANDEELHOUDERSRENDEMENT ING’s financiële doelstelling is om onze aandeelhouders voor de langere termijn een hoger totaalrendement te bieden dan het gemiddelde van onze concurrenten. Binnen onze referentiegroep van 20 wereldwijde financiële instellingen neemt ING de tweede plaats in met een totaalrendement van 109% over de driejaarsperiode sinds 2004. Jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders RATINGS Creditratings, zoals toegekend door ratingbureaus, zijn indicatoren voor de waarschijnlijkheid van tijdige en volledige terugbetaling van rente en hoofdsom van vastrentende waarden. Belangrijkste creditratings voor ING(1) ING GROEP ING VERZEKERINGEN – kortlopend – langlopend ING BANK – kortlopend – langlopend – financiële kracht (1) Standard & Poor’s Moody’s AA– Aa2 A–1+ AA– P–1 Aa3 A–1+ AA P–1 Aaa B Fitch AA– F1+ AA De ratings van Standard & Poor’s, Moody’s en Fitch hebben alle een ‘stable outlook’. ING Groep Jaarverslag 2006 7 1.1 Ons profiel Aandeelhoudersinformatie vervolg RESERVERINGS- EN DIVIDENDBELEID Dividendhistorie Het reserverings- en dividendbeleid van ING Groep wordt bepaald door enerzijds de behoefte aan interne financiering en groeimogelijkheden en anderzijds de dividendverwachtingen van beleggers. Met betrekking tot de interne financieringsbehoefte spelen onder andere de wettelijke solvabiliteitseisen en kapitaalratio’s een rol. Het voldoen aan deze eisen is voor ING Groep een bestaansvoorwaarde. Even belangrijk voor ING Groep zijn de creditratings, die rechtstreeks van invloed zijn op de financieringskosten en dus op de winstgevendheid van ING Groep. De beleggers verwachten van hun kant een dividend dat recht doet aan de behaalde financiële resultaten en dat bovendien een zekere mate van voorspelbaarheid heeft. in euro’s 2006 2005 2004 Interimdividend Slotdividend Totaal * Voorgesteld 0,59 0,73* 1,32* 0,54 0,64 1,18 0,49 0,58 1,07 2005 2004 Jaarlijks na publicatie van de financiële resultaten over de eerste zes maanden van dat jaar, wordt – als voorschot op het uiteindelijke dividend – een interimdividend beschikbaar gesteld. Dit interimdividend is de helft van het totale dividend over het voorgaande jaar. In februari 2005 heeft ING haar dividendbeleid als volgt vastgesteld: ING is voornemens dividend uit te keren op basis van de onderliggende langetermijnontwikkeling van de kasstromen, gegeven de invoering van de International Financial Reporting Standards (IFRS) die naar verwachting fluctuaties in de nettowinst teweeg zullen brengen. Begin 2005 is verder besloten met ingang van het slotdividend 2004 (betaald in mei 2005) het dividendbeleid te wijzigen en over te gaan tot een dividend volledig in contanten. Beleggers en analisten reageerden hier zeer positief op. ING heeft geen plannen om het dividendbeleid te wijzigen. BEURSNOTERINGEN De certificaten van gewone aandelen ING Groep zijn genoteerd aan de effectenbeurzen van Amsterdam, Brussel, Frankfurt, Parijs, New York (NYSE) en de Zwitserse beurzen. De certificaten van preferente aandelen en warrants B zijn genoteerd aan de Euronext Amsterdam Stock Market. Warrants B zijn tevens genoteerd aan de beurs van Brussel. Opties op (certificaten van) gewone aandelen van ING Groep worden verhandeld op de Euronext Amsterdam Derivative Markets en op de Chicago Board Options Exchange. JAARLIJKSE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS Op 24 april 2007 zal de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders plaatsvinden in Amsterdam, in de Theaterfabriek aan de Czaar Peterstraat 213. De vergadering is ook te volgen via webcast. De stukken voor de vergadering zijn vanaf 20 maart 2007 beschikbaar op de internetsite van ING Groep, www.ing.com. Gedrukte exemplaren van de vergaderstukken kunnen vanaf 28 maart 2007 gratis worden verkregen bij ING Groep N.V., Amstelveenseweg 500, 1081 KL Amsterdam. 8 ING Groep Jaarverslag 2006 Koersen certificaten van gewone aandelen Euronext Amsterdam in euro’s 2006 Hoogste beurskoers 35,95 29,75 22,28 Laagste beurskoers 27,82 20,99 16,73 Koers ultimo 33,59 29,30 22,26 Koers/winstverhouding* 9,4 8,8 8,8 * Gebaseerd op de beurskoers ultimo december en de onderliggende nettowinst per gewoon aandeel over het boekjaar. Aantal uitstaande aandelen en warrants in miljoenen (Certificaten van) gewone aandelen van nominaal EUR 0,24 (Certificaten van) preferente aandelen van nominaal EUR 1,20 Warrants B (Certificaten van) gewone aandelen in eigen bezit Ultimo 2006 Ultimo 2005 2.205,1 2.204,7 63,0 17,2 87,1 17,2 53,8 38,7 Ultimo 2006 Ultimo 2005 720 530 720 530 360 76 360 104 1.080 – 1.080 – Maatschappelijk en geplaatst kapitaal in miljoenen Gewone aandelen – maatschappelijk – geplaatst Preferente aandelen – maatschappelijk – geplaatst Cumulatief preferente aandelen – maatschappelijk – geplaatst GEOGRAFISCHE SPREIDING ING-AANDELEN* in procenten Verenigd Koninkrijk Nederland België Verenigde Staten en Canada Luxemburg Zwitserland Duitsland Andere Totaal 33 18 13 12 8 5 1 10 100 * Cijfers 2006, gebaseerd op opgave van verschillende grote depotbanken. BELANGRIJKE DATA IN 2007 EN 2008* Notering ING-aandeel ex-slotdividend 2006 maandag 23 april 2007 (NYSE) Jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders dinsdag 24 april 2007, 10.30 uur Registratiedatum voor recht op dividend woensdag 25 april 2007 (NYSE) Notering ING-aandeel ex-slotdividend 2006 donderdag 26 april 2007 (Euronext) CERTIFICAATHOUDERS MET MINIMAAL 5%-BELANG Op grond van de Wet melding zeggenschap waren ultimo 2006 twee certificaathouders bekend met een (potentieel) belang in ING Groep tussen 5 en 10%. Dit waren ABN AMRO en Fortis. Op 25 april 2006 heeft de Aandeelhoudersvergadering haar goedkeuring gegeven aan de terugkoop van (certificaten van) preferente aandelen A van Aegon, zoals reeds aangekondigd op 21 maart 2006. De Aandeelhoudersvergadering gaf tevens haar goedkeuring aan een flexibeler aankoopbeleid van (certificaten van) preferente aandelen A in het eigen vermogen van het bedrijf alsmede de intrekking van alle door ING Groep N.V. gehouden preferente aandelen A. INVESTOR RELATIONS Naast financiële persberichten geeft ING het magazine ING Shareholder uit. Via onze Investor Relations-sectie op de website www.ing.com kunt u zich op deze publicatie abonneren. Om op de hoogte te blijven van de persberichten en ander ING-nieuws kunt u zich eveneens via de Investor Relations-sectie op www.ing.com opgeven voor de e-mailservice. Beleggers en financiële analisten kunnen contact opnemen met: ING Groep, Investor Relations (IH 07.430) Postbus 810 1000 AV Amsterdam Telefoon: 020 5415460 Fax: 020 5418551 E-mail: [email protected] Betaalbaarstelling slotdividend 2006 donderdag 3 mei 2007 (Euronext) donderdag 10 mei 2007 (NYSE) Publicatie cijfers eerste kwartaal 2007 woensdag 16 mei 2007, 7.30 uur Publicatie cijfers tweede kwartaal 2007 woensdag 8 augustus 2007, 7.30 uur Notering ING-aandeel ex-interimdividend 2007 donderdag 9 augustus 2007 (Euronext en NYSE) Betaalbaarstelling interimdividend 2007 donderdag 16 augustus 2007 (Euronext) donderdag 23 augustus 2007 (NYSE) Publicatie cijfers derde kwartaal 2007 woensdag 7 november 2007, 7.30 uur Publicatie cijfers vierde kwartaal 2007/jaarcijfers 2007 woensdag 20 februari 2008, 7.30 uur Jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders donderdag 24 april 2008, 10.30 uur Notering ING-aandeel ex-slotdividend 2007 maandag 28 april 2008 (Euronext en NYSE) Betaalbaarstelling slotdividend 2007 maandag 5 mei 2008 (Euronext) maandag 12 mei 2008 (NYSE) * Alle data zijn onder voorbehoud. ING Groep Jaarverslag 2006 9 1.1 Ons profiel Strategie Consistente implementatie strategie werpt vruchten af Kernpunten • Solide stijging totaalrendement voor aandeelhouders • Diversificatie maakt actieve kapitaalallocatie mogelijk en levert hoge groei en hoog rendement op • Winstgevende groei in alle ING-bedrijven • Verbeterde uitvoering van basisprocessen en -diensten In 2006 heeft ING waarde gecreëerd door zich te richten op winstgevende groei en een uitstekende uitvoering van basisprocessen en -diensten, de hoekstenen van de strategie. De consistente implementatie van de strategie heeft geleid tot goede financiële resultaten en een aanzienlijk hoger totaalrendement voor aandeelhouders over de afgelopen drie jaar dan het gemiddelde van onze concurrenten. Voor het creëren van aandeelhouderswaarde richt ING zich op het vergroten van de economische winst door te sturen op het bereiken van een rendement dat hoger ligt dan de kapitaalkosten. Hiertoe hebben wij ING-breed een raamwerk voor waardecreatie ingevoerd. Daarbij gaat het om het investeren in de vaardigheden van onze managers en om het identificeren van elementen die het meeste effect hebben op waardecreatie. Dankzij onze sterke financiële positie – die voortvloeit uit onze heroriëntatie op kernactiviteiten in de afgelopen drie jaar – zijn wij in staat ons kapitaal toe te wijzen aan de bedrijfsonderdelen en klantsegmenten die de hoogste groei en het hoogst mogelijke rendement kunnen realiseren. Onze sterke en gediversifieerde winstcapaciteit en bevredigende rendementen in alle zes divisies laten zien dat de consistente implementatie van onze strategie vruchten afwerpt. ING heeft opnieuw een forse stijging weten te bereiken van het totale rendement voor aandeelhouders. In de referentiegroep van 20 internationale financiële ondernemingen staat ING op een tweede plaats met een totaal aandeelhoudersrendement van 109% in de driejaarsperiode vanaf 2004. Daarmee overtreffen wij onze financiële doelstelling om onze aandeelhouders op de langere termijn een hoger totaalrendement op hun belegging te bieden dan het gemiddelde van onze concurrenten. VOORDELEN VAN GOED GESPREIDE ACTIVITEITEN We zijn van mening dat ING goed gepositioneerd is in de financiële sector, met activiteiten in bankieren, verzekeren en vermogensbeheer. Al deze activiteiten zijn stuk voor stuk sterk en succesvol. Daarnaast benutten wij op twee manieren de mogelijkheden die de combinatie van deze drie activiteiten biedt. Ten eerste convergeren spaar- en pensioenproducten op het terrein van bankieren, verzekeren en vermogensbeheer. Wij spelen daarop in met onze productontwikkeling en brede verkoopexpertise. Wij richten ons op de behoeften van onze klanten en bieden hen de producten die zij voor een goede financiële toekomst nodig hebben. Ten tweede zorgen we op Groepsniveau voor risicospreiding, doordat risicobeheer op internationaal niveau plaatsvindt bij zowel het bank- als het verzekeringsbedrijf. Een toenemende risicospreiding brengt kapitaalvoordelen met zich mee doordat het leidt tot een lager vereist, op risico gebaseerd, solvabiliteitsvermogen, wat zich vertaalt in een hoger rendement op het eigen vermogen. Daarnaast heeft ING het kapitaalbeheer in 2006 gecentraliseerd, waardoor een beter evenwicht is ontstaan tussen de eisen van aandeelhouders, ratingbureaus en toezichthouders. 10 ING Groep Jaarverslag 2006 Gecentraliseerd risicobeheer en gecentraliseerd kapitaalbeheer zijn van essentieel belang voor kapitaalallocatie op basis van economische-winstcriteria. Dit geeft meer strategische armslag en meer flexibiliteit om kapitaal daar te investeren waar het hoogste rendement valt te behalen. Een hoger rendement en winstgevende groei hangen behalve met de bovengenoemde factoren vooral ook samen met een goede uitvoering van basisprocessen en -diensten. Dit impliceert niet alleen uitstekende dienstverlening, maar ook beheersing van de kosten en de risico’s, bewaking van onze reputatie en verankering van een prestatiegerichte cultuur binnen ING. WINSTGEVENDE GROEI BIJ ING-BEDRIJVEN UITSTEKENDE DIENSTVERLENING Aan de financiële resultaten van ING liggen voortgaande sterke onderliggende prestaties bij alle divisies ten grondslag. Zowel in de volwassen als in de opkomende markten hebben wij ook in 2006 de winstgevende groei verder kunnen vergroten. Voorbeelden van goede prestaties in volwassen markten zijn onze retailbankingactiviteiten in Nederland, waar sparen en hypotheekverstrekking sterk groeiden. Wholesale Banking deed het goed in activiteiten als Structured Finance en Leasing en ook ING Real Estate liet dit jaar weer een forse groei zien, zowel wat betreft de winst als het beheerd vermogen. ING heeft een goede uitgangspositie om te kunnen profiteren van drie fundamentele ontwikkelingen die internationaal de financiële dienstverlening en de concurrentie om het leiderschap in onze bedrijfstak bepalen: de vergrijzing, de technologische vooruitgang en de verschuiving van de economische macht van West naar Oost. Deze ontwikkelingen bieden kansen voor verdere uitbreiding van onze drie groeipijlers: pensioenen, ING Direct en onze levensverzekeringsactiviteiten in opkomende markten. De resultaten voor 2006 laten zien dat onze groeipijlers een stevig fundament hebben. Voor onze pensioenactiviteiten in de Verenigde Staten was het een goed jaar, zoals blijkt uit onze marktpositie: in de K-12 markt (pensioenen voor personeel in het basis- en middelbaar onderwijs) bleef US Retirement Services zowel naar omzet als naar het aantal deelnemers nummer één. In de markt voor kleinere ondernemingen is de tweede plaats gehandhaafd. ING Direct kon ondanks een zeer lastig renteklimaat toch een hogere winst behalen. De totale portefeuille woninghypotheken bereikte een omvang van EUR 69 miljard en de hypotheekactiviteiten werden in 2006 nagenoeg kostendekkend. De concurrentie is in sommige markten weliswaar toegenomen, maar ING Direct trekt nog steeds veel nieuwe klanten. ING Direct is inmiddels goed voor 7% van de totale onderliggende winst van ING, vergeleken met 3% in 2003. Onze levensverzekeringsactiviteiten in de regio Azië/Pacific noteerden een toename van 13,2% in de waarde van nieuwe levenproductie. Dit bedrijfsonderdeel zorgt nu al een aantal jaren voor zo’n 50% van de totale waarde van nieuwe levenproductie van de Groep – een duidelijk teken van de verschuiving van de economische groei van West naar Oost. In Centraal-Europa steeg de waarde van de nieuwe levenproductie met 13,8%. In iedere markt kan groei worden gerealiseerd zolang wij onze klanten op de eerste plaats stellen, precies weten wat zij willen en hoe wij hen het beste van dienst kunnen zijn. Wat ondernemingen van elkaar onderscheidt is hoe goed zij hun kerntaken vervullen. Tevreden klanten vormen een goede basis voor verdere uitbreiding van het productaanbod en het aantrekken van nieuwe klanten. De afgelopen twee jaar heeft ING een aantal initiatieven ontplooid ter verbetering van de klantgerichtheid, met name in de volwassen markten. Aan de hand van klanttevredenheidsmetingen houden wij onze voortgang in de gaten. In 2006 stond het verhogen van de naamsbekendheid centraal. Na diepgaand onderzoek en op basis van een solide business case heeft ING een sponsorcontract voor een periode van drie jaar met het Formule 1-team van Renault afgesloten. De keuze voor Renault is gebaseerd op zijn staat van dienst als een topteam dat sterke prestaties levert. De samenwerking met Renault sluit goed aan op ons streven naar een bedrijfscultuur gekenmerkt door prestaties, samenwerking en voortdurende vooruitgang. Dit sponsorcontract en de daarmee samenhangende allereerste wereldwijde reclamecampagne zullen naar verwachting de zichtbaarheid van ING en daarmee onze naamsbekendheid verhogen. Onze positionering is gebaseerd op het streven onze klanten toonaangevende dienstverlening te bieden bij hun financiële keuzes voor de toekomst. Een klant die overweegt met ING zaken te doen moet precies weten wat hem te wachten staat, namelijk dat ING het de klant gemakkelijk maakt, dat ING eerlijk met klanten omgaat en dat ING doet wat ze belooft. KOSTENBEHEERSING Kostenbeheersing is vooral in de volwassen markten een belangrijke voorwaarde voor een goede concurrentiepositie op langere termijn. In 2006 hebben wij de kosten/batenverhouding van het bankbedrijf verbeterd en de solide efficiencyratio’s bij het verzekeringsbedrijf gehandhaafd. In Nederland en België ligt het efficiëntieprogramma op schema: er zijn drie belangrijke contracten afgesloten voor de outsourcing van een deel van onze Operations & IT-organisatie. Groei op de lange termijn betekent niet alleen dat wij de bestaande activiteiten uitbreiden, wij spelen ook in op toekomstige autonome groeimogelijkheden. Voorbeelden zijn de nieuwe levensverzekeringsactiviteiten in Bulgarije en Rusland in 2006. ING Groep Jaarverslag 2006 11 1.1 Ons profiel Strategie vervolg RISICOBEHEER CONCLUSIES EN AMBITIES In 2006 is belangrijke voortgang geboekt bij de verbetering van onze risicomodellen en methoden voor risicometing. Op Groepsniveau ontwikkelen wij risicomaatstaven die het banken verzekeringsrisico in één oogopslag inzichtelijk maken. De kwantificering van en het inzicht in het kredietrisico in ons bankbedrijf is aanzienlijk verbeterd, in lijn met Basel II. Bij het verzekeringsbedrijf is een op de markt geënt kader geïntroduceerd dat een preciezere prijsstelling voor complexe producten mogelijk maakt. ING is tevreden met de vooruitgang die is geboekt op de in 2004 ingeslagen strategische weg. Dankzij een consequente en standvastige koers hebben wij voor onze aandeelhouders waarde gecreëerd. Op alle fronten zijn in 2006 stappen in de juiste richting gezet. Met onze bestaande activiteiten is verdere winstgevende groei gerealiseerd, we zijn blijven investeren in nieuwe groeimogelijkheden en de uitvoering van basisprocessen en -diensten is verder verbeterd. ING onderscheidt zich met haar vermogen om kapitaal dat wij genereren in volwassen markten, te alloceren naar activiteiten binnen de onderneming die de meeste waarde toevoegen, inclusief onze drie groeipijlers. ING heeft in 2006 de risicobeheerorganisatie versterkt en de risicofunctie gecentraliseerd door de functie van deputy chief risk officer (CRO) in het leven te roepen. De deputy CRO is op geconsolideerd niveau verantwoordelijk voor risicobeheersing en -bewaking. Met deze verbeteringen raakt risicobeheer steeds vollediger geïntegreerd in de dagelijkse activiteiten en de strategische planning van ING (een aantal andere wijzigingen wordt nader toegelicht in het hoofdstuk over Risicobeheer). REPUTATIEMANAGEMENT Reputatie en integriteit zijn twee belangrijke waarden voor financiële dienstverleners. De afgelopen jaren is er meer weten regelgeving gekomen op dit gebied en wordt strenger toegezien op de handhaving daarvan. Meer in het algemeen blijven de kosten voor financiële dienstverleners steeds verder stijgen. Bij ING hebben wij onze compliance-organisatie navenant versterkt. Met een Groepsbreed compliancebeleid willen wij zorgen voor eenduidige en consequente naleving. Naleving van de wet- en regelgeving is essentieel voor ING, niet alleen vanwege de eisen van de toezichthouders maar ook omdat de relatie van ING met haar klanten is gebaseerd op integriteit en betrouwbaarheid. Compliance is meer dan de naleving van regels, het geeft ook aan hoe wij met onze klanten en aandeelhouders willen omgaan – eerlijk en door uitstekende prestaties te leveren. PRESTATIEGERICHTE CULTUUR Hoe goed een strategie ook is, het wordt pas echt een succes met de juiste houding en de juiste mensen. Investeren in mensen is dan ook een belangrijke prioriteit bij ING om er voor te zorgen dat medewerkers goed presteren en een gezamenlijke visie hebben. Ook in 2006 hebben wij hard gewerkt aan de bevordering van een prestatiegerichte cultuur op alle niveaus in de organisatie. Er is een aantal projecten ontwikkeld om medewerkers in staat te stellen hun werk goed uit te voeren, zowel top-down vanuit het management als bottom-up vanaf de werkvloer. 12 ING Groep Jaarverslag 2006 In 2007 gaan wij op de ingeslagen strategische weg voort. Onze eerste prioriteit is het voortbouwen op de kracht van winstgevende groei. Wij blijven analyseren waar wij waarde creëren en waar wij middelen moeten inzetten om groei en rendement te verbeteren. Bij de bedrijfsonderdelen waar het rendement zich op een bevredigend niveau bevindt, willen wij meer nadruk leggen op de groei van de activiteiten. Daarnaast blijven wij investeren in veelbelovende nieuwe mogelijkheden om zo de basis te leggen voor verdere toekomstige groei. In iedere markt kan groei worden gerealiseerd zolang wij erin slagen de uitvoering van onze basisprocessen en -diensten te blijven versterken. Dat willen wij doen door de klanttevredenheid te verbeteren en de compliance op alle niveaus aan te scherpen. Wij voeren een strak kostenbeleid en zien erop toe dat de risico’s juist worden gemeten, beheerst en geprijsd. Uitvoering is een continu proces. Door het elke dag weer beter te doen, willen wij onze prestaties versterken. ING blijft zich richten op waardecreatie en wil zo haar aandeelhouders belonen met een beter totaalrendement op hun belegging dan het gemiddelde van onze concurrenten in de financiële sector op de langere termijn. Verslag van de Raad van Bestuur 1.2 Onze resultaten Financiële hoofdpunten Resultaat weerspiegelt sterke en gediversifieerde winstcapaciteit In 2006 heeft ING wederom goede resultaten behaald door een solide batengroei, verbeterde rendementen, aanhoudend goede prestaties van onze groeipijlers en een goed resultaat in de volwassen markten waarin we actief zijn. De kosten bleven onder controle. Daarnaast investeerden we in nieuwe groeimogelijkheden. ING stelt voor het dividend met 12% te verhogen tot EUR 1,32 per aandeel, dat volledig in contanten zal worden uitbetaald. GROEPSRESULTATEN In 2006 boekte ING opnieuw een solide winststijging. De totale nettowinst steeg met 6,7% tot EUR 7.692 miljoen. De onderliggende nettowinst (totale nettowinst, exclusief desinvesteringen en bijzondere posten) steeg met 24,3% tot EUR 7.750 miljoen. Dit is het derde achtereenvolgende jaar waarin de onderliggende nettowinst met meer dan 20% is gestegen. De winst per aandeel steeg van EUR 3,32 tot EUR 3,57. Onderliggende nettowinst* in miljoenen euro’s 8 6 4 2 0 4.053 4.959 6.234 7.750 2003** 2004 2005 2006 * Onderliggende nettowinst is de nettowinst exclusief desinvesteringen en bijzondere posten. ** NL GAAP. Groei De drie groeipijlers van ING lieten aanhoudend sterke resultaten zien, die gepaard gingen met winstgevende groei in de volwassen markten waarin ING opereert. Het levenbedrijf in de opkomende markten liet een goede omzet zien, wat tot uitdrukking kwam in een stijging ten opzichte van 2005 van de waarde van de nieuwe levenproductie met 14,4% en van de onderliggende winst voor belastingen met 31,5%. In de VS steeg de verkoop van pensioenproducten en variabele lijfrentepolissen met respectievelijk 35,2% en 9,8%, doordat de ING-onderdelen in de VS inspelen op de behoeften van de ‘babyboomers’ die de pensioengerechtigde leeftijd bereiken. De onderliggende winst voor belastingen van ING Direct steeg met 16,2% tot EUR 717 miljoen. Ook werden er goede operationele resultaten geboekt bij dit onderdeel. Er werden bijna drie miljoen nieuwe klanten aangetrokken en de totale hypotheekportefeuille en de toevertrouwde middelen stegen met EUR 20 miljard respectievelijk EUR 14 miljard. Beide bedragen zijn exclusief valuta-effecten en de desinvestering van Degussa Bank. De groei in de volwassen markten blijkt uit onze retail-bankingactiviteiten, waar de onderliggende winst voor belasting steeg met 6,4%, met name in Nederland en België, alsmede uit ING Real Estate, waar de winst voor belastingen met 81% is gestegen. Rendementen De marges bleven sterk doordat ING zich richt op het vinden van de juiste balans tussen groei en rendement om maximale waarde te creëren. De aanhoudende aandacht voor kapitaalallocatie en prijsstelling heeft tot een verdere toename van het rendement bij het bankbedrijf geleid. Het onderliggende naar risico gewogen rendement op kapitaal (RAROC) na belastingen verbeterde van 19,1% tot 20,4%, vooral dankzij een sterke verbetering bij Wholesale Banking. Het onderliggende economisch kapitaal ING Groep Jaarverslag 2006 13 1.2 Onze resultaten Financiële hoofdpunten vervolg steeg met EUR 1,0 miljard tot EUR 15,9 miljard dankzij modelaanpassingen en aanhoudende groei bij ING Direct en Retail Banking. Het intern rendement van de nieuwe levenproductie verbeterde licht tot 13,3%. Uitvoering Verbetering van de uitvoering van onze basisprocessen en -diensten heeft binnen ING prioriteit. De bedrijfslasten bleven onder controle, ondanks voortdurende investeringen in nieuwe groeimogelijkheden. De terugkerende lasten voor de Groep stegen in 2006 met 2,4%, exclusief eenmalige posten, valuta-effecten en kosten bij de groeionderdelen ING Direct, ING Real Estate en Insurance Asia/Pacific. De onderliggende kosten/batenverhouding binnen het bankbedrijf verbeterde van 65,1% over 2005 naar 63,6%, een bewijs van goede kostenbeheersing. Bij de verzekeringsactiviteiten verbeterden de kosten als percentage van de levenpremies enigszins van 13,28% over 2005 tot 13,26%. De kosten als percentage van het beheerd vermogen verbeterden van 0,82% naar 0,75%. Dividend ING zal aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 24 april 2007 voorstellen het dividend over 2006 vast te stellen op EUR 1,32 per (certificaat van een) gewoon aandeel, een stijging van 12% ten opzichte van EUR 1,18 per (certificaat van een) gewoon aandeel over 2005. Rekening houdend met het interimdividend van EUR 0,59 dat in augustus 2006 betaalbaar werd gesteld, zal het slotdividend EUR 0,73 per (certificaat van een) gewoon aandeel bedragen, dat volledig in contanten zal worden uitbetaald. Op Euronext zal het ING-aandeel ex-dividend noteren vanaf 26 april 2007 en het dividend zal op 3 mei 2007 betaalbaar worden gesteld. Op de New York Stock Exchange zijn deze data respectievelijk 23 april 2007 en 10 mei 2007. Belastingen en nettowinst De effectieve belastingdruk steeg van 15,5% in 2005 tot 19,2%. In 2005 bevatte de totale winst enkele hoge belastingvrije winsten uit de verkoop van ING-onderdelen. De effectieve belastingdruk van de onderliggende winst daalde van 23,4% naar 18,8%. Kapitaalratio’s De verhouding schuld/eigen vermogen van ING Groep verbeterde van 9,4% op 1 januari 2006 tot 9,0%, met name door groei van het eigen vermogen. De kapitaaldekkingsratio van ING Verzekeringen N.V. is ultimo december 2006 toegenomen tot 274% van het door de EU wettelijk vereiste niveau, vergeleken met 255% op 1 januari 2006. De Tier 1-ratio van ING Bank N.V. steeg van 7,32% op 1 januari 2006 tot 7,63% ultimo 2006, aangezien de groei van het kapitaal slechts deels teniet werd gedaan door de groei van de naar risico gewogen activa. De solvabiliteitsratio (BIS-ratio) van het bankbedrijf verbeterde van 10,86% op 1 januari 2006 tot 11,02% ultimo december 2006. De totale naar risico gewogen activa van het bankbedrijf namen toe met EUR 18,3 miljard, ofwel 5,7%, tot EUR 337,9 miljard ultimo december 2006. Zie voor meer informatie het hoofdstuk Kapitaalbeheer. 14 ING Groep Jaarverslag 2006 BIJDRAGE DIVISIES AAN ONDERLIGGENDE WINST VOOR BELASTINGEN* in procenten Insurance Europe Insurance Americas Insurance Asia/Pacific Wholesale Banking Retail Banking ING Direct Totaal 23 20 6 25 19 7 100 * Exclusief de component ‘Overig’ bij het bank- en verzekeringsbedrijf. Desinvesteringen en bijzondere posten Desinvesteringen resulteerden in een verlies na belastingen over 2006 van EUR 85 miljoen, vergeleken met een winst van EUR 414 miljoen in 2005. De afgestoten onderdelen droegen in 2006 EUR 27 miljoen bij aan de winst na belastingen, een stijging ten opzichte van het verlies van EUR 21 miljoen een jaar eerder. De bijzondere posten in 2005 van EUR 583 miljoen bestonden uit de vrijval van belastingvoorzieningen en latente belastingvorderingen. Exclusief de invloed van desinvesteringen en bijzondere posten steeg de onderliggende nettowinst met 24,3% tot EUR 7.750 miljoen. VERZEKERINGSACTIVITEITEN De verzekeringsactiviteiten van ING bleven profiteren van de sterke groei in pensioenen en levensverzekeringen in opkomende markten, hogere beleggingsresultaten en een gunstig schadeverloop bij het schadebedrijf. De onderliggende winst voor belastingen van het verzekeringsbedrijf steeg met 22,9% tot EUR 4.886 miljoen. De onderliggende winst voor belastingen van het levenbedrijf steeg met 23,0%. De levensverzekeringsactiviteiten in Nederland, Latijns-Amerika en Azië lieten een sterke winstgroei zien dankzij een gestegen omzet en door de groei van het beheerd vermogen en de beleggingsopbrengsten. De onderliggende winst voor belastingen van het schadebedrijf nam met 22,7% toe, vooral dankzij betere resultaten in Nederland en gunstige verzekeringstechnische resultaten. De resultaten in Canada waren nog steeds goed te noemen hoewel lager dan in 2005. Dit is toe te schrijven aan minder gunstige ontwikkelingen in de verzekeringstechnische voorzieningen van het voorgaande jaar en lagere verkoopwinsten op beleggingen. Het onderliggende premie-inkomen steeg met 2,5% tot EUR 46.834 miljoen. De levenpremies van het totale verzekeringsbedrijf stegen met 2,3%, of 3,3% exclusief valutaeffecten, vooral dankzij de sterke groei van de levenpremies in Centraal- en Overig Europa, de VS, Latijns-Amerika en Australië. In Nederland en België daalden de levenpremies, terwijl in Azië de groei van de levenpremies in alle landen, met name in ZuidKorea en Taiwan, meer dan teniet werd gedaan door Japan, dat een behoorlijke premiedaling liet zien. De schadepremies namen met 3,8% toe, ofwel 1,1% exclusief valuta-effecten, doordat de lagere premies in Nederland in ruime mate werden gecompenseerd door hogere premies in alle andere regio’s, met name in Canada en Latijns-Amerika. De bedrijfslasten van het verzekeringsbedrijf namen met 2,0% toe tot EUR 5.275 miljoen. De terugkerende lasten stegen met 6,1% tot EUR 5.252 miljoen, aangezien in 2005 de eenmalige lasten veel hoger waren (IT-kosten, reorganisatiekosten, invoering SOX en overige projecten). De toename van de terugkerende lasten werd grotendeels veroorzaakt door kosten als gevolg van de aanhoudende groei van de activiteiten, vooral in Azië. Embedded value en waarde nieuwe levenproductie De embedded value van de levensverzekeringsactiviteiten van ING nam in 2006 met 7,7% toe tot EUR 29.714 miljoen. Rekening houdend met het nettodividend van EUR 1.996 miljoen dat aan ING Groep werd betaald, bedroeg de embedded value ultimo 2006 EUR 27.718 miljoen. Het resultaat op embedded value, een belangrijke maatstaf voor waardecreatie, daalde met 12,1% naar EUR 1.981 miljoen, omdat een verbeterd financieel resultaat geheel teniet werd gedaan door ongunstige afwijkingen in het operationele resultaat en negatieve bijstellingen van aannames. De waarde van de nieuwe levenproductie steeg slechts licht met 0,2% tot EUR 807 miljoen, aangezien deze negatief werd beïnvloed door een stijging van de disconteringsvoet als gevolg van hogere rentetarieven. De verzekeringsactiviteiten in Centraal- en Overig Europa en in de regio Azië/Pacific boekten in 2006 sterke groei, een bewijs van het sterke toekomstige inkomstenpotentieel van de activiteiten in beide regio’s. Gemeten naar genormaliseerde premieproductie op jaarbasis (‘annual premium equivalent’, APE) nam de nieuwe levenproductie met 2,9% toe tot EUR 6.495 miljoen, terwijl het intern rendement toenam van 13,2% in 2005 tot 13,3%. APE is de som van de reguliere jaarlijkse premies van de nieuwe levenproductie plus 10% van de koopsompremies van de nieuwe levenproductie in het desbetreffende jaar. Het intern rendement in opkomende markten steeg van 17,4% tot 17,7% doordat de bedrijfsonderdelen profiteerden van de toegenomen schaalgrootte. De nieuwe levenproductie in opkomende markten steeg met 11,7%. BANCAIRE ACTIVITEITEN De bancaire activiteiten van ING lieten een aanhoudend sterke groei zien in sparen en hypotheken, wat de invloed van de afvlakkende rentecurves compenseerde. De bedrijfslasten waren onder controle en de risicokosten bleven uiterst laag, alhoewel het vierde kwartaal van 2006 een stijging liet zien door de afname in de vrijval van oude voorzieningen. De onderliggende winst voor belastingen steeg met 11,4% tot EUR 5.072 miljoen door een toename van de baten met 7,3%, met name bij ING Real Estate en ING Direct. De rentebaten namen met 2,6% toe; een sterke volumegroei werd grotendeels tenietgedaan door de afvlakkende rentecurves. De particuliere kredietverlening nam met EUR 34,7 miljard toe, ofwel 8,6%, tot EUR 437,8 miljard, ondanks de desinvestering van Deutsche Hypothekenbank en Degussa Bank in 2006. De groei is vooral te danken aan de toename van de portefeuille woninghypotheken bij ING Direct en de retailbankingactiviteiten in Nederland. De totale rentemarge verkrapte van 1,17% in 2005 naar 1,06%. De provisiebaten stegen met 15,5%, vooral dankzij hogere beheervergoedingen, met name bij de investment-managementactiviteiten van ING Real Estate, en gestegen vergoedingen uit het effectenbedrijf, bemiddeling- en adviesdiensten en het assurantiebedrijf. De beleggingsopbrengsten stegen met 4,1%, terwijl de overige baten met 26,8% toenamen, met name dankzij een sterke stijging van de netto handelsbaten. De onderliggende bedrijfslasten namen met 4,9% toe tot EUR 9.032 miljoen, inclusief EUR 164 miljoen aan additionele kosten in 2006 voor compliance. ING Direct nam 2,3%-punt van de stijging van de lasten van de bancaire activiteiten voor haar rekening. Hoewel de onderliggende toevoeging aan de debiteurenvoorziening toenam van EUR 69 miljoen over 2005 tot EUR 100 miljoen, waren de risicokosten slechts drie basispunten van de gemiddelde naar risico gewogen activa, ruim onder het genormaliseerde niveau van 25-30 basispunten. VERMOGENSBEHEER Het beheerd vermogen steeg in 2006 met 9,6% tot EUR 600 miljard. Vergeleken met 2005 werd de groei grotendeels tenietgedaan door het negatieve effect van de valutakoersen van EUR 31,8 miljard, terwijl de hogere beurskoersen EUR 33,7 miljard bijdroegen aan de groei. De netto-instroom bedroeg EUR 43,8 miljard en werd vooral gerealiseerd door Insurance Asia/Pacific (EUR 11,2 miljard), ING Real Estate (EUR 13,5 miljard) en Insurance Americas (EUR 6,8 miljard). De groei wordt grotendeels gerealiseerd met voor klanten beheerd vermogen, dat met 14,7% toenam tot EUR 404,5 miljard ultimo 2006. Het voor eigen rekening beheerd vermogen nam toe met 0,4% tot EUR 195,5 miljard. VOORUITBLIK Onze forse winstgroei in 2006 geeft een goede indruk van het potentieel van ING’s goed gespreide activiteiten. Terwijl het renteklimaat in 2006 tegenzat, met name voor onze bancaire activiteiten, hebben we kunnen profiteren van stijgende aandelenen vastgoedmarkten, een gunstig kredietverleningsklimaat, gunstige verzekeringstechnische resultaten bij het schadebedrijf en lagere belastingen. In de toekomst zullen de risicokosten en de schadeclaims geleidelijk aan op meer genormaliseerde niveaus uitkomen, maar we verwachten in de komende periode geen grote verschuiving in de marktomstandigheden. ING Groep Jaarverslag 2006 15 1.2 Onze resultaten Kapitaalbeheer Bijdragen aan efficiënte allocatie en distributie van kapitaal De voornaamste taak van de kapitaalbeheerfunctie is het bewaken en beheren van de kapitaalvereisten voor ING Bank, ING Verzekeringen en ING Groep en het uitvoeren van alle daarmee samenhangende kapitaalmarkttransacties. Voor ING Groep is het voordeel dat een gecentraliseerd kapitaalbeheer het evenwicht bewaart tussen de diverse eisen van de toezichthouders, ratingbureaus en aandeelhouders. Ook ontstaat maximale financiële flexibiliteit voor het realiseren van de strategische doelstellingen en het opvangen van stressomstandigheden in de financiële markten. Kapitaalbeheer draagt bij aan een efficiënte allocatie en distributie van het kapitaal binnen de Groep. Vermogenspositie ING Groep N.V. 31 december 31 december in miljoenen euro’s Eigen vermogen (in moedermaatschappij) + Hybride kapitaal van ING Groep + Leverage van ING Groep (kernschuld) Totaal kapitalisatie (bank- en verzekeringsbedrijf) –/– Herwaarderingsreserves vastrentend & overig –/– Leverage van ING Groep (kernschuld) (s) Gecorrigeerd vermogen (v) Verhouding schuld/eigen vermogen (s/(s+v)) 2006 2005 38.266 7.606 4.210 50.082 3.352 4.210 42.520 9,01% 36.736 7.883 3.969 48.588 6.477 3.969 38.142 9,43% STERKERE VERMOGENSPOSITIE De vermogenspositie van ING is in 2006 verder verbeterd dankzij de voortgaande sterke winstgevendheid. Op de markt is in de loop van het jaar een beroep gedaan op verdere hybride Tier 1 en kernschuld voor ING Groep, lower Tier 2 voor ING Bank en kernschuld voor ING Verzekeringen. Voor ING Groep geleende hybride Tier 1schulden worden aan ING Bank of ING Verzekeringen doorgeleend tegen dezelfde voorwaarden als de originele instrumenten. Kernschuld is schuld die als vermogen wordt doorgeleend aan dochtermaatschappijen. ING is ruim binnen de belangrijkste beoogde kapitaalratio’s gebleven: maximaal 10% kernschuld voor ING Groep, maximaal 15% kernschuld bij ING Verzekeringen en een Tier 1-ratio van ten minste 7,2% voor ING Bank. Voor ING Bank geldt daarnaast een maximum hybride Tier 1-ratio van 25% van het totale Tier 1-kapitaal. ING streeft naar een AA-rating voor ING Groep, ING Bank en ING Verzekeringen. De huidige ratings van ING staan in het hoofdstuk Aandeelhoudersinformatie. NAAR RISICO GEWOGEN ACTIVA VERLAAGD DOOR SECURITISATIE De naar risico gewogen activa zijn binnen het bankbedrijf in 2006 gematigd toegenomen van EUR 320 miljard tot EUR 338 miljard (5,7%). Deze gematigde groei werd mogelijk gemaakt door de uitvoering van een ambitieus securitisatieplan waarmee in de loop van het jaar EUR 8,1 miljard aan naar risico gewogen activa uit de balans vrijviel. De onderliggende groei van de activa van het bankbedrijf lag derhalve veel hoger. IMPLEMENTATIE VAN BASEL II Veel aandacht ging in 2006 uit naar de implementatie van Basel II (het herziene Kapitaalakkoord). Het raamwerk van Basel II is gebouwd op drie pijlers. Pijler 1 voorziet in de berekening van de vereiste minimale solvabiliteit. Pijler 2 betreft de beoordeling van de solvabiliteit door de toezichthoudende instantie. Pijler 3 richt zich op de externe rapportage. Bij ING is Capital Management verantwoordelijk voor Pijler 2. Het belangrijkste onderdeel van het beoordelingsproces voor de solvabiliteit van ING (Pijler 2 van Basel II) bestaat uit de zogenoemde Capital Letter, die ING in juni 2006 voor het eerst heeft opgesteld. Die brief bevat een analyse van de vermogensposities van ING Groep, ING Bank en ING Verzekeringen vanuit verschillende invalshoeken: die van de toezichthoudende instantie, de ratingbureaus en de interne economisch-kapitaalmethode. 16 ING Groep Jaarverslag 2006 Vermogenspositie ING Verzekeringen N.V. Vermogenspositie ING Bank N.V. 31 december 31 december in miljoenen euro’s Gecorrigeerd vermogen (v) Kernschuld (s) Verhouding schuld/eigen vermogen (s/(s+v)) Beschikbaar wettelijk vereist kapitaal (b) Door EU vereist wettelijk kapitaal (w) Kapitaaldekkingsratio (b/w) Buffer voor aandelen en vastgoed (av) Intern kapitaaldekkingsratio (b/(w+av)) 2006 2005 29.123 4.802 14,15% 25.505 9.296 274% 7.101 156% 27.044 4.170 13,36% 22.541 8.851 255% 5.304 159% Geanalyseerd wordt of de solvabiliteitsdoelstellingen moeten worden aangepast in verband met de economische omstandigheden, veranderende eisen van ratingbureaus of toezichthoudende instanties, stresstesten en/of ontwikkelingen bij de concurrentie. De brief gaat in op de beschikbare financiële instrumenten voor kapitaalbeheer en bevat ook een plan voor onvoorziene gebeurtenissen (positief en negatief) en de beste op dat moment beschikbare prognose. Ter versterking van de planning op de middellange termijn wordt de Capital Letter in de toekomst ieder jaar in juni opgesteld. In december verschijnt dan een geactualiseerde versie. Het document is niet openbaar maar wordt wel aan de toezichthoudende instantie overlegd als onderdeel van de toetsing van het interne solvabiliteitsbeoordelingsproces van ING. 31 december 31 december in miljoenen euro’s Kern Tier 1 Hybride Tier 1 Totaal Tier 1-kapitaal Overig kapitaal BIS-kapitaal Naar risico gewogen activa Tier 1-ratio BIS-ratio 2006 2005 20.058 5.726 25.784 11.445 37.229 337.926 7,63% 11,02% 17.643 5.764 23.407 11.318 34.725 319.653 7,32% 10,86% Vastgelegd in dat beleid zijn het beoogde looptijdenprofiel en het beoogde renteprofiel van de kernschuld, voor zowel ING Groep als voor ING Verzekeringen. Nog een aspect van goedlopend kapitaalbeheer en goede bedrijfsvoering is de continue stroomlijning van de organisatie. Die stroomlijning krijgt haar beslag in verbeteringen in de bedrijfsstructuur en in desinvesteringen en acquisities. In het jaar 2006 was er op dit gebied weer sprake van volop activiteit, met veel desinvesteringen (enkele zullen in 2007 formeel worden afgerond): Piraeus, Williams de Broë, Deutsche Hypothekenbank, Nationale Borg, Degussa Bank en ING Trust. Aangekocht zijn daarnaast een beleggingsfondsenbeheerder in Taiwan en de Nederlandse pensioenfondsenbeheerder AZL. TRANSACTIES CAPITAL MANAGEMENT IN 2006 BEHEER VRIJE DEEL EIGEN VERMOGEN ING VERZEKERINGEN Capital Management heeft in 2006 een aanzienlijke inspanning geleverd om het beheer van het vrije vermogen bij ING Verzekeringen te verbeteren. Vrij vermogen is een begrip in de context van economisch kapitaal. Als vrij vermogen wordt dat deel van de beschikbare financiële middelen (kapitaal) aangemerkt dat het gebruikte economische kapitaal overtreft. Veel verzekeringsentiteiten zien zich door beperkingen van toezichthouders en/of ratingbureaus gedwongen meer kapitaal aan te houden dan alleen het economische kapitaal. Voor zover het vrije deel van het eigen vermogen echter niet aan beperkingen is gebonden, kan het elders worden ingezet ten bate van de autonome groei. Een belangrijk uitgangspunt voor Capital Management is dan ook dat kapitaal moet stromen, zowel naar boven (in de vorm van intern dividend) als naar beneden (in de vorm van een kapitaalbijdrage aan groeiende activiteiten). In 2006 heeft Capital Management de volgende financieringstransacties uitgevoerd: Voor ING Groep N.V. – GBP 600 miljoen hybride Tier 1-kapitaal in de Britse institutionele markt; – EUR 1,75 miljard 10-jaars senior obligaties 2016 met vaste en variabele rente; – EUR 750 miljoen 5-jaars senior obligaties 2011 met een variabele rente. Voor ING Bank N.V. – EUR 1 miljard lower Tier 2-kapitaal; – USD 1,25 miljard lower Tier 2-kapitaal in euro-dollarmarkt met een variabele rente; – CAD 320 miljoen lower Tier 2-kapitaal; – EUR 1 miljard 5-jaars senior obligaties 2011. GOEDE BEDRIJFSVOERING Kapitaalbeheer is in belangrijke mate vergelijkbaar met een goede bedrijfsvoering, waarin beleid, procedures en routine worden vastgesteld. Aan het begin van ieder jaar worden een financieringsplan en een securitisatieplan opgesteld waarin alle financieringstransacties worden beschreven. In 2006 is de zogenoemde Delta Hedge Policy voor personeelsopties herzien om veranderingen in het toezicht en de fiscale omgeving in acht te nemen. Niet alleen vanwege de naleving van wet- en regelgeving maar ook om de interne processen voor de bedrijfsonderdelen transparanter en efficiënter te maken zijn er behalve voor kapitaalbijdragen aan de bedrijfsonderdelen tevens procedures opgesteld voor pensioenfondsen. Voor ING Verzekeringen N.V. – EUR 2 miljard 10-jaars senior obligaties 2016 met vaste en variabele rente; – USD 1 miljard 5-jaars en 1-maands verlengbare schuldbewijzen met een variabele rente (FRN’s). ING Groep Jaarverslag 2006 17 1.2 Onze resultaten Risicobeheer Naar een sterkere risico-organisatie, compliance en risicometing In 2006 heeft ING het risicobeheer in alle risicofuncties versterkt. De Raad van Bestuur besloot tot de benoeming van een deputy chief risk officer en heeft in verband hiermee Groepsrisicobeheer anders ingericht. De verandering onderstreept het belang dat wij hechten aan risicobeheer en aan ons streven naar een efficiënter risicobeheerproces. Samenstelling economisch kapitaal per risicocategorie Bank in miljarden euro’s 2006 2005 Kredietrisico (inclusief transferrisico) Marktrisico Operationeel risico Bedrijfsrisico Totaal activiteiten bankbedrijf(1) 7,6 4,8 1,7 1,8 15,9 7,0 3,9 1,7 2,3 14,9 REORGANISATIE GROEPSRISICOBEHEER Het totale risicoprofiel van de Groep wordt op kwartaalbasis gemeten en in de vorm van een ‘risk dashboard’ gerapporteerd aan de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen. Dit dashboard brengt de risico’s in alle bank- en verzekeringsonderdelen in kaart en geeft inzicht in earnings-at-risk (EaR) en capital-at-risk (CaR). EaR en CaR meten het potentiële effect van een gebeurtenis die zich éénmaal per tien jaar voordoet op respectievelijk de winst (onder IFRS) en de economische waarde. Deze geïntegreerde aanpak vormt een belangrijk bestanddeel van de strategische planning en stelt de Raad van Bestuur in staat het risico beter af te stemmen op de winst op korte termijn en op de waardecreatiedoelstellingen op lange termijn. Het totale EaRrisicoprofiel van de Groep wordt gedomineerd door het bankbedrijf en bestaat voornamelijk uit renterisico en kredietrisico. Het CaRprofiel is evenwichtiger verdeeld tussen het bank- en verzekeringsbedrijf en wordt gekenmerkt door renterisico en aandelenrisico. Net zo belangrijk is een aangescherpt bewustzijn van de naleving van wet- en regelgeving en andere eisen, zodat ING en haar klanten voldoen aan de hoogste normen voor compliance en bedrijfsethiek. (1) Economisch kapitaal exclusief desinvesteringen en bijzondere posten. NB: Cijfers zijn ontleend aan de modellen voor de berekening van economisch kapitaal in 2006. Uit voorlopige berekeningen blijkt dat het in 2007 in te voeren verbeteringsprogramma kan leiden tot een toename van het economisch kapitaal tot 10%. Alle risico’s zijn onderworpen aan een onafhankelijke controle; de gepresenteerde cijfers voor economisch kapitaal zijn niet door de accountants gecontroleerd. Risicoklassen bank- en verzekeringsportefeuilles* 2006 in % van de totaal uitstaande bedragen 2005 Verzekerings- Verzekerings- Bankbedrijf bedrijf Bankbedrijf bedrijf 13,6% 20,6% 10,9% 21,3% 27,6% 4,1% 1,9% 100% 25,1% 22,6% 22,0% 15,8% 10,3% 4,0% 0,2% 100% 13,8% 22,1% 9,5% 21,6% 27,6% 4,0% 1,4% 100% 26,3% 23,0% 32,8% 14,3% 2,5% 0,8% 0,3% 100% 1 (AAA) 2-4 (AA) 5-7 (A) 8-10 (BBB) 11-13 (BB) 14-17 (B) 18-22 (Probleemleningen) * De tabel brengt tot uitdrukking wat de kans is dat leningen oninbaar worden. Mogelijk onderpand wordt hierbij buiten beschouwing gelaten. Rentegevoeligheid en gevoeligheid aandelen ING Verzekeringen Rentegevoeligheid Effect op ING Verzekeringen 2006 Eigen Nettowinst vermogen Renteverhoging met 1% Renteverlaging met 1% Effect op ING Verzekeringen 2005 Eigen Nettowinst vermogen 8 –1.600 –3.185 1.880 –68 –1.743 –2.814 1.255 120 –150 1.325 –1.347 59 –80 1.072 –1.094 Gevoeligheid aandelen Stijging aandelenmarkt met 10% Daling aandelenmarkt met 10% 18 ING Groep Jaarverslag 2006 In 2006 hebben wij met de reorganisatie van Groepsrisicobeheer een belangrijke stap voorwaarts gezet in de integratie van ons risicobeheer. Er is een deputy chief risk officer (CRO) benoemd die verantwoordelijk is voor risicobeheer en de eindcontrole op geconsolideerd niveau. Deze deputy CRO ressorteert onder de chief financial officer (CFO), die binnen de Raad van Bestuur de eerstverantwoordelijke is voor het Groepsrisicobeheer. De intentie is dat de CRO in 2007 lid wordt van de Raad van Bestuur. De Operationele, Informatie- en Beveiligingsrisicofuncties zijn samengevoegd en het hoofd van deze nieuwe afdeling rapporteert rechtstreeks aan de deputy CRO. Verder is Compliance ter verbetering van de zichtbaarheid en effectiviteit overgeheveld van Juridische Zaken naar Groepsrisicobeheer. Andere afdelingen die onder de deputy CRO vallen zijn Corporate Credit Risk Management (CCRM), Corporate Market Risk Management (CMRM) en Corporate Insurance Risk Management (CIRM). In 2006 is de Model Validation Unit in het leven geroepen. Deze afdeling valideert risicomodellen. Het hoofd van deze afdeling rapporteert rechtstreeks aan de deputy CRO. CORPORATE COMPLIANCE Financiële instellingen worden tegenwoordig nauwlettend gevolgd om er op toe te zien dat zij voldoen aan wet- en regelgeving, normen en verwachtingen. Bancaire toezichthouders alsmede overige toezichthoudende instanties binnen de EU, de Verenigde Staten en elders toetsen betalingsprocessen en overige onder toezicht vallende transacties op onrechtmatigheden zoals witwassen, verboden transacties met landen die sancties opgelegd hebben gekregen, omkoperij en corruptie. Toezichthouders en andere autoriteiten kunnen administratieve of gerechtelijke procedures beginnen, wat onder andere zou kunnen resulteren in het opschorten of intrekken van vergunningen van ING, het opschorten of beëindigen van orders, (bestuurlijke) boetes, strafmaatregelen of andere disciplinaire maatregelen, die een belangrijke negatieve invloed kunnen hebben op ING’s resultaten en financiële positie. ING Bank N.V. is in gesprek met haar Nederlandse toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) aangaande transacties met personen in landen die onderhevig zijn aan sancties opgelegd door de EU, de Verenigde Staten en andere autoriteiten. Deze gesprekken hebben ING Bank N.V. er toe aangezet om transacties met partijen die onderhevig zijn aan deze sancties te evalueren. ING Bank N.V. rapporteert in het kader van deze voortdurende evaluatie aan DNB. Het is op dit moment niet mogelijk een voorspelling te doen over de uitkomsten van deze evaluatie. ING Bank N.V. hecht er grote waarde aan om bevindingen die uit deze evaluatie naar voren komen, pro-actief aan te pakken. van risicoprofielen van bestaande en nieuwe klanten. Er zijn opleidingsprogramma’s voor operationele veranderingen ontwikkeld en er vinden voortdurend implementatieprogramma’s plaats. Compliance-kosten binnen Wholesale Banking bedroegen in 2006 EUR 79 miljoen. Het grootste deel van deze kosten was het gevolg van investeringen in en verbeteringen van compliance-activiteiten en klantenidentificatieprocessen en -systemen. Dit is inclusief de voortdurende evaluatie die ING doet naar aanleiding van gesprekken met DNB met betrekking tot transacties die gerelateerd zijn aan landen die onderhevig zijn aan sancties. DE RISICO’S GEKWANTIFICEERD Op 28 juli 2006 heeft The Office of Foreign Asset Controls (OFAC) van de U.S. Department of Treasury de Netherlands Carribean Bank (NCB), een bank gevestigd op de Nederlandse Antillen die eigendom is van ING en van twee Cubaanse entiteiten, toegevoegd aan de lijst van ‘Specifically Designated Nationals’ als zijnde een entiteit met de Cubaanse nationaliteit. Dit verbiedt Amerikaanse personen en niet-Amerikaanse dochterondernemingen van Amerikaanse bedrijven om zaken te doen met de NCB. Een aandachtspunt in 2006 was de versterking van het compliance-bewustzijn en de implementatie van het ING Groep compliance-beleid. De invoering hiervan was het afgelopen jaar een belangrijke doelstelling voor alle ING-managers. De verdere inbedding van compliance-procedures en -processen in de gehele organisatie heeft hoge prioriteit om in 2007 afgerond te worden. Een ander initiatief dat ING in 2006 nam ter versterking van het compliance-bewustzijn, was de toewijzing van 130 extra dagtaken aan Compliance. Hiermee is het totale aantal medewerkers dat op dit terrein werkzaam is, gestegen tot circa 700. Als onderdeel van de governancestructuur van zowel Compliance als Operational Risk Management wordt het Audit Committee regelmatig op de hoogte gebracht van incidenten met een belangrijk financieel of compliance-effect. Het proces van incidentrapportage levert tijdige informatie op over incidenten van financiële of compliance-aard. Tijdens interne conferenties en in interviews heeft de Raad van Bestuur herhaaldelijk gewezen op het belang van compliance. Overige initiatieven in 2006 op het gebied van Compliance waren de verplichte intranet-compliance-cursus voor alle medewerkers in Nederland, regionale conferenties over compliance en de ‘Compliance Awareness Week’ in de Verenigde Staten. In 2006 heeft ING in het kader van veranderende wet- en regelgeving en de toegenomen aandacht van toezichthouders onder andere haar beleid met betrekking tot financieeleconomische criminaliteit herzien en afgestemd op de Derde AntiWitwas Richtlijn van de EU. Als gevolg hiervan is ING bezig alle klantendossiers opnieuw te beoordelen om zo te voorkomen dat ING en/of haar systemen worden gebruikt voor het witwassen van geld of de financiering van terroristische activiteiten. Een bijkomend voordeel is dat deze toegenomen kennis over klanten ING in staat stelt diensten aan te bieden die beter op de behoeften van de klant zijn toegesneden. Binnen Retail Banking bedroegen de kosten voor compliance in 2006 EUR 85 miljoen. Om te voldoen aan juridische vereisten, heeft Retail Banking Nederland EUR 50 miljoen van de totale kosten uitgegeven aan het identificeren van (bestaande) klanten, het verbeteren van klantenidentificatieprocessen en het vaststellen Een van de belangrijkste risicomaatstaven binnen de organisatie is economisch kapitaal. In die maatstaf komen onze interne kapitaaleisen tot uitdrukking. Het economisch kapitaal betreft het minimale kapitaal dat gezien onze nagestreefde creditrating (AA) nodig is om in ernstige stress-situaties alle toekomstige onverwachte verliezen op te vangen. Het economisch kapitaal wordt tevens gebruikt bij de berekening van de Risk Adjusted Return on Capital (naar risico gewogen rendement op kapitaal) en de economische winst, op basis waarvan de bedrijfsresultaten van het bankbedrijf worden beoordeeld. Op dit moment maken we alleen het economisch kapitaal van ING Bank bekend. Voor ING Verzekeringen hebben wij in 2005 intern economisch kapitaal als maatstaf geïntroduceerd voor alle risico’s, inclusief het verzekeringstechnische risico. Tegelijkertijd zijn er binnen het verzekeringsbedrijf limieten geïmplementeerd voor ‘market value at risk’ teneinde het markt- en kredietrisico van de wereldwijde verzekeringsactiviteiten te beheersen. Daarnaast hebben we een marktconforme prijsstelling geïntroduceerd. In 2006 hebben wij met een verbeterings- en integratieprogramma onze kapitaalmodellen verder verfijnd. Ondersteunend voor onze interne modellen waren de invoering van de geavanceerde interne ratingbenadering van Basel II en in een later stadium Solvabiliteit II. Onze economisch-kapitaalmodellen zijn inmiddels geactualiseerd met geavanceerde concentratiemodellen, onafhankelijke modelvalidatie en de ontwikkelingen in het klantengedrag. Deze aanpassingen zullen naar verwachting voor het bankbedrijf een verhoging van het economisch kapitaal opleveren. Voorlopige berekeningen van het effect wijzen op een potentiële stijging tot 10%. Daarbij dient te worden opgemerkt dat het verschil tussen het beschikbare Tier 1-vermogen (EUR 25,8 miljard) en het vereiste economisch kapitaal (EUR 15,9 miljard) meer dan voldoende is om de voorziene stijging op te vangen. In 2007 wordt het verbeteringsen integratieprogramma afgerond. In de samenstelling van het economisch kapitaal van ING Bank (eerste tabel op pagina 18) zijn alle diversificatie-effecten inbegrepen, inclusief de risicovermindering tussen de risicocategorieën onderling. Diversificatie-effecten die ontstaan door het combineren van bancaire en verzekeringsactiviteiten blijven buiten beschouwing. Kapitaal voor bedrijfsrisico wordt aangehouden om onverwachte verliezen te dekken die kunnen voortvloeien uit afwijkingen van volumes, marges en kosten. De toename van het economisch kapitaal in 2006 werd voornamelijk ingegeven door een stijging van het krediet- en marktrisico. Het hogere risico was grotendeels het gevolg van de expansie van de activiteiten bij ING Direct en Retail Banking. Daarnaast is een deel van het met ING Groep Jaarverslag 2006 19 1.2 Onze resultaten Risicobeheer vervolg vastgoedactiviteiten samenhangende risico overgeheveld van bedrijfsrisico naar marktrisico. KREDIETRISICO In 2006 heeft Corporate Credit Risk Management voor Wholesale Banking een systeem van tekeningsbevoegdheid voor kredietaanvragen ingevoerd. Dit systeem vervangt de kredietencomités, behalve het comité op het hoogste kredietniveau, het Group Credit Committee. Het tweede halfjaar van 2006 stond in het teken van de grootscheepse uitrol van en de communicatie over de implementatie van Basel II en economisch kapitaal voor kredietrisico, inclusief instrumenten voor de prijsstelling. Dankzij het werk aan Basel II en de herziene methode voor de berekening van economisch kapitaal voor kredietrisico heeft ING in 2006 aanzienlijke vooruitgang geboekt bij het kwantificeren van het kredietrisico in het bankbedrijf. Het plan is om een vergelijkbare exercitie uit te voeren voor de beleggingsportefeuille van het verzekeringsbedrijf. Ons doel is een internationaal gediversifieerde krediet-, obligatieen beleggingsportefeuille aan te houden, waarbij grote kredietrisicoconcentraties worden vermeden. Dit uitgangspunt wordt ondersteund door een systeem van risicolimieten die zijn afgestemd op de risicotolerantie van de Raad van Bestuur. Limieten worden bepaald voor landen, individuele leningnemers, emittenten, tegenpartijen, groepen leningnemers en herverzekeraars, en worden door de hele organisatie van boven naar beneden doorgevoerd. De tweede tabel op pagina 18 toont de samenstelling van onze portefeuille op basis van kredietrisicoratings van Standard & Poor’s. Vanwege de verschillende aard van de activiteiten in het bank- en verzekeringsbedrijf is de kredietkwaliteit van de verzekeringsportefeuille over het algemeen beter dan die van de bank. In 2006 hebben de bankbedrijfsonderdelen risicoratingmodellen geïmplementeerd en verbeterd ter voorbereiding op nieuwe regelgeving. Dit heeft geleid tot een verbetering van de gerapporteerde gemiddelde kredietwaardigheid in alle divisies. Alleen bij Retail Banking was er sprake van een geringe neerwaartse verschuiving van BBB naar BB als gevolg van de introductie van verbeterde ratingmodellen in de Benelux. De daling in de risicoratings binnen Insurance Europe was het gevolg van de herwaardering van de Nederlandse hypothekenportefeuilles om de ratingmethodologie gelijk te stellen aan die van het Nederlandse bankbedrijf. De verschuivingen binnen zowel het bank- als verzerkeringsbedrijf zijn dan ook voornamelijk het gevolg van een herclassificatie tussen risicoklassen, het is geen verslechtering van het onderliggende kredietrisicoprofiel. MARKTRISICO BANKBEDRIJF De totale marktrisicopositie van ING Bank wordt gekenmerkt door: - een goed liquiditeitsprofiel: er wordt een omvangrijke liquiditeitsbuffer aangehouden voor onverwachte negatieve marktontwikkelingen; - een bescheiden handelsrisicoprofiel in vergelijking met de totale winst en de marktkapitalisatie; - langeretermijnbelegging van spaar- en rekening-courantgelden met inachtneming van klantgedrag en het rentekarakter van deze middelen; 20 ING Groep Jaarverslag 2006 - een aanmerkelijke gevoeligheid voor rentewijzigingen in euro’s en dollars als gevolg van de strategische rentemismatch in de niethandelsportefeuille en het basisrisico in de bankactiviteiten voor particulieren. Marktrisico vloeit voort uit zowel de handels- als de niet-handelsactiviteiten en wordt beheerd conform de risicotolerantie van de Raad van Bestuur. Marktrisico in de handelsportefeuille Als primaire risicomaatstaf voor onze handelsactiviteiten hanteren wij value-at-risk (VaR), waarop limieten zijn gebaseerd. VaR geeft, met een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van ten minste 99%, de maximale ééndagsverliezen die kunnen optreden ten gevolge van veranderingen in risicofactoren als de posities binnen een dag onveranderd blijven. De gemiddelde geconsolideerde VaR voor Wholesale Banking was EUR 31 miljoen (2005: EUR 28 miljoen). Handelsposities met renterisico leverden de grootste bijdrage aan de handels-VaR en waren de belangrijkste reden van de toename van EUR 3 miljoen. Naast VaR past ING ‘stress testing’ toe voor het bewaken van het marktrisico onder extreme marktomstandigheden. Dit risico wordt wekelijks gemeten voor de handelsactiviteiten van Wholesale Banking, waarbij de posities per risicoactiviteit en per risicocategorie worden gemeten. Dit risico wordt begrensd door een limiet die het management van ING vaststelt. Marktrisico in de niet-handelsboeken ING Bank kent een aanzienlijke gevoeligheid voor rentewijzigingen in de euro en dollar. Dit hangt samen met zowel de strategische rentemismatch in de niet-handelsportefeuille als met het basisrisico – de onvolledige correlatie in de afstemming van verdiende en betaalde rente – in de bankactiviteiten voor particulieren. ING Bank meet het renterisico aan de hand van earnings-at-risk (EaR), net present value-at-risk (NPV) en VaR. EaR meet het verlies op de netto-renteopbrengsten over de periode van een jaar, onder meer als gevolg van een onmiddellijke stijging van 1% in de marktrente. De EaR voor 2006 was EUR –364 miljoen. Vergeleken met 2005 is ditmaal uitgegaan van een renteverschuiving van 1% (was 2%). Dit omdat het 1%-scenario bij de huidige lage rente waarschijnlijker is dan een verandering van 2%. Passen wij de onmiddellijke parallelle verschuiving van de marktrente van 2% toe op de resultaten per ultimo 2006, dan is de uitkomst EUR –640 miljoen (2005: EUR –733 miljoen). Dat het EaR-cijfer voor 2006 lager uitvalt, hangt met name samen met een wijziging van de EaR-berekeningen (dit in verband met een betere afstemming op de door IFRS vereiste verantwoording in de winsten verliesrekening). Daarnaast komt in de cijfers voor 2006 ook de convexiteit tot uitdrukking die wordt veroorzaakt door de ingebouwde mogelijkheid van vervroegde aflossing en renteopties in de omvangrijke Nederlandse hypothekenportefeuille. De NPV-at-risk geeft de totale impact weer van veranderende marktrentes. In 2006 was de NPV-at risk EUR –1.888 miljoen. In lijn met de EaR-berekeningen is het renterisicoscenario voor de NPVat-Risk-berekeningen ook aangepast naar een renteverschuiving van 1%. De NPV-at-risk onder het 2%-scenario is EUR –4.261 miljoen (2005: EUR –3.203 miljoen). De aanzienlijke toename wordt voornamelijk veroorzaakt door ING Direct USA, waar de convexe renterisicopositie is toegenomen. Verder zijn de diversificatie-effecten tussen ING Direct Canada en de overige portefeuilles afgenomen, wat de NPV-at-risk van ING Direct verder doet toenemen. In de praktijk zal de portefeuille worden herzien in het geval van een opwaartse rentebeweging, wat het NPV-verlies significant doet afnemen. Om het valutarisico in de niet-handelsboeken te kwantificeren en te beheersen past ING de FX value-at-risk methodiek toe. De gemiddelde geconsolideerde FX VaR voor 2006 was EUR 17 miljoen (2005: EUR 7 miljoen). De FX VaR is voornamelijk het resultaat van open posities in buitenlandse valuta die bewust worden ingenomen om de Tier 1-ratio te beschermen. Dit gebeurt door een juiste verhouding te bewerkstelligen tussen het non-EUR-kapitaal en de non-EUR-activa naar het gewogen gemiddeld risico. De toename van de gemiddelde FX VaR was het gevolg van de uitbreiding van de activiteiten van ING Direct in Australië en Canada. In verband hiermee worden tegenwoordig ook open posities ingenomen in de Australische en Canadese dollar, om zo de Tier 1-ratio ook te beschermen tegen fluctuaties in deze valuta. Liquiditeitsrisico Corporate Market Risk Management bewaakt en beheerst ook de liquiditeitspositie van de bank, zodat ING op het gewenste moment aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen. De belangrijkste doelstelling van de liquiditeitsstrategie van ING is het handhaven van voldoende liquiditeit om activiteiten goed te laten verlopen. Dit gebeurt onder andere door een goede spreiding van de dagelijkse funding-eisen (aard, valuta en regio). Daarbij houden wij een adequate mix van financieringsbronnen aan en een brede portefeuille met goed verhandelbare activa die makkelijk kunnen worden ingezet om verstoringen op te vangen. Een andere belangrijke component van de liquiditeitsstrategie is het handhaven van adequate en actuele financieringsplannen voor onvoorziene gebeurtenissen in de hele organisatie. VERZEKERINGSTECHNISCH RISICO Het verzekeringsbedrijf heeft aanzienlijke vooruitgang geboekt in de verbetering van de systemen en het rapportageproces. Hierdoor kunnen we niet alleen het risicoprofiel op marktconforme basis beoordelen maar kunnen we ook de kredietrisicomethoden en -processen op het bankbedrijf afstemmen. Actuarieel en verzekeringstechnisch risico ING Verzekeringen is actief op het gebied van levens- en schadeverzekeringsproducten. Actuariële en verzekeringstechnische risico’s vloeien voort uit de prijsstelling en acceptatie van verzekeringsovereenkomsten. Deze risico’s worden hoofdzakelijk beheerst met standaardverzekeringspolissen, met productontwikkelingseisen die door Insurance Risk Management worden gesteld, met onafhankelijke productevaluatieprocessen en met risicobeperkingen in de polisvoorwaarden. De schommelingen in winst en verlies als gevolg van nadelige claims worden beheerst aan de hand van risicotolerantieniveaus die elk jaar opnieuw door de Raad van Bestuur worden geëvalueerd. Bij levensverzekeringsproducten betreft dit onder meer het maximale verzekerde bedrag voor het sterfterisico. Voor schadeverzekeringsactiviteiten wordt het risicotolerantieniveau per bedrijfsonderdeel bepaald (maximaal verzekerd bedrag per individueel risico) en bij brandverzekeringen ook op basis van mogelijke maximale verliezen. Verliezen die worden meegewogen in de bepaling van dit mogelijke maximale verlies, zijn toerekenbaar aan specifieke gebeurtenissen (natuurrampen zoals storm, aardbevingen en overstromingen). Mogelijke verliezen worden vastgesteld op basis van gebeurtenissen met een terugkeerperiode eenmaal in de 250 jaar voor Canada, Mexico en Nederland-België samen. De totale risicopositie en -concentraties worden als onderdeel van het kredietrisicobeleid van ING actief beheerd via herverzekeringen bij zeer kredietwaardige herverzekeraars. Marktrisico verzekeringsbedrijf Veranderingen in de rente, aandelenkoersen, valutakoersen en vastgoedprijzen kunnen de huidige en toekomstige nettowinst en het eigen vermogen van ING Verzekeringen beïnvloeden. De belangrijkste risico’s zijn daarbij het renterisico en het aandelenrisico. Het effect op de nettowinst wordt gemeten met de maatstaf earnings-at-risk (EaR). Het effect op het eigen vermogen wordt gemeten in een scenario waarin een onmiddellijke stijging/daling van de aandelenmarkten en de rente optreedt (zie derde tabel op pagina 18). Deze risico’s worden beheerd met balansbeleid en -procedures, op basis van een comitéstructuur op het niveau van zowel divisies als bedrijfsonderdelen. Het belangrijkste renterisico binnen de verzekeringsactiviteiten van ING wordt gelopen in Taiwan, waar ING een aanzienlijk risico loopt als gevolg van een aanhoudend laag renteniveau. Dit is toe te schrijven aan de langlopende rentegaranties van 6 – 8% in levensverzekeringscontracten die tot 2001 door dit bedrijfsonderdeel werden verkocht. De ING-bedrijfsonderdelen in Nederland, de Verenigde Staten, Canada en België zijn het meest gevoelig voor schommelingen op de aandelenmarkten. OPERATIONEEL, INFORMATIE- EN BEVEILIGINGSRISICO ING heeft een geavanceerd raamwerk ontwikkeld voor de beoordeling, bewaking en beheersing van operationeel, informatie- en beveiligingsrisico. Dit raamwerk is in 2006 aangescherpt met de verdere implementatie van beleid voor operationeel, informatie- en beveiligingsrisico. Operationeel risico vloeit voort uit directe of indirecte verliezen als gevolg van inadequate of tekortschietende interne processen, mensen en systemen, dan wel door externe gebeurtenissen. ING heeft een geavanceerd model ontwikkeld waarmee het vereiste operationele risicokapitaal voor ING Bank en ING Verzekeringen kan worden berekend. De kwaliteit van de risicobeheeractiviteiten wordt gemeten met de scorecard-methode. Uit de scorecards komt de mate van beheersing binnen de divisies naar voren. Het scorecard-totaal vertoonde in 2006 goede vooruitgang. Ook het operationele, informatie- en beveiligingsrisico, alsmede de compliance-eisen zijn in de scorecard verwerkt. Het raamwerk voor risicobeheer is verder verbeterd door een groter bereik van de risicobeoordelingen in de bedrijfsonderdelen. In 2006 is het beheerkader voor operationeel risico verder uitgebreid en omvat nu alle onderdelen van ING. Daarnaast zijn operationele risicobeheersystemen voor de follow-up van openstaande acties, incidentbeheer en scorecard-bewijzen nu uitgebreid naar alle bedrijfsonderdelen. Het Audit Committee is actief betrokken bij het beoordelen van de risicorapportage en ontvangt regelmatig rapportages over ING’s risicopositie en over incidenten. Voor verdere informatie zie het hoofdstuk Risicobeheer als onderdeel van de jaarrekening op pagina 187 tot 210. ING Groep Jaarverslag 2006 21 1.2 Onze resultaten Insurance Europe Verbeteren van efficiency en investeren in groei Kernpunten • Insurance Europe levert een solide bijdrage aan de winst van ING Groep • Efficiencyprogramma’s in Nederland boeken voortgang • Sterke waardecreatie in Centraal-Europa • Investeren in groei via productontwikkeling en opzetten van nieuwe activiteiten Winst- en verliesrekening (onderliggend) in miljoenen euro’s Premie-inkomen Bedrijfslasten Onderliggende winst voor belastingen Totale winst voor belastingen* 2006 2005 mutatie 10.552 1.805 2.328 2.362 10.702 1.869 2.021 2.031 –1,4% –3,4% 15,2% 16,3% * Totale winst voor belastingen is de winst voor belastingen inclusief desinvesteringen en bijzondere posten. Kerncijfers 2006 2005 Waarde nieuwe levenproductie (in miljoenen euro’s) 219 Intern rendement 14,9% Embedded value levensverzekeringen (in miljoenen euro’s) 16.103 226 14,6% ONDERLIGGENDE WINST VOOR BELASTINGEN in miljoenen euro’s Insurance Europe Overig ING 23% 77% 2.328 7.630 GEOGRAFISCHE SPREIDING PREMIE-INKOMEN in miljoenen euro’s Insurance Europe Nederland België Centraal- en Overig Europa* Totaal 65% 17% 18% 6.836 1.763 1.953 100% 10.552 * Bulgarije, Griekenland, Hongarije, Polen, Roemenië, Rusland, Slowakije, Spanje en Tsjechië. 22 ING Groep Jaarverslag 2006 14.929 Met een voortgezette winstgroei in 2006, met name dankzij de resultaten in Nederland en Centraal-Europa, leverde Insurance Europe wederom een solide bijdrage aan de winst van ING Groep. In Nederland boeken de efficiencyprogramma’s voortgang, terwijl de klant tevredenheid opnieuw is toegenomen. Een hoge omzet in koopsomproducten heeft geleid tot sterke waardecreatie in Centraal-Europa. Insurance Europe gaat door met investeren in groei door nieuwe producten te ontwikkelen en nieuwe activiteiten op te zetten. FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN De onderliggende winst voor belastingen steeg in 2006 met 15,2% tot EUR 2.328 miljoen. Dit was vooral het gevolg van gunstige resultaten van het leven- en schadebedrijf in Nederland, gunstige resultaten van het schadebedrijf in België en een aanhoudende sterke groei in Centraal- en Overig Europa. De onderliggende winst voor belastingen uit levensverzekeringen steeg met 7,1% tot EUR 1.710 miljoen, terwijl de resultaten bij het schadebedrijf met 45,8% stegen tot EUR 618 miljoen. De totale winst voor belastingen steeg met 16,3% tot EUR 2.362 miljoen. Het onderliggende premie-inkomen daalde licht met 1,4% naar EUR 10.552 miljoen. Het hogere premie-inkomen bij het levenbedrijf in Centraal- en Overig Europa werd tenietgedaan door het lagere premie-inkomen bij het levenbedrijf in België als gevolg van een lagere verkoop van koopsombeleggingsproducten via het bankkanaal en lagere premies in Nederland. Dat laatste werd veroorzaakt door een lager premie-inkomen bij het collectieve levenbedrijf en lagere premies in het schadebedrijf na wetswijzigingen inzake inkomens- en ongevallenverzekeringen. De onderliggende bedrijfslasten daalden met 3,4% als gevolg van een daling met 7% in Nederland door een hogere eenmalige vrijval van personeelsvoorzieningen, lagere reorganisatiekosten en minder personeel. De kosten in België en Centraal- en Overig Europa stegen, in België door de vrijval van voorzieningen in 2005 en in Centraal- en Overig Europa door investeringen ter ondersteuning van nieuwe initiatieven. De waarde van de nieuwe levenproductie daalde met 3,1% naar EUR 219 miljoen. Dit werd veroorzaakt door dalingen in Nederland (–21%) en België (–47%) als gevolg van druk op de marges, hogere disconteringsvoeten en de nieuwe provisieovereenkomst met ING Bank België. Deze daling werd grotendeels gecompenseerd door sterke waardecreatie in Centraal- en Overig Europa (+32%) als gevolg van hogere verkopen, in het bijzonder in Polen, Hongarije en Spanje. Het intern rendement (IRR) steeg van 14,6% tot 14,9%, hetgeen volledig voor rekening komt van Centraal- en Overig Europa door hogere verkopen tegen aanzienlijk hogere interne rendementen. De embedded value van de levensverzekeringsactiviteiten van Insurance Europe steeg met 7,9% tot EUR 16.103 miljoen. Deze stijging weerspiegelt het positieve effect van EUR 219 miljoen aan nieuwe levenproductie, alsmede gunstige aandelenrendementen en pensioenfondsresultaten. Ontwikkelingen per land De onderliggende winst voor belastingen in Nederland steeg met 20% tot EUR 1.911 miljoen als gevolg van lagere kosten, gunstige beleggingsresultaten in combinatie met een gunstig schadeverloop bij het schadebedrijf en een hogere vrijval van voorzieningen. Nederland: activiteiten op hoger niveau Nationale-Nederlanden (NN) richtte zich in 2006 op de verbetering van de klanttevredenheid, het terugdringen van de kosten, de verkoop van meer winstgevende producten alsmede het verbeteren van compliance en risicobeheer. In België daalde de onderliggende winst voor belastingen met 21% naar EUR 137 miljoen. Dit kwam doordat de daling van de resultaten bij het levenbedrijf (die hoofdzakelijk werd veroorzaakt door de wijziging in de provisieregeling in België) groter was dan de stijging van de resultaten bij het schadebedrijf. Het onafhankelijke jaarlijkse prestatieonderzoek onder Nederlandse verzekeringsbedrijven liet in 2006 een verbetering van de klanttevredenheid zien in elk segment waarin NN actief is. Na twee jaar van aanzienlijke stijgingen was het groeipercentage in 2006 minder hoog. Dit kan worden toegeschreven aan de aanhoudende behoefte om de operationele systemen van NN te vernieuwen. Een belangrijke reden voor de verbetering was het terugdringen van administratieve achterstanden (behalve voor pensioenen, waar door veranderingen in regelgeving de polissen moeten worden aangepast). Er werden tevens nieuwe functionaliteiten en producten toegevoegd aan het extranet van NN voor intermediairs. Dit heeft mede geleid tot een verdubbeling van het aantal onlinetransacties ten opzichte van 2005. De onderliggende winst voor belastingen van Centraal- en Overig Europa steeg met 9% tot EUR 280 miljoen, hoofdzakelijk als gevolg van een hoger beheerd vermogen in het Poolse pensioenfonds en sterke verkopen in Hongarije, Griekenland en Spanje. Dit werd gedeeltelijk tenietgedaan door hogere kosten voor nieuwe activiteiten in Bulgarije en Rusland. HOOFDPUNTEN ING Insurance Europe heeft circa 15.000 medewerkers in dienst bij het leven- en schadebedrijf en bij de pensioenactiviteiten in volwassen en opkomende markten in de gehele regio. De marktposities zijn sterk. In Nederland is ING de grootste levensverzekeraar en de op twee na grootste schadeverzekeraar; in België de op vijf respectievelijk acht na grootste (alle cijfers zijn gebaseerd op het bruto premie-inkomen). In Centraal-Europa is ING marktleider op het gebied van zowel pensioenen als levensverzekeringen, op basis van bruto premie-inkomen en instroom van pensioenpremies. Insurance Europe richt zich op drie zaken. Ten eerste op een aanhoudende winstgevende groei en een efficiënte allocatie van kapitaal over alle bedrijfsonderdelen in de regio. Ten tweede op vermogensbeheer en pensioenen om in de behoeften van een steeds ouder wordende bevolking te voorzien. En ten slotte op het blijven verbeteren van efficiency en risicobeheer. Binnen deze algemene strategische richting zijn de specifieke strategieën van de individuele verzekeringsmaatschappijen toegesneden op de rijpheid van de markten waarin ze actief zijn. Zo ligt de nadruk in volwassen markten met een gematigde groei, zoals bijvoorbeeld Nederland, op het verbeteren van de efficiency en het optimaliseren van distributiekanalen. Dit terwijl in de snelgroeiende markten van Centraal-Europa de nadruk ligt op het versnellen van de groei, door uitbreiding van bestaande bedrijfsactiviteiten en door te investeren in toekomstige groei door het opzetten van nieuwe activiteiten. Op het gebied van kostenbesparingen liepen maatregelen om het aantal medewerkers bij NN ultimo 2007 met 1.000 te verminderen voor op schema. In vergelijking met ultimo 2004 was het aantal medewerkers ultimo 2006 met 900 ingekrompen. Met de kostenbesparingen uit hoofde van dit programma wordt voortgang geboekt. Er worden tegelijkertijd extra investeringen gedaan, gedeeltelijk als gevolg van nieuwe regelgeving die in 2007 van kracht werd. De reden van deze efficiencyprogramma’s is niet alleen het besparen van kosten, maar ook het verbeteren van de kwaliteit van onze dienstverlening door het inrichten van snellere en meer geautomatiseerde processen. Een essentieel element is het concept van Straight Through Processing (STP) op grond waarvan een polisaanvraag door een tussenpersoon automatisch en zonder persoonlijke tussenkomst onmiddellijk wordt verwerkt. STP werd in 2005 geïntroduceerd voor de nieuwe autoverzekering van NN en in juli 2006 uitgebreid naar het Particuliere Verzekeringspakket met particuliere, schadeen ongevallenverzekeringen. Eind 2006 werd 82% van alle polisverzoeken binnen het pakket automatisch verwerkt. De resterende 18% werd nog steeds door werknemers afgehandeld, maar zelfs hier waren de tijdbesparingen als gevolg van STP enorm. NN bleef zich in 2006 toeleggen op de productwinstgevendheid. Terwijl NN haar prijsstelling handhaafde en haar productassortiment verder opschoonde, kwamen de marges door de toegenomen concurrentie in bepaalde productsegmenten onder druk te staan. NN maakt tevens in toenemende mate gebruik van bancassurancedistributie om de verkoop te stimuleren en in 2006 is de verkoop van verzekeringsproducten via ING Bank geïntensiveerd. Ten slotte heeft NN in 2006 de compliance-organisatie verder verbeterd. Het aantal compliancemedewerkers is gestegen en het bewustzijn op het gebied van compliance is in de gehele organisatie toegenomen. ING Groep Jaarverslag 2006 23 1.2 Onze resultaten Insurance Europe vervolg Voor wat betreft de overige Nederlandse verzekeringsactiviteiten is RVS erin geslaagd om waarde te creëren in een concurrerende markt. Dit wordt weerspiegeld in een stijging van de waarde van de nieuwe levenproductie en het intern rendement. Sterke verkopen van zowel verzekeringen als hypotheken hebben geleid tot een groter marktaandeel. Deze resultaten werden versterkt door de modernisering van het RVS-logo, een nieuwe advertentiecampagne en verdere commerciële samenwerking met Postbank en ING Bank. RVS is in 2006 tevens begonnen met het aanbieden van persoonlijk financieel advies aan werknemers van zakelijke klanten van NN en ING Bank. Dit concept biedt goede perspectieven. Postbank Verzekeringen heeft solide financiële resultaten geboekt en bereidt zich voor op verdere groei in de komende jaren door uitbreiding van haar assortiment schadeproducten. Binnen de Nederlandse levensverzekeringssector hebben polishouders klachten geuit over de kosten en transparantie van beleggingsverzekeringen. Nadere details vindt u in de jaarrekening op pagina 155. België: focus op uitvoering In 2006 daalden de winst, premies en waardecreatie bij ING Insurance België, vooral als gevolg van eenmalige factoren. ING Insurance België heeft, ook in vergelijking met haar concurrenten, goede resultaten geboekt in de pensioenmarkt. Dit werd zichtbaar in een groei met dubbele cijfers van de verkoop van pensioenen via onafhankelijke tussenpersonen en directe distributie. ING Insurance België bleef zich onverminderd richten op een goede uitvoering van basisprocessen en -diensten. De terugkerende lasten zijn gedurende drie achtereenvolgende jaren bijna gelijk gebleven. Ondertussen is de kwaliteit van de dienstverlening gestegen, hetgeen blijkt uit aanhoudende klanttevredenheidscijfers voor alle belangrijke processen. Initiatieven voor groei in Centraal-Europa In Centraal-Europa heeft ING in 2006 aanzienlijke vooruitgang geboekt door de bestaande activiteiten uit te bouwen en tegelijkertijd nieuwe initiatieven te ontwikkelen. Het resultaat werd zichtbaar in een sterke toename in de waarde van de nieuwe productie en een groei met dubbele cijfers van het premie-inkomen bij het levenbedrijf en de kapitaalinstroom bij pensioenfondsen. In de gehele regio vindt op de verzekeringsmarkten een verschuiving plaats van producten met periodieke premies naar koopsomproducten. ING heeft van deze groei in de koopsombranche weten te profiteren. 24 ING Groep Jaarverslag 2006 ING heeft haar positie als grootste pensioenverstrekker in de regio versterkt. Vooral het Poolse pensioenfonds – dat consistent goed presteert met zijn beleggingsresultaten – heeft zijn klantenbestand aanzienlijk vergroot. De gerichte overnames van pensioenfondsen in Slowakije in 2005 werden in 2006 met succes in de INGorganisatie geïntegreerd. Pensioenen zijn een belangrijk groeigebied omdat de landen van Centraal-Europa bezig zijn met hervormingen van hun pensioenstelsels. De groei doet zich vooral voor in de markt voor verplichte pensioenvoorzieningen. Met haar goede prestaties op het gebied van vermogensbeheer is ING hier goed gepositioneerd. De verzekeringsbedrijven in Centraal- en Overig Europa hebben het productassortiment en de distributiecapaciteit verder uitgebreid. Het aantal nieuwe producten is meer dan verdrievoudigd, van 8 in 2005 tot 30 in 2006. In Tsjechië heeft samenwerking met onafhankelijke tussenpersonen tot een grote stijging van de productie geleid. Spanje heeft een franchiseconcept ontwikkeld om de beste tussenpersonen aan te trekken en te behouden. Dit concept zal ook door andere bedrijfsonderdelen in de regio worden toegepast. In Griekenland heeft ING haar samenwerking op bancassurancegebied met Piraeus Bank versterkt. Een andere prioriteit in 2006 was het verhogen van de efficiency. Bijna alle datacentra binnen Centraal-Europa werden samengevoegd in Katowice, Polen, en er werden diverse projecten gestart om te komen tot het standaardiseren van werkprocessen en -systemen. In Bulgarije werd een nieuwe levensverzekeringsmaatschappij opgericht, waarbij gebruik is gemaakt van de ervaring van haar zusteronderneming ING Hongarije die expertise biedt op het gebied van productontwikkeling, distributie, systemen en administratieve ondersteuning. ING Investment Management Europe ING Investment Management Europe (ING IM) liet solide resultaten zien, in het bijzonder als gevolg van de resultaten van haar specialistische producten. Eind december behoorde volgens Standard & Poor’s 61% van de beoordeelde fondsen bij ING IM tot de bovenste helft in het vergelijkingsonderzoek met concurrenten. Van het totale aantal beoordeelde fondsen van ING IM kreeg 35% een vier- of vijfsterrenclassificatie van Standard & Poor’s. Een nadere bespreking van ING IM treft u aan in het hoofdstuk Vermogensbeheer op pagina 46. CONCLUSIES EN AMBITIES In 2006 behaalde ING Insurance Europe wederom solide resultaten voor wat betreft winst en waardecreatie. In Nederland streeft NN ernaar haar positie als de grootste financiële dienstverlener voor het intermediair te bestendigen door zich in het bijzonder te richten op het verbeteren van klanttevredenheid en het realiseren van groei. Voorts zal NN zich richten op het verhogen van de verkoop via de bankkanalen van ING. Het verhogen van de efficiency door kostenbesparingen en het stroomlijnen van de organisatie met vernieuwde systemen en producten zal worden voortgezet. Door de aanhoudende veranderingen op het gebied van regelgeving in de levensverzekerings- en pensioenmarkten zijn extra investeringen noodzakelijk. Ook compliance blijft hierdoor de nodige aandacht vergen. Maar er ontstaan tevens kansen voor NN, omdat mensen zich door deze regels meer bewust worden van hun financiële situatie na hun pensioen. In België streeft ING ernaar om haar distributiecapaciteit verder te versterken door middel van bancassurance. Na een strategische evaluatie van de verzekeringsactiviteiten in België heeft ING in januari 2007 besloten om haar levens- en schadebedrijf te concentreren in twee nieuwe entiteiten. Deze zullen uitsluitend distribueren via ING’s retail-bankkanalen in België. Als gevolg hiervan is ING van plan haar niet-strategische verzekeringsactiviteiten af te stoten. Hoofdthema voor de komende jaren is het versnellen van de groei in Centraal-Europa. Van primair belang hiervoor is het optimaliseren van het distributiekanaal van eigen verzekeringsadviseurs en tegelijkertijd het spreiden van de distributie over verschillende kanalen. Ook zal ING zich meer richten op het marktsegment van de middeninkomens. ING heeft een vergunning aangevraagd voor een levensverzekeringsmaatschappij in Rusland en verwacht de eerste producten tegen medio 2007 te verkopen. Tevens zal ING actief worden op de vrijwillige pensioenmarkt in Roemenië in 2007, als de markt naar verwachting opengaat. In Centraal-Europa zal ING waakzaam blijven op kansen om te participeren in pensioenhervormingen, om nieuwe activiteiten te beginnen en op de mogelijkheden voor nieuwe gerichte overnames en samenwerkingsverbanden. ING Groep Jaarverslag 2006 25 1.2 Onze resultaten Insurance Americas Groei onder moeilijke omstandigheden Kernpunten • Voor vierde jaar op rij recordwinst • Hogere onderliggende winst in de VS en Latijns-Amerika; lagere winst in Canada door lagere verzekeringstechnische resultaten • Steeds meer klantgerichte initiatieven • Inspelen op behoeften ouder wordende ‘babyboomers’ van belang voor groei op lange termijn in de VS Winst- en verliesrekening (onderliggend) in miljoenen euro’s Premie-inkomen Bedrijfslasten Onderliggende winst voor belastingen Totale winst voor belastingen* 2006 2005 mutatie 24.118 2.490 1.992 1.992 22.693 2.380 1.979 1.941 6,3% 4,6% 0,7% 2,6% * De totale winst voor belastingen is de winst voor belastingen inclusief desinvesteringen en bijzondere posten. Kerncijfers 2006 2005 Waarde nieuwe levenproductie (in miljoenen euro’s) 167 Intern rendement 10,3% Embedded value levensverzekeringen (in miljoenen euro’s) 10.272 207 11,1% 10.858 ONDERLIGGENDE WINST VOOR BELASTINGEN in miljoenen euro’s Insurance Americas Overig ING 20% 80% 1.992 7.966 GEOGRAFISCHE SPREIDING PREMIE-INKOMEN in miljoenen euro’s Insurance Americas Verenigde Staten 79% Canada 12% Latijns-Amerika 9% – waarvan Mexico – waarvan Zuid-Amerika* Totaal 100% 19.130 2.806 2.182 1.503 679 24.118 * Betreft Chili en Peru; ING’s joint venture in Brazilië is een minderheidsbelang en is daarom niet inbegrepen. 26 ING Groep Jaarverslag 2006 De winst voor belastingen van Insurance Americas steeg licht, mede door een stijging met 6,4% van de totale onderliggende baten. De totale winst werd gedrukt door hogere rentetarieven. Pensioenen en lijfrentes leverden ook dit jaar een belangrijke bijdrage aan het resultaat. De winst in Latijns-Amerika steeg flink als gevolg van een sterke toename van de levenpremies. FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN De onderliggende winst voor belastingen van Insurance Americas steeg met 0,7% tot EUR 1.992 miljoen. Stijgende rentetarieven leidden tot beleggingsgerelateerde verliezen op vastrentende beleggingen, aangezien obligaties werden verhandeld om de portefeuille te herschikken. Exclusief die beleggingsgerelateerde verliezen steeg de onderliggende winst voor belastingen van Insurance Americas met 7,8% door de goede resultaten in de VS, Mexico en Zuid-Amerika. De onderliggende winst voor belastingen in Canada daalde met 10,0%. Het premie-inkomen steeg met 6,3% tot EUR 24.118 miljoen door een hoger premie-inkomen bij zowel het leven- als het schadebedrijf in alle landen. De bedrijfslasten stegen met 4,6% tot EUR 2.490 miljoen, voornamelijk door de groei van het bedrijf en toename van het aantal agenten in de competitieve pensioenmarkt in Mexico. Exclusief valuta-effecten steeg het premie-inkomen met 6,0% en namen de bedrijfslasten toe met 3,6%. Het premie-inkomen van Insurance Americas kende in 2006 een aanhoudende groei: het premie-inkomen van het levenbedrijf steeg met 6,2% tot EUR 19.816 miljoen en dat van het schadebedrijf met 6,5% tot EUR 4.302 miljoen. Het premieinkomen in de VS steeg met 5,8% door een hogere omzet aan lijfrentepolissen met een vaste en variabele uitkering. Deze toename werd deels tenietgedaan door een lager premie-inkomen bij individuele levensverzekeringen. Het premie-inkomen van het levenbedrijf in Latijns-Amerika steeg met 21,0% dankzij een groei van de collectieve verzekeringen in Mexico en Chili. Deze stijging werd deels tenietgedaan door een lagere omzet van lijfrentepolissen in Chili. Het premie-inkomen in Canada steeg met 8,5%, vooral dankzij een sterkere Canadese dollar en een toename van het aantal verzekerde risico’s. Dit werd deels tenietgedaan door lagere gemiddelde premietarieven. Het premie-inkomen van het schadebedrijf in Latijns-Amerika steeg met 2,9% dankzij een hogere omzet van motorrijtuig- en zorgverzekeringen in Mexico en een hoger premie-inkomen van zorgverzekeringen in Chili. Levensverzekeringen De onderliggende winst voor belastingen van het levenbedrijf steeg met 5,9% tot EUR 1.332 miljoen, ofwel 6,5% exclusief valuta-effecten. In de VS steeg de onderliggende winst voor belastingen met EUR 57 miljoen, ofwel 5,0%, tot EUR 1.204 miljoen, ondanks beleggingsgerelateerde verliezen als gevolg van stijgende rentetarieven. Exclusief deze beleggingsgerelateerde verliezen steeg de onderliggende winst voor belastingen met 12,6% tot EUR 1.252 miljoen. Dit was het gevolg van hogere provisiebaten dankzij groei van het beheerd vermogen, hogere rentemarges en een lagere afschrijving op acquisitiekosten door de gunstige ontwikkeling op de aandelenmarkten. De verkoop van lijfrentepolissen steeg, evenals de verkoop van pensioenproducten mede dankzij het afsluiten van een aantal grote pensioenovereenkomsten. Het premie-inkomen nam toe met 5,8% tot EUR 19.130 miljoen. De bedrijfslasten vertoonden een nagenoeg vlakke ontwikkeling ondanks een groei van zowel de omzet als de portefeuille. De onderliggende winst voor belastingen van het levenbedrijf in Latijns-Amerika steeg met 16,8% tot EUR 118 miljoen dankzij betere resultaten in Chili. Deze stijging werd deels tenietgedaan door lagere resultaten in Mexico als gevolg van de aanhoudende hevige concurrentie op de pensioenmarkt in 2006. Het premieinkomen steeg met 21,0% tot EUR 686 miljoen. De bedrijfslasten van Latijns-Amerika stegen met 16,7% tot EUR 196 miljoen, deels als gevolg van een toename van het aantal agenten en hogere acquisitiekosten vanwege de sterke concurrentie op de Mexicaanse pensioenmarkt. De embedded value van de levenproductie van Insurance Americas daalde in 2006 met 5,4% naar EUR 10.272 miljoen. Het resultaat op de embedded value verdrievoudigde tot EUR 546 miljoen, een stijging die voor een aanzienlijk deel is toe te schrijven aan goede beleggingsprestaties als gevolg van gunstige ontwikkelingen op de aandelenmarkt. De waarde van de nieuwe levenproductie daalde met 19,3% tot EUR 167 miljoen. Dit was het gevolg van een stijging van de disconteringsvoet en van gewijzigde aannames, vooral in Mexico, vanwege de hevige concurrentie op de pensioenmarkt in 2006. De waarde van de nieuwe levenproductie werd ook beïnvloed door de wettelijke eis tot het aanhouden van nieteconomische reserves bij het Amerikaanse individuele levenbedrijf. Het intern rendement werd beïnvloed door het individuele levenbedrijf in de VS en daalde naar 10,3% voor zowel Noorden Latijns-Amerika als de VS. Het intern rendement van de Amerikaanse activiteiten was 12,0% (12,8% in Amerikaanse dollars), exclusief de resultaten van de individuele levensverzekeringsactiviteiten. Schadeverzekeringen De onderliggende winst voor belastingen van het schadebedrijf daalde in 2006 met 8,3% naar EUR 670 miljoen, ofwel 13,4% exclusief valuta-effecten, waarbij de sterkere resultaten in Mexico en Chili ruimschoots teniet werden gedaan door een daling van de resultaten in Canada. In Canada bedroeg de onderliggende winst voor belastingen EUR 604 miljoen, 10,0% lager dan het recordniveau van 2005, door een lager resultaat op oude schadejaren en door lagere beleggingsgerelateerde winsten. De onderliggende winst voor belastingen in Latijns-Amerika steeg met 10,0% tot EUR 66 miljoen, vergeleken met EUR 60 miljoen over 2005 toen de resultaten werden beïnvloed door drie orkanen in Mexico. Het premie-inkomen steeg met 6,5% tot EUR 4.302 miljoen, of 2,3% exclusief valuta-effecten. Dit was grotendeels te danken aan een sterkere Canadese dollar en een stijging van het aantal verzekerde risico’s, die deels weer teniet werden gedaan door lagere gemiddelde premietarieven in Canada. De bedrijfslasten bedroegen EUR 812 miljoen, een stijging met 9%, vooral vanwege hogere bemiddelingsprovisies, assurantiebelastingen, advertentiekosten en salariskosten in Canada. HOOFDPUNTEN Ook in 2006 lag de nadruk bij Insurance Americas op waardecreatie door groei van de baten en hogere winsten in een uiterst competitieve markt. Er werd voortgebouwd op de groeimogelijkheden als gevolg van het toenemend aantal ‘babyboomers’ dat behoefte heeft aan pensioenproducten en -diensten. Om maximaal op deze kans te kunnen inspelen, is een belangrijke strategische herstructurering van de activiteiten van US Financial Services doorgevoerd. Deze werden gesplitst in twee onderdelen met complementaire activiteiten: US Wealth Management en US Insurance. US Wealth Management houdt zich bezig met pensioen- en lijfrenteactiviteiten en doet zaken via een van de grootste netwerken van onafhankelijke tussenpersonen in de VS. US Insurance combineert individuele levensverzekeringen, collectieve verzekeringen en herverzekeringen. Hierdoor ontstaan mogelijkheden voor samenwerking op het gebied van onder andere productontwikkeling en risicobeheer. Pensioenen en lijfrentepolissen, de belangrijkste activiteiten van US Wealth Management, zijn in 2006 sterk blijven groeien doordat goed is ingespeeld op de pensioen- en inkomstenbehoeften van Amerikanen, in het bijzonder van de 77 miljoen babyboomers in het land. De onderliggende winst voor belastingen van deze twee onderdelen exclusief beleggingsgerelateerde winsten en valutaeffecten, steeg met 23,8% tot EUR 744 miljoen. Een aantal andere onderdelen van Insurance Americas werd in 2006 voor de nodige uitdagingen gesteld. De concurrentie in de Mexicaanse pensioenmarkt was aanhoudend fel. De winsten van de Canadese activiteiten waren lager vergeleken met de sterke resultaten in 2005 vanwege een lager resultaat op oude schadejaren en aanzienlijk lagere beleggingsgerelateerde winsten. In de VS hadden een lagere omzet van individuele levensverzekeringen en de eis om niet-economische wettelijke reserves langer aan te houden een negatieve invloed op de totale winst en de waarde van de nieuwe levenproductie. De activiteiten in de VS ondervinden de invloed van intensievere regelgeving. Dit zal ook in de toekomst zo blijven. Tegelijkertijd biedt de roep om grotere transparantie ook kansen. ING kan zich onderscheiden met betere informatievoorziening omdat het bedrijf bekend staat als een gemakkelijk toegankelijke financiële dienstverlener. Om te kunnen inspelen op de financiële behoeften van klanten zal Insurance Americas blijven werken aan gezonde groeimogelijkheden op lange termijn. Groei in de VS en Canada De activiteiten in de VS, die in 2006 goed waren voor 61% van de onderliggende winst voor belastingen van Insurance Americas, boekten een beter resultaat door een solide omzet van pensioenproducten en lijfrentepolissen enerzijds en positieve ontwikkelingen op de aandelenmarkten anderzijds. Hierdoor is het beheerd vermogen toegenomen. US Wealth Management is in de VS een van de tien grootste aanbieders van pensioenen en lijfrentepolissen. De onderneming staat in de Amerikaanse top 10 voor lijfrentepolissen met vaste en variabele uitkering en in de top 5 voor pensioenen. Met pensioenproducten richt het bedrijf zich vooral op drie groeimarkten: het MKB, onderwijs (voornamelijk voor docenten en medewerkers in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs) en de zogenaamde roll-overmarkt. Deze laatste wordt ING Groep Jaarverslag 2006 27 1.2 Onze resultaten Insurance Americas vervolg steeds belangrijker naarmate de ouder wordende babyboomers het accent verleggen van sparen naar het genereren en beschermen van hun pensioenvermogen. Daarnaast is US Wealth Management met pensioenen marktleider binnen het hoger onderwijs, de zorgsector en de overheid en beschikt het over een zeer ervaren managementteam met een uitstekende reputatie. Deze aspecten zorgen voor een sterke concurrentiepositie. Pensioenen vormden in 2006 een van de pijlers onder de groei en waardecreatie in de VS. De omzet kende een sterke groei, mede dankzij diverse omvangrijke collectieve pensioenplannen voor bijvoorbeeld de staat Missouri, het Methodist Hospital in Houston en de stad San José in Californië. Deze omzetstijging leidde ook tot een flinke toename van het beheerd vermogen, dé motor achter de winst. Ook op het gebied van lijfrentepolissen was sprake van een solide omzetgroei dankzij nieuwe producten, sterke aandelenmarkten en een toenemende voorkeur bij klanten voor producten waarbij zij profiteren van koersstijgingen, maar bescherming genieten tegen koersdalingen. ING Canada is de grootste schade- en ongevallenverzekeraar van Canada. Door haar schaalgrootte en kerncompetenties op het gebied van prijsstelling, acceptatiebeleid en schadebeheer boekt ING Canada, ondanks lagere gemiddelde premietarieven en een bescheiden groei van de sector, aanhoudend solide verzekeringstechnische resultaten. In 2006 steeg het aantal door ING Canada verzekerde risico’s dankzij het brede distributiemodel, waarmee via alle kanalen meer klanten konden worden bereikt. De onderneming bracht ook een aantal nieuwe producten op de markt, zoals een verzekering met een nieuwe no-claimstructuur, een product zonder eigen risico en een loyaliteitsprogramma met bonuspunten voor vliegreizen. ING Investment Management Americas ING Investment Management boekte ook in 2006 weer hoge beleggingsrendementen bij alle belangrijke vastrentende beleggingsstrategieën in de VS, zoals Core, Core Plus en Stable Value. Deze prestaties resulteerden in een bij institutionele en retailklanten gegenereerde omzet van EUR 8,8 miljard. In 2006 vonden diverse succesvolle productintroducties plaats, zoals het Diversified International Fund. Dit retailfonds, dat gebruik maakt van de expertise van ING Investment Management op het gebied van wereldwijd beleggen en portefeuillebeheer, had in het eerste jaar een solide omzet van EUR 214 miljoen. De inleg van retailbeleggers in het ING Risk Managed Natural Resources Fund, een door de markt goed ontvangen closed-end fund, bedroeg EUR 400 miljoen. Dit unieke fonds is ontwikkeld door ING Investment Management om in deze sector een totaalrendement te realiseren met verminderde volatiliteit en een aantrekkelijke ‘distribution yield’. 28 ING Groep Jaarverslag 2006 ING heeft in de afgelopen anderhalf jaar een aanzienlijke en onderscheidende naamsbekendheid opgebouwd met de ontwikkeling van Senior Bank Loan-producten, waarmee over 2006 een omzet van EUR 2,7 miljard werd gegenereerd. Dit beleggingsproduct, dat wordt gekenmerkt door hoge kwaliteit en lage volatiliteit, is met succes toegevoegd aan Amerikaanse retailfondsen, aan Europese fondsen voor particuliere klanten en institutionele beleggers en in de Collateralized Loan Obligation (CLO)-markt in de VS. Voor meer details over ING Investment Management zie het hoofdstuk Vermogensbeheer op pagina 46. Klantgerichtheid De missie van ING is klanten een toonaangevende dienstverlening te bieden bij hun financiële keuzes voor de toekomst. Begin 2006 presenteerde ING, na uitgebreid onderzoek onder Amerikaanse klanten, de nieuwe slogan voor de Amerikaanse markt: “Your future. Made easier.”. Uit onderzoek bleek dat Amerikanen veel belang hechten aan gebruiksgemak bij de afhandeling van hun financiële zaken. De klantgerichtheid heeft in 2006 gestalte gekregen in diverse initiatieven. Zo verdubbelde bij US Retirement Services het aantal adviseurs om werknemers bij te staan die met pensioen gaan of vroegtijdig uittreden. Dit is een speciale service voor werkgevers die de pensioenen van hun medewerkers bij ING hebben ondergebracht. De adviseurs beantwoorden vragen over pensioenopbouw en geven adviezen. De lijfrenteportefeuille is verder gestroomlijnd. De producten zijn doorzichtiger geworden en door een betere klantenservice van US Mutual Funds is de tevredenheid over de distributie drastisch verbeterd. Uitvoering/operationele efficiency 2006 was het eerste volledige jaar waarin het efficiencyprogramma Six Sigma in de VS werd toegepast om beter aan klantenwensen te voldoen en de efficiency te verhogen. De projecten die werden afgerond zorgden voor een stroomlijning van werkprocessen, een aanzienlijke verkorting van doorlooptijden en betere prestaties. Verder kwam er een nieuw ontwerp voor rekeningoverzichten van Amerikaanse klanten en werd de toegankelijkheid en transparantie van de gegevens verder vergroot. In Mexico werd in 2006 gestart met Six Sigma. De eerste resultaten zijn nu al zichtbaar bij de schadeafhandeling. CONCLUSIES EN AMBITIES In 2006 werden de eerste babyboomers in de VS, de 77 miljoen Amerikanen die zijn geboren tussen 1946 en 1964, 60 jaar. Hiermee komt jaarlijks meer dan USD 1 biljoen (duizend miljard) aan pensioengelden vrij. In 2020 zal ongeveer de helft van de babyboomers zijn gepensioeneerd en samen tweederde van het totale belegbare vermogen in de VS in handen hebben. Dat biedt unieke kansen voor ondernemingen zoals ING. Wij beschikken over de producten, diensten en deskundigheid om dat vermogen te laten groeien en klanten een levenslang, gegarandeerd inkomen uit te keren. Het is een markt met een gigantisch potentieel, maar ook met felle concurrentie. Om in deze markt aan de top te blijven, zal ING kapitaal toewijzen aan activiteiten die het hoogste rendement genereren. We blijven investeren in de distributie van vermogensbeheeractiviteiten door extra tussenpersonen in te zetten om de omzet van lijfrentepolissen en pensioenen nog verder te vergroten. We investeren in Operations & IT om onze capaciteiten, efficiency en klantenservice te verbeteren. In de VS gaan we bij de individuele levensverzekeringen verder met de geslaagde herinvoering van de overlijdensrisicoverzekering. Die voorziet in een duidelijke behoefte in de markt en vormt een stevige pijler onder onze groei. De Pension Protection Act, die in 2006 in de VS is ingevoerd, bevordert pensioensparen en biedt een richtlijn voor zowel aanbieders van pensioenen als voor werkgevers en werknemers. Wij zijn ervan overtuigd dat deze wetgeving ING op lange termijn goede kansen biedt om mensen te helpen bij het waarborgen van hun financiële toekomst na hun pensioen. ING is sterk op het gebied van producten en diensten voor vermogensopbouw, risicobeheer en vermogenbeheer. Dat betekent dat wij onze klanten ook precies die producten en diensten kunnen bieden die zij nodig hebben voor het maken van hun financiële keuzes voor de toekomst. ING’s pensioen- en lijfrenteactiviteiten in de VS blijven derhalve een belangrijke pijler onder onze groei en waardecreatie. ING Groep Jaarverslag 2006 29 1.2 Onze resultaten Insurance Asia/Pacific Groeien en voortbouwen op huidige kernactiviteiten provides Kernpunten a good source of growth. • Aanhoudend solide groeipijler voor ING • Goed voor bijna de helft van de totale waarde van ING’s nieuwe levenproductie • Aanwezig in de juiste markten voor winstgevende groei op lange termijn • Blijvende nadruk op strategische prioriteiten voor versnelde groei Winst- en verliesrekening (onderliggend) in miljoenen euro’s 2006 2005 Premie-inkomen 12.136 12.286 Bedrijfslasten 965 864 Onderliggende winst voor belastingen 621 447 Totale winst voor belastingen* 636 478 * De totale winst voor belastingen is de winst voor belastingen inclusief mutatie –1,2% 11,7% 38,9% 33,0% desinvesteringen en bijzondere posten. Kerncijfers Waarde nieuwe levenproductie (in miljoenen euro’s) Intern rendement Embedded value levensverzekeringen (in miljoenen euro’s) 2006 2005 421 16,8% 372 15,0% 1.343 1.799 ONDERLIGGENDE WINST VOOR BELASTINGEN in miljoenen euro’s Insurance Asia/Pacific boekte ook in 2006 weer goede resultaten met een hogere winst en een stijging van het beheerd vermogen. ING blijft streven naar winstgevende groei in de markten waar ING nu actief is door versterking van meervoudige distributiekanalen, invoering van nieuwe en meer winstgevende producten, versterking van de organisatie, vergroting van de operationele efficiency, verbetering van de naamsbekendheid en schaalvergroting bij de vermogensbeheeractiviteiten. FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN De onderliggende winst voor belastingen van Insurance Asia/ Pacific steeg met 38,9% tot EUR 621 miljoen. Deze stijging is toe te schrijven aan Zuid-Korea (+44,5%) en Japan (+110,8%). De totale winst voor belastingen steeg met 33% tot EUR 636 miljoen. Insurance Asia/Pacific is in 2006 blijven investeren in de nieuwe, sterk groeiende markten van China, India en Thailand. Aan de batenkant was er sprake van een lichte daling bij de totale onderliggende premies naar EUR 12.136 miljoen. Hogere baten in Australië, Zuid-Korea en Taiwan werden tenietgedaan door een lagere omzet van beleggingskoopsommen (SPVA) in Japan. In de meeste andere markten boekte Insurance Asia/Pacific een groei met dubbele cijfers van het premie-inkomen in lokale valuta. Het beheerd vermogen steeg met 21,2% en bedroeg ultimo 2006 EUR 84,2 miljard. De overname van de lokale vermogensbeheeractiviteiten van ABN AMRO in Taiwan werd in december afgerond. Hiermee werd een totaal van EUR 2,6 miljard aan het beheerd vermogen toegevoegd en werd ING de nummer één vermogensbeheerder in de lokale beleggingsfondssector. De onderliggende bedrijfslasten stegen met 11,7% tot EUR 965 miljoen als gevolg van gestegen volumes, versterking van de organisatiestructuur en investeringen in nieuwe activiteiten. De waarde van de nieuwe levenproductie van Insurance Asia/ Pacific bedroeg EUR 421 miljoen, een stijging van 13,2% ten opzichte van 2005 door hogere marges. De belangrijkste bijdragen kwamen van Taiwan, Zuid-Korea, Japan en Australië. Het interne rendement steeg van 15,0% in 2005 tot 16,8% in 2006, ondanks fellere concurrentie. Insurance Asia/Pacific Overig ING 6% 94% 621 9.337 GEOGRAFISCHE SPREIDING PREMIE-INKOMEN in miljoenen euro’s Insurance Asia/Pacific Japan 41% Taiwan 24% Zuid-Korea 27% Australië/Nieuw-Zeeland 2% Overig Azië* 6% Totaal 100% 4.940 2.870 3.224 230 872 12.136 * India, China, Hongkong, Thailand en Maleisië 30 ING Groep Jaarverslag 2006 Ondanks merendeels gunstige ontwikkelingen in de waarde van de nieuwe levenproductie en positieve financiële varianties daalde de embedded value van de levensverzekeringsactiviteiten van EUR 1.799 miljoen in 2005 naar EUR 1.343 miljoen ultimo 2006. De belangrijkste oorzaak van deze daling was een wijziging van de economische aannames in Taiwan, waar veronderstelde toekomstige rentetarieven neerwaarts werden bijgesteld. Ontwikkelingen per land In Australië en Nieuw-Zeeland daalde de onderliggende winst voor belastingen met 5,8% naar EUR 161 miljoen, vooral vanwege de terugstorting van kapitaal dat lagere beleggingsopbrengsten op leningen tot gevolg had. De groei van het premie-inkomen was toe te schrijven aan het succes van ‘OneCare’, een nieuw product dat in het vierde kwartaal van 2005 werd geïntroduceerd. De bedrijfslasten daalden met 4,0%. In Japan steeg de onderliggende winst voor belastingen met 110,8% tot EUR 156 miljoen, voornamelijk door baten uit afdekkingen. Na een uitzonderlijk goed 2005 daalde de groei van de omzet van beleggingskoopsommen (SPVA) in 2006 als gevolg van een teruglopende markt en groeiende concurrentie op de binnenlandse markt. Het beheerd vermogen bleef echter ook in 2006 sterk stijgen, en wel met 12%. De groei van collectieve levensverzekeringen (COLI) verliep trager. De omzet van collectieve levensverzekeringen met een lager risicoprofiel is wel gestegen. In Zuid-Korea steeg de onderliggende winst voor belastingen met 44,5% tot EUR 263 miljoen door een aanhoudend sterke omzet. Het premie-inkomen steeg met 41,5% door de verkoop van beleggingsverzekeringen en aanhoudend lage opzeggingen van bestaande contracten. In Taiwan realiseerde ING in 2006, evenals in 2005, een winst van nul door verdere maatregelen ter versterking van de verzekeringstechnische voorzieningen bij aanhoudend lage rentetarieven. In totaal bedroeg de versterking van de verzekeringstechnische voorzieningen in 2006 EUR 182 miljoen ten opzichte van EUR 220 miljoen in 2005. Door de verkoop van producten met een hogere marge steeg de waarde van de nieuwe levenproductie met 44,9% van EUR 107 miljoen in 2005 tot EUR 155 miljoen in 2006. In de rest van Azië steeg de onderliggende winst voor belastingen van EUR 20 miljoen in 2005 tot EUR 41 miljoen in 2006, vooral dankzij Maleisië en Hongkong. De nieuwe activiteiten in China, India en Thailand werden geconfronteerd met verliezen door aanhoudende investeringen in toekomstige groei en winstgevendheid. Toch presteerde Thailand boven verwachting in een vlakke markt. In China ging ING’s joint venture ING Capital Life Insurance Company van start met activiteiten in de provincie Shandong. Ook werden verkoop- en marketingkantoren geopend in de provincies Shandong en Liaoning. Verder kreeg de joint venture toestemming van de Chinese toezichthouders voor het openen van bijkantoren in de provincie Henan. In India werden in 2006 13 nieuwe bijkantoren geopend. Het totale aantal kantoren kwam daarmee op 90. HOOFDPUNTEN Het tempo van de reële economische groei in Azië ligt nog steeds hoger dan in de andere regio’s. Steeds meer mensen krijgen een steeds groter vermogen. Ook de groei van levensverzekeringen zal de komende 10 jaar in Azië naar verwachting hoger zijn dan in de rest van de wereld. Tegelijkertijd staan alle markten in Azië/Pacific voor de uitdaging de steeds ouder wordende bevolking zekerheid over hun financiële toekomst te bieden. Hiertoe hebben nationale overheden regelgeving opgesteld of zijn daar mee bezig. Deze ontwikkelingen zorgen voor een snelle groei van pensioenspaargeld en diversificatie van traditionele banktegoeden. ING neemt nu al een leidende positie in in de huidige grote markten en staat er goed voor in toekomstige grote markten. Daarmee is ING in Azië/ Pacific goed gepositioneerd om op lange termijn groei te realiseren. ING is, gemeten naar genormaliseerde nieuwe premieproductie op jaarbasis (‘annual premium equivalent’, APE), momenteel de op een na grootste buitenlandse levensverzekeraar in Azië/Pacific. APE is de som van de reguliere jaarlijkse premies van de nieuwe levenproductie plus 10% van de koopsompremies van de nieuwe levenproductie in het desbetreffende jaar. Gemeten naar beheerd vermogen is ING de derde grootste vermogensbeheerder voor particulieren in Azië, exclusief Japan. Insurance Asia/Pacific heeft de afgelopen jaren haar marktaandeel in de meeste markten vergroot en levert de grootste bijdrage aan de waarde van de nieuwe levenproductie van ING. Dit is het bewijs dat onze strategie om in de juiste markten vertegenwoordigd te zijn haar vruchten afwerpt. Insurance Asia/Pacific is een van de belangrijkste groeipijlers van ING Groep. De divisie heeft momenteel levensverzekeringsactiviteiten in 10 markten en vermogensbeheeractiviteiten in 12 markten in Azië/Pacific. ING heeft een toonaangevende positie in de grote, volwassen markten van Australië, Nieuw-Zeeland, Japan, Hongkong, Zuid-Korea en Taiwan en heeft tevens een goede uitgangspositie voor toekomstige groei in de grote en middelgrote opkomende markten van China, India, Maleisië en Thailand. Het vertrouwen van ING in de regio blijkt uit de herinvestering van het in Azië/ Pacific gegenereerde vermogen in verdere groeimogelijkheden in de regio zelf. Insurance Asia/Pacific is gericht op het uitbreiden van en voortbouwen op de kernactiviteiten voor een versnelde groei. De verschuiving in de markt van vastrentende producten naar beleggingsproducten en de sterke groei van distributie via banken bieden ING diverse nieuwe kansen. De strategische prioriteiten van ING sluiten naadloos op deze ontwikkelingen aan en zijn gericht op versterking van meervoudige distributiekanalen, invoering van nieuwe, meer winstgevende producten, versterking van de organisatie, vergroting van de operationele efficiency, verbetering van de naamsbekendheid en schaalvergroting bij de vermogensbeheeractiviteiten. ING Groep Jaarverslag 2006 31 1.2 Onze resultaten Insurance Asia/Pacific vervolg Versterking meervoudige distributiekanalen De distributie van de levensverzekeringsproducten van ING in Azië/Pacific verloopt via eigen adviseurs, banken, effectenhuizen en alternatieve kanalen. De eigen adviseurs leveren de grootste bijdrage aan de verkoop van levensverzekeringen. ING werkt voortdurend aan verbreding van de distributiemethodes en vergroting van de efficiency van de bestaande kanalen. Invoering nieuwe, meer winstgevende producten In de meeste markten is sprake van een verschuiving naar beleggingsgerelateerde levensverzekeringsproducten. De Japanse markt voor beleggingskoopsommen was de afgelopen jaren gegroeid, maar ook de concurrentie op die markt is toegenomen. Ook in Zuid-Korea en Taiwan groeide de omzet van beleggingsgerelateerde producten. In Hongkong, Zuid-Korea, Maleisië en Taiwan verloopt de verkoop van levensverzekeringen vooral via eigen adviseurs. Het op eigen adviseurs gebaseerde distributiesysteem van ING Life Korea is het toonaangevende model in de regio. Het succes van dit model is gebaseerd op selectieve werving, het bieden van uitstekende opleiding en ondersteuning en voortdurende bewaking van de prestaties. Het Zuid-Koreaanse model wordt nu ook toegepast in andere markten om de productiviteit te verhogen, eigen adviseurs beter vast te kunnen houden en het aantal opzeggingen van bestaande contracten te verlagen. Dat gebeurt bijvoorbeeld door verschillende ‘pilots’ bij ING Capital Life in China. In India steeg het aantal eigen adviseurs in 2006 met meer dan 40% tot 26.000. Er is een verschuiving gaande naar eenvoudigere, specifiek op de wensen van de klant afgestemde producten. Een goed voorbeeld hiervan is het populaire ‘OneCare’ van ING Australië. ‘OneCare’ is een eenvoudig en flexibel maatproduct waarmee klanten in één polis bepaalde risico’s voor gezinnen of bedrijven kunnen dekken. Met dit product werd ING in 2006 in één klap de nummer één van het land op dit terrein. Het succes van het product leidde in 2006 tot een omzetstijging van 70%. De distributie via banken is de afgelopen jaren sterk toegenomen in vergelijking met andere kanalen. In een aantal markten waar banken de belangrijkste distributiekanalen voor ING zijn, groeide de waarde van de nieuwe levenproductie sterk. ING biedt bankpartners een totaaloplossing, inclusief ondersteuning voor marketing en organisatie. Een van onze sterkste punten is onze grondige kennis van zowel de bank- als de verzekeringssector en de manier waarop die twee elkaar kunnen aanvullen. ING heeft in Azië/Pacific een aanzienlijk belang in twee banken: Bank of Beijing in China en ING Vysya Bank in India. Verder zijn joint ventures en samenwerkingsverbanden ontwikkeld met een groot aantal andere banken en effectenhuizen in de regio, zoals de succesvolle joint venture met de Kookmin Bank in Zuid-Korea en het samenwerkingsverband met ANZ Bank in Australië en NieuwZeeland. In Japan, de op een na grootste levensverzekeringsmarkt ter wereld, werkt ING samen met meer dan 30 banken en effectenhuizen. Het aantal bankpartners van ING in de regio steeg in 2006 tot ruim 125. Samen beschikken ze over een distributienetwerk van meer dan 11.400 kantoren. ING blijft voortdurend op zoek naar andere, innovatieve distributiekanalen naast banken en eigen adviseurs. Zo is de verkoop van verzekeringen via een home-shoppingzender op de Zuid-Koreaanse tv een succes en biedt ook de onlineverkoop van eenvoudige levensverzekeringsproducten in Australië perspectief. 32 ING Groep Jaarverslag 2006 Versterking organisatie Uitbreiding en verbetering van de organisatie, met speciale nadruk op werving, managementontwikkeling en opleiding, behoorden in 2006 tot de topprioriteiten van ING. Mede door de sterke economische groei in Azië is een enorme vraag ontstaan naar nieuwe talenten. Ook is de ontwikkeling van eigen personeel een prioriteit. ING investeert in de ontwikkeling van talentvolle managers en in de verbetering en verbreding van langetermijnbonusregelingen om talenten vast te houden. Vergroting operationele efficiency Op operationeel niveau wil ING de vruchten plukken van schaalgrootte door middel van verdere standaardisering van de belangrijkste processen en systemen. Inmiddels is gestart met de regionale invoering van eenvoudige processen en een groot aantal efficiencyprojecten. Insurance Asia/Pacific blijft, geheel in lijn met het risico- en kostenbeheer van ING, werken aan de verbetering van het operationele risico- en kostenbeheer. Ook de implementatie en naleving van wet- en regelgeving staan hoog op de prioriteitenlijst. Verbetering naamsbekendheid ING is een van de grote internationale merken in diverse markten in Azië/Pacific, vooral in Australië, Hongkong, Zuid-Korea, Maleisië, Nieuw-Zeeland en Taiwan. In andere markten zijn extra inspanningen voor marketing en merkpositionering nodig om de naamsbekendheid te vergroten. ING heeft voor de regio inmiddels een meer consistente merkpositioneringsstrategie ontwikkeld die moet leiden tot meer gecoördineerde uitgaven ter ondersteuning van de verkoopkanalen. De sponsoring van zowel de AFC Asian Cup 2007 van de Aziatische voetbalbond als het ING Renault F1-team, met onder andere reclameborden op de circuits in de regio, leiden naar verwachting tot een vergroting van de naamsbekendheid van ING. Schaalvergroting vermogensbeheeractiviteiten ING is in Azië/Pacific een belangrijke speler op het gebied van vermogensbeheer en beheert meer dan alleen haar eigen levensverzekeringsportefeuilles. De afgelopen twee jaar is het aandeel van ING in de vermogensbeheermarkt in de regio sterker gestegen dan dat van de grootste concurrenten. Die groei werd in 2006 versneld door de overname van de lokale vermogensbeheeractiviteiten van ABN AMRO in Taiwan. Gemeten naar activa presteerde in het verslagjaar 56% van de beleggingsfondsen van ING beter dan hun benchmarks. In het hoofdstuk Vermogensbeheer op pagina 46 in dit jaarverslag wordt dieper ingegaan op de vermogensbeheeractiviteiten in Azië/Pacific. CONCLUSIES EN AMBITIES Insurance Asia/Pacific heeft in 2006 weer goede resultaten geboekt met een stijging van de onderliggende winst voor belastingen met 38,9% door positieve prestaties in Japan en ZuidKorea. De concurrentie in de regio neemt weliswaar toe, maar ING wil de activiteiten van Insurance Asia/Pacific naar een hoger niveau tillen door de bestaande kernactiviteiten uit te breiden en de prioriteiten versneld uit te voeren. Het gaat hierbij om versterking van meervoudige distributiekanalen, invoering van nieuwe, meer winstgevende producten, versterking van de organisatie, vergroting van de operationele efficiency, verbetering van de naamsbekendheid en schaalvergroting bij de vermogensbeheeractiviteiten. We blijven werken aan het bevorderen van een prestatiegerichte cultuur onder de medewerkers om de operationele efficiency te verhogen en het risicobeheer te optimaliseren. ING Groep Jaarverslag 2006 33 1.2 Onze resultaten Wholesale Banking Aanhoudende groei dankzij klantfocus Kernpunten Wholesale Banking heeft zich in 2006 in een moeilijk bedrijfsklimaat goed ontwikkeld door meer nadruk te leggen op de belangen van de klant, een goede benutting van kansen voor cross-selling en door nog meer op waardecreatie te sturen. De organisatie is selectief blijven investeren in toekomstige groei door meer aandacht te geven aan producten met een hogere toegevoegde waarde. Dankzij een optimale allocatie van kapitaal en de verkoop van Williams de Broë en Deutsche Hypothekenbank heeft Wholesale Banking zich op kernactiviteiten kunnen richten. Daarnaast is ingezet op mogelijkheden voor winstgevende groei en zijn er belangrijke transacties gesloten die passen binnen ING’s risicobeleid. • Nadruk op de belangen van klanten, cross-selling en meer waardecreatie • Snelle groei van ING Real Estate • Selectief investeren in groeikansen • Spraakmakende transacties weerspiegelen geografisch bereik Winst- en verliesrekening* (onderliggend) W in miljoenen euro’s 2006 2005 mutatie 5.804 3.400 5.406 3.234 7,4% 5,1% –121 2.525 2.481 –127 2.299 2.599 9,8% –4,5% FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN Totale baten Bedrijfslasten Toevoeging aan voorzieningen voor debiteurenverliezen Onderliggende winst voor belastingen Totale winst voor belastingen** * Inclusief ING Real Estate, dat onder Wholesale Banking valt. ING Real Estate wordt nader besproken in het hoofdstuk Vermogensbeheer. ** Totale winst voor belastingen is de winst voor belastingen inclusief desinvesteringen en bijzondere posten. Kerncijfers Onderliggende RAROC na belastingen Onderliggend economisch kapitaal (in miljarden euro’s) 2006 2005 20,6% 17,3% 8,1 8,3 ONDERLIGGENDE WINST VOOR BELASTINGEN in miljoenen euro’s Wholesale Banking Overig ING 25% 75% 2.525 7.433 Samenstelling onderliggende winst voor belastingen in miljoenen euro’s Nederland België Rest van de wereld Overig Wholesale Banking ING Real Estate Totaal 34 ING Groep Jaarverslag 2006 2006 760 553 607 –26 631 2.525 Wholesale Banking heeft in 2006 goede resultaten geboekt. Activiteiten met toegevoegde waarde zorgden voor winstgevende groei ondanks een moeilijk bedrijfsklimaat. De onderliggende winst steeg doordat de hogere kosten meer dan gecompenseerd werden door de hogere baten. ING bedient (mid-)corporates en financiële instellingen vanuit zes onderdelen: General Lending, Payments and Cash Management; Structured Finance; Leasing and Factoring; Financial Markets; Overig Wholesale zoals Corporate Finance and Equity Markets; en ING Real Estate. De nadruk lag op het realiseren van groei bij Financial Markets, Structured Finance, Payments and Cash Management en Leasing and Factoring. Bij Financial Markets daalde de winst. Dit werd in belangrijke mate veroorzaakt door de vlakke rentecurve, het lage absolute renteniveau, de historisch lage marktvolatiliteit, de moeilijke marktomstandigheden, met name in de opkomende markten, alsmede door de lagere herwaardering van derivaten waarop geen hedge-accounting wordt toegepast. General Lending wordt nog steeds geconfronteerd met aanhoudende margedruk op de kredietverlening door een over het geheel genomen te hoge liquiditeit. ING Real Estate heeft ook in 2006 weer volop kunnen profiteren van de sterke vraag van beleggers naar vastgoedfondsen. Voorts zijn de resultaten van de ontwikkelingsactiviteiten sterk verbeterd. De onderliggende winst voor belastingen van Wholesale Banking steeg met 9,8% tot EUR 2.525 miljoen door hogere winsten bij General Lending, Payments and Cash Management, Leasing and Factoring, alsmede bij ING Real Estate. Ook Structured Finance presteerde weer goed. Bij Financial Markets nam de onderliggende winst voor belastingen af naar EUR 509 miljoen tegenover de zeer hoge winst van EUR 665 miljoen in 2005. Ondanks deze winstdaling leverde Financial Markets opnieuw een grote bijdrage aan de winst van de divisie Wholesale Banking. In 2006 heeft ING zich meer op de kernactiviteiten toegelegd en zijn Williams de Broë en Deutsche Hypothekenbank verkocht. Inclusief het effect van de desinvesteringen in 2005 en 2006 daalde de totale winst voor belastingen met 4,5% naar EUR 2.481 miljoen. De totale onderliggende baten stegen met 7,4% tot EUR 5.804 miljoen dankzij een toename van 40,2% bij ING Real Estate. De onderliggende bedrijfslasten bleven onder controle en kwamen 5,1% hoger uit op EUR 3.400 miljoen door eenmalige kosten, zoals compliancekosten. De onderliggende kosten/batenverhouding verbeterde van 59,8% in 2005 naar 58,6% in 2006. De netto-vrijval uit de voorzieningen voor debiteurenverliezen lag in 2006 licht lager op EUR 121 miljoen ten opzichte van de EUR 127 miljoen in 2005. De kwaliteit van de kredietportefeuille is nog steeds goed, al was in het vierde kwartaal van 2006 sprake van een netto toevoeging van EUR 20 miljoen na zeven kwartalen van netto-vrijval op rij. Dit omdat de vrijval uit vroegere voorzieningen afneemt. Per saldo was de netto-vrijval in 2006 gelijk aan zeven basispunten van de gemiddelde naar kredietrisico gewogen activa, gelijk aan 2005. Het onderliggende naar risico gewogen rendement op kapitaal (RAROC) van Wholesale Banking verbeterde van 17,3% in 2005 tot 20,6% in 2006. Dit dankzij hogere rendementen bij ING Real Estate en een verlaging van het economische kapitaal met EUR 184 miljoen naar EUR 8,1 miljard. De onderliggende RAROC voor belastingen van de wholesale-bankingactiviteiten in Nederland daalde naar 17,7% door een lager rendement bij Financial Markets. In België was daarentegen sprake van een rendementsverbetering tot 28,0%. De RAROC voor belastingen in de rest van de wereld verbeterde van 14,5% tot 16,7%. De waarde van de portefeuille van ING Real Estate, ‘s werelds grootste vastgoedvermogensbeheerder gemeten naar beheerd vermogen, steeg met 29,8% tot EUR 90,7 miljard. Dit is te danken aan de sterke vraag van beleggers naar vastgoedfondsen en aan de overname van Summit Real Estate Investment Trust in Canada. De onderliggende winst voor belastingen van ING Real Estate kwam 81% hoger uit op EUR 631 miljoen. Het onderdeel Development noteerde een winst van EUR 112 miljoen na een verlies van EUR 124 miljoen vorig jaar. De ommekeer hing voor een deel samen met de verkoop van ontwikkelingsprojecten in Nederland, de Verenigde Staten en Spanje. Winst voor belastingen uit het onderdeel Investment Management lag 57,5% hoger op EUR 137 miljoen. De RAROC voor belastingen van ING Real Estate schoot omhoog van 27,5% in 2005 naar 58,6% in 2006. Voor meer informatie over de activiteiten van ING Real Estate, zie het hoofdstuk over Vermogensbeheer op pagina 46. HOOFDPUNTEN ING verzorgt wholesale-bankingdiensten via een netwerk dat ruim 40 landen omspant. In Nederland en België biedt ING bedrijven en instellingen een compleet productenpakket, variërend van liquiditeitenbeheer tot overnamefinanciering. ING heeft verder een uitgebreid klantenbestand in andere Europese landen, met name in Polen en Roemenië. In de andere landen waarin Wholesale Banking actief is, hanteert ING een selectievere klant- en productbenadering. In 2006 is Wholesale Banking doorgegaan met het versterken van de klantrelaties, het beheersen van de kosten en optimalisatie van de kapitaalallocatie teneinde beter te renderen in een sterk competitieve markt. De nadruk ligt op winstgevende groei uit activiteiten met hoge toegevoegde waarde, zoals Structured Finance, Financial Markets, Leasing and Factoring, Payments and Cash Management, en ING Real Estate. De groei van risicogewogen activa werd daarentegen beperkt, met name bij General Lending, waar de marges onder druk staan. Intensiveren van klantrelaties Het jaar 2006 werd gekenmerkt door verdere ontwikkelingen in de twee jaar geleden ingezette verschuiving naar een meer klantgerichte aanpak. De nadruk ligt op het aanbieden van oplossingsgerichte producten, zoals Structured Finance en andere producten met hoge toegevoegde waarde. Uit de verbeterde uitkomsten van de jaarlijkse klanttevredenheidsonderzoeken blijkt dat klanten de accentverschuiving positief beoordelen. Het afgelopen jaar is de klantbenadering verder verbeterd en vereenvoudigd waarbij de prioriteit is gelegd bij een aantal belangrijke klanten. Hiertoe zijn extra middelen ingezet, waaronder een team van zeer ervaren bankiers. Daarnaast is een internationaal financieringsteam opgericht dat klanten adviseert en complexe transacties coördineert. Middelgrote ondernemingen blijven eveneens zeer belangrijk voor ING: wij onderhouden sterke banden met hen via de netwerken die ING in Nederland en België, alsmede in Roemenië en Polen heeft opgebouwd. Zo bedienen wij in Roemenië, waar wij als eerste buitenlandse bank een full-service kantoor hebben geopend, inmiddels driekwart van de multinationals die in dat land actief zijn. Ter ondersteuning van het opzetten en verder ontwikkelen van activiteiten heeft Wholesale Banking ook in 2006 weer een forse stap gezet naar het opereren onder één merk met de belangrijke merkwaarden leiderschap door kennis, fungeren als vertrouwde adviseur en een vlekkeloze uitvoering. De wereldwijde uitrol van één ING-merk is een andere belangrijke manier om sterke klantrelaties op te bouwen en te onderhouden. ING Groep Jaarverslag 2006 35 1.2 Onze resultaten Wholesale Banking vervolg Spraakmakende transacties ING heeft in 2006 een aantal grote transacties afgerond die een goede indruk geven van ons brede productaanbod en geografische bereik. Zo adviseerde Wholesale Banking een consortium van private-equitybeleggers en verzorgde de financiering van hun bod op alle uitstaande aandelen van VNU, een wereldwijd informatie- en mediaconcern. Samen met andere financiële instellingen faciliteerde ING een termijnlening van EUR 4,1 miljard, in combinatie met een doorlopende kredietfaciliteit van EUR 540 miljoen en obligaties ter waarde van EUR 1,3 miljard die werden overtekend tijdens het syndicatieproces. Met een totale waarde van circa EUR 9 miljard was de deal daarmee de grootste ‘public to private’-transactie in Nederland. ING adviseerde verder InBev SA, naar volume gemeten de grootste bierproducent ter wereld, over de volledige overname van Fujian Sedrin Brewery Company, een van de meest winstgevende brouwerijen van China. De in het Belgische Leuven gevestigde brouwerij nam ING in de arm als enige financiële adviseur voor het bod ter waarde van RMB 5.886 miljoen (EUR 614 miljoen). De transactie toont de kracht aan van ING als adviseur bij fusies en overnames en bestendigt de toch al sterke relatie met InBev. Dit was de vijfde transactie van InBev in China in drie jaar. In alle gevallen verzorgde ING de advisering en de brugfinanciering. ING fungeerde tevens als adviseur voor de private-equityfirma’s Cinven en Warburg Pincus bij de oprichting van de grootste kabelexploitant in Nederland. Niet alleen zorgde ING voor de financiering van EUR 4,35 miljard maar heeft zij het consortium tevens geholpen Casema en Essent Kabelcom te verwerven in een vrijwel gelijktijdige verkoop bij opbod. In een andere transactie stond ING een consortium bij onder leiding van de Telegraaf Media Groep NV inzake de aankoop van Sky Radio Ltd., dat radiozenders in Nederland en Duitsland exploiteert. Sky Radio werd uiteindelijk voor EUR 190 miljoen overgenomen van News Corporation. Behalve voor de advisering, zorgde ING ook voor de financiering en fungeerde daarnaast als ‘sole underwriter’. De transacties zijn een duidelijk bewijs van onze goede cross-sellingstrategie. Investeren in groei ING heeft een herallocatie van kapitaal doorgevoerd en volgt thans een selectief investeringsbeleid teneinde de inkomstenbasis te verstevigen en uit te bouwen. Bij een aantal bedrijfsonderdelen met achterblijvende resultaten is kapitaal vrijgemaakt. Wholesale Banking blijft daarnaast investeren in de bestaande kernproducten en in nieuwe producten die aan de behoeften van de klanten voldoen en bijdragen aan de toekomstige groei. Bij Structured Finance is bijvoorbeeld een aantal initiatieven ontwikkeld voor een betere positionering van de activiteiten die de meeste waarde creëren. Wholesale Banking heeft alle activiteiten op het gebied van documentair betalingsverkeer, kredieten, incasso en handelsfaciliteiten samengevoegd in één internationale organisatie, Trade Financial Services. 36 ING Groep Jaarverslag 2006 ING is tevens begonnen met de handel in secundaire leningen. Deze activiteit is gericht op de handel in en het optreden als marketmaker voor transacties die mede door ING naar de markt zijn gebracht, via de syndicaatmarkt of in een gedeelde verantwoordelijkheid met anderen. Verder waren wij ook in 2006 weer een toonaangevende speler in leveraged finance, waarmee ondernemingen extra schulden op zich nemen, en gaan daar ook in de toekomst mee door, waarbij we de risico’s goed bewaken. Aan de vooravond van de invoering van de Single Euro Payments Area (SEPA) per 1 januari 2008 blijft ING investeren in betalingsverkeer en liquiditeitsbeheer. SEPA zorgt voor één standaard voor Europa en biedt nieuwe marktkansen. ING heeft belangrijke investeringen gedaan in de standaardisering van de betalingsstructuur, de scholing van medewerkers en de vroegtijdige informatievoorziening aan klanten. Ook in de Europese markt voor betalingsverkeer willen wij een speler van formaat blijven. ING Lease heeft haar Europese positie versterkt met de verwerving van Appleyard Vehicle Contracts in het Verenigd Koninkrijk en met Autoplan in Frankrijk. In autolease behoort ING hiermee tot de Europese top vijf van aanbieders die niet gebonden zijn aan een autofabrikant. Daarnaast is ING als onderdeel van de groeistrategie voor Centraal-Europa gestart met factoring in Polen en Roemenië. ING Real Estate Voor ING Real Estate was ook 2006 weer een goed jaar. De snelle groei was met name te danken aan de instroom van gelden van externe klanten en de sterke verbetering van de ontwikkelingsactiviteiten. Voor het derde achtereenvolgende jaar stond de organisatie bovenaan de internationale ranglijst van vermogensbeheerders in vastgoed. De grootste transactie van het jaar was de overname van het Canadese Summit Real Estate Investment Trust, waarmee het beheerd vermogen met EUR 2,4 miljard toenam. Wholesale Banking en ING Real Estate hebben samen ING Real Estate Capital Advisors opgericht met als doel met vastgoed samenhangende bankdiensten te gaan verzorgen voor onze institutionele en zakelijke klanten. Voor meer informatie, zie het hoofdstuk Vermogensbeheer op pagina 46. Wet- en regelgeving en compliance ING speelt in op veranderingen in toezicht en wetgeving. Wholesale Banking boekte binnen alle regio’s goede voortgang met de implementatie van het nieuwe compliancebeleid. De compliance-organisatie is verder versterkt om ervoor te zorgen dat we kunnen blijven concurreren en om onze klanten te laten zien dat wij ons aan de hoogst mogelijke compliancenormen houden. De nadruk lag daarbij vooral op de voorbereidingen op Basel II (het herziene Kapitaalakkoord) en op de als MiFID bekend staande Europese richtlijn Markets in Financial Instruments Directive. Ook aan de ‘due diligence’ van klanten hebben wij uitgebreid aandacht besteed. Dit alles omdat wij in al onze activiteiten willen voldoen aan de hoogste normen en onze uitstekende reputatie willen behouden. Een andere prioriteit was de integratie van financiële en risicogegevens. Dankzij een gecombineerde inspanning van de functies Risicobeheer, Financiën en Informatietechnologie hebben wij een aanzienlijk bedrag aan economisch kapitaal kunnen vrijmaken. Daarnaast is hard gewerkt aan kostenreductie door efficiencyverbeteringen in de operationele en IT-activiteiten, waaronder de succesvolle outsourcing van de Britse verrekeningsen afwikkelingsactiviteiten. Hierdoor zijn de kosten voor ontwikkeling en beheer gedaald. Maximale waardecreatie ING wil voor haar aandeelhouders waarde creëren door zich te richten op uitvoering en winstgevende groei. Met het ‘managing for value’-initiatief richten alle divisies zich op het creëren en meten van waarde. Binnen Wholesale Banking is in 2004 het Target Operating Model (TOM) geïntroduceerd als een van de belangrijke instrumenten voor waardecreatie. Met TOM worden doelstellingen gepaard aan toekomstige groei, optimalisatie van kapitaal en verbetering van de efficiëntie. Het model heeft gezorgd voor een ommekeer van de prestaties van ons internationale netwerk van activiteiten en voor een hernieuwde focus van veel bedrijfsonderdelen op meer winstgevende groei. CONCLUSIES EN AMBITIES Hoewel de omstandigheden in 2006 wederom niet makkelijk waren, heeft Wholesale Banking het jaar toch opnieuw winstgevend kunnen afsluiten. Dit goede resultaat was voor een groot deel te danken aan onze scherpe klantfocus. Wij blijven bouwen aan een bedrijf dat is gebaseerd op goede klantrelaties, zijn alert op het benutten van cross-sellingkansen en blijven scherp letten op de kosten. Hierdoor is de focus van de divisie verschoven naar nieuwe, meer winstgevende prioriteiten. Dit heeft inmiddels al goede financiële resultaten opgeleverd. ING Real Estate blijft daarnaast profiteren van een snelle expansie. Verder zijn prioriteiten in kaart gebracht die de ontwikkeling en groei van ING ten goede komen en zorgen voor een voorsprong in een markt die zich kenmerkt door een steeds heviger concurrentie. De focus op klantrelaties zal nog verder worden aangescherpt om te zorgen dat wij onze middelen en aandacht richten op de meest kansrijke producten, diensten en transacties die de beste rendementen opleveren. Met onze investeringen sturen wij onverminderd op winstgevende groei, werken wij continu aan de verbetering van onze ondersteunende functies, met name compliance en risicobeheer, en streven wij naar nieuwe manieren om waardecreatie te maximaliseren. ING Groep Jaarverslag 2006 37 1.2 Onze resultaten Retail Banking Leidende positie handhaven Kernpunten • Nadruk op eenvoud, klanttevredenheid en kostenbeheersing beloond • Voldoen aan de behoeften van de klant met nieuwe producten en diensten • ING Private Banking bouwt voort op succes, vooral in België en Azië • Compliance-organisatie versterkt Winst- en verliesrekening (onderliggend) In 2006 heeft ING Retail Banking goede resultaten behaald, ondanks afvlakkende rentecurves en lagere rentes. Dit is te danken aan initiatieven op het gebied van productontwikkeling, directe distributie, kostenbeheersing en procesverbetering. ING Retail Banking neemt in de Benelux een vooraanstaande positie in op de aantrekkelijke markt van vermogensopbouw en is goed gepositioneerd in de belangrijkste opkomende markten van Centraal-Europa en Azië. Daar zet zij haar vaardigheden en talenten in om de investeringen in groei te ondersteunen. Het zwaartepunt ligt vooral bij vereenvoudiging van producten en processen, klanttevredenheid en kostenbeheersing, elementen die onmisbaar zijn voor een duurzame, winstgevende groei. FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN in miljoenen euro’s Totale baten Bedrijfslasten Toevoeging aan voorzieningen voor debiteurenverliezen Onderliggende winst voor belastingen Totale winst voor belastingen* 2006 2005 mutatie 6.002 3.930 5.734 3.829 4,7% 2,6% 140 1.932 1.932 90 1.815 1.877 6,4% 2,9% * Totale winst voor belastingen is de winst voor belastingen inclusief desinvesteringen en bijzondere posten. Kerncijfers Onderliggende RAROC na belastingen Onderliggend economisch kapitaal (in miljarden euro’s) 2006 2005 32,5% 34,1% 4,1 3,4 19% 81% De toevoeging aan de voorziening voor debiteurenverliezen steeg van EUR 90 miljoen in 2005 tot EUR 140 miljoen in 2006. Dit is toe te schrijven aan de lagere vrijval buiten Nederland en een herijking van de parameters voor voorzieningen voor debiteurenverliezen. De toevoeging steeg van 11 basispunten in 2005 naar 15 basispunten van de gemiddelde naar kredietrisico gewogen activa. 1.932 8.026 Samenstelling onderliggende winst voor belastingen in miljoenen euro’s 2006 Nederland 1.410 België 478 Polen 49 Bedrijfsonderdelen in overige landen* –5 Totaal 1.932 * Met name ING Vysya Bank, Private Banking overige landen en belang in Kookmin Bank en Bank of Beijing. 38 ING Groep Jaarverslag 2006 De onderliggende baten waren 4,7% hoger dankzij sterke groei van bijna alle producten, hogere vergoedingen bij vermogensbeheer en een winst uit de verkoop van het belang in het Belgische Banksys. Dit werd gedeeltelijk tenietgedaan door de afvlakkende rentecurves en de aanhoudende lage rente, waardoor het rendement op beleggingen onder druk kwam te staan, en door een herrubricering van kosten van betalingsverkeer van bedrijfslasten naar provisielasten betalingsverkeer. De kosten bleven in 2006 goed onder controle. De onderliggende bedrijfslasten stegen met 2,6% tot EUR 3.930 miljoen ondanks de uitgaven op het gebied van compliance, die uitkwamen op EUR 85 miljoen, en verdere investeringen in Polen, India en Roemenië. De onderliggende kosten/batenverhouding verbeterde van 66,8% tot 65,5%. ONDERLIGGENDE WINST VOOR BELASTINGEN in miljoenen euro’s Retail Banking Overig ING De onderliggende winst voor belastingen van Retail Banking steeg met 6,4% tot EUR 1.932 miljoen, dankzij een sterke groei bij het merendeel van de producten, hoewel het effect van de afvlakkende rentecurves de winst weer deels afzwakte. De totale winst voor belastingen steeg met 2,9%, omdat de totale winst in 2005 mede bestond uit een bate van EUR 62 miljoen uit de verkoop van een belang van 12,8% in ING Bank Slaski in Polen. Het onderliggende naar risico gewogen rendement op kapitaal (RAROC) na belastingen nam enigszins af, van 34,1% in 2005 naar 32,5% in 2006, vooral door een verfijning van de modellen. De onderliggende RAROC-cijfers voor belastingen waren in Nederland en België wederom sterk, respectievelijk 65,9% en 60,5%, terwijl in Polen een sprong werd gemaakt van 6,7% naar 22,5% dankzij een stijging van het economische resultaat. In de overige landen namen de RAROC-cijfers voor belastingen af van 3,0% naar –2,3%. Dit is toe te schrijven aan een voorziening voor juridische kwesties en investeringen in uitbreiding bij ING Vysya Bank, in combinatie met een stijging van het economisch kapitaal. Ontwikkelingen per land In Nederland steeg de onderliggende winst voor belastingen bij Retail Banking met 1,7% tot EUR 1.410 miljoen. De volumegroei die bij het merendeel van de producten werd gerealiseerd, werd grotendeels tenietgedaan door de gevolgen van de afvlakkende rentecurve en de hoge kosten die in 2006 gemoeid waren met compliance. De portefeuille woninghypotheken in Nederland nam met 8,5% toe tot EUR 99,3 miljard. De bedrijfslasten stegen met 1,3% doordat de kosten van compliance (EUR 85 miljoen) en de vrijval uit de voorzieningen voor personeel in beide jaren voor een belangrijk deel werden gecompenseerd door lagere pensioenlasten en de herrubricering van kosten betalingsverkeer naar provisielasten. De risicokosten daalden licht, van 18 basispunten van de naar kredietrisico gewogen activa naar 17 basispunten. In België steeg de onderliggende winst voor belastingen met 41,8% tot EUR 478 miljoen, vooral als gevolg van een stijging van de baten met 9,7% en een daling van de lasten met 2,6%. Dit werd deels tenietgedaan door een stijging van de risicokosten met EUR 26 miljoen als gevolg van een lagere vrijval. Naast de verkoopwinst van EUR 44 miljoen op Banksys is de batenstijging vooral toe te schrijven aan hogere volumes en toegenomen vergoedingen uit het effecten- en assurantiebedrijf en uit vermogensbeheer, afgezwakt door de afvlakkende rentecurve en hogere cliëntrentes op spaartegoeden. De bedrijfslasten daalden met 2,6% dankzij de herrubricering van kosten betalingsverkeer en enkele kleine desinvesteringen in 2005. De risicokosten stegen van een netto-vrijval van 8 basispunten van de gemiddelde naar kredietrisico gewogen activa in 2005 naar een netto-toevoeging van 8 basispunten in 2006. In 2006 behaalde ING Bank Slaski een groei, in lokale valuta, bij hypotheken, spaartegoeden en rekeningen-courant. Verder was er sprake van een sterke stijging van de verkoop van beleggingsfondsen. De totale onderliggende baten stegen met 20,4%. Dit werd gedeeltelijk tenietgedaan door een lastenstijging van 12,7%, onder andere wegens investeringen in het kantorennet en een daling van de vrijval uit de voorzieningen voor debiteurenverliezen. Op de overige retail-bankingactiviteiten werd een onderliggend verlies voor belastingen gerapporteerd van EUR 5 miljoen, tegenover een winst van EUR 50 miljoen in 2005. Dit was het gevolg van de vorming van een voorziening voor juridische kwesties, hogere aanloopverliezen in Roemenië en lagere resultaten in India, maar werd gedeeltelijk gecompenseerd door de hogere resultaten van ING Private Banking in Azië. ING Private Banking maakte ook in 2006 weer een snelle groei door en profiteerde van de wereldwijd groeiende vermogensopbouw door particulieren en de toenemende vraag naar diensten op het gebied van private banking. Het beheerd vermogen groeide met 16,8% tot EUR 59,2 miljard, terwijl de onderliggende winst voor belastingen, die is opgenomen in de regionale resultaten, met 15,8% steeg tot EUR 242 miljoen. De sterke groei van 2006 werd vooral gegenereerd door België en Azië. HOOFDPUNTEN De Benelux vormt voor ING een aantrekkelijke thuismarkt vanwege de sterke vermogensopbouw. Hier richten wij ons op groei in enkele specifieke marktsegmenten onder handhaving van hoge rendementen en kostenbeheersing. Onze vooraanstaande positie in deze regio op de markt voor financiële dienstverlening aan particulieren – met een marktaandeel van 20% in spaarrekeningen, beleggingsfondsen en hypotheken samen – hebben we bereikt door een combinatie van het vereenvoudigen van producten en processen, klanttevredenheid en kostenbeheersing. Vereenvoudiging van processen en voldoen aan de behoeften van de klant op de thuismarkt Nederland In Nederland spande de Postbank zich in om processen te vereenvoudigen en om aan de behoeften van de klant te voldoen. Internetbankieren is daarvan een goed voorbeeld: met 2,7 miljoen internetklanten en bijna een miljoen internetbezoekers per dag is de Postbank de grootste internetbank van Nederland. De Postbanksite is de op drie na meest bezochte site in Nederland. In 2006 steeg de verkoop via internet met 30%, zodat nu bijna de helft van de verkoop (exclusief hypotheken) van de Postbank via internet gaat. Met de introductie van een aantal innovatieve producten werd de dienstverlening aan de klant verder verbeterd. Een voorbeeld hiervan is de Voordeelhypotheek. Dit is een vereenvoudigd hypotheekproduct dat tegen zeer concurrerende tarieven wordt aangeboden. Vooral dankzij dit product bleef de Postbank goede rendementen halen en wist zij nieuwe klanten aan te trekken op de zeer competitieve hypotheekmarkt. De Postbank heeft de dienstverlening aan haar klanten eveneens verbeterd met de start van een nieuwe formule: de Postbank Winkel. De eerste winkel ging in november 2006 open. Hier kunnen klanten persoonlijk advies en hulp krijgen en tevens onlinebankieren. Voor de komende jaren zijn er plannen om in de grotere steden meerdere Postbank Winkels op te zetten met ruime openingstijden. Een bij uitstek klantgericht initiatief is de introductie van het loyaliteitsprogramma Rentepunten – een spaarsysteem voor korting op artikelen uit de internetwinkel. Dit initiatief heeft bijgedragen aan de stijging van het marktaandeel van de Postbank in spaarrekeningen. Daarnaast is de Postbank een taxatie- en makelaarsservice gestart. Hiermee kunnen klanten tegen de beste prijs de aankoop van een woning volledig via één loket regelen. In december 2006 introduceerde de Postbank een innovatief beleggingsproduct, Samen Beleggen, waarmee klanten iedere maand via internet professionele beleggingsadviezen kunnen krijgen. ING Groep Jaarverslag 2006 39 1.2 Onze resultaten Retail Banking vervolg Al deze inspanningen hebben hun vruchten afgeworpen: de Postbank scoorde op de Nederlandse markt wederom de hoogste klanttevredenheid en uit een ander grootschalig onderzoek, gehouden door TNS NIPO, een bureau voor marktonderzoek in de Benelux, kwam de Postbank naar voren als de beste bank in Nederland wat betreft betrouwbaarheid en kwaliteit. Tot de vele toegekende prijzen behoren de prijs voor Nationale Thuiswinkel, voor de tweede maal op rij, en een prijs voor de originele reclamecampagnes van de Postbank. Ook ING Bank heeft zich gericht op het verbeteren van de klanttevredenheid. Voorbeeld is onder meer de opening van een callcenter voor private-bankingklanten voor persoonlijke financiële adviezen. In 2006 heeft ING Bank haar kantorennet verder uitgebreid met nieuwe franchisekantoren waar specialisten klanten persoonlijke adviezen geven. Zij kunnen klanten ook thuis bezoeken. We hebben verder onze klantgerichtheid in het middenen kleinbedrijf verbeterd met diensten als de Startersscan. Deze omvat adviezen en producten voor het MKB die zijn toegesneden op de ontwikkelingsfase waarin een bedrijf zich bevindt. De verkoopcijfers zijn verbeterd door de invoering van ‘Small Business Facilities’ (SBF), een vereenvoudigd systeem voor snelle fiattering van kredietaanvragen waardoor de verkoop doelmatiger verloopt. Ook de Postbank gebruikt dit model, dat eveneens in België zal worden geïntroduceerd. Dankzij SBF zijn de leningen van de Postbank aan kleine ondernemingen in de afgelopen drie jaar verzesvoudigd en kwamen deze eind 2006 uit op een totaal van EUR 765 miljoen. ING Bank is erin geslaagd de klantenbinding te versterken via het Plusprogramma, waarmee klanten worden beloond voor de aanschaf van meerdere ING Bank-producten. In 2006 is ING gestart met een onderzoek naar de strategische positionering van ING Retail Banking in Nederland. Dit zal naar verwachting in de loop van 2007 worden afgerond. België In België behoort ING met ING Belgium en Record Bank tot de belangrijkste marktpartijen. In 2006 richtte Record Bank zich op de verdere integratie van het in 2005 verworven Eural Bank. Record Bank is thans de op twee na grootste spaarbank van België. ING boekte ook in 2006 opnieuw veel succes met het aantrekken van nieuwe klanten in België. Meer dan 50.000 nieuwe particuliere en zakelijke klanten werden aan het klantenbestand van ING België toegevoegd. Het aantal gebruikers van de elektronische Home’Bank steeg ook weer fors. Op dit moment maakt 50% van de klanten in België gebruik van deze internetbankservice. Het geautomatiseerde kantorennet, Self’Bank, ging gestaag door met het installeren van nieuwe geldautomaten. Hiermee kunnen eurobankbiljetten worden gestort en geteld en onmiddellijk op de rekening worden bijgeschreven. De vereenvoudiging van de producten, processen en verkoop levert kostenbesparingen op. Overige initiatieven gericht op kostenbeheersing zijn de uitbreiding van het aantal kleine, flexibele 40 ING Groep Jaarverslag 2006 kantoren en het terugbrengen van het aantal kaskantoren. Evenals in Nederland behoort het verbeteren van de klanttevredenheid tot de prioriteiten. Klanttevredenheid wordt proactief gemeten en opgevolgd door telefonische vragen over kwaliteit en dienstverlening. Verbeteren van de kostenefficiëntie en kwaliteit In 2006 werden met verschillende bedrijven drie belangrijke contracten afgesloten voor de uitbesteding van activiteiten in Nederland, België en Polen. Deze contracten vertegenwoordigen een gezamenlijke waarde van EUR 1,3 miljard en hebben betrekking op ongeveer 1.500 medewerkers. De uitbestede activiteiten betreffen de levering van IT-onderhoudsdiensten en testwerkzaamheden, het verwerken van bank- en verzekeringsdocumentatie en de levering, onderhoud en ondersteuning van pc’s en telefoontoestellen voor personeel. De uitbestedingscontracten maken deel uit van het efficiëntieprogramma van Operations & IT dat in november 2005 werd aangekondigd. Naast de verbetering van kostenefficiëntie, besteedt ING tevens activiteiten uit die op een kwalitatief hoger peil kunnen worden uitgevoerd door andere bedrijven. Het efficiëntieprogramma zal naar verwachting vanaf 2008 een besparing van ongeveer EUR 230 miljoen per jaar opleveren, vooral bij Retail Banking. Compliance Op grond van een overeenkomst met DNB omtrent het voldoen aan de Wet Identificatie Dienstverlening was ING verplicht om voor eind 2006 80% van de particuliere klanten van ING Bank en Postbank te identificeren en te registreren. Bij dit project waren ongeveer 7,8 miljoen particuliere klanten van ING Bank en Postbank betrokken. Als speciale dienst voor bejaarde en invalide klanten zette ING 25 ambulante teams in om klanten thuis bezoeken. Eind 2006 was respectievelijk 85% van de particuliere klanten van ING Bank en 80% van de Postbank geregistreerd. Volmachthouders, wettige vertegenwoordigers en een belangrijk deel van de kleinzakelijke klanten worden in 2007 geregistreerd. Goed gepositioneerd in opkomende markten ING Retail Banking is actief in de belangrijkste markten in CentraalEuropa (Roemenië en Polen) en in Azië (China en India) en is daar goed gepositioneerd om verder te kunnen groeien. We richten ons op de genoemde markten omdat zij in de respectievelijke regio’s de grootste zijn. In Polen investeert ING Bank Slaski in groei door het opvoeren van de marketinginspanningen en het uitbreiden en moderniseren van het distributienetwerk. Zo werd in 2006 een aantal franchise Self’Banks geopend. Dit zijn zelfbedieningskantoren waar klanten al hun dagelijkse bankzaken kunnen regelen. In 2006 had ING Bank Slaski een marktaandeel van 8,9% in particuliere deposito’s, waarmee zij op de Poolse markt de derde plaats inneemt, 1,9% in particuliere leningen, 5,7% in beleggingsfondsen en 10,6% in effecten. Het beperkte marktaandeel in particuliere leningen is toe te schrijven aan ons terughoudende beleid bij het verstrekken van hypotheken in buitenlandse valuta. De klantgerichte aanpak van ING Bank Slaski kreeg een aantal prijzen waaronder die van ‘Beste bank voor particuliere klanten’ van Forbes Magazine in Polen. De Gold VISA-card van ING Bank Slaski werd door het dagblad Gazeta Wyborcza geprezen als de meest prestigieuze creditcard van Polen. Daarnaast won ING Bank Slaski prijzen voor reclame en marketing met haar creatieve ideeën en reclamecampagnes. De zelfbedieningsbank die in 2004 in Roemenië werd geïntroduceerd, blijkt steeds succesvoller te zijn. Eind 2006 had ING Roemenië een marktaandeel van 5% in particuliere deposito’s en een kantorennet voor retailbanking van 110 Self’Banks, waarmee 274.000 klanten worden bediend. In India vormt ons belang van 44% in ING Vysya Bank een goede uitgangspositie op een markt met een enorm groeipotentieel. Het kantorennet van ING Vysya Bank is in 2006 uitgebreid met vijf nieuwe kantoren, terwijl 16 kasbalies werden omgebouwd tot volledige bankkantoren. Het totale particuliere klantenbestand bereikte een omvang van 1,5 miljoen. ING Vysya Bank is als eerste in India gestart met zelfbedieningsbanken en opende in 2006 11 Self’Banks als onderdeel van het nieuwe netwerk van 28 geldautomaten. ING heeft een belang van 19,9% in Bank of Beijing (BoB), de op een na grootste commerciële stadsbank van China. Als onderdeel van deze strategische alliantie zal ING de BoB ondersteunen bij het ontwikkelen van goed ondernemingsbestuur, risicobeheer en retailactiviteiten. De samenwerking wordt steeds hechter. Twee bestuursleden van de BoB zijn afkomstig van ING en in december 2006 bracht een delegatie van de BoB onder leiding van haar bestuursvoorzitter een bezoek aan ING in Amsterdam in het kader van het delen van ‘best practices’ van bankactiviteiten. ING PRIVATE BANKING ING Private Banking maakte ook in 2006 weer een snelle groei door. Zij kon profiteren van de aanhoudende groei van particuliere vermogens wereldwijd en de daaruit voortvloeiende groeiende behoefte aan diensten op het gebied van private banking. Het beheerd vermogen groeide met 16,8% tot EUR 59,2 miljard, terwijl de winst voor belastingen met 15,8% steeg tot EUR 242 miljoen. De sterke groei in 2006 werd voornamelijk in België en Azië gerealiseerd. Uit een recent door McKinsey gehouden onderzoek naar private banking bleek dat, vergeleken met de rest van Europa, de markt voor private banking in België tussen 2003 en 2005 een sterke groei heeft doorgemaakt. In België nam het beheerd vermogen van ING Private Banking met EUR 1,5 miljard toe tot EUR 13,0 miljard. In Azië groeide het beheerd vermogen met EUR 2,0 miljard tot EUR 10,1 miljard. marktaandeel van concurrenten te winnen. De private-bankingactiviteiten van ING in Zwitserland bleken veerkrachtig te zijn en konden uitgebreid worden naar Rusland, Centraal- en OostEuropa, het Midden-Oosten en Latijns-Amerika, waar ze vooral gericht zijn op Mexico en Brazilië. Het rendement op het vermogen werd in Luxemburg verder verbeterd, evenals de winstgevendheid. In de afgelopen vijf jaar groeide het beheerd vermogen van Private Banking in Azië met 34% per jaar. ING Private Banking heeft in Azië een sterke reputatie op het gebied van adviesdiensten en is goed gepositioneerd om te kunnen profiteren van de kansen in deze regio. Bij een onderzoek naar vermogensbeheer door Asiamoney in 2006, kwam ING Asia Private Banking naar voren als een van de vijf beste spelers op de markt voor vermogens van USD 5 tot 10 miljoen. CONCLUSIES EN AMBITIES Belangrijke trends voor retailbanking zijn vereenvoudiging, transparantie en een goede prijs/kwaliteitsverhouding. In 2006 heeft ING Retail Banking zeer goed op deze trends kunnen inspelen en slaagde zij erin haar producten, diensten en kanalen te vereenvoudigen, en tevens de kosten te verlagen. ING Retail Banking heeft een zeer sterke positie in Nederland en is goed gepositioneerd in België. In Oost-Europa is Retail Banking actief in Polen en Roemenië; in Azië werkt Retail Banking aan de snelle uitbreiding van haar franchisekantorennet, dankzij het belang in ING Vysya Bank (India) en het belang in Bank of Beijing (China). Onze strategie is in 2006 succesvol geweest en we zullen ons blijven richten op vereenvoudiging, klantgerichtheid en kostenbeheersing binnen onze volwassen thuismarkten. De bedrijfsmodellen waarmee we op de volwassen markten successen boeken, zullen we in de opkomende landen toepassen. Onze ambitie voor 2007 is om op de volwassen markten duurzaam en winstgevend te blijven groeien en ons marktaandeel en de winst in de opkomende landen uit te breiden. Veel aandacht is besteed aan compliance. Niettemin zullen in 2007 verdere inspanningen nodig zijn om het nieuwe compliancebeleid volledig in de organisatie te verankeren. Het private-bankingnetwerk breidt zich sterk uit. ING Private Banking wil in de komende drie jaar haar capaciteit uitbreiden door wereldwijd 250 nieuwe klantenadviseurs te werven, met name in nieuwe en opkomende markten. In India en China gaat ING Private Banking in samenwerking met ING Vysya Bank en Bank of Beijing lokale activiteiten opzetten. Europa vormt voor ING nog steeds de grootste markt voor private banking, waarbij het vermogen vooral geconcentreerd is in Nederland, België, Luxemburg en Zwitserland. In zowel Nederland als België kon ING Private Banking gebruik maken van de bestaande distributiekanalen van ING voor particuliere en zakelijke klanten. Hierdoor kon zij de mogelijkheden voor cross-selling verbeteren en in deze volwassen markten een relatief sterke groei realiseren. ING Private Banking is in België de op een na grootste private bank. België slaagde erin tijdens de fiscale amnestie ING Groep Jaarverslag 2006 41 1.2 Onze resultaten ING Direct Aan kop in vernieuwing van directbankieren Kernpunten In 2006 realiseerde ING Direct een verdere toename in woninghypotheken, aantal klanten, toevertrouwde middelen en winst. De klanttevredenheid bleef hoog en de naamsbekendheid nam verder toe, twee belangrijke factoren voor het succes van ING Direct. Deze resultaten werden bereikt in een moeilijk klimaat van stijgende korte rente, een afvlakkende rentecurve in iedere valutazone waarin ING Direct actief is, en toegenomen concurrentie. ING Direct bleef waarde voor haar klanten creëren door een passend assortiment van eenvoudige en transparante bankproducten te bieden, evenals uitstekende dienstverlening via directe kanalen. • Solide winst in moeilijk renteklimaat • Bijna drie miljoen nieuwe klanten, totaal 17,5 miljoen klanten wereldwijd • Record hypotheekproductie van EUR 20 miljard • Verdere toename naamsbekendheid en klanttevredenheid Winst- en verliesrekening* (onderliggend) in miljoenen euro’s Totale baten Bedrijfslasten Toevoegingen aan voorzieningen voor debiteurenverliezen Onderliggende winst voor belastingen Totale winst voor belastingen** FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN 2006 2005 mutatie 2.396 1.598 2.119 1.396 13,1% 14,5% 81 717 694 106 617 617 16,2% 12,5% * Inclusief ING Card. ** Totale winst voor belastingen is de winst voor belastingen inclusief desinvesteringen en bijzondere posten. Kerncijfers Onderliggende RAROC na belastingen Onderliggend economisch kapitaal (in miljarden euro’s) 2006 2005 11,6% 14,9% 3,4 3,1 ONDERLIGGENDE WINST VOOR BELASTINGEN in miljoenen euro’s ING Direct Overig ING 7% 93% 717 9.241 Onderliggende winst voor belastingen (inclusief ING Card) in miljoenen euro’s Canada (1997) Spanje (1999) Australië (1999) Frankrijk (2000) Verenigde Staten (2000) Italië (2001) Duitsland* (2002) Verenigd Koninkrijk (2003) Subtotaal ING Direct ING Card Totaal * Inclusief Oostenrijk. 42 ING Groep Jaarverslag 2006 2006 2005 mutatie 62 55 86 34 85 43 339 19 723 –6 717 73 50 80 25 156 29 254 –34 633 –16 617 –15,1% 10,0% 7,5% 36,0% –45,5% 48,3% 33,5% 14,2% 16,2% ING Direct realiseerde in 2006 een sterke groei van de onderliggende winst voor belastingen. Deze nam toe met 16,2% tot EUR 717 miljoen, vergeleken met EUR 617 miljoen in 2005. Ondanks de uitdaging van rentestijgingen in alle landen en een afvlakkende rentecurve, slaagde ING Direct erin een bevredigende rentemarge te handhaven, terwijl de commerciële groei sterk bleef. In 2006 steeg de totale winst voor belastingen met 12,5% tot EUR 694 miljoen, inclusief het verlies van EUR 23 miljoen op de verkoop van Degussa Bank eind 2006. De onderliggende totale baten stegen in 2006 met 13,1% tot EUR 2.396 miljoen, met name dankzij het 12,5% hogere renteresultaat als gevolg van de aanhoudend sterke groei van toevertrouwde middelen en hypotheken. Per saldo daalde de rentemarge in 2006 van 0,93% naar 0,89%. Dit is grotendeels te wijten aan de afvlakkende rentecurve en het strategische besluit om in alle markten concurrerende rentetarieven te handhaven. De totale bedrijfslasten stegen met 14,5% tot EUR 1.598 miljoen. Dit was het gevolg van investeringen in verband met waardecreatie van de activiteiten op de lange termijn. De onderliggende kosten/ batenverhouding steeg van 65,9% in 2005 tot 66,7% in 2006. Dit was hoofdzakelijk het gevolg van een lagere inkomstenmarge en het extra personeel dat werd aangetrokken om gelijke tred te houden met de commerciële groei, met name op het vlak van hypotheken. De operationele kosten (exclusief marketingkosten) bedroegen 0,41% van het balanstotaal, vergeleken met 0,40% in 2005, vooral als gevolg van investeringen in hypotheken. Om de sterke commerciële groei bij te kunnen houden, steeg het aantal fulltime medewerkers van 6.964 in 2005 naar 7.638. De marketinguitgaven bleven hoog en stegen met 16% teneinde de sterke groei bij zowel sparen als hypotheken te ondersteunen. De toevoeging aan de voorziening voor debiteurenverliezen daalde naar EUR 81 miljoen, 23,6% minder dan in 2005. Dit was gelijk aan 10 basispunten van de gemiddelde naar kredietrisico gewogen activa, vergeleken met 17 basispunten in 2005. Het onderliggende naar risico gewogen rendement op kapitaal na belasting (RAROC) daalde van 14,9% in 2005 naar 11,6%. Dit is deels te wijten aan hogere belastingen. Door de aanhoudend sterke groei van de activiteiten steeg het totale economische kapitaal van EUR 3,1 miljard in 2005 tot EUR 3,4 miljard. Met uitzondering van ING Direct UK, ING Direct US en ING Card voldeden alle bedrijfsonderdelen van ING Direct aan ING’s RAROCdoelstelling. ING Card ontwikkelde zich in 2006 volgens verwachting. Sinds 1 januari 2007 maakt dit bedrijfsonderdeel deel uit van ING Retail Banking voor een betere afstemming van activiteiten op de klanten. Ontwikkelingen per land De winstgroei van ING Direct is vooral toe te schrijven aan de bedrijfsonderdelen in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk (dat in het eerste kwartaal van 2006 voor het eerst winst rapporteerde), Frankrijk, Italië en Spanje. De bijstelling van de cliëntrentes in het merendeel van deze landen en de aanhoudend sterke commerciële groei speelden een belangrijke rol. In het Verenigd Koninkrijk werd ING Direct geconfronteerd met een langzamere groei in sparen, nadat haar rentetarief tot onder het officiële renteniveau van de Bank of England was gedaald. Eind 2006 verkocht ING-DiBa, het Duitse bedrijfsonderdeel van ING Direct, Degussa Bank. Dit is in lijn met de strategie om zich meer te richten op de kernactiviteit directbankieren. In 2006 steeg de onderliggende winst van ING DiBa voor belasting van EUR 254 miljoen in 2005 naar EUR 339 miljoen. Dit is exclusief het nettoverlies van EUR 23 miljoen als gevolg van de desinvestering van Degussa Bank. In de Verenigde Staten daalde de winst voor belasting van EUR 156 miljoen in 2005 naar EUR 85 miljoen en in Canada naar EUR 62 miljoen vergeleken met EUR 73 miljoen over vorig jaar. In beide gevallen was dit toe te schrijven aan een hogere rente voor de klanten, een omgekeerde rentecurve en toegenomen concurrentie. HOOFDPUNTEN Sterke commerciële prestaties ING Direct is niet alleen wereldwijd, maar ook in alle negen landen waar zij opereert marktleider in directbankieren. Gemeten naar toevertrouwde middelen door particulieren behoort zij, met uitzondering van de Verenigde Staten, in acht van deze landen ook nog tot de top 10 van banken. Hieruit blijkt dat directbankieren het grote publiek heeft bereikt en dat de omvang nog steeds toeneemt. Door slechts enkele producten in een beperkt aantal productcategorieën aan te bieden, kan ING Direct van ieder product een grote omzet behalen. Dit leidt tot operationele efficiency en winstcapaciteit. Naast een beperkt productassortiment blijft het kostenniveau laag dankzij toepassing van gestandaardiseerde, geavanceerde IT-systemen en het ontbreken van een kantorennetwerk. Mijlpalen ING Direct heeft in 2006 meerdere belangrijke mijlpalen bereikt. In het Verenigd Koninkrijk werden hypotheken aan het productassortiment toegevoegd en in de Verenigde Staten breidden de activiteiten zich uit naar Chicago en Atlanta. In de Verenigde Staten werd een nieuwe betaalrekening ingevoerd. ING-DiBa werd de grootste nieuwe hypotheekverschaffer in Duitsland. ING Direct Spanje heeft in november het productassortiment uitgebreid met vijf nieuwe pensioenproducten. Groei gebaseerd op vier basisprincipes ING Direct hanteert vier basisprincipes die bijdragen aan de sterke resultaten waarmee zij zich van andere banken onderscheidt: de dienstverlening, het gemak en de transparantie die klanten geboden wordt, de lage kostprijs en het ‘bedrijvenvloot’-concept. Dienstverlening ING Direct streeft naar een uitstekende dienstverlening en hoge klanttevredenheid. Onderzoek heeft aangetoond dat gemiddeld 94% van de klanten ING Direct bij anderen zou aanbevelen. Deze bevindingen worden onderbouwd door de vele onderscheidingen die ING Direct in 2006 voor haar uitstekende klantenservice ontving. Aangezien klanttevredenheid een belangrijke vereiste is voor toekomstige groei en waardecreatie, heeft ieder bedrijfsonderdeel de dienstverlening volledig in eigen beheer. Het contact met de klant is de kern van de activiteiten van ING Direct. Zeer toegewijde medewerkers, die een sleutelrol vervullen in het succes van ING Direct, spelen snel in op de wensen van de klant. Tevreden personeel is de basis voor het succes op het gebied van klanttevredenheid. Het merk ING Direct en haar merkwaarden vormen de leidraad. Er zijn enorme marketinginspanningen verricht om de merkpositie te versterken. Dit heeft tevens bijgedragen tot een grotere naamsbekendheid van ING Groep. In alle landen bleef de naamsbekendheid op hoog niveau. In de 10 jaar dat ING Direct actief is, heeft zij voorop gelopen in het proces van directbankieren naar een activiteit voor het grote publiek en van een substantiële omvang. Sinds de oprichting in 1997 heeft ING Direct ieder jaar een uitstekende groei gekend door een doeltreffende formule: de verkoop aan particuliere klanten in negen grote landen van een beperkt aantal eenvoudige bankproducten tegen zeer lage kosten (voornamelijk via internet, telefoon en direct mail). De totale toevertrouwde middelen stegen naar EUR 195,9 miljard (2005: EUR 188 miljard). Gemak en transparantie Gemak en transparantie gelden als basisprincipe voor het totale productassortiment. De nadruk ligt op het ontwikkelen van makkelijk toegankelijke, transparante producten. Na sparen en hypotheken wordt dit principe nu geleidelijk aan op meer producten toegepast om steeds beter in te spelen op de wensen van de klant. Een voorbeeld hiervan is de invoering van een betaalrekening in Spanje in 2005 en in 2006 in de Verenigde Staten. De twee kernproducten zijn sparen en hypotheken. Het hypothekenbedrijf groeide enorm. Eind 2006 was 35% van de spaartegoeden ingezet om woninghypotheken te financieren en de doelstelling om eind 2008 40% van de spaartegoeden voor woninghypotheken te gebruiken verloopt geheel volgens planning. Lage kostprijs Voor ING Direct is de lage kostprijs het belangrijkste blijvende concurrentievoordeel. Dit wordt gerealiseerd door het accent te leggen op een beperkt en eenvoudig productassortiment, gestandaardiseerde, geavanceerde IT-systemen en het ontbreken ING Groep Jaarverslag 2006 43 1.2 Onze resultaten ING Direct vervolg van een kantorennetwerk. Een toenemend aantal klanten vertrouwt voor het uitvoeren van bancaire transacties op technologie zoals internet en voice-responsesystemen. ING Direct heeft een goede uitgangspositie om optimaal te profiteren van de trend om steeds meer gebruik te maken van kostenbesparende directe kanalen. In 2006 gingen in alle landen nog meer klanten gebruik maken van geautomatiseerde kanalen. Meer dan 80% van alle klanttransacties vond via geautomatiseerde kanalen plaats. Bedrijvenvloot ING Direct wil ‘mondiaal denken’ en ‘lokaal handelen’. Ieder bedrijf mag op basis van zijn eigen specifieke marktomstandigheden zelf de volgorde bepalen waarin het producten introduceert. De belangrijkste rol die het kleine hoofdkantoor hierin vervult, is de strategie te bewaken, toe te zien op risicobeheer en synergie tussen de bedrijfsonderdelen te bevorderen. In 2006 werd wederom op ieder werkniveau personeel tussen de bedrijfsonderdelen uitgewisseld. Aantal klanten, totaal toevertrouwde middelen, portefeuille hypothecaire leningen aan particulieren Aantal klanten x duizend; toevertrouwde middelen en woninghypotheekportefeuille in miljarden euro’s, jaarultimo* Canada Spanje Australië Frankrijk Verenigde Staten Italië Duitsland** Verenigd Koninkrijk Totaal * 2006 Klanten 2005 2006 Toevertrouwde middelen 2005 1.491 1.455 1.414 626 4.629 792 6.005 1.099 17.511 1.309 1.249 1.240 501 3.382 632 5.390 1.003 14.706 12,3 13,0 11,2 12,3 36,0 14,0 60,6 36,3 195,9 12,6 12,8 10,4 10,8 34,0 13,3 58,4 35,7 188,0 Woninghypotheekportefeuille 2006 2005 9,5 4,8 15,4 – 12,5 1,8 25,0 0,1 69,0 7,5 3,6 12,5 – 10,9 0,8 17,7 – 53,0 Marktpositie 2006*** 7e 6e 6e 9e 21e 7e 6e 8e De verkoop van Degussa Bank had een negatieve invloed van EUR 2,0 miljard op de toevertrouwde middelen, EUR 2,2 miljard op hypotheken en 141.000 op aantallen klanten. Dit wordt weerspiegeld in de jaarultimo’s van Duitsland en Oostenrijk. ** Inclusief Oostenrijk. *** Marktpositie in particuliere toevertrouwde middelen in lokale bancaire markt. 44 ING Groep Jaarverslag 2006 CONCLUSIES EN AMBITIES Ondanks het feit dat 2006 een moeilijk jaar was, heeft ING Direct goede resultaten bereikt, gestimuleerd door drie miljoen nieuwe klanten, een toename van de toevertrouwde middelen en groei bij hypotheken. ING Direct wil voorop blijven lopen in de vernieuwing van directbankieren. ING Direct zal waarde voor haar klanten blijven creëren door toe te zien op vereenvoudiging van al haar producten, processen, diensten en systemen. Daarmee is ING Direct goed gepositioneerd om van verdere groei in de sector voor directbankieren te kunnen profiteren. Toekomstige groei komt uit drie bronnen: ten eerste een verdere stijging van de spaargelden in landen waar het bedrijf al actief is, ten tweede geografische uitbreiding en ten derde door in een bredere behoefte van klanten te voorzien. De vier basisprincipes van ING Direct zullen blijven worden toegepast, zodat haar activiteiten op de lange termijn zullen bestaan uit een klein assortiment eenvoudige producten binnen iedere productcategorie, met voldoende schaalgrootte en met een hoge mate van efficiency en winstgevendheid. ING Groep Jaarverslag 2006 45 1.2 Onze resultaten Vermogensbeheer Expansie in producten en markten Kernpunten • Groei beheerd vermogen met 9,6% tot EUR 600 miljard • ING Investment Management profiteert van groeiende samenwerking tussen regio’s • Snelle expansie ING Real Estate • ING Private Banking plukt vruchten van gestegen vraag naar private-bankingdiensten BEHEERD VERMOGEN PER DIVISIE in miljarden euro’s De vermogensbeheersector is in beweging. Nieuwe groeibronnen dienen zich aan: de herstructurering van pensioenstelsels, de vergrijzing en nieuwe klantbehoeften leiden tot een sterkere vraag naar opbrengstgeoriënteerde producten – producten die specifiek op de behoeften van de klant zijn afgestemd. Investeringen in marketing, dienstverlening en het merk zullen naar verwachting grote invloed hebben op de netto-instroom. De vermogensbeheerders van ING spelen goed in op deze ontwikkelingen. ING Investment Management heeft de kwaliteit van het productaanbod verbeterd en met de Life Cycle Funds geprofiteerd van kansen op pensioengebied. ING Real Estate trekt dankzij de grotere interesse in vastgoed meer beleggers en ING Private Banking plukt de vruchten van de toenemende vraag naar private-bankingdiensten. FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN Insurance Europe Insurance Americas Insurance Asia/Pacific Wholesale Banking Retail Banking ING Direct Totaal 26% 34% 14% 10% 15% 1% 100% 157,9 202,5 84,2 60,8 87,5 7,1 600,0 BEHEERD VERMOGEN PER KLANTCATEGORIE in miljarden euro’s Het beheerd vermogen nam in 2006 toe met 9,6% tot EUR 600,0 miljard. Vergeleken met 2005 werd de groei deels tenietgedaan door negatieve valuta-effecten van EUR 31,8 miljard, terwijl de ontwikkelingen op de effectenmarkten voor een positieve bijdrage van EUR 33,7 miljard zorgden. De nettoinstroom van EUR 43,8 miljard kwam hoofdzakelijk voor rekening van Insurance Asia/Pacific (EUR 11,2 miljard), ING Real Estate (EUR 13,5 miljard) en Insurance Americas (EUR 6,8 miljard). Het leeuwendeel van de groei werd behaald met voor externe klanten beheerd vermogen, dat met 14,7% steeg naar EUR 404,5 miljard per jaarultimo. Het voor interne klanten beheerde vermogen steeg met 0,4% naar EUR 195,5 miljard. ING INVESTMENT MANAGEMENT Verzekeringspolishouders 21% Institutionele klanten 20% Particuliere klanten 17% Private-bankingklanten 10% Interne klanten 32% Totaal 100% 127,1 118,3 99,9 59,2 195,5 600,0 ING Investment Management (ING IM) is de belangrijkste vermogensbeheerder van ING Groep en behoort met een beheerd vermogen van EUR 369 miljard per 31 december 2006 tot de internationale top 25 van vermogensbeheerders. In 2006 heeft ING IM een solide beleggingsresultaat behaald. Gemeten over een periode van drie jaar vertoonde 67% van de door ING IM beheerde fondsen een betere beleggingsperformance dan de benchmark. Ten opzichte van vergelijkbare fondsen eindigde 63% van het beheerde vermogen in het hoogste of op een na hoogste kwartiel van de markt (op basis van een periode van drie jaar). Ratingbureaus hebben aan 13 beleggingsfondsen de hoogste waardering, vijf sterren, toegekend. Daarnaast kregen 28 fondsen een waardering van vier sterren. Bij elkaar vertegenwoordigen deze fondsen EUR 18,4 miljard, oftewel 31% van de gewaardeerde portefeuille. Diverse benchmark-onderzoeken wijzen uit dat ING IM kostenefficiënt opereert. ING IM’s wereldwijde strategie is gericht op het regionaal inzetten van de sterke internationale beleggingscapaciteiten om zo per regio kansen te creëren voor klantgerichte producten en diensten. De kracht van deze internationale strategie blijkt onder meer uit de goede verkoop van Amerikaanse ‘Senior Bank Loans’ ter waarde van EUR 1,1 miljard. Dankzij het opzetten van een regio-organisatie gericht op een nauwere relatie met lokale klanten, heeft ING IM een goed productaanbod ontwikkeld dat beter op de behoeften van de klant is afgestemd. Tegelijkertijd profiteert ING IM van een intensieve samenwerking tussen de drie regio’s – Noord- en Latijns-Amerika, Europa en Azië/Pacific – met name ten behoeve 46 ING Groep Jaarverslag 2006 van de productontwikkeling en de beleggingsperformance. Elke regio is een expertise-centrum op beleggingsgebied dat ernaar streeft de wereldwijde distributiekracht van ING optimaal te benutten. ING IM profiteerde in 2006 van de sterke internationale beheeractiviteiten voor eigen rekening, die schaalgrootte en kansen bieden voor de expansie van beheeractiviteiten voor derden. De ontwikkeling richting een ‘open architectuur’ heeft geleid tot meer kansen: ING IM is voor de distributie van producten over de hele wereld een groeiend aantal strategische samenwerkingsverbanden aangegaan met andere financiële instellingen. ING IM werkt gestaag door aan de ontwikkeling van de ‘Alternative Assets’-activiteiten. Het krijgt veel waardering voor de private-equityactiviteiten en bouwt voort aan de hedgefunds- en funds-of-hedgefundsactiviteiten, waarvan onlangs het beheerd vermogen de EUR 1,1 miljard oversteeg. Daarnaast werkt ING IM met ING Real Estate samen om vastgoedproducten op te nemen als onderdeel van een volledig aanbod van alternatieve producten. ING maakt in de Verenigde Staten gebruik van de alternatieve vermogensbeheerfaciliteiten (onder meer private equity en fundsof-hedgefunds) voor eigen rekening. Via Pomona Capital beheert ING IM bijna EUR 3,0 miljard aan ingelegde private-equitygelden. De primaire funds-of-fundsactiviteiten van Pomona lieten in 2006 een aanhoudende groei zien met de toevoeging van de beleggingsprogramma’s voor ING IM US en ING IM Asia/Pacific. Europa De strategie van ING IM Europe is drieledig: blijven fungeren als een ‘portal’ voor vermogensbeheer voor klanten, uitbreiding van de verkoop van beleggingsfondsen via derden en slagvaardigheid blijven tonen in institutionele activiteiten. Dit bereiken wij door ons te richten op de beleggingsperformance, op een bredere distributie buiten gelieerde afzetkanalen, op eersteklas producten en diensten en op een grotere, wereldwijde zichtbaarheid. Dankzij deze focus en onze toegenomen inspanningen met en voor derden is ons internationale aanbod van in Luxemburg gevestigde beleggingsfondsen in 2006 fors gegroeid. In Europa is onze sterke positie in aandelenbeleggingen met name zichtbaar in gespecialiseerde producten. Goed voorbeeld hiervan is de wereldwijde distributie van onze hoogdividendstrategieën. Het sterker aanhalen van de banden met ING Direct Italië leverde in dat land een duidelijk verkoopsucces van deze producten op. Onze performance op het gebied van vastrentende producten was goed, met name producten zoals Emerging Market Debtstrategieën (strategieën en producten van ING IM Europa die betrekking hebben op schulden van opkomende landen). Deze waren goed voor een sterke instroom van EUR 1,5 miljard. Het distributienetwerk is verder uitgebreid met een vestiging in Frankfurt om beleggingsproducten en -diensten van ING IM op de Duitse markt aan te bieden. ING IM is vooral ook sterk gericht op de positie in Centraal-Europa en heeft kantoren in Warschau, Praag en Boedapest. Deze intensieve samenwerking heeft geresulteerd in een goede omzetgroei in de regio. Polen tekende in 2006 voor een afzet van ING IM-producten ter waarde van EUR 1,2 miljard. Het leeuwendeel hiervan komt op het conto van de distributie van fondsen voor particuliere beleggers via gelieerde kanalen als ING Bank Slaski. Behalve de sterke resultaten van onze eigen vestigingen in Centraal-Europa is de afzet via derden in de regio eveneens verhoogd. In de Nederlandse institutionele markt is het aanbod uitgebreid met fiduciaire beleggingen en diensten. Dit is een ‘one-stop shop’ met een volledig aanbod van op maat gesneden diensten en producten voor institutionele klanten. Om in te spelen op kansen in de pensioenmarkt heeft ING IM met succes het internetplatform mijnpensioen.ingim.nl geïntroduceerd, waarop onder andere de levensloopfondsen van ING worden aangeboden. Noord- en Latijns-Amerika De strategie van ING IM Americas is gericht op het optimaal benutten van onze expertise in traditionele producten, waarbij de klantgerichte ‘Structures & Solutions’-producten steeds meer nadruk krijgen. Deze ‘Structures & Solutions’-producten omvatten meerdere beleggingsstrategieën. De producten worden afgezet via diverse kanalen naar gelang de behoefte van de klant en leveren goede beleggings-, klant- en bedrijfsresultaten op. De prioriteiten liggen bij een sterke en duurzame beleggingsperformance, uitbreiding van vermogensbeheer, distributie van particuliere beleggingsfondsen en optimale benutting van de internationale toegang tot klanten van ING. In de Verenigde Staten deden vooral de vastrentende strategieën het goed. Er werd in 2006 voor EUR 8,8 miljard verkocht via zowel het institutionele als het particuliere kanaal. De Amerikaanse institutionele verkooporganisatie is opnieuw opgebouwd – dit maal met de nadruk op derivaten en onze expertise in de kapitaalmarkten – zodat ING kan concurreren in de steeds complexere Amerikaanse pensioenmarkt. ING Solution Portfolios, een palet van levensloopfondsen, heeft inmiddels een omvang van EUR 953 miljoen, een toename van 218% sinds 2005. Ongeveer 70% van de bedrijven die bij ING’s US Retirement Services een nieuw 401K-pensioencontract afsluit, kiest ervoor levensloopfondsen op te nemen waarbij de deelnemers kunnen kiezen uit de beleggingsmogelijkheden. 30% van de totale pensioenbeleggingen van deze bedrijven komt terecht in levensloopfondsen, hetgeen aantoont dat ze goed worden benut. Azië/Pacific In Azië ligt de nadruk op het vergroten van de positie van ING in de markten waarin we actief zijn, waaronder ook de snel groeiende markten van China en India. ING IM wil hier groeien door productuitbreiding (onder andere alternatieve beleggingen en vergelijkbare producten met een hoge marge), door het intensiveren van de bestaande relaties op distributiegebied en door het ontwikkelen van alternatieve kanalen. ING IM Asia/Pacific noteerde in 2006 een sterke lokale beleggingsperformance in alle beleggingscategorieën. Internationale en regionale strategieën en producten werden ingezet voor de uitrol en distributie in meerdere landen. Voorbeelden waren onder andere de Asia High Dividend-strategie in Taiwan, die een instroom van EUR 381 miljoen opleverde, de oprichting van het op de Kaaimaneilanden gevestigde ING China ‘A-Share’ Fund dat via Aziatische banken wordt gedistribueerd en waarmee ruim EUR 200 miljoen werd binnengehaald, en de introductie van het Global Real Estate Fund in Maleisië, dat goed was voor een instroom van ruim EUR 50 miljoen. ING Groep Jaarverslag 2006 47 1.2 Onze resultaten Vermogensbeheer vervolg Belangrijke nieuwe activiteiten werden ontplooid in de institutionele markten van Japan, Taiwan, Zuid-Korea, Thailand, de Filippijnen en Singapore. Zo heeft ING IM in Zuid-Korea, naast het bestaande belang van 20% in KB Asset Management, een eigen vermogensbeheermaatschappij opgericht. In Taiwan zijn de lokale activiteiten op het gebied van beleggingsfondsen van ABN AMRO overgenomen (beheerd vermogen: EUR 2,4 miljard). Gemeten naar beheerd vermogen en vermogensomvang van de beleggingsfondsen is ING IM daarmee doorgestoten naar de top van de vermogensbeheersector in Taiwan. In Australië blijft ING Australia, de joint venture van ING en ANZ Banking Groep voor particuliere beleggingsfondsen, de kern van de distributiestrategie vormen. Daarnaast heeft ING IM inmiddels ook de juridische status en de vereiste goedkeuring van de toezichthouder om onafhankelijke beleggingsfondsen te ontwikkelen die via andere tussenpersonen in Australië kunnen worden geïntroduceerd. Succesvolle introducties Het Diversified International Fund, dat met gebruikmaking van de internationale deskundigheid op het gebied van beleggingen en assetallocatie van ING IM in de Verenigde Staten is geïntroduceerd, heeft in het eerste jaar een solide instroom van EUR 214 miljoen geboekt. Tot de instroom van ‘Senior Bank Loans’ behoorde onder meer EUR 0,9 miljard aan drie CLO (Collateralized Loan Obligation)transacties, een duidelijk voorbeeld van de gestructureerde oplossingen die wij onze klanten bieden. Het in 2006 met veel succes gelanceerde ING Risk Managed Natural Resources Fund, een ‘closed-end fund’, heeft EUR 400 miljoen opgeleverd. Dit unieke energie- en grondstoffenfonds is opgezet door ING IM met als doel een goed rendement te behalen met een beperkte volatiliteit. Ook voor ING Real Estate was 2006 weer een goed jaar. De totale portefeuille, inclusief die van ING Real Estate Finance, groeide met 29,8% tot EUR 90,7 miljard, voornamelijk dankzij de sterke instroom van gelden van derden. De winst voor belastingen steeg met 80,8% naar EUR 631 miljoen. Voor het derde achtereenvolgende jaar stond ING Real Estate boven aan de lijst van internationale vastgoedvermogensbeheerders. In Stockholm, Tokio en Los Angeles zijn nieuwe vestigingen geopend, waardoor de activiteiten nog verder kunnen worden uitgebreid en de unieke internationale positie van de onderneming kan worden versterkt. ING Real Estate Investment Management Het streven van dit onderdeel is het (blijven) realiseren van een sterke beleggingsperformance en het verder uitbreiden van het beheerd vermogen en tegelijkertijd inspelen op groeimogelijkheden in Azië en Europa. Het onderdeel profiteerde het afgelopen jaar van de aanhoudende vraag van beleggers naar vastgoedfondsen. Dankzij haar internationale positie kan Investment Management goed inspelen op de groeiende vraag naar grensoverschrijdende producten. Het beheerd vermogen van de internationale vastgoedfondsactiviteiten verdubbelde van EUR 7,5 miljard naar EUR 15 miljard. In 2006 nam ING IM Europa de meest succesvolle fondsintroductie in Nederland voor haar rekening met het ING (L) Opportunity Obligatie Fonds (EUR 305 miljoen). De lancering vormde het bewijs van de distributiekracht binnen de gelieerde kanalen (ING Bank) en de succesvolle strategische samenwerkingsverbanden met derden. In Azië waren de introductie van het Asia High Dividend Fund en van het China A-Share Fund zeer succesvol. De gecombineerde instroom bedroeg EUR 581 miljoen. De fusie- en overnameactiviteit neemt snel toe in de vastgoedwereld. ING Real Estate heeft daarin een belangrijke rol gespeeld met het overnamebod op Summit Real Estate Investment Trust, de grootste beursgenoteerde eigenaar van bedrijfsruimtes in Canada. Met deze acquisitie is EUR 2,3 miljard aan het beheerd vermogen toegevoegd. In Europa zijn diverse nieuwe, op de institutionele markt gerichte beleggingsfondsen geïntroduceerd, met een totaal beleggingsvolume van EUR 4,3 miljard. De introductie van het ING Real Estate China Opportunity Fund trok zowel institutionele beleggers als vermogende particulieren vanuit de Verenigde Staten, Europa en Azië. In de Verenigde Staten is als reactie op de aantrekkende hotelsector een speciaal op hotels gericht beleggingsteam opgezet. Dit nieuwe team heeft in december het beheer van een portefeuille ter waarde van EUR 1,4 miljard overgenomen. ING IM ontving diverse onderscheidingen en prijzen. Het Euro High Dividend Fund werd door ratingbureau Lipper uitgeroepen tot het ‘Best Fund over Five Years 2006-Equity Eurozone’. In Nederland kreeg ING IM van S&P/Cash Readers het predikaat ‘Best provider of investments funds year 2006’. ING Real Estate Investment Management en Corporate Finance van ING Wholesale Banking hebben onder de naam ING Real Estate Capital Advisors een joint venture opgericht waarmee zij willen inspelen op de groeiende vraag naar gespecialiseerde bankdiensten op vastgoedgebied. Ambities Onze ambitie is om tot de top van internationale vermogensbeheerders te behoren, waarbij wij onze sterke regionale ontwikkelcapaciteiten wereldwijd in al onze distributiekanalen inzetten. Onze initiatieven in 2007 richten zich met name op een voortgaande duurzame beleggingsperformance, een verdere verbetering van de distributiekracht en de introductie van innovatieve producten en diensten die tegemoetkomen aan de behoeften van onze klanten. 48 ING REAL ESTATE ING Groep Jaarverslag 2006 ING Real Estate Finance Doelstelling van dit onderdeel is verdere groei en diversificatie zowel naar producten als naar regio’s. ING Real Estate Finance heeft goede vooruitgang geboekt met de internationale diversificatiestrategie en heeft daarbij het marktleiderschap in thuismarkt Nederland weten te handhaven. De kredietverlening buiten Nederland steeg van 30% tot 35%. Het onderdeel maakte een sterke entree op de securitisatiemarkt en breidde in samenwerking met Wholesale Banking de activiteiten op de markt voor syndicaatsleningen verder uit. ING Real Estate Finance heeft daarnaast de eerste krediettransacties in Azië afgesloten. ING Real Estate Development De grootste prioriteit voor ING Real Estate Development is gestage groei in Europa, voortbouwend op de sterke positie als multidisciplinaire ontwikkelaar met goede herontwikkelcapaciteiten. ING PRIVATE BANKING Ondanks de hevige concurrentie heeft de snelle groei bij ING Private Banking zich in 2006 doorgezet. Het onderdeel profiteerde van de voortgaande vermogensopbouw door particulieren over de hele wereld en de daarmee samenhangende toename van de vraag naar private-bankingdiensten. Het beheerd vermogen steeg met 16,8% tot EUR 59,2 miljard en de winst voor belastingen met 15,8% tot EUR 242 miljoen. Gemeten naar beheerd vermogen staat ING Private Banking op dit moment in de top 40 en het streven is om tot de top 20 te behoren. De groei zal naar verwachting afkomstig zijn van investeringen in nieuwe regio’s, de introductie van innovatieve producten en het opleiden, ontwikkelen en aantrekken van getalenteerde medewerkers. Voor meer informatie over Private Banking, zie het hoofdstuk over Retail Banking op pagina 38. Dat dit onderdeel in 2006 weer winst maakte, was te danken aan een reeks verkochte projecten. Hiervan was de 52 verdiepingen tellende New York Times Tower in New York de grootste. In Spanje, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk werd de ontwikkeling van diverse winkelcentra afgerond. Het onderdeel Development ontving meerdere prestigieuze sectoronderscheidingen, waaronder die voor ‘European Retail Developer of the Year’. Ambities ING Real Estate ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet. Zoals blijkt uit de grensoverschrijdende investeringen, wordt de vastgoedmarkt steeds internationaler. Net als lokale beleggers worden ook onze internationale beleggingsklanten bijgestaan door sterke en ervaren teams in alle belangrijke markten. Niet alleen stellen wij de portefeuilles van onze klanten samen en voeren wij het beheer daarover, samen met hen ontwikkelen wij ook beleggingsproducten. ING Groep Jaarverslag 2006 49 1.2 Onze resultaten Human resources Initiatieven op schema, met goede resultaten Kernpunten Sinds de invoering van de nieuwe strategie in 2004 zijn er in de gehele organisatie vele initiatieven op het gebied van human resources opgestart. Deze initiatieven zijn in 2006 verder uitgewerkt met tot dusverre positieve resultaten. ING blijft investeren in haar medewerkers om hun potentieel ten volle te benutten en de resultaten van de onderneming te verbeteren. Om succesvol te blijven, moeten we voor onze klanten en aandeelhouders waarde blijven creëren. De inzet en betrokkenheid van onze medewerkers is daarbij cruciaal. • Voorzitter in dialoog met medewerkers over de hele wereld • Introductie ING Global Employer Brand • Eerste ING International Graduate Programme • Meer internationale mobiliteit GEZAMENLIJKE RICHTING Aantal medewerkers per divisie Aantal fte’s per jaarultimo Insurance Europe Insurance Americas Insurance Asia/Pacific Wholesale Banking Retail Banking ING Direct Overig Totaal 2006 15.126 28.778 10.487 20.605 37.113 7.638 54 119.801 13% 24% 9% 17% 31% 6% 100% Een gezamenlijke richting ontstaat wanneer medewerkers een duidelijk beeld hebben van de doelstellingen van ING. Communicatie speelt hierin een belangrijke rol. Er is veel aandacht besteed aan de dialoog met medewerkers. Tijdens een reeks bijeenkomsten was er rechtstreeks contact tussen de bestuursvoorzitter, seniorleidinggevenden en medewerkers. Daarnaast werd een speciale intranetsite gelanceerd – een extra platform voor dialoog tussen de medewerkers en de bestuursvoorzitter. Op de site worden de belangrijkste strategische doelstellingen van ING toegelicht en is een vraag- en antwoordforum voor medewerkers opgezet. De meeste vragen gaan over de strategie, het personeelsbeleid, de secundaire arbeidsvoorwaarden en de prestatiecultuur. De voorzitter heeft zijn driemaandelijkse e-mailbericht aan alle medewerkers, over de resultaten van ING en speciale onderwerpen, voortgezet. Wederom werd een aantal bijeenkomsten gehouden tussen de leden van de Raad van Bestuur en een selecte groep talentvolle medewerkers. Live ING, een interactief programma waarin de strategische prioriteiten en de organisatiestructuur worden toegelicht, is voortgezet. Vanaf 2007 maakt het deel uit van de introductieprogramma’s van de zes ING-divisies. PRESTATIECULTUUR Medewerkers worden steeds beter toegerust om de prestaties te verbeteren. Verder hebben we de human-resourcesagenda afgestemd op de bedrijfsvoering van de verschillende onderdelen. Daarnaast zijn de divisies verantwoordelijk voor het invoeren van een personeelsbeleid dat bijdraagt aan het behalen van de bedrijfsdoelstellingen. De afdeling Human Resources speelt een belangrijke rol bij het meten van de prestaties en de betrokkenheid van de medewerkers binnen het bedrijf. Deze afdeling helpt de bedrijfsonderdelen invulling te geven aan de verschillende verander- en verbeterprogramma’s. In alle bedrijfsonderdelen en regio’s wordt onderscheid gemaakt tussen goed en minder goed presterende medewerkers. Op basis van ‘best practices’ die binnen een aantal divisies worden gehanteerd, zijn uitgangspunten voor wereldwijd performance-management ontwikkeld. Met deze uitgangspunten kunnen we onze prestatiedoelen beter vaststellen en meten en daarop reageren. Bovendien wordt het mogelijk nadruk te leggen op de variabele beloning van leidinggevenden, via langetermijn- en kortetermijnbonussen. Terwijl ons beloningspakket marktconform blijft, kunnen we met deze uitgangspunten de koppeling tussen prestatie en beloning flexibeler en transparanter maken. Om onze concurrentiepositie te behouden, zowel lokaal als wereldwijd, richtten we ons ook in 2006 op efficiency en dienstverlening. Specifieke efficiencyprogramma’s hebben geleid 50 ING Groep Jaarverslag 2006 Human resources vervolg tot een inkrimping van het personeelsbestand door stroomlijning van onze activiteiten (960 fte’s sinds 2005) en door outsourcing (1.480 medewerkers in 2006). Het totale aantal medewerkers is gestegen tot 119.801 door de toenemende groei van ons bedrijf. ING is er alles aan gelegen diegenen die met de efficiencyprogramma’s te maken krijgen te begeleiden. In de onderhavige gevallen zijn regelingen voor ontslagvergoedingen of CAO’s van toepassing alsmede de plaatselijke wet- en regelgeving. Bij outsourcing, zoals in de Benelux-landen, zorgt ING ervoor dat de overgang van ING-medewerkers naar het ontvangende bedrijf soepel verloopt. INVESTEREN IN MEDEWERKERS Werving en selectie In 2006 heeft ING de Global Employer Brand geïntroduceerd en uitgerold. Hiermee beogen we de naamsbekendheid van het bedrijf op de internationale markt voor talent te vergroten. Ook maken we hiermee duidelijk welk type leidinggevenden we in de toekomst nodig hebben en welke voordelen een loopbaan bij ING biedt. Verder hebben we onze wervingsstrategieën voor academici verbeterd, waarbij de contacten met universiteiten en jonge academici wereldwijd zijn geïntensiveerd. In dit verband richt ING zich voor de korte termijn vooral op India, de VS, Polen, België en Nederland. Talentmanagement Versterking van het management en ontwikkeling van goede leidinggevenden op alle niveaus is voor ING een uiterst belangrijk aandachtspunt. We hebben ons management verbeterd door hogere eisen te stellen aan de naleving van wet- en regelgeving (compliance) en aan het criterium of leidinggevenden kunnen inspireren, beslissen en uitvoeren. Dit zijn criteria waarop we ons topmanagement selecteren en beoordelen. verankerd in de resultaatafspraken met de hoogste managers van de ING-divisies. In de workshop Lean/Six Sigma wordt de aandacht gevestigd op klantgerichtheid, een van onze hoofddoelstellingen. Het management krijgt instrumenten aangereikt om de kwaliteit en de dienstverlening te verbeteren. Na een pilot in de eerste helft van 2006, is dit eveneens een vast onderdeel van het curriculum geworden. Om tegemoet te komen aan de opleidingsbehoeften van specialisten bij verschillende bedrijfsonderdelen heeft de IBS een speciaal programma ontwikkeld. Hiermee onderstrepen wij het belang dat wij aan deze mensen hechten bij de uitvoering van onze strategie van waardecreatie. Dit programma wordt vervolgd. Alle medewerkers in Nederland hebben een verplichte e-learning cursus over compliance gevolgd, een formule die nu eveneens in Polen, Rusland en India wordt gehanteerd. Diversiteit ING heeft wereldwijd een breed klantenbestand. Om de behoeften van de klant te begrijpen, moeten wij een afspiegeling zijn van hun diversiteit. Het bevorderen van diversiteit is niet alleen onze maatschappelijke verantwoordelijkheid, het is op lange termijn ook van zakelijk belang. Het ‘Diversity Mentoring Programme’, dat in 2007 wordt uitgebreid tot 100 mentoren, is een programma waarmee talentvolle medewerkers begeleiding krijgen van leden van de Raad van Bestuur en de top 200 die een andere achtergrond hebben dan degenen die zij als mentor begeleiden. Interne minderheidsnetwerken onder het personeel zijn steeds actiever en effectiever bij het bevorderen van de werving en ontwikkeling van mensen met verschillende achtergronden. Daarnaast is ING met andere bedrijven betrokken bij een aantal uitwisselingsprogramma’s voor personeel. Jonge academici van gerenommeerde Indiase universiteiten zullen eveneens deelnemen aan een speciaal talentenprogramma bij ING. ING heeft haar eerste International Graduate Programme gelanceerd. Dit programma is gericht op het ontwikkelen van het talent van jonge, pas aangenomen academici met leidinggevend potentieel. De bedoeling is hiermee een netwerk van toekomstige leidinggevenden op te bouwen. Dit netwerk wordt onderhouden, begeleid en ondersteund met het ING-programma ‘Leadership Pipeline’ van de ING Business School (IBS), waarmee wereldwijd het leiderschap verder wordt ontwikkeld. Daarnaast worden talenten opgenomen in ‘Action Learning Groups’. Dit zijn werkgroepen die zich bezighouden met concrete projecten en praktische oplossingen aandragen. Het diversiteitsbeleid van ING begint zijn vruchten af te werpen. In Nederland kreeg ING de Diversity Award 2006 toegekend dankzij haar pioniersrol, haar doorzettingsvermogen en haar consistente beleid op dit gebied. Talentmanagement is een van de cruciale methoden om ‘de juiste mensen, op het juiste moment, op de juiste plek’ te krijgen. Wederom hebben we onze jaarlijkse cyclus voor talentbeoordeling gehouden en voor de top 200-posities een opvolgingsplanning doorgevoerd. Leidinggevenden worden regelmatig door de Raad van Bestuur beoordeeld. Steeds vaker worden leidinggevenden op verschillende plekken binnen de gehele organisatie ingezet, met als gevolg een steeds bredere toepassing en verspreiding van ‘best practices’. CONCLUSIES EN AMBITIES Groei en waardecreatie zijn belangrijke elementen van ING’s strategie. De IBS organiseerde opnieuw de workshop ‘Managing for Value’, die ook in 2007 onderdeel van het curriculum blijft. Gestreefd wordt naar maximale waardecreatie en groei op de langere termijn in plaats van winst op korte termijn. Dit is ook We streven ernaar de internationale mobiliteit van onze medewerkers te verhogen. We hebben nu een plaatsingsbeleid dat beter aansluit bij de behoeften van het bedrijf en van de medewerkers. Ook drukt het de kosten, bijvoorbeeld door meer gebruik te maken van kortlopende overplaatsingen. Dit is vooral effectief gebleken bij Insurance Asia/Pacific en in Centraal-Europa. ING is initiatieven blijven ontwikkelen om de prestaties van medewerkers te verbeteren, met positief resultaat. We zullen deze initiatieven blijven uitbreiden en versterken en ons nog nadrukkelijker richten op goed presteren. Alle initiatieven moeten nauw aansluiten op de behoeften van het bedrijf en alle resultaten die op korte termijn worden behaald dienen bij te dragen aan de strategie op lange termijn. De kwaliteit van onze medewerkers is de sleutel tot verdere versterking van de prestatiecultuur. ING Groep Jaarverslag 2006 51 1.2 Onze resultaten Merkpositionering Naamsbekendheid vergroten, merkwaarden communiceren, voldoen aan merkpercepties Kernpunten • Merkwaarden verankerd in lokale bedrijfsonderdelen; prestaties worden gemeten • Verdere stappen op weg naar één merknaam, één logo • Eerste wereldwijde merkcampagne met sponsoring van Formule 1 De naamsbekendheid en de vertrouwdheid met de merkwaarden van ING nemen nog steeds toe. ING is nu echt een wereldmerk. Dit blijkt uit onze 85e plaats in de top 100 van wereldwijde merken van Interbrand. ING streeft naar een merkpositionering die recht doet aan ons profiel van naar grootte 13e onderneming ter wereld (Fortune 500, 2006), met 60 miljoen klanten in meer dan 50 landen. Dit was een van de redenen waarom ING heeft besloten fors in de merknaam te gaan investeren door drie jaar lang het Renault Formule 1-team te sponsoren. MERKPOSITIONERING VERSTERKT CONCURRENTIEKRACHT Naarmate de naamsbekendheid van ING toeneemt, nemen ook de merkverwachtingen onder klanten en andere stakeholders toe. Daarom is het belangrijk dat, naast vergroting van de naamsbekendheid, ook de resultaten van de bedrijfsonderdelen, afgezet tegen de klantgerichte aanpak van ING, verder verbeteren. Het is van groot belang dat verschillen tussen de merkbeloften en de concrete ervaringen van de klant beperkt blijven. Daarom is vanaf 2006 merkpositionering in de beleidsplannen van ING opgenomen. De Raad van Bestuur en alle divisies beoordelen eerst aan de hand van de merkwaarden hun resultaten van het voorgaande jaar en ontwikkelen vervolgens hun eigen klantgerichte actieplan. Dit is gericht op aanpassing van bedrijfsprocessen om de resultaten in het komende jaar te verbeteren. Om de voortgang te bewaken, worden nu van alle divisies de resultaten ten opzichte van de belangrijkste merkwaarden via onafhankelijk marktonderzoek centraal gevolgd. OP NAAR ÉÉN MERK Het stroomlijnen van de merkpositionering, waarbij alle verschillende ING-bedrijven wereldwijd steeds meer onder één ING-merknaam en -logo worden samengebracht, is al enige jaren geleden gestart. De afzonderlijke divisies blijven op lokaal niveau hun marketing- en advertentiecampagnes ontwikkelen en aanvullend start ING haar eerste wereldwijde marketingcampagne. De bedrijfsonderdelen zullen een meer consistente visuele identiteit krijgen, waarbij het logo ING in combinatie met de leeuw centraal staat. De campagnes zijn niet alleen gericht op het vergroten van de naamsbekendheid, maar ook om het publiek meer vertrouwd te maken met wat ING doet en waar de ING-merknaam voor staat. FORMULE 1: BELANGRIJK BIJ MERKPOSITIONERING Uitgebreid onderzoek heeft aangetoond dat Formule 1 voor ING het beste instrument is voor een wereldwijde merkpositioneringscampagne. Formule 1-races hebben een enorm bereik en hoge kijkcijfers: per jaar kijken zeker 850 miljoen mensen live via televisie. De races worden in 17 landen verreden, waarvan ING er in 15 actief is. Met deze campagne zet ING de volgende stap in de ontwikkeling van haar wereldwijde merk. Ook vormt de campagne een belangrijk element bij het steeds verder onder één merknaam brengen van ING’s activiteiten en de continue inspanningen om de naamsbekendheid en het vertrouwen in ons merk te vergroten. Sponsoring van de Formule 1 zal ING’s aanwezigheid in belangrijke markten versterken en de weg effenen naar nieuwe markten. 52 ING Groep Jaarverslag 2006 Verantwoord ondernemen Verantwoordelijkheid verankeren in de bedrijfsvoering Kernpunten • • • • Mensenrechtenverklaring opgesteld door ING Introductie van herziene Equator Principles ING wordt CO2-neutraal ING Chances for Children verhoogt doelstelling ING wil winst maken op basis van een gezonde bedrijfsethiek en met respect voor alle stakeholders. Verantwoord ondernemen is daarom een wezenlijk onderdeel van de strategie van ING. Ethische, maatschappelijke en milieufactoren vormen een integraal onderdeel van onze zakelijke beslissingen. Onze stakeholders, onder wie onze medewerkers, verwachten dat ING zich ethisch verantwoord gedraagt. Daarom heeft ING de dialoog met alle stakeholders – waaronder niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) en deskundigen op het gebied van verantwoord ondernemen – gecontinueerd met het doel de principes van verantwoord ondernemen steviger in de dagelijkse bedrijfsvoering te verankeren. Naar aanleiding van deze dialoog met onze stakeholders heeft ING de vereisten uit de kernverdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) overgenomen. ING heeft de uitgangspunten van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens uit 1948 inmiddels opgenomen in haar Business Principles. Daarop voortbordurend heeft ING een mensenrechtenverklaring opgesteld die een verdere uitwerking is van het bestaande ‘principle’ over arbeidsrechten voor onze werknemers. De ING Business Principles vormen de richtlijn bij alles wat wij doen. In december 2006 heeft ING zich gecommitteerd aan het naleven van de tien Global Compact-beginselen van de VN. Dit is een initiatief waarin bedrijven en VN-organisaties, werknemersorganisaties en maatschappelijke organisaties gezamenlijk hun steun betuigen aan wereldwijde principes op milieu- en sociaal gebied. ING wil een duurzame relatie met haar klanten opbouwen. Vanwege het langlopende karakter van veel financiële relaties willen wij onze klanten zorgvuldig informeren over hun financiële keuzes op het gebied van verzekeren, bankieren en vermogensbeheer. Verantwoord ondernemen wordt steeds verder verankerd in onze dagelijkse activiteiten, zoals hieronder wordt uiteengezet. VERANTWOORD VERZEKEREN Het vertrouwen van klanten vormt het bestaansrecht van ING. Veel van onze financiële producten en diensten, zoals hypotheken en levensverzekeringen, hebben een lange looptijd. Om dat vertrouwen te winnen en te behouden, moet onze informatie gedegen, nauwkeurig en duidelijk zijn. Wij streven ernaar onze klanten van juiste informatie te voorzien en we nemen onze verantwoordelijkheid wanneer we fouten maken. Binnen de Nederlandse levensverzekeringssector hebben polishouders klachten geuit over de kosten en transparantie van beleggingsverzekeringen. Nadere details vindt u in de jaarrekening op pagina 155. Een goed voorbeeld van hoe wij gebruikersvriendelijke informatie verschaffen is ‘Pick Ur Advisor’ – een website die klanten in India de mogelijkheid biedt hun favoriete adviseur te kiezen. Klanten kunnen ook met hun adviseur communiceren door middel van hun eigen ‘blog’ (weblog). Zo proberen wij de financiële kennis onder onze klanten te verbeteren. Dit is met name van belang met ING Groep Jaarverslag 2006 53 1.2 Onze resultaten Verantwoord ondernemen vervolg het oog op de verbeterde toegankelijkheid van onze producten in ontwikkelingslanden. een dochteronderneming van de Postbank, die zich richt op milieuvriendelijke spaar- en beleggingsproducten. Verzekeringsmaatschappij RVS organiseert pensioenbijeenkomsten bij vrouwen thuis. Veel Nederlandse vrouwen hebben geen behoorlijke pensioenvoorziening. Zij zijn afhankelijk van hun partner en onderschatten het effect van een parttimedienstverband of een echtscheiding op hun financiële toekomst. Tijdens de bijeenkomst geeft de RVS-adviseur een spoedcursus over pensioenen. ING neemt de bescherming van klantengegevens heel serieus en blijft beveiligingsmaatregelen voor alle activiteiten aanscherpen. Zo hebben onze activiteiten in de Verenigde Staten een geavanceerde veiligheidscodering op alle draagbare apparatuur geïnstalleerd. Bovendien wordt bij onze directbank, ING Direct, voortdurend de beveiliging van technische systemen verbeterd om aan de wens van de klanten tegemoet te komen. Zij vertrouwen immers voor hun bankzaken steeds vaker op de technologie. ING spant zich ook in om te zoeken naar duurzame pensioenoplossingen; een punt van toenemend wereldwijd belang. Wij adviseren diverse overheden over pensioenhervorming en helpen hen hun eigen pensioenstelsels te ontwikkelen. Bovendien gaan wij binnen de financiële sector samenwerkingsverbanden aan om kennis en ervaring uit te wisselen en initiatieven voor particuliere pensioenvoorzieningen te bevorderen. Een voorbeeld is onze samenwerking met de Wereldbank en de OESO op het gebied van onderzoek naar geprivatiseerde pensioenstelsels voor opkomende economieën of economieën die zich in een overgangsfase bevinden. De uitkomst van het eerste samenwerkingsproject ‘Financiële resultaten van particuliere pensioenfondsen’ wordt naar verwachting eind 2007 gepubliceerd. VERANTWOORD BANKIEREN Financiële dienstverleners worden steeds vaker verantwoordelijk gesteld voor het handelen van hun zakelijke klanten. Onze wholesale-bankingactiviteiten hanteren een beleid inzake milieuen sociale risico’s (voorheen richtlijnen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen). Op basis van dit beleid toetsen wij of ondernemingen die kredietaanvragen indienen, betrokken zijn bij activiteiten die in strijd zijn met de normen en waarden die ING hanteert op milieu-, sociaal en ethisch gebied. Zo toetst ING kredietvoorstellen om erop toe te zien dat de financiering niet in strijd is met onze Business Principles. De herziene Equator Principles, een norm voor de financiële sector ter beheersing van milieu- en sociale risico’s bij projectfinanciering, vormen een essentieel onderdeel van ons beleid. De Equator Principles zijn nu van toepassing op alle projectfinancieringen van USD 10 miljoen of meer (vorige drempel was USD 50 miljoen). De divisie Wholesale Banking stimuleert milieuvriendelijke projecten. ING heeft een contract afgesloten ter financiering van de bouw en exploitatie van een netwerk, waarbij kooldioxideemissies van een raffinaderij worden gedistribueerd naar de kassen in het Westland, waarmee een totale investering van EUR 70 miljoen gemoeid is. De glastuinbouw heeft kooldioxide (CO2) nodig om gewassen te laten groeien en de raffinaderij kan hiermee de CO2-uitstoot met 170.000 ton reduceren. De afdeling Groenfinancieringen van ING heeft een zonneenergieproject gefinancierd in Mali waarbij 40.000 mensen van elektriciteit worden voorzien, alsmede een project in de Dominicaanse Republiek waarbij bussen op duurzame wijze worden vervangen. Groenfinancieringen sluit per jaar EUR 100 miljoen aan zakelijke leningen af voor Postbank Groen, 54 ING Groep Jaarverslag 2006 Ons bankbedrijf maakt zich sterk om de voorlichting aan klanten te verbeteren. In de Verenigde Staten heeft ING Direct de Planet Orange-website geïntroduceerd, waarop kinderen, ouders en docenten informatie kunnen vinden over elementaire financiële onderwerpen zoals geld verdienen en sparen. ING wil de toegang tot financiële producten en diensten voor kleine bedrijven en particulieren verbeteren en voelt daarbij een specifieke verantwoordelijkheid voor mensen in ontwikkelingslanden. Microfinanciering biedt mensen de mogelijkheid een bedrijf te starten, waardoor zij beter voor hun gezin kunnen zorgen. ING beschikt over de benodigde expertise in het ontwikkelen en op de markt brengen van financiële en verzekeringsproducten en wil die graag met anderen delen. Microfinancieringsinstellingen kunnen via onze partners een beroep op ons doen voor steun op het gebied van techniek en beheer. Daarnaast biedt microfinanciering nieuwe marktkansen voor beleggingsproducten, wholesale-banking- en retailbankingactiviteiten. ING Groenfinanciering verstrekt leningen aan microfinancieringsinstellingen. In India biedt ING Vysya via plattelandskantoren leningen en spaarproducten aan vrouwen en verstrekt daarnaast zakelijke kredieten aan microfinancieringsinstellingen. Eind 2006 hadden 112.000 personen een lening ontvangen met een totale waarde van EUR 56,6 miljoen. VERANTWOORD VERMOGENSBEHEER ING heeft EUR 600 miljard aan beheerd vermogen dat wereldwijd wordt belegd, waarvan EUR 195,5 miljard aan vermogen voor eigen rekening. Het is onze plicht dit vermogen op verantwoorde wijze te beleggen. We willen ervoor zorgen dat we in de toekomst aan onze verplichtingen tegenover polishouders kunnen voldoen, maar we willen tevens voorkomen dat eigen vermogen wordt belegd in ondernemingen met activiteiten die onverenigbaar zijn met onze Business Principles of ons beleid met betrekking tot de defensie-industrie. Het wereldwijde stembeleid van ING regelt hoe wij ons stemrecht tijdens aandeelhoudersvergaderingen uitoefenen voor zowel vermogen dat wij wereldwijd voor externe klanten beheren als voor vermogen dat wij voor eigen rekening beheren. Het beleid beschrijft de belangrijkste uitgangspunten en biedt een algemeen kader voor de afzonderlijke vermogensbeheeronderdelen van ING. Binnen dit kader kunnen zij zelf meer gedetailleerde stemprocedures uitwerken, die in lijn zijn met de heersende regelgeving en de normen van de landen waarin zij actief zijn. Op basis van het beleid van ING Investment Management (ING IM) uit 2005 aangaande de defensie-industrie, vond in 2006 wederom de jaarlijkse toetsing plaats van ondernemingen die zich bezighouden met de productie van controversiële wapens. Dit heeft ertoe geleid dat diverse bedrijven uit de beleggingsportefeuille voor eigen rekening van ING IM zijn verwijderd. ING biedt beleggers in verschillende landen duurzame beleggingsproducten aan en voorziet in gerichte informatie over de resultaten van bedrijven op milieu-, sociaal en ethisch gebied. Klanten kunnen activiteiten en gedrag dat niet overeenkomt met vooraf vastgestelde duurzame criteria, zoals de tabaksindustrie of kinderarbeid, uitsluiten van hun portefeuille. GEMEENSCHAPSONTWIKKELING ING Chances for Children is een ING-breed programma dat zich tot doel stelt kinderen in Brazilië, Ethiopië en India toegang te geven tot basisonderwijs. In 2006 heeft ING voldoende geld bijeengebracht om zo’n 52.000 kinderen een jaar lang onderwijs te geven. Wegens het grote succes van dit programma heeft ING besloten de doelstelling te verhogen naar 115.000 kinderen aan het eind van 2007 en stimuleert medewerkers om kinderen financieel te steunen. ING is van mening dat het goed is voor het verbeteren van de bedrijfscultuur en de prestaties om haar medewerkers te betrekken bij de ontwikkeling van de lokale gemeenschap. Verschillende bedrijfsonderdelen hebben stichtingen opgezet waarbij medewerkers participeren in lokale projecten. Zo heeft personeel van Wholesale Banking op de Filippijnen geholpen bij het bouwen van een speciaal ING-dorp in het centrum van Manilla. De medewerkers financierden zelf 140 huizen, waarin plaats is voor 700 bewoners, en hebben de huizen samen met Habitat for Humanity gebouwd. MILIEU ING richt zich op drie aandachtsgebieden die de meeste invloed op het milieu hebben: energieverbruik, papierverbruik en dienstreizen. Bedrijfsonderdelen worden aangemoedigd op lokaal niveau op dit punt hun verantwoordelijkheid te nemen. Zo zal ING Nederland vanaf 2007 helemaal op groene stroom overgaan. In 2007 wil ING CO2-neutraal worden, ofwel een tot nul gereduceerde netto-emissie van kooldioxide bereiken. Dit houdt in dat alle CO2-uitstoot wordt gecompenseerd door op groene elektriciteit over te gaan en door het huidige compensatieprogramma verder uit te breiden Dit programma steunt de herbeplanting en het herstel van 300 hectare tropisch regenwoud in Maleisië. In 2006 heeft ING haar doelstelling gerealiseerd door de CO2-uitstoot met 30% ten opzichte van 2005 terug te brengen. Bij de Nederlandse bedrijfsonderdelen moeten nieuwe lease-auto’s energiezuinig zijn (energiecategorie A, B of C). ING Car Lease biedt klanten een soortgelijk energielabelprogramma met drie categorieën voor bedrijfswagenparken. ING stimuleert bedrijfsonderdelen ongebleekt papier te gebruiken dat uit duurzame bronnen is verkregen. Een aantal bedrijfsonderdelen heeft een eigen milieuprogramma. Andere onderdelen, zoals ING Maleisië, werken aan het terugdringen van het papierverbruik met 20%. Dit maakt deel uit van een groencampagne binnen ING in 2007. ING kreeg wederom het predicaat ‘best in class’ toegekend in de Climate Leadership Index van het Carbon Disclosure Project (zie voor meer informatie www.cdproject.net). Daarnaast blijft ING lid van de rondetafelconferentie ‘Global Roundtable on Climate Change’. CONCLUSIES EN AMBITIES In Chili lanceerden werknemers een speciaal project dat financiële ondersteuning biedt aan kinderen uit gezinnen met een laag inkomen alsmede aan een tehuis voor geestelijk gehandicapte weesmeisjes. Kunst is een verrijking voor de samenleving. Het brengt mensen samen en weerspiegelt de waarden en ambities die een samenleving heeft. ING steunt de kunst via sponsoringprogramma’s en samenwerkingsverbanden. De ING-kunstcollectie is een bijzonder onderdeel van het kunsten cultuurprogramma. In 2006 heeft ING een nieuwe catalogus uitgebracht onder de titel Art in the Office, met een selectie uit de ING-collectie van 20.000 kunstwerken die wereldwijd op 1.200 kantoren te zien zijn. ING acht het ook van belang sociale en culturele betrokkenheid te tonen door middel van tentoonstellingen in nationale en internationale musea. In 2006 organiseerde ING een internationale tentoonstelling in Polen. Voor 2007 en 2008 zijn tentoonstellingen in België, Nederland, Italië, Frankrijk en de Filippijnen gepland. ING wil de strategie inzake verantwoord ondernemen verder bevorderen, bijvoorbeeld door middel van gerichte presentaties op de ING Business School en het introductieprogramma van Wholesale Banking voor nieuwe medewerkers. In 2007 zal tevens de interne communicatie worden uitgebreid. We gaan een internationaal netwerk van collega’s opzetten die zich bezighouden met verantwoord ondernemen of met gemeenschapsontwikkeling. Verantwoorde bedrijfsvoering, het bevorderen van verantwoord ondernemen binnen onze bedrijfsonderdelen en het effect van onze bedrijfsactiviteiten op het milieu blijven belangrijke aandachtspunten voor ING. We zullen de initiatieven op het gebied van geavanceerde gemeenschapsontwikkelingsprogramma’s stimuleren en de betrokkenheid bij onze stakeholders verder vergroten. Amsterdam, 12 maart 2007 De Raad van Bestuur ING Groep Jaarverslag 2006 55 1.3 Onze governance Bericht van de Raad van Commissarissen In 2006 hebben de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur wederom intensief contact gehad door middel van periodieke vergaderingen. In de vergaderingen van de Raad van Commissarissen werden in de loop van het jaar alle belangrijke zaken besproken. De commissies van de Raad van Commissarissen bespraken een aantal onderwerpen waarover zij de voltallige Raad van Commissarissen adviseerden, waaronder de kwartaalcijfers, human resources en governance. ALGEMEEN De Raad van Commissarissen kwam in de loop van het jaar acht maal bijeen. Alle leden woonden ten minste zeven van de acht vergaderingen bij; de meesten van hen woonden alle vergaderingen bij. De commissievergaderingen werden in dezelfde hoge mate bijgewoond. Het Audit Committee vergaderde zes keer, de Remuneratie- en Nominatiecommissie drie keer en het Corporate Governance Committee twee keer. In januari werd de eerste ING Kennisdag gehouden, een dag gevuld met presentaties en discussies over voor ING belangrijke onderwerpen. Het doel van de dag was leden van de Raad van Commissarissen achtergrondinformatie te verstrekken over de divisies en over zaken met betrekking tot regelgeving, risico’s, compliance, enz. Er werd een uitgebreide presentatie gegeven door Risk Management, waardecreatie werd besproken en ING Direct presenteerde haar bedrijfsmodel. Vergaderingen Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen is het jaar begonnen met zijn jaarlijkse vergadering in januari over de strategie en het middellangetermijnplan van ING. Tijdens deze vergadering van een volledige dag werd tevens feedback verstrekt over de wijze waarop institutionele beleggers en analisten tegen ING aankijken. Het middellangetermijnplan is in detail besproken en goedgekeurd door de Raad van Commissarissen. Hierin worden de plannen van de divisies en de financiële doelstellingen voor elk daarvan en voor de Groep als geheel behandeld. De Raad van Commissarissen heeft de ambitie van ING een sterke wereldwijde financiële instelling te zijn besproken, alsmede hoe deze positie kan worden behouden in een continu veranderende omgeving. De discussie spitste zich toe op het belang van autonome groei, maar ook op de noodzaak om alert te zijn op ontwikkelingen in de sector die van invloed zouden kunnen zijn op de positie van ING op de wereldmarkt. In februari werden de jaarcijfers besproken, waaronder de desbetreffende rapporten van de externe accountants. Wholesale Banking gaf een presentatie over haar positionering en activiteiten op de financiële markten. De conceptagenda van de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders werd besproken en goedgekeurd. In mei kwamen de cijfers over het eerste kwartaal aan de orde. Leadership Development werd besproken naar aanleiding van een rapport van Group Human Resources. Er wordt veel aandacht besteed aan leiderschapsontwikkeling, van jonge talenten tot potentiële kandidaten voor de Raad van Bestuur. ING Real Estate gaf een presentatie over haar succesvolle activiteiten, waarbij tevens werd ingegaan op de grootste uitdagingen. De Aandeelhoudersvergadering werd geëvalueerd. De Raad van Commissarissen wil het niveau van de discussies verbeteren door zich te richten op de belangrijke thema’s voor ING, zoals strategie, de resultaten, risicobeheer, corporate governance en verantwoord ondernemen. In de vergadering van augustus werden de halfjaarcijfers besproken, net zoals in elke vergadering mede naar aanleiding van het mondelinge verslag van de besprekingen in het voorafgaande Audit Committee. Het managementteam van US Financial Services gaf een presentatie over ontwikkelingen op het gebied van levensverzekeringen en pensioenen in de VS, een van de belangrijkste 56 ING Groep Jaarverslag 2006 markten voor ING. Ook werden ontwikkelingen in de regelgeving in de VS besproken. De vergadering van oktober werd aangewend voor presentaties en discussies over Operations/IT en Private Banking, terwijl in november de negenmaandscijfers werden besproken en verder werd ingegaan op de strategie. De reglementen van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen en hun commissies werden beoordeeld en waar nodig geactualiseerd. In oktober bracht de Raad van Commissarissen een bezoek aan India om zich te informeren over de positie van ING in deze zich snel ontwikkelende markt. In alle vergaderingen gedurende het jaar heeft de Raad van Bestuur de Raad van Commissarissen geïnformeerd over actuele kwesties, zoals overnames en nieuwe bedrijfsinitiatieven. Tijdens interne vergaderingen heeft de Raad van Commissarissen de kandidatuur voor nieuwe leden van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen vastgesteld, alsmede de beloningsvoorstellen en het nieuwe pensioenbeleid voor leden van de Raad van Bestuur. Tijdens de jaarlijkse interne vergadering van de Raad van Commissarissen werd het functioneren van de Raad van Commissarissen, zijn commissies en zijn individuele leden besproken, mede in het licht van het profiel van de Raad van Commissarissen. Voorts werd het functioneren van de Raad van Bestuur en de individuele leden van de Raad van Bestuur besproken. Vergaderingen Audit Committee Tijdens vier vergaderingen besprak het Audit Committee de jaaren kwartaalresultaten en tijdens twee de halfjaar- en jaarresultaten op basis van de Amerikaanse waarderingsgrondslagen. Belangrijk in 2006 was de aanpassing per 31 december 2006 van de interne controle van ING en de onderliggende documentatie ten einde te voldoen aan de verplichtingen volgens de Amerikaanse SarbanesOxley-wet. Andere onderwerpen waren risicobeheer, vermogensbeheer en compliance. De management letters van de interne en externe accountants inzake de interne controle werden besproken, alsmede de herstructurering van Corporate Audit Services en van de risicobeheerafdellingen. Er werden presentaties gegeven door Corporate Audit Services over de nieuwe werkwijze en de aangepaste structuur, door Nationale-Nederlanden over de administratieve processen, en door Corporate Operational en Information Services over IT-risicobeheer. De onafhankelijkheid en de kwaliteit van de dienstverlening van de externe accountants werden geëvalueerd. Het Audit Committee kwam tot de conclusie dat het efficiënter zou zijn als de financiële controle van ING Groep N.V. en haar dochterondernemingen werden opgedragen aan één accountantskantoor in plaats van aan twee. Derhalve zullen zowel Ernst & Young als KPMG in 2007 worden uitgenodigd tot het indienen van een offerte voor de financiële controle van ING Groep N.V. en al haar dochterondernemingen. Het is de bedoeling om in 2008 over te stappen op één externe accountant, die in 2008 door de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders zal worden benoemd. Vergaderingen Remuneratie- en Nominatiecommissie In de Remuneratie- en Nominatiecommissie werd de toekomstige samenstelling van de Raad van Commissarissen besproken, met het oog op toekomstige vacatures. Aan de hand van een lijst van kandidaten werden drie nieuwe kandidaten voor benoeming tot de Raad van Commissarissen geselecteerd. Met het oog op de pensionering op 60-jarige leeftijd van de heer Maas als vicevoorzitter en CFO van de Raad van Bestuur na de AVA van 2007 is een voorstel voor zijn opvolging besproken. Begin 2006 werd de voordracht van vier nieuwe leden van de Raad van Bestuur bevestigd. Hun beloningspakket werd besproken en ter goedkeuring aan de Raad van Commissarissen voorgelegd. De prestaties over 2005 van de leden van de Raad van Bestuur werden aan de hand van de prestatiecriteria voor de Groeps- en individuele doelstellingen besproken. Het voorstel aan de Raad van Commissarissen inzake de variabele beloning over 2005 werd goedgekeurd. Ook de beloningsstructuur van de Raad van Bestuur over 2006 is besproken. In lijn met de voorgenomen geleidelijke overgang naar een meer marktconform beloningsniveau zijn de variabele componenten verhoogd van 75% tot 100% van het basissalaris indien de doelstellingen worden bereikt. Het nieuwe pensioenbeleid voor leden van de Raad van Bestuur werd besproken in het licht van nieuwe wetgeving. Het voorstel om over te stappen van een systeem op basis van vaste toezeggingen (defined-benefit system) naar een pensioenregeling op basis van vaste premies (defined-contribution system) werd door de Raad van Commissarissen binnen het door de AVA goedgekeurde kader ondersteund en vastgesteld. Vergaderingen Corporate Governance Committee In het Corporate Governance Committee is de agenda voor de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders besproken. Het Committee heeft een herziene versie van de ING Insidersregeling besproken alsmede de herziene versies van het Reglement van de Raad van Bestuur en het Reglement van de Raad van Commissarissen, inclusief de herziene reglementen van de commissies van de Raad van Commissarissen. Er waren slechts kleine wijzigingen nodig om de reglementen te laten aansluiten bij internationale wet- en regelgeving. De herziene reglementen zijn gepubliceerd op de website van ING. Het Committee heeft tevens een rapport besproken van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) over de compliancecultuur van ING in Nederland en onderschrijft de conclusies van de Raad van Bestuur inzake verdere verbetering. Samenstelling Raad van Bestuur In april 2006 zijn Fred Hubbell, Alexander Rinnooy Kan en Hans Verkoren afgetreden als lid van de Raad van Bestuur. De nieuw benoemde leden zijn Dick Harryvan, Tom McInerney, Hans van der Noordaa en Jacques de Vaucleroy. Van deze veranderingen in de Raad van Bestuur is melding gemaakt in het jaarverslag 2005. In 2007 zal Cees Maas – vicevoorzitter en chief financial officer – de contractuele pensioenleeftijd van 60 jaar bereiken. In zijn rol als CFO was hij mede verantwoordelijk voor de financiële en risicobeheerfuncties. In het licht van de sterke ontwikkeling op deze gebieden wordt aan de AVA van 2007 voorgesteld om een nieuwe CFO te benoemen, die verantwoordelijk is voor de financieringsfunctie, alsmede een CRO, chief risk officer, die verantwoordelijk is voor het risicobeheer. In verband hiermee wordt voorgesteld om John Hele (Canadees, 1958) en Koos Timmermans (Nederlander, 1960) te benoemen tot respectievelijk CFO en CRO. De heer Hele is op 1 mei 2006 benoemd tot plaatsvervangend CFO. Hij kwam in 2003 in dienst van ING. De heer Timmermans werkt sinds 1996 bij ING. Hij is eveneens per 1 mei 2006 benoemd tot plaatsvervangend CRO. ING Groep Jaarverslag 2006 57 1.3 Onze governance Bericht van de Raad van Commissarissen vervolg Gegevens inzake de leden van de Raad van Bestuur en de voorgedragen leden treft u aan op pagina 63-64. Pensionering van Cees Maas Na de Algemene Vergadering van Aandeelhouders zal Cees Maas terugtreden uit de Raad van Bestuur in verband met het bereiken van de leeftijd van 60 jaar in 2007. De heer Maas werd in 1992 lid van de Raad van Bestuur van ING Groep, een jaar na de fusie tussen Nationale-Nederlanden en NMB Postbank Groep. Hij speelde al bij het fusieproces een rol als een betrokken lid van de Raad van Commissarissen van NMB Postbank Groep. In 1996 werd hij benoemd tot chief financial officer en in 2004 werd hij vicevoorzitter. In de 15 jaar dat hij lid was van de Raad van Bestuur heeft de heer Maas een geweldige bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van ING, waarbij hij een belangrijke rol speelde tijdens de grote acquisities die in die periode plaatsvonden. Als verantwoordelijke voor de financiële en risicobeheerfunctie en als eerste CFO binnen ING, heeft hij de financiële functie alsmede het risicobeheer binnen ING naar een hoger niveau gebracht. Beide worden nu tot de beste in de financiële sector gerekend. De heer Maas is een zeer energieke persoonlijkheid die met veel verve het verhaal van ING vertelt, zowel vanuit een financieel oogpunt als in het licht van de strategie van ING. Gedurende zijn ING-jaren en tijdens zijn voorgaande positie als thesaurier-generaal bij het Ministerie van Financiën heeft hij een wereldwijd netwerk aan zakelijke contacten opgebouwd. ING heeft in hoge mate kunnen profiteren van dit netwerk en van zijn communicatietalent. Gezien zijn kennis van en ervaring met zowel het bank- als het verzekeringsbedrijf, zijn wij zeer verheugd dat hij als adviseur van de Raad van Bestuur aan ING verbonden zal blijven. Samenstelling Raad van Commissarissen Aad Jacobs en Paul de Meester zijn na de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in april 2006 afgetreden. In diezelfde vergadering zijn Cor Herkströter en Karel Vuursteen herbenoemd als lid van de Raad van Commissarissen en werd Piet Klaver benoemd als nieuw lid. Van deze veranderingen is reeds melding gemaakt in het jaarverslag over 2005. De heer Jacobs was voorzitter van het Audit Committee. Zijn opvolger is Jan Hommen, die reeds lid was van het Audit Committee. Wim Kok is benoemd tot nieuw lid van het Audit Committee. Godfried van der Lugt was al in november 2005 de heer De Meester opgevolgd als lid van het Audit Committee. Paul van der Heijden zal tijdens de Aandeelhoudersvergadering op 24 april 2007 aftreden, aangezien de maximumperiode van drie termijnen van vier jaar is verstreken. Cor Herkströter en Luella Gross Goldberg zouden eveneens in 2007 aftreden als lid van de Raad van Commissarissen vanwege het bereiken van de leeftijd van 70 jaar. Beiden hebben er mee ingestemd nog een jaar aan te blijven om een evenwichtige samenstelling van de Raad van Commissarissen zeker te stellen. De heren Claus Dieter Hoffmann en Wim Kok worden beiden voor herbenoeming voorgedragen. De Raad van Commissarissen zal drie kandidaten voordragen voor benoeming: Henk Breukink (1950, Nederlandse nationaliteit, per 24 april 2007), Peter Elverding (1948, Nederlandse nationaliteit, 58 ING Groep Jaarverslag 2006 per 1 augustus 2007) en Piet Hoogendoorn (1945, Nederlandse nationaliteit, per 1 juni 2007). Deze voorgenomen benoemingen zijn goedgekeurd door De Nederlandsche Bank. Gegevens inzake de leden van de Raad van Commissarissen en de voorgedragen leden treft u aan op pagina 66-67. Er zijn momenteel geen commissarissen die zich kwalificeren als ‘niet-onafhankelijk’ zoals gedefinieerd in best-practicebepaling III.2.2. van de Nederlandse Corporate Governance Code. Van de kandidaten die voor benoeming zijn voorgedragen wordt de heer Hoogendoorn niet als onafhankelijk beschouwd gezien zijn positie bij Deloitte Touche Tohmatsu tot 1 juni 2007 en de belangrijke relatie van dit bedrijf met ING. Na de benoeming van de heer Hoogendoorn voldoet ING nog steeds aan best-practicebepaling III.2.1. Aftreden Paul van der Heijden als commissaris Paul van der Heijden werd in 1995 benoemd op voordracht van de Nederlandse Centrale Ondernemingsraad. Als hoogleraar arbeidsrecht heeft hij specifieke kennis ingebracht in de Raad van Commissarissen. Hij was een belangrijke schakel met de Centrale Ondernemingsraad. Hij nam in de Remuneratie- en Nominatiecommissie een kritische maar evenwichtige houding aan, waarbij hij de commentaren in de Nederlandse markt over de hoogte van de beloningen van leden van de Raad van Bestuur goed aanvoelde. Hij had een belangrijke inbreng in de besprekingen met de Centrale Ondernemingsraad over de beloning van de Raad van Bestuur. Zowel de Raad van Commissarissen als de Raad van Bestuur wil de heer Van der Heijden bedanken voor zijn inzet in de afgelopen 12 jaren voor ING en de wijze waarop hij zijn rol in de Raad van Commissarissen heeft ingevuld. Jaarrekening en dividend De Raad van Bestuur heeft de jaarrekening opgesteld en deze met de Raad van Commissarissen besproken. De jaarrekening zal als onderdeel van het jaarverslag ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Het voorgestelde dividend over 2006 bedraagt EUR 1,32 per (certificaat van een) gewoon aandeel. Rekening houdend met het interimdividend van EUR 0,59 bedraagt het slotdividend dan EUR 0,73, uit te keren in contanten. Waardering voor de Raad van Bestuur en de medewerkers Ten slotte bedankt de Raad van Commissarissen de Raad van Bestuur voor de wijze waarop de Raad de onderneming heeft geleid tijdens een jaar met wederom goede resultaten, terwijl in de tweede helft van het jaar de economische omstandigheden een extra uitdaging vormden. Met vier nieuwe leden van de acht is de Raad van Bestuur zich blijven richten op groei en winst, kostenbesparingen en portefeuillebeheer. De Raad van Commissarissen bedankt tevens de 120.000 werknemers die zich dagelijks voor ING inzetten, uiteindelijk altijd in het belang van de klanten, aandeelhouders en overige stakeholders. Amsterdam, 12 maart 2007 De Raad van Commissarissen 1.3 Onze governance Corporate governance Dit hoofdstuk behandelt de wijze waarop de Nederlandse Corporate Governance Code (‘code-Tabaksblat’) binnen ING Groep N.V. (ING Groep) wordt toegepast en geeft informatie over kapitaal en zeggenschap, de Raad van Bestuur, de Raad van Commissarissen en de externe accountants. RECENTE ONTWIKKELINGEN Nieuwe wetgeving ING heeft in 2006 als gevolg van wetswijzigingen nieuwe voorzieningen getroffen waardoor het voor beleggers gemakkelijker wordt aan aandeelhoudersvergaderingen deel te nemen. Deze nieuwe wetgeving maakt het mogelijk om de registratiedatum voor de aandeelhoudersvergadering vast te stellen op dertig dagen voor de vergadering (voorheen was dat zeven dagen). Ondernemingen kunnen zich hierdoor beter voorbereiden op de vergadering en aandeelhouders hebben eerder duidelijkheid over het aantal aandelen waarmee zij kunnen stemmen. ING zal de nieuwe regeling toepassen met ingang van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 2007. Daarnaast maakt de nieuwe wetgeving het voor aandeelhouders mogelijk om via videoconferentie aan de vergadering deel te nemen. De aandeelhoudersvergaderingen worden hierdoor toegankelijker, met name voor institutionele beleggers in het buitenland die toegang hebben tot faciliteiten voor videoconferentie. Verder mogen ondernemingen hun aandeelhouders via hun website of e-mail in plaats van via advertenties in kranten op de hoogte stellen van vergaderingen. Beide veranderingen vereisen een wijziging van de statuten. Een dergelijke statutenwijziging wordt voorgesteld aan de Aandeelhoudersvergadering in 2007. Dialoog met aandeelhouders ING Groep wil beleggers in staat stellen vragen te stellen over agendapunten voor de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 2007. Aandeelhouders en certificaathouders kunnen hun vragen indienen via de website van ING Groep (www.ing.com). Deze vragen zullen voor de vergadering op www.ing.com worden beantwoord. CORPORATE-GOVERNANCECODES Naleving van de code-Tabaksblat ING Groep neemt voor haar corporate-governancestructuur de code-Tabaksblat als uitgangspunt. De corporate-governancestructuur van ING Groep, zoals beschreven in het boekje ‘De Nederlandse Corporate Governance Code – de implementatie door ING van de code-Tabaksblat voor deugdelijk ondernemingsbestuur’, is op 26 april 2005 goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Dit betekent dat ING wordt geacht de code volledig na te leven, hoewel dit niet voor alle best-practicebepalingen van de code-Tabaksblat volledig geldt. Dit boekje is beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com) en is aangevuld met een update van de wijze waarom ING de code-Tabaksblat sinds 2005 heeft toegepast. Voor 2006 gelden de volgende afwijkingen van de code-Tabaksblat: – niet in het jaarverslag 2005, maar in het jaarverslag 2006 rapporteert ING voor de eerste keer volgens de SOX 404bepalingen voor interne risicobeheersings- en controlesystemen in verband met de financiële verslaggeving; voor andere risico’s wordt een beschrijving gemaakt van de risicobeheersings- en controlesystemen en eventuele materiële tekortkomingen die zijn ontdekt, inclusief de (geplande) verbeteringen (best-practicebepaling II.1.4); ING Groep Jaarverslag 2006 59 1.3 Onze governance Corporate governance vervolg – de twee leden van de Raad van Bestuur die voor 1 januari 2004 zijn benoemd, blijven voor onbepaalde tijd benoemd en behouden de met hen overeengekomen vertrekregeling, die de hoogte van een jaarsalaris overschrijdt (best-practicebepaling II.1.1 en II.2.7), aangezien bestaande contractuele overeenkomsten niet eenzijdig kunnen worden gewijzigd; – bij leden van de Raad van Bestuur die al voor hun benoeming tot de Raad van Bestuur in dienst waren van ING wordt rekening gehouden met bestaande rechten ten aanzien van ontslagvergoedingen. Hun vertrekregeling kan derhalve hoger zijn dan het in de code-Tabaksblat vastgelegde maximum (best-practicebepaling II.2.7); – leden van de Raad van Bestuur mogen aandelen, die zonder financiële overweging aan hen zijn toegekend, binnen de vastgestelde periode van vijf jaar verkopen teneinde de belasting over het gevestigde recht te betalen (best-practicebepaling II.2.3) om zo te voorkomen dat het salaris in die maand geheel benodigd is voor de belastingbetaling; – informatie over de prestatiecriteria voor het variabele deel van de beloning van leden van de Raad van Bestuur wordt alleen openbaar gemaakt voor zover niet koers- of concurrentiegevoelig (best-practicebepaling II.2.3, II.2.10 en II.2.11); – leden van de Raad van Bestuur mogen in hun normale bedrijfsuitoefening en onder dezelfde voorwaarden als voor alle andere medewerkers van ING Groep gebruikmaken van de bank- en verzekeringsdiensten van dochtermaatschappijen van ING Groep. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om diensten waarbij het aspect van kredietverlening minder nadrukkelijk speelt, zoals bij creditcards en debetstanden in rekening-courant (bestpracticebepaling II.2.8, II.3.2 en II.3.3). Deze uitzonderingen zijn toegestaan vanwege hun geringe materiële belang; – indien een lid van de Raad van Commissarissen niet aan de onafhankelijkheidscriteria van de code-Tabaksblat zou voldoen, mag de Raad van Commissarissen onder bepaalde omstandigheden toch een beargumenteerd besluit nemen om dat lid als onafhankelijk te betitelen. Het kan hierbij gaan om bijvoorbeeld de duur, intensiteit of geografische afstand van een persoonlijke of zakelijke relatie (best-practicebepaling III.2.2), waardoor een bepaalde niet-onafhankelijkheid wordt toegestaan die niet van materieel belang is; – de wettelijk vereiste tweede kandidaat bij een bindende voordracht voor benoeming tot de Raad van Commissarissen hoeft noch aan de onafhankelijkheidscriteria van de codeTabaksblat noch aan de profielschets voor de Raad van Commissarissen te voldoen (best-practicebepaling III.2.2 en II.3.1) in verband met de verwachte afschaffing van deze wettelijke eis; – de heer J.H.M. Hommen, die tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in 2005 is benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen, heeft commissariaten bij beursgenoteerde ondernemingen die volgens de code-Tabaksblat voor meer dan vijf tellen (best-practicebepaling III.3.4). In mei 2007 trekt hij zich terug als lid van de Raad van Commissarissen van Ahold N.V., waarna hij wel voldoet aan de code-Tabaksblat; – de Raad van Commissarissen mag onder speciale omstandigheden afwijken van de algemene regel dat een commissaris niet langer dan twee opeenvolgende termijnen van vier jaar zitting mag hebben in de Raad van Commissarissen (bestpracticebepaling III.3.5); 60 ING Groep Jaarverslag 2006 – ING Groep heeft een gecombineerde Remuneratie- en Nominatiecommissie in plaats van een afzonderlijke remuneratiecommissie en nominatiecommissie (best-practicebepaling III.5.1); – de Remuneratie- en Nominatiecommissie staat onder voorzitterschap van de voorzitter van de Raad van Commissarissen (best-practicebepaling III.5.11), zodat hij direct en in een vroeg stadium is betrokken bij dit belangrijke onderwerp; – de Raad van Commissarissen is bevoegd om bij transacties met een familielid waarbij volgens de code-Tabaksblat een tegenstrijdig belang kan ontstaan, toch te besluiten dat er geen sprake is van belangenverstrengeling. Dat geldt wanneer de relatie is gebaseerd op een huwelijk waarbij, bijvoorbeeld in geval van een scheiding (best-practicebepaling III.6.1), situaties kunnen ontstaan waarin de familierelatie (niet langer) van belang is; – transacties met commissarissen of natuurlijke of rechtspersonen met minimaal 10% van de aandelen van ING Groep waarbij sprake is van aanzienlijke tegenstrijdige belangen, worden gepubliceerd in het jaarverslag, tenzij (i) dit in strijd is met de wet, (ii) publicatie niet mogelijk is vanwege het vertrouwelijke, koersgevoelige of concurrentiegevoelige karakter van de transactie en/of (iii) de informatie zo concurrentiegevoelig is dat publicatie schadelijk zou kunnen zijn voor de concurrentiepositie van ING Groep (best-practicebepaling III.6.3 en 6.4); – leden van de Raad van Commissarissen mogen gebruikmaken van de bank- en verzekeringsdiensten van dochtermaatschappijen van ING Groep volgens de normale dienstverlening en voorwaarden. Daaronder vallen ook diensten waarbij het aspect van kredietverlening minder nadrukkelijk speelt, zoals bij creditcards en debetstanden in rekening-courant (bestpracticebepaling III.7.4). Deze uitzonderingen zijn toegestaan vanwege hun geringe materiële belang; – het stemrecht op de preferente aandelen A is gebaseerd op hun nominale waarde (best-practicebepaling IV.1.2), aangezien dit stemrecht niet eenzijdig kan worden veranderd; – indien van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders een notarieel verslag wordt opgesteld, krijgen aandeelhouders niet de gelegenheid op het verslag van de vergadering te reageren (best-practicebepaling IV.3.8), aangezien dit in strijd is met de wetgeving aangaande een dergelijk notarieel verslag. Afwijkingen van de code-Tabaksblat door de Stichting ING Aandelen worden gerapporteerd in hun eigen jaarverslag (zie pagina 69-70). Voorschriften NYSE Volgens de beursvoorschriften van de New York Stock Exchange (‘NYSE’) is ING Groep als buitenlandse beursgenoteerde onderneming verplicht aan te geven op welke belangrijke punten haar eigen praktijken inzake corporate governance afwijken van de NYSE-voorschriften die door Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen worden gehanteerd. Een overzicht van wat naar onze mening de belangrijkste verschillen zijn tussen onze corporate-governancepraktijken en de voor Amerikaanse ondernemende geldende corporate-governanceregels van NYSE is beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com). KAPITAAL EN AANDELEN Kapitaalstructuur, aandelen Het maatschappelijk kapitaal van ING Groep bestaat uit gewone aandelen, preferente aandelen A, preferente aandelen B in vijf series en cumulatief preferente aandelen. Wanneer hierna verwezen wordt naar aandelen, worden daarmee zowel gewone aandelen als preferente aandelen bedoeld, tenzij anders aangegeven. Momenteel zijn alleen gewone aandelen en preferente aandelen A geplaatst. Een recht tot het nemen van cumulatief preferente aandelen is verleend aan de Stichting Continuïteit ING (zie pagina 71). Van het totale geplaatste kapitaal bestaat 97% uit gewone aandelen en 3% uit preferente aandelen A. De cumulatief preferente aandelen dienen ter bescherming van de zelfstandigheid, de continuïteit en de identiteit van de vennootschap tegen de overname van zeggenschap door derden, bijvoorbeeld in geval van vijandige overnames. De gewone aandelen en de preferente aandelen worden uitsluitend gebruikt voor de financiering van de vennootschap. Alle aandelen luiden op naam en zijn niet beursgenoteerd. Certificaten van aandelen Ruim 99% van de geplaatste gewone en preferente aandelen is in handen van de Stichting ING Aandelen (‘de Stichting’). Tegenover deze aandelen geeft de Stichting certificaten aan toonder uit. Deze certificaten zijn beursgenoteerd (zie pagina 8 voor een overzicht van de effectenbeurzen). Een certificaat kan zonder enige beperking worden omgewisseld voor het onderliggende aandeel. Hiervoor kunnen administratiekosten in rekening worden gebracht. Het bestuur van de Stichting bestaat uit vijf leden die allen onafhankelijk zijn van ING Groep. In het bestuur zitten geen medewerkers van ING Groep of leden van de Raad van Commissarissen. Het bestuur benoemt zijn eigen leden, zonder dat daarvoor de goedkeuring van ING Groep is vereist. Het bestuur van de Stichting rapporteert over de eigen activiteiten door middel van een jaarverslag, dat is opgenomen op pagina 69-70 van dit jaarverslag. Uitgifte van aandelen Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap vormt het statutaire maximum voor het geplaatste kapitaal. Voordat nieuwe aandelen boven dit maximum kunnen worden uitgegeven, dient het maatschappelijk kapitaal eerst te worden verhoogd door middel van een statutenwijziging. Omwille van de flexibiliteit (een statutenwijziging treedt pas in werking na het verlijden van een notariële akte van statutenwijziging en een voorafgaande verklaring van geen bezwaar van de minister van Justitie) is het maatschappelijk kapitaal in de statuten van ING Groep op het wettelijk toegestane maximum gesteld. De uitgifte van aandelen dient te worden goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, die deze bevoegdheid kan delegeren. Elk jaar wordt de Aandeelhoudersvergadering gevraagd de bevoegdheid voor het uitgeven van nieuwe aandelen of voor het verlenen van rechten tot het nemen van nieuwe aandelen, al dan niet met voorkeursrecht, te delegeren aan de Raad van Bestuur. De aan de Raad van Bestuur gedelegeerde bevoegdheid is als volgt beperkt: – in tijd: de bevoegdheid geldt voor een periode van 18 maanden; – in soort aandelen: alleen gewone aandelen en preferente aandelen B mogen worden geplaatst; – in aantal: (1) voor gewone aandelen maximaal 10% van het geplaatste kapitaal, of 20% bij een fusie of overname; (2) preferente aandelen B mogen worden geplaatst tot een maximum dat gelijk staat aan het maximale aantal preferente aandelen B dat nodig is om alle uitstaande, in 2004 uitgegeven ING Perpetual Securities III ten bedrage van EUR 1 miljard (en vergelijkbare instrumenten die zijn of worden uitgegeven) te converteren in preferente aandelen indien dat noodzakelijk mocht zijn volgens de daarvoor geldende voorwaarden; – in uitgiftekoers van de preferente aandelen B: de uitgiftekoers van preferente aandelen B moet minimaal gelijk zijn aan de koers van gewone aandelen op Euronext Amsterdam; – in zeggenschap: besluiten van de Raad van Bestuur voor de uitgifte van nieuwe aandelen dienen te worden goedgekeurd door de Raad van Commissarissen. Elke overschrijding van bovengenoemde beperkingen voor de uitgifte van aandelen dient vooraf te worden goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Overdracht van aandelen en certificaten De overdracht van aandelen tussen een verkopende en kopende partij dient steeds bij notariële akte plaats te vinden. Elke overdracht dient altijd eerst door ING Groep te worden goedgekeurd, tenzij ING Groep zelf partij is bij de overdracht. Volgens de statuten zijn er geen beperkingen ten aanzien van de overdracht van gewone aandelen, preferente aandelen A en preferente aandelen B. De overdracht van cumulatieve preferente aandelen dient wel vooraf te worden goedgekeurd door de Raad van Bestuur. In de statuten en administratievoorwaarden zijn geen beperkingen opgenomen voor de overdracht van certificaten. ING Groep is niet op de hoogte van het bestaan van enige overeenkomst tot beperking van de overdracht van gewone aandelen, preferente aandelen A of certificaten. Terugkopen van aandelen De onderneming kan uitstaande aandelen en certificaten weer terugkopen. De bevoegdheid hiervoor ligt weliswaar bij de Raad van Bestuur na goedkeuring door de Raad van Commissarissen, maar terugkoop is pas mogelijk na voorafgaande autorisatie door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Volgens de Nederlandse wet is deze autorisatie geldig voor een periode van 18 maanden. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders krijgt elk jaar het verzoek goedkeuring te verlenen aan het terugkopen van aandelen door de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur dient zich bij het terugkopen van aandelen te houden aan de in de autorisatie vastgelegde koersmarges: – voor gewone aandelen: niet lager dan één eurocent en niet hoger dan de hoogste koers op Euronext Amsterdam op de datum van de terugkoopovereenkomst of de voorafgaande dag waarop deze beurs open is; – voor preferente aandelen A: niet lager dan één eurocent en niet hoger dan 130% van de koers die voor het aandeel wordt betaald (inclusief premie) of 130% van de hoogste koers op Euronext Amsterdam op de datum van de terugkoopovereenkomst of de voorafgaande dag waarop deze beurs open is. ING Groep Jaarverslag 2006 61 1.3 Onze governance Corporate governance vervolg Structuur aandeelhouders Op pagina 8 staat een overzicht van de beleggers die op grond van de Wet op het financieel toezicht (of de voorloper van deze wet) hun belang in ING Groep hebben gemeld. Dochtermaatschappijen van ING Groep hadden per 31 december 2006 een belang van 11,55% in ABN AMRO, voornamelijk in preferente aandelen. Het belang in Fortis was kleiner dan 1%. Deze belangen worden aangehouden als belegging. Tussen ING Groep en ABN AMRO of Fortis bestaan geen aandeelhoudersovereenkomsten of andere afspraken ten aanzien van de uitoefening van stemrecht. ING Groep is niet op de hoogte van het bestaan van beleggers met een belang van 10% of meer in ING Groep. STEMRECHT OP AANDELEN EN CERTIFICATEN Stemrecht op aandelen Aan elk aandeel is het recht verbonden een stem uit te brengen tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Overeenkomstig de Nederlandse wet is het stemrecht proportioneel aan de nominale waarde van de aandelen. Dat betekent dat elk gewoon aandeel (en, indien geplaatst, elk preferent aandeel B) dat een nominale waarde heeft van EUR 0,24, wettelijk recht geeft op één stem en elk preferent aandeel A (en, indien geplaatst, elk cumulatief preferent aandeel) dat een nominale waarde heeft van EUR 1,20, op vijf stemmen. Aan de andere kant lijkt de codeTabaksblat (best-practicebepaling IV.1.4) aan te geven dat, wanneer dergelijke aandelen worden geplaatst, het stemrecht op voor financieringsdoeleinden geplaatste preferente aandelen proportioneel zouden moeten zijn aan de koers. Per ultimo 2006 waren de beurskoersen van gewone aandelen en preferente aandelen A respectievelijk EUR 33,59 en EUR 3,26. ING Groep verkeert niet in de positie het stemrecht op preferente aandelen A eenzijdig te verlagen en is in afwachting van nieuwe wetgeving. In de statuten zijn geen beperkingen geformuleerd ten aanzien van het stemrecht op welk type aandeel van ING Groep dan ook. ING Groep is niet op de hoogte van het bestaan van overeenkomsten waarin het stemrecht op welk type aandeel dan ook is beperkt. Stemrecht op certificaten Hoewel aan de certificaten formeel geen stemrecht is verbonden, hebben certificaathouders in de praktijk hetzelfde stemrecht als aandeelhouders. De Stichting ING Aandelen zal, onder bepaalde voorwaarden, een stemvolmacht toekennen aan een houder van certificaten van gewone aandelen respectievelijk preferente aandelen, zodat de certificaathouder, namens de Stichting, het stemrecht kan uitoefenen verbonden aan het aantal aandelen van de desbetreffende soort dat overeenkomt met het aantal certificaten van aandelen van die soort die door de desbetreffende certificaathouder worden gehouden. Certificaathouders kunnen dit stemrecht geheel naar eigen inzicht uitoefenen. Certificaathouders die niet aan de aandeelhoudersvergadering deelnemen, kunnen de Stichting een bindende steminstructie geven. De Stichting heeft het uitbrengen van een stem vereenvoudigd door stemmen op afstand en stemmen via internet mogelijk te maken. De Stichting kent onder de volgende voorwaarden een stemvolmacht toe aan houders van certificaten aan toonder: – De desbetreffende certificaathouder moet hebben aangegeven dat hij of zij voornemens is de Algemene Vergadering van Aandeelhouders bij te wonen, met inachtneming van de 62 ING Groep Jaarverslag 2006 bepalingen van de statuten van ING Groep. – Het is de desbetreffende certificaathouder toegestaan de aan hem of haar toegekende bevoegdheden door middel van een stemvolmacht over te dragen, mits de desbetreffende certificaathouder de Stichting hiervan op de hoogte heeft gesteld met inachtneming van de daarvoor geldende door de Stichting vast te stellen termijn voorafgaande aan de aanvang van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Voor aandelen waarvoor de Stichting geen stemvolmacht aan certificaathouders heeft verleend en waarvoor zij ook geen steminstructies heeft ontvangen, bepaalt de Stichting zelf hoe wordt gestemd. De Stichting is statutair verplicht bij het uitbrengen van haar stem de belangen van alle certificaathouders te behartigen, ongeacht of zij wel of niet bij de Aandeelhoudersvergadering aanwezig zijn, en daarbij rekening te houden met de belangen van ING Groep, de bedrijfsonderdelen van ING Groep en haar groepsmaatschappijen en alle overige stakeholders van ING Groep en wel op zodanige wijze dat al deze belangen zo goed mogelijk worden gewogen en gewaarborgd. De hierboven beschreven certificering en rol van de Stichting dient te voorkomen dat tijdens de Aandeelhoudersvergadering een kleine minderheid van aanwezige certificaathouders, die vanwege de afwezigheid van andere partijen toevalligerwijs de meerderheid vormt, beslissingen kan nemen die uitsluitend in hun eigen belang zijn. Voornemen tot opheffing van Stichting ING Aandelen De Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen zijn voornemens de Stichting op te heffen en de uitgifte van certificaten van aandelen af te schaffen zodra het aantal stemmen op gewone aandelen en certificaten van gewone aandelen, inclusief de volmachten tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, gedurende drie opeenvolgende jaren minimaal 35% is van het totale aantal stemmen dat kan worden uitgebracht. In 2005 werd 26% van het totale aantal stemmen uitgebracht en in 2006 was dat 28%. De Raad van Bestuur maakt zich sterk de doelstelling van 35% te halen en nodigt certificaathouders, met name institutionele beleggers, uitdrukkelijk uit hun stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders uit te oefenen. Bijzondere rechten Aan geen enkel aandeel kunnen, in het kader van artikel 10 van de EU-richtlijn over het openbaar overnamebod, bijzondere rechten worden ontleend. Voorstellen van aandeelhouders/certificaathouders In verband met de omvang en beurswaarde van ING Groep kunnen voorstellen voor agendapunten voor de Aandeelhoudersvergadering alleen worden ingediend door aandeelhouders en certificaathouders die een gezamenlijk belang van 0,1% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen of die samen, op basis van de koersen op Euronext Amsterdam, een aandelenbelang van minstens EUR 50 miljoen vertegenwoordigen. In verband met de voor stemmen op afstand geldende termijnen dienen voorstellen voor agendapunten uiterlijk 50 dagen voor de dag van de vergadering schriftelijk te worden ingediend. Correct ingediende voorstellen worden opgenomen op de agenda van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. RAAD VAN BESTUUR Benoeming en ontslag Leden van de Raad van Bestuur worden gekozen uit een door de Raad van Commissarissen op te stellen bindende kandidatenlijst en benoemd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Op deze kandidatenlijst dienen voor elke vacature de namen van minimaal twee kandidaten te staan. Als dat niet het geval is, is de lijst niet-bindend. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders is bevoegd de lijst bij meerderheid van stemmen en ondersteund door minimaal een derde van het geplaatste kapitaal tot nietbindend te verklaren. Kandidaten voor benoeming in de Raad van Bestuur moeten voldoen aan de deskundigheids- en betrouwbaarheidseisen zoals vastgelegd in de Wet op het financieel toezicht. Leden van de Raad van Bestuur kunnen op elk moment worden geschorst of ontslagen door middel van een meerderheidsbesluit van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Een besluit tot schorsing of ontslag van leden van de Raad van Bestuur dat niet door de Raad van Commissarissen is voorgesteld, dient door minimaal een derde van het geplaatste kapitaal te worden gesteund. Taak Raad van Bestuur De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het dagelijkse bestuur van de vennootschap en haar divisies (Insurance Europe, Insurance Americas, Insurance Asia/Pacific, Wholesale Banking, Retail Banking en ING Direct). De organisatie, bevoegdheden en werkwijze van de Raad van Bestuur zijn vastgelegd in een door de Raad van Commissarissen goedgekeurd reglement. Dit reglement is beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com). Profielschets Raad van Bestuur De Raad van Commissarissen heeft een profielschets opgesteld die als basis dient voor het selecteren van leden van de Raad van Bestuur. De profielschets is in 2005 besproken tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Het document is beschikbaar op het hoofdkantoor van ING Groep en op de website van ING Groep (www.ing.com). Remuneratie en effectenbezit De gegevens over de remuneratie van de leden van de Raad van Bestuur inclusief aan hen toegekende aandelen en/of optierechten, alsmede nadere informatie daarover, zijn opgenomen vanaf pagina 74. Het is leden van de Raad van Bestuur toegestaan (certificaten van) aandelen in de vennootschap in bezit te hebben als langetermijnbelegging. Op transacties in deze aandelen is de Insiderregeling van ING Groep van toepassing. Deze regeling is beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com). Nevenfuncties/belangenverstrengeling Ter voorkoming van mogelijke belangenverstrengeling hanteert ING Groep het beleid dat leden van de Raad van Bestuur geen commissariaten bij beursgenoteerde ondernemingen buiten ING accepteren. De enige uitzondering hierop op dit moment is een commissariaat van de heer J. de Vaucleroy bij Delhaize Groep in België. Hij vervulde deze functie al voor zijn benoeming tot de Raad van Bestuur van ING Groep. Transacties met (mogelijke) belangenverstrengeling Gegevens over relaties die de leden van de Raad van Bestuur als particuliere klanten met dochtermaatschappijen van ING Groep hebben, worden niet openbaar gemaakt, met uitzondering van informatie over aan hen verstrekte leningen (zie pagina 82). In al deze gevallen handelt ING Groep overeenkomstig de best-practicebepalingen van de code-Tabaksblat. GEGEVENS LEDEN RAAD VAN BESTUUR M.J. Tilmant, voorzitter (1952 – Belgische nationaliteit, man, benoemd in 1998, gaat in 2012 met pensioen) De heer Tilmant heeft een diploma Bedrijfskunde van de Universiteit van Leuven. Hij heeft ook een diploma Europese Studie van de Universiteit van Leuven. De heer Tilmant begon zijn carrière bij Morgan Guaranty Trust Company in New York. In 1992 trad hij in dienst van Bank Brussel Lambert (BBL), waar hij in 1997 werd benoemd tot voorzitter van het Directiecomité. Na de overname van BBL door ING in 1998 werd hij in mei 2000 benoemd tot vicevoorzitter van de Raad van Bestuur van ING Groep en in april 2004 tot voorzitter. Vier stafafdelingen rapporteren direct aan de heer Tilmant: Corporate Human Resources, Corporate Development, Corporate Communications & Affairs en Corporate Audit Services. Drs.ing. C. Maas, vicevoorzitter en CFO (1947 – Nederlandse nationaliteit, man, benoemd in 1992, gaat in 2007 na de Algemene Vergadering van Aandeelhouders met pensioen) Na de afronding van zijn studie toegepaste natuurkunde en economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam in 1976 trad de heer Maas in dienst van het Nederlandse ministerie van Financiën. Van 1986 tot 1992 had hij daar de functie van thesaurier-generaal. In juli 1992 trad hij in dienst van ING Groep als lid van de Raad van Bestuur. In juli 1996 werd hij benoemd tot chief financial officer en in april 2004 tot vicevoorzitter van de Raad van Bestuur. De volgende afdelingen rapporteren direct of indirect aan de heer Maas: Corporate Control & Finance, Capital Management, Corporate Tax, Investor Relations, Risk Management en Corporate Legal. Tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in 2007 zal hij terugtreden uit de Raad van Bestuur in verband met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van 60 jaar. E.F. Boyer de la Giroday (1952 – Belgische nationaliteit, man, benoemd in 2004, benoemingstermijn eindigt in 2008) Na het behalen van zijn diploma commercieel ingenieur aan de Vrije Universiteit van Brussel en een Master’s in Business Administration aan de Wharton School, University of Pennsylvania, begon de heer Boyer zijn carrière in 1978 bij Citibank. In 1984 trad hij in dienst van Bank Brussel Lambert, die in 1998 werd overgenomen door ING Groep. Hij bekleedde verschillende managementfuncties op het gebied van kapitaalmarkten, treasury en corporate & investment banking. In april 2004 werd hij benoemd tot lid van de Raad van Bestuur van ING Groep. Hij is verantwoordelijk voor Wholesale Banking en ING Real Estate. ING Groep Jaarverslag 2006 63 1.3 Onze governance Corporate governance vervolg Drs. D.H. Harryvan (1953 – Nederlandse nationaliteit, man, benoemd in 2006, benoemingstermijn eindigt in 2010) De heer Harryvan behaalde zijn doctoraal economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, met als hoofdvak financiën. In 1979 trad hij in dienst van ING als management trainee bij Nationale-Nederlanden in Rotterdam. Voor zijn benoeming tot lid van de Raad van Bestuur van ING Groep in 2006 bekleedde hij diverse managementfuncties in de Verenigde Staten, Canada en Nederland en was hij chief financial officer/chief risk officer en lid van het Global Management Team van ING Direct. De heer Harryvan is verantwoordelijk voor ING Direct. Mr. C.P. Leenaars (1961 – Nederlandse nationaliteit, man, benoemd in 2004, benoemingstermijn eindigt in 2008) De heer Leenaars studeerde civiel recht aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, heeft een LLM van het European University Institute in Florence (Italië) en studeerde aan de Harvard Business School in Boston. Na een stageperiode bij ABN AMRO trad hij in 1991 in dienst van ING. Hij vervulde diverse managementfuncties, waaronder die van voorzitter van ING Polen en ING LatijnsAmerika. In april 2004 werd hij benoemd tot lid van de Raad van Bestuur van ING Groep. Hij is verantwoordelijk voor Retail Banking en Private Banking, alsmede voor Operations/IT en Corporate Operations & Information Services. T.J. McInerney (1956 – Amerikaanse nationaliteit, man, benoemd in 2006, benoemingstermijn eindigt in 2010) De heer McInerney behaalde zijn bachelor’s degree aan Colgate University (Hamilton, New York) en zijn master’s degree in business administration aan de Tuck School of Business, Dartmouth College (Hanover, New Hampshire). Hij begon zijn carrière in 1978 bij Aetna Financial Services, dat in 2000 door ING werd overgenomen. Voor zijn benoeming tot lid van de Raad van Bestuur in 2006 was hij chief executive officer van de verzekeringsactiviteiten van ING in de Verenigde Staten. In die hoedanigheid was hij tevens verantwoordelijk voor ING Mexico. De heer McInerney is nu verantwoordelijk voor Insurance Americas, ING Investment Management Americas en de wereldwijde coördinatie van ING Investment Management. Drs. H. van der Noordaa (1961 – Nederlandse nationaliteit, man, benoemd in 2006, benoemingstermijn eindigt in 2010) De heer Van der Noordaa behaalde zijn doctoraal bestuurskunde aan de Universiteit Twente. Na een carrière in retail banking bij ABN AMRO, trad hij in 1991 in dienst van ING waar hij diverse managementfuncties bekleedde. Voordat hij in 2006 werd benoemd tot lid van de Raad van Bestuur was hij chief executive officer van de Retail-divisie van ING Nederland, verantwoordelijk voor Postbank, ING Bank en RVS. Hij is nu verantwoordelijk voor Insurance Asia/Pacific en ING Investment Management Asia/Pacific. 64 ING Groep Jaarverslag 2006 J.M. de Vaucleroy (1961 – Belgische nationaliteit, man, benoemd in 2006, benoemingstermijn eindigt in 2010) De heer De Vaucleroy studeerde rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven en behaalde zijn master’s degree in business law aan de Vrije Universiteit van Brussel. In 1986 trad hij in dienst van Bank Brussel Lambert (BBL), die in 1998 door ING werd overgenomen. Voor zijn benoeming tot lid van de Raad van Bestuur in 2006 was hij Group president van ING Retail bij US Financial Services. Hij is nu verantwoordelijk voor Insurance Europe en ING Investment Management Europe. Wijzigingen in samenstelling Raad van Bestuur De heer Maas gaat na de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 24 april 2007 met pensioen. De Raad van Commissarissen zal twee nieuwe leden voordragen voor benoeming tot lid van de Raad van Bestuur met ingang van de Aandeelhoudersvergadering op 24 april 2007: De heer J.C.R. (John) Hele (1958, Canadese nationaliteit) trad in 2003 in dienst van ING. Sinds 2003 is hij plaatsvervangend chief financial officer van ING Groep. Daarvoor was hij als directeur en chief insurance risk officer verantwoordelijk voor het beheer van de wereldwijde verzekeringsrisico’s en was hij tevens de Groepsactuaris. De heer J.V. (Koos) Timmermans (1960, Nederlandse nationaliteit) kwam in 1996 bij ING. Hij is sinds maart 2006 plaatsvervangend chief risk officer van ING Groep en als zodanig verantwoordelijk voor risicobeheer, waaronder de krediet-, verzekerings-, markt- en operationele risico’s. Daarvoor was hij hoofd Corporate Market Risk Management bij ING en verantwoordelijk voor het beheer van de marktrisico’s van het bankbedrijf. RAAD VAN COMMISSARISSEN Benoeming en ontslag Leden van de Raad van Commissarissen worden gekozen uit een door de Raad van Commissarissen op te stellen bindende kandidatenlijst en benoemd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Op de kandidatenlijst dienen voor elke vacature de namen van minimaal twee kandidaten te staan. Als dat niet het geval is, is de lijst niet-bindend. De lijst kan ook tot niet-bindend worden verklaard door een besluit van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, mits dat besluit is aangenomen door een absolute meerderheid van de uitgebrachte stemmen die samen meer dan een derde van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen. Kandidaten voor benoeming tot de Raad van Commissarissen moeten voldoen aan de deskundigheids- en betrouwbaarheidseisen zoals vastgelegd in de Wet op het financieel toezicht. Leden van de Raad van Commissarissen kunnen op elk moment door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders worden geschorst of ontslagen. Een besluit tot schorsing of ontslag van leden van de Raad van Commissarissen dat niet door de Raad van Commissarissen zelf is voorgelegd, mag uitsluitend door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders worden aangenomen indien er sprake is van een absolute meerderheid van de uit- gebrachte stemmen die samen meer dan een derde van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen. Taak Raad van Commissarissen en zijn commissies De Raad van Commissarissen heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken bij de vennootschap en haar ondernemingen en de Raad van Bestuur te adviseren. De Raad van Commissarissen telt drie vaste commissies: het Audit Committee, de Remuneratie- en Nominatiecommissie en het Corporate Governance Committee. De organisatie, bevoegdheden en werkwijze van de Raad van Commissarissen zijn vastgelegd in een reglement. Daarnaast zijn afzonderlijke reglementen opgesteld voor het Audit Committee, de Remuneratie- en Nominatiecommissie en het Corporate Governance Committee. Deze reglementen zijn beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com). Hieronder volgt een korte beschrijving van de drie commissies. Het Audit Committee ondersteunt de Raad van Commissarissen bij de toetsing van de betrouwbaarheid van de financiële verslaggeving van ING Groep N.V., ING Verzekeringen N.V. en ING Bank N.V., dat wordt voldaan aan alle vereisten op het gebied van wet- en regelgeving, en bij toetsing van de onafhankelijkheid en prestaties van de interne en externe accountants van ING. De Remuneratie- en Nominatiecommissie adviseert de Raad van Commissarissen onder andere over de samenstelling van de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur, over de beloning van de leden van de Raad van Bestuur en de aandelen- en aandelenoptieplannen voor het topmanagement, inclusief de Raad van Bestuur. Het Corporate Governance Committee ondersteunt de Raad van Commissarissen bij het toezicht op en de evaluatie van de corporate governance van ING en de rapportage daarover in het jaarverslag en aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en adviseert de Raad van Commissarissen over verbeteringen. Profielschets Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen heeft een profielschets opgesteld die wordt gebruikt als toetssteen voor haar eigen samenstelling. De profielschets werd in 2005 besproken tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Het document is beschikbaar op het hoofdkantoor van ING Groep en op de website van ING Groep (www.ing.com). Gezien de ervaring van oud-leden van de Raad van Bestuur en de waardevolle bijdrage die zij kunnen leveren aan de Raad van Commissarissen is, mede in het licht van de omvang van de Raad van Commissarissen en het brede scala aan activiteiten van ING, besloten dat oud-bestuurders kunnen worden benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen van ING. Daarbij geldt de beperking dat per zes commissarissen niet meer dan één oud-bestuurder van ING lid van de Raad van Commissarissen mag zijn. Bovendien dient hierbij een wachtperiode van minimaal één jaar na terugtreding uit de Raad van Bestuur in acht te worden genomen voordat men tot lid van de Raad van Commissarissen kan worden benoemd. Een voormalig lid van de Raad van Bestuur kan niet tot voorzitter van de Raad van Commissarissen worden benoemd. Een voormalig lid van de Raad van Bestuur kan na benoeming tot commissaris ook worden benoemd tot lid van een van de commissies van de Raad van Commissarissen. Een benoeming tot voorzitter van een commissie is echter uitsluitend mogelijk minimaal vier jaar na aftreden als lid van de Raad van Bestuur. Herbenoeming commissarissen Leden van de Raad van Commissarissen treden af tijdens de eerste Algemene Vergadering van Aandeelhouders die volgt op het verstrijken van een zittingsperiode van vier jaar. Doorgaans treedt men bovendien af, zonder dat herbenoeming mogelijk is, tijdens de Aandeelhoudersvergadering die wordt gehouden in het jaar dat men zeventig wordt. Het rooster van aftreden staat op de website van ING Groep (www.ing.com). Leden van de Raad van Commissarissen kunnen doorgaans twee keer worden herbenoemd voor een periode van vier jaar. Dit gebeurt op basis van een voorstel van de Raad van Commissarissen aan de Aandeelhoudersvergadering. Nevenfuncties/belangenverstrengeling Leden van de Raad van Commissarissen wordt gevraagd een overzicht te geven van alle andere commissariaten en bezoldigde (neven)functies die zij vervullen. Deze (neven)functies mogen niet strijdig zijn met de belangen van ING Groep. Het is de verantwoordelijkheid van de individuele leden van de Raad van Commissarissen en van het Corporate Governance Committee om ervoor te zorgen dat de verplichtingen als commissaris naar behoren worden vervuld en dat deze niet worden beïnvloed door eventuele andere functies die de betrokkene buiten de Groep vervult. Transacties met (mogelijke) belangenverstrengeling Gegevens over relaties die de leden van de Raad van Commissarissen als particuliere klanten met dochtermaatschappijen van ING Groep hebben, worden niet openbaar gemaakt, met uitzondering van informatie over aan hen verstrekte leningen (zie pagina 86). Onafhankelijkheid Jaarlijks wordt de leden van de Raad van Commissarissen gevraagd na te gaan of de afhankelijkheidscriteria van de code-Tabaksblat niet van toepassing zijn en dit schriftelijk te bevestigen. Op basis van deze criteria kunnen alle leden van de Raad van Commissarissen per 31 december 2006 als onafhankelijk worden beschouwd. Leden van de Raad van Commissarissen op wie de afhankelijkheidscriteria van de code-Tabaksblat niet van toepassing zijn en leden van de Raad van Commissarissen voor wie wel een of meer van die criteria van toepassing zijn maar kunnen motiveren waarom dit geen aantasting vormt van hun onafhankelijkheid, worden als onafhankelijk beschouwd. Remuneratie en effectenbezit De remuneratie van de leden van de Raad van Commissarissen wordt vastgesteld door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en is onafhankelijk van de resultaten van de vennootschap. Vanaf pagina 85 wordt meer informatie gegeven over de remuneratie. Het is leden van de Raad van Commissarissen toegestaan (certificaten van) aandelen in de vennootschap in bezit te hebben ING Groep Jaarverslag 2006 65 1.3 Onze governance Corporate governance vervolg als langetermijnbelegging. Zie pagina 86 voor een overzicht. Op alle transacties in (certificaten van) aandelen ING Groep en optierechten ING Groep door leden van de Raad van Commissarissen is de ING Insiderregeling van toepassing. Deze regeling is beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com). GEGEVENS LEDEN RAAD VAN COMMISSARISSEN Drs. C.A.J. Herkströter RA, voorzitter (1937 – Nederlandse nationaliteit, man, benoemd in 1998, laatste zittingsperiode eindigt in 2009) Voorzitter van de Remuneratie- en Nominatiecommissie en het Corporate Governance Committee. Voormalig president-directeur van de N.V. Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij en voorzitter van het Comité van Directeuren van de Koninklijke/Shell Groep. Overige functies: voorzitter Raad van Commissarissen Koninklijke DSM N.V. (beursgenoteerde onderneming), lid Raad van Advies Robert Bosch GmbH; voorzitter Maatschappelijke Raad van Advies Tinbergen Instituut; emeritus hoogleraar Internationaal Management, Universiteit van Amsterdam; voorzitter Raad van Advies Koninklijke NIVRA; lid Comité Capital Market, Autoriteit Financiële Markten, Amsterdam. E. Bourdais de Charbonnière, vicevoorzitter (1939 – Franse nationaliteit, man, benoemd in 2004, zittingsperiode eindigt in 2008) Lid van de Remuneratie- en Nominatiecommissie en het Corporate Governance Committee. Voormalig directeur van JPMorgan en chief financial officer van Michelin. Overige functies: voorzitter Raad van Commissarissen Michelin en lid Raad van Commissarissen Thomson (beursgenoteerde ondernemingen). Mw. L. Gross Goldberg (1937 – Amerikaanse nationaliteit, vrouw, benoemd in 2001, laatste zittingsperiode eindigt in 2009) Lid van de Remuneratie- en Nominatiecommissie en het Corporate Governance Committee. Voormalig lid van de Raad van Commissarissen van ReliaStar Financial Corp. Overige functies: lid Raad van Commissarissen van TCF Financial Corporation, Hormel Foods Corporation en Communications Systems Inc (beursgenoteerde ondernemingen). Lid Raad van Advies Carlson School of Management, Universiteit van Minnesota; bestuurslid Minnesota Orchestra; lid (emerita) College van Bestuur Wellesley College; lid College van Bestuur University of Minnesota Foundation. 66 ING Groep Jaarverslag 2006 Prof.mr. P.F. van der Heijden (1949 – Nederlandse nationaliteit, man, benoemd in 1995, laatste zittingsperiode eindigt in 2007) Benoemd mede op aanbeveling van de Centrale Ondernemingsraad. Lid van de Remuneratie- en Nominatiecommissie en het Corporate Governance Committee. Rector magnificus en president van het College van Bestuur Universiteit Leiden en hoogleraar internationaal recht. Overige functies: lid Raad van Commissarissen NUON N.V. en Buhrmann Nederland B.V.; kroonlid Sociaal-Economische Raad; president ILO Governing Body, Committee on Freedom of Association (Verenigde Naties). Dr. C.D. Hoffmann (1942 – Duitse nationaliteit, man, benoemd in 2003, zittingsperiode eindigt in 2007) Lid van het Audit Committee. Voormalig chief financial officer van Robert Bosch GmbH. Overige functies: managing partner H+H Senior Advisors, Stuttgart; voorzitter Raad van Commissarissen EnBW AG (beursgenoteerde onderneming). Lid Raad van Commissarissen van Bauerfeind AG en Jowat AG; voorzitter Charlottenklinik Foundation (ziekenhuis); voorzitter Vereinigung der Freunde Universiteit van Stuttgart. Drs. J.H.M. Hommen (1943 – Nederlandse nationaliteit, man, benoemd in 2005, zittingsperiode eindigt in 2009) Lid van het Audit Committee. Voormalig vicevoorzitter Raad van Bestuur en chief financial officer van Koninklijke Philips Electronics N.V. Overige functies: voorzitter Raad van Commissarissen Reed Elsevier en TNT N.V.; lid Raad van Commissarissen Koninklijke Ahold N.V. (tot mei 2007) (beursgenoteerde ondernemingen). Voorzitter Raad van Commissarissen Academisch Ziekenhuis Maastricht en TiasNimbas Business School; lid Raad van Commissarissen Campina B.V. Drs. P.C. Klaver (1945 – Nederlandse nationaliteit, man, benoemd in 2006, zittingsperiode eindigt in 2010) Voormalig voorzitter van de Raad van Bestuur van SHV Holdings N.V. Overige functies: lid Raad van Commissarissen SHV Holdings N.V.; lid Raad van Toezicht Jaarbeurs Holding B.V.; bestuurslid Stichting Maatschappij en Onderneming (SMO); voorzitter African Parks Foundation; voorzitter Raad van Toezicht Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. W. Kok (1938 – Nederlandse nationaliteit, man, benoemd in 2003, zittingsperiode eindigt in 2007) Lid van het Audit Committee. Voormalig minister van Financiën en minister-president van Nederland. Overige functies: lid Raad van Commissarissen Royal Dutch Shell plc, Stork N.V. en TNT N.V. (beursgenoteerde ondernemingen). Lid Raad van Commissarissen KLM N.V.; voorzitter Raad van Commissarissen Anne Frank Stichting; voorzitter Raad van Commissarissen Het Nationaal Ballet; lid Raad van Commissarissen Het Muziektheater, Amsterdam; lid Raad van Commissarissen Rijksmuseum Amsterdam; voorzitter Raad van Commissarissen Nederlands Kanker Instituut – Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis; lid bestuur Stichting Start. G.J.A. van der Lugt (1940 – Nederlandse nationaliteit, man, benoemd in 2001, zittingsperiode eindigt in 2009) Lid van het Audit Committee. Voormalig voorzitter van de Raad van Bestuur van ING Groep N.V. (tot zijn pensionering in mei 2000). Overige functies: voorzitter Raad van Commissarissen Siemens Nederland N.V. en Stadsherstel Amsterdam N.V.; vicevoorzitter Raad van Commissarissen Universitair Medisch Centrum Groningen; penningmeester Vereniging Natuurmonumenten; lid Raad van Commissarissen Siemens Pensioenfonds, München. Ir. K. Vuursteen (1941 – Nederlandse nationaliteit, man, benoemd in 2002, zittingsperiode eindigt in 2010) Voormalig voorzitter van de Raad van Bestuur van Heineken N.V. Overige functies: lid Raad van Commissarissen Akzo Nobel N.V. en Henkel KGaA (beursgenoteerde ondernemingen). Lid Raad van Beheer Heineken Holding N.V., lid Raad van Advies CVC Capital Partners, voorzitter Wereld Natuurfonds Nederland, voorzitter Stichting Concertgebouwfonds. Samenstelling Raad van Commissarissen De heer prof.mr. P.F. van der Heijden zal aftreden na de Aandeelhoudersvergadering van 2007, omdat hij het einde van zijn derde en laatste termijn van vier jaar heeft bereikt. Tijdens de Aandeelhoudersvergadering van 24 april 2007 zullen de heren dr. C.D. Hoffmann en W. Kok aan het einde van hun eerste termijn van vier jaar worden voorgedragen voor herbenoeming tot lid van de Raad van Commissarissen. De heer Kok zal in 2008 de 70-jarige leeftijd bereiken. Tijdens de Aandeelhoudersvergadering van 2007 zullen drie nieuwe kandidaten worden voorgedragen voor benoeming: De heer drs. H.W. (Henk) Breukink (1950, Nederlandse nationaliteit, man), de heer mr. P.A.F.W. (Peter) Elverding (1948, Nederlandse nationaliteit, man) en de heer P. (Piet) Hoogendoorn RA (1945, Nederlandse nationaliteit, man). De voorgestelde benoeming van de heer Breukink per 24 april 2007 is gebaseerd op zijn brede internationale ervaring met zowel financiën als human resources. De voorgestelde benoeming van de heer Elverding per 1 augustus 2007 is gebaseerd op zijn brede ervaring als voorzitter van een internationale, beursgenoteerde onderneming en zijn uitgebreide kennis van human resources. De voorgestelde benoeming van de heer Hoogendoorn per 1 juni 2007 is gebaseerd op zijn brede internationale ervaring en kennis van accountantscontrole, fiscale zaken, consultancy en financiële advisering. Van de kandidaten die voor benoeming worden voorgedragen, wordt de heer Hoogendoorn als niet onafhankelijk beschouwd, gezien zijn positie bij Deloitte Touche Tohmatsu tot 1 juni 2007 en de belangrijke relatie van dit bedrijf met ING. De heer Herkströter en mevrouw Gross Goldberg zouden in 2007 terugtreden uit de Raad van Commissarissen gezien het bereiken van de leeftijd van 70. Beiden hebben ermee ingestemd nog een jaar aan te blijven om een evenwichtige samenstelling van de Raad van Commissarissen te waarborgen. WIJZIGINGEN IN ZEGGENSCHAP Wettelijke vereisten Ingevolge de Wet op het financieel toezicht (Wft) zijn verklaringen van geen bezwaar van de minister van Financiën vereist voor het verwerven en houden van een deelneming van 10% of meer in ING Groep en voor het uitoefenen van de aan die deelneming verbonden zeggenschap in ING Groep. Op basis van wetgeving betreffende indirecte wijziging van zeggenschap in de verschillende jurisdicties waarin dochtermaatschappijen van ING Groep opereren, kan toestemming van of kennisgeving aan de lokale wetgevende autoriteiten zijn vereist voor de verkrijging van een aanmerkelijk belang in ING Groep. Wijziging van zeggenschapclausules in belangrijke overeenkomsten ING Groep is op generlei wijze betrokken bij enige materiële overeenkomst die in werking treedt, of momenteel wordt gewijzigd of beëindigd, overeenkomstig de voorwaarde voor wijziging van zeggenschap in ING Groep zoals vastgelegd in de regels voor openbare biedingen op effecten in artikel 5:70 van de Wet op het financieel toezicht. Dochterondernemingen van ING Groep N.V. hebben de gebruikelijke regelingen ten aanzien van zeggenschapclausules opgenomen in contracten die verband houden met de verschillende bedrijfsactiviteiten, zoals joint-ventureovereenkomsten, kredietbrieven en andere kredietfaciliteiten, herverzekeringscontracten alsmede future- en optiecontracten. Na wijziging van zeggenschap bij ING Groep N.V. (al dan niet als gevolg van een openbare bieding) kunnen dergelijke contracten worden aangepast of beëindigd, resulterend in bijvoorbeeld een verplichte overheveling van het belang in de joint venture, vervroegde terugbetaling van verschuldigde bedragen, verlies van kredietfaciliteiten of herverzekeringsdekking en liquidatie van uitstaande future- of optieposities. Afvloeiingsregelingen leden Raad van Bestuur De arbeidsovereenkomsten met de leden van de Raad van Bestuur voorzien in een afvloeiingsregeling die in werking treedt op het moment dat de overeenkomst wordt beëindigd in verband met een openbare bieding zoals omschreven in artikel 5:70 van de Wet op het financieel toezicht. De hoogte van de vergoeding staat los van het feit of de beëindiging van de overeenkomst verband houdt met een openbare bieding. ING Groep Jaarverslag 2006 67 1.3 Onze governance WIJZIGING VAN DE STATUTEN De statuten van ING Groep N.V. kunnen worden gewijzigd op grond van een besluit van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders mits aangenomen met een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen tijdens een vergadering waarbij tweederde van het geplaatste kapitaal aanwezig of vertegenwoordigd is. Het besluit van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders dient te volgen op een voorstel van de Raad van Bestuur dienaangaande en dient vooraf te worden goedgekeurd door de Raad van Commissarissen. de voor de controle van de audits verantwoordelijke partner van het externe accountantskantoor vervangen door andere partners van het desbetreffende externe accountantskantoor. Het Audit Committee doet in dezen aanbevelingen aan de Raad van Commissarissen, onder andere op basis van een jaarlijkse evaluatie van de geleverde diensten. In lijn hiermee werd de eerstverantwoordelijke partner van KPMG in 2005 vervangen en wordt de eerstverantwoordelijke partner van Ernst & Young na de eindejaarscontrole 2006 vervangen. De rotatie van andere bij de accountantscontrole van de jaarrekeningen van ING betrokken partners van Ernst & Young en KPMG is afhankelijk van de toepasselijke wetgeving omtrent onafhankelijkheid. EXTERNE ACCOUNTANTS Ernst & Young Accountants (Ernst & Young) en KPMG Accountants N.V. (KPMG) zijn benoemd tot externe accountants van ING Groep. Ernst & Young is verantwoordelijk voor de controle van de jaarrekeningen van ING Groep N.V. en ING Verzekeringen N.V.; KPMG is verantwoordelijk voor de controle van de jaarrekening van ING Bank N.V. De externe accountants, Ernst & Young en KPMG, nemen deel aan de vergaderingen van het Audit Committee. Tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 27 april 2004 is aan Ernst & Young de opdracht verleend om de financiële gegevens van ING Groep N.V. over de boekjaren 2004 tot en met 2007 te controleren, hierover aan de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen te rapporteren en een verklaring af te geven over de juistheid en getrouwheid van de jaarrekening van ING Groep N.V. Verder dient Ernst & Young met ingang van 31 december 2006 de beoordeling van het management van de vennootschap inzake de effectiviteit van de interne controle op de financiële verslaggeving te controleren en daarover te rapporteren. Aan de hand van de bevindingen van de Raad van Bestuur en het Audit Committee beoordeelt de Raad van Commissarissen elk jaar de prestaties van de externe accountants, vooral ten aanzien van hun onafhankelijkheid. In aanvulling op de jaarlijkse beoordeling zullen het Audit Committee en de Raad van Commissarissen in 2007 tevens het functioneren van de accountants toetsen alvorens een voorstel aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in 2008 wordt gedaan voor de volgende benoemingstermijn. In dit voorstel zullen de belangrijkste conclusies inzake de beoordeling van het functioneren van de externe accountants worden meegenomen. De Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur zijn in 2006 tot de conclusie gekomen dat het efficiënter is om de controle van de jaarrekeningen van ING Groep N.V. en haar dochtermaatschappijen onder te brengen bij één accountantskantoor in plaats van bij twee. Als gevolg daarvan zal zowel Ernst & Young als KPMG in 2007 worden uitgenodigd tot het indienen van een offerte voor de controle van de jaarrekeningen van ING Groep N.V. en al haar dochtermaatschappijen. Het is de bedoeling om vanaf 2008 te werken met slechts één accountantskantoor, dat zal worden benoemd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in 2008. Na een periode van maximaal vijf jaar van accountantscontrole van de jaarrekeningen van ING Groep N.V., ING Verzekeringen N.V. dan wel ING Bank N.V. worden de eerstverantwoordelijke partner en 68 ING Groep Jaarverslag 2006 Aan de externe accountants kunnen tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders vragen worden gesteld over hun verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekeningen. De externe accountants zullen derhalve bij die vergadering aanwezig zijn en mogen de aandeelhouders toespreken. Ernst & Young en KPMG mogen alleen met toestemming van het Audit Committee audit- en niet-audit-gerelateerde diensten aan ING Groep en haar dochtermaatschappijen aanbieden. Het Audit Committee verleent jaarlijks vooraf algemene goedkeuring voor bepaalde soorten auditdiensten, audit-gerelateerde diensten en niet-audit-gerelateerde diensten van de externe accountants van ING. De externe accountant mag geen diensten verlenen waarvoor niet vooraf algemene goedkeuring is gegeven door het Audit Committee, tenzij die uitdrukkelijk, op aanbeveling van het lokale management, door het Audit Committee zijn goedgekeurd. Het Audit Committee stelt tevens het maximale jaarlijkse bedrag vast dat voor dergelijke vooraf goedgekeurde diensten mag worden uitgegeven. De besteding van de vooraf goedgekeurde bedragen wordt gedurende het hele jaar bewaakt door de externe accountantskantoren en de afdeling Corporate Audit Services. De externe accountants geven het Audit Committee een volledig en gedetailleerd overzicht van alle aan ING geleverde diensten, inclusief alle bijbehorende vergoedingen. Dit overzicht wordt periodiek in de loop van het jaar door het Audit Committee geëvalueerd. Meer informatie over het beleid van ING ten aanzien van de onafhankelijkheid van de externe accountants is te vinden op de website van ING Groep (www.ing.com). In 2006 en 2005 zijn voor audit- en (niet-)audit-gerelateerde diensten van Ernst & Young Accountants en KPMG Accountants N.V. vergoedingen betaald zoals vermeld in de tabel. Vergoedingen Ernst & Young en KPMG in miljoenen euro’s Audit-vergoedingen Audit-gerelateerde vergoedingen Vergoedingen voor belastingadviezen Overige vergoedingen Totaal 2006 2005 63 4 4 3 74 43 13 3 3 62 Rapport Stichting ING Aandelen Het onderstaande rapport is opgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 15 van de Administratievoorwaarden voor aandelen op naam van ING Groep N.V. Ingevolge haar statuten heeft de Stichting ING Aandelen tot doel: a. het behartigen van de belangen van de houders van (certificaten van) aandelen in het kapitaal van ING Groep N.V., mede met het oog op (i) de belangen van de vennootschap zelf, (ii) die van de ondernemingen die door de vennootschap en de met de vennootschap in een groep verbonden vennootschappen in stand worden gehouden en (iii) alle overige bij de vennootschap betrokkenen, op zodanige wijze dat deze belangen zo goed mogelijk worden gewogen en gewaarborgd; b. het verwerven en administreren van op naam luidende gewone en preferente aandelen waarvoor certificaten aan toonder zijn uitgegeven; c. het bevorderen van de informatie-uitwisseling tussen de vennootschap enerzijds en de certificaathouders en aandeelhouders van de vennootschap anderzijds; d. het bevorderen en organiseren van de werving van stemvolmachten van andere aandeelhouders dan de Stichting zelf alsmede gerichte stemvolmachten en/of steminstructies van certificaathouders. Het bestuur heeft in het verslagjaar 2006 vier keer vergaderd. Op 3 april 2006 kwam het bestuur bijeen ter bespreking van het jaarverslag 2005 en ter voorbereiding van de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 25 april 2006. Voorafgaand aan deze bestuursvergadering besprak de Stichting met de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen van ING Groep N.V. de activiteiten en prestaties van de vennootschap over het jaar 2005, op basis van het persbericht d.d. 16 februari 2006 omtrent de jaarcijfers 2005. Kort voor de Aandeelhoudersvergadering op 25 april 2006 kwam het bestuur bijeen ter bespreking van de resultaten van de stemvolmachten en om een voorlopig standpunt te bepalen ten aanzien van de onderwerpen op de agenda. Een derde vergadering werd gehouden op 26 oktober 2006. Belangrijke agendapunten waren de samenstelling van het bestuur, het voorstel om de remuneratie van het bestuur te toetsen en de periodieke beoordeling van het profiel van de bestuursleden. De laatste vergadering werd gehouden op 4 december 2006. Er werd opnieuw aandacht besteed aan de samenstelling van het bestuur en de stand van zaken met betrekking tot stemmen op afstand (proxy voting), inclusief het werven van stemmen door ING. Voorts werd aandacht besteed aan nieuwe ontwikkelingen op het gebied van corporate governance. Ook werd het verloop van de Aandeelhoudersvergadering besproken. Voorafgaand aan haar vergadering op 4 december 2006 besprak de Stichting met de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen van ING de activiteiten en prestaties van de vennootschap over de eerste negen maanden van 2006, zoals gepubliceerd op 9 november 2006. De Stichting organiseert de werving van stemvolmachten van aandeelhouders anders dan van de Stichting zelf en van specifieke stemvolmachten en/of steminstructies van certificaathouders. Het bestuur acht het van belang dat zo veel mogelijk certificaathouders en aandeelhouders hun stem uitbrengen. Houders van certificaten ING Groep Jaarverslag 2006 69 1.3 Onze governance in Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten kunnen gebruik maken van stemmen op afstand. Tijdens de Aandeelhoudersvergadering van 2006 was 39% van het totaal geplaatste kapitaal vertegenwoordigd (28% exclusief prefs). De Stichting stemde voor de resterende certificaten van aandelen. De Stichting stelt zich op het standpunt dat het afschaffen van certificering zal worden overwogen zodra de vertegenwoordiging van gewone aandeelhouders en certificaathouders ten minste 35% is van het totale aantal op gewone aandelen uit te brengen stemmen (exclusief meervoudig stemrecht op preferente aandelen) gedurende drie opeenvolgende jaren. Volgens haar statuten dient de Stichting te stemmen in het belang van alle certificaathouders. Dat wil zeggen ook in het belang van de meerderheid van de certificaathouders die geen steminstructies hebben gegeven en rekening houdend met de belangen van ING en de andere stakeholders. Hierdoor bevordert de Stichting dat op een transparante wijze het stemrecht op alle aandelen wordt uitgeoefend en voorkomt zij tevens dat een minderheid van aandeelhouders een toevallige meerderheid van de stemmen op een algemene vergadering zou kunnen inzetten ten nadele van de belangen van de op dat moment niet aanwezige of vertegenwoordigde beleggers. Zoals gebruikelijk was het bestuur op de Aandeelhoudersvergadering aanwezig en beantwoordde diverse vragen. De Stichting stemde ook op die aandelen waarvoor geen steminstructie was ontvangen voor alle agendapunten. Per 31 december 2006 vertegenwoordigden de in administratie genomen gewone aandelen een nominaal bedrag van EUR 529.056.076,56. Daartegenover zijn 2.204.400.319 certificaten van EUR 0,24 uitgegeven. Gedurende het verslagjaar zijn per saldo 312.293 certificaten van gewone aandelen uitgegeven. De vermeerdering kwam als volgt tot stand: Bij: uitoefening warrants omzetting aandelen in certificaten Af: omzetting certificaten in aandelen 63.326 289.667 40.700 Per 31 december 2006 zijn voor een nominaal bedrag van EUR 75.632.449,20 preferente aandelen A in administratie genomen, waartegenover 63.027.041 certificaten van nominaal EUR 1,20 zijn uitgegeven. De preferente aandelen A die oorspronkelijk door Aegon werden gehouden, zijn in juli 2006 ingetrokken. Op 10 april 2006 zijn de statuten van de Stichting aangepast. Als gevolg hiervan kunnen bestuursleden voor een periode van vier jaar worden benoemd. Zij zijn direct herkiesbaar, maar herbenoeming is slechts twee keer mogelijk. Mr. H.J. Blaisse is met ingang van 1 september 2006 herbenoemd als bestuurslid. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 7, lid 8 van de statuten werden de voorgenomen herbenoemingen aangekondigd in NRC Handelsblad en de Officiële Prijscourant. De heer ir. J.J. Veraart en de heer dr. P. Frentrop treden in 2007 volgens rooster af. Beiden zijn herbenoembaar. Het voornemen hen opnieuw te benoemen zal tijdig worden gepubliceerd. In december 2006 trad de heer drs. A.H.J. Risseeuw af als bestuurslid en als voorzitter vanwege het bereiken van de statutaire leeftijdsgrens. Hij werd als voorzitter opgevolgd door de heer Veraart. Sinds het aftreden van de heer Risseeuw bestaat het bestuur uit vier personen. Het bestuur is voornemens de heer C.J. van den Driest te benoemen als bestuurder. De heer Van den Driest bekleedt verschillende commissariaten en is oud-bestuursvoorzitter van Koninklijke Vopak N.V. Hij brengt waardevolle expertise in het bestuur van de Stichting ING Aandelen. Overeenkomstig de statuten zal het bestuur deze voorgenomen benoeming publiceren en certificaathouders uitnodigen hierop te reageren. De samenstelling van het bestuur van de Stichting is momenteel als volgt: – ir. J.J.M. Veraart (voormalig voorzitter Raad van Bestuur HBG, diverse commissariaten en andere nevenfuncties); – mr. H.J. Blaisse (advocaat en vennoot bij Blaisse, diverse adviserende nevenfuncties); – dr. P. Frentrop (directeur Deminor Nederland B.V., in die hoedanigheid tevens adviseur corporate governance van Nederlandse en buitenlandse institutionele beleggers); – ir. T. Regtuijt (voormalig lid Raad van Bestuur Nederlandse Spoorwegen, diverse commissariaten en andere nevenfuncties); Op de website van de Stichting (www.stichtingingaandelen.nl) staat een overzicht van alle relevante nevenfuncties van de bestuursleden. De jaarlijkse vergoeding bedraagt voor alle bestuursleden van de Stichting EUR 7.800. Met ingang van 1 januari 2007 bedraagt de jaarlijkse vergoeding voor de voorzitter EUR 25.000 en EUR 20.000 voor de overige bestuursleden. De volgende overwegingen liggen ten grondslag aan dit besluit: (i) er worden hogere eisen gesteld aan de bestuursleden als gevolg van de ontwikkelingen op het gebied van corporate governance en (ii) de beloning moet concurrerend zijn teneinde bestuursleden met relevante ervaring aan te kunnen trekken. De kosten voor proxy voting bedroegen in het verslagjaar EUR 104.741,80. De Stichting heeft de mogelijkheid certificaathouders te raadplegen in een aparte vergadering. Hiervan werd in het verslagjaar geen gebruik gemaakt. Dit heeft mede te maken met het feit dat certificaathouders zelf de Aandeelhoudersvergadering kunnen bijwonen en daar het woord kunnen voeren. De werkzaamheden verbonden aan de administratie van de aandelen worden verricht door het Administratiekantoor van het Algemeen Administratie- en Trustkantoor BV te Amsterdam. De contactgegevens van de Stichting ING Aandelen zijn: Mw. mr. J.C.M. van Hulten MBA Tel.: 020 541 88 64 E-mail: [email protected] Amsterdam, 12 maart 2007 Bestuur Stichting ING Aandelen 70 ING Groep Jaarverslag 2006 Rapport Stichting Continuïteit ING De Stichting Continuïteit ING werd opgericht op 22 januari 1991 en is gevestigd te Amsterdam. Op 23 juni 2003 is de voormalige naam Stichting Cumulatief Preferente Aandelen ING Groep statutair gewijzigd in Stichting Continuïteit ING. Tussen de Stichting Continuïteit ING en ING Groep N.V. is een call-optie-overeenkomst gesloten die de Stichting het recht geeft cumulatief preferente aandelen ING Groep N.V. te verwerven tot een maximum van 900 miljoen cumulatief preferente aandelen. Voor het verwerven van cumulatief preferente aandelen door de Stichting geldt de beperking dat het totale geplaatste kapitaal van ING Groep N.V., onmiddellijk na plaatsing van cumulatief preferente aandelen, voor niet meer dan een derde uit cumulatief preferente aandelen bestaat. Indien vervolgens nieuwe, andere dan cumulatieve preferente, aandelen worden uitgegeven, kan de Stichting weer gebruikmaken van bovengenoemd recht met inachtneming van de in de vorige zin genoemde beperking. Bij het nemen van cumulatief preferente aandelen dient ten minste 25% van de nominale waarde van die aandelen te worden gestort. Het bestuur van de Stichting kwam in 2006 drie keer in vergadering bijeen: op 30 januari, 3 april en 4 december 2006. De samenstelling van het bestuur is momenteel als volgt: mr. A.P. Timmermans (voorzitter), mr. A.C. Metzelaar, prof. mr. S.C.J.J. Kortmann en dr. ir. W. van Vonno (herbenoemd per 1 juli 2006). Amsterdam, 12 maart 2007 Bestuur Stichting Continuïteit ING Onafhankelijkheidsverklaring Het bestuur van de Stichting Continuïteit ING en de Raad van Bestuur van ING Groep N.V. verklaren hiermede dat naar hun gezamenlijk oordeel is voldaan aan de ten aanzien van de onafhankelijkheid van de bestuurders van de Stichting Continuïteit ING gestelde eisen als bedoeld in bijlage X van het Fondsenreglement van Euronext Amsterdam N.V. te Amsterdam. Bestuur Stichting Continuïteit ING Raad van Bestuur ING Groep N.V. ING Groep Jaarverslag 2006 71 1.3 Onze governance Artikel 404 Sarbarnes-Oxley-wet DOELMATIGE INTERNE BEHEERSING VAN DE FINANCIËLE VERSLAGGEVING Vanwege de beursnotering van ING aan de New York Stock Exchange is zij verplicht te voldoen aan de regels van de Securities & Exchange Commission (SEC, de Amerikaanse Commissie van Toezicht op het effecten- en beurswezen), zoals vastgelegd in artikel 404 van de SarbanesOxley-wet, ofwel SOX 404. Op grond van deze regels dienen de CEO (de voorzitter van de Raad van Bestuur) en CFO van ING Groep jaarlijks, met ingang van het jaarverslag over 2006, verslag uit te brengen en een verklaring af te leggen over de doelmatigheid van de interne beheersing binnen ING Groep van de financiële verslaggeving. Daarnaast dienen de externe accountants een verklaring af te leggen bij de verklaring van de Raad van Bestuur. Interne beheersing van de financiële verslaglegging vond reeds plaats vóór de invoering van SOX 404. Op grond van de SOX 404regels dient het management echter de doelmatigheid daarvan aan te tonen. Dit vereist een meer geformaliseerde aanpak van de uitvoering van onze taken. ING Groep hanteert al langere tijd business principles en strakke principes voor bedrijfsprocessen, waaraan alle medewerkers zich dienen te houden. SOX 404activiteiten worden conform de bestuursstructuur georganiseerd en vereisen de betrokkenheid van het hoger kader binnen de gehele onderneming. Op basis van de SOX 404-aanpak is ING nu in staat een ongekwalificeerde verklaring af te geven, waarin vastligt dat de interne beheersing van de financiële verslaggeving doelmatig is per 31 december 2006. De SOX 404-verklaring van de Raad van Bestuur is hieronder opgenomen, gevolgd door de verklaring van de externe accountant. Verklaring van de Raad van Bestuur over de interne beheersing van de financiële verslaggeving De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de inrichting en handhaving van een adequate interne beheersing van de financiële verslaggeving. De interne beheersing binnen ING Groep van financiële verslaggeving krijgt haar beslag in een proces dat onder toezicht staat van onze voornaamste uitvoerende en financiële functionarissen. Dit proces verschaft een redelijke mate van zekerheid over de betrouwbaarheid van de financiële verslaggeving en de opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met algemeen aanvaarde grondslagen voor de financiële verslaggeving. Onze interne beheersing van de financiële verslaggeving is gebaseerd op beleid en procedures die: – betrekking hebben op het voeren van een administratie die in redelijk detail een juist en getrouw beeld geeft van de transacties en beschikking over de activa van ING; – een redelijke mate van zekerheid verschaffen dat transacties worden vastgelegd op zodanige wijze als noodzakelijk is voor de opstelling van de jaarrekening conform algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving, en dat onze ontvangsten en uitgaven alleen geschieden met de goedkeuring van onze managers en directeuren; en – een redelijke mate van zekerheid verschaffen over het voorkomen of tijdig opsporen van ongeautoriseerde verwerving en gebruik van of beschikking over onze activa die een materieel effect op onze jaarrekening zouden kunnen hebben. Door de inherente beperkingen van de interne beheersing van de financiële verslaggeving kunnen onjuistheden niet altijd worden voorkomen of opgespoord. Daarnaast lopen inschattingen van de verwachte doelmatigheid voor de toekomst het risico dat de beheersing door veranderende omstandigheden ontoereikend wordt, of dat de mate van naleving van het beleid of de procedures verslechtert. De Raad van Bestuur heeft de doelmatigheid van de interne beheersing van de financiële verslaggeving per 31 december 2006 beoordeeld. De Raad van Bestuur heeft bij die beoordeling gebruik gemaakt van toetsingen op basis van de criteria van de Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission: Internal Control – Integrated Framework. Op basis van de beoordeling van de Raad van Bestuur en die criteria is de Raad van Bestuur tot de slotsom gekomen dat de interne beheersing van de financiële verslaggeving per 31 december 2006 doelmatig was. Onze externe accountant heeft een accountantscontrole gedaan van de beoordeling door de Raad van Bestuur van de interne beheersing van de financiële verslaggeving en heeft dienaangaande een rapport uitgebracht, wat hierna is opgenomen en dat een ongekwalificeerde verklaring is omtrent de beoordeling door de Raad van Bestuur van de interne beheersing van de financiële verslaggeving per 31 december 2006. Amsterdam, 12 maart 2007 Michel Tilmant, Voorzitter Raad van Bestuur 72 ING Groep Jaarverslag 2006 Cees Maas, Chief Financial Officer Rapport van de externe accountant Aan de Aandeelhouders, de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur van ING Groep N.V. Wij hebben de beoordeling van het bestuur, zoals opgenomen in bijgaande “Verklaring van de Raad van Bestuur over de interne beheersing van de financiële verslaggeving”, dat bij ING Groep N.V. per 31 december 2006 sprake was van een effectieve interne beheersing van de financiële verslaggeving op basis van de criteria zoals die zijn vastgesteld in “Internal Control – Integrated Framework”, uitgegeven door de Committee of Sponsoring Organisations of the Treadway Commission (de COSO-criteria) gecontroleerd. Het is de verantwoordelijkheid van het bestuur van ING Groep N.V. te zorgen voor een effectieve interne beheersing van de financiële verslaggeving en voor de beoordeling van de effectiviteit van de interne beheersing van de financiële verslaggeving. Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de beoordeling van het bestuur en over de effectiviteit van de interne beheersing van de financiële verslaggeving van de onderneming op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met de standaarden van de Public Company Accounting Oversight Board (United Sates). Dienovereenkomstig zijn wij verplicht de controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat er in alle materiële opzichten sprake is geweest van effectieve interne beheersing van de financiële verslaggeving. Onze controle omvatte onder meer het verwerven van inzicht in de interne beheersing van de financiële verslaggeving, een evaluatie van de beoordeling door het bestuur, het testen en evalueren van opzet en werking van het interne beheerssysteem en het verrichten van alle overige werkzaamheden die wij gezien de omstandigheden noodzakelijk achtten. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. De interne beheersing van de financiële verslaggeving van een onderneming is een proces dat is gericht op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid omtrent de betrouwbaarheid van de financiële verslaggeving en de opstelling van de externe jaarrekening overeenkomstig algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving. De interne beheersing van de financiële verslaggeving van een onderneming heeft betrekking op haar beleid en procedures die (1) relevant zijn voor het voeren van een administratie die, met een redelijke mate van detaillering, een juist en getrouw beeld geeft van de transacties en de beschikking over de activa van de onderneming; (2) een redelijke mate van zekerheid bieden dat transacties zodanig worden vastgelegd dat de jaarrekening kan worden opgesteld in overeenstemming met algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en dat de ontvangsten en uitgaven van de onderneming uitsluitend worden verricht met goedkeuring van het bestuur van die onderneming; en (3) een redelijke mate van zekerheid bieden dat ongeoorloofde verwerving en aanwending van, dan wel beschikking over activa van de onderneming die van materiële invloed zou kunnen zijn op de jaarrekening, wordt voorkomen dan wel tijdig wordt gesignaleerd. Vanwege haar inherente beperkingen zal de interne beheersing van de financiële verslaggeving niet alle onjuistheden kunnen voorkomen of signaleren. Daarnaast zijn schattingen omtrent de effectiviteit van de beheersingsmaatregelen in de toekomst onderhevig aan het risico dat die maatregelen ontoereikend worden als gevolg van veranderde omstandigheden, of de mate waarin voldaan wordt aan het beleid en de procedures verslechtert. Naar ons oordeel is de beoordeling van het bestuur dat per 31 december 2006 de interne beheersing door ING Groep N.V. van de financiële verslaggeving effectief is op basis van de COSO-criteria, in alle materiële opzichten juist. Daarnaast was naar ons oordeel de interne beheersing van de financiële verslaggeving van ING Groep N.V. per 31 december 2006 op basis van de COSO-criteria in alle materiële opzichten effectief. Tevens hebben wij in overeenstemming met de standaarden van de Public Company Accounting Oversight Board (United States) de geconsolideerde balans per 31 december 2006 en de geconsolideerde winst- en verliesrekening, het geconsolideerde kasstroomoverzicht en het geconsolideerde mutatieoverzicht eigen vermogen over 2006 van ING Groep N.V. gecontroleerd. Op 12 maart 2007 hebben wij daarbij een goedkeurende accountantsverklaring verstrekt. Amsterdam, 12 maart 2007 Ernst & Young Accountants ING Groep Jaarverslag 2006 73 1.3 Onze governance Remuneratierapport Dit hoofdstuk behandelt de remuneratie van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen. Het remuneratiebeleid werd op 27 april 2004 goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA). In 2006 is de pensioenregeling van de Raad van Bestuur gewijzigd in lijn met de door de AVA goedgekeurde wijziging van het remuneratiebeleid. De herziene pensioenregeling voor de Raad van Bestuur staat beschreven vanaf pagina 76. Er waren in 2006 geen verdere wijzigingen op dit beleid, waardoor de goedkeuring van de AVA nog steeds van toepassing is. Dit hoofdstuk begint met een beschrijving van het algemene remuneratiebeleid voor het topkader, gevolgd door de remuneratie voor de Raad van Bestuur over 2006 en de beloningsstructuur voor 2007. Daarnaast is informatie opgenomen over leningen en voorschotten aan de leden van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen alsmede over certificaten van aandelen ING Groep die door de leden van deze twee raden worden gehouden. ALGEMEEN REMUNERATIEBELEID VOOR TOPKADER Achtergrond De belangrijkste doelstelling van het remuneratiebeleid is de onderneming in staat te stellen gekwalificeerde en ervaren managers aan te trekken en te behouden. Het beloningspakket bevordert een prestatiegerichte cultuur die zowel de doelstellingen van ING als van haar stakeholders ondersteunt. ING beloont prestaties op basis van vooraf vastgestelde, uitdagende, meetbare en beïnvloedbare doelstellingen voor de korte en de lange termijn. Het remuneratiebeleid van ING is gebaseerd op vijf belangrijke principes die binnen het gehele bedrijf gelden. Deze principes zijn: – Het totale beloningsniveau wordt vergeleken met de beloning in relevante markten waarin ING talent aantrekt in concurrentie met andere bedrijven. – ING streeft naar een totale beloning op het mediaanniveau van de relevante markten, waarbij alleen in geval van uitzonderlijke prestaties boven het mediaanniveau zal worden beloond. – Het beloningspakket bestaat o.a. uit variabele componenten (kortetermijn- en langetermijnbonussen) om ervoor te zorgen dat de remuneratie van het topkader is gekoppeld aan de bedrijfsprestaties van ING op korte en lange termijn. – Om de effectiviteit van het kortetermijnbonusplan te bevorderen worden aan het begin van ieder jaar duidelijke, meetbare en uitdagende doelstellingen vastgesteld. – Met de langetermijnbonus wordt de aandacht gevestigd op strategische doelstellingen voor de langere termijn en op het op één lijn brengen van de belangen van het management en van de aandeelhouders. Een groot aantal managers van ING neemt aan het langetermijnbonusplan deel om de gemeenschappelijke focus op het totaalresultaat van ING te waarborgen. Beloningsstructuur De beloningsstructuur van ING bestaat uit drie basiscomponenten: – vast of basissalaris, dat de gegarandeerde jaarlijkse beloning vertegenwoordigt; – een kortetermijnbonus in geld, gerelateerd aan de prestaties in het afgelopen jaar; – een langetermijnbonus in de vorm van opties en/of prestatieaandelen, gerelateerd aan de prestaties over verscheidene jaren en toekomstgericht. Naast het basissalaris en participatie in het bonusplan genieten de leden van de Raad van Bestuur dezelfde aanvullende arbeidsvoorwaarden als de meeste medewerkers van ING Groep, zoals korting op een zorgverzekering, het gebruik van een bedrijfsauto en, indien van toepassing, vergoedingen voor expatriates. Basissalaris Het basissalaris van de leden van de Raad van Bestuur moet toereikend zijn om hooggekwalificeerde managers, die nodig zijn om de bedrijfsdoelstellingen te realiseren, te kunnen aantrekken en behouden. Bij de besluitvorming over de hoogte van basissalarissen kijkt de Raad van Commissarissen naar ervaring, achtergrond, verantwoordelijkheden, prestaties en leidinggevende capaciteiten van de voorzitter, de CFO en de overige leden van de Raad van Bestuur. 74 ING Groep Jaarverslag 2006 Om te waarborgen dat het niveau van het basissalaris in lijn is met de relevante markten waarin ING talent zoekt, toetst de Raad van Commissarissen jaarlijks het basissalaris van de leden van de Raad van Bestuur. Kortetermijnbonusplan Het kortetermijnbonusplan vormt een belangrijk onderdeel van ING’s prestatiegerichte cultuur. De kortetermijnbonus wordt uitgekeerd in geld. De bonus die kan worden behaald bij een prestatie conform de doelstelling wordt uitgekeerd als een percentage van het basissalaris. Dit percentage is gebaseerd op een vergelijkingsonderzoek naar gangbare niveaus in de externe markten waarin ING opereert alsmede op interne doelstellingen. In 2006 zijn ten aanzien van het kortetermijnbonusplan voor de leden van de Raad van Bestuur en het topmanagement (de top 200) drie financiële parameters gebruikt om de resultaten op Groepsniveau vast te stellen. Deze financiële parameters zijn: operationele nettowinst, totale bedrijfslasten en het rendement op het economisch kapitaal. De kwantitatieve elementen van deze doelstellingen worden als koers- en concurrentiegevoelige informatie beschouwd en worden derhalve niet openbaar gemaakt. Door de financiële parameters te combineren ontstaat een goed beeld van de totale prestaties van ING. Elke component weegt even zwaar bij het vaststellen van de uiteindelijke bonus. De drie prestatiedoelstellingen worden door de Raad van Commissarissen aan het begin van iedere beoordelingsperiode vastgesteld. Wat de kortetermijnbonus betreft geldt dat de feitelijke uitbetaling in een willekeurig jaar kan variëren van 0 tot 200% van het doelstellingsniveau. Behalve op financiële doelstellingen is de kortetermijnbonus deels gebaseerd op individuele prestaties, gerelateerd aan voor iedere manager vooraf vastgestelde meetbare doelstellingen. Deze doelstellingen hangen samen met de specifieke verantwoordelijkheden van de verschillende leden van de Raad van Bestuur en worden vastgesteld en beoordeeld door de Raad van Commissarissen. De Raad van Bestuur stelt de doelstellingen vast voor het topmanagement. Voor deze bestuurslaag, die direct aan de Raad van Bestuur rapporteert, ligt de nadruk op individuele prestaties aangezien hun verantwoordelijkheid primair bij de bedrijfsonderdelen ligt. Kortetermijnbonus: relatieve belang van het Groepsresultaat en het individueel resultaat Groepsresultaat Raad van Bestuur Topmanagement Individueel resultaat 70% van totale bonus 30% van totale bonus 15% van totale bonus 85% van totale bonus Langetermijnbonusplan Het langetermijnbonusplan van ING bestaat uit zowel aandelenopties als prestatieaandelen. Langetermijnbonussen worden toegekend om de belangen van het topmanagement gelijk te schakelen met die van de aandeelhouders en het topmanagement voor een langere periode aan ING te binden. De langetermijnbonus wordt toegekend op basis van een evenredige verdeling naar marktwaarde over opties en prestatieaandelen. Het langetermijnbonusplan is op 27 april 2004 tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders besproken en goedgekeurd. De aandelenopties van ING hebben een totale looptijd van tien jaar en een wachttijd van drie jaar. Na drie jaar mogen de opties worden uitgeoefend, mits de optiehouder nog in dienst van ING (of gepensioneerd) is. De uitoefenprijs van de opties is gelijk aan de openingskoers op Euronext Amsterdam op een bepaalde dag in de eerste open periode na de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Prestatieaandelen worden voorwaardelijk toegekend. Het aantal aandelen dat aan het einde van een beoordelingsperiode van drie jaar onvoorwaardelijk wordt, is afhankelijk van het totale aandeelhoudersrendement van ING (koerswinsten op aandelen en opnieuw geïnvesteerde dividenden die aandeelhouders in die periode ontvangen), gerelateerd aan het totale aandeelhoudersrendement van een vooraf gedefinieerde referentiegroep van vergelijkbare ondernemingen. De criteria die worden gehanteerd voor het samenstellen van deze referentiegroep zijn: a) vergelijkbaar en relevant geacht door de Raad van Commissarissen, b) vergelijkbaar met ING’s huidige portefeuille (bankieren, verzekeren en vermogensbeheer) en ING’s geografische spreiding, c) wereldwijd actief, d) beursgenoteerd en een substantieel aantal vrij verhandelbare aandelen. Op basis van deze criteria bestaat de referentiegroep uit de volgende bedrijven: – Citigroup, Fortis, Lloyds TSB (bank/verzekeringsbedrijven); – ABN Amro, Bank of America, BNP Paribas, BSCH, Credit Suisse, Deutsche Bank, HSBC (banken); – Aegon, AIG, Allianz, Aviva, AXA, Hartford Financial Services, Munich Re, Prudential (verzekeringsbedrijven); – Amvescap PLC (vermogensbeheerder). De plaats van ING binnen deze groep bedrijven op basis van het totale rendement voor aandeelhouders is bepalend voor het uiteindelijke aantal aandelen dat aan het einde van de beoordelingsperiode van drie jaar vrijkomt. Het aantal prestatieaandelen dat aan het begin van elke periode van drie jaar in eerste instantie wordt toegekend is gebaseerd op een middenpositie voor ING. Dit aantal stijgt of daalt (lineair) op basis van de positie van ING’s totale rendement voor aandeelhouders na de beoordelingsperiode van drie jaar, zoals weergegeven in de navolgende tabel. ING Groep Jaarverslag 2006 75 1.3 Onze governance Remuneratierapport vervolg Aantal aandelen toegekend na elke beoordelingsperiode van drie jaar, gerelateerd aan referentiegroep Positie ING 1–3 4–8 9 – 11 12 – 17 18 – 20 Aantal aandelen 200% Tussen 200% and 100% 100% Tussen 100% and 0% 0% Vóór aanvang van iedere nieuwe beoordelingsperiode van drie jaar wordt de referentiegroep door de Raad van Commissarissen heroverwogen. De beoordeling zelf aan het einde van iedere periode van drie jaar wordt door een onafhankelijke derde partij uitgevoerd. Het is de leden van de Raad van Bestuur niet toegestaan om opties en prestatieaandelen te verkopen binnen een periode van vijf jaar na toekenning. Het is de deelnemers slechts toegestaan een deel van hun certificaten van aandelen te verkopen op het moment van onvoorwaardelijke verkrijging teneinde de belasting over het gevestigde recht te betalen. Certificaten van aandelen verkregen uit de uitoefening van opties mogen alleen binnen een periode van vijf jaar na toekenning van de opties worden verkocht teneinde de belasting over het gevestigde recht te betalen. Beloningsniveaus Ieder jaar vindt er een analyse van beloningsniveaus plaats op basis van een referentiegroep van ondernemingen. Deze groep werd in 2003 samengesteld en is een mix van Europese financiële instellingen en in Nederland gevestigde multinationals. De referentiegroep is een afspiegeling van het type bedrijf en het bedrijfsklimaat waarin ING opereert. ING concurreert met deze bedrijven om toptalent. De volgende bedrijven maken deel uit van deze groep: ABN Amro, Aegon, Ahold, AXA, BNP Paribas, Credit Suisse, Fortis, KPN, Royal Bank of Scotland en Société Générale. In overeenstemming met het algemene beloningsbeleid van ING heeft de Raad van Commissarissen zich gericht op een toename van variabele (prestatiegerichte) beloningscomponenten, waardoor de salarissen van de leden van de Raad van Bestuur geleidelijk over een periode van vier jaar zijn opgetrokken naar het mediane niveau van de Europese/Nederlandse referentiegroep. Dit is gerealiseerd door de targetbonusniveaus op zowel de korte als de lange termijn te verhogen. Op deze manier is de toekomstige beloning directer gekoppeld aan de prestaties op de korte en de lange termijn. Als gevolg hiervan is de samenstelling van het beloningspakket bij het behalen van de doelstellingen evenredig verdeeld over de componenten (1/3 basissalaris, 1/3 kortetermijnbonus en 1/3 langetermijnbonus). De evenredige verdeling van de variabele beloning zorgt ervoor dat de focus zowel op de korte als op de lange termijn gericht is. Pensioenen leden Raad van Bestuur Tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 25 april 2006 is besloten tot een wijziging van het remuneratiebeleid van de Raad van Bestuur met betrekking tot de pensioenregeling. De 76 ING Groep Jaarverslag 2006 herziene pensioenregeling zal gelden voor alle leden van de Raad van Bestuur ongeacht het moment van benoeming, met uitzondering van de heren Maas en McInerney. De herziene pensioenregeling is niet van toepassing op de heer Maas, aangezien hij geboren is voor 1 januari 1950 en derhalve blijft deelnemen aan de vorige pensioenregeling voor de Raad van Bestuur dat gebaseerd is op vaste toezeggingen (‘defined benefit plan’). Aangezien de heer McInerney deelneemt aan een Amerikaanse pensioenregeling is de herziene pensioenregeling ook op hem niet van toepassing. De pensioenen van de Nederlandse leden van de Raad van Bestuur zijn nu gebaseerd op vaste premies (‘defined contribution plan’), die door middel van een contract bij Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V. zijn verzekerd. Met ingang van 2006 zijn de leden van de Raad van Bestuur verplicht een deel van hun pensioenpremie te betalen. De arbeidsovereenkomst wordt in geval van pensionering van rechtswege beëindigd per 1 juni van het jaar waarin de betrokkene de leeftijd van 65 bereikt (‘standaardpensionering’). De pensioengerechtigde leeftijd is veranderd ten opzichte van voorgaande jaren (leeftijd was 60) naar 65 jaar als gevolg van een wijziging in het Nederlandse belastingstelsel. Arbeidsovereenkomst voor nieuw benoemde bestuursleden De arbeidsovereenkomst voor leden van de Raad van Bestuur benoemd na 1 januari 2004 bepaalt dat zij worden benoemd voor een periode van vier jaar (de benoemingsperiode) en biedt de mogelijkheid tot herbenoeming door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. In het geval van een onvrijwillige beëindiging van hun dienstverband hebben leden van de Raad van Bestuur recht op een veelvoud van hun basissalaris als lid van de Raad van Bestuur, met behoud van hun bestaande rechten. Deze rechten overschrijden in geringe mate de vertrekregeling volgens de Nederlandse Corporate Governance Code, dat wil zeggen niet meer dan twee keer het basissalaris (eerste benoemingstermijn) of één keer het basissalaris (in alle overige situaties). Aangezien bestaande contracten niet eenzijdig kunnen worden aangepast, blijven leden van de Raad van Bestuur die vóór 2004 zijn benoemd voor onbepaalde tijd aan en geldt er voor hen in geval van onvrijwillige beëindiging van het dienstverband een vertrekregeling van drie jaar basissalaris. De opzegtermijn van leden van de Raad van Bestuur is drie maanden voor de werknemer en zes maanden voor de werkgever. REMUNERATIE RAAD VAN BESTUUR 2006 Basissalaris Raad van Bestuur 2006 Het basissalaris voor de leden van de Raad van Bestuur is voor 2006 bevroren, net zoals in 2004 en 2005 het geval was. In 2003 werd het basissalaris van de leden van de Raad van Bestuur met 7,5% verhoogd, nadat het sinds 1999 op hetzelfde niveau was gebleven. Het basissalaris van de heren Tilmant en Maas werd met ingang van 28 april 2004 met 10% verhoogd vanwege hun benoeming tot respectievelijk voorzitter en vicevoorzitter van de Raad van Bestuur. Kortetermijnbonusplan Raad van Bestuur 2006 Voor 2006 werd de kortetermijnbonus bij het behalen van de doelstellingen vastgesteld op 100% van het individuele basissalaris van de leden van de Raad van Bestuur. De uiteindelijk uit te keren bonus is afhankelijk van het realiseren van een aantal gezamenlijke financiële doelstellingen van de Groep en van specifieke individuele kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen voor de afzonderlijke leden van de Raad van Bestuur. De totale kortetermijnbonus is voor 70% gebaseerd op de operationele nettowinst, de totale bedrijfslasten en het rendement op het economisch kapitaal van de Groep, en voor 30% op individuele doelstellingen die aan het begin van het jaar door de voorzitter van de Raad van Bestuur ter goedkeuring zijn voorgelegd aan de Remuneratie- en Nominatiecommissie van de Raad van Commissarissen. Begin 2007 heeft de Remuneratie- en Nominatiecommissie de feitelijke resultaten van ING beoordeeld ten opzichte van de doelstellingen voor 2006. Over 2006 heeft ING gemiddeld de drie financiële doelstellingen van de Groep overtroffen, wat resulteerde in een score van 169% van de doelstelling voor deze component. De score voor de individuele prestaties van de leden van de Raad van Bestuur was gemiddeld 171%. De externe accountant van ING heeft beoordeeld in welke mate de doelstellingen, zowel voor de Groep als individueel, zijn gerealiseerd. Het Audit Committee was betrokken bij de beoordeling van de onderliggende financiële gegevens. Langetermijnbonusplan Raad van Bestuur 2006 Voor het langetermijnbonusplan van de Raad van Bestuur wordt gebruik gemaakt van twee instrumenten: aandelenopties en prestatieaandelen. Zoals eerder aangegeven, heeft de Raad van Bestuur een identiek plan aangenomen voor het gehele topkader van ING. Dit betekent dat meer dan 7.000 managers aan een soortgelijk plan deelnemen. De langetermijnbonus 2006 was voor elk lid van de Raad van Bestuur vastgesteld op 100% van het basissalaris bij het behalen van de doelstellingen. De uiteindelijke bonus hangt af van het kortetermijnbonusplan van de Groep en varieert van 50% van de doelstelling (wanneer de kortetermijnbonus 0% is) tot 150% (wanneer de kortetermijnbonus 200% is). De heer McInerney krijgt voorwaardelijke aandelen toegekend op hetzelfde moment waarop de overige leden van de Raad van Bestuur de langetermijnbonus krijgen toegekend. Deze voorwaardelijke aandelen worden vier jaar na toekenning 100% onvoorwaardelijk onder de voorwaarde dat er op dat moment nog steeds sprake is van een actief dienstverband. Deze toekenning vormt onderdeel van het arbeidscontract van de heer McInerney teneinde zijn totale beloning af te stemmen op de markt voor topmanagers in de Verenigde Staten. Het aantal toegekende voorwaardelijke aandelen is opgenomen in de tabel betreffende de langetermijnbonus op pagina 80. De uitoefenprijs van de opties is gelijk aan de openingskoers van het aandeel ING Groep op 17 mei 2007 op de Euronext Amsterdam aandelenbeurs. De prestatieaandelen zijn begin 2007 voorwaardelijk toegekend; het definitieve aantal zal afhangen van de positie binnen de referentiegroep na afloop van de periode van drie jaar (2007 – 2009), gebaseerd op de prestatie/bonus-schaal zoals hiervoor aangegeven. De prestatieaandelen die in 2004 zijn toegekend, worden in 2007 onvoorwaardelijk, na een beoordelingsperiode die liep van 2004 tot 2006. Het uiteindelijke resultaat van 200% is gebaseerd op de tweede plaats die ING op basis van het totale aandeelhoudersrendement inneemt in de referentiegroep. Dit resultaat is vastgesteld door een onafhankelijke derde partij. De externe accountant van ING heeft de betreffende berekening getoetst. Voor de leden van de Raad van Bestuur die in 2004 prestatieaandelen toegekend hebben gekregen, zal in mei 2007 het definitieve aantal prestatieaandelen worden vastgesteld. Voor de overige topmanagers aan wie voor de periode 2004-2007 prestatieaandelen zijn toegekend, geldt dat deze aandelen in maart 2007 onvoorwaardelijk worden. Pensioenlasten De eerste tabel op pagina 82 geeft de pensioenlasten weer van de individuele leden van de Raad van Bestuur. Aangezien de kortetermijnbonus over 2006 met betrekking tot de Groepsdoelstellingen uitkwam op 169%, is de toegekende langetermijnbonus 134,5% van de doelstelling. Het aantal opties en prestatieaandelen wordt vastgesteld op basis van de referentiekoers vastgesteld aan het eind van 2006 (EUR 33,83) en een berekening van de marktwaarde van opties en prestatieaandelen (gebaseerd op een optiewaarderingsmodel). Het aantal opties, het maximaal aantal prestatieaandelen en het aantal voorwaardelijke aandelen die aan de Raad van Bestuur worden toegekend op basis van het langetermijnbonusplan 2006, zijn onderhevig aan goedkeuring door de aandeelhouders. De toekenning van opties, prestatieaandelen en voorwaardelijke aandelen aan de individuele leden van de Raad van Bestuur is opgenomen in de tabel betreffende de langetermijnbonus op pagina 80-81. ING Groep Jaarverslag 2006 77 1.3 Onze governance Remuneratierapport vervolg Remuneratie in contanten van de leden van de Raad van Bestuur Bedragen in duizenden euro’s 78 2006 2005 2004 MICHEL TILMANT (1) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten 1.289 2.299 3.588 1.289 1.520 2.809 1.250 866 2.116 CEES MAAS (1) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten 697 1.244 1.941 697 806 1.503 677 530 1.207 ERIC BOYER DE LA GIRODAY (2) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten 850 1.477 2.327 850 945 1.795 574 445 1.019 DICK HARRYVAN (3) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten 423 710 1.133 ELI LEENAARS (2) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten 634 1.102 1.736 634 705 1.339 428 321 749 TOM MCINERNEY (3) (4) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten 690 1.157 1.847 HANS VAN DER NOORDAA (3) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten 423 710 1.133 JACQUES DE VAUCLEROY (3) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten 423 710 1.133 FRED HUBBELL (4) (5) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten 556 908 1.464 1.120 1.270 2.390 1.121 855 1.976 ING Groep Jaarverslag 2006 Remuneratie in contanten van de leden van de Raad van Bestuur (vervolg) Bedragen in duizenden euro’s 2006 2005 2004 ALEXANDER RINNOOY KAN (5) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten 370 604 974 634 705 1.339 634 493 1.127 HANS VERKOREN (2) (5) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten 370 604 974 634 705 1.339 428 335 763 (1) (2) (3) (4) (5) De heren Tilmant en Maas ontvingen een salarisverhoging van 10% nadat zij in april 2004 tot respectievelijk voorzitter en vicevoorzitter van de Raad van Bestuur werden benoemd. De heren Boyer de la Giroday, Leenaars en Verkoren werden met ingang van 28 april 2004 benoemd tot lid van de Raad van Bestuur. De bedragen voor deze leden geven de beloning weer die zij in hun hoedanigheid van lid van de Raad van Bestuur hebben ontvangen. De cijfers voor 2004 geven dus een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Bestuur weer. De heren Harryvan, McInerney, Van der Noordaa en De Vaucleroy zijn met ingang van 25 april 2006 benoemd tot lid van de Raad van Bestuur. De bedragen voor deze leden geven de beloning weer die zij in hun hoedanigheid van lid van de Raad van Bestuur hebben ontvangen. De cijfers voor 2006 geven dus een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Bestuur weer. De heren McInerney en Hubbell ontvangen hun salaris in US-dollars. Het jaarsalaris in dollars wordt omgerekend in euro’s tegen de gemiddelde koers in dat jaar. Met ingang van 25 april 2006 zijn de heren Hubbell en Verkoren gepensioneerd en is de heer Rinnooy Kan teruggetreden uit de Raad van Bestuur. De bedragen voor deze leden geven de beloning weer die zij in hun hoedanigheid van lid van de Raad van Bestuur hebben ontvangen. De cijfers voor 2006 geven dus een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Bestuur weer. De beloning in contanten van voormalige leden van de Raad van Bestuur was in 2006 en 2005 nihil en bedroeg in 2004 EUR 681.000. ING Groep Jaarverslag 2006 79 1.3 Onze governance Remuneratierapport vervolg Langetermijnbonus van de leden van de Raad van Bestuur (1) Bedragen in duizenden euro’s 80 2006 2005 2004 MICHEL TILMANT Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde langetermijnbonus (2) 132.163 27.650 1.734 108.200 19.300 1.160 82.600 15.000 661 CEES MAAS (3) Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde langetermijnbonus (2) 0 0 938 58.600 10.500 628 51.200 9.300 410 ERIC BOYER DE LA GIRODAY (4) Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde langetermijnbonus (2)) 87.138 18.230 1.143 71.400 12.800 765 43.400 7.900 347 DICK HARRYVAN (5) Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde langetermijnbonus (2) 43.347 9.069 569 ELI LEENAARS (4) Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde langetermijnbonus (2) 65.021 13.603 853 53.200 9.500 571 32.400 5.900 259 TOM MCINERNEY (5) (6) Aantal opties Aantal prestatieaandelen Aantal voorwaardelijke aandelen Marktwaarde langetermijnbonus (2) 70.695 14.790 37.633 2.201 HANS VAN DER NOORDAA (5) Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde langetermijnbonus (2) 43.347 9.069 569 JACQUES DE VAUCLEROY (5) Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde langetermijnbonus (2) 43.347 9.069 569 FRED HUBBELL (7) Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde langetermijnbonus (2) 0 0 1.008 84.700 15.400 678 ALEXANDER RINNOOY KAN (7) Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde langetermijnbonus (2) 0 0 571 48.000 8.700 384 HANS VERKOREN (4) (7) Aantal opties Aantal prestatieaandelen Marktwaarde langetermijnbonus (2) 0 0 571 32.400 5.900 259 ING Groep Jaarverslag 2006 (1) Langetermijnbonussen worden toegekend in het jaar volgend op het verslagjaar. Het plan voorziet in een combinatie van opties en voorwaardelijke prestatieaandelen gebaseerd op een 50/50-verdeling van de waarde. De verhouding tussen opties en prestatieaandelen varieert ieder jaar als gevolg van de marktwaardeberekening en de 50/50-verdeling in waarde. Op basis van de berekening van de marktwaarde voor het prestatiejaar 2006 is de verhouding tussen opties en prestatieaandelen 4,78 : 1 (2005: 5.6 : 1; 2004: 5.5 : 1). Het aantal opties, het maximum aantal prestatieaandelen en het aantal voorwaardelijke aandelen toe te kennen aan de leden van de Raad van Bestuur zal ter goedkeuring aan de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders worden voorgelegd. De wachttijd voor de prestatieaandelen is drie jaar. De kosten verbonden aan de prestatieaandelen worden pro rata verdeeld over de driejaarsperiode. (2) De marktwaarde van de langetermijnbonus geeft de geschatte marktwaarde weer op de datum van toekenning, op basis van een marktwaardeberekening. De waardeberekening van aan de Raad van Bestuur toegekende opties en prestatieaandelen geschiedt jaarlijks. (3) Aangezien de heer Maas in 2007 met pensioen gaat, ontvangt hij zijn langetermijnbonus in contanten in plaats van in opties en prestatieaandelen. (4) De heren Boyer de la Giroday, Leenaars en Verkoren werden met ingang van 28 april 2004 benoemd tot lid van de Raad van Bestuur. De bedragen van deze leden geven de beloning weer die zij in hun hoedanigheid van lid van de Raad van Bestuur hebben ontvangen. (5) De heren Harryvan, McInerney, Van der Noordaa en De Vaucleroy zijn met ingang van 25 april 2006 benoemd tot lid van de Raad van Bestuur. De bedragen voor deze leden geven de beloning weer die zij in hun hoedanigheid van lid van de Raad van Bestuur hebben ontvangen. (6) De heer McInerney ontvangt voorwaardelijke aandelen op dezelfde datum van toekenning als de andere langetermijnbonussen. Deze voorwaardelijke aandelen worden vier jaar na toekenning 100% onvoorwaardelijk onder de voorwaarde dat er op dat moment nog steeds sprake is van een actief dienstverband. Deze toekenning vormt onderdeel van het arbeidscontract van de heer McInerney teneinde zijn totale beloning af te stemmen op de markt voor topmanagers in de Verenigde Staten. (7) Als gevolg van hun pensionering c.q. terugtreding uit de Raad van Bestuur in 2006, hebben de heren Hubbell, Rinnooy Kan en Verkoren hun langetermijnbonus over 2005 in contanten ontvangen in plaats van in opties en prestatieaandelen. De marktwaarde van de langetermijnbonussen van voormalige leden van de Raad van Bestuur was in 2006, 2005 en 2004 nihil. ING Groep Jaarverslag 2006 81 1.3 Onze governance Remuneratierapport vervolg Pensioenlasten van de leden van de Raad van Bestuur (1) Bedragen in duizenden euro’s Michel Tilmant Cees Maas Eric Boyer de la Giroday (2) Dick Harryvan (3) Eli Leenaars (2) Tom McInerney (3) (5) Hans van der Noordaa (3) Jacques de Vaucleroy (3) Fred Hubbell (4) (5) (6) Alexander Rinnooy Kan (4) (7) Hans Verkoren (2) (4) (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) 2006 2005 2004 689 448 439 206 270 297 170 170 2.282 2.105 119 685 482 482 467 345 260 255 102 395 483 306 462 346 109 Ter wille van de vergelijkbaarheid zijn de pensioenlasten herberekend volgens IAS 19, waarbij voor de jaren 2004-2006 van algemene aannames is uitgegaan. De heren Boyer de la Giroday, Leenaars en Verkoren zijn met ingang van 28 april 2004 benoemd tot lid van de Raad van Bestuur. De bedragen voor deze leden geven de pensioenlasten weer in hun hoedanigheid van lid van de Raad van Bestuur. De heren Harryvan, McInerney, Van der Noordaa en De Vaucleroy zijn met ingang van 25 april 2006 benoemd tot lid van de Raad van Bestuur. De bedragen van deze leden geven de pensioenlasten weer in hun hoedanigheid van lid van de Raad van Bestuur. Met ingang van 25 april 2006 zijn de heren Hubbell en Verkoren gepensioneerd en is de heer Rinnooy Kan teruggetreden als lid van de Raad van Bestuur. De bedragen van deze leden geven dus de pensioenlasten weer van een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Bestuur. De pensioenlasten van de heren McInerney en Hubbell zijn omgerekend van US-dollars in euro’s tegen de gemiddelde koers van dat jaar. De jaarlijkse pensioenwaardering van de heer Hubbell werd gebaseerd op de standaardaanname van een pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar. Het pensioenplan in de VS biedt de mogelijkheid van een vervroegd pensioen op de leeftijd van 55 jaar na een dienstverband van ten minste vijf jaar. De in de tabel opgenomen pensioenlasten betreffen de additionele IFRS-kosten verband houdend met de financiering van de pensioenrechten in geval van vervroegd pensioen, die volledig moeten worden betaald door de vennootschap in het jaar van pensionering. De pensioenuitkering in verband met vervroegd pensioen is volgestort tot de leeftijd van 65 jaar en gedurende de periode van vervroegd pensioen voorziet het pensioenplan in additionele pensioenrechten tot het moment dat de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar is bereikt. De in de tabel opgenomen pensioenlasten betreffen de additionele invloed van IFRS en de kosten in verband met de financiering van de pensioenrechten van de heer Rinnooy Kan opgebouwd gedurende de periode van vervroegd pensioen, die volledig moeten worden betaald door de vennootschap in het jaar van terugtreden. De pensioenlasten van voormalige leden van de Raad van Bestuur waren in 2006 en 2005 nihil en bedroegen in 2004 EUR 887.000. Leningen en voorschotten aan leden van de Raad van Bestuur Onderstaande tabel geeft een overzicht van de leningen en voorschotten verstrekt aan leden van de Raad van Bestuur. Deze leningen zijn verstrekt onder de normale bedrijfsuitoefening en onder dezelfde voorwaarden die gelden voor alle personeelsleden. De Raad van Commissarissen heeft de leningen goedgekeurd. Leningen en voorschotten aan leden van de Raad van Bestuur Bedragen in duizenden euro’s Cees Maas Eric Boyer de la Giroday Dick Harryvan Hans van der Noordaa Jacques de Vaucleroy Openstaand per Gemiddelde 31 december rentevoet Aflossingen 2006 446 28 427 930 192 2.023 4,0% 4,3% 3,9% 4,4% 5,5% 4,3% Openstaand per Gemiddelde 31 december rentevoet Aflossingen 2005 Openstaand per Gemiddelde 31 december rentevoet Aflossingen 2004 3 446 31 4,0% 4,3% 3 446 34 4,0% 4,3% 3 17 20 477 4,0% 3 480 4,0% 3 (Certificaten van) aandelen ING Groep gehouden door leden van de Raad van Bestuur Leden van de Raad van Bestuur zijn gerechtigd (certificaten van) aandelen ING Groep te houden als langetermijnbelegging. De onderstaande tabel toont het bezit aan certificaten van ING-aandelen van leden van de Raad van Bestuur. De tabel op de volgende pagina’s geeft informatie over door de leden van de Raad van Bestuur gehouden opties. (Certificaten van) aandelen ING Groep gehouden door leden van de Raad van Bestuur Michel Tilmant Cees Maas Tom McInerney (1) 1) 82 2006 2005 7.764 7.764 64.527 7.764 7.764 De heer McInerney heeft tevens 940 aandelen in een zogenaamd Leverage Stock Fund. ING Groep Jaarverslag 2006 2004 Informatie over de opties en het verloop gedurende het boekjaar van door de leden van de Raad van Bestuur gehouden opties per 31 december 2006 Aantal opties Michel Tilmant Niet Openstaand geaccepteerd per 31 Toegekend Uitgeoefend of verlopen december 2005 in 2006 in 2006 in 2006 (1) Openstaand per 31 december 2006 Uitoefenprijs in euro’s 30.000 20.000 0 0 21.000 14.000 21.000 14.000 41.250 82.600 108.200 35,26 35,80 29,39 29,50 12,65 12,55 17,69 21,67 32,75 15 mrt 2006 15 mrt 2006 11 mrt 2012 11 mrt 2012 3 mrt 2013 3 mrt 2013 14 mei 2014 13 mei 2015 12 mei 2016 50.000 58.600 0 35.000 35.000 41.250 51.200 58.600 35,26 29,39 12,65 17,69 21,67 32,75 15 mrt 2006 11 mrt 2012 3 mrt 2013 14 mei 2014 13 mei 2015 12 mei 2016 71.400 2.000 10.000 4.000 3.000 4.000 17.800 53.400 71.400 26,10 28,30 35,80 28,60 12,55 17,69 21,67 32,75 28 mei 2009 3 apr 2010 15 mrt 2011 27 mei 2012 3 mrt 2013 14 mei 2014 13 mei 2015 12 mei 2016 13.060 0 13.125 12.250 6.000 8.800 13.060 35,26 29,39 12,65 18,71 23,28 32,77 15 mrt 2006 11 mrt 2012 03 mrt 2013 15 mrt 2014 30 mrt 2015 23 mrt 2016 25,25 53.200 3.300 10.000 22.400 31.000 7.850 9.654 6.436 41.700 53.200 213.325 40.000 91.400 125.200 153.550 260.425 213.325 18,71 23,28 32,77 15 mrt 2011 11 mrt 2012 3 mrt 2013 15 mrt 2014 15 mrt 2015 23 mrt 2016 0 13.125 8.900 6.000 15.000 11.195 35,26 29,39 12,65 18,71 23,28 32,77 15 mrt 2006 11 mrt 2012 3 mrt 2013 15 mrt 2014 30 mrt 2015 23 mrt 2016 30.000 20.000 21.000 14.000 21.000 14.000 41.250 82.600 108.200 Cees Maas Eric Boyer de la Giroday Dick Harryvan Eli Leenaars Tom McInerney Hans van der Noordaa 50.000 35.000 35.000 41.250 51.200 2.000 10.000 4.000 3.000 4.000 17.800 53.400 10.000 13.125 12.250 6.000 8.800 10.000 3.300 10.000 22.400 31.000 7.850 9.654 6.436 41.700 40.000 91.400 125.200 153.550 260.425 14.000 13.125 8.900 6.000 15.000 14.000 11.195 Uitoefenprijs in US dollars 27,28 31,96 25,72 12,55 18,75 18,71 21,67 32,75 31,96 25,72 13,70 Expiratiedatum 1 apr 2009 3 apr 2010 15 mrt 2011 11 mrt 2012 3 mrt 2013 15 mrt 2014 15 mrt 2014 13 mei 2015 12 mei 2016 ING Groep Jaarverslag 2006 83 1.3 Onze governance Remuneratierapport vervolg Informatie over de opties en het verloop gedurende het boekjaar van door de leden van de Raad van Bestuur gehouden opties per 31 december 2006 (vervolg) Aantal opties Jacques de Vaucleroy Niet Openstaand geaccepteerd per 31 Toegekend Uitgeoefend of verlopen december 2005 in 2006 in 2006 in 2006 (1) 7.000 20.000 7.634 61.110 114.950 100.352 Openstaand per 31 december 2006 Uitoefenprijs in euro’s Uitoefenprijs in US dollars Expiratiedatum 7.000 20.000 7.634 61.110 114.950 100.352 26,10 28,30 18,71 23,28 32,77 28 mei 2009 3 apr 2010 3 mrt 2013 15 mrt 2014 30 mrt 2015 23 mrt 2016 13,70 Fred Hubbell 50.000 35.000 35.000 41.250 84.700 50.000 0 35.000 35.000 41.250 84.700 35,26 29,39 12,65 17,69 21,67 15 mrt 2006 11 mrt 2012 3 mrt 2013 14 mei 2014 13 mei 2015 Alexander Rinnooy Kan 50.000 35.000 35.000 41.250 48.000 50.000 0 35.000 35.000 41.250 48.000 35,26 29,39 12,65 17,69 21,67 15 mrt 2006 11 mrt 2012 3 mrt 2013 14 mei 2014 13 mei 2015 Hans Verkoren 20.000 23.000 30.000 17.800 42.800 20.000 0 23.000 12.000 17.800 42.800 35,26 29,39 12,65 18,71 21,67 15 mrt 2006 11 mrt 2012 3 mrt 2013 15 mrt 2014 13 mei 2015 (1) 18.000 Niet geaccepteerd op datum toekenning of verlopen per expiratiedatum. REMUNERATIESTRUCTUUR RAAD VAN BESTUUR 2007 Beleid voor 2007 Ten aanzien van het remuneratiebeleid voor 2007 bouwt de Raad van Commissarissen voort op het beleid dat in 2003 werd ingevoerd, waarbij de ontwikkeling naar een meer prestatiegerichte bedrijfscultuur wordt bevorderd. De afgelopen vijf jaar is het totale beloningspakket van de Raad van Bestuur geleidelijk naar de gangbare beloningsniveaus binnen Europa toegegroeid door een verhoging van de doelstellingsniveaus (als percentage van het basissalaris) van zowel de kortetermijnbonus als de langetermijnbonus. Uit een analyse van de marktconcurrentie blijkt dat er over het algemeen sprake is van een stijgende tendens, wat kan leiden tot druk op de beloningsniveaus. Basissalaris Raad van Bestuur 2007 Het basissalaris zal in 2007 niet worden verhoogd. Er wordt jaarlijks een marktanalyse uitgevoerd om aansluiting met de concurrentie te behouden. Kortetermijnbonus Raad van Bestuur 2007 Het doelniveau van de kortetermijnbonus van 100% van het basissalaris blijft voor 2007 gehandhaafd. De feitelijke uitbetaling kan variëren van 0% tot 200% van de doelbonus, wat overeenkomt met 0% tot 200% van het basissalaris. De samenstelling van de kortetermijnbonus is voor 2007 gelijk aan die voor 2006: 70% wordt bepaald aan de hand van vooraf opgestelde financiële prestatiemaatstaven voor ING Groep en 30% op basis van de individuele prestatiedoelstellingen die voor ieder lid van de Raad van Bestuur zijn opgesteld en goedgekeurd door de Raad van Commissarissen. De Raad van Commissarissen heeft besloten dat voor 2007 de criteria voor de kortetermijnbonus voor de leden van de Raad van Bestuur wat betreft het Groepsresultaat enigszins veranderen. Het rendement op het economisch kapitaal wordt vervangen door economische winst/embedded-valuewinst. De drie financiële criteria die voor 2007 zullen worden gehanteerd zijn: operationele nettowinst, totale bedrijfslasten en economische winst/embedded-valuewinst. Deze verschuiving van rendement op economisch kapitaal naar economische winst/embedded-valuewinst is in lijn met de publicatie van de economische winst/embedded-valuewinst vanaf 2007. 84 ING Groep Jaarverslag 2006 Langetermijnbonus Raad van Bestuur 2007 De Raad van Commissarissen zal het percentage van de nominale langetermijnbonus bij het behalen van de doelstellingen handhaven op 100% van het basissalaris (hetzelfde doelstellingspercentage als de kortetermijnbonus). Dit percentage kan variëren van 50% tot 150% van de doelstelling (tussen 50% en 150% van het basissalaris). De structuur voor de langetermijnbonus voor 2007 blijft gelijk aan die voor 2003 (de totale toegekende nominale waarde zal worden verdeeld over opties en prestatieaandelen). Net zoals in 2006 zal de Raad van Commissarissen eind 2007 het totale aantal aan de leden van de Raad van Bestuur toe te kennen opties en prestatieaandelen gerelateerd aan de langetermijnbonus vaststellen, op basis van het behalen van de drie vooraf vastgestelde financiële doelstellingen die in het kortetermijnbonusplan van 2007 zijn gedefinieerd. REMUNERATIE RAAD VAN COMMISSARISSEN Remuneratie Met ingang van juli 2006 is de remuneratie van de Raad van Commissarissen als volgt verhoogd: voorzitter EUR 75.000 (was EUR 61.260), vicevoorzitter EUR 65.000 (was EUR 61.260), overige leden EUR 45.000 (was EUR 36.300). Naast de remuneratie ontvangen de leden van de Raad van Commissarissen een onkostenvergoeding. Voor de voorzitter en vicevoorzitter is dit een jaarlijks bedrag van EUR 6.800; voor de overige leden is dit EUR 2.270. Voor de commissies is de remuneratie als volgt verhoogd: voorzitter van het Audit Committee EUR 8.000 (was EUR 1.360), leden van het Audit Committee EUR 6.000 (was EUR 1.360), voorzitters van de overige commissies van de Raad van Commissarissen EUR 7.500 (was EUR 1.360), leden van de overige commissies van de Raad van Commissarissen EUR 5.000 (was EUR 1.360). Naast deze vaste vergoeding ontvangen de commissieleden een vergoeding voor elke vergadering die zij bijwonen. Voor de voorzitter van het Audit Committee is deze vergoeding EUR 2.000 per vergadering en voor de leden EUR 1.500. Voor de voorzitters en leden van de overige commissies bedraagt deze vergoeding EUR 450 per vergadering. De remuneratie en vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie wordt niet uitgekeerd aan de voorzitter en vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen indien zij van een van de commissies lid zijn. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de remuneratie en onkostenvergoeding per lid van de Raad van Commissarissen voor 2006 en voorgaande jaren. De vergoedingen van voormalige leden van de Raad van Commissarissen die aftraden voor 2006 bedroegen EUR 29.000 in 2005 en EUR 54.000 in 2004. Vergoedingen van de (voormalige) leden van de Raad van Commissarissen Bedragen in duizenden euro’s LEDEN VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN Cor Herkströter Eric Bourdais de Charbonnière(1) Luella Gross Goldberg Paul van der Heijden Claus Dieter Hoffmann Jan Hommen(2) Piet Klaver (3) Wim Kok Godfried van der Lugt Karel Vuursteen VOORMALIGE LEDEN VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN Aad Jacobs(4) Paul Baron de Meester (5) (1) (2) (3) (4) (5) 2006 2005 2004 75 70 52 52 56 57 33 51 56 43 545 68 65 44 43 49 24 68 29 44 44 46 39 40 39 411 39 39 39 348 17 16 33 51 58 109 49 57 106 578 520 454 Lid vanaf april 2004; vicevoorzitter vanaf februari 2005. Lid vanaf juni 2005. Lid vanaf april 2006. Gepensioneerd vanaf april 2006. Gepensioneerd vanaf april 2006. Vergoeding is inclusief aanvullend bedrag om in overeenstemming te komen met zijn voormalige beloning als lid van de Raad van Commissarissen van BBL. ING Groep Jaarverslag 2006 85 1.3 Onze governance Remuneratierapport vervolg Leningen en voorschotten aan leden van de Raad van Commissarissen Per 31 december 2006 stonden er geen leningen en voorschotten aan leden van de Raad van Commissarissen open. Per 31 december 2005 en 2004 bedroeg het totaal aan openstaande leningen en voorschotten aan de Raad van Commissarissen EUR 1,6 miljoen, met een gemiddelde rente van 4,7%. Dit bedrag betrof een lening aan de heer A.G. Jacobs. (Certificaten van) aandelen en opties ING Groep gehouden door leden van de Raad van Commissarissen Leden van de Raad van Commissarissen is het toegestaan (certificaten van) aandelen ING Groep als langetermijnbelegging te houden. De onderstaande tabel toont de certificaten van aandelen gehouden door de leden van de Raad van Commissarissen. Leden van de Raad van Commissarissen bezaten geeen ING-opties aan het einde van 2006, uitgezonderd de heer Klaver zoals aangegeven in voetnoot 2. Certificaten van aandelen ING Groep gehouden door leden van de Raad van Commissarissen (1) 2006 Cor Herkströter Luella Gross Goldberg Paul van der Heijden Piet Klaver(2) Karel Vuursteen (1) (2) 86 2005 2004 1.616 1.616 1.616 6.814 6.814 6.701 0 0 1.716 5.430 0 0 1.510 1.510 1.510 15.370 9.940 11.543 inclusief certificaten van aandelen ING Groep gehouden door naaste familieleden. Leden van de Raad van Commissarissen (inclusief naaste familieleden) die niet in deze tabel worden genoemd bezaten geen aandelen ING Groep. Piet Klaver heeft tevens 20 callopties (uitoefenprijs EUR 15,00; uitoefendatum: december 2008). ING Groep Jaarverslag 2006 1.3 Onze governance ONDERNEMINGSRADEN Centrale Ondernemingsraad per 1 januari 2007 Josine Sips, voorzitter Paul de Widt, secretaris Wim Evers, plv. voorzitter Gerard Dekkers, plv. secretaris Goof Bode, Hans de Boer, Hans van den Brink, Hans de Bruin, Petra Delhez, Wim Dijkhuizen, Jeffrey Dinsbach, Rob Eijt, Bas Hofstee, Alex Hoogendoorn, Aad Kant, Ben van Kessel, Jan Kuijper, René van der Linden, Ans Nijman, Anja Rozendaal, André Schat, Frans Veld, Bernard Wempe, Paul Zoet Europese Ondernemingsraad per 1 januari 2007 Mathieu Blondeel, voorzitter, België Mirjam Busse, secretaris, Nederland Adriana Dumitrescu, plv. voorzitter, Roemenië Marcel Koopman, plv. secretaris, Nederland Jean-Claude Van Den Abeele, Freddy Dekerf, Jean Pierre Lambert, Dirk Verstrepen, België Evetta Mircheva, Bulgarije Norbert Lucas, Thomas Meder, Duitsland Sebastien Barthe, Hervé Laurent, Frankrijk Maria Tapini Orianou, Griekenland Laszlo Szabo, Hongarije Alan Maher, Ierland Nicola Cerruti, Salvatore Pecoraro, Italië Arsène Kihm, Denis Richard, Luxemburg Hans van den Brink, Wim Evers, Bas Hofstee, Gerlinde Korterink, Maarten Kramer, André Schat, Michel Tromp, Paul Zoet, Nederland Mieczyslaw Bielawski, Mariusz Cieslik, Jaroslaw Szczesny, Polen Miriam Rosenbergová, Slowakije Gregorio Tejedor Mingo, Spanje Marie Martinkova, Tsjechië Courtney Ruesch, Mike Sharman, Verenigd Koninkrijk Thomas Wipf, Zwitserland ING Groep Jaarverslag 2006 87 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Geconsolideerde balans van ING Groep per 31 december voor winstbestemming bedragen in miljoenen euro’s ACTIVA Liquide middelen 1 Bankiers 2 Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat 3 – activa voor handelsdoeleinden – beleggingen voor risico van polishouders – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Beleggingen 4 – beschikbaar-voor-verkoop – tot einde looptijd aangehouden Kredieten 5 Herverzekeringscontracten 17 Deelnemingen 6 Beleggingen in onroerend goed 7 Gebouwen en bedrijfsmiddelen 8 Immateriële vaste activa 9 Overlopende acquisitiekosten 10 Overige activa 11 Totaal activa EIGEN VERMOGEN Eigen vermogen (moedermaatschappij) 12 Minderheidsbelangen Totaal eigen vermogen 2006 2005 14.326 39.868 13.084 47.466 193.977 110.547 6.521 149.187 100.961 7.766 6.425 10.230 293.921 17.660 474.437 6.529 4.343 6.974 6.031 3.522 10.163 31.063 1.226.307 305.707 18.937 439.181 8.285 3.622 5.031 5.757 3.661 9.604 30.160 1.158.639 38.266 2.949 41.215 36.736 1.689 38.425 215 6.014 78.133 29.639 268.683 120.839 496.680 296 6.096 81.262 32.252 263.487 122.234 465.712 VREEMD VERMOGEN Preferente aandelen 13 Achtergestelde leningen 14 Uitgegeven schuldbewijzen 15 Overige leningen 16 Verzekerings- en beleggingscontracten 17 Bankiers 18 Toevertrouwde middelen 19 Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat 20 – verplichtingen voor handelsdoeleinden – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Overige schulden 21 Totaal vreemd vermogen 127.975 4.934 92.058 6.248 13.702 38.278 1.185.092 11.562 39.007 1.120.214 Totaal eigen en vreemd vermogen 1.226.307 1.158.639 De bij de rubrieken vermelde nummers verwijzen naar de toelichting, beginnend op pagina 110, die onderdeel uitmaakt van de jaarrekening. 88 ING Groep Jaarverslag 2006 Geconsolideerde winst- en verliesrekening van ING Groep voor de jaren eindigend op 31 december bedragen in miljoenen euro’s Rentebaten uit de bancaire activiteiten Rentelasten uit de bancaire activiteiten Renteresultaat uit de bancaire activiteiten 35 Bruto premie-inkomen 36 Opbrengst beleggingen 37 Opbrengst uit verkoop van groepsmaatschappijen Bruto provisiebaten Provisielasten Provisie-inkomen 38 Herwaarderingsresultaat niet-handelsderivaten 39 Netto handelsresultaat 40 Resultaat deelnemingen 6 Overige baten 41 Totaal baten Bruto verzekeringstechnische lasten Verzekeringstechnische lasten gerelateerd aan risico voor polishouders Herverzekeringsdeel Verzekeringstechnische lasten 42 Mutatie voorziening dubieuze debiteuren 5 Overige bijzondere waardeverminderingen 43 Personeelskosten 44 Overige rentelasten 45 Overige bedrijfslasten 46 Totale lasten 2006 2006 59.170 –49.978 2005 2005 48.176 –39.109 9.192 46.835 10.907 1 6.867 –2.551 2004 25.448 –16.707 9.067 45.758 10.434 390 5.845 –2.098 4.316 89 1.172 638 471 73.621 2004 8.741 43.617 10.054 337 5.659 –1.880 3.747 47 426 541 710 71.120 3.779 888 229 526 68.171 53.065 54.594 48.925 –2.702 –2.175 –5.074 –2.400 –2.309 –1.232 48.188 103 27 7.918 1.016 6.429 63.681 47.120 88 76 7.646 969 6.327 62.226 45.384 465 22 7.667 1.019 5.874 60.431 Winst voor belastingen 9.940 8.894 7.740 Belastingen 47 Winst voor de periode (voor minderheidsbelangen) 1.907 8.033 1.379 7.515 1.709 6.031 7.692 341 8.033 7.210 305 7.515 5.755 276 6.031 Verdeling: Aandeelhouders van de moedermaatschappij Minderheidsbelangen bedragen in euro’s 2006 2005 2004 Winst per gewoon aandeel toe te schrijven aan aandeelhouders van de moedermaatschappij 48 Verwaterde winst per gewoon aandeel 48 Dividend per gewoon aandeel 49 3,57 3,53 1,32 3,32 3,32 1,18 2,71 2,71 1,07 De bij de rubrieken vermelde nummers verwijzen naar de toelichting, beginnend op pagina 163, die onderdeel uitmaakt van de jaarrekening. ING Groep Jaarverslag 2006 89 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Geconsolideerd kasstroomoverzicht van ING Groep voor de jaren eindigend op 31 december bedragen in miljoenen euro’s 2006 2005 2004 9.940 1.298 –1.317 8.894 1.278 –1.141 7.740 563 –858 17.689 103 –4.778 –1.739 3.117 –48.168 –179 21.250 88 –1.282 –1.398 –720 –29.925 2.596 13.244 465 4.467 –1.163 –1.206 –4.417 3.930 –59.800 1.218 1.925 47.521 38.821 –2.193 –62.709 –7.551 19.405 62.089 13.442 –14 –34.737 336 21.986 64.555 2.405 –2.236 9.750 8.398 3.475 33.996 –2.358 –449 –295.086 –1.588 –568 –1.164 –44.116 –250 490 459 271.983 1.343 1.294 292 402 37.945 51 –31.320 –250 –858 –260.769 –1.030 –1.156 –540 –991 –41.781 –164 703 1.058 218.847 245 1.030 483 391 34.464 13 –50.305 Uitgifte achtergestelde leningen Aflossing achtergestelde leningen Leningen en schuldbewijzen 53 Depots van herverzekeraars Uitgifte van gewone aandelen Inkoop eigen aandelen Uitgifte eigen aandelen Uitgekeerd dividend Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten 865 –600 20.500 –180 5 –1.422 373 –2.716 16.825 1.901 –177 7.842 93 114 –303 55 –2.461 7.064 1.000 –410 26 309 1.037 Netto kasstroom 54 –4.745 –9.245 3.916 3.335 11.588 692 300 3.335 7.715 Winst voor belastingen Aanpassingen voor – afschrijvingen – overlopende acquisitiekosten en VOBA – vermeerdering verzekeringstechnische voorzieningen en beleggingscontracten – mutatie voorziening dubieuze debiteuren – overige Betaalde belastingen Mutaties in – bankiers. niet terstond opeisbaar (te vorderen) – activa voor handelsdoeleinden – niet-handelsderivaten – overige financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – kredieten – overige activa – bankiers. niet ter stond opeisbaar (verschuldigd) – toevertrouwde middelen – verplichtingen voor handelsdoeleinden – overige financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – overige schulden Netto kasstroom uit operationele activiteiten Investeringen en verstrekkingen – groepsmaatschappijen – deelnemingen – voor-verkoop-beschikbare beleggingen – tot einde looptijd aangehouden beleggingen – beleggingen in onroerend goed – gebouwen en bedrijfsmiddelen – activa uit operationele lease-overeenkomsten – beleggingen voor risico van polishouders – overige beleggingen Desinvesteringen en aflossingen – groepsmaatschappijen – deelnemingen – voor-verkoop-beschikbare beleggingen – tot einde looptijd aangehouden beleggingen – beleggingen in onroerend goed – gebouwen en bedrijfsmiddelen – activa uit operationele lease-overeenkomsten – beleggingen voor risico van polishouders – overige beleggingen Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten 52 Liquiditeiten begin van het jaar Implementatie IAS 32/39 Koersverschillen vreemde valuta Liquiditeiten eind van het jaar 55 –385 –1.795 4.141 75.102 –2.643 –262.293 –1.169 –380 –950 –34.467 –103 1.520 197.070 1.123 192 388 29.382 65 –72.265 –883 1.079 –43 11.588 De bij de rubrieken vermelde nummers verwijzen naar de toelichting, beginnend op pagina 186, die onderdeel uitmaakt van de jaarrekening. 90 ING Groep Jaarverslag 2006 Geconsolideerd mutatie-overzicht eigen vermogen van ING Groep voor de jaren eindigend op 31 december bedragen in miljoenen euro’s Aandelenkapitaal Agioreserve Reserves Eigen vermogen (moedermaatschappij) Balans per 1 januari 2004 612 8.064 10.664 19.340 3.513 22.853 717 –587 –756 717 –587 –756 29 –103 746 –587 –859 –626 –626 –74 –700 5.755 5.129 5.755 5.129 276 202 6.031 5.331 –234 –883 3.481 –234 –2.094 1.694 27.550 Ongerealiseerde herwaardering na belastingen Overgeheveld naar winst of verlies (gerealiseerd) Koersverschillen vreemde valuta Bedragen rechtstreeks verantwoord in het eigen vermogen Winst (aandeelhouders van de moedermaatschappij) Veranderingen in de samenstelling van de groep Dividend (1) Inkoop/uitgifte eigen aandelen Balans per 31 december 2004 Implementatie IAS 32/39 en IFRS 4 –1.227 1.688 8.525 14.910 –2.094 1.694 24.069 –104 –191 4.398 4.103 –1.386 2.717 2.514 –663 764 2.514 –663 764 –32 2.482 –663 764 –89 63 1.217 –89 63 1.217 17 14 –72 63 1.231 3.806 3.806 –1 3.805 7.210 11.016 7.210 11.016 305 304 7.515 11.320 –710 –2.461 27.863 –2.461 9 36.736 –710 –2.461 9 38.425 –1.096 –759 –696 –1.096 –759 –696 –8 –1 –1.104 –760 –696 820 100 –1.335 820 100 –1.335 –3 2 –70 817 102 –1.405 –2.966 –2.966 –80 –3.046 7.692 4.726 7.692 4.726 341 261 8.033 4.987 –2.681 –520 –2.681 –520 5 38.266 1.034 –35 1.034 –2.716 –520 5 41.215 Winst (aandeelhouders van de moedermaatschappij) 530 9 8.343 Ongerealiseerde herwaardering na belastingen Overgeheveld naar winst of verlies (gerealiseerd) Mutatie kasstroomhedge reserve Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen en overlopende acquisitiekosten Aandelengerelateerde beloningen Koersverschillen vreemde valuta Bedragen rechtstreeks verantwoord in het eigen vermogen Winst (aandeelhouders van de moedermaatschappij) Veranderingen in de samenstelling van de Groep Dividend (3) Inkoop/uitgifte eigen aandelen Uitoefening van warrants en opties Balans per 31 december 2006 (1) (2) (3) Totaal 16 6 634 Ongerealiseerde herwaardering na belastingen Overgeheveld naar winst of verlies (gerealiseerd) Mutatie kasstroomhedge reserve Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen en overlopende acquisitiekosten Aandelengerelateerde beloningen Koersverschillen vreemde valuta Bedragen rechtstreeks verantwoord in het eigen vermogen Veranderingen in de samenstelling van de groep Dividend (2) Uitoefening van warrants en opties Balans per 31 december 2005 Minderheidsbelangen 530 5 8.348 29.388 1.689 2.949 2003 slotdividend van EUR 0,49 per gewoon aandeel en 2004 interimdividend van EUR 0,49 per gewoon aandeel. 2004 slotdividend van EUR 0,58 per gewoon aandeel en 2005 interimdividend van EUR 0,54 per gewoon aandeel. 2005 slotdividend van EUR 0,64 per gewoon aandeel en 2006 interimdividend van EUR 0,59 per gewoon aandeel. In 2006 bedroegen de latente belastingen over ongerealiseerde herwaarderingen geboekt in 2006 EUR 1.339 miljoen (2005: EUR 363 miljoen). Voor verdere informatie over latente belastingen wordt verwezen naar toelichting 21 Overige schulden. De reserves betreffen de herwaarderingsreserve van EUR 9.453 miljoen (2005: EUR 11.206 miljoen), de reserve koersverschillen vreemde valuta van EUR –473 miljoen (2005: EUR 668 miljoen) en overige reserves van EUR 20.408 miljoen (2005: EUR 15.989 miljoen). De mutaties van deze reserves worden toegelicht in toelichting 12 Eigen Vermogen. Voor informatie over de implementatie van IAS 32/39 en IFRS 4 wordt verwezen naar de paragraaf Veranderingen in de waarderingsgrondslagen. ING Groep Jaarverslag 2006 91 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening van ING Groep VASTSTELLING JAARREKENING De geconsolideerde jaarrekening van ING Groep N.V. (ING Groep) voor het jaar eindigend op 31 december 2006 is vastgesteld door de Raad van Bestuur op 12 maart 2007. ING Groep N.V. is opgericht en gevestigd in Amsterdam. De primaire activiteiten van ING Groep worden beschreven in hoofdstuk 1.1 ‘ING in het kort’. ALGEMENE GRONDSLAGEN ING Groep past de International Financial Reporting Standards toe zoals aanvaard binnen de Europese Unie (‘EU’). Bepaalde wijzigingen in IAS 19 ‘Employee benefits’ zijn sinds 1 januari 2006 van kracht. Ook zijn gedurende het jaar verschillende IFRIC interpretaties van kracht geworden: IFRIC 4 ‘Determining whether an arrangement contains a lease’, IFRIC 8 ‘Scope of IFRS 2’ en IFRIC 9 ‘Reassessment of embedded derivatives’. Geen van deze recente wijzigingen en interpretaties hebben een materieel effect gehad op eigen vermogen of resultaat. Recentelijk uitgebrachte standaarden die na 1 januari 2007 van kracht zijn, zullen naar verwachting geen materieel effect hebben op eigen vermogen of resultaat. ING Groep heeft geen enkele International Financial Reporting Standard vervroegd toegepast. IFRS-EU bevat een aantal keuzes voor het bepalen van de grondslagen voor financiële verslaggeving. De grondslagen zoals ING ze toepast, inclusief de keuzes die daarbij zijn gemaakt, zijn beschreven in de paragraaf ‘Grondslagen waardering en resultaatbepaling’. In dit document wordt de term ‘IFRS-EU’ gebruikt om te verwijzen naar International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de EU inclusief de keuzes die ING Groep heeft gemaakt met betrekking tot de opties toegestaan onder International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de EU. Zoals toegestaan onder IFRS-EU past ING Groep IAS 32, IAS 39 en IFRS 4 toe vanaf het boekjaar beginnend op 1 januari 2005. Daardoor is de winst- en verliesrekening voor 2004 niet direct vergelijkbaar. Voor de waarderingsgrondslagen toegepast in 2004 wordt verwezen naar de paragraaf Veranderingen in de waarderingsgrondslagen aan het eind van de paragraaf Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening van ING Groep. VERANDERINGEN IN PRESENTATIE De presentatie van en sommige begrippen gebruikt in de balans, de winst- en verliesrekeningen, kasstroomoverzicht, mutatie-overzicht eigen vermogen en bepaalde toelichtingen zijn in 2006 gewijzigd om additionele en relevantere informatie te verstrekken. Bepaalde vergelijkende cijfers zijn aangepast aan de huidige presentatie. De wijzigingen zijn niet significant. Tot en met 2005 werden verzekeringen voor ziekte en invaliditeit conform Nederlandse toezichtregels begrepen onder ‘Schade’. In overeenstemming met internationale praktijk is in 2006 de presentatie van deze verzekeringen gewijzigd in ‘Leven’ voor zover het in aard levensverzekeringen betreft. Deze wijziging is toegelicht in noot 17 ‘Verzekerings- en beleggingscontracten’. BELANGRIJKSTE WAARDERINGSGRONDSLAGEN ING Groep heeft bepaald welke waarderingsgrondslagen het belangrijkst zijn voor haar bedrijfsactiviteiten en de interpretatie van haar resultaten. Bij het toepassen van deze belangrijkste waarderingsgrondslagen dienen complexe of subjectieve keuzes en inschattingen te worden gemaakt. Het betreft de regels voor het vaststellen van de verzekeringstechnische voorzieningen en overlopende acquisitiekosten, het vaststellen van de voorziening voor dubieuze debiteuren, het bepalen van reële waardes van financiële activa en passiva en de personeelsbeloningen. Deze onderwerpen zijn van fundamenteel belang voor het bepalen van de vermogenspositie en de bedrijfsresultaten van ING Groep. Hierbij worden situaties beoordeeld, gebaseerd op financiële gegevens en informatie die in de tijd aan verandering onderhevig zijn. Het gebruik van andere aannames of financiële gegevens kan tot significant andere uitkomsten leiden. Voor een nadere beschouwing van deze waarderingsgrondslagen wordt verwezen naar de betreffende toelichting op de geconsolideerde jaarrekening en naar de onderstaande informatie. VERZEKERINGSTECHNISCHE VOORZIENINGEN, OVERLOPENDE ACQUISITIEKOSTEN (DAC) EN VALUE OF BUSINESS ACQUIRED (VOBA) Het vormen van de verzekeringstechnische voorzieningen, overlopende acquisitiekosten en VOBA is een proces dat van nature is omgeven met onzekerheden. In dit proces worden aannames gedaan met betrekking tot factoren zoals rechterlijke uitspraken, wetswijzigingen, sociale, economische en demografische trends, inflatie, beleggingsrendementen, gedrag van polishouders en andere factoren, en, voor levensverzekeringen, aannames met betrekking tot de ontwikkeling van sterfte en invaliditeit. Significante aannames met betrekking tot genoemde factoren zoals de ontwikkeling van rente, sterfte en invaliditeit, claims schadeverzekeringen, beleggingsrendementen op aandelen en vastgoed, vreemde valuta en aannames voor de toereikendheid zoals voorzieningen voor levensverzekeringsverplichtingen kunnen een materieel effect hebben op het resultaat. 92 ING Groep Jaarverslag 2006 088-142_NL.indd 92 22-03-2007 08:06:45 Het gebruik van andere aannames voor deze factoren zou een materieel effect kunnen hebben op de verzekeringstechnische voorzieningen en verzekeringstechnische lasten. Veranderingen in aannames kunnen op den duur leiden tot veranderingen in de verzekeringstechnische voorzieningen. Daarbij kunnen sommige van deze aannames op korte termijn fluctueren. Daarnaast worden de voorzieningen voor levensverzekeringsverplichtingen verminderd met de overlopende acquisitiekosten en VOBA regelmatig op toereikendheid getoetst. In de test wordt de bestaande voorziening vergeleken met de beste op dat moment beschikbare inschatting van factoren zoals rechterlijke uitspraken, wetswijzigingen, sociale, economische en demografische trends, inflatie, beleggingsrendementen, gedrag van polishouders en andere factoren en ontwikkelingen met betrekking tot sterfte en invaliditeit. Het gebruik van andere aannames in de test kan leiden tot een andere uitkomst. De verzekeringstechnische voorzieningen bevatten ook het effect van afgegeven minimale garanties begrepen in bepaalde levensverzekeringen. Dit effect is afhankelijk van het verschil tussen de potentiële minimale uitkeringen en het totale opgebouwde bedrag, verwachte sterfte en het percentage van afkopen. Bij het bepalen van de potentiële minimale uitkeringen wordt ook gebruik gemaakt van aannames met betrekking tot factoren zoals inflatie, beleggingsrendementen, gedrag van polishouders, ontwikkeling van sterfte en invaliditeit en andere factoren. Het gebruik van andere aannames voor deze factoren zou een materieel effect kunnen hebben op de verzekeringstechnische voorzieningen en verzekeringstechnische lasten. Zie de paragraaf ‘Risicobeheer’ voor een gevoeligheidsanalyse van verzekeringstechnische posten, rente, aandelen, vreemde valuta en vastgoed op netto winst en eigen vermogen. Deze gevoeligheidsanalyses zijn gebaseerd op veranderingen in veronderstellingen die het management op balansdatum redelijk acht. VOORZIENING VOOR DUBIEUZE DEBITEUREN Voorzieningen voor dubieuze debiteuren worden bepaald op basis van een ‘incurred loss model’. Voor het bepalen van de hoogte van de voorziening voor dubieuze debiteuren (bijzondere waardevermindering) wordt gebruik gemaakt van de nodige schattingen gebaseerd op beoordelingen van het management van het risico in de portefeuille, huidige economische omstandigheden, geleden verliezen in de laatste jaren en trends in krediet, bedrijfstak en geografische concentraties. Veranderingen in dit soort schattingen en analyses kunnen leiden tot wijzigingen in de voorzieningen voor dubieuze debiteuren over de perioden. Het vaststellen van een bijzondere waardevermindering en het bepalen van de realiseerbare waarde is een van nature met onzekerheden omgeven proces waarbij gebruik wordt gemaakt van diverse aannames en omstandigheden, zoals de kredietwaardigheid van de tegenpartij, de verwachte toekomstige kasstromen, beurskoersen en verwachte verkoopprijzen. Toekomstige kasstromen in een portefeuille van financiële activa die op portefeuilleniveau wordt beoordeeld op bijzondere waardevermindering, worden op basis van de contractueel overeengekomen kasstromen en historische ervaringen met kredietverliezen op activa met gelijkwaardige kredietkenmerken geschat. De historische ervaringen worden aangepast voor recent waargenomen ontwikkelingen om de effecten van de huidige marktomstandigheden weer te geven die nog niet in de historische ervaring tot uitdrukking zijn gekomen en om effecten van omstandigheden die niet langer actueel zijn te elimineren. De recent waargenomen ontwikkelingen kunnen veranderingen bevatten met betrekking tot werkloosheidcijfers, prijzen van vastgoed en handelsgoederen. De methodologie en aannames voor het schatten van toekomstige kasstromen worden regelmatig herzien om mogelijke verschillen tussen geschatte en werkelijke verliezen te beperken. REËLE WAARDEN VAN FINANCIËLE ACTIVA EN PASSIVA De reële waarden van financiële activa en passiva wordt bepaald aan de hand van beurskoersen. Marktprijzen worden verkregen van beurshandelaren, effectenmakelaars en onafhankelijke handelaren/marktpartijen. Over het algemeen worden financiële activa gewaardeerd tegen de biedprijs en financiële passiva tegen de laatprijs. In het geval dat posities tegen middenkoers worden gewaardeerd, wordt een correctie op de reële waarde berekend. Aanvullende correcties kunnen nodig zijn vanwege beperkte liquiditeit of verouderde data omdat bepaalde financiële instrumenten niet frequent worden verhandeld. Voor bepaalde financiële activa en passiva, inclusief niet-gestandaardiseerde derivaten, is geen beurskoers beschikbaar. Voor deze financiële activa en passiva wordt de reële waarde bepaald met behulp van waarderingstechnieken. Deze waarderingstechnieken houden onder andere rekening met contractuele prijzen en marktprijzen, correlaties, tijdwaarde van geld, kredietwaardigheid, yield-curve volatiliteit en/of vroegtijdige aflossingsfaciliteiten van de onderliggende posities. Gegevens die in deze waarderingstechnieken worden gebruikt worden dagelijks gevalideerd. Alle gebruikte waarderingstechnieken zijn goedgekeurd door het management. Waarderingstechnieken zijn van nature subjectief, het vaststellen van de reële waarde van financiële activa en passiva is dan ook in belangrijke mate afhankelijk van inschattingen. Waarderingstechnieken bevatten diverse veronderstellingen met betrekking tot onderliggende prijzen, yield-curve, correlaties en vele andere factoren. Het gebruik van andere waarderingtechnieken en aannames zou tot schattingen van reële waarden kunnen leiden die materieel afwijken. ING Groep Jaarverslag 2006 93 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening van ING Groep vervolg Prijstesten worden uitgevoerd om vast te stellen of het waarderingsproces heeft geleid tot de juiste reële waarde van de positie en of deze waarderingen correct tot uitdrukking zijn gekomen in de winst- en verliesrekening. Het doel van deze prijstesten is het minimaliseren van het mogelijke risico op economische verliezen veroorzaakt door materieel onjuiste of verkeerd gebruikte modellen, die van toepassing zijn op zowel beursverhandelde posities als niet-gestandaardiseerde posities. Zie toelichting 33 ‘Reële waarde van financiële activa en passiva’ voor de wijze waarop reële waarden van financiële instrumenten worden bepaald. PERSONEELSBELONINGEN Groepsmaatschappijen zijn met een groot deel van hun binnenlandse en Internationale medewerkers verschillende ‘defined benefit’ pensioenregelingen (toegezegde pensioenregelingen) overeengekomen. De voorziening voor ‘defined benefit plans’ is de contante waarde van de pensioenverplichtingen op balansdatum verminderd met de reële waarde van de beleggingen, aangepast voor niet-verantwoorde resultaten en kosten met betrekking tot verstreken dienstjaren. De voorziening voor ‘defined benefit plans’ wordt bepaald aan de hand van interne en externe actuariële modellen en berekeningen. De pensioenverplichtingen worden berekend in overeenstemming met de ‘projected unit credit method’. Inherent aan deze actuariële modellen is het gebruik van aannames met betrekking tot disconteringsvoeten, stijgingspercentage van toekomstige salarissen en beloningsniveaus, sterftecijfers, trends in kosten voor gezondheidszorg, consumenten prijsindex en verwacht beleggingsrendement. De aannames worden jaarlijks geactualiseerd en zijn gebaseerd op beschikbare marktinformatie en beleggingsrendementen uit het verleden. De actuariële aannames kunnen aanmerkelijk verschillen met de werkelijke resultaten vanwege veranderingen in marktomstandigheden, economische en sterftetrends en andere aannames. Iedere verandering in deze aannames kan een aanzienlijke invloed hebben op de hoogte van de voorziening voor ‘defined benefit plans’ en de toekomstige pensioenlasten. Verschillen tussen het verwachte en werkelijke rendement op beleggingen door veranderingen in actuariële aannames en aanpassingen van ervaringscijfers worden niet in de winst- en verliesrekening verantwoord, tenzij het totaal van de cumulatieve wijzigingen buiten een bandbreedte van 10% van de grootste van de verplichting uit hoofde van de regeling óf de reële waarde van de bijhorende beleggingen valt. Het deel dat buiten de bandbreedte valt, wordt ten gunste of ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht over het verwachte gemiddeld resterend aantal dienstjaren van de deelnemers. Zie toelichting 21 ‘Overige schulden’ voor de gewogen gemiddelden van de belangrijkste actuariële veronderstellingen met betrekking tot de pensioenverplichtingen en overige personeelsverplichtingen. GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING GRONDSLAGEN VOOR CONSOLIDATIE ING Groep (‘ING’, ‘de Groep’) omvat ING Groep N.V., ING Verzekeringen N.V., ING Bank N.V. en alle andere groepsmaatschappijen. De geconsolideerde jaarrekening van ING Groep omvat de jaarrekeningen van ING Groep N.V. en alle maatschappijen waarin ING Groep of direct of indirect een overheersende zeggenschap heeft, danwel waarin ING Groep zeggenschap heeft om het operationele en financiële beleid te sturen, via onder andere de volgende situaties: – macht om de meerderheid van de bestuurders te benoemen of te ontslaan; – op grond van de statuten of een overeenkomst zeggenschap verkrijgt over het operationele en financiële beleid; en – krachtens een overeenkomst met andere investeerders zeggenschap verkrijgt over meer dan de helft van de stemrechten. Toelichting 28 ‘Belangrijkste dochterondernemingen en aankoop en verkoop van groepsmaatschappijen’ bevat een lijst met de belangrijkste dochterondernemingen. Het bestaan van potentiële stemrechten die direct uitoefenbaar of converteerbaar zijn worden in overweging genomen bij de beoordeling of een onderneming beschikkingsmacht heeft over een andere onderneming. Voor belangen in beleggingsfondsen wordt bij het bepalen of ING overheersende zeggenschap heeft rekening gehouden met ING’s financiële belang voor eigen rekening en de rol van ING als fondsbeheerder. Alle intercompany transacties, saldi en ongerealiseerde winsten of verliezen op groepstransacties worden geëlimineerd. Waarderingsgrondslagen van groepsmaatschappijen worden waar nodig aangepast om ze in overeenstemming te brengen met die van de Groep. De rapportagedata van groepsmaatschappijen zijn in het algemeen hetzelfde als die van ING Groep N.V. Er zijn geen materiële restricties voor het uitkeren van gelden van groepsmaatschappijen naar ING Groep N.V. ING Groep past proportionele consolidatie toe op haar aandeel in joint ventures. Bij de proportionele consolidatie worden activa en passiva, baten en lasten en kasstromen naar evenredigheid van het belang opgenomen. Resultaten op transacties met joint ventures worden in de winst- en verliesrekening verantwoord voor het belang van andere deelnemers in de joint venture. Als ING Groep activa van de joint venture koopt, wordt het aandeel van ING Groep in de winst van de joint venture op die verkoop pas verantwoord als de activa zijn (door)verkocht aan een derde. Verliezen op vlottende activa of bijzondere waardevermindering van vaste activa worden direct verantwoord in de winst- en verliesrekening. 94 ING Groep Jaarverslag 2006 GEBRUIK VAN SCHATTINGEN EN AANNAMES Bij het opstellen van een jaarrekening is het gebruik van schattingen en veronderstellingen noodzakelijk. Deze schattingen en veronderstellingen zijn van invloed op de gerapporteerde omvang van de activa en het vreemd vermogen, de omvang van de voorwaardelijke verplichtingen per balansdatum en de gerapporteerde baten en lasten over het boekjaar. De werkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. Het proces van vaststellen van aannames is omgeven door interne controle procedures en autorisaties en daarbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe onderzoeken, statistieken met betrekking tot de bedrijfstak, omgevingsfactoren en trends en toezichtsvereisten. GESEGMENTEERDE INFORMATIE Een bedrijfssegment is een onderdeel van de Groep dat goederen voortbrengt of diensten verleent met een rendement- en risicoprofiel dat afwijkt van die van andere bedrijfssegmenten. Een geografisch segment is een onderdeel van de Groep dat producten verkoopt of diensten verleent in een geografisch gebied dat een van andere geografische gebieden afwijkend rendement- en risicoprofiel heeft. De geografische analyses zijn gebaseerd op de locatie van het kantoor waar de transacties zijn geïnitieerd. De bedrijfssegmenten zijn de primaire segmentatiebasis van ING Groep, de geografische segmenten vormen de secundaire segmentatiebasis. ANALYSE VAN HET VERZEKERINGSBEDRIJF Wanneer bedragen in verband met het verzekeringsbedrijf worden gesplitst in ‘leven’ en ‘schade’, dan worden de verzekeringen voor ziekte en invaliditeit begrepen onder ‘leven’ als deze in wezen levensverzekeringen zijn. VREEMDE VALUTA Functionele valuta en rapporteringsvaluta Balansposten van elke groepsmaatschappij worden gewaardeerd in de valuta van de economische omgeving waarin de entiteit voornamelijk haar bedrijfsactiviteiten uitoefent (de functionele valuta). De geconsolideerde jaarrekening luidt in euro, de functionele valuta en rapporteringsvaluta van ING Groep N.V. Transacties en balansposten Transacties in vreemde valuta worden bij de eerste verwerking omgerekend naar de functionele valuta tegen de koers die geldt op de transactiedatum. Koersverschillen die optreden bij de afwikkeling van deze transacties dan wel bij de omrekening van monetaire posten in vreemde valuta worden verantwoord in de winst- en verliesrekening, behalve als deze onderdeel uitmaken van een kasstroomhedge of een hedge van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen waarbij koersverschillen worden verantwoord in het eigen vermogen. Voor niet-monetaire posten die worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij de waardemutaties in het resultaat worden verantwoord, worden koersverschillen verantwoord als onderdeel van deze waardemutaties. Omrekening naar rapporteringsvaluta gebeurt voor deze posten gelijktijdig met de bepaling van de reële waarde. Voor niet-monetaire posten waarbij waardemutaties in het eigen vermogen worden verantwoord worden koersverschillen in de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen verwerkt. Groepsmaatschappijen De activa, passiva, baten en lasten van groepsmaatschappijen met een andere functionele valuta dan de rapporteringsvaluta worden als volgt omgerekend: – Activa en passiva worden omgerekend tegen de slotkoers per balansdatum; – Baten en lasten worden omgerekend tegen gemiddelde koersen. Indien dit gemiddelde geen redelijke benadering is van verwerking tegen de koersen op transactiedatum, worden baten en lasten omgerekend tegen de koersen op transactiedatum; – Het resulterende omrekeningsverschil wordt in een aparte reserve in het eigen vermogen verwerkt. Bij consolidatie worden valutakoersverschillen op monetaire posten die onderdeel uitmaken van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen verantwoord in het eigen vermogen. Tevens worden van schulden en andere posten die zijn aangemerkt als afdekkingsinstrumenten van een dergelijke investering de koersverschillen in het eigen vermogen verwerkt. Bij verkoop van een buitenlands bedrijfsonderdeel wordt het aan dit bedrijfsonderdeel gerelateerde deel van de reserve valutakoersverschillen in het resultaat verantwoord als onderdeel van het resultaat op verkoop. Aanpassingen aan reële waarde die het gevolg zijn van acquisities van buitenlandse entiteiten en goodwill worden gezien als activa en passiva van het buitenlandse bedrijfsonderdeel en verwerkt tegen de slotkoers per balansdatum. REËLE WAARDEN FINANCIËLE ACTIVA EN PASSIVA De reële waarden van financiële instrumenten die worden verhandeld op actieve markten, zoals verhandelbare derivaten, effecten in de handelsportefeuille en effecten beschikbaar voor verkoop, zijn gebaseerd op beurskoersen per balansdatum. Voor financiële activa wordt de biedprijs gehanteerd, voor financiële passiva is dat de laatprijs. ING Groep Jaarverslag 2006 95 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening van ING Groep vervolg De reële waarde van financiële instrumenten die niet worden verhandeld op actieve markten (zoals niet-gestandaardiseerde derivaten) wordt bepaald met behulp van waarderingstechnieken. De Groep gebruikt hiervoor verschillende methoden en hanteert veronderstellingen gebaseerd op de marktomstandigheden per balansdatum. DERIVATEN EN HEDGE ACCOUNTING Derivaten worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde op het moment van het aangaan van het contract. Na eerste verwerking wordt het derivaat gewaardeerd tegen reële waarde. Reële waarden worden gebaseerd op beurskoersen of op waarderingtechnieken waarbij gebruik wordt gemaakt van kasstroommodellen en optiewaarderingsmodellen. Derivaten met een positieve marktwaarde worden als activa gepresenteerd, derivaten met een negatieve marktwaarde als passiva. Bepaalde contracten die dienen om bescherming van kredieten tegen kredietrisico te kopen of te verkopen, zoals ‘credit default swaps’ zijn juridisch gezien derivaten, maar worden verantwoord als financiële garanties. Als het derivaat onderdeel uitmaakt van een afdekkingsrelatie worden de waardemutaties anders verantwoord dan wanneer dit niet het geval is. Daarnaast is ook de soort afdekking van invloed op de verwerking. Derivaten kunnen door de Groep worden aangemerkt als afdekking van de reële waarde van een actief of verplichting of van een vastgesteld deel daarvan (reëlewaardehedge), afdekking van toekomstige kasstromen die toe te rekenen zijn aan een actief of verplichting of een verwachte transactie (kasstroomhedge), of afdekking van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen. Alleen indien aan bepaalde criteria is voldaan wordt hedge accounting voor deze afdekkingstransacties toegepast. Bij het afsluiten van afdekkingstransacties documenteert ING Groep de relatie tussen het afdekkingsinstrument en het afgedekte instrument, de doelstellingen ten aanzien van risicobeheer en de strategie bij het aangaan van de afdekkingstransactie, alsook de gebruikte methode ter beoordeling van de effectiviteit van de afdekkingstransactie. De Groep documenteert ook de beoordeling of de afdekking bij zowel het aangaan van de transactie als gedurende de transactie effectief is in het bereiken van compensatie van aan het afgedekte risico toe te rekenen veranderingen in reële waarde of kasstromen. Een in een contract besloten derivaat wordt gewaardeerd als een apart derivaat als er geen nauw verband bestaat tussen de economische kenmerken en risico’s van het in een contract besloten derivaat en die van het basiscontract, als het basiscontract niet tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat is gewaardeerd en als een afzonderlijk instrument met dezelfde kenmerken zou voldoen aan de definitie van een derivaat. Deze in een ander contract besloten derivaten worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardemutaties in het resultaat worden verwerkt. Reëlewaardehedges Samen met de waardemutaties van het afgedekte instrument die zijn toe te rekenen aan het afgedekte risico, worden de waardemutaties van een derivaat dat onderdeel uitmaakt van een reëlewaardehedge verantwoord in de winst- en verliesrekening. Als de afdekkingsrelatie niet langer voldoet aan de criteria voor hedge accounting, wordt de cumulatieve aanpassing van het afgedekte instrument in het geval van rentedragende waardepapieren geamortiseerd over de resterende looptijd van de afdekkingsrelatie of direct verantwoord zodra het afgedekte instrument niet langer in de balans wordt opgenomen. Voor instrumenten anders dan rentedragende waardepapieren wordt de cumulatieve aanpassing van het afgedekte instrument verwerkt pas in het resultaat op het moment dat het afdekkingsinstrument niet langer in de balans is verwerkt. Kasstroomhedges Het effectieve deel van de waardemutaties van een derivaat dat onderdeel uitmaakt van een kasstroomhedge wordt verwerkt in het eigen vermogen. Het ineffectieve deel van de waardemutaties wordt onmiddellijk verantwoord in het resultaat. Het in het eigen vermogen opgebouwde deel van de waardemutaties wordt gelijktijdig met de resultaatverantwoording van het afgedekte instrument in het resultaat verantwoord. Als een afdekkingsinstrument afloopt of wordt verkocht, of als de afdekkingstransactie niet langer voldoet aan de criteria voor hedge accounting, blijft het cumulatieve deel van de waardemutaties in het eigen vermogen opgenomen. Pas als de verwachte transactie in het resultaat wordt verwerkt, worden de waardemutaties uit het eigen vermogen gehaald en in het resultaat verwerkt. Als een verwachte transactie niet langer waarschijnlijk is, wordt het cumulatieve deel van de waardemutaties meteen uit het eigen vermogen gehaald en verantwoord in het resultaat. Hedge van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen Hedges van een netto-investering in een buitenlands bedrijfsonderdeel worden op dezelfde wijze verwerkt als kasstroomhedges. Dat deel van de waardemutaties dat gerelateerd is aan het effectieve deel van de hedge wordt verantwoord in het eigen vermogen. Het ineffectieve deel wordt verantwoord in het resultaat. Als het buitenlandse bedrijfsonderdeel wordt verkocht, worden de in het eigen vermogen opgebouwde waardemutaties in het resultaat verwerkt. 96 ING Groep Jaarverslag 2006 Niet-handelsderivaten die niet voldoen aan de criteria voor hedge accounting Derivaten die wel worden gebruikt als onderdeel van het risicobeheer van de Groep maar die niet voldoen aan de criteria voor hedge accounting worden verantwoord als niet handelsderivaten. Niet-handelsderivaten worden gewaardeerd tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat. FINANCIËLE ACTIVA In de balans opnemen van financiële activa De aankoop of verkoop van financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat, geclassificeerd als aangehouden tot einde looptijd of financiële active beschikbaar voor verkoop die volgens standaard marktconventies worden afgewikkeld worden verwerkt op de datum waarop de Groep zich verbindt om het actief te kopen of te verkopen. Leningen en vorderingen worden verwerkt op de afwikkeldatum, dit is de datum dat de Groep het actief ontvangt of levert. Niet langer in de balans opnemen van financiële activa Financiële activa worden niet langer in de balans opgenomen als de Groep niet langer recht heeft op de kasstromen van het actief of wanneer de Groep nagenoeg alle risico’s en voordelen verbonden aan het actief heeft overgedragen. Als de Groep noch nagenoeg alle risico’s en voordelen heeft overgedragen, noch heeft behouden, wordt een financieel actief niet langer in de balans verantwoord als de Groep de beschikkingsmacht over het actief heeft verloren. Bij overdracht van een financieel actief waar de Groep nog wel de beschikkingsmacht over het actief heeft behouden, wordt het actief op de balans opgenomen in overeenstemming met de mate waarin de Groep onderhevig is aan veranderingen in de waarde van het actief. Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat bestaan uit twee categorieën: financiële activa in de handelsportefeuille en andere financiële activa die door het management zijn aangewezen en zijn geclassificeerd als financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat, waaronder beleggingen voor risico van de polishouders. Financiële activa worden geclassificeerd als reële waarde met waardemutaties door het resultaat als deze worden aangehouden voor handelsdoeleinden of als deze activa als zodanig zijn geclassificeerd door de Groep. Classificatie door de groep vindt alleen plaats als dit een asymmetrie in de waardering vermindert, of als de gerelateerde activa en verplichtingen op basis van hun reële waarde worden beheerd. Beleggingen voor risico van de polishouders zijn beleggingen waarvoor alle waardemutaties worden gecompenseerd door aanpassingen van de verzekeringstechnische voorzieningen. De transactiekosten worden bij de eerste verwerking verantwoord in de winst- en verliesrekening. Beleggingen in effecten Beleggingen (inclusief leningen die genoteerd zijn op een actieve markt) worden geclassificeerd als aangehouden tot einde looptijd of beschikbaar voor verkoop en worden bij de eerste verwerking tegen reële waarde verantwoord vermeerderd met de transactiekosten. Effecten en leningen die genoteerd zijn op een actieve markt die een vaste looptijd hebben worden geclassificeerd als aangehouden tot einde looptijd als de Groep de intentie en de mogelijkheid heeft om de effecten aan te houden tot het einde van de looptijd. Effecten in de beleggingsportefeuille en verhandelbare leningen die worden aangehouden voor een onbepaalde tijd en kunnen worden verkocht als gevolg van liquiditeitsbehoefte, veranderingen in de rente, valutakoersen en aandelenkoersen, worden geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop. Financiële activa beschikbaar voor verkoop Financiële activa die beschikbaar zijn voor verkoop worden bij eerste verwerking tegen reële waarde verantwoord, vermeerderd met de transactiekosten. Voor schuldbewijzen die beschikbaar zijn voor verkoop wordt het verschil tussen kostprijs en nominale waarde geamortiseerd over de resterende looptijd. Rentebaten worden verantwoord gebruikmakend van de effectieverentemethode. Voor verkoop beschikbare financiële activa worden verantwoord tegen reële waarde. Ongerealiseerde waardemutaties worden verantwoord in het eigen vermogen. Bij verkoop van de stukken wordt de cumulatieve waardemutatie in het resultaat verantwoord onder Opbrengst op beleggingen. Voor bijzondere waardeverminderingen van financiële activa beschikbaar voor verkoop wordt verwezen naar de paragraaf Bijzondere waardeverminderingen. Beleggingen in schuldbewijzen gevoelig voor vooruitbetalingen, zoals ‘Interest-Only’ en ‘PrincipalOnly’ coupons, worden over het algemeen geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop. Tot einde looptijd aangehouden beleggingen Financiële activa, niet zijnde derivaten, met vaste of bepaalde vergoedingen en vaste looptijd waarvoor de Groep de intentie en mogelijkheid heeft om deze tot het einde van de looptijd aan te houden en die zijn geclassificeerd als tot einde looptijd aangehouden beleggingen worden bij eerste verwerking verantwoord tegen reële waarde vermeerderd met de transactiekosten. Na eerste verwerking worden deze verantwoord tegen geamortiseerde kostprijs gebruikmakend van de effectieverentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingen. ING Groep Jaarverslag 2006 97 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening van ING Groep vervolg Kredieten Leningen en voorschotten aan klanten zijn financiële activa, niet zijnde derivaten, met vaste of bepaalde vergoedingen die niet genoteerd staan op een actieve financiële markt. Deze worden bij de eerste verwerking tegen reële waarde verantwoord vermeerderd met de transactiekosten. Na eerste verwerking worden deze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs gebruikmakend van de effectieverentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingen. Gerealiseerde resultaten op beleggingen Gerealiseerde resultaten op beleggingen worden bepaald als het verschil tussen de verkoopopbrengst en de (geamortiseerde) kostprijs. Voor aandelen wordt de kostprijs bepaald door middel van een gewogen gemiddelde per portefeuille. Voor schuldbewijzen wordt de kostprijs bepaald op individueel niveau. SALDERING FINANCIËLE ACTIVA EN FINANCIËLE VERPLICHTINGEN Financiële activa en verplichtingen worden gesaldeerd en in de balans gepresenteerd voor het nettobedrag als de Groep het juridisch afdwingbare recht tot gesaldeerde en simultane afwikkeling heeft en de intentie heeft het actief en de verplichting gesaldeerd of simultaan af te rekenen. LENEN EN UITLENEN VAN EFFECTEN Verkochte effecten met een overeenkomst tot wederinkoop (‘repos’) blijven in de balans opgenomen. De gerelateerde verplichting is begrepen in de balanspost Bankiers, Overige leningen of Toevertrouwde middelen. Effecten gekocht met een overeenkomst tot wederverkoop (‘reverse repos’) worden gepresenteerd onder de balanspost Bankiers of Kredieten. Het verschil tussen de verkoopprijs en de prijs waartegen zal worden ingekocht wordt verantwoord als interest over de looptijd van de overeenkomst met behulp van de effectieverentemethode. VOORZIENING VOOR DUBIEUZE DEBITEUREN De Groep beoordeelt regelmatig en op elke balansdatum of er voor een financieel actief of een portefeuille van financiële activa objectief bewijs is dat er sprake is van een bijzondere waardevermindering. Er is sprake van een bijzondere waardevermindering die als verlies wordt verantwoord indien en voor zover er objectieve indicatoren van bijzondere waardevermindering zijn als gevolg van een of meerdere gebeurtenissen na de verkrijging van het actief, maar voor balansdatum, die een betrouwbaar te schatten invloed hebben op de verwachte toekomstige kasstromen van het financieel actief of de portefeuille van financiële activa. De volgende omstandigheden, onder andere, worden beschouwd als objectieve indicatoren van bijzondere waardevermindering voor een financieel actief of een portefeuille van financiële activa: – De debiteur is failliet verklaard, heeft hier aanvraag toe gedaan of is in vergelijkbare bescherming gesteld waardoor het terugbetalen onmogelijk wordt of wordt vertraagd; – De debiteur heeft al bepaalde tijd een betalingsachterstand voor het terugbetalen van de hoofdsom, rente of provisies; – De debiteur verkeert in significante financiële moeilijkheden en deze omstandigheden hebben een negatieve invloed op toekomstige kasstromen van de vordering; – De vordering is geherstructureerd om andere dan commerciële redenen. ING heeft in verband met de financiële moeilijkheden concessies gedaan om economische of juridische redenen en dit resulteert in een daling van de verwachte toekomstige kasstromen; – Historische ervaring, aangepast voor recent waargenomen ontwikkelingen, is een indicator dat er sprake is van een bijzondere waardevermindering voor een deel van een portefeuille van activa, ondanks dat samenhangende omstandigheden die fungeren als indicatoren voor bijzondere waardeverminderingen nog niet zijn opgepikt door de kredietrisicosystemen van de Groep. De Groep beschouwt mogelijke in de toekomst verwachte gebeurtenissen niet als een objectieve indicator en dit wordt dan ook niet gebruikt voor de bepaling of er sprake is van een bijzondere waardevermindering van een financieel actief of een portefeuille van financiële activa. Bij de bepaling van de bijzondere waardevermindering, worden de toekomstig verwachte kasstromen geschat op basis van de contractueel overeengekomen kasstromen en de historische ervaring ten aanzien van kredietverliezen op activa met gelijkwaardige kredietkenmerken. De historische ervaring wordt aangepast voor recent waargenomen ontwikkelingen om de effecten van de huidige marktomstandigheden weer te geven die nog niet in de historische ervaring tot uitdrukking zijn gekomen en om effecten van omstandigheden die niet langer actueel zijn te elimineren. Verliezen verwacht op basis van toekomstige gebeurtenissen, ongeacht de waarschijnlijkheid, worden niet verantwoord. De Groep beoordeelt eerst of er sprake is van bijzondere waardevermindering op individueel niveau voor individueel significante financiële activa en dan op individueel of portefeuille niveau voor financiële activa die niet individueel significant zijn. Als er geen sprake is van een bijzondere waardevermindering op individueel niveau wordt het betreffende actief opgenomen in een portefeuille van financiële activa met een overeenkomstig kredietrisico en wordt op portefeuille niveau beoordeeld of er sprake is van bijzondere waardevermindering. Activa waarvoor op individueel niveau een bijzondere waardevermindering bestaat worden niet in een beoordeling op portefeuille niveau betrokken. 98 ING Groep Jaarverslag 2006 Als voor een financieel actief gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs een bijzondere waardevermindering is vastgesteld, wordt deze bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen (exclusief toekomstige kredietverliezen die nog niet zijn opgetreden), gedisconteerd tegen het oorspronkelijk effectieve rendement van het actief. De boekwaarde van het actief wordt verlaagd door middel van een voorziening (Voorziening voor dubieuze debiteuren) die ten laste van het resultaat wordt gevormd onder Mutatie voorziening dubieuze debiteuren. Voor activa met een variabele rentevoet is de disconteringsfactor gelijk aan het huidige effectieve rendement op het actief. Voor de (collectieve) beoordeling van eventuele bijzondere waardeverminderingen op portefeuille niveau worden financiële activa gegroepeerd op basis van overeenkomstige kredietrisico’s. Deze factoren zijn relevant voor de inschatting van verwachte toekomstige kasstromen voor portefeuilles van activa omdat deze indicatief zijn voor de mogelijkheid van de debiteur om alle voor de desbetreffende activa contractueel overeengekomen bedragen te voldoen. De collectieve beoordeling van bijzondere waardeverminderingen bevat de toepassing van een ‘loss confirmation period’ met betrekking tot de waarschijnlijkheidsberekening op wanbetaling. De ‘loss confirmation period’ is een concept dat rekening houdt met het feit dat er een bepaalde periode zit tussen het moment dat indicatoren voor bijzondere waardeverminderingen zich voor doen en het moment dat deze worden meegenomen in de kredietrisicosystemen van de Groep. Dienovereenkomstig zorgt de toepassing van de ‘loss confirmation period’ ervoor dat bijzondere waardeverminderingen die zich al wel hebben voorgedaan maar nog niet als dusdanig zijn geïdentificeerd, in voldoende mate worden meegenomen in de Voorziening voor dubieuze debiteuren van de Groep. Hoewel het concept ‘loss confirmation periods’ inherent onzekerheid in zich heeft, maakt de Groep gebruik van schattingen op basis van sub-portefeuilles (bijvoorbeeld grote, middelgrote en kleine ondernemingen en detailhandel portefeuilles). Hierbij wordt rekening gehouden met factoren als de frequentie waarmee klanten, deeluitmakend van de sub-portefeuille, kredietrisico gevoelige informatie toelichten en de frequentie waarmee ze worden beoordeeld door de account managers van de Groep. Over het algemeen stijgt de frequentie naar mate de klant groter is. ‘Loss confirmation periods’ zijn gebaseerd op historische ervaring en worden gevalideerd, en aangepast waar nodig, door regelmatige back-testing opdat recente ervaringen en actuele gebeurtenissen in deze worden meegenomen. Als een vordering definitief niet meer geïncasseerd kan worden, wordt deze afgeboekt ten laste van de gerelateerde dubieuze debiteuren voorziening. Vorderingen worden afgeboekt nadat aan alle noodzakelijk procedures is voldaan en het definitieve kredietverlies is bepaald. Bedragen die alsnog worden geïncasseerd nadat een vordering is afgeboekt worden in mindering gebracht op de voorziening voor dubieuze debiteuren in de winst- en verliesrekening. Indien in een toekomstige periode het bedrag van de bijzondere waardevermindering afneemt en die afname gerelateerd is aan gebeurtenissen die zijn opgetreden nadat de bijzondere waardevermindering werd verantwoord (zoals een verbetering in de kredietwaardigheid van de debiteur), wordt de waardevermindering teruggeboekt ten gunste van de winst- en verliesrekening. BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN OVERIGE FINANCIËLE ACTIVA De Groep beoordeelt op elke balansdatum of er voor een financieel actief of een portefeuille van financiële activa objectief bewijs is dat er sprake is van een bijzondere waardevermindering. In het specifieke geval van aandelenbeleggingen geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop wordt een significante of langdurige daling van de marktwaarde onder de kostprijs in de beoordeling meegenomen als indicator voor een mogelijke bijzondere waardevermindering. Indien er sprake is van bijzondere waardevermindering voor activa geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop wordt het cumulatieve verlies bepaald als het verschil tussen kostprijs en de huidige reële waarde, verminderd met eventueel eerder verantwoorde bijzondere waardeverminderingen overgeboekt van de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen naar de winst- en verliesrekening. Bijzondere waardeverminderingen op aandelenbeleggingen kunnen niet worden teruggeboekt via de winst- en verliesrekening. Bijzondere waardeverminderingen op vastrentende waarden worden teruggeboekt via de winst- en verliesrekening indien de waardevermindering is afgenomen als gevolg van gebeurtenissen die zijn opgetreden nadat de bijzondere waardevermindering werd verantwoord. DEELNEMINGEN Deelnemingen zijn entiteiten waarin ING Groep invloed van betekenis heeft, maar geen overheersende zeggenschap. In het algemeen is er sprake van invloed van betekenis bij een aandelenbezit tussen de 20 en 50% van de stemrechten, maar ook als de Groep invloed kan uitoefenen op het operationele en financiële beleid, via onder andere de volgende situaties: – vertegenwoordiging in de raad van bestuur; – betrokkenheid bij het besluitvormingsproces; en – gemeenschappelijk managementpersoneel. Deelnemingen worden bij eerste verwerking verantwoord tegen kostprijs en daarna volgens de vermogensmutatiemethode. In de post deelnemingen, verminderd met eventuele bijzondere waardeverminderingen, is ook de bij acquisitie betaalde goodwill begrepen. Onder de vermogensmutatiemethode worden de resultaten van de deelneming na verkrijging verantwoord in de winst- en verliesrekening van ING Groep. Wijzigingen in de reserves van de deelneming na het moment van verkrijging worden verwerkt in de reserves van ING Groep. De verkrijgingsprijs van de deelneming wordt aangepast voor deze resultaten en wijzigingen in reserves. Indien de waardering van de deelneming nihil is geworden, worden geen verdere verliezen meer verantwoord, tenzij de Groep verplichtingen is aangegaan of al betalingen voor de deelnemingen heeft verricht. ING Groep Jaarverslag 2006 99 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening van ING Groep vervolg Ongerealiseerde winsten op transacties tussen de Groep en deelnemingen worden geëlimineerd voor het belang van de Groep in die deelneming. Ongerealiseerde verliezen worden ook geëlimineerd, behalve als deze het gevolg zijn van verliezen op vlottende activa of bijzondere waardeverminderingen van vaste activa. Waarderingsgrondslagen van deelnemingen worden waar nodig aangepast om ze in overeenstemming te brengen met die van de Groep. Voor belangen in beleggingsfondsen wordt bij het bepalen of ING significante invloed heeft rekening gehouden met ING’s financiële belang voor eigen rekening en de rol van ING als fondsbeheerder. BELEGGINGEN IN ONROEREND GOED Beleggingen in onroerend goed worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardemutaties in de winst- en verliesrekening worden verwerkt. Bij verkoop wordt het verschil tussen de verkoopopbrengst en de boekwaarde in het resultaat verantwoord. De reële waarden van beleggingen in onroerend goed zijn gebaseerd op recente taxaties uitgevoerd door onafhankelijke gekwalificeerde taxateurs. Elk jaar wordt voor ieder onroerend goed een taxatierapport opgesteld, door een onafhankelijk externe taxateur of intern. Bij interne waardebeoordeling wordt gebruik gemaakt van indexatie. De index is gebaseerd op de resultaten van externe taxaties uitgevoerd in die periode. Markt transacties en verkopen van onroerend goed door de Groep, worden gebruikt als onderdeel van de procedure ter toetsing van de indexatie methodologie. Al het onroerend goed wordt minimaal eens in de 5 jaar onafhankelijk getaxeerd. GEBOUWEN EN BEDRIJFSMIDDELEN Onroerend goed voor eigen gebruik Onroerend goed voor eigen gebruik wordt gewaardeerd tegen reële waarde. Stijgingen in reële waarde boven de kostprijs worden verantwoord in de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen. Dalingen in reële waarde worden verantwoord in het eigen vermogen voor zover hiermee eerdere stijgingen ongedaan worden gemaakt. Alle andere dalingen in reële waarde worden in de winst- en verliesrekening verantwoord. Stijgingen die een eerdere daling verantwoord in het resultaat ongedaan maken, worden ook in het resultaat verantwoord. Afschrijvingen worden gebaseerd op de reële waarde en de geschatte economische levensduur (meestal 20 tot 50 jaar). Afschrijvingen worden op lineaire basis berekend. Bij verkoop wordt het deel van de herwaardering dat gerelateerd is aan het verkochte onroerend goed overgeheveld naar de winstreserve. De reële waarde van gebouwen en terreinen is gebaseerd op recente taxaties door onafhankelijke gekwalificeerde taxateurs. Uitgaven na de eerste verwerking van het onroerend goed worden geactiveerd als het waarschijnlijk is dat de toekomstige voordelen aan de Groep zullen toevloeien en de kosten op betrouwbare manier kunnen worden bepaald. Onroerend goed in ontwikkeling Onroerend goed in ontwikkeling (inclusief beleggingen in onroerend goed) worden gewaardeerd tegen de tot en met balansdatum gemaakte directe kosten vermeerderd met de rente en de ontwikkelings- en begeleidingskosten van de Groep, verminderd met eventuele bijzondere waardeverminderingen. Onroerend goed aangehouden voor verkoop Onroerend goed aangehouden voor verkoop bestaat uit onroerend goed verkregen uit faillissementen en ontwikkeld onroerend goed waarvoor geen specifieke overeenkomst met een derde partij is afgesloten. Onroerend goed aangehouden voor verkoop wordt gewaardeerd tegen kostprijs of lagere realiseerbare waarde. In de kostprijs zijn rentekosten begrepen. De realiseerbare waarde is de geschatte verkoopprijs onder normale voorwaarden, verminderd met de relevante variabele verkoopkosten. Als de realiseerbare waarde lager is dan de boekwaarde wordt een bijzondere waardevermindering in het resultaat verantwoord. Onroerend goed in ontwikkeling ten behoeve van derden Onroerend goed in ontwikkeling ten behoeve van derden wordt gewaardeerd tegen de tot en met balansdatum gemaakte directe kosten vermeerderd met de bouwrente en de ontwikkelings- en begeleidingskosten van de Groep, verminderd met eventuele bijzondere waardeverminderingen. Winst wordt verantwoord op basis van de ‘completed contract’ methode (op de datum van voltooiing van het onroerend goed). Bij onroerend goed in ontwikkeling ten behoeve van derden waar een specifiek contract met een derde is afgesloten, wordt de winst verantwoord naar rato van de verrichte prestaties bij de uitvoering van het werk (‘percentage of completion’ methode). Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen worden gewaardeerd tegen kostprijs minus cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs wordt lineair afgeschreven over de economische levensduur van het actief. In het algemeen is de economische levensduur voor computers is 2 tot 5 jaar, en voor inventaris 4 tot 10 jaar. Onderhoudskosten worden verantwoord in de winst- en verliesrekening. Waardeverhogende uitgaven worden geactiveerd en afgeschreven. 100 ING Groep Jaarverslag 2006 Activa onder operationele lease-overeenkomsten Activa onder operationele lease-overeenkomsten waarbij ING optreedt als lessor worden gewaardeerd tegen kostprijs minus cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs van de activa wordt lineair afgeschreven over de looptijd van de leaseovereenkomst. Zie ook sectie Lease-overeenkomsten. Verkopen Bij verkoop van gebouwen en bedrijfsmiddelen, inclusief activa onder operationele lease-overeenkomsten wordt het verschil tussen de verkoopopbrengst en de boekwaarde verantwoord in de winst- en verliesrekening. Rentelasten Rentelasten met betrekking tot de financiering van de vervaardiging van een kwalificerend actief worden geactiveerd voor de periode die benodigd is om het actief te vervaardigen en gereed te maken voor gebruik. LEASE-OVEREENKOMSTEN De Groep als huurder (lessee) De lease-overeenkomsten die ING Groep afsluit zijn voornamelijk operationele leases. Het totaal van de onder de lease-overeenkomsten betaalde bedragen worden lineair in het resultaat verantwoord over de looptijd van de overeenkomst. Als er betalingen aan de verhuurder (lessor) worden verricht in verband met het voortijdig beëindigen van de lease-overeenkomst, worden deze onmiddellijk als last in de winst- en verliesrekening verantwoord. De Groep als verhuurder (lessor) Voor activa onder een financiële lease-overeenkomst wordt de contante waarde van de leasetermijnen in de balans opgenomen onder Kredieten. Het verschil tussen de nominale waarde van de vordering en de contante waarde wordt verantwoord in de winst- en verliesrekening. De lease-inkomsten worden zodanig in het resultaat verwerkt dat een constant perioderendement ontstaat, berekend over de resterende netto-investering. Voor activa onder een operationele lease-overeenkomst worden de activa gepresenteerd als Activa onder operationele lease-overeenkomsten. ACQUISITIE VAN GROEPSMAATSCHAPPIJEN, GOODWILL EN OVERIGE IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Goodwill Acquisities van ING Groep worden verantwoord volgens de ‘purchase’ methode, waarbij de kostprijs van de acquisities wordt toegerekend aan de reële waarde van de verkregen activa, verplichtingen en niet in de balans opgenomen verplichtingen. Goodwill, zijnde het verschil tussen de kostprijs van de acquisitie (inclusief overgenomen schulden) en het aandeel van ING Groep in de reële waarde van de verkregen activa, verplichtingen en niet in de balans opgenomen verplichtingen op de acquisitiedatum, wordt geactiveerd als immaterieel vast actief. De resultaten van de overgenomen vennootschappen worden vanaf de datum waarop zeggenschap is verkregen. Goodwill wordt alleen geactiveerd voor acquisities die na de implementatiedatum van IFRS-EU (1 januari 2004) hebben plaatsgevonden. In overeenstemming met de overgangsbepalingen van IFRS worden acquisities van voor die datum niet aangepast. Goodwill en intern gegenereerde immateriële vaste activa gerelateerd aan deze acquisities zijn ten laste van het eigen vermogen gebracht. Voor de beoordeling of er bijzondere waardeverminderingen zijn opgetreden wordt goodwill toegerekend aan kasstroomgenererende eenheden. Deze kasstroomgenererende eenheden stellen het laagste niveau voor waarop goodwill intern wordt beheerst. De beoordeling wordt jaarlijks uitgevoerd, of zoveel vaker als er aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen. Bij de beoordeling wordt de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid (inclusief goodwill) vergeleken met de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. Correcties in de reële waarde van overgenomen activa en passiva op de overnamedatum die worden geconstateerd voor het einde van het eerste verslagjaar na de overname leiden tot een aanpassing van de goodwill. Correcties die op een later moment worden geconstateerd worden verwerkt als een bate of een last. Echter, het in de balans opnemen van actieve belastinglatenties na acquisitiedatum wordt ook na het einde van het eerste verslagjaar na de overname verantwoord als een aanpassing op de goodwill. Bij verkoop van groepsmaatschappijen wordt het verschil tussen de verkoopopbrengst en de kostprijs (inclusief goodwill) en het bedrag aan reserve voor koersverschillen vreemde valuta dat hiervoor is opgenomen in het eigen vermogen verantwoord in de winst- en verliesrekening. Software Gekochte of intern gegenereerde software voor eigen gebruik wordt gewaardeerd tegen kostprijs minus cumulatieve afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. De software wordt lineair afgeschreven over de economische levensduur, normaal gesproken niet meer dan drie jaar. De afschrijvingslast wordt gepresenteerd als overige kosten. ING Groep Jaarverslag 2006 101 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening van ING Groep vervolg Value of business acquired (VOBA) De actiefpost VOBA bestaat uit de contante waarde van de toekomstige kasstromen begrepen in de verzekeringscontracten van een overgenomen bedrijf en vertegenwoordigt het verschil tussen de reële waarde van de verzekeringsverplichtingen en de boekwaarde. VOBA wordt op een soort gelijke wijze afgeschreven als overlopende acquisitiekosten zoals beschreven in de paragraaf Overlopende acquisitiekosten. Overige Immateriële vaste activa Overige immateriële vaste activa worden geactiveerd en geamortiseerd over de economische levensduur, over het algemeen tussen de drie en tien jaar. Immateriële vaste activa met een eeuwige levensduur worden niet geamortiseerd. OVERLOPENDE ACQUISITIEKOSTEN De actiefpost overlopende acquisitiekosten bestaat uit de verwervingskosten van verzekeringscontracten en beleggingsverzekeringen die worden geactiveerd en afgeschreven. De geactiveerde kosten, die samenhangen met de productie van nieuwe verzekeringscontracten en prolongaties, bestaan voornamelijk uit provisies, polisuitgiftekosten en andere afsluitkosten. Overlopende acquisitiekosten worden afgeschreven over de looptijd van de onderliggende contracten. Voor traditionele levensverzekeringscontracten, bepaalde typen flexibele levensverzekeringscontracten en schadeverzekeringscontracten worden de overlopende acquisitiekosten afgeschreven over de premiebetalingsperiode, op dezelfde wijze waarop premieverantwoording plaatsvindt. Voor andere typen beleggingsverzekeringen worden de overlopende acquisitiekosten afgeschreven over de looptijd van de polis, gebaseerd op de verwachte toekomstige resultaten. De afschrijving en de overlopende actiefpost worden gecorrigeerd wanneer de veronderstellingen omtrent verwachte huidige en toekomstige winsten worden bijgesteld. De veronderstellingen worden aan het eind van iedere verslagperiode herzien. Ten aanzien van de overlopende acquisitiekosten inzake beleggingsverzekeringen veronderstelt ING een fondsgroei, die voor de korte en de lange termijn gelijk is. Een opwaartse/neerwaartse bijstelling van de resultaatverwachting – bijvoorbeeld als gevolg van een verbeterd/verslechterd beleggingsklimaat en een mutatie in het beheerd vermogen – kan resulteren in een lagere/hogere afschrijving van de overlopende acquisitiekosten om de afschrijving met betrekking tot het verleden en de toekomstige jaren te corrigeren. Dit wordt aangeduid als ‘DAC unlocking’. De resultaten uit hoofde van ‘DAC unlocking’ worden in de winst- en verliesrekening verantwoord in de periode waarin de unlocking plaatsvindt. Van overlopende acquisitiekosten worden bij activering beoordeeld of ze realiseerbaar zijn. Daarna worden overlopende acquisitiekosten samen met verzekeringtechnische voorzieningen en VOBA getest. De toereikendheidstoets wordt beschreven onder Verzekerings-, herverzekerings- en beleggingscontracten. Voor bepaalde producten worden de overlopende acquisitiekosten via het eigen vermogen aangepast voor de impact van de ongerealiseerde resultaten op gerelateerde beleggingen. BELASTINGEN Winstbelasting bestaat uit latente en acute belastingen. Winstbelastingen worden in de winst- en verliesrekening verantwoord tenzij de belasting betrekking heeft op posten die direct in het vermogen worden verantwoord. In dit laatste geval wordt ook de belasting in het vermogen verantwoord. Belastinglatenties Belastinglatenties worden opgenomen voor alle tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde, waarbij wordt uitgegaan van belastingtarieven die zijn vastgesteld per balansdatum en die naar verwachting zullen gelden in de periode waarin de actieve belastinglatenties worden gerealiseerd of passieve belastinglatenties worden afgewikkeld. Actieve en passieve belastinglatenties worden niet verdisconteerd. Actieve belastinglatenties worden alleen opgenomen indien het waarschijnlijk is dat in de nabije toekomst fiscale winsten zullen worden gerealiseerd ter compensatie van deze tijdelijke verschillen. Voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en fiscale waarde van investeringen in groepsmaatschappijen en deelnemingen worden belastinglatenties opgenomen, behalve als de Groep het tijdstip kan bepalen waarop deze tijdelijke verschillen aflopen en als het waarschijnlijk is dat deze verschillen niet zullen aflopen in de nabije toekomst. In de toekomst verrekenbare fiscale verliezen worden alleen opgenomen indien verwacht wordt dat in de nabije toekomst fiscale winsten zullen worden gerealiseerd ter compensatie van deze verliezen. Waardemutaties van beleggingen geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop en waardemutaties van derivaten die onderdeel zijn van een kasstroomhedge worden onder aftrek van latente belastingen in het eigen vermogen verantwoord. Bij realisatie wordt de waardemutatie tegelijkertijd met de actieve of passieve belastinglatentie verantwoord in het resultaat. 102 ING Groep Jaarverslag 2006 FINANCIËLE VERPLICHTINGEN Preferente aandelen met een vast dividend of met een door de aandeelhouder afdwingbare mogelijkheid tot aflossing worden geclassificeerd als financiële verplichtingen. Dividenden op preferente aandelen worden als rentelasten in de winst- en verliesrekening verantwoord gebruik makend van de effectieverentemethode. Leningen worden bij eerste verwerking tegen de reële waarde verantwoord na aftrek van transactiekosten. Na eerste verwerking worden leningen tegen geamortiseerde kostprijs verantwoord; ieder verschil tussen opbrengst na aftrek van transactiekosten en de aflossingswaarde wordt verantwoord in de winst- en verliesrekening over de looptijd van de lening op basis van de effectieverentemethode. Bij inkoop van eigen schuldbewijzen door de Groep, worden deze in de balans gesaldeerd met de verplichting. Het verschil tussen de boekwaarde van de verplichting en het betaalde aankoopbedrag wordt verantwoord in de winst- en verliesrekening. Financiële passiva tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat bestaan uit twee categorieën: financiële passiva in de handelsportefeuille en andere financiële passiva die door het management zijn aangewezen en geclassificeerd als financiële passiva tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat. Aanwijzing door het management zal alleen voorkomen als dit een inconsistentie in waarderingsgrondslagen wegneemt of als samenhangende activa en passiva worden beheerd op basis van reële waarde. Financiële garantie contracten zijn contracten die vereisen dat de uitgever de houder voor een bepaald bedrag schadeloos stelt voor een verlies dat zich heeft voorgedaan omdat een specifieke debiteur niet aan zijn verplichtingen voldoet, conform de voorwaarden van een schuldbewijs. Zulke financiële garanties worden bij eerste verwerking tegen reële waarde verantwoord en vervolgens gewaardeerde tegen de waarde van de verdisconteerde verplichting onder de garantie of hogere waarde bij eerste verwerking verminderd met het bedrag van het reeds verantwoorde resultaat onder de garantie. VERZEKERINGS-, HERVERZEKERINGS- EN BELEGGINGSCONTRACTEN Verzekeringstechnische voorzieningen Verzekeringspolissen met een significant verzekeringsrisico worden als verzekeringscontracten gepresenteerd. Verzekeringstechnische voorzieningen geven de verwachte toekomstige uitbetalingen weer uit hoofde van aanspraken op leven- en schadeverzekeringsuitkeringen, inclusief de kosten die verband houden met deze uitkeringen. Voorziening voor levensverzekeringen De technische voorziening voor levensverzekeringen wordt berekend op basis van een prudente prospectieve actuariële methode, rekening houdend met de voor de lopende verzekeringsovereenkomsten gestelde voorwaarden. Methodologieën van verschillende business units kunnen verschillen door lokale toezichtsvereisten en lokale gebruiken. Om de verzekeringstechnische voorzieningen voor levensverzekeringen te bepalen worden diverse aannames gedaan, ondermeer inzake sterfte, arbeidsongeschiktheid, kosten, beleggingsrendement en afkopen. De gebruikte aannames in verband met levensverzekeringen, inclusief overlijdensrisicoverzekeringen, zijn gebaseerd op zo goed mogelijke inschattingen, rekening houdend met marges voor nadelige afwijkingen. Deze aannames worden gedaan op de ingangsdatum van de polis en blijven constant gedurende de looptijd van de polis, behalve in geval van gebleken ontoereikendheid. Verzekeringstechnische voorzieningen voor ‘universal life’ producten, ‘unit-linked’ producten en overige beleggingsverzekeringen worden gewaardeerd tegen de fondswaarde. Bepaalde beleggingsverzekeringen bevatten een gegarandeerde minimumuitkering bij overlijden en/of op de einddatum. Bij het berekenen van de verzekeringstechnische voorziening worden deze gegarandeerde minimumuitkeringen in overweging genomen, rekening houdend met het verschil tussen de potentiële minimumuitkering en de fondswaarde, het verwachte overlijdensrisico en afkoop. De nog niet geamortiseerde rentekortingen op ‘periodieke premies’ contracten en ‘premie ineens’ contracten worden in mindering gebracht op de Voorziening levensverzekeringsverplichtingen. Rentekortingen verleend gedurende het jaar worden geactiveerd en daarna afgeschreven in lijn met het verwachte ‘inbaarheids’- patroon. Deze afschrijvingen worden verantwoord in de winst- en verliesrekening. Voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico’s De voorziening wordt berekend naar evenredigheid van de nog niet verstreken risicotermijnen. Voor verzekeringen met een stijgend risico met leeftijdsonafhankelijke premietarieven wordt bij vaststelling van de voorziening rekening gehouden met dit risico. Ter dekking van schaden in verband met lopende verzekeringsovereenkomsten die hoger kunnen zijn dan de niet-verdiende premies en de nog te ontvangen premies met betrekking tot deze overeenkomsten, worden eveneens voorzieningen gevormd. ING Groep Jaarverslag 2006 103 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening van ING Groep vervolg Voorziening voor te betalen schaden De voorzieningen voor te betalen schaden worden op individuele basis of op basis van ervaringgegevens. Er zijn ook voorzieningen gevormd voor schades die zich wel reeds hebben voorgedaan maar die nog niet zijn gemeld en voor de kosten van afhandeling van toekomstige schades. De voorziening voor te betalen schade wordt ieder jaar op toereikendheid getoetst met gebruikmaking van standaard actuariële technieken. Bovendien worden zogenaamde ‘IBNR’ (Incurred But Not Reported) voorzieningen aangehouden om de kosten te dekken van schades die zich wel reeds hebben voorgedaan maar die nog niet zijn gemeld aan ING. Latente winstdelingsverplichtingen Voor verzekeringsproducten met discretionaire winstdeling wordt een latente winstdelingsverplichting opgenomen voor het volledige bedrag van ongerealiseerde resultaten op de daaraan gerelateerde beleggingen. Bij realisatie wordt de latente winstdelingsverplichting voor ongerealiseerde resultaten tegengeboekt en wordt een latente winstdelingsverplichting gevormd voor het deel van de gerealiseerde resultaten op de daaraan gerelateerde beleggingen op basis van de verwachte winstdeling aan polishouders. De latente winstdeling wordt verminderd met de werkelijke winstdeling die wordt toegerekend aan polishouders. Technische voorziening voor levensverzekeringen voor risico polishouders De Technische voorzieningen voor levensverzekeringen voor risico polishouders zijn voor gesepareerde beleggingsdepots berekend overeenkomstig de voorziening voor levensverzekeringsverplichtingen. Voor verzekeringen voor risico polishouders worden de technische voorzieningen in het algemeen gewaardeerd op de boekwaarde van de daarmee samenhangende beleggingen. Herverzekeringscontracten Herverzekeringspremies, provisies, schade-uitkeringen, alsmede voorzieningen die betrekking hebben op herverzekering worden op dezelfde wijze verantwoord als de oorspronkelijke contracten waarvoor ze zijn afgesloten. De Groep blijft aansprakelijk jegens haar polishouders voor het herverzekeringsgedeelte waarvoor de herverzekeraars niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Dientengevolge worden voorzieningen opgenomen voor als oninbaar beschouwde herverzekeringsontvangsten. Toereikendheidstoets De voorziening voor levensverzekeringsverplichtingen verminderd met niet geamortiseerde rentekortingen, de overlopende acquisitiekosten en VOBA wordt regelmatig door elke business unit op toereikendheid getoetst. De toets houdt rekening met huidige schattingen van alle contractuele en gerelateerde kasstromen, en met toekomstige ontwikkelingen. Opbrengsten van beleggingen worden meegenomen overeenkomstig de verantwoording in het resultaat. Als op basis van een zo goed mogelijke inschatting met een betrouwbaarheidsniveau van 50% is vastgesteld dat er een tekort is bij een business unit, wordt dit onmiddellijk verwerkt in de winst- en verliesrekening. Als bij een business unit de voorzieningen niet toereikend zijn bij toepassing van een voorzichtig betrouwbaarheidsniveau van 90%, maar er zijn compenserende bedragen bij andere ING Groep business units, dan is het de business unit toegestaan om maatregelen te treffen ter versterking van de voorzieningen over een periode van maximaal de verwachte resterende duur van de polissen. Indien er geen compenserende bedragen zijn bij andere ING Groep business units, dan wordt ieder tekort bepaald met een betrouwbaarheidsniveau van 90% onmiddellijk verantwoord in de winst- en verliesrekening. Als de voorzieningen adequaat zijn met een betrouwbaarheidsniveau van boven de 90%, wordt geen vermindering van de voorziening verantwoord. Beleggingscontracten Verzekeringscontracten zonder discretionaire winstdeling die geen significant verzekeringsrisico dragen onder de grondslagen van de Groep worden gepresenteerd in de balans als Beleggingscontracten. Voorzieningen voor verplichtingen voor beleggingscontracten zijn gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode (inclusief bepaalde initiële acquisitiekosten) of reële waarde. OVERIGE VERPLICHTINGEN Personeelsbeloningen - pensioenverplichtingen Groepsmaatschappijen zijn met hun medewerkers verschillende pensioenregelingen overeengekomen. De regelingen zijn in het algemeen gefinancierd door premies aan verzekeringsmaatschappijen of fondsen op basis van periodieke actuariële berekeningen. De groep heeft pensioenregelingen op basis van vaste toezeggingen (‘defined benefit plans’) en pensioenregelingen waarbij het pensioen is gebaseerd op de door groepsmaatschappijen gestorte bedragen (‘defined contribution plans’). Een ‘defined benefit plan’ is een regeling waarbij de uitkering aan de gepensioneerde werknemer vastgelegd wordt, rekeninghoudend met factoren zoals leeftijd, dienstjaren, en salaris. De voorziening voor ‘defined benefit plans’ is de contante waarde van de pensioenverplichtingen op balansdatum verminderd met de reële waarde van de beleggingen, aangepast voor niet-verantwoorde resultaten en kosten met betrekking tot verstreken dienstjaren. De pensioenverplichtingen worden jaarlijkse berekend door interne en externe actuarissen in overeenstemming met de ‘projected unit credit method’. 104 ING Groep Jaarverslag 2006 De verwachte waarde van de activa in de pensioenverplichting wordt berekend met gebruik van het verwachte rendement op beleggingen. Verschillen tussen het verwachte en het werkelijk rendement op de beleggingen alsmede actuariële wijzigingen worden niet in de winst- en verliesrekening verantwoord, tenzij het totaal van deze cumulatieve verschillen en wijzigingen buiten een bandbreedte van 10% van de grootste van de verplichting uit hoofde van de regeling óf de reële waarde van de bijbehorende beleggingen valt. Het deel dat buiten de bandbreedte valt, wordt ten gunste of ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht over de resterende arbeidsjaren van de deelnemers. In overeenstemming met de overgangsbepalingen van IFRS, is op de implementatiedatum van IFRS-EU (1 Januari 2004) de bandbreedte op nul gezet. Onder ‘defined contribution plans’ betaalt de Groep premies aan gemeenschappelijke of particuliere pensioenfondsen of verzekeringsmaatschappijen op een verplichte, contractuele of vrijwillige basis. De Groep heeft geen verplichting om verdere betalingen te verrichten nadat de premies zijn betaald. De premies worden verantwoord als personeelskosten waneer ze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden in de balans als actiefpost opgenomen voor zover sprake is van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Verplichtingen uit hoofde van vergoedingen na uitdiensttreding Sommige groepsmaatschappijen verstrekken vergoedingen aan gepensioneerden met betrekking tot medische verzorging. Het recht op deze vergoedingen is vaak onder de voorwaarde dat de werknemer in dienst blijft tot aan de pensioengerechtigde leeftijd en onder de voorwaarde dat een minimum aantal dienstjaren zijn verstreken. De verwachte kosten van deze regelingen worden verantwoord over de periode dat de werknemer in dienst is met gebruikmaking van dezelfde methodologie als bij ‘defined benefit plans’. Overige voorzieningen Een voorziening is een verplichting waarvan de omvang of het moment van afwikkeling onzeker is. Een voorziening wordt in de balans opgenomen als de Groep een uit het verleden voortvloeiende verplichting heeft, het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling ervan een uitstroom van middelen noodzakelijk is en er een betrouwbare schatting van kan worden gemaakt. Voorzieningen worden verdisconteerd wanneer de tijdswaarde van het geld een materieel effect heeft bij gebruikmaking van een bruto disconteringsvoet. Het bepalen van de hoogte van de voorziening is van nature omgeven door onzekerheden waarbij inschattingen met betrekking tot de omvang en het tijdstip van toekomstige kasstromen worden gemaakt. Reorganisatievoorzieningen bevatten vergoedingen voor het uitdienst treden van personeel als de Groep concrete voornemens heeft om conform een gedetailleerd formeel plan bestaande dienstverbanden te beëindigen zonder dat er nog een redelijke mogelijkheid bestaat dit terug te draaien. Daarnaast bevat de voorziening vergoedingen als gevolg van regelingen voor vrijwillige uitdiensttreding. VERWERKING VAN OPBRENGSTEN Bruto premie-inkomen Premies uit hoofde van levensverzekeringsproducten worden als inkomsten verantwoord wanneer deze verschuldigd zijn door de polishouder. Bruto premie-inkomen uit hoofde van schadeverzekeringen wordt naar rato verantwoord gedurende de periode van de polisdekking. Ontvangsten uit hoofde van beleggingscontracten worden niet verantwoord als bruto premie-inkomen. Rente Rentebaten en rentelasten worden in de winst- en verliesrekening verantwoord gebruikmakend van de effectieverentemethode. De effectieverentemethode is een methode voor het berekenen van de geamortiseerde kostprijs van een financieel actief of financiële verplichting en van de allocatie van rentebaten en rentelasten over de relevante periode. De rentevoet waarbij de contante waarde van de verwachte kasstromen over de looptijd van het financieel instrument, of waar van toepassing een kortere periode, precies gelijk is aan de boekwaarde van het financieel actief of financiële verplichting, is de effectieve rente. Bij de berekening van de effectieve rente houdt de Groep rekening met alle contractuele bepalingen van het financiële instrument (zoals bijvoorbeeld vervroegde aflossing), maar niet met toekomstige verliezen als gevolg van oninbaarheid. In de berekening worden alle provisies en andere contractuele kasstromen meegenomen die onderdeel uitmaken van de effectieverentemethode evenals transactiekosten, agio en disagio. Als een financieel actief of een groep van financiële activa is afgeschreven als gevolg van een bijzondere waardevermindering, worden rentebaten verantwoord met behulp van de rentevoet die is gebruikt om de hoogte van de bijzondere waardevermindering te berekenen. Alle rentebaten en rentelasten van handelsposities en niet-handelsderivaten worden verantwoord in de winst- en verliesrekening. Mutaties in de ‘clean’ fair value’ worden verantwoord onder Netto handelsresultaat. Commissies en provisies Commissies en provisies worden in de winst- en verliesrekening verantwoord in de periode waarin de diensten zijn geleverd. Bereidstellingsprovisie op leningen waarvan wordt verwacht dat de leningsovereenkomst tot stand komt wordt, samen met andere direct gerelateerde kosten, geactiveerd en behandeld als een aanpassing van de effectieve rente. Consortiumprovisie wordt verantwoord in het resultaat wanneer de syndicaatvorming is voltooid en de Groep geen deel van de leningen zelf heeft genomen, dan wel leningen heeft die dezelfde effectieve rente hebben als de andere consortiumleden. Commissies en provisies uit hoofde van het voeren van onderhandelingen ten behoeve van een transactie van een derde partij zoals de koop van aandelen of andere effecten of de (ver)koop van een bedrijfsonderdeel, worden in het resultaat verantwoord als de transactie tot stand is gekomen. Vergoedingen voor het beheren van portefeuilles worden verantwoord in de periode waarin de diensten zijn geleverd, gebaseerd op het onderliggende contract. ING Groep Jaarverslag 2006 105 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening van ING Groep vervolg Vergoedingen voor vermogensbeheer die samenhangen met beleggingsfondsen worden verantwoord in de periode waarin de diensten zijn geleverd. Hetzelfde principe wordt gehanteerd voor continue over de perioden heen verleende diensten zoals vermogensbeheer, financiële planning en bewaring. Ontvangen- en betaalde provisies tussen banken voor betalingsverkeer worden geclassificeerd als provisiebaten en -lasten. Lease-inkomsten De opbrengsten uit operationele lease-overeenkomsten worden gelijkmatig verantwoord over de looptijd van de lease-overeenkomst. Leasetermijnen ontvangen uit hoofde van finance lease-overeenkomsten waar ING de lessor is worden opgedeeld in een rentedeel (verantwoord in het resultaat) en een aflossingsdeel. VERWERKING VAN LASTEN Lasten worden in de winst- en verliesrekening verwerkt wanneer deze zicht voordoen of bij een vermindering van het economisch potentieel, verband houdend met een vermindering van een actief of een vermindering van vreemd vermogen, heeft plaatsgevonden waarvan de omvang op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. Aandelengerelateerde beloningen Kosten voor aandelengerelateerde beloningen worden verantwoord gedurende de levering van de prestaties van de werknemers. Een overeenkomstige toename in eigen vermogen wordt verantwoord bij een aandelengerelateerde beloning die afgerekend wordt in aandelen. Een verplichting wordt opgenomen bij een aandelengerelateerde beloning afgerekend in contanten. De aan deze transactie gerelateerde kosten worden geclassificeerd als personeelskosten. ING Groep stelt over het algemeen aandelengerelateerde beloningen vast die afgerekend worden in aandelen. De reële waarde van aandelengerelateerde beloningen afgerekend in aandelen wordt op de datum van verstrekking bepaald. De reële waarde van aandelengerelateerde beloningen afgerekend in contanten wordt op elke balansdatum bepaald. NETTOWINST PER GEWOON AANDEEL De nettowinst per gewoon aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen. Bij de berekening van het gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen worden de volgende overwegingen in aanmerking genomen: – het totaal aantal uitgegeven gewone aandelen wordt verminderd met de eigen aandelen die door groepsmaatschappijen worden aangehouden; – de berekening is gebaseerd op gemiddelden per dag; – warrants worden in aanmerking genomen vanaf de dag waarop deze worden uitgeoefend. De verwaterde nettowinst per aandeel wordt berekend alsof de aan het eind van het boekjaar uitstaande opties en warrants aan het begin van het boekjaar zijn uitgeoefend. Tevens wordt verondersteld dat de na uitoefening van de opties en warrants ontvangen opbrengsten door ING Groep worden gebruikt om eigen aandelen tegen de gemiddelde beurskoers gedurende het boekjaar in te kopen. De toename van het aantal aandelen als gevolg van de uitoefening van warrants en opties wordt opgeteld bij het gemiddeld aantal aandelen dat wordt gebruikt bij de berekening van de nettowinst per aandeel. Opties uit aandelengerelateerde beloningen worden voor de berekening van de verwaterde winst per aandeel als gewone opties meegenomen hoewel deze nog voorwaardelijk zijn. De opties worden meegenomen vanaf de datum van verstrekking. Opties uit aandelengerelateerde beloningen die prestatieafhankelijk zijn, worden als voorwaardelijke aandelen meegenomen omdat de uitgifte van deze aandelen niet alleen afhangt van het verstrijken van de tijd. FIDUCIAIRE ACTIVITEITEN De Groep houdt of plaatst namens individuele personen, trusts, pensioenmaatschappijen en andere instellingen activa in haar rol van trustee. Deze activa zijn niet opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening omdat dit geen activa zijn van de Groep. VERANDERINGEN IN DE WAARDERINGSGRONDSLAGEN Vanaf 2005 past ING Groep de door de EU goedgekeurde IFRS standaarden (‘IFRS-EU’) toe. De vergelijkende cijfers over 2004 zijn aangepast zodat deze voldoen aan IFRS-EU. ING Groep heeft echter gebruik gemaakt van de in IFRS 1 geboden optie om de vergelijkende cijfers niet aan te passen voor IAS 32, IAS 39 en IFRS 4. Hierdoor zijn financiële instrumenten en verzekeringscontracten in de vergelijkende cijfers over 2004 verwerkt conform de in voorgaande jaren toegepaste grondslagen (Dutch GAAP). 106 ING Groep Jaarverslag 2006 De belangrijkste verschillen tussen de onder Dutch GAAP toegepaste grondslagen en IFRS-EU zoals toegepast vanaf 1 januari 2005 voor financiële instrumenten en verzekeringscontracten zijn hieronder weergegeven. Effect van IAS 32/39 en IFRS 4 bedragen in miljoenen euro’s Voor-verkoop-beschikbare schuldbewijzen Verzekeringstechnische voorzieningen Derivaten/hedge accounting/reële waarde optie Kredieten Voorziening voor dubieuze debiteuren Participaties (venture capital) Overig Belastingen Rubricering eigen vermogen instrumenten – eigen vermogen IFRS-EU effect of resultaat en eigen vermogen 9.922 –3.126 –977 465 623 90 –35 –2.460 –399 4.103 Rubricering eigen vermogen instrumenten – belang van derden Belang van derden in het eigen vermogen Totaal effect –1.442 56 2.717 Voor-verkoop-beschikbare schuldbewijzen Onder IFRS-EU worden beursgenoteerde schuldbewijzen die geen deel uitmaken van de handelsportefeuille en ook niet worden aangehouden tot het einde van de looptijd gewaardeerd tegen reële waarde. De waardemutaties worden ten laste dan wel ten gunste van de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen gebracht, terwijl gerealiseerde resultaten in het resultaat worden verantwoord. Onder Dutch GAAP werden deze instrumenten tegen geamortiseerde kostprijs verantwoord. Gerealiseerde resultaten werden geamortiseerd over de resterende looptijd. Verzekeringstechnische voorzieningen Onder IFRS-EU worden bepaalde contracten die geen significant verzekeringsrisico bevatten verantwoord als beleggingscontracten die worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs of reële waarde. Voor verzekeringscontracten met discretionaire winstdeling wordt een latente winstdelingsverplichting aan polishouders opgenomen onder IFRS-EU voor het volledige bedrag van ongerealiseerde resultaten van de aan het contract gerelateerde beleggingen. Bovendien wordt een latente winstdelingsverplichting aan polishouders opgenomen voor andere verschillen tussen Dutch GAAP en IFRS-EU op 1 januari 2005. Daar waar de amortisatie van overlopende acquisitiekosten over de looptijd van de polissen gebaseerd is op de verwachte toekomstige resultaten, wordt de amortisatie onder IFRS-EU via het vermogen aangepast om het effect weer te geven dat realisatie van ongerealiseerde beleggingsopbrengsten zou hebben gehad. Derivaten Onder IFRS-EU worden alle derivaten gewaardeerd tegen reële waarde, inclusief de derivaten die besloten zijn in andere contracten. Onder Dutch GAAP werden derivaten aangehouden ter dekking van eigen posities gewaardeerd conform het afgedekte instrument, hetgeen meestal waardering tegen kostprijs inhield. Gerealiseerde resultaten werden over de resterende looptijd afgeschreven. Hedge accounting Onder IFRS-EU worden voor derivaten die onderdeel uitmaken van een kasstroomhedge of van een hedge van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen de waardemutaties in het vermogen verantwoord. Verantwoording in de winst- en verliesrekening van deze waardemutaties vindt plaats in dezelfde periode als waarin het afgedekte instrument in het resultaat wordt verantwoord. Voor reëlewaardehedges wordt het afgedekte instrument op reële waarde gewaardeerd voor zover dit het afgedekte risico betreft. De waardemutaties worden verantwoord in het resultaat. Deze waardemutaties compenseren (deels) de waardemutaties opgenomen in de winst- en verliesrekening van het derivaat dat als afdekkingsinstrument dient. Onder Dutch GAAP werden derivaten aangehouden ter dekking van eigen posities gewaardeerd conform het afgedekte instrument, hetgeen meestal waardering tegen kostprijs inhield. Reële waarde optie Als alternatief voor hedge accounting, kunnen financiële activa en passiva worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij alle waardemutaties in de winst- en verliesrekening worden verantwoord. De reële waarde optie wordt ook toegepast op bepaalde financiële passiva die worden gebruikt voor market-making activiteiten. ING Groep Jaarverslag 2006 107 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening van ING Groep vervolg Kredieten Zowel onder IFRS-EU als onder Dutch GAAP worden kredieten gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Onder IFRS EU worden bepaalde kosten en provisies geactiveerd en geamortiseerd terwijl deze onder Dutch GAAP direct in het resultaat werden verantwoord (bijvoorbeeld afsluitprovisies op hypotheken). De amortisatie van agio en disagio is onder IFRS-EU gebaseerd op de effectieverentemethode terwijl deze onder Dutch GAAP lineair werden geamortiseerd. Gerealiseerde resultaten worden onder IFRS-EU in het resultaat verantwoord. Onder Dutch GAAP werden deze geamortiseerd over de resterende looptijd (bijvoorbeeld bepaalde boeterente op hypotheken). Voorziening dubieuze debiteuren Onder IFRS-EU wordt de voorziening dubieuze debiteuren bepaald aan de hand van een nieuwe methodologie die gebaseerd is op een strikte interpretatie van een ‘incurred loss model’. De toepassing van de IFRS-EU methodologie heeft ervoor gezorgd dat het bedrag van algemene voorzieningen voor dubieuze debiteuren is gedaald. Deze voorzieningen waren gevormd vanwege bepaalde subjectieve aspecten en schattingen in het kredietbeoordelingsproces die niet in de voorzieningen voor individuele posten tot uitdrukking komen. Participaties (venture capital) Onder Dutch GAAP werden participaties gewaardeerd tegen kostprijs of lagere marktwaarde. Onder IFRS-EU worden participaties gewaardeerd op reële waarde. Aandelen Onder Dutch GAAP werden negatieve herwaarderingen alleen in het resultaat verantwoord als dit een bijzondere waardevermindering was als gevolg van een verslechtering van de financiële positie van de uitgevende instantie. Onder IFRS-EU worden bijzondere waardeverminderingen ook veroorzaakt door een belangrijke of duurzame waardedaling onder de kostprijs. Dit had geen effect op het groepsvermogen op de datum van transitie naar IFRS-EU. Rubricering eigen vermogen instrumenten Onder Dutch GAAP werden preferente aandelen en zogenaamde ‘trust preferred securities’ gerubriceerd als eigen vermogen in overeenstemming met hun juridische vorm. Onder IFRS-EU moeten deze instrumenten als verplichtingen worden verantwoord. Belastingen De latente belastingen zijn aangepast naar aanleiding van de bovenstaande verschillen tussen Dutch GAAP en IFRS-EU. 108 ING Groep Jaarverslag 2006 Grondslagen voor het geconsolideerd kasstroomoverzicht van ING Groep Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. Bij de netto kasstroom uit operationele activiteiten wordt de winst voor belasting gecorrigeerd voor posten in de winst- en verliesrekening en mutaties in balansposten die niet daadwerkelijk leiden tot kasstromen in het boekjaar. Ten behoeve van het kasstroomoverzicht zijn onder liquide middelen posten begrepen die op het moment van verkrijgen een looptijd hebben korter dan drie maanden. Daaronder zijn begrepen tegoeden bij centrale banken die ter vrije beschikking staan, leningen en voorschotten aan banken, kortlopende overheidspapier en schulden aan banken. Beleggingen kwalificeren als liquide middelen als deze zonder beperkingen kunnen worden gerealiseerd voor een vaststaand bedrag en niet onderhevig zijn aan materiële risico’s van waardevermindering. Kasstromen luidend in vreemde valuta worden omgerekend naar de functionele valuta door middel van de valutakoers op de dag dat de kasstroom plaatsvindt. De netto kasstroom met betrekking tot kredieten heeft slechts betrekking op transacties die voortvloeien uit daadwerkelijke betalingen en ontvangsten. De toevoegingen aan de voorziening voor dubieuze debiteuren welke in mindering is gebracht op de balanspost Kredieten is gecorrigeerd op de winst voor belasting en is separaat opgenomen in het kasstroomoverzicht. Het verschil tussen de in het kasstroomoverzicht opgenomen netto kasstroom en de mutatie van de in de balans opgenomen Liquide middelen is het gevolg van valutakoersverschillen en is afzonderlijk opgenomen als onderdeel van de aansluiting tussen de netto kasstroom en de balansmutatie van de liquiditeiten. ING Groep Jaarverslag 2006 109 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven ACTIVA 1 LIQUIDE MIDDELEN Liquide middelen Tegoeden bij centrale banken Kasgelden en banktegoeden Daggeldleningen van het verzekeringsbedrijf 2006 2005 10.511 3.563 252 14.326 9.479 3.498 107 13.084 2006 Nederland 2005 2006 Internationaal 2005 2006 Totaal 2005 4.660 285 4.945 2.805 2.174 4.979 31.751 3.176 34.927 24.072 18.422 42.494 36.411 3.461 39.872 26.877 20.596 47.473 4.945 4.979 –4 34.923 –7 42.487 –4 39.868 –7 47.466 2 BANKIERS Bankiers Leningen en voorschotten aan banken Liquide middelen, rekening-courant Voorziening voor dubieuze debiteuren Onder Bankiers zijn per 31 december 2006 mede opgenomen vorderingen in verband met effecten die zijn verkregen met een overeenkomst tot wederverkoop uit hoofde van bancaire activiteiten ten bedrage van EUR 2.249 miljoen (2005: EUR 7.738 miljoen). De niet-achtergestelde vorderingen bedragen per 31 december 2006 EUR 39.774 miljoen (2005: EUR 47.406 miljoen) en de achtergestelde vorderingen EUR 94 miljoen (2005: EUR 60 miljoen). In de balanswaarde per 31 december 2006 is EUR 277 miljoen (2005: EUR 225 miljoen) begrepen aan activa die worden aangehouden uit hoofde van finance-leasecontracten. Er zijn geen vorderingen op bankiers waarvan de voorwaarden een materieel effect zouden kunnen hebben op de omvang, timing en zekerheid van de geconsolideerde kasstromen van ING Groep. Voor concentraties wordt verwezen naar de paragraaf ‘Risicobeheer’. 3 FINANCIËLE ACTIVA TEGEN REËLE WAARDE MET WAARDEMUTATIES DOOR HET RESULTAAT Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Activa voor handelsdoeleinden Beleggingen voor risico van polishouders Niet-handelsderivaten Geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat 2006 2005 193.977 110.547 6.521 149.187 100.961 7.766 6.425 317.470 10.230 268.144 Het merendeel van de activa geclassificeerd als tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat bestaat uit schuldbewijzen. In 2006 waren de wijzigingen in reële waarde van schuldbewijzen geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat die het gevolg waren van veranderingen in het kredietrisico niet significant. Activa voor handelsdoeleinden per soort Aandelen Schuldbewijzen Derivaten Leningen en vorderingen 110 ING Groep Jaarverslag 2006 2006 2005 14.717 38.287 22.514 118.459 193.977 10.107 38.299 20.254 80.527 149.187 In de balanswaarde per 31 december 2006 zijn aandelen begrepen die zijn uitgeleend of verkocht met overeenkomst tot wederinkoop ten bedrage van respectievelijk EUR 13 miljoen (2005: nihil) en nihil (2005: nihil). In de balanswaarde per 31 december 2006 zijn schuldbewijzen begrepen die zijn uitgeleend of verkocht met overeenkomst tot wederinkoop ten bedrage van respectievelijk EUR 42 miljoen (2005: EUR 67 miljoen) en EUR 4.303 miljoen (2005: EUR 1.653 miljoen). Beleggingen voor risico van polishouders per soort Aandelen Schuldbewijzen Overige beleggingen 2006 2005 87.213 7.241 16.093 110.547 79.290 7.140 14.531 100.961 De verkrijgingsprijs van de beleggingen voor risico van polishouders bedraagt per 31 december 2006 EUR 98.863 miljoen (2005: EUR 88.748 miljoen). Beleggingen in beleggingsfondsen met als onderliggende beleggingen aandelen, obligaties, derivaten en onroerend goed, zijn begrepen in aandelen. Niet-handelsderivaten Derivaten aangehouden voor: – kasstroomhedges – reële waardehedges – een hedge van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen Overige niet-handelsderivaten 2006 2005 3.617 1.080 3.729 1.178 3 1.821 6.521 32 2.827 7.766 2006 2005 18.225 275.696 293.921 16.466 289.241 305.707 17.660 17.660 18.937 18.937 311.581 324.644 4 BELEGGINGEN Beleggingen per soort Beschikbaar-voor-verkoop Aandelen Schuldbewijzen Tot einde looptijd aangehouden Schuldbewijzen De reële waarde van de tot einde looptijd aangehouden beleggingen bedraagt per 31 december 2006 EUR 17.494 miljoen (2005: EUR 19.466 miljoen). ING Groep Jaarverslag 2006 111 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep vervolg Verloop in beleggingen – beschikbaar-voor-verkoop en aangehouden tot einde looptijd Schuldbewijzen beschikbaarvoor-verkoop 2006 2005 Aandelen beschikbaarvoor-verkoop 2006 2005 Balanswaarde begin van het jaar Implementatie IAS 32/39 Investeringen Overhevelingen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Ongerealiseerde herwaarderingen (Terugboeking van) bijzondere waardeverminderingen Desinvesteringen en aflossingen Koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde eind van het jaar 16.466 289.241 6.395 –294 11.449 928 9.015 233 281.452 –249 264.882 –25.716 251.027 –4.817 –26 1.956 –380 3.097 –9.653 –5.486 –1.458 –630 –42 –5.782 –448 18.225 –91 36 34 –8.390 –266.200 –210.629 605 –13.445 16.548 16.466 275.696 289.241 Tot einde looptijd aangehouden 2006 2005 18.937 110 –1.342 –45 17.660 2006 324.644 14.059 1.030 4.010 Totaal 2005 287.847 –433 276.331 –10.729 261.072 –574 –9.679 –3.530 –1.838 2.467 –6 –57 –245 –273.324 –219.264 83 –13.938 17.236 18.937 311.581 324.644 Aandelen beschikbaar-voor-verkoop naar verzekerings- en bancaire activiteiten Ter beurze genoteerd 2006 2005 Verzekeringsactiviteiten Bancaire activiteiten 14.376 1.093 15.469 12.311 1.238 13.549 Niet ter beurze genoteerd 2006 2005 2006 Totaal 2005 2.008 909 2.917 16.327 1.898 18.225 14.319 2.147 16.466 Tot einde looptijd aangehouden 2006 2005 2006 Totaal 2005 124.163 169.193 293.356 130.189 177.989 308.178 1.951 805 2.756 Schuldbewijzen naar verzekerings- en bancaire activiteiten Beschikbaar-voor-verkoop 2006 2005 Verzekeringsactiviteiten Bancaire activiteiten 124.163 151.533 275.696 130.189 159.052 289.241 Herwaardering van aandelen beschikbaar-voor-verkoop Kostprijs Herwaardering – bruto ongerealiseerde winsten – bruto ongerealiseerde verliezen 2006 2005 12.067 6.257 99 18.225 11.422 5.134 90 16.466 Herwaardering van schuldbewijzen beschikbaar-voor-verkoop Kostprijs Herwaardering – bruto ongerealiseerde winsten – bruto ongerealiseerde verliezen 112 ING Groep Jaarverslag 2006 2006 2005 272.699 5.361 2.364 275.696 280.649 10.401 1.809 289.241 17.660 17.660 18.937 18.937 In de balanswaarde per 31 december 2006 zijn aandelen begrepen die zijn uitgeleend of verkocht met overeenkomst tot wederinkoop ten bedrage van respectievelijk EUR 20 miljoen (2005: nihil) en nihil (2005: EUR 3 miljoen). In de balanswaarde per 31 december 2006 zijn schuldbewijzen begrepen die zijn uitgeleend of verkocht met overeenkomst tot wederinkoop ten bedrage van respectievelijk EUR 2.119 miljoen (2005: EUR 708 miljoen) en EUR 37.804 miljoen (2005: EUR 37.181 miljoen). Geleende aandelen worden niet in de balans opgenomen en bedragen per 31 december 2006 nihil (2005: nihil). Geleende schuldbewijzen worden niet in de balans opgenomen en bedragen per 31 december 2006 EUR 460 miljoen (2005: EUR 3.295 miljoen). Beleggingen in verband met de verzekeringsactiviteiten met een gecombineerde boekwaarde van EUR 43 miljoen (2005: EUR 3 miljoen) genereerden geen inkomen gedurende het jaar. 5 KREDIETEN Kredieten naar verzekerings- en bancaire activiteiten 2006 2005 37.606 440.375 477.981 3.544 474.437 38.467 404.511 442.978 3.797 439.181 2006 Nederland 2005 2006 Internationaal 2005 2006 Totaal 2005 Polisbeleningen Leningen met hypothecaire zekerheid Particuliere leningen Overig 55 18.335 3.736 507 22.633 55 17.438 3.836 836 22.165 3.511 9.539 913 1.047 15.010 3.481 10.638 2.125 105 16.349 3.566 27.874 4.649 1.554 37.643 3.536 28.076 5.961 941 38.514 Voorziening voor dubieuze debiteuren –12 22.621 –16 22.149 –25 14.985 –31 16.318 –37 37.606 –47 38.467 2006 Nederland 2005 2006 Internationaal 2005 2006 Totaal 2005 Leningen aan of gegarandeerd door de overheid Leningen met hypothecaire zekerheid Leningen gegarandeerd door kredietinstellingen Overige particuliere leningen Overige zakelijke leningen 16.450 120.753 2.088 6.484 93.988 239.763 13.907 111.257 1.448 9.942 81.946 218.500 9.503 87.458 320 16.422 89.547 203.250 17.535 69.855 378 15.200 86.349 189.317 25.953 208.211 2.408 22.906 183.535 443.013 31.442 181.112 1.826 25.142 168.295 407.817 Voorziening voor dubieuze debiteuren –733 239.030 –916 217.584 –1.905 201.345 –2.390 186.927 –2.638 440.375 –3.306 404.511 Verzekeringsactiviteiten Bancaire activiteiten Eliminaties Kredieten per soort – verzekeringsactiviteiten Kredieten per soort – bancaire activiteiten ING Groep Jaarverslag 2006 113 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep vervolg Kredieten naar niet-achtergestelde en achtergestelde vorderingen – bancaire activiteiten Niet-achtergestelde vorderingen Achtergestelde vorderingen 2006 2005 439.850 525 440.375 402.747 1.764 404.511 Onder Kredieten zijn per 31 december 2006 mede opgenomen vorderingen in verband met effecten die zijn verkregen met een overeenkomst tot wederverkoop uit hoofde van bancaire activiteiten ten bedrage van EUR 1.554 miljoen (2005: EUR 6.684 miljoen). Geen van de leningen heeft voorwaarden die een materieel effect zouden kunnen hebben op de omvang, timing en zekerheid van de geconsolideerde kasstromen van ING Groep. Vorderingen uit hoofde van financiële lease-overeenkomsten die opgenomen zijn onder Kredieten en Bankiers, kunnen als volgt worden geanalyseerd: Vorderingen uit hoofde van financiële lease-overeenkomsten Looptijd van bruto investeringen uit hoofde van financiële lease-overeenkomsten – korter dan 1 jaar – langer dan 1 jaar en korter dan 5 jaar – langer dan 5 jaar Onverdiend inkomen uit hoofde van financiële lease-overeenkomsten Netto investeringen in financiële lease-overeenkomsten Looptijd van netto investeringen in financiële lease-overeenkomsten – korter dan 1 jaar – langer dan 1 jaar en korter dan 5 jaar – langer dan 5 jaar Inbegrepen in Bankiers Inbegrepen in Kredieten 2006 2005 4.641 8.061 3.346 16.048 4.230 7.355 2.654 14.239 –2.684 13.364 –2.022 12.217 3.943 6.813 2.608 13.364 3.727 6.163 2.327 12.217 277 13.087 13.364 225 11.992 12.217 In de voorziening voor dubieuze debiteuren is per 31 december 2006 EUR 47 miljoen (2005: EUR 45 miljoen) opgenomen als voorziening voor oninbare vorderingen uit hoofde van financiële lease-overeenkomsten. Geen van de financiële lease-overeenkomsten heeft een materieel effect op de omvang, timing en zekerheid van de geconsolideerde kasstromen van ING Groep. Voorziening voor dubieuze debiteuren naar zekerheid – bancaire activiteiten Leningen gegarandeerd door de overheid Leningen met hypothecaire zekerheid Leningen gegarandeerd door kredietinstellingen Overige particuliere leningen Overige zakelijke leningen 114 ING Groep Jaarverslag 2006 2006 Nederland 2005 96 1 93 357 280 733 230 592 916 2006 Internationaal 2005 2006 Totaal 2005 2 177 6 408 1.316 1.909 2 273 13 408 1.701 2.397 2 273 6 765 1.596 2.642 3 366 13 638 2.293 3.313 Verloop van de voorziening voor dubieuze debiteuren – bancaire activiteiten Balanswaarde begin van het jaar Implementatie IAS 32/39 Wijzigingen in de samenstelling van de groep Afboekingen Ontvangen op reeds afgeboekte kredieten Toename van voorzieningen dubieuze debiteuren Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar De balanswaarde eind van het jaar is inbegrepen in – Bankiers – Kredieten 2006 2005 3.313 –101 –691 86 4.456 –592 –4 –842 61 103 –67 –1 2.642 88 115 31 3.313 4 2.638 2.642 7 3.306 3.313 6 DEELNEMINGEN Deelnemingen 2006 Vesteda Lionbrook Property Partnership ING Winkels Basisfonds ING Woningen Basisfonds Property Fund Iberica Lion Properties Fund Lion Industrial Fund ING PF Brittanica ING Industrial Fund Australia ING Global Fund Gables RE Trust – Permanent/Bridge equity ING Retail Property Fund Australia Q-Park N.V. B.V. Petroleum Maatschappij ‘Moeara Enim’ ING Korea Property Investments ING Vastgoed Winkels C.V. ING Office Fund Australia ING Logistic Property C.V. ING Convent Garden Retail Property Fund France Belgium (RPFFB) ING Vastgoed Woningen C.V. Overige deelnemingen met invloed van betekenis Reële waarde beursgePercentage noteerde deelneming deel(%) nemingen 25 30 25 25 30 5 10 20 12 10 6 29 19 33 15 10 6 25 32 15 10 157 62 Balanswaarde 810 355 311 227 186 144 142 115 165 56 45 124 166 141 32 80 60 74 59 63 54 934 4.343 Totaal Totaal vreemd activa vermogen 4.610 1.276 1.326 990 1.792 3.904 2.495 1.093 1.685 600 1.646 744 1.995 2.901 458 803 1.548 552 318 1.096 541 1.371 106 80 84 1.160 1.049 1.080 522 617 40 805 321 1.120 2.475 248 4 627 255 130 678 Totaal baten Totaal lasten 362 214 212 93 319 567 327 162 250 179 279 66 95 52 30 146 272 90 76 142 71 51 20 9 8 175 155 100 59 53 4 147 21 86 6 31 11 69 29 9 60 9 De cumulatieve bijzondere waardeverminderingen bedragen EUR 4 miljoen (2005: EUR 4 miljoen). Voor de bovenstaande deelnemingen met een aandelenbezit van minder dan 20% van de stemrechten is sprake van invloed van betekenis door de combinatie van ING’s financiële belang voor eigen rekening en de rol van ING als fondsbeheerder. ING Groep Jaarverslag 2006 115 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep vervolg Deelnemingen 2005 Vesteda Lionbrook Property Partnership ING Winkels Basisfonds ING Woningen Basisfonds Property Fund Iberica Lion Properties Fund Lion Industrial Fund ING PF Brittanica ING Industrial Fund Australia Gables RE Trust – Permanent/Bridge equity ING Retail Property Fund Australia Q-Park N.V. ING Korea Property Investments ING Vastgoed Winkels C.V. ING Office Fund Australia ING Logistic Property C.V. ING Convent Garden Retail Property Fund France Belgium (RPFFB) ING Vastgoed Woningen C.V. Overige deelnemingen met invloed van betekenis Percentage deelneming (%) 25 33 25 25 30 8 12 33 13 18 30 19 51 10 7 25 44 15 10 Reële waarde beursgenoteerde deelnemingen 152 62 Verloop van deelnemingen Balanswaarde begin van het jaar Investeringen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Overheveling van/naar beleggingen Herwaarderingen Resultaat deelnemingen Ontvangen dividend Desinvesteringen Bijzondere waardeverminderingen Koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde eind van het jaar 116 ING Groep Jaarverslag 2006 2006 2005 3.622 449 108 241 41 638 –174 –511 –3 –68 4.343 2.663 776 –452 964 125 541 –170 –923 98 3.622 Balanswaarde Totaal activa 731 308 275 205 165 147 144 135 133 131 122 105 89 72 61 62 53 52 51 581 3.622 4.333 988 1.177 925 1.472 2.427 2.583 768 1.192 2.539 724 1.277 368 727 1.300 477 247 863 515 Totaal vreemd vermogen 1.409 62 75 54 911 590 1.231 361 349 1.750 312 721 223 8 538 230 125 520 Totaal baten Totaal lasten 390 42 134 144 241 245 281 48 119 190 50 32 23 107 115 48 12 101 95 121 14 12 45 152 48 98 28 24 51 22 29 6 15 28 23 4 48 35 7 BELEGGINGEN IN ONROEREND GOED Verloop van beleggingen in onroerend goed Balanswaarde begin van het jaar Investeringen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Overheveling van/naar onroerend goed in eigen gebruik Reële waarde-aanpassingen winst/(verlies) Desinvesteringen Koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde eind van het jaar 2006 2005 5.031 1.588 1.497 44 175 –1.293 –68 6.974 7.151 1.156 –2.619 –2 171 –879 53 5.031 Beleggingen in onroerend goed naar verzekerings- en bancaire activiteiten Verzekeringsactiviteiten Bancaire activiteiten 2006 2005 3.310 3.664 6.974 3.310 1.721 5.031 Het totale bedrag aan huurinkomsten dat verantwoord is in de winst- en verliesrekening voor het jaar 2006 was EUR 434 miljoen (2005: EUR 372 miljoen). Het totale bedrag aan voorwaardelijke leasebetalingen die verantwoord zijn in de winst- en verliesrekening voor het jaar 2006 was EUR 14 miljoen (2005: EUR 6 miljoen). Het totale bedrag aan directe bedrijfskosten (inclusief kosten van reparatie en onderhoud) met betrekking tot beleggingen in onroerend goed die over 2006 huurinkomsten genereerden was EUR 168 miljoen (2005: EUR 105 miljoen). Het totale bedrag aan directe bedrijfskosten (inclusief kosten van reparatie en onderhoud) met betrekking tot beleggingen in onroerend goed die over 2006 geen huurinkomsten genereerden was EUR 32 miljoen (2005: EUR 38 miljoen). Taxatie van beleggingen in onroerend goed gedurende de laatste vijf jaar, getaxeerd door professioneel gekwalificeerde taxateurs (in percentages) taxatiejaar 2006 2005 2004 2003 2002 91 7 1 1 0 100 8 GEBOUWEN EN BEDRIJFSMIDDELEN Gebouwen en bedrijfsmiddelen per soort Onroerend goed in eigen gebruik Bedrijfsmiddelen Activa uit operationele lease-overeenkomsten 2006 2005 2,034 1,312 2,685 6,031 2,271 1,316 2,170 5,757 ING Groep Jaarverslag 2006 117 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep vervolg Onroerend goed in eigen gebruik naar verzekerings- en bancaire activiteiten Verzekeringsactiviteiten Bancaire activiteiten 2006 2005 694 1.340 2.034 788 1.483 2.271 2006 2005 2.271 68 –14 2.409 73 3 –44 –4 –64 76 2.034 2 –25 –68 216 –13 27 –421 62 6 2.271 2.883 –669 3.095 –635 –180 2.034 –189 2.271 612 82 –1 693 361 251 Verloop in onroerend goed in eigen gebruik Balanswaarde begin van het jaar Investeringen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Herrubricering van/naar Beleggingen in onroerend goed Herrubricering van/naar andere activa Afschrijvingen Herwaarderingen Bijzondere waardeverminderingen Terugboeken van bijzondere waardeverminderingen Desinvesteringen Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar Bruto boekwaarde per 31 december Cumulatieve afschrijvingen per 31 december Cumulatieve bijzondere waardeverminderingen per 31 december Netto boekwaarde Herwaarderingsreserve Balanswaarde begin van het jaar Waardeverandering gedurende het jaar Vrijval gedurende het jaar Balanswaarde eind van het jaar 4 –221 –38 612 De verkrijgingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen is EUR 1.341 miljoen (2005: EUR 1.659 miljoen). Taxatie van onroerend goed in eigen gebruik gedurende de laatste vijf jaar door professionele gekwalificeerde taxateurs (in percentages) taxatiejaar 2006 2005 2004 2003 2002 118 ING Groep Jaarverslag 2006 39 30 11 9 11 100 Verloop van bedrijfsmiddelen Informatieverwerkende Inrichting, installaties en andere apparatuur bedrijfsmiddelen 2006 2005 2006 2005 Balanswaarde begin van het jaar Investeringen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Desinvesteringen Afschrijvingen Bijzondere waardeverminderingen Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar 333 183 –8 –8 –198 314 1.002 343 –1 –63 –222 –1 –26 –3 1.029 –6 11 283 12 1.499 –1.216 1.454 –1.140 283 940 297 –12 –41 –223 Totaal 2005 1.273 480 –20 –49 –421 1.002 1.316 500 –8 –72 –399 –1 –32 8 1.312 2.729 –1.699 2.523 –1.521 4.228 –2.915 3.977 –2.661 314 –1 1.029 1.002 –1 1.312 1.316 2006 Auto’s 2005 2006 Overig 2005 2006 Totaal 2005 Balanswaarde begin van het jaar Investeringen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Desinvesteringen Afschrijvingen Koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde eind van het jaar 2.116 1.146 417 –400 –617 9 2.671 2.060 990 3 –392 –549 4 2.116 54 18 –46 –2 –10 22 14 54 2.170 1.164 371 –402 –627 9 2.685 2.101 990 25 –392 –558 4 2.170 Bruto boekwaarde per 31 december Cumulatieve afschrijvingen per 31 december Netto boekwaarde 3.938 –1.267 2.671 3.070 –954 2.116 39 –25 14 98 –44 54 3.977 –1.292 2.685 3.168 –998 2.170 Bruto boekwaarde per 31 december Cumulatieve afschrijvingen per 31 december Cumulatieve bijzondere waardeverminderingen per 31 december Netto boekwaarde 314 157 –7 –9 –177 2006 41 53 1.316 Verloop van activa uit operationele lease-overeenkomsten 41 –9 Afschrijvingen van activa uit operationele lease-overeenkomsten worden verantwoord in de winst- en verliesrekening onder Overige baten en zijn in mindering gebracht op de baten uit operationele lease-overeenkomsten. Geen van de operationele lease-overeenkomsten zou een materieel effect kunnen hebben op de omvang, timing en zekerheid van de geconsolideerde kasstromen van ING Groep. ING Groep Jaarverslag 2006 119 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep vervolg De Groep verhuurt activa aan derden uit operationele lease-overeenkomsten. De minimaal te ontvangen toekomstige leasebetalingen uit hoofde van onherroepelijke operationele lease-overeenkomsten bedragen: Minimale te ontvangen toekomstige leasebetalingen naar looptijd Korter dan 1 jaar Langer dan 1 jaar en korter dan 5 jaar Langer dan 5 jaar 2006 2005 926 1.754 5 2.685 664 1.505 1 2.170 9 IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Verloop van immateriële vaste activa Value of business acquired 2006 2005 Balanswaarde begin van het jaar Herrubricering van overlopende acquisitiekosten Investeringen en activeringen Afschrijvingen Bijzondere waardeverminderingen Effect van ongerealiseerde herwaarderingen in het eigen vermogen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Koersverschillen vreemde valuta Verkoop van portefeuilles Balanswaarde eind van het jaar Bruto boekwaarde per 31 december Cumulatieve afschrijvingen per 31 december Cumulatieve bijzondere waardeverminderingen per 31 december Netto boekwaarde 2.986 107 –175 2.693 101 –241 18 157 –5 –290 63 213 2.641 2006 Goodwill 2005 2006 Software 2005 2006 Overig 2005 2006 Totaal 2005 173 139 408 423 94 32 3.661 594 169 70 194 –200 212 –215 59 –8 15 –5 529 –383 2.693 398 –461 –10 –20 –1 –10 –21 18 157 43 258 3.661 –60 24 –6 –9 –5 13 61 –7 45 8 2.986 –21 –10 –6 305 173 377 408 199 94 29 –316 –6 3.522 3.057 3.227 305 173 1.049 871 224 111 4.635 4.382 –416 –241 –657 –457 –25 –17 –1.098 –715 2.641 2.986 –15 377 –6 408 199 94 –15 3.522 –6 3.661 305 173 Amortisatie van software en overige immateriële vaste activa is inbegrepen in de winst- en verliesrekening in de post Overige bedrijfslasten. Amortisatie van value of business acquired is inbegrepen in Verzekeringstechnische lasten. 120 ING Groep Jaarverslag 2006 10 OVERLOPENDE ACQUISITIEKOSTEN Verloop van overlopende acquisitiekosten Beleggingscontracten 2006 2005 Balanswaarde begin van het jaar Implementatie IFRS 4 Geactiveerd Afschrijvingen ‘Unlocking’ Effect van ongerealiseerde herwaarderingen in het eigen vermogen Herrubricering naar ‘value of business acquired’ Wijzigingen in de samenstelling van de groep Koersverschillen vreemde valuta Verkoop van portefeuilles Balanswaarde eind van het jaar 71 Levensverzekeringen 2006 2005 9.043 110 23 –10 25 –11 2.544 –1.178 –11 9.999 –742 2.422 –1.150 4 43 239 –812 16 9.645 –2.574 –138 1.062 –79 9.043 –119 –2 10 57 71 83 Schadeverzekeringen 2006 2005 2006 Totaal 2005 490 429 9.604 259 –255 311 –315 2.828 –1.444 –11 10.428 –632 2.756 –1.475 4 43 239 –2 67 –857 490 10.163 –2.693 –140 1.139 –22 9.604 –43 –16 435 Voor beleggingsverzekeringen bedraagt de groeiveronderstelling voor het berekenen van de afschrijving van de Overlopende acquisitiekosten voor 2006 7,6% bruto en 6,1% na aftrek van vergoedingen voor vermogensbeheer (2005: 7,9% bruto en 6,9% na aftrek van vergoedingen voor vermogensbeheer). 11 OVERIGE ACTIVA Overige activa per soort Herverzekeringen en vorderingen uit verzekeringen Latente belastingvorderingen Onroerend goed aangehouden voor verkoop Onroerend goed in ontwikkeling voor derden Terug te vorderen vennootschapsbelasting Overlopende rente en huren Overige overlopende activa Pensioenactiva Overige vorderingen 2006 2005 4.105 1.872 2.243 96 1.222 14.535 1.167 251 5.572 31.063 3.144 2.118 1.891 71 580 13.776 1.112 7.468 30.160 Toelichting op latente belastingvorderingen en pensioenactiva is begrepen in de toelichting 21 op de latente belastingverplichtingen. In 2006 is voor EUR 2 miljoen aan rentelasten geactiveerd met betrekking tot onroerend goed in ontwikkeling voor derden (2005: nihil). Herverzekeringen en vorderingen uit verzekeringen Vorderingen uit directe verzekeringen op – polishouders – tussenpersonen Vorderingen uit herverzekeringen 2006 2005 2.390 239 1.476 4.105 2.212 213 719 3.144 ING Groep Jaarverslag 2006 121 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep vervolg Onroerend goed aangehouden voor verkoop Voor verkoop aangehouden onroerend goed Overige: – Onroerend goed verkregen uit faillissementen – Onroerend goed ontwikkeld voor verkoop Bruto boekwaarde per 31 december Cumulatieve bijzondere waardeverminderingen per 31 december Netto boekwaarde 122 ING Groep Jaarverslag 2006 2006 2005 367 482 58 1.818 2.243 50 1.359 1.891 2.328 1.960 –85 2.243 –69 1.891 EIGEN VERMOGEN 12 EIGEN VERMOGEN Eigen vermogen (moedermaatschappij) Aandelenkapitaal Agioreserve Herwaarderingsreserve Reserve voor koersverschillen vreemde valuta Overige reserves Eigen vermogen (moedermaatschappij) 2006 2005 2004 530 8.348 9.453 –473 20.408 38.266 530 8.343 11.206 668 15.989 36.736 634 8.525 1.257 –184 13.837 24.069 De herwaarderingsreserve, de reserve deelnemingen (opgenomen in Overige reserves) en de reserve voor koersverschillen vreemde valuta zijn niet vrij uitkeerbaar. De Overige reserves bevatten op 31 december 2006 een bedrag van EUR 566 miljoen aan kapitaal en reserves van de Stichting Regio Bank dat niet vrij uitkeerbaar is (2005: EUR 583 miljoen). De daling betreft het verlies over 2006. Aandelenkapitaal Gewone aandelen (nominale waarde EUR 0,24) Aantal X1.000 Bedrag 2006 2005 2006 2005 Nominaal aandelenkapitaal Aandelenkapitaal in portefeuille Geplaatst aandelenkapitaal 3.000.000 3.000.000 794.907 795.066 2.205.093 2.204.934 720 190 530 720 190 530 Verloop in geplaatst aandelenkapitaal Gewone aandelen (nominale waarde EUR 0,24) Aantal X1.000 Bedrag Geplaatst aandelenkapitaal per 1 januari 2004 Uit slotdividend 2003 Uit interimdividend 2004 Uitgifte van aandelen Geplaatst aandelenkapitaal per 31 december 2004 Uitgifte van aandelen Geplaatst aandelenkapitaal per 31 december 2005 2.115.901 31.731 31.699 25.389 2.204.720 214 2.204.934 Uitgifte van aandelen Uitoefening Warrants B Geplaatst aandelenkapitaal per 31 december 2006 96 63 2.205.093 508 8 8 6 530 530 530 Gewone aandelen Alle aandelen staan op naam. Er zijn geen aandeelbewijzen uitgegeven. Aandelen kunnen worden overgedragen door middel van een akte van overdracht na goedkeuring door de Raad van Bestuur van ING Groep. De nominale waarde van de gewone aandelen is EUR 0,24. Het maatschappelijk kapitaal van ING Groep bedraagt 3.000 miljoen aandelen, waarvan er per 31 december 2006 2.205 miljoen zijn uitgegeven en volgestort. Certificaten van gewone aandelen en preferente aandelen Meer dan 99% van de gewone aandelen en preferente aandelen is in bezit van de Stichting ING Aandelen. In ruil voor deze aandelen heeft de Stichting certificaten aan toonder uitgegeven van gewone aandelen, respectievelijk preferente aandelen. De certificaten zijn genoteerd aan verschillende aandelenbeurzen. Certificaten kunnen zonder beperking worden omgewisseld in (niet-genoteerde) aandelen van de betreffende categorie. ING Groep Jaarverslag 2006 123 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep vervolg De certificaathouder heeft het recht op de dividendbetalingen en uitkeringen die corresponderen met de dividenden en uitkeringen die zijn ontvangen door de Stichting voor een aandeel uit de betreffende categorie. Daarnaast is de certificaathouder gerechtigd om de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van ING Groep bij te wonen en daar het woord te voeren, zowel in persoon als bij volmacht. Een certificaathouder die de Algemene Vergadering van Aandeelhouders bijwoont is gerechtigd om namens de Stichting stemrecht uit te oefenen, naar eigen inzicht, voor het aantal aandelen dat correspondeert met het aantal gehouden certificaten van de betreffende categorie. Een certificaathouder die de Algemene Vergadering van Aandeelhouder niet bijwoont, in persoon of bij volmacht, heeft het recht om een bindende stemaanwijzing te geven aan de Stichting voor het aantal aandelen dat correspondeert met het aantal gehouden certificaten van de betreffende categorie. Concentratie van houders van certificaten van aandelen ABN AMRO Holding en Fortis hebben elk per 31 december 2006 tussen de 5% en 10% van de certificaten (van gewone aandelen of van preferente aandelen) van ING Groep N.V. in bezit. Certificaten van gewone aandelen gehouden door ING Groep Per 31 december 2006 hielden ING Groep of haar dochtermaatschappijen 53,8 miljoen (2005: 38,7 miljoen) certificaten van gewone aandelen ING Groep N.V. met een nominale waarde van EUR 0,24. Deze zijn ingekocht om het risico in verband met de aan de leden van de Raad van Bestuur en de overige werknemers toegekende optierechten af te dekken. Beperkingen uitkering dividend ING Groep N.V. en haar Nederlandse groepsmaatschappijen zijn gebonden aan wettelijke beperkingen ten aanzien van het dividend dat aan de aandeelhouders mag worden uitgekeerd. In het Burgerlijk Wetboek is de beperking opgenomen dat dividend alleen mag worden uitgekeerd voor zover het eigen vermogen van de onderneming groter is dan de som van (i) het bedrag van het gestorte en opgevraagde deel van het aandelenkapitaal en (ii) de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden. Aanvullend zijn enkele groepsmaatschappijen gebonden aan de beperkingen ten aanzien van de omvang van de uitkeringen die in de vorm van dividend of op een andere wijze aan de moedermaatschappij mogen plaatsvinden. Voorts bestaan in bepaalde landen, in aanvulling op de beperkingen met betrekking tot minimum kapitaal en solvabiliteitsvereisten van regelgevende instanties in het land waarin de groepsmaatschappijen actief zijn, andere beperkingen. Warrants B In 1998 heeft ING Groep N.V. de uitgifte van maximaal 17.317.132 warrants B goedgekeurd, waarvan 17.220.200 warrants zijn uitgegeven. Op 31 december 2006 stonden 17.157.891 warrants B uit (2005: 17.189.554). Houders van warrants B hebben het recht om certificaten van gewone aandelen ING Groep N.V. te verkrijgen tegen een van tevoren vastgestelde prijs: 1 warrant B geeft recht op 2 certificaten van aandelen. Houders van warrants B mogen hun recht naar eigen inzicht uitoefenen maar niet later dan 5 januari 2008. Op 31 december 2006 werden geen warrants B (2005: nihil) gehouden door groepsmaatschappijen van ING Groep. De huidige uitoefenprijs van warrants B is EUR 49,92 voor 2 certificaten van aandelen. De uitoefenprijs van warrants B zal door ING Groep worden aangepast als een of meer van onderstaande omstandigheden zich voordoet: 1. Uitgifte van gewone aandelen van ING Groep N.V., met het recht van voorkeur voor bestaande aandeelhouders, beneden de gemiddelde prijs over de 20 handelsdagen voorafgaande aan de desbetreffende aankondiging van de middenprijs tussen de hoogste en de laagste koers van de certificaten van nominaal EUR 0,24 zoals vermeld in de Officiële Prijscourant van Euronext Amsterdam N.V.; 2. Uitgifte van gewone aandelen door ING Groep N.V. aan bestaande aandeelhouders ten laste van enige reserve tegen een prijs beneden de gemiddelde prijs over de 20 handelsdagen voorafgaande aan de desbetreffende aankondiging van de middenprijs tussen de hoogste en de laagste koers van de certificaten van nominaal EUR 0,24 zoals vermeld in de Officiële Prijscourant van Euronext Amsterdam N.V.; 3. Uitgifte van aandelen door ING Groep N.V. aan bestaande aandeelhouders bij wijze van dividendbetaling tegen een prijs beneden de gemiddelde prijs over de 20 handelsdagen voorafgaande aan de desbetreffende aankondiging van de middenprijs tussen de hoogste en de laagste koers van de certificaten van nominaal EUR 0,24 zoals vermeld in de Officiële Prijscourant van Euronext Amsterdam N.V.; 4. ING Groep N.V. verleent aan houders van gewone aandelen het recht tot inschrijving op andere effecten dan gewone aandelen; 5. Het verlenen door enige maatschappij aan houders van gewone aandelen van een recht tot inschrijving op effecten welke geconverteerd of omgeruild kunnen worden in respectievelijk tegen gewone aandelen ING Groep N.V., indien de (initiële) prijs waartegen zodanige gewone aandelen ING Groep N.V. alsdan verkregen kunnen worden lager is dan de op dat moment geldende uitoefenprijs; 6. Het doen van een uitkering in contanten door ING Groep N.V. uit de agioreserve aan de houders van gewone aandelen. 124 ING Groep Jaarverslag 2006 In geval van splitsing of samenvoeging van de uitstaande aandelen van ING Groep N.V., zal een warranthouder gerechtigd blijven tot eenzelfde nominaal bedrag aan aandelen als waartoe de warranthouder was gerechtigd voor de splitsing respectievelijk samenvoeging van de aandelen. In geval van herstructurering van het aandelenkapitaal van ING Groep N.V. of in geval van samengaan van ING Groep met enige andere maatschappij of in geval van overdracht van de activa van ING Groep (of een substantieel deel ervan) aan enige andere maatschappij zal er geen wijziging in de uitoefenprijs van warrants B plaatsvinden. In dat geval zal een warranthouder gerechtigd zijn om het soort en aantal effecten te verkrijgen waartoe de houder van een gewoon aandeel gerechtigd zou zijn als de warrants B vlak voor deze gebeurtenis zouden zijn omgeruild tegen gewone aandelen. Herwaarderingsreserve HerHer- waarderingswaarderingsreserve reserve beleggingen onroerend beschikbaargoed voor-verkoop Balanswaarde begin van het jaar Ongerealiseerde herwaarderingen Overgeheveld naar winst of verlies (gerealiseerd) Balanswaarde eind van het jaar 460 8 Kasstroomhedge reserve 468 8.700 –267 –804 7.629 2.046 –696 6 1.356 Herwaarderingsreserve onroerend goed Herwaarderingsreserve beleggingen beschikbaarvoor-verkoop Kasstroomhedge reserve Totaal 2006 11.206 –955 –798 9.453 Herwaarderingsreserve Balanswaarde begin van het jaar Implementatie IAS 32/39 en IFRS 4 Ongerealiseerde herwaarderingen Overgeheveld naar winst of verlies (gerealiseerd) Overige Balanswaarde eind van het jaar 382 25 460 875 6.256 2.006 –663 226 8.700 2.046 2006 2005 2004 668 –184 –556 489 919 668 –184 –184 53 1.282 764 Totaal 2005 Totaal 2004 1.257 7.538 2.823 –663 251 11.206 1.199 795 –737 1.257 Reserve voor koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde begin van het jaar Implementatie IAS 32/39 en IFRS 4 Ongerealiseerde herwaarderingen Valutakoersverschillen Balanswaarde eind van het jaar 194 –1.335 –473 ING Groep Jaarverslag 2006 125 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep vervolg Overige reserves Balanswaarde begin van het jaar Winst voor de periode Ongerealiseerde herwaarderingen Mutatie eigen aandelen Dividend Overige Balanswaarde eind van het jaar Reserve ingehouden winsten Reserve deelnemingen 16.262 6.972 608 720 Eigen aandelen Overige reserves –868 –13 –124 –520 –2.534 –147 20.700 1.181 –48 –1.436 100 –37 Reserve ingehouden winsten Reserve deelnemingen Eigen aandelen Overige reserves 13.792 –2.584 7.210 608 –563 Totaal 2006 15.989 7.692 –124 –520 –2.681 52 20.408 Overige reserves Balanswaarde begin van het jaar Implementatie IAS 32/39 en IFRS 4 Winst voor de periode Ongerealiseerde herwaarderingen Overgeboekt naar winst of verlies (gerealiseerd) Mutatie eigen aandelen Dividend Overige Balanswaarde eind van het jaar –305 –2.461 305 16.262 608 –868 –13 –13 2006 Bedrag 2005 2006 Aantal 2005 868 1.030 462 563 381 76 38.722.934 30.858.427 15.722.126 1.436 868 53.859.235 Verloop in eigen aandelen Balanswaarde begin van het jaar Gekocht Aandelengerelateerde beloningen Overige Balanswaarde eind van het jaar 29.787.165 13.013.029 3.203.303 873.957 38.722.934 Preferente aandelen worden gepresenteerd onder het vreemd vermogen. Zie noot 13 ‘Preferente aandelen’. 126 ING Groep Jaarverslag 2006 Totaal 2005 Totaal 2004 13.837 –2.584 7.210 9.465 –305 –2.461 292 15.989 5.755 –78 150 –883 –572 13.837 VREEMD VERMOGEN 13 PREFERENTE AANDELEN ING Groep preferente aandelen Preferente aandelen zijn onderverdeeld in 2 categorieën: preferente aandelen ‘A’ en preferente aandelen ‘B’. Het maatschappelijk kapitaal preferente aandelen van ING Groep N.V. bedraagt 100 miljoen preferente aandelen ‘A’, met een nominale waarde van EUR 1,20 waarvan er per 31 december 2006 63.028.961 zijn uitgegeven, en 1.000 miljoen preferente aandelen ‘B’ met een nominale waarde van EUR 0,24, die niet zijn uitgegeven. De enige mutatie in uitstaande preferente aandelen wordt hieronder besproken onder Inkoop preferente aandelen. Preferente aandelen mogen alleen tegen tenminste de nominale waarde worden uitgegeven. Preferente aandelen gaan voor gewone aandelen voor wat betreft de rechten op dividend en verdeling bij liquidatie van ING Groep N.V., maar zijn achtergesteld ten opzichte van de cumulatief preferente aandelen. Houders van preferente aandelen ‘A’ en ‘B’ hebben gelijke rechten. Als de winst of het bedrag dat beschikbaar is voor uitkering aan de houders van preferente aandelen niet toereikend is voor een volledige uitkering, dan ontvangen deze houders een uitkering evenredig aan het bedrag dat zij zouden hebben ontvangen bij een volledige uitkering. De preferente aandelen ‘A’ en ‘B’ zijn niet cumulatief en de houders daarvan zullen in volgende jaren niet gecompenseerd worden voor een tekort in een vorig jaar. Volgens de statuten van ING Groep N.V. kunnen preferente aandelen worden ingetrokken. Preferente aandelen ‘A’ Het dividend op preferente aandelen ‘A’ is gelijk aan een percentage, berekend over het bedrag (inclusief agio) waarvoor de preferente aandelen ‘A’ oorspronkelijk waren uitgegeven. Dit percentage wordt berekend aan de hand van het rekenkundig gemiddelde van het gemiddelde effectieve rendement van de 5 langstlopende Nederlandse staatsleningen, zoals berekend door een door de Raad van Bestuur aangewezen ‘Calculating Agent’ voor de laatste 20 handelsdagen voorafgaand aan de dag waarop de eerste preferente aandelen ‘A’ zijn uitgegeven, of als dat het geval zou zijn, voorafgaand aan de dag waarop het dividendpercentage is aangepast. Het aldus vastgestelde percentage kan met maximaal een 0,5 procentpunt worden verhoogd of verlaagd, afhankelijk van de marktomstandigheden op dat moment, al naar gelang de Raad van Bestuur met goedkeuring van de Raad van Commissarissen beslist. Het dividend op preferente aandelen ‘A’ is voor de periode tot 1 januari 2014 vastgesteld op EUR 0,1582 per jaar. Daarna zal het dividendpercentage opnieuw worden aangepast (en daarna elke 10 jaar) aan het gemiddelde effectieve rendement van de 5 langstlopende Nederlandse staatsleningen op dat moment. Preferente aandelen ‘A’ mogen alleen worden ingetrokken als per preferent aandeel ‘A’ het bedrag (inclusief agio) waarvoor de preferente aandelen ‘A’ oorspronkelijk waren uitgegeven verminderd met de nominale waarde van de aandelen kan worden uitgekeerd. Bij liquidatie van ING Groep zal, indien mogelijk, het bedrag (inclusief agio) waarvoor de preferente aandelen ‘A’ oorspronkelijk waren uitgegeven op ieder preferent aandeel ‘A’ worden uitgekeerd. Inkoop preferente aandelen In 2006 heeft ING 24.051.039 (certificaten van) preferente aandelen ‘A’ ingekocht tegen EUR 3,72 per aandeel (totaalbedrag EUR 89,5 miljoen). Alle ingekochte preferente aandelen ‘A’ zijn ingetrokken. Cumulatief preferente aandelen De nominale waarde van de cumulatief preferente aandelen is EUR 1,20. Het maatschappelijk kapitaal cumulatief preferente aandelen van ING Groep N.V. bedraagt 900 miljoen cumulatief preferente aandelen. Deze zijn niet uitgegeven. De cumulatief preferente aandelen gaan voor de preferente aandelen betreffende de rechten op dividend en verdeling bij liquidatie van ING Groep N.V. ING Groep Jaarverslag 2006 127 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep vervolg Het dividend op cumulatief preferente aandelen zal gelijk zijn aan het percentage berekend over het verplicht gestorte of nog te storten bedrag. Dit percentage is gelijk aan het gemiddelde van de Euro OverNight Index Average (EONIA), berekend door de Europese Centrale Bank. Dit percentage wordt gedurende het boekjaar waarover de uitkering geschiedt gewogen naar het aantal dagen waarvoor deze van toepassing was, verhoogd met 2,5 procentpunt. Voor zover de uit te keren winst niet toereikend is om het hierboven genoemde dividend volledig uit te keren, zal het tekort indien mogelijk worden onttrokken aan de reserves. Voor zover het uit te keren dividend niet aan de reserves kan worden onttrokken, zullen de winsten van de volgende jaren eerst worden gebruikt om het tekort te compenseren voordat er een uitkering voor aandelen uit een andere categorie mag plaatsvinden. Volgens de statuten van ING Groep N.V. kunnen cumulatief preferente aandelen worden ingetrokken. Bij het intrekken van de cumulatief preferente aandelen en bij liquidatie van ING Groep N.V. zal het op de cumulatief preferente aandelen gestorte bedrag worden terugbetaald samen met het tekort aan dividend van voorgaande jaren, voor zover dit tekort niet reeds is gecompenseerd. 14 ACHTERGESTELDE LENINGEN Achtergestelde leningen Interest Uitgiftepercentages jaar Vervaldag Nominaal bedrag in originele valuta 2006 5,140% 5,775% 6,125% 4,176% Variabel 6,200% Variabel 7,200% 7,050% 6,500% 2006 2005 2005 2005 2004 2003 2003 2002 2002 2001 Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend GBP 600 USD 1.000 USD 700 EUR 500 EUR 1.000 USD 500 EUR 750 USD 1.100 USD 800 EUR 600 885 752 515 497 926 368 669 811 591 6.014 Balanswaarde 2005 838 574 496 934 410 692 904 659 589 6.096 Achtergestelde leningen bestaat uit eeuwigdurende achtergestelde obligatieleningen uitgegeven door ING Groep N.V. Deze obligatieleningen zijn uitgegeven om hybride kapitaal voor ING Verzekeringen N.V. en Tier-1 vermogen voor ING Bank N.V. te verwerven. Onder IFRS-EU worden deze leningen geclassificeerd als verplichtingen, voor wettelijke vereisten met betrekking tot solvabiliteit worden deze beschouwd als kapitaal. Deze leningen zijn door ING Groep N.V. doorgeleend als achtergestelde lening aan ING Bank N.V. en ING Verzekeringen N.V. op dezelfde voorwaarden als de oorspronkelijke obligatielening. Het aantal achtergestelde leningen dat op 31 december 2006 door groepsmaatschappijen werd gehouden bedraagt nihil en had een balanswaarde van nihil (2005: nihil). 15 UITGEGEVEN SCHULDBEWIJZEN De uitgegeven schuldbewijzen betreffen obligaties en andere geëmitteerde schuldbewijzen met een vaste of van de rentestand afhankelijke rente, zoals depositocertificaten en accepten uitgegeven door de groep, voor zover niet achtergesteld. De uitgegeven schuldbewijzen zijn exclusief de schuldbewijzen die gepresenteerd worden als Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat. ING Groep heeft geen schuldbewijzen uitgegeven onder andere voorwaarden dan zoals van toepassing in de normale bedrijfsuitoefening. De looptijden van de uitgegeven schuldbewijzen is als volgt: 128 ING Groep Jaarverslag 2006 Uitgegeven schuldbewijzen 2006 2005 Schuldbewijzen met een vaste rente Korter dan 1 jaar Langer dan 1 jaar en korter dan 2 jaar Langer dan 2 jaar en korter dan 3 jaar Langer dan 3 jaar en korter dan 4 jaar Langer dan 4 jaar en korter dan 5 jaar Langer dan 5 jaar Totaal schuldbewijzen met een vaste rente 49.692 1.475 2.914 1.824 3.140 5.155 64.200 39.978 3.816 1.741 3.863 10.350 9.718 69.466 Schuldbewijzen met een variabele rente Korter dan 1 jaar Langer dan 1 jaar en korter dan 2 jaar Langer dan 2 jaar en korter dan 3 jaar Langer dan 3 jaar en korter dan 4 jaar Langer dan 4 jaar en korter dan 5 jaar Langer dan 5 jaar Totaal schuldbewijzen met een variabele rente 4.637 238 413 1.086 2.611 4.948 13.933 5.074 872 144 494 1.064 4.148 11.796 Totaal uitgegeven schuldbewijzen 78.133 81.262 Per 31 december 2006 had ING Groep voor een bedrag van EUR 29.335 miljoen (2005: EUR 22.588 miljoen) aan ongebruikte kredietfaciliteiten beschikbaar, inclusief ‘commercial paper borrowings’ met betrekking tot Uitgegeven schuldbewijzen. 16 OVERIGE LENINGEN Overige leningen naar resterende looptijd 2006 Achtergestelde leningen van groepsmaatschappijen Preferente aandelen van groepsmaatschappijen Leningen o/g Leningen van kredietinstellingen 2007 2008 2009 2010 2011 Daarna Totaal 34 200 366 1.227 2.276 9.488 13.591 4.927 3.749 8.710 489 1.103 1.792 304 357 1.027 1.188 280 2.695 1.138 164 3.578 1.132 854 363 11.837 1.132 8.900 6.016 29.639 2006 2007 2008 2009 2010 Daarna Totaal 1.011 1.435 735 713 1.492 8.924 14.310 6.082 4.443 11.536 508 642 2.585 533 951 2.219 404 83 1.200 518 276 2.286 1.261 1.666 575 12.426 1.261 9.711 6.970 32.252 Overige leningen naar resterende looptijd 2005 Achtergestelde leningen van groepsmaatschappijen Preferente aandelen van groepsmaatschappijen Leningen o/g Leningen van kredietinstellingen De achtergestelde leningen van groepsmaatschappijen betreffen kapitaalobligaties en onderhandse leningen die zijn achtergesteld bij alle lopende en toekomstige verplichtingen van ING Bank N.V. of Postbank N.V. ING Groep Jaarverslag 2006 129 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep vervolg Preferente aandelen van groepsmaatschappijen bestaan uit ‘non-cumulative Trust Preffered Securities’, die zijn uitgegeven door 100%-dochterdeelnemingen van ING Groep N.V. Deze effecten kennen een prioriteitsrecht bij liquidatie van een bepaald bedrag plus opgelopen interest en onbetaald dividend. Dividenden met betrekking tot deze effecten worden verantwoord in de winst- en verliesrekening als rentelasten. Deze effecten hebben geen stemrecht. 17 VERZEKERINGS-, HERVERZEKERINGS- EN BELEGGINGSCONTRACTEN Verzekerings-, herverzekerings- en beleggingscontracten 2006 Eigen rekening 2005 Voorziening levensverzekeringen zonder winstdeling Voorziening levensverzekeringen met winstdeling Voorziening voor (uitgestelde) winstdeling en kortingen Voorziening voor verzekeringen voor risico polishouders Voorziening levensverzekeringen 78.772 52.914 2.956 97.304 231.946 79.759 51.866 4.195 89.531 225.351 4.930 187 5 651 5.773 Voorziening niet-verdiende premies en lopende risico’s 2.631 2.835 Voorziening gemelde schades Voorgedane schades, nog niet gemeld (IBNR) Voorziening voor te betalen schaden 5.503 1.148 6.651 6.371 1.831 8.202 176 241.404 181 236.569 7.505 13.245 20.750 7.223 11.410 18.633 262.154 255.202 Overige technische voorzieningen Totaal technische voorzieningen Beleggingscontracten Beleggingscontracten voor risico polishouders Verplichtingen aangaande beleggingscontracten Verzekerings- en beleggingscontracten Herverzekeringsdeel 2006 2005 2006 Bruto 2005 1.197 6.638 83.702 53.101 2.961 97.955 237.719 85.000 52.066 4.195 90.728 231.989 156 258 2.787 3.093 600 600 1.277 112 1.389 6.103 1.148 7.251 7.648 1.943 9.591 6.529 8.285 176 247.933 181 244.854 7.505 13.245 20.750 7.223 11.410 18.633 8.285 268.683 263.487 Herverzekeringsdeel 2006 2005 2006 Bruto 2005 6.529 5.241 200 Verloop in voorzieningen voor levensverzekeringen 2006 Balanswaarde begin van het jaar Implementatie IFRS 4 Wijzigingen in de samenstelling van de groep 6.638 83 225.434 200.158 –14.308 44 185.894 Voorzieningen lopend boekjaar (premies) 28.863 18.643 Mutatie in latente winstdelingsverplichting –1.241 508 –13.166 4.791 2.702 –366 18 –21 –5.694 –10.498 4.089 5.074 2 861 –472 –15.874 458 231.946 17.075 3.703 225.351 Voorziening voorgaande boekjaren: – uitkeringen aan polishouders – rente-aanwas – herwaarderingen voor risico polishouders – effect van veranderingen van de disconteringsvoet – effect van veranderingen in andere aannames Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar 225.351 Eigen rekening 2005 23 6.661 5.256 –7 –44 5.205 231.989 205.414 –14.315 106 232.095 191.099 1.525 806 30.388 19.449 –1.241 508 –431 –32 –13.532 4.809 2.702 –348 306 –157 –21 –6.042 –10.929 4.057 5.074 2 1.167 –629 –535 –1.530 5.773 616 168 6.638 –16.409 –1.072 237.719 17.691 3.871 231.989 Indien de voorziening voor levensverzekeringen wordt verdisconteerd, ligt de disconteringsvoet tussen 2,9% en 6,8% (2005: 3,0% en 6,0%). De disconteringsvoet is gebaseerd op gewogen gemiddelden. 130 ING Groep Jaarverslag 2006 Voor zover herverzekeraars niet aan hun verplichtingen uit hoofde van deze contracten kunnen voldoen, blijft ING Groep aansprakelijk ten opzichte van polishouders voor het herverzekerde deel. Er worden dan ook voorzieningen gevormd voor vorderingen uit hoofde van herverzekeringen waarvan de ontvangst niet waarschijnlijk wordt geacht. De markt voor herverzekering van levensverzekeringen is in hoge mate geconcentreerd, hetgeen het spreiden van risico’s bemoeilijkt. Om het risico op aanzienlijke verliezen uit hoofde van insolvabele herverzekeraars te minimaliseren, evalueert ING Groep de financiële positie van haar herverzekeraars en bewaakt de concentratie van risico’s uit hoofde van gemeenschappelijke geografische gebieden, activiteiten of economische kenmerken van de herverzekeraar. Per 31 december 2006 bedroegen de netto vorderingen op herverzekeraars EUR 1.476 miljoen (2005: EUR 719 miljoen), dit is na het treffen van de voorziening voor oninbare bedragen van EUR 6 miljoen (2005: EUR 6 miljoen). Verloop in voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico’s Balanswaarde begin van het jaar Wijzigingen in de samenstelling van de groep Geboekte premies Verdiende premies gedurende het jaar Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar 2006 Eigen rekening 2005 Herverzekeringsdeel 2006 2005 2006 Bruto 2005 2.835 –9 2.826 2.509 –15 2.494 258 258 354 –26 328 3.093 –9 3.084 2.863 –41 2.822 5.994 –5.929 –245 –15 2.631 6.087 –6.133 380 7 2.835 339 –377 –22 –42 156 526 –636 44 –4 258 6.333 –6.306 –267 –57 2.787 6.613 –6.769 424 3 3.093 2006 Eigen rekening 2005 Herverzekeringsdeel 2006 2005 2006 Bruto 2005 Verloop in voorziening voor te betalen schaden Balanswaarde begin van het jaar Implementatie IFRS 4 Wijzigingen in de samenstelling van de groep Toevoegingen – lopend boekjaar – vorige boekjaren – rente-aanwas voorzieningen Betaalde schaden en schadebehandelingskosten – lopend boekjaar – vorige boekjaren Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar 8.202 –4 8.198 7.378 19 27 7.424 1.389 3.261 –525 54 2.790 3.797 –592 72 3.277 106 891 –22 20 889 1.569 1.458 3.027 1.747 1.673 3.420 33 388 421 295 536 831 1.602 1.846 3.448 2.042 2.209 4.251 –381 –929 6.651 747 174 8.202 –93 –381 600 164 40 1.389 –474 –1.310 7.251 911 214 9.591 1.389 124 –18 1.134 20 –27 1.127 9.591 8.512 39 –4 9.587 8.551 3.385 –543 54 2.896 4.688 –614 92 4.166 ING Groep heeft per 31 december 2006 een voorziening van EUR 66 miljoen (2005: EUR 68 miljoen) opgenomen voor op milieu- en asbestclaims uit het verzekeringsbedrijf. Bij het vormen van de voorziening voor te betalen schaden en lasten voor schade aanpassing voor asbest gerelateerde ziekte en het opruimen van giftig afval neemt de Groep de huidige bekende feiten en de huidige status van de desbetreffende wet in beschouwing. Voorzieningen zijn gevormd voor IBNR schaden en voor bekende schaden (inclusief kosten van de gerelateerde rechtzaken) als genoeg informatie beschikbaar is om een specifieke verzekeringspolis aan te wijzen en de Groep de voorziening redelijk kan schatten. Bovendien worden de voorzieningen regelmatig herzien. ING Groep Jaarverslag 2006 131 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep vervolg Overige mutaties hebben voornamelijk betrekking op de herrubricering van verzekeringen voor ziekte en invaliditeit van ‘Schade’ naar ‘Leven’ zoals beschreven in de paragraaf ‘Veranderingen in presentatie’. De vrijval van voorzieningen van voorgaande jaren in 2006 en 2005 zijn veroorzaakt door positieve verzekeringsresultaten in verschillende business units, voornamelijk in Nederland vanwege veranderingen in wettelijke bepalingen voor invaliditeit. Canada profiteerde van een gunstige schadeontwikkeling bij motorverzekeringen. Indien de voorziening voor levensverzekeringen wordt verdisconteerd, ligt de disconteringsvoet tussen 3,0% en 4,0% (2005: 3,0% en 4,0%). Verloop in verplichtingen uit hoofde van beleggingscontracten 2006 Balanswaarde begin van het jaar Implementatie IFRS 4 Wijzigingen in de samenstelling van de groep Voorzieningen lopend boekjaar Voorzieningen voorgaand boekjaar – betalingen aan contracthouders – rente-aanwas – waardeveranderingen van beleggingen Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar 2005 18.633 16.860 –42 18.591 16.860 8.432 5.553 –6.667 344 948 –5.375 –7.051 276 1.060 –5.715 –1.021 123 20.750 1.659 276 18.633 Tekenjaar 2004 Tekenjaar 2005 Tekenjaar 2006 2.988 2.619 2.417 2.417 3.265 3.109 3.110 3.109 3.110 8.636 –1.643 774 –69 705 –1.873 1.236 –94 1.142 –1.171 1.939 –137 1.802 –4.687 3.949 –300 3.649 Bruto schade-ontwikkeling Schatting van cumulatieve schades: Aan het einde van het tekenjaar Een jaar later Twee jaar later Schatting van de cumulatieve schades Cumulatieve betalingen Discontering Opgenomen verplichtingen Verplichtingen opgenomen voor voorgaande tekenjaren Totaal bedrag opgenomen in de balans Totaal 3.602 7.251 ING Groep maakt gebruik van de uitzondering in IFRS-EU om de bruto schade-ontwikkeling te presenteren vanaf de overgang op IFRS-EU omdat het praktisch niet haalbaar is deze informatie te verkrijgen. 132 ING Groep Jaarverslag 2006 18 BANKIERS Bankiers betreft niet-achtergestelde schulden aan banken, voor zover niet in de vorm van schuldbewijzen. Per 31 december 2006 zijn onder Bankiers verplichtingen opgenomen uit hoofde van tijdelijk verkochte effecten met een overeenkomst tot wederinkoop ten bedrage van EUR 23.627 miljoen (2005: EUR 23.857 miljoen). Bankiers naar soort Niet rentedragend Rentedragend 2006 Nederland 2005 2006 Internationaal 2005 2006 Totaal 2005 2.696 52.817 55.513 2.535 33.714 36.249 1.035 64.291 65.326 1.934 84.051 85.985 3.731 117.108 120.839 4.469 117.765 122.234 2006 2005 283.147 147.695 62.628 3.210 496.680 269.389 127.469 57.655 11.199 465.712 2006 Nederland 2005 2006 Internationaal 2005 2006 Totaal 2005 13.734 181.976 195.710 13.754 158.252 172.006 2.704 298.266 300.970 1.359 292.347 293.706 16.438 480.242 496.680 15.113 450.599 465.712 19 TOEVERTROUWDE MIDDELEN Toevertrouwde middelen Spaargelden Creditsaldi van rekeninghouders Zakelijke deposito’s Overig Toevertrouwde middelen naar soort Niet rentedragend Rentedragend Cliënten hebben ING Groep geen middelen toevertrouwd onder andere voorwaarden dan zoals van toepassing in de normale bedrijfsuitoefening. Per 31 december 2005 zijn onder Toevertrouwde middelen tevens verplichtingen opgenomen uit hoofde van tijdelijk verkochte effecten met een overeenkomst tot wederinkoop ten bedrage van EUR 870 miljoen (2005: EUR 2.104 miljoen). Spaargelden betreffen de saldi van spaarrekeningen, spaarboekjes, spaardeposito’s en termijndeposito’s van particulieren. De te betalen rente op spaargelden, voor zover contractueel is overeengekomen dat deze op de spaarrekening wordt bijgeschreven, is eveneens onder deze balanspost opgenomen. ING Groep Jaarverslag 2006 133 088-142_NL.indd 133 22-03-2007 08:07:46 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep vervolg 20 FINANCIËLE VERPLICHTINGEN TEGEN REËLE WAARDE MET WAARDEMUTATIES DOOR HET RESULTAAT Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Verplichtingen voor handelsdoeleinden Niet-handelsderivaten Geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat 2006 2005 127.975 4.934 92.058 6.248 13.702 146.611 11.562 109.868 De nominale waarde van financiële verplichtingen geclassificeerd als tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat benadert de reële waarde. Financiële verplichtingen geclassificeerd als tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat bestaan uit uitgegeven schuldpapier, toevertrouwde middelen en ‘structured products’. Voor 2006 zijn de veranderingen in de reële waarde voor financiële passiva met waardemutaties door het resultaat als gevolg van veranderingen in het kredietrisico van ING Groep niet significant. Verplichtingen voor handelsdoeleinden per soort Aandelen Schuldbewijzen Toevertrouwde middelen Derivaten 2006 2005 20.732 9.045 77.245 20.953 127.975 10.206 7.264 54.264 20.324 92.058 2006 2005 1.696 606 992 1.336 7 2.625 4.934 91 3.829 6.248 Niet-handelsderivaten Derivaten aangehouden voor kasstroomhedges Derivaten aangehouden voor reële waardehedges Derivaten aangehouden voor hedges van een investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen Overige niet-handelsderivaten 134 ING Groep Jaarverslag 2006 21 OVERIGE SCHULDEN Overige schulden per soort Latente belastingverplichtingen Te betalen vennootschapsbelasting Pensioenverplichtingen en overige personeelsverplichtingen Overige belastingen en premies sociale verzekeringen Depots van herverzekeraars Opgelopen rente 2.1 Geconsolideerde jaarNog te betalen kosten rekening Nog te betalen bedragen aan effectenmakelaars Nog te betalen bedragen aan polishouders Overige voorzieningen Overige 2006 2005 4.042 923 5.128 1.184 1.455 1.147 462 10.556 2.353 238 3.105 1.055 12.942 38.278 1.998 633 642 10.699 2.443 100 3.260 1.181 11.739 39.007 Latente belastingverplichtingen en vorderingen worden berekend voor alle tijdelijke verschillen volgens de periode-toerekeningsmethode, met gebruik van de op de groep van toepassing zijnde belastingpercentages in de landen waarin de groep belastingplichtig is. Latente belastingen naar oorsprong Beleggingen Financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Overlopende acquisitiekosten en VOBA Fiscale egalisatiereserve Afschrijvingen Verzekeringstechnische voorzieningen Overige voorzieningen Vorderingen Kredieten Fiscaal compensabele verliezen Overige Opbouw: – latente belastingverplichtingen – latente belastingvorderingen 2006 2005 1.375 2.911 119 3.201 3 28 –1.490 –1.081 196 102 –909 626 2.170 37 4.075 –6 65 –2.222 –862 167 –105 –1.243 193 3.010 4.042 1.872 2.170 5.128 2.118 3.010 2006 2005 3.010 68 468 –1.339 –36 –1 2.170 2.583 25 136 –363 88 541 3.010 Verloop van latente belastingen Balanswaarde begin van het jaar Wijzigingen in de samenstelling van de groep Mutaties verantwoord in het resultaat Mutaties verantwoord in het eigen vermogen Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar ING Groep Jaarverslag 2006 135 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep vervolg De mutaties van latente belastingen verantwoord in het eigen vermogen bevat een latente belastingschuld van EUR -1.583 miljoen met betrekking tot ongerealiseerde herwaarderingen, EUR -242 miljoen gerelateerd aan kasstroomhedge reserve, EUR 486 mijoen gerelateerd aan verzekeringscontracten en overlopende acquisitiekosten en nihil gerelateerd aan aandelengerelateerde beloningen. Deze posten zijn opgenomen in de tabel Latente belastingen naar oorsprong onder Beleggingen, respectievelijk Verzekeringstechnische voorzieningen. Overige mutaties zijn verantwoord in de winst- en verliesrekening. In overige mutaties in 2005 is een bedrag van EUR 2.460 miljoen begrepen met betrekking tot de implementatie van IAS 32/39 en IFRS 4. Latente belastingen met betrekking tot fiscaal compensabele verliezen 2006 2005 3.977 5.340 Totaal fiscaal compensabele verliezen Fiscaal compensabele verliezen niet aangemerkt als een latente belastingvordering Fiscaal compensabele verliezen aangemerkt als een latente belastingvordering 953 1.304 3.024 4.036 Gemiddeld belastingpercentage Latente belastingvordering 30,1% 909 30,8% 1.243 Latente belastingvorderingen worden opgenomen voor voorwaartse verliescompensatie en fiscale verrekeningsmogelijkheden voor zover realisatie waarschijnlijk wordt geacht. Bij het bepalen van de hoogte van de latente belastingvordering is rekening gehouden met de onzekerheid omtrent realisatie. De looptijd van de fiscaal compensabele verliezen is als volgt: Totaal fiscaal compensabele verliezen naar expiratiedatum Niet aangemerkt als latente belastingvordering 2006 2005 Tot een jaar Vanaf een jaar tot vijf jaar Vanaf vijf jaar tot tien jaar Vanaf tien jaar tot twintig jaar Onbeperkt 16 156 47 247 487 953 27 74 Aangemerkt als latente belastingvordering 2006 2005 585 618 1.304 30 424 347 1.045 1.178 3.024 24 372 480 1.366 1.794 4.036 Reorganisaties en bedrijfsverplaatsingen 2006 2005 2006 Overige 2005 356 –6 96 3 –49 –174 –1 110 335 825 4 269 4 –36 –238 –15 –93 720 Verloop van overige voorzieningen Balanswaarde begin van het jaar Wijzigingen in de samenstelling van de groep Toevoegingen Rentelast Vrijval Onttrekkingen Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar 258 –7 127 –3 –81 6 56 356 685 53 347 –8 –291 35 4 825 2006 1.181 –2 365 7 –85 –412 –16 17 1.055 Totaal 2005 943 46 474 –11 –372 41 60 1.181 De toevoegingen aan de voorziening voor reorganisaties en bedrijfsverplaatsingen bevat EUR 89 miljoen (2005: EUR 109 miljoen) met betrekking tot het kostenbesparingsprogramma voor de Nederlandse verzekeringsactiviteiten en het efficiëntieprogramma voor Operations en IT in de Benelux, met name gerelateerd aan de bancaire activiteiten van ING. In het algemeen hebben de voorzieningen voor reorganisaties en bedrijfsverplaatsingen een korte looptijd. De bedragen begrepen onder overige voorzieningen zijn gebaseerd op de beste schattingen omtrent omvang en tijdstip van de verwachte toekomstige kasstromen benodigd om de verplichting af te wikkelen. 136 ING Groep Jaarverslag 2006 Pensioenverplichtingen en overige personeelsverplichtingen ING Groep is in de belangrijkste landen waar zij actief is, met haar medewerkers pensioenregelingen op basis van vaste toezeggingen (‘defined benefit plans’) overeengekomen. Deze regelingen hebben veelal betrekking op alle medewerkers en leiden tot vergoedingen die gebaseerd zijn op het loon en het aantal dienstjaren van medewerkers op hun pensioengerechtigde leeftijd. Sommige plannen kennen een vorm van indexatie. Voor een aantal plannen wordt indexatie toegewezen door het management, voor andere plannen hangt dit af van de toereikendheid van de activa. Jaarlijks wordt zoveel premie aan de fondsen afgedragen als nodig is ter financiering van de bestaande verplichtingen die in overeenstemming met de locale wettelijke vereisten zijn berekend. Pensioenregelingen in andere landen zijn in overeenstemming met de relevante lokale regelgeving met betrekking tot beleggingen en de mate van financiering. ING Groep verstrekt overige vergoedingen aan bepaalde niet-actieve en gepensioneerde medewerkers. Deze vergoedingen hebben voornamelijk betrekking op ziektekosten van gepensioneerde medewerkers en kortingen op ING producten voor medewerkers en voormalige medewerkers. Enkele groepsmaatschappijen hebben een pensioenregeling waarbij het pensioen is gebaseerd op de door deze groepsmaatschappijen gestorte bedragen (‘defined contribution plans’). Deze pensioenregelingen leiden niet tot de opname van een voorziening, maar tot opname van een kortlopende schuld in het geval er een verschil bestaat tussen het tijdstip van betaling en afrekening. Het over 2006 verantwoorde bedrag was EUR 45 miljoen (2005: EUR 76 miljoen). Samenvatting van pensioenverplichtingen en overige personeelsverplichtingen Pensioenvergoedingen 2006 2005 Verplichtingen uit hoofde van ‘defined benefit plans’ Reële waarde van de beleggingen Niet-verantwoorde kosten verstreken dienstjaren Niet-verantwoorde actuariële winsten/(verliezen) Verantwoord als: – overige schulden – overige activa Uitkeringen na dienstverband anders dan pensioenen 2006 2005 2006 Overige 2005 2006 Totaal 2005 15.758 15.782 239 441 246 898 16.243 17.121 14.361 1.397 12.937 2.845 239 441 246 375 523 14.361 1.882 13.312 3.809 10 –6 10 –6 –688 1.204 –1.805 1.998 1.455 251 1.204 1.998 -687 710 –1.778 1.067 –2 247 –27 408 1 247 523 961 251 710 1.067 247 408 247 523 1.067 247 408 247 523 1.998 Actuariële winsten en verliezen voor pensioenverplichtingen bevatten per 31 december 2006 een bedrag van EUR –180 miljoen aan ervaringsaanpassingen op activa (2005: EUR 873 miljoen) en een bedrag van EUR –163 miljoen aan ervaringsaanpassingen op de verplichtingen (2005: EUR 116 miljoen). In 2006 zijn een aantal plannen geherrubriceerd van Overige naar Pensioenvergoedingen. Deze herrubricering heeft geen effect op de totale pensioenverplichting. De herrubricering is in de onderstaande tabel begrepen in Wijzigingen in de samenstelling van de groep en overige wijzigingen. ING Groep Jaarverslag 2006 137 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep vervolg Verloop van defined benefit pensioenverplichtingen Pensioenvergoedingen 2006 2005 Balanswaarde begin van het jaar Jaarlast Rentelast Werkgeversbijdrage Werknemersbijdrage Uitkeringen Actuariële winsten en verliezen Kosten met betrekking tot verstreken dienstjaren Wijzigingen in de samenstelling van de groep en overige wijzigingen Effect van inkrimping of afrekeningen Koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde eind van het jaar Bestaand uit: – Gedekt door onderliggende beleggingen – Niet gedekt door onderliggende beleggingen 15.782 417 703 12.925 477 643 –22 –493 –1.199 18 Uitkeringen na dienstverband anders dan pensioenen 2006 2005 8 –416 1.680 192 441 13 11 1 5 –44 –25 –5 726 42 40 70 6 –28 143 727 –6 –169 15.758 67 –12 218 15.782 4 –147 –15 239 –1 –569 12 441 15.675 83 15.758 15.658 124 15.782 239 239 441 441 Voor 2007 bedragen de geschatte afschrijvingen van nog niet in de winst- en verliesrekening verantwoorde kosten met betrekking tot verstreken dienstjaren en actuariële winsten en verliezen respectievelijk nihil en nihil. Verloop van reële waarde beleggingen van pensioenregelingen Pensioenvergoedingen 2006 2005 Balanswaarde begin van het jaar Verwachte rendement op activa Werkgeversbijdrage Werknemersbijdrage Uitkeringen Actuariële winsten en verliezen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde eind van het jaar 12.937 820 776 5 –476 –180 597 –118 14.361 10.498 710 1.002 7 –416 873 98 165 12.937 De werkelijke opbrengsten van de beleggingen bedragen EUR 613 miljoen (2005: EUR 1.583 miljoen; 2004: EUR 871 miljoen). Uitbetaling van als activa verantwoorde vorderingen aan ING Groep wordt niet in 2007 verwacht. 138 ING Groep Jaarverslag 2006 Beleggingsbeleid pensioenen De voornaamste financiële doelstelling van het ING Employee Benefit Plan (het plan) is het veiligstellen van de pensioenuitkeringen van de deelnemers. De belangrijkste doelstelling van het financiële management van het plan is daarom het bevorderen van stabiliteit en, voor zover van toepassing, verbetering van de dekkingsgraad (d.w.z. de ratio tussen de marktwaarde van de beleggingen en de verplichtingen). Met het beleggingsbeleid voor de beleggingsportefeuille van het plan (het fonds) wordt een evenwicht gezocht tussen de eis om rendement te behalen en de noodzaak de risico’s te beheersen. De samenstelling van de beleggingen wordt gezien als het belangrijkste mechanisme om de opbrengst en risico structuur van het fonds te optimaliseren teneinde de financieringsdoelstellingen van het fonds te behalen. Voor de verschillende categorieën van activa wordt de gewenste samenstelling bepaald. Binnen deze categorieën wordt bijzondere aandacht gegeven aan een evenwichtige verdeling tussen industrieën, geografische spreiding, rentegevoeligheid, afhankelijkheid van economische groei, valuta en andere factoren die het rendement bepalen. De beleggingen worden beheerd door professionele vermogensbeheerders. De vermogensbeheerders zijn gebonden aan strikte mandaten en worden aan de hand van bepaalde criteria beoordeeld. Door de beheerders wordt onder andere aandacht gegeven aan het beperken van concentraties in beleggingen, de beleggingstijl en de afhankelijkheid van bepaalde actieve beleggingsstrategieën. ING beoordeelt regelmatig de samenstelling van de beleggingen. In het algemeen zal ING de samenstelling van de beleggingen aanpassen aan de voorgenomen samenstelling als individuele portefeuilles hun minimum of maximum bereiken. Fondsbeleggingen naar type Doelstelling allocatie 2007 Aandelen Schuldbewijzen Overige 37 52 11 100 Percentage van fondsbeleggingen 2006 2005 37 52 11 100 36 53 11 100 Gewogen gemiddelde verwachte lange termijn rendement 2006 2005 8,1 5,2 7,1 6,5 8,1 4,7 6,6 6,2 Per 31 december 2006 zijn onder aandelen voor EUR 14 miljoen (0,1% van de fondsbeleggingen) aandelen ING Groep begrepen (2005: EUR 15 miljoen, 0,1% van de fondsbeleggingen). Overige bevat voor een bedrag van nihil ( 0,0% van de activa) onroerend goed dat op 31 december 2006 in gebruik is was door ING Groep. Vaststelling van de Verwachte Return on Assets Een belangrijk onderdeel van de financiële planning is de veronderstelling voor beleggingsrendement (Return On Assets, ROA). De ROA wordt minstens een maal per jaar vastgesteld, hierbij rekening houdend met de samenstelling van de beleggingsmix, historische rendementen op de diverse beleggingscategorieën van het fonds, en de huidige economische situatie. Op grond van deze factoren wordt aangenomen dat de beleggingen van het fonds een gemiddeld rendement voor de lange termijn zullen behalen. Deze schatting is gebaseerd op een gewogen gemiddeld rendement, na aftrek voor administratiekosten en externe beleggingskosten. Voor schattingsdoeleinden wordt verondersteld dat op de lange termijn de samenstelling van de beleggingen consistent zal zijn met de huidige samenstelling. Veranderingen in de samenstelling van de beleggingen kunnen van invloed zijn op de gerapporteerde pensioenlasten, de dekkingsgraad van het Plan en de noodzaak voor toekomstige stortingen. ING Groep Jaarverslag 2006 139 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans van ING Groep vervolg Gewogen gemiddelden van belangrijkste actuariële veronderstellingen in % per jaar per 31 december Disconteringsfactor Verwachte salarisontwikkeling (exclusief verhogingen uit hoofde van promoties) Trendmatige ontwikkeling van medische kosten Consumentenprijsinflatie Pensioenvergoedingen 2006 2005 Uitkeringen na dienstverband anders dan pensioenen 2006 2005 4,80 4,25 5,40 4,25 2,75 2,50 2,00 1,75 3,50 6,10 2,25 2,50 4,25 1,75 Deze veronderstellingen zijn gewogen gemiddelden naar grootte van de pensioenverplichtingen. De veronderstellingen met betrekking tot de salarisontwikkeling, rentedisconteringsfactoren en andere pensioenaanpassingen geven de specifieke omstandigheden in het desbetreffende land weer. Een stijging van 1% van de veronderstelde trendmatige ontwikkeling van medische kosten voor toekomstige jaren zou op 31 december 2006 hebben geresulteerd in een additionele verplichting van EUR 2 miljoen (2005: EUR 84 miljoen) en geen stijging van de lasten voor het jaar (2005: EUR 7 miljoen). Een daling van 1% van de trendmatige ontwikkeling van medische kosten voor toekomstige jaren zou op 31 december 2006 hebben geresulteerd in een vrijval van de verplichtingen van EUR 2 miljoen (2005: EUR 66 miljoen) en geen daling van de lasten voor het jaar (2005: EUR 5 miljoen). Toekomstige kasstromen Voor 2007 is de verwachte afdracht voor de pensioenregelingen EUR 904 miljoen. De toekomstige uitkeringen, in lijn met de toekomstige diensttijden, zijn als volgt: Uitkeringen Pensioen verplichtingen 2007 2008 2009 2010 2011 Jaren 2012 – 2016 140 ING Groep Jaarverslag 2006 224 226 229 229 229 1.394 Uitkeringen na dienstverband anders dan pensioenen 21 22 22 22 22 118 Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven 22 ACTIVA EN PASSIVA NAAR CONTRACTUELE LOOPTIJD Activa en passiva naar contractuele looptijd 2006 ACTIVA Liquide middelen Bankiers Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – activa voor handelsdoeleinden (2) – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Beleggingen – beschikbaar-voor-verkoop – tot einde looptijd aangehouden Kredieten Herverzekeringscontracten Immateriële vaste activa Overlopende acquisitiekosten Overige activa Activa zonder vaste looptijd (1) Totaal activa VREEMD VERMOGEN Preferente aandelen Achtergestelde leningen Uitgegeven schuldbewijzen Overige leningen Verzekerings- en beleggingscontracten Bankiers Toevertrouwde middelen Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – verplichtingen voor handelsdoeleinden (2) – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Overige schulden Totaal vreemd vermogen (1) (2) Einde Langer looptijd dan niet van 5 jaar toepassing Minder dan een maand 1-3 maanden 3-12 maanden 1-5 jaren 14.326 19.742 5.441 2.619 7.277 4.789 140 126 314 2.263 3.672 187 420 1.435 874 3.509 6.399 87 107.295 23 7.522 154 13.919 60 11.626 563 23.795 440 71 76.959 7.683 84.601 571 143 148.254 9.173 241.539 2.281 9.365 1.801 10.167 8.309 922 157.564 29.443 51.030 188.680 414.139 14.326 39.868 193.977 6 26.946 4.475 3.556 15.094 15.374 9.803 1.837 11.677 10.879 16.690 13.701 9.987 34.003 4.077 12.197 10.103 10.704 103.524 539 4.595 93 95 331 1.786 2.591 617 8.562 569.889 581 714 66.835 2.081 5.117 58.415 6.285 6.300 88.336 4.138 1.229 137.423 193.977 6.521 6.425 43.161 3.288 3.154 3.308 10.163 499 127.895 385.451 215 6.014 17.580 2.636 2.327 90.250 447.824 Totaal 113.596 127.975 38 293.921 17.660 474.437 6.529 3.522 10.163 31.063 127.895 1.226.307 215 6.014 78.133 29.639 268.683 120.839 496.680 127.975 4.934 13.702 16.356 38.278 264.194 1.185.092 In activa zonder vaste looptijd zijn begrepen: – gebouwen en bedrijfsmiddelen – beleggingen in onroerend goed – beleggingen voor risico van polishouders – deelnemingen. Activa en passiva voor handelsdoeleinden worden in bovenstaande tabel gepresenteeerd als Einde looptijd niet van toepassing omdat deze worden aangehouden voor speculatieve doeleinden op korte termijn. De contractuele looptijd is in het algemeen meer dan 5 jaar. Een toelichting op het renterisico dat ING Groep loopt is begrepen in de paragraaf Risicobeheer. In deze paragraaf is een gevoeligheidsanalyse opgenomen voor renterisico in plaats van een toelichting op renteherzieningsdata en effectieve rentevoeten omdat deze gevoeligheidsanalyse beter aansluit bij de wijze waarop ING Groep het renterisico beheerst. ING Groep Jaarverslag 2006 141 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep vervolg Activa en passiva naar contractuele looptijd 2005 ACTIVA Liquide middelen Bankiers Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – activa voor handelsdoeleinden (2) – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Beleggingen – beschikbaar-voor-verkoop – tot einde looptijd aangehouden Kredieten Herverzekeringscontracten Immateriële vaste activa Overlopende acquisitiekosten Overige activa Activa zonder vaste looptijd (1) Totaal activa VREEMD VERMOGEN Preferente aandelen Achtergestelde leningen Uitgegeven schuldbewijzen Overige leningen Verzekerings- en beleggingscontracten Bankiers Toevertrouwde middelen Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – verplichtingen voor handelsdoeleinden (2) – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Overige schulden Totaal vreemd vermogen (1) (2) Einde looptijd niet van toepassing Minder dan een maand 1-3 maanden 3-12 maanden 1-5 jaren Langer dan 5 jaar 13.084 20.790 5.964 5.138 9.949 5.625 170 177 254 1.822 5.421 149.187 –78 149.187 7.766 107 309 1.184 2.909 4.963 758 10.230 5.332 456 89.382 39 4.249 77 14.276 57 12.036 875 29.258 895 71 80.195 6.548 81.778 437 143 163.769 10.980 224.221 1.206 9.255 1.721 9.109 5.626 993 138.615 26.830 58.820 189.407 417.178 Totaal 13.084 47.466 40.126 305.707 1 18.937 266 439.181 5.651 8.285 3.447 3.661 9.604 9.604 3.456 30.160 115.371 115.371 327.789 1.158.639 296 6.096 296 6.096 81.262 32.252 263.487 122.234 465.712 18.933 9.396 1.896 78.827 394.141 15.581 4.743 2.709 21.883 47.310 10.543 3.506 8.962 15.623 9.446 22.360 11.216 20.120 4.317 5.752 13.845 3.360 94.974 1.584 9.063 76 200 1.708 1.452 2.812 92.058 6.248 112 7.966 511.347 510 3.272 96.208 1.538 14.955 66.281 5.072 5.610 75.899 4.330 3.992 133.960 11.562 3.212 39.007 236.519 1.120.214 31 134.826 92.058 In activa zonder vaste looptijd zijn begrepen: – gebouwen en bedrijfsmiddelen – beleggingen in onroerend goed – beleggingen voor risico van polishouders – deelnemingen. Activa en passiva voor handelsdoeleinden worden in bovenstaande tabel gepresenteeerd als Einde looptijd niet van toepassing omdat deze worden aangehouden voor speculatieve doeleinden op korte termijn. De contractuele looptijd is in het algemeen meer dan 5 jaar. 142 ING Groep Jaarverslag 2006 23 DERIVATEN EN HEDGE ACCOUNTING Gebruik derivaten en hedge accounting Zoals ook beschreven in de paragraaf Risicobeheer, maakt ING Groep gebruik van derivaten (met name renteswaps en ‘cross currency interest rate swaps’) om economisch gezien risico’s af te dekken. Deze hedges maken onderdeel uit van de beheersing van verschillende portefeuilles van activa en passiva en van de beheersing van structurele posities. Doelstelling is om het totale risicoprofiel terug te brengen door posities in te nemen met een risicoprofiel tegengesteld aan dat van een oorspronkelijke positie. Met het afdekken van risico’s wordt beoogd de kosten die gepaard gaan met het verkrijgen van vreemd vermogen te reduceren en marktrisico’s te beperken als gevolg van structurele risicoposities in rentegevoeligheid en andere risico’s. Daarnaast worden risico’s afgedekt die samenhangen met uitstaande hypotheekoffertes in de retailmarkt en rentemarges tussen bestaande activa en passiva. De verwerking van deze transacties in de jaarrekening hangt af van de activa en passiva waarvan de risico’s worden afgedekt en van het wel of niet voldoen aan de hedge accounting criteria onder IFRS-EU. De verwerking van derivaten die voldoen aan de hedge accounting criteria onder IFRS-EU is afhankelijk van de afgedekte activa of passiva en van het toegepaste hedge accounting model. Onder IFRS-EU zijn drie hedge accounting modellen mogelijk: reële waarde hedges, kasstroomhedges en hedges van netto-investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen. Deze worden hieronder besproken. De waarderingsgrondslagen voor de hedge accounting modellen worden besproken in de paragraaf Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening van ING Groep. Om voor hedge accounting onder IFRS-EU in aanmerking te komen, moet aan bepaalde strikte criteria worden voldaan. Bepaalde hedges die vanuit het oogpunt van risicobeheer effectief zijn, kwalificeren niet voor hedge accounting onder IFRS-EU. De waardemutaties van derivaten die niet in aanmerking komen voor hedge accounting worden in de winst- en verliesrekening verantwoord. De hieruit voortvloeiende schommelingen in het resultaat worden soms tegengegaan door de afgedekte activa en passiva te classificeren als activa of passiva tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat. Zowel gedurende de hedge als bij aanvang kan worden geconcludeerd dat de hedge niet (langer) aan de IFRS-EU vereisten voldoet. Hierdoor kunnen deze hedges resultaatschommelingen veroorzaken die vanuit een economisch gezichtspunt niet verwacht zouden worden. Voor de rente- en valutaderivaten geven de nominale of contractuele bedragen alleen de nominale waarde van het contract weer. Het nominale bedrag is geen indicatie van het werkelijke risico dat per 31 december wordt gelopen. Om het kredietrisico te beheren gebruikt ING Groep kredietderivaten, waaronder ‘credit default swaps’ en ‘total return swaps’ om bescherming te kopen of te verkopen tegen kredietrisico’s in lening-, beleggings- of handelsportefeuilles. Met betrekking tot kredietderivaten wordt nauwelijks hedge accounting toegepast. Deze kredietderivaten hebben op 31 december 2005 en 31 december 2006 niet geleid tot een significante daling van het kredietrisico waaraan ING is blootgesteld. Reële waarde hedges Reële waarde hedges binnen ING Groep bestaan voornamelijk uit renteswaps en ‘cross currency interest rate swaps’ die voor vastrentende instrumenten bescherming bieden tegen wijzigingen in reële waarde als gevolg van wijzigingen in de rentestand. Waardemutaties van derivaten onder reële waarde hedges worden verantwoord in de winst- en verliesrekening. Het deel van de waardemutaties van het afgedekte instrument dat betrekking heeft op het afgedekte risico worden tevens in de winst- en verliesrekening verantwoord. Hierdoor wordt per saldo alleen het ineffectieve deel van de hedge in de winst- en verliesrekening verantwoord. In 2006 heeft ING Groep een bedrag van EUR 41 miljoen verantwoord als veranderingen in reële waarde van derivaten in reële waarde hedges. Dit bedrag wordt deels gecompenseerd door een bedrag van EUR 8 miljoen verantwoord als wijziging in reële waarde van activa en passiva die deel uitmaken van reële waarde hedges. Dit heeft geresulteerd in een resultaat van EUR 49 miljoen verantwoord als het ineffectieve deel van reële waarde hedges. Op 31 december 2006 bedroegen de derivaten die onderdeel uitmaken van reële waarde hedges EUR 474 miljoen (2005: EUR –158 miljoen). Dit bedrag wordt in de balans gepresenteerd als EUR 1.080 miljoen (2005: EUR 1.178 miljoen) aan positieve reële waarden onder de activa en EUR 606 miljoen (2005: EUR 1.336 miljoen) aan negatieve reële waarden onder de passiva. Bij het afdekken van renterisico’s maakt ING Groep gebruik van de EU ‘carve-out’ van IFRS door reële waarde hedges toe te passen op portefeuilleniveau. De EU ‘carve-out’ maakt het mogelijk om een groep van derivaten (gedeeltelijk) onderdeel uit te laten maken van een hedge. Verder maakt de EU ‘carve-out’ bepaalde beperkingen met betrekking tot het hedgen van deposito’s en het niet geheel hedgen van risico’s (onder-hedgen) ongedaan. Door gebruik te maken van de EU ‘carve-out’ kunnen deposito’s onderdeel worden gemaakt van een hedgerelatie en is er alleen sprake van ineffectiviteit als het geschatte bedrag aan kasstromen in een bepaalde periode onder het in de hedgerelatie aangewezen bedrag valt. ING Groep Jaarverslag 2006 143 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep vervolg Kasstroomhedges Kasstroomhedges bestaan voornamelijk uit (forward) renteswaps en ‘cross currency interest rate swaps’ die worden gebruikt om ING Groep te beschermen tegen fluctuaties in kasstromen uit hoofde van rente van niet-handelsportefeuilles die variabel rentend zijn of die in de toekomst worden geherfinancierd of worden herbelegd. De bedragen en timing van de kasstromen worden voor elke portefeuille van activa en passiva geschat op basis van contractuele voorwaarden en andere relevante factoren waaronder vervroegde aflossingen en wanbetaling. Deze kasstromen betreffen zowel rente als aflossing. Het totaal van deze kasstromen vormt de basis voor het bepalen van het nominale bedrag dat onderhevig is aan renterisico en deel uit maakt van de kasstroomhedge. Winsten en verliezen op het effectieve deel van de derivaten die onderdeel zijn van kasstroomhedges worden verantwoord in het eigen vermogen. De rentestromen van de derivaten worden in dezelfde periode in de winst- en verliesrekening als rente verantwoord als de rente van de afgedekte positie. Winsten en verliezen op het ineffectieve deel van de derivaten wordt verantwoord in het resultaat. In 2006 heeft ING Groep een bedrag van EUR –690 miljoen (na belasting) in het eigen vermogen verantwoord als veranderingen in reële waarde van derivaten in kasstroomhedges. Daardoor bedroeg de kasstroomhedge reserve in het eigen vermogen per 31 december 2006 EUR 1.819 miljoen (2005: EUR 2.974 miljoen) bruto en EUR 1.356 miljoen (2005: EUR 2.046 miljoen) na latente belastingen. Dit bedrag fluctueert met de reële waarde van de derivaten in de kasstroomhedges en wordt in het resultaat verantwoord over de looptijd van de afgedekte posities als rentebaten of rentelasten. De kasstroomhedgereserve heeft betrekking op een groot aantal derivaten en afgedekte posities met verschillende looptijden. Voor verzekeringen lopen deze tot 40 jaren en voor de bank tot 21 jaren, met de grootste concentraties voor verzekeringen van 20 jaar tot 25 jaar en voor de bank van 5 jaar tot 10 jaar. Het ineffectieve deel van de winsten en verliezen op derivaten in kasstroomhedges verantwoord in het resultaat bedroeg in 2006 EUR –7 miljoen (2005: EUR –1 miljoen). Op 31 december 2006 bedroegen de derivaten die onderdeel uitmaken van kasstroomhedges EUR 1.921 miljoen (2005: EUR 2.737 miljoen). Dit bedrag wordt in de balans gepresenteerd als EUR 3.617 miljoen (2005:EUR 3.729 miljoen) aan positieve reële waarden onder de activa en EUR 1.696 miljoen (2005: EUR 992 miljoen) aan negatieve reële waarden onder de passiva. Hedges van netto-investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen Hedges van netto-investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen bestaan uit derivaten (valuta forwards en swaps) en andere financiële instrumenten zoals leningen in vreemde valuta die worden gebruikt om bescherming te bieden tegen valutarisico gerelateerd aan buitenlandse deelnemingen. Winsten en verliezen op het effectieve deel van de derivaten die onderdeel zijn van hedges van netto-investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen worden verantwoord in het eigen vermogen. Als de deelneming wordt verkocht, valt het gerelateerde deel van de reserve vrij in het resultaat. Winsten en verliezen op het ineffectieve deel van de derivaten worden verantwoord in het resultaat. Op 31 december 2006 bedroegen de derivaten die onderdeel uitmaken van hedges van netto-investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen EUR –4 miljoen (2005: EUR –59 miljoen). Dit bedrag wordt in de balans gepresenteerd als EUR 3 miljoen (2005: EUR 32 miljoen) aan positieve reële waarden onder de activa en EUR 7 miljoen (2005: EUR 91 miljoen) aan negatieve reële waarden onder de passiva. Het ineffectieve deel van hedges van netto-investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen verantwoord in het resultaat bedroeg in 2006 EUR –12 miljoen (2005: EUR –16 miljoen). 144 ING Groep Jaarverslag 2006 24 MAXIMALE KREDIETRISICO Het maximale kredietrisico voor ING Groep per 31 december 2006 en 2005 is als volgt: Maximale kredietrisico 2006 2005 14.326 13.084 36.411 26.877 3.461 20.596 38.287 118.459 22.514 6.521 38.299 80.527 20.254 7.766 Liquide middelen Bankiers – leningen en voorschotten aan banken – liquide middelen, rekening courant en overige tegoeden Activa voor handelsdoeleinden – schuldbewijzen – leningen en schuldbewijzen – derivaten Niet-handelsderivaten Geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Schuldbewijzen beschikbaar-voor-verkoop Schuldbewijzen tot einde looptijd aangehouden Kredieten – polis beleningen – leningen aan of gegarandeerd door de overheid – leningen met hypothecaire zekerheid – leningen gegarandeerd door kredietinstellingen – persoonlijke leningen – overige particuliere leningen – overige zakelijke leningen – overige Herverzekeringscontracten Herverzekering en verzekeringsvorderingen Overige Maximale kredietrisico uit de balans blijkend 6.425 275.696 17.660 10.230 289.241 18.937 3.566 25.951 235.812 2.402 4.649 22.141 181.939 1.517 6.529 4.105 5.572 1.033.943 3.536 31.442 209.188 1.826 5.961 25.142 168.295 941 8.285 3.144 7.468 991.039 Niet uit de balans blijkende krediet verplichtingen: – verplichtingen – Verzekeringen – garanties – Verzekeringen – verdisconteerde wissels – Bank – garanties – Bank – onherroeplijke acreditieven – Bank – overige – Bank – onherroepelijke faciliteiten Maximale kredietrisico niet uit de balans blijkend 4.636 319 3 17.297 8.456 623 90.384 121.718 4.049 237 5 15.933 7.436 396 85.098 113.154 1.155.661 1.104.193 Maximale kredietrisico Het maximale kredietrisico voor de verschillende balansposten is de betreffende balanswaarde. Voor niet uit de balans blijkende verplichtingen is dit het maximale bedrag dat uitbetaald zou kunnen worden. Ontvangen zekerheden zijn hierbij niet in beschouwing genomen. ING Groep Jaarverslag 2006 145 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep vervolg 25 ACTIVA NIET TER VRIJE BESCHIKKING Niet ter vrije beschikking staande activa bestaan voornamelijk uit rentedragende waardepapieren die tot meerdere zekerheid dienen voor bij De Nederlandsche Bank en andere banken opgenomen gelden en worden voorst aangehouden in verband met marginaccountverplichtingen en overige wettelijke vereisten. Activa niet ter vrije beschikking kunnen als volgt worden onderverdeeld naar zekerheidsstelling: Activa niet ter vrije beschikking Toevertrouwde middelen en uitgegeven schuldbewijzen 2006 2005 Beleggingen Kredieten Bankiers Overige activa 2.686 548 8 3.700 6.942 3.533 1.101 328 1.712 6.674 2006 Bankiers 2005 4.483 2 1.100 1.016 6.601 4.245 1 899 912 6.057 Zekerheidsstellingen van niet uit de balans blijkende verplichtingen 2006 2005 96 7 532 635 116 375 328 819 Overige voorwaardelijke verplichtingen 2006 2005 590 840 590 84 924 2006 Totaal 2005 7.759 646 1.115 5.248 14.768 8.618 1.218 1.602 3.036 14.474 Naast de in de tabel genoemde bedragen had ING Bank N.V. op 31 december 2006 de verplichting om een reserve bij De Nederlandsche Bank (DNB) aan te houden met een maandsgemiddelde van EUR 5.295 miljoen (2005: EUR 3.747 miljoen). Op 31 december 2006 bedroeg deze reserve EUR 4.706 miljoen (2005: 4.054 miljoen). De activa niet ter vrije beschikking hebben geen significante voorwaarden anders dan de zekerheidsstelling. 26 VOORWAARDELIJKE VERPLICHTINGEN EN TOEZEGGINGEN ING Groep is betrokken bij activiteiten waar risico’s aan zijn verbonden die niet of niet volledig in de geconsolideerde balans tot uitdrukking komen. Om in de behoefte van haar klanten te voorzien, biedt ING Groep kredietgerelateerde financiële producten aan. Dit betreft ook de traditionele kredietgerelateerde ‘off-balance sheet’ instrumenten. Voorwaardelijke verplichtingen en toezeggingen Verzekeringsactiviteiten Verplichtingen Garanties Bancaire activiteiten Voorwaardelijke verplichtingen van – verdisconteerde wissels – garanties – onherroepelijke accreditieven Overige Onherroepelijke faciliteiten 2006 2005 4.636 319 4.955 4.049 237 4.286 3 17.297 8.456 623 26.379 5 15.933 7.436 396 23.770 90.384 121.718 85.098 113.154 Garanties betreffen zowel kredietvervangende als niet-kredietvervangende garanties. Kredietvervangende garanties zijn door ING Groep verstrekte garanties met betrekking tot door derden aan klanten verleende kredieten. Naar verwachting zullen de meeste garanties aflopen zonder dat daarop aanspraak wordt gemaakt en zullen dientengevolge geen toekomstige kasstromen veroorzaken. De garanties zijn over het algemeen kortlopend van karakter. Behalve de garanties die begrepen zijn in de voorwaardelijke verplichtingen, heeft ING Groep ook garanties afgegeven als deelnemer in collectieve garantieregelingen die zijn opgezet op initiatief van landelijke bedrijfstakorganisaties, of die verplicht zijn voorgeschreven door de overheid in bepaalde landen. 146 ING Groep Jaarverslag 2006 Onherroepelijke accreditieven garanderen hoofdzakelijk betalingen aan derden voor binnenlandse en buitenlandse handelstransacties in het kader van de financiering van goederenzendingen. Het kredietrisico dat ING Groep loopt is beperkt aangezien de verzonden goederen bij deze transacties als onderpand dienen en de transacties kortstondig van duur zijn. Overige voorwaardelijke verplichtingen betreffen hoofdzakelijk geaccepteerde wissels en hebben een korte looptijd. Onherroepelijke faciliteiten bestaan voornamelijk uit onherroepelijke kredietfaciliteiten die zijn toegezegd aan zakelijke klanten, maar waarop nog geen beroep is gedaan. Veel van deze faciliteiten zijn toegezegd voor een vastgestelde tijdsduur en tegen een variabel rentepercentage. Het kredietrisico en renterisico dat ING Groep loopt bij deze transacties is beperkt. Voor het merendeel van de onherroepelijke kredietfaciliteiten waarop geen beroep is gedaan, is zekerheid gesteld in de vorm van onderpand of contra-garanties van de overheid en vrijgestelde organen onder de solvabiliteitsrichtlijnen. Onder onherroepelijke faciliteiten worden tevens de toezeggingen tot het aankopen van nog door overheden en private instellingen uit te geven effecten opgenomen. Geen van de activa dienend als onderpand hebben voorwaarden of condities die materieël zijn. Toekomstige huurverplichtingen uit hoofde van operationele leasecontracten 2007 2008 2009 2010 2011 Boekjaren na 2011 198 198 185 171 163 332 27 SPECIAL PURPOSE ENTITIES (SPE’S) EN SECURITISATIES Securitisaties ING als originator Om het kredietrisico op eigen activa te verlagen maakt ING gebruik van synthetische securitisaties. Bij synthetische securitisaties sluit ING een kredietderivaat af met een ‘Special Purpose Entity’ (SPE). Onder dit contract koopt ING bescherming tegen kredietrisico op bepaalde (hypothecaire) leningen en leningen verstrekt aan het midden- en kleinbedrijf. De SPE dekt dit kredietrisico vervolgens af door ‘credit linked notes’ uit te geven. Als gevolg van deze transacties heeft ING een groot deel van het kredietrisico op deze portefeuilles afgewenteld op investeerders. In het algemeen hebben deze investeerders alleen verhaalsrecht op de activa van de SPE en niet op de activa van ING Groep. Na securitisatie blijven deze activa opgenomen op de balans van ING Groep onder Kredieten. Gesecuritiseerde eigen activa Leningen aan het midden- en kleinbedrijf Asset backed securities Zakelijke leningen Leningen met hypothecaire zekerheid Totaal 2006 2005 8.859 7.126 4.851 7.978 28.814 4.491 7.433 5.594 4.397 21.915 ING als sponsor van een ‘multi-seller conduit’ In het kader van haar normale werkzaamheden, ondersteunt ING Groep haar relaties bij het verkrijgen van financieringsmiddelen door het opzetten van transacties waarbij vorderingen van deze relaties of andere financiële activa worden verkocht aan een SPE. Om deze aankopen te financieren geeft de SPE in de markt ‘asset-backed commercial paper’ uit. ING Groep als administrateur, ondersteunt deze transactie door deze te structureren, door het verlenen van administratieve en operationele diensten en door het verstrekken van financieringsfaciliteiten. ING Groep Jaarverslag 2006 147 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep vervolg ING Groep ondersteunt de commercial paper uitgiftes door de SPE’s korte termijn liquiditeitsfaciliteiten te verschaffen. Deze faciliteiten zijn bedoeld om tijdelijke verschillen tussen vraag en aanbod in de markt voor commercial paper op te vangen. Zodra deze liquiditeitsfaciliteit door de SPE gebruikt wordt, loopt ING Groep het normale kredietrisico. In een aantal gevallen verstrekt ING Groep naast de gewone liquiditeitsfaciliteiten tevens aanvullende liquiditeitsfaciliteiten, waarbij ING Groep tot op zekere hoogte het kredietrisico dat aan de commercial paper uitgifte verbonden is, overneemt. Hieruit kunnen kredietverliezen voortvloeien. Verder garandeert ING Groep tot een beperkt bedrag, in geval van een Program Wide Credit Enhancement, aan de investeerders in het commercial paper alle overblijvende verliezen binnen de SPE. Deze verschillende faciliteiten hebben elk een eigen risicoprofiel. Zij worden slechts aan de SPE verstrekt nadat de bij ING Groep gebruikelijke beoordeling heeft plaatsgevonden ten aanzien van kredietrisico en liquiditeitsrisico. Voor het verlenen van deze diensten en het ter beschikking stellen van faciliteiten worden marktconforme commissies in rekening gebracht. De verstrekte reguliere korte termijn liquiditeitsfaciliteiten en de aanvullende liquiditeitsfaciliteiten zijn verantwoord onder de onherroepelijke faciliteiten. Collateralised debt obligations (CDO)-transacties Ten behoeve van CDO-transacties gebruikt ING Groep SPE’s. Bij een standaard CDO-transactie wordt een SPE gebruikt om een samenstel van effecten met een rating uit te geven, welke worden gedekt door overdraagbare schuldinstrumenten. Bij deze transacties vervult ING vaak meerdere rollen: – ING Groep arrangeert de transactie, zet de SPE op, verwerft de activa die aan de SPE worden verkocht en verkoopt de CDO aan investeerders; – ING Groep is verantwoordelijk voor het beheer van de activa in de SPE waarbij het beheer geschiedt op basis van strikte voorwaarden zoals verwoord in de statuten van de SPE; – ING Groep is investeerder. ING Groep ontvangt een marktgerelateerde vergoeding voor het opzetten en verkopen van CDO’s aan investeerders. ING als investeerder ING investeert in schuldpapier uitgegeven door securitisatie SPE’s als onderdeel van haar beleggingsactiviteiten. Voor sommige securitisatieprogramma’s houdt ING beperkte posities aan in de rol van market maker. Daarnaast investeert ING door kredietbescherming te verkopen door middel van kredietderivaten. Andere entiteiten ING Groep is ook betrokken bij SPE’s die worden gebruikt in bijvoorbeeld structured finance en lease transacties. Beleggingsfondsen ING als fondsbeheerder en belegger ING lanceert nieuwe beleggingsfondsen waarin ING bij oprichting optreedt als fondsmanager en enige investeerder. Daarna worden derden gezocht die willen investeren in het fonds waardoor het aandeel van ING wordt teruggebracht. In het algemeen houdt ING een bescheiden aandeel in het fonds aan. ING als fondsbeheerder ING treedt als fondsbeheerder op voor verschillende fondsen. Beheerprovisies die hiervoor in rekening worden gebracht zijn marktconform. ING treedt voor deze fondsen op in een fiduciaire rol en neemt daarom deze fondsen niet op in de geconsolideerde jaarrekening. 148 ING Groep Jaarverslag 2006 28 BELANGRIJKSTE DOCHTERONDERNEMINGEN EN AANKOOP EN VERKOOP VAN GROEPSMAATSCHAPPIJEN De belangrijkste dochterondernemingen van ING Groep zijn als volgt: Dochterondernemingen onderdeel van het verzekeringsbedrijf ING Verzekeringen N.V. ING Verzekeringen Nederland N.V. ING Vastgoed Belegging B.V. Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V. Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. Parcom Ventures B.V. Postbank Levensverzekering N.V. Postbank Schadeverzekering N.V. RVS Levensverzekering N.V. RVS Schadeverzekering N.V. Movir N.V. ING Insurance N.V. ING Zivotna Poistovna a.s. ING Nationale-Nederlanden Polska S.A. ING Nationale-Nederlanden Polska Powszechne Towarzystwo Emerytaine S.A. ING Asigurari de Viata S.A. ING Greek Life Insurance Company S.A. ING Greek General Insurance Company S.A. ING Nationale-Nederlanden Magyarorszagi Biztosito Rt. Nationale Nederlanden Vida, Compañia de Seguros y Reaseguros S.A. Nationale Nederlanden Generales, Compañia de Seguros y Reaseguros S.A. ING Canada Inc. Belair Insurance Company Inc. ING Insurance Company of Canada ING Novex Insurance Company of Canada ING America Insurance Holdings, Inc. ING International Insurance Holdings, Inc. ING Life Insurance and Annuity Company ING North America Insurance Corporation Lion Connecticut Holdings Inc. ReliaStar Life Insurance Company ReliaStar Life Insurance Company of New York Security Life of Denver Insurance Company ING USA Annuity and Life Insurance Company ING Seguros de Vida S.A. ING Afore S.A. de C.V. Seguros Comercial America S.A. de C.V. ING Life Insurance Company (Japan) Limited ING Life Insurance Company (Korea) Limited ING Life Insurance Company of America ING Australia Holdings Limited ING Australia Pty Limited ING Re (Nederland) N.V. Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland België Slowakije Polen Polen Roemenië Griekenland Griekenland Hongarije Spanje Spanje Canada Canada Canada Canada Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Chili Mexico Mexico Japan Zuid Korea Verenigde Staten Australië Australië Nederland ING Groep Jaarverslag 2006 149 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep vervolg Dochterondernemingen onderdeel van de bancaire activiteiten ING Bank N.V. ING Bank Nederland N.V. Bank Mendes Gans N.V. ING Lease Top Holding B.V. ING Corporate Investments B.V. ING Trust (Nederland) B.V. ING Vastgoed Management Holding B.V. InterAdvies N.V. Nationale-Nederlanden Financiële Diensten B.V. ING Commercial Finance B.V. Postbank N.V. Postbank Groen N.V. Stichting Regio Bank Westland Utrecht Hypotheekbank N.V. ING België N.V. ING Bank Slaski S.A. Katowicach ING Bank Deutschland A.G. ING Financial Holdings Corporation ING Trust (Antilles) N.V. ING Middenbank Curaçao N.V. ING Vysya Bank Ltd. ING Direct N.V. 150 ING Groep Jaarverslag 2006 Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland België Polen Duitsland Verenigde Staten Nederlandse Antillen Nederlandse Antillen India Canada, Duitsland, Spanje, Australië, Frankrijk, Verenigde Staten, Italië, Verenigd Koninkrijk Aankoop van groepsmaatschappijen in 2006 bedragen in miljoenen euro’s ABN AMRO Asset Management Taiwan, Ltd Appleyard Summit REIT Totaal aankopen Algemeen Belangrijkste branche Verzekeringen Bank Bank Datum van acquisitie 27 oktober 2006 1 juli 2006 5 oktober 2006 100% 100% 56% Aankoopprijs Aankoopprijs Aankoopprijs in contanten 65 65 110 110 2.132 2.132 2.307 2.307 Overgenomen liquiditeiten Kasstroom bij koop 19 46 110 2.132 19 2.288 Percentage verkregen stemrecht Activa Liquiditeiten Beleggingen Bankiers Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Diverse overige activa 23 2 1 2 332 Vreemd vermogen Bankiers Diverse overige passiva Eigen vermogen Belangen van derden Verkregen netto activa 4 24 238 52 42 24 42 Geactiveerde goodwill (1) 41 54 Winst sinds datum van acquisitie Baten als acquisitie begin van het jaar zou zijn geweest –1 2 1 33 (1) 2.132 23 2.134 1 793 34 795 366 73 2.886 754 2.132 238 129 2.952 754 2.198 95 8 131 8 166 Goodwill verantwoord op kleine acquisities bedraagt EUR 74 miljoen waardoor het totale bedrag aan goodwill EUR 169 miljoen bedraagt. Zie ook noot 9 ‘Immateriële vaste activa’. In juli 2006 heeft ING 100% van Appleyard Vehicles Contracts, een autoleasebedrijf in Groot Brittannië, gekocht. De kostprijs bedroeg EUR 110 miljoen. In oktober 2006 heeft ING 56% van Summit Real Estate Investment Trust (Summit REIT) gekocht voor een bedrag van EUR 2.132 miljoen. Summit REIT bezit een portefeuille van industrieel onroerend goed van hoge kwaliteit verspreid over de belangrijkste markten van Canada. In oktober 2006 kocht ING voor EUR 65 miljoen 100% van de geregistreerde beleggingsinstelling ABN Amro Asset Management (Taiwan) Ltd. De aankoop versterkt de bestaande positie van ING als grootste vermogensbeheerder in Taiwan. ING Groep Jaarverslag 2006 151 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep vervolg Verkoop van groepsmaatschappijen in 2006 Williams de Broë Deutsche Hypothekenbank AG Degussa Bank Bank Bank Bank Verkoop opbrengst Verkoop opbrengst Opbrengst in contanten 19 19 275 275 195 195 489 489 Liquiditeiten in verkochte groepsmaatschappij Kasstroom bij verkoop 19 11 264 27 168 38 451 27 228 14 11 9.556 16.884 5.928 2.334 187 38 9.556 19.446 6.129 5 27 3.280 747 162 163 3.447 937 64 2.439 8.984 24.541 442 84% 370 198 2.184 286 205 100% 205 2.701 11.168 25.025 659 bedragen in miljoenen euro’s Algemeen Belangrijkste branche Activa Liquiditeiten Beleggingen Kredieten Bankiers Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Diverse overige activa Vreemd vermogen Bankiers Toevertrouwde middelen Diverse overige passiva Eigen vermogen % verkocht Netto activa verkocht 198 12 100% 12 Totaal verkopen 587 In juni 2006 verkocht ING haar effectenmakelaarskantoor in Groot Brittannië Williams de Broë Plc voor EUR 22 miljoen. De verkoop is onderdeel van de strategie van ING om zich op kernactiviteiten te richten. Het resultaat van de verkoop is nog onderhevig aan aanpassingen. In september 2006 verkocht ING haar 87,5% belang in Deutsche Hypothekenbank AG, een beursgenoteerde hypothekenbank in Duitsland. De verkoop is onderdeel van de strategie van ING om zich op kernactiviteiten te richten. De verkoop resulteerde in een verlies van EUR 83 miljoen. In december 2006 verkocht ING haar belang in Degussa Bank, een onderdeel van ING Diba gespecialiseerd in het MKB. De verkoop resulteerde in een verlies van EUR 23 miljoen. 152 ING Groep Jaarverslag 2006 Aankoop en verkoop van groepsmaatschappijen in 2005 Algemeen Belangrijkste branche Aankoopprijs Aankoopprijs Liquide middelen in verkregen/verkochte entiteit Kasstroom bij koop/verkoop Activa Beleggingen Kredieten Bankiers Diverse overige activa Vreemd vermogen Verzekerings- en beleggingscontracten Bankiers Toevertrouwde middelen Diverse overige passiva Eigen vermogen Belang van derden Verkregen/verkocht aandeel in eigen vermogen Verkoop van Baring Asset Management Verkoop van Life of Georgia Bank Verzekeringen 181 663 98 181 663 235 118 353 898 118 1.016 1.809 151 1.535 819 286 216 2.196 1.419 696 1.809 2.196 1.419 696 1.503 7 1.384 1.231 83 151 7 1.384 1.231 234 68 2.470 910 863 306 1.503 68 2.470 910 1.169 83 151 234 863 306 1.169 Acquisitie van Eural Acquisitie van New Zealand Bank Verzekeringen 83 98 83 1.535 819 286 65 Totaal acquisities Totaal verkopen In februari 2005 heeft ING Groep internet service provider Freeler verkocht aan KPN. Het resultaat behaald met de verkoop bedroeg EUR 10 miljoen. In maart 2005 heeft ING Groep zijn aandeel in ING Bank Slaski teruggebracht van 87,77% naar 75% door aandelen op de beurs te verkopen. Met het verminderen van het aandeel in ING Bank Slaski voldoet ING Groep aan de vereisten zoals in 2001 gesteld door de Poolse toezichthouder. ING Groep heeft niet de intentie om het aandeel van 75% in ING Bank Slaski verder te verminderen. In maart 2005 heeft ING Groep een belang van 19,9% in Bank of Beijing verworven. De waarde van de transactie bedroeg EUR 166 miljoen. Bank of Beijing is de op een na grootste ‘city commercial bank’ in China en de op twee na grootste bank in Beijing. In maart 2005 heeft ING Groep de verkoop afgerond van Barings Asset Management aan MassMutual Financial Group en Northern Trust Corp. Het resultaat behaald met de verkoop bedroeg EUR 254 miljoen. In mei 2005 heeft ING Groep Life Insurance Company of Georgia verkocht aan een dochter van Prudential PLC’s, Jackson National Life Insurance Company. Het verlies op deze transactie bedroeg EUR 32 miljoen na belasting. In juni 2005 vormde ING Groep een private equity joint venture ter verwerving van Gables Residential Trust, een in de Verenigde Staten gevestigde vastgoed beleggingstrust. Gables Residential Trust is ontwikkelaar, aannemer, eigenaar en manager van hoogwaardige woningen. ING zal USD 400 miljoen inbrengen in het vermogen ter financiering van de transactie. De onderneming wordt beheerd door ING Clarion, een 100% deelneming van ING Groep. In juni 2005 heeft ING Groep het 50% belang van Commercial Finance in NMB-Heller’s Nederlandse en Belgische factoring activiteiten verworven. De factoring activiteiten zijn ondergebracht in een nieuwe onderneming die opereert onder de naam ING Commercial Finance. GE Commercial Finance heeft ING’s 50% belang in het Duitse onderdeel van NMB-Heller, Heller GmbH, verworven. Beide transacties waren met terugwerkende kracht per 1 januari 2005 effectief. In augustus 2005 heeft ING Groep een portefeuille van onroerend goed in de UK overgenomen van Abbey National. De aankoopprijs bedroeg EUR 1,7 miljard. De portefeuille is verdeeld tussen verschillende beleggingsrekeningen. In oktober 2005 heeft ING Groep Eural NV gekocht van Dexia Bank Belgium. Gedurende 2006 zal Eural fuseren met Record Bank, onderdeel van ING België. In november 2005 heeft ING Groep zijn aandeel in Austbrokers Holding verkocht door de aandelen naar de beurs te brengen. Austbrokers is een van de meest vooraanstaande assurantiemakelaars in Australië. Het besluit tot verkoop van deze activiteiten is een gevolg van de verkoop van ING’s 50% belang in de verzekeraar QBE Mercantile Mutual aan QBE in 2004. In December 2005 heeft ING Groep Arenda Holding BV verkocht aan ZGB, een Nederlandse particuliere investeringsmaatschappij. Arenda is een aanbieder van consumptieve kredieten. ING Groep Jaarverslag 2006 153 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep vervolg Aankoop en verkoop van groepsmaatschappijen in 2004 Algemeen Belangrijkste branche Aankoopprijs Aankoopprijs Liquide middelen in verkregen/verkochte entiteit Kasstroom bij koop/verkoop Activa Beleggingen Kredieten Bankiers Diverse overige activa Vreemd vermogen Verzekerings- en beleggingscontracten Bankiers Toevertrouwde middelen Diverse overige passiva Eigen vermogen Belang van derden Verkregen/verkocht aandeel in eigen vermogen Acquisitie van Allianz Canada Overige Verzekeringen Bank 283 532 –249 1.896 Totaal acquisities Verkoop van BHF Overige Totaal verkopen Bank Bank/Verz 362 970 1.332 1.896 2.179 532 1.647 362 970 1.332 4.822 596 4.822 596 7.451 3.165 10.616 944 2.196 3.140 4.000 4.374 313 1.752 4.313 6.126 1.006 –62 3.759 63 3.792 3.759 1.069 3.730 5.041 8.228 1.622 934 274 2.748 –144 2.352 5.315 10.976 1.478 3.286 –62 3.792 3.730 934 2.352 3.286 In 2004 heeft ING Groep het grootste deel van de Duitse activiteiten van ING Bank-BHF verkocht. In de transactie zijn begrepen asset management, private banking, financial markets en een deel van de bancaire activiteiten voor zakelijke klanten. De waarde van de transactie bedroeg EUR 600 miljoen. In 2004 heeft ING Groep Allianz’ schade- en ongevallenverzekeringsactiviteiten in Canada verworven. De goodwill bedroeg EUR 48 miljoen. In 2004 heeft ING Groep zijn aandeel in ING Canada Inc. teruggebracht van 100% naar 72,9% door 34.880.000 aandelen van ING Canada Inc. naar de beurs te brengen. De bruto opbrengsten hiervan bedroegen EUR 552 miljoen. In 2005 heeft het syndicaat van banken zijn optie uitgeoefend om 5.232.000 additionele aandelen te verwerven. Hiermee werd het belang van ING Groep teruggebracht naar 70%. In 2004 heeft ING Groep een medeverzekeringsovereenkomst met Scottish Re getekend, betreffende zijn individuele levensverzekeringsactiviteiten in de Verenigde Staten. Onder deze overeenkomst zullen alle activa gerelateerd aan deze activiteiten naar Scottish Re worden overgeheveld, terwijl de gerelateerde passiva door Scottish Re zullen worden herverzekerd. Overeenkomstig de overeenkomst heeft ING Groep een herverzekeringsprovisie ten bedrage van EUR 450 miljoen betaald. In 2004 heeft ING Groep het Nederlandse vastgoedfonds Rodamco Asia verworven. Als gevolg hiervan is het fonds verwijderd van Euronext in Amsterdam en de Frankfurt Stock Exchange. De goodwill bedroeg EUR 22 miljoen. In 2004 heeft ING Groep haar 100% deelneming CenE Bankiers verkocht aan Van Lanschot. CenE Bankiers is gespecialiseerd in private banking in Nederland. De waarde van de transactie bedroeg EUR 250 miljoen. In 2004 heeft ING Groep de Belgische middelgrote spaarbank Mercator verworven. Het bedrag aan negatieve goodwill bedraagt EUR 26 miljoen en is in de resultatenrekening verantwoord. In 2004 heeft ING Groep haar Aziatische cash equity activiteiten aan Macquarie Bank verkocht. De cash equity activiteiten bevatten verkoop, handel, research en effectenactiviteiten. In 2004 heeft ING Groep haar schadeverzekeringsbedrijf in Australië verkocht aan QBE Insurance Group. De waarde van de transactie bedroeg EUR 431 miljoen. 154 ING Groep Jaarverslag 2006 29 JURIDISCHE PROCEDURES Vennootschappen behorende tot ING Groep zijn betrokken bij rechtszaken en arbitrageprocedures, zowel in Nederland als in een aantal andere landen, die betrekking hebben op claims door en tegen deze vennootschappen die voortkomen uit de normale bedrijfsuitoefening, inclusief de activiteiten als verzekeraar, kredietverschaffer, werkgever, belegger en belastingplichtige. In een aantal van deze procedures worden grote of onbepaalde bedragen geëist. Hoewel het niet mogelijk is de uitkomst van lopende of dreigende juridische procedures te voorspellen of te bepalen, is de Raad van Bestuur van mening dat het onwaarschijnlijk is dat de uitkomst hiervan materiële nadelige gevolgen zal hebben voor de financiële positie of bedrijfsresultaten van ING Groep. Een van de juridische procedures betreft een schadeclaim van de Mexicaanse kunstmestfabrikant Fertinal tegen ING Comercial América (nu genaamd Seguros ING S.A. de C.V., hierna Seguros), een 100% dochter van ING Groep. Fertinal eist een bedrag van EUR 228 miljoen (USD 300 miljoen), de maximale dekking onder de verzekeringpolis voor Fertinal’s mijnbouwactiviteiten. Een rechter in Mexico heeft in het voordeel van Fertinal besloten. Tegen deze beslissing is beroep aangetekend bij het Hof in Mexico, dat de veroordeling heeft verlaagd naar een bedrag van EUR 71 miljoen (USD 94 miljoen) plus rente. Tegen deze beslissing is beroep aangetekend door alle betrokken partijen. Fertinal deed ook aangifte wegens fraude tegen een aantal huidige en oud-werknemers van Seguros. Naast de schadeclaim van Fertinal is Seguros ook betrokken in een aantal klachten en rechtszaken met betrekking tot de resultaten van een aantal rentegevoelige levensverzekering- producten. Seguros voert zowel in de Fertinal zaak als in deze verweer; momenteel kunnen we echter de definitieve uitkomst niet voorspellen. Onlangs kreeg de kwestie rondom, onder andere, de kostentransparantie in de verzekeringsbranche met betrekking tot beleggingsverzekeringen, beleggingspolissen en beleggingshypotheken de aandacht van de Nederlandse media, de Nederlandse toezichthouder en consumentenorganisaties. De Nederlandse verzekeringsbranche (waaronder dochterondernemingen van ING Groep N.V., voornamelijk Nationale-Nederlanden) verkocht deze producten direct danwel via tussenpersonen aan klanten. Het bezwaar dat wordt geuit met betrekking tot deze producten heeft betrekking op het niet voldoende transparant zijn van de kosten die aan de klanten werden doorberekend en dat deze kosten onredelijk hoog zouden zijn. Als in de toekomst juridische procedures zouden worden aangespannen, individueel of collectief, zouden dergelijke juridische procedures ook kunnen worden aangespannen tegen Nationale-Nederlanden of andere betrokken dochterondernemingen van ING Groep N.V. Op dit moment zijn gesprekken gaande tussen de verzekeringsbranche en de consumentenorganisaties. Net als vele andere bedrijven, fondsen voor gemene rekening, effectenbemiddelaars, aanbieders van effectenproducten en verzekeringsbedrijven, hebben verschillende onderdelen van ING informele en formele verzoeken om informatie ontvangen van verschillende overheidsinstanties en zelf-regulerende organisaties in verband met onderzoeken naar transacties in beleggingsfondsen, beloning, belangenconflicten, mededingingsbeperkende activiteiten, overdracht van verzekeringsrisico en verkooppraktijken. ING beantwoordt deze verzoeken en werkt aan het oplossen van deze kwesties met de toezichthouders. We menen dat de kwesties die tot nu toe zijn geïdentificeerd niet duiden op een structureel probleem in de betrokken ING ondernemingen en dat de uitkomst van de onderzoeken niet materieel zullen zijn voor ING Groep. 30 BEPERKINGEN DIVIDENDUITKERING Naast beperkingen met betrekking tot eisen voor minimaal kapitaal en andere solvabiliteitseisen die worden opgelegd door de toezichthouders van de landen waar deelnemingen actief zijn, gelden voor sommige landen ook andere beperkingen. De belangrijkste beperkingen voor ING Groep hebben betrekking op de verzekeringsactiviteiten in de Verenigde Staten. Deze activiteiten hebben te maken met beperkingen op uitkeringen van dividenden naar de moedermaatschappij opgelegd door de lokale ‘Insurance Commissioner’. Voor deelnemingen die levens-, ongevallenverzekeringen en verzekeringen voor ziekte en invaliditeit verkopen is het uit te keren dividend meestal beperkt tot het hoogste van 10% van het statutaire vermogensoverschot of the statutaire bedrijfswinst. Voor deelnemingen in het schadeverzekeringsbedrijf is het uit te keren dividend beperkt tot een bepaald percentage van het eigen vermogen van vorig jaar of de netto winst op beleggingen, variërend van staat tot staat. Dividenden uitgekeerd boven deze grenzen moeten worden goedgekeurd door de lokale ‘Insurance Commissioner’. Het management van ING Groep is van mening dat deze beperkingen de mogelijkheid tot uitkeren van dividend aan aandeelhouders in de toekomst niet zal beperken. ING Groep Jaarverslag 2006 155 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep vervolg 31 JOINT VENTURES Joint ventures worden als volgt proportioneel geconsolideerd in de geconsolideerde jaarrekening: Belangrijkste joint ventures 2006 ING Australia Ltd Postkantoren B.V. KB Life JV New Zealand Business Pacific-Aetna Life Insurance/Shanghai Branch Totaal Eigendom (%) 51 50 49 51 50 Activa Passiva Baten Lasten 8.617 168 292 132 136 9.345 8.266 137 279 28 106 8.816 402 219 167 38 37 863 295 220 166 29 36 746 Activa Passiva Baten Lasten 7.932 169 160 151 114 8.526 7.527 132 148 48 96 7.951 357 241 97 10 38 743 257 238 96 6 39 636 Belangrijkste joint ventures 2005 ING Australia Ltd Postkantoren B.V. KB Life JV New Zealand Business Pacific-Aetna Life Insurance/Shanghai Branch Totaal Eigendom (%) 51 50 49 51 50 ING Groep en ANZ, één van de grootste banken van Australië, hebben op het gebied van fondsbeheer en levensverzekeringen een joint venture gevormd. Het bedrijf, ING Australia Ltd, is voor 51% in handen van ING en voor 49% in handen van ANZ. 32 VERBONDEN PARTIJEN Bij het uitoefenen van haar bedrijfsactiviteiten gaat ING Groep transacties aan met verbonden partijen. Partijen worden als verbonden beschouwd wanneer één partij de mogelijkheid heeft om invloed van betekenis uit te oefenen bij het nemen van financiële of operationele beslissingen door de andere partij. Transacties hebben plaatsgevonden op marktconforme voorwaarden. Transacties met joint ventures en deelnemingen Vorderingen Schulden Garanties uitgegeven ten behoeve van derden 2006 Joint ventures 2005 267 85 344 99 Deelnemingen met invloed van betekenis 2006 2005 846 57 4 413 35 3 Baten ontvangen van en lasten betaald aan joint ventures bedroegen EUR 14 miljoen respectievelijk EUR 64 miljoen (2005: EUR 25 miljoen respectievelijk EUR 71 miljoen) en baten ontvangen van en lasten betaald aan deelnemingen met invloed van betekenis bedroegen EUR 154 miljoen respectievelijk EUR 1 miljoen (2005: EUR 91 miljoen respectievelijk EUR 1 miljoen). 156 ING Groep Jaarverslag 2006 Transacties met ING Verzekeringen N.V. en ING Bank N.V. ING Verzekeringen N.V. 2006 2005 Vorderingen Schulden Garanties uitgegeven ten behoeve van derden Kosten betaald Opbrengsten ontvangen 2006 ING Bank N.V. 2005 2.604 35 1.908 35 6.190 121 6.257 496 3 5 120 2 43 33 367 97 72 Transacties met bestuurders (Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen) en pensioenfondsen zijn transacties met verbonden partijen. Deze transacties worden verder toegelicht in het Remuneratierapport in het jaarverslag en in toelichting 21 Overige schulden. Beloning bestuurders en commissarissen bedragen in duizenden euro’s Basissalaris en kortetermijnbonus Pensioenlasten Marktwaarde van de langetermijnbonus Totale beloning Raad van Bestuur 2006 2005 18.250 7.195 8.576 34.021 12.514 3.088 5.274 20.876 Raad van Commissarissen 2006 2005 2006 Totaal 2005 13.063 3.088 5.274 21.425 578 549 578 549 18.828 7.195 8.576 34.599 2006 Gemiddelde rentevoet 2005 2006 Aflossingen 2005 20 74 20 74 Leningen aan bestuurders en commissarissen bedragen in duizenden euro’s Raad van Bestuur Raad van Commissarissen Totaal Openstaand per 31 december 2006 2005 2.023 2.023 699 1.588 2.287 4,3% 4,2% 4,7% Het totaal aantal opties op ING Groep N.V. aandelen die worden gehouden door de leden van de Raad van Bestuur bedraagt op 31 december 2006 2.176.641 (2005: 1.271.640). De leden van de Raad van Bestuur hielden op 31 december 2006 80.055 aandelen ING Groep (2005: 1.125.023). Een deel van deze aandelen worden gehouden in een trust. De leden van de Raad van Commissarissen hielden per 31 december 2006 15.370 aandelen ING Groep N.V. (2005: 15.490). 33 REËLE WAARDEN VAN FINANCIËLE ACTIVA EN PASSIVA De volgende tabel geeft inzicht in de geschatte reële waarde van de financiële activa en passiva van ING Groep. Een aantal balansposten is niet in deze tabel opgenomen, omdat zij niet voldoet aan de definitie van een financieel actief of passief. Het totaal van de hieronder weergegeven reële waarden geeft niet de onderliggende waarde van ING Groep weer en moet derhalve niet als zodanig worden geïnterpreteerd. ING Groep Jaarverslag 2006 157 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep vervolg Reële waarde van financiële activa en passiva Geschatte reële waarde 2006 2005 FINANCIËLE ACTIVA Liquide middelen Bankiers (1) Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – activa voor handelsdoeleinden – beleggingen voor risico van polishouders – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Beleggingen – beschikbaar-voor-verkoop – tot einde looptijd aangehouden Kredieten (1) Overige activa (2) FINANCIËLE PASSIVA Preferente aandelen Achtergestelde leningen Uitgegeven schuldbewijzen Overige leningen Beleggingscontracten Beleggingscontracten voor risico polishouders Bankiers Toevertrouwde middelen Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – verplichtingen voor handelsdoeleinden – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Overige schulden (3) (1) (2) (3) 2006 Balanswaarde 2005 14.326 39.861 13.084 48.250 14.326 39.591 13.084 47.466 193.977 110.547 6.521 149.187 100.961 7.766 193.977 110.547 6.521 149.187 100.961 7.766 6.425 10.230 6.425 10.230 293.921 17.494 461.835 27.969 1.172.876 305.707 19.466 434.829 27.462 1.116.942 293.921 17.660 461.350 27.969 1.172.287 305.707 18.937 427.189 27.462 1.107.989 215 6.439 78.265 31.052 7.505 13.245 121.680 496.077 296 7.779 81.757 32.259 7.223 11.410 122.064 466.982 215 6.014 78.133 29.639 7.505 13.245 120.839 496.680 296 6.096 81.262 32.252 7.223 11.410 122.234 465.712 127.975 4.934 92.058 6.248 127.975 4.934 92.058 6.248 13.702 30.496 931.585 11.562 29.285 868.923 13.702 30.496 929.377 11.562 29.285 865.638 Bankiers en Kredieten bevatten geen vorderingen uit hoofde van financiële lease-overeenkomsten Overige activa bevatten geen actieve belastinglatenties Overige schulden bevatten geen passieve belastinglatenties, pensioenvoorzieningen, verzekeringstechnische en andere voorzieningen. De geschatte reële waarden vertegenwoordigen de bedragen waarvoor de financiële instrumenten op balansdatum op een reële economische basis tussen goed geïnformeerde en bereidwillige partijen hadden kunnen worden verhandeld (‘at arm’s length’). De reële waarde van financiële activa en passiva is gebaseerd op marktprijzen, voor zover deze beschikbaar zijn. Daar waar geen markten zijn waar actief wordt gehandeld in deze financiële instrumenten, zijn er diverse technieken ontwikkeld om de reële waarde van deze instrumenten te benaderen. Deze technieken zijn subjectief van aard en maken gebruik van diverse veronderstellingen met betrekking tot de disconteringsvoet, het tijdstip en de omvang van de verwachte toekomstige kasstromen. Veranderingen in deze veronderstellingen kunnen de geschatte reële waarden significant beïnvloeden. Dit kan tot gevolg hebben dat de weergegeven reële waarden geen goede benadering zijn van de directe opbrengstwaarde. Daarnaast is de berekening van de geschatte reële waarde gebaseerd op de marktomstandigheden op een bepaald moment en is daarom mogelijk geen goede benadering van de toekomstige reële waarden. Als de geschatte reële waarde lager is dan de boekwaarde, wordt beoordeeld of de boekwaarde in de toekomst kan worden gerealiseerd. De volgende methoden en veronderstellingen zijn door ING Groep gebruikt om de geschatte reële waarde van de financiële instrumenten te bepalen. 158 ING Groep Jaarverslag 2006 FINANCIËLE ACTIVA Liquide middelen De boekwaarde van de liquide middelen wordt geacht een redelijke benadering te zijn van de reële waarde. Bankiers De reële waarden van de vorderingen op banken zijn geschat op basis van de contante waarde van de verwachte toekomstige geldstromen, gebruik makend van de interestvoet die op de markt geldt voor vorderingen met dezelfde karakteristieken. Niet-handelsderivaten De reële waarde van de niet-handelsderivaten zijn gebaseerd op prijzen afgegeven door effectenmakelaars/handelaren of op interne waarderingsmodellen waarbij gebruik wordt gemaakt van het verdisconteren van toekomstige kasstromen. In deze modellen zijn veronderstellingen begrepen met betrekking tot kasstromen en de kredietwaardigheid van de tegenpartijen. De reële waarde van niethandelsderivaten is het geschatte bedrag dat ING Groep zou ontvangen of betalen als het contract op de balansdatum zou worden beëindigd. Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat De reële waarde van financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat is gebaseerd op beurskoersen. Voor activa waarvoor geen beurskoers beschikbaar is, wordt gebruik gemaakt van interne waarderingsmodellen waarbij gebruik wordt gemaakt van het verdisconteren van toekomstige kasstromen. In deze modellen zijn veronderstellingen begrepen met betrekking tot kasstromen en de kredietwaardigheid van de tegenpartijen. Beleggingen De reële waarde van aandelen zijn gebaseerd op beurskoersen of, indien niet genoteerd, op geschatte marktwaarden door gebruik te maken van beurskoersen van soortgelijke effecten. De reële waarden van schuldbewijzen zijn gebaseerd op de beurskoersen, voorzover deze beschikbaar zijn. De reële waarden van effecten waarin niet actief gehandeld wordt zijn geschat door gebruik te maken van waarden die zijn verkregen van private rating-bedrijven dan wel door de contante waarde te bepalen van de verwachte toekomstige geldstromen, gebruik makend van de huidige marktrente zoals deze van toepassing is gezien het rendement, de kredietwaardigheid en de looptijd van de belegging. Kredieten De boekwaarde van kredieten waarvan de waarde regelmatig wordt herzien en het kredietrisico niet in belangrijke mate is gewijzigd, wordt geacht een redelijke benadering te zijn van de reële waarde. De reële waarden van de overige leningen zijn geschat op basis van de contante waarde van de verwachte toekomstige geldstromen, gebruik makend van de interestvoet die op dit moment geldt voor leningen aan leners met eenzelfde risicoprofiel. De reële waarden van kredieten waarop geen interest wordt ontvangen, zijn geschat op basis van de contante waarde van de verwachte toekomstige ontvangsten op de reeds afgeboekte kredieten. De reële waarden van hypothecaire leningen zijn geschat door het bepalen van de contante waarde van de toekomstige geldstromen, gebruik makend van de interestvoet die op dat moment geldt voor soortgelijke leningen aan leners met eenzelfde risicoprofiel. De reële waarden van de polisbeleggingen met een vaste rente zijn geschat door het bepalen van de contante waarde van de geldstromen, gebruik makend van de interestvoet die geldt voor op dit moment uitgegeven polisbeleningen inzake soortgelijke polissen. Ten behoeve van de berekening worden leningen met dezelfde karakteristieken bij elkaar opgeteld. De reële waarden van polisbeleningen met een variabele rente is bij benadering gelijk aan de boekwaarde. Overige activa De boekwaarde van de overige activa balans wijkt niet materieel af van de reële waarde. FINANCIËLE PASSIVA Achtergestelde leningen De reële waarde van achtergestelde leningen is geschat op basis van de contante waarde van de geldstromen, gebruikmakend van de interestvoet die geldt voor soortgelijke instrumenten. Beleggingscontracten De reële waarden die gerelateerd zijn aan de beleggingscontracten, zijn geschat door de contante waarde van de geldstromen te bepalen, gebruik makend van de interestvoet die op dit moment van toepassing is op soortgelijke contracten met een resterende looptijd die overeenkomt met die van de betreffende contracten. Bankiers De reële waarden van de schulden aan banken zijn geschat op basis van de contante waarde van de toekomstige geldstromen, gebruik makend van de interestvoet die op dit moment van toepassing is op schulden aan banken met vergelijkbare voorwaarden. ING Groep Jaarverslag 2006 159 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep vervolg Toevertrouwde middelen De boekwaarden van de deposito’s van klanten en overige deposito’s zonder overeengekomen looptijden worden geacht een redelijke benadering te zijn van de reële waarde. De reële waarde van de overige deposito’s met overeengekomen looptijden zijn geschat op basis van de contante waarde van de toekomstig geldstromen, gebruik makend van de interestvoet die op dit moment van toepassing is op deposito’s met eenzelfde resterende looptijd. Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat De reële waarde van financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat is gebaseerd op beurskoersen. Voor verplichtingen waarvoor geen beurskoers beschikbaar is, wordt gebruik gemaakt van interne waarderingsmodellen waarbij gebruik wordt gemaakt van het verdisconteren van toekomstige kasstromen. In deze modellen zijn veronderstellingen begrepen met betrekking tot kasstromen en de kredietwaardigheid van de tegenpartijen. Uitgegeven schuldbewijzen en overige leningen De reële waarde van uitgegeven schuldbewijzen en overige leningen is geschat op basis van de contante waarde van de toekomstige kasstromen, gebruik makend van de interestvoet die op dit moment van toepassing is op deze instrumenten. Overige schulden De boekwaarde van de overige schulden wijkt niet materieel af van de reële waarde. De reële waarden van financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde zijn als volgt bepaald: Toegepaste methoden voor bepaling reële waarden van financiële activa en passiva 2006 ACTIVA Activa voor handelsdoeleinden Beleggingen voor risico polishouders Niet-handelsderivaten Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Beleggingen beschikbaar-voor-verkoop VREEMD VERMOGEN Verplichtingen voor handelsdoeleinden Niet-handelsderivaten Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Beleggingscontracten (voor contracten op reële waarde) Beurskoersen Waarderingsmethode op basis van markt Informatie Waarderingsmethode niet op basis van markt informatie Totaal 113.758 109.465 2.611 42.718 813 2.671 37.501 269 1.239 193.977 110.547 6.521 4.343 219.967 450.144 1.036 73.230 120.468 1.046 724 40.779 6.425 293.921 611.391 87.374 1.833 40.601 2.672 429 127.975 4.934 10.914 2.788 13.235 113.356 46.061 13.702 10 439 13.245 159.856 Het totale bedrag van veranderingen in reële waarde verantwoord in het resultaat dat is geschat met behulp van waarderingsmethoden is voor 2006 EUR 307 miljoen voor methoden op basis van marktinformatie en EUR 19 miljoen voor methoden niet op basis van marktinformatie. Gevoeligheid van reële waarden Indien de gebruikte veronderstellingen in de waarderingsmethoden die niet gebaseerd zijn op recente transacties in de markt zouden worden vervangen door redelijke alternatieven, zou dit geen significante impact hebben op de reële waarden of op het resultaat. 160 ING Groep Jaarverslag 2006 34 WETTELIJK VEREISTEN MET BETREKKING TOT SOLVABILITEIT ING Bank Kapitaalvereisten en het gebruik van vereist kapitaal zijn gebaseerd op richtlijnen die zijn ontwikkeld door het ‘Basel Committee on Banking Supervision’ (het Bazels comité) en de Richtlijnen van de Europese Unie in verband met het toezicht die zijn overgenomen door De Nederlandsche Bank (DNB). De Tier-1 ratio dient minimaal 4% te bedragen. De kapitaalratio (aangeduid als de ‘BIS ratio’) dient minimaal 8% te bedragen van alle naar risico gewogen activa, inclusief off-balance sheet posten en het marktrisico verbonden aan de handelsportefeuille. Vereist kapitaal met betrekking tot ING Bank 2006 2005 Eigen vermogen (moedermaatschappij) Belangen van derden Achtergestelde leningen aangemerkt als Tier-1 kapitaal (1) Goodwill Minderheidsbelang Record Bank Herwaarderingsreserve (2) Kernkapitaal – Tier-1 21.298 1.204 21.331 482 5.726 –136 162 –2.470 25.784 5.764 –77 170 –4.262 23.408 Aanvullend kapitaal – Tier-2 Beschikbaar Tier-3 vermogen Aftrekposten Toetsingsvermogen 12.367 329 –1.251 37.229 11.605 363 –650 34.726 Naar risico gewogen activa 337.926 319.653 Tier-1 BIS ratio 7,63% 11,02% 7,32% 10,86% (1) (2) achtergestelde leningen aangemerkt als Tier-1 kapitaal zijn door ING Groep N.V. bij ING Bank N.V. geplaatst de herwaarderingsreserve wordt in mindering gebracht omdat dit geen onderdeel van het Tier-1 kapitaal is (is begrepen in Tier-2). Deze aftrekpost bevat ook de cumulatieve herwaardering op beleggingen in onroerend goed. ING Verzekeringen Europese richtlijnen vereisen dat verzekeringsmaatschappijen gevestigd in een van de lidstaten van de Europese Unie een minimale solvabiliteitsmarge aanhouden. De solvabiliteitsmarge van ING Verzekeringen is bepaald in overeenstemming met deze EU richtlijn. Vermogenspositie ING Verzekeringen Totaal ING Verzekeringen N.V. 2006 2005 Aanwezig kapitaal Vereist kapitaal Surpluskapitaal Ratio aanwezig versus vereist kapitaal 25.505 9.296 16.209 22.541 8.851 13.690 274% 255% Niet-verzekeringsbedrijven kernschuld & overige eliminaties 2006 2005 –2.696 –2.579 Verzekeringsmaatschappijen 2006 2005 28.201 9.296 18.905 25.120 8.851 16.269 303% 284% In overeenstemming met de definitieve rapportage aan DNB is de splitsing tussen Niet-verzekeringsbedrijven kernschuld & overige eliminaties en Verzekeringsmaatschappijen aangepast. Dit heeft geen effect op Totaal ING Verzekeringen N.V. ING Groep Jaarverslag 2006 161 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Additionele informatie bij de geconsolideerde balans van ING Groep vervolg ING Groep De Nederlandsche Bank en de voormalige Pensioen- en Verzekeringskamer hebben afspraken gemaakt over de wijze waarop toezicht wordt uitgeoefend op de financiële conglomeraten. Deze afspraken zijn vastgelegd in het ‘Protocol’. Op basis van het ‘Protocol’ is ING Groep verplicht een bedrag aan minimum kapitaal, reserves en achtergestelde leningen te hebben dat minstens gelijk is aan: – het vereist kapitaal van de bankactiviteiten; plus – het vereist kapitaal van de verzekeringsactiviteiten. Voor toezichtdoeleinden worden bepaalde (extern) aangetrokken achtergestelde leningen van ING Bank N.V. en ING Verzekeringen N.V. meegeteld in het totaal aanwezige kapitaal. Het ‘protocol’ is per 1 januari 2007 zonder noemenswaardige wijzigingen opgenomen in de Nederlandse wet. Vermogen ING Groep vereist voor toezichtsdoeleinden 2006 2005 Eigen vermogen (moedermaatschappij) Exclusief: herwaarderingsreserve Preferente aandelen Preferente aandelen van groepsmaatschappijen Goodwill Achtergestelde leningen Kapitalisatie ING Groep 38.266 –3.066 215 1.138 –286 6.253 42.520 36.736 –6.304 296 1.269 –173 6.318 38.142 Achtergestelde leningen ING Bank N.V. (begrepen in Tier-2) Achtergestelde leningen ING Verzekeringen N.V. Kapitalisatie inclusief achtergestelde leningen 11.110 2.250 55.880 10.304 4.052 52.498 Vereist kapitaal bancaire activiteiten Vereist kapitaal verzekeringsactiviteiten Surpluskapitaal 27.034 9.296 19.550 25.572 8.851 18.075 162 ING Groep Jaarverslag 2006 Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening van ING Groep bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven 35 RENTERESULTAAT UIT DE BANCAIRE ACTIVITEITEN Renteresultaat bancaire activiteiten Rentebaten op leningen Rentebaten op leningen waarbij sprake is van een bijzondere waardevermindering Totale rentebaten op leningen Rentebaten op beleggingen beschikbaar voor verkoop Rentebaten op tot einde looptijd aangehouden beleggingen Rentebaten op handelsportefeuille Rentebaten niet-handelsderivaten Overige rentebaten Rentebaten uit de bancaire activiteiten Rentelasten op deposito’s bij banken Rentelasten op toevertrouwde middelen Rentelasten op uitgegeven schuldbewijzen Rentelasten op achtergestelde leningen Rentelasten op verplichtingen voor handelsdoeleinden Rentelasten op niet-handelsderivaten Overige rentelasten Rentelasten uit de bancaire activiteiten Renteresultaat uit de bancaire activiteiten 2006 2005 2004 21.970 18.912 15.846 13 21.983 –23 18.889 –84 15.762 6.989 5.989 6.175 755 21.414 5.231 2.798 59.170 639 15.237 5.658 1.764 48.176 2.628 25.448 3.559 15.107 3.173 1.132 2.371 11.960 2.911 1.126 1.351 9.440 2.688 892 18.821 5.159 3.027 49.978 13.369 5.821 1.551 39.109 2.336 16.707 9.192 9.067 8.741 883 De presentatie van rentebaten en rentelasten is gewijzigd in 2005 als gevolg van de implementatie van IAS 32 en 39. In 2004 werden de rentebaten en lasten voor bepaalde handelsderivaten verantwoord onder het Netto handelsresultaat. Vanaf 2005 worden deze rentebaten en rentelasten verantwoord onder het Renteresultaat bancaire activiteiten. Deze herrubricering resulteert voor 2005 in een toename van rentebaten en rentelasten van ongeveer EUR 12 miljard. Voor bepaalde niet-handelsderivaten werden gedurende 2004 de rentebaten en lasten netto gepresenteerd die vanaf 2005 bruto worden gepresenteerd. Als gevolg van dit presentatieverschil zijn de rentebaten voor 2005 EUR 5 miljard hoger ten opzichte van 2004. Rentemarge in percentages 2006 2005 2004 Rentemarge 1,06 1,16 1,22 In 2006 heeft de toename van het gemiddeld balanstotaal geresulteerd in een groei van het renteresultaat met EUR 1.040 miljoen (2005: EUR 1.214 miljoen; 2004: EUR 1.183 miljoen). De verkrapping van de rentemarge met 10 basispunten heeft in 2006 geresulteerd in een afname van het renteresultaat met EUR 867 miljoen. In 2005 heeft een verkrapping van de marge van 6 basispunten geresulteerd in een afname van EUR 345 miljoen van het renteresultaat. In 2004 heeft een verkrapping van de marge van 9 basispunten geresulteerd in een afname van EUR 453 miljoen van het renteresultaat. 36 BRUTO PREMIE-INKOMEN Premie-inkomen uit verzekeringsactiviteiten Bruto premie-inkomen levensverzekeringen Bruto premie-inkomen schadeverzekeringen 2006 2005 2004 40.502 6.333 46.835 39.145 6.613 45.758 36.975 6.642 43.617 ING Groep Jaarverslag 2006 163 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening van ING Groep vervolg Het bruto premie-inkomen is opgenomen vóór aftrek van afgegeven herverzekerings- en retrocessiepremies. Onder premie-inkomen zijn geen ontvangen premies voor beleggingscontracten opgenomen, hiervoor wordt ‘deposit accounting’ toegepast. Effect van herverzekering op geboekte premies Geboekte bruto premies Geboekte bruto ontvangen herverzekeringspremies Totaal geboekte bruto premies Afgegeven herverzekeringspremies 2006 2005 Schade 2004 2006 2005 Leven 2004 2006 2005 Totaal 2004 6.279 6.556 6.592 38.838 37.644 35.532 45.117 44.200 42.124 54 6.333 57 6.613 50 6.642 1.664 40.502 1.501 39.145 1.443 36.975 1.718 46.835 1.558 45.758 1.493 43.617 339 5.994 526 6.087 756 5.886 2.004 38.498 2.031 37.114 1.619 35.356 2.343 44.492 2.557 43.201 2.375 41.242 Herverzekeringsdeel 2005 2004 2006 2005 Bruto 2004 Effect van herverzekering op verdiende schade-premies 2006 2005 2004 Geboekte bruto premies Geboekte bruto ontvangen herverzekeringspremies Totaal geboekte bruto premies 6.248 58 6.306 6.712 57 6.769 6.492 50 6.542 Afgegeven herverzekeringspremies 377 5.929 636 6.133 729 5.813 Bruto premie-inkomen levensverzekeringsbedrijf 2006 Eigen rekening 2005 2004 2006 Verzekeringen voor risico verzekeraar Verzekeringen voor risico polishouder Totaal direct bedrijf 19.563 18.180 37.743 19.086 17.691 36.777 18.336 16.360 34.696 944 151 1.095 808 59 867 783 53 836 20.507 18.331 38.838 19.894 17.750 37.644 19.119 16.413 35.532 Indirect bedrijf 755 38.498 337 37.114 660 35.356 1.020 2.115 2.016 2.883 1.430 2.266 1.775 40.613 2.353 39.997 2.090 37.622 38.498 37.114 35.356 111 2.004 852 2.031 647 1.619 111 40.502 852 39.145 647 36.975 Eliminaties 164 ING Groep Jaarverslag 2006 Geboekte premies direct bedrijf levensverzekering 2006 Periodieke premies Individueel – zonder winstdeling – met winstdeling Collectief – zonder winstdeling – met winstdeling Totaal periodieke premies Premies ineens Individueel – zonder winstdeling – met winstdeling Collectief – zonder winstdeling – met winstdeling Totaal premies ineens Totaal premies levensverzekeringsbedrjif Verzekeringen voor risico verzekeraar Eigen Herverzerekening keringsdeel Bruto 7.231 2.396 9.627 1.747 106 1.853 8.978 2.502 11.480 3.787 662 4.449 –926 13 –913 2.861 675 3.536 14.076 940 2.048 2.326 4.374 1 Verzekeringen voor risico polishouder Eigen Herverzerekening keringsdeel Bruto 4.804 11 4.815 4.804 11 4.815 6.709 16 6.725 6.709 16 6.725 15.016 11.513 27 11.540 4.427 113 4.540 1 2.049 2.326 4.375 4.427 113 4.540 753 360 1.113 753 363 1.116 2.240 11 2.251 3 3 2.240 11 2.251 5.487 4 5.491 6.667 124 6.791 19.563 944 20.507 18.180 151 18.331 In het Totaal premies ineens is EUR 313 miljoen in 2006 (2005: EUR 520 miljoen; 2004: EUR 457 miljoen) begrepen aan winstdeling. ING Groep Jaarverslag 2006 165 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening van ING Groep vervolg Geboekte premies direct bedrijf levensverzekering 2005 Periodieke premies Individueel – zonder winstdeling – met winstdeling Collectief – zonder winstdeling – met winstdeling Totaal periodieke premies Premies ineens Individueel – zonder winstdeling – met winstdeling Collectief – zonder winstdeling – met winstdeling Totaal premies ineens Totaal premies levensverzekeringsbedrjif 166 ING Groep Jaarverslag 2006 Verzekeringen voor risico verzekeraar Eigen Herverzerekening keringsdeel Bruto Verzekeringen voor risico polishouder Eigen Herverzerekening keringsdeel Bruto 8.689 2.389 11.078 679 49 728 9.368 2.438 11.806 3.841 2 3.843 3.841 2 3.843 2.364 680 3.044 66 10 76 2.430 690 3.120 6.234 24 6.258 6.234 24 6.258 14.122 804 14.926 10.075 26 10.101 903 2.965 3.868 1 5.663 22 5.685 1 904 2.965 3.869 5.663 22 5.685 563 533 1.096 563 536 1.099 1.953 11 1.964 3 3 1.953 11 1.964 4.964 4 4.968 7.616 33 7.649 19.086 808 19.894 17.691 59 17.750 Geboekte premies direct bedrijf levensverzekering Verzekeringen voor risico verzekeraar Eigen Herverzerekening keringsdeel Bruto 2004 Periodieke premies Individueel – zonder winstdeling – met winstdeling Collectief – zonder winstdeling – met winstdeling Totaal periodieke premies Premies ineens Individueel – zonder winstdeling – met winstdeling Collectief – zonder winstdeling – met winstdeling Totaal premies ineens Totaal premies levensverzekeringsbedrjif 5.973 4.139 10.112 632 74 706 6.605 4.213 10.818 2.165 788 2.953 58 14 72 13.065 1.475 2.716 4.191 Verzekeringen voor risico polishouder Eigen Herverzerekening keringsdeel Bruto 3.565 1 3.566 3.565 1 3.566 2.223 802 3.025 6.616 37 6.653 6.616 37 6.653 778 13.843 10.181 38 10.219 1 4.010 1 4.011 1 1.476 2.716 4.192 4.010 1 4.011 677 403 1.080 677 407 1.084 2.169 14 2.183 4 4 2.169 14 2.183 5.271 5 5.276 6.179 15 6.194 18.336 783 19.119 16.360 53 16.413 Schadeverzekeringsbedrijf naar schadebranche 2006 Ziekte Ongevallen (1) Wettelijke aansprakelijkheid motor Motor overig Zee-, transport en luchtvaartverzekering Brand en andere schade aan zaken Algemene aansprakelijkheid Krediet en borgtocht Rechtsbijstand Diverse geldelijke verliezen Indirect bedrijf (1) (2) (3) Geboekte bruto premies 687 765 995 1.550 81 1.589 420 56 30 106 54 6.333 Verdiende bruto Bruto premies(2) schadelast 654 772 1.006 1.507 90 1.580 423 59 32 125 58 6.306 488 326 548 838 34 830 174 3 9 60 17 3.327 Acquisitie kosten en overige Saldo verzekerings- herverzekeBedrijfstechnische ringsbaten/ kosten lasten(3) lasten 62 92 126 55 11 155 52 9 8 16 3 589 100 129 228 297 18 445 119 11 8 21 15 1.391 –4 –5 –10 8 –17 –51 –18 –11 –3 –10 –121 Operationeel resultaat 20 389 256 378 14 155 156 27 8 56 32 1.491 inclusief arbeidsongeschiktheid exclusief herverzekering inclusief overige technische lasten. ING Groep Jaarverslag 2006 167 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening van ING Groep vervolg Schadeverzekeringsbedrijf naar schadebranche 2005 Ziekte Ongevallen (1) Wettelijke aansprakelijkheid motor Motor overig Zee-, transport en luchtvaartverzekering Brand en andere schade aan zaken Algemene aansprakelijkheid Krediet en borgtocht Rechtsbijstand Diverse geldelijke verliezen Indirect bedrijf (1) (2) (3) Geboekte bruto premies Verdiende bruto premies (2) Bruto schadelast Bedrijfskosten 1.154 780 927 1.442 109 1.503 406 61 40 134 57 6.613 1.118 803 946 1.467 127 1.551 408 64 40 188 57 6.769 915 470 544 723 56 1.287 156 24 22 158 44 4.399 144 128 132 170 17 242 88 13 13 25 6 978 Acquisitie kosten en overige Saldo verzekerings- herverzeketechnische ringsbaten/ lasten (3) lasten 122 98 118 240 17 324 85 10 6 24 15 1.059 Operationeel resultaat 32 –7 –10 12 –26 365 –16 –11 92 268 272 379 11 101 137 10 1 12 352 17 22 1.309 inclusief arbeidsongeschiktheid exclusief herverzekering inclusief overige technische lasten. Schadeverzekeringsbedrijf naar schadebranche 2004 Ziekte Ongevallen (1) Wettelijke aansprakelijkheid motor Motor overig Zee-, transport en luchtvaartverzekering Brand en andere schade aan zaken Algemene aansprakelijkheid Krediet en borgtocht Rechtsbijstand Diverse geldelijke verliezen Indirect bedrijf (1) (2) (3) inclusief arbeidsongeschiktheid exclusief herverzekering inclusief overige technische lasten. 168 ING Groep Jaarverslag 2006 Geboekte bruto premies Verdiende bruto premies (2) Bruto schadelast Bedrijfskosten 1.097 872 840 1.335 141 1.489 438 57 35 288 50 6.642 1.078 857 839 1.344 142 1.495 430 54 35 217 51 6.542 785 507 556 663 55 681 228 3 25 109 24 3.636 127 125 106 161 18 228 69 10 13 22 4 883 Acquisitie kosten en overige Saldo verzekerings- herverzeketechnische ringsbaten/ lasten (3) lasten 169 111 94 204 22 306 89 10 6 28 –49 990 –50 5 –10 –5 –38 –135 –46 –14 –49 –5 –347 Operationeel resultaat 77 271 94 362 9 156 20 20 –8 509 99 1.609 37 OPBRENGST BELEGGINGEN Opbrengst beleggingen naar verzekerings- en bancaire activiteiten 2006 Opbrengst uit beleggingen in onroerend goed Dividenden Verzekeringsactiviteiten 2005 2004 2006 248 151 399 2005 Totaal 2004 318 688 1.006 400 550 950 535 576 1.111 206 479 685 287 425 712 6.359 5.757 5.302 6.359 5.757 5.302 200 1.640 212 345 259 1.695 223 406 332 1.664 171 626 18 12 200 1.640 212 363 259 1.695 223 418 332 1.664 171 626 8.756 8.340 8.095 18 12 8.774 8.352 8.095 Resultaat op verkoop schuldbewijzen Bijzondere waardeverminderingen op schuldbewijzen beschikbaar-voor-verkoop Resultaat en bijzondere waardeverminderingen op schuldbewijzen –56 245 93 60 37 305 36 34 36 34 –20 279 Resultaat op verkoop van aandelen (Terugboeking van) bijzondere waardeverminderingen op aandelen beschikbaar-voor-verkoop Resultaat en bijzondere waardeverminderingen op aandelen 772 511 –25 –46 747 465 108 10.379 143 9.912 Veranderingen in reële waarde van beleggingen in onroerend goed Opbrengst beleggingen 194 71 265 2006 184 604 788 Opbrengst uit beleggingen in schuldbewijzen Opbrengst uit leningen – particuliere leningen – leningen met hypothecaire zekerheid – polisbeleningen – overig Opbrengst uit beleggingen in schuldbewijzen en leningen 134 84 218 Bancaire activiteiten 2005 2004 93 60 73 339 149 171 921 682 604 –17 –45 45 –42 –91 45 604 132 126 45 879 591 649 137 9.548 67 528 59 522 62 506 175 10.907 202 10.434 199 10.054 Verzekeringsactiviteiten 2005 2004 2006 Bancaire activiteiten 2005 2004 2006 2005 Totaal 2004 704 1.064 1.163 2.667 295 974 6.867 645 905 1.005 2.207 319 764 5.845 620 946 272 2.025 140 1.656 5.659 604 38 PROVISIE-INKOMEN Bruto provisiebaten 2006 Betalingsverkeer Effectenbedrijf Assurantiebedrijf Beheervergoeding Makelaarscourtage en advieskosten Overig 992 1.723 88 270 3.073 890 1.420 167 119 2.596 136 1.156 1.032 2.324 704 1.064 171 944 207 704 3.794 645 905 115 787 152 645 3.249 620 946 136 869 140 624 3.335 ING Groep Jaarverslag 2006 169 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening van ING Groep vervolg Provisielasten 2006 Betalingsverkeer Effectenbedrijf Assurantiebedrijf Beheervergoeding Makelaarscourtage en advieskosten Overig 551 805 7 75 1.438 Verzekeringsactiviteiten 2005 2004 500 686 10 54 1.250 19 686 419 1.124 2006 Bancaire activiteiten 2005 2004 2006 2005 Totaal 2004 56 264 500 825 16 437 2.098 45 281 19 789 1 745 1.880 Totaal 2004 140 347 56 264 45 281 204 2 420 1.113 139 6 383 848 103 1 326 756 140 347 551 1.009 9 495 2.551 Bancaire activiteiten 2005 2004 2006 2005 39 HERWAARDERINGSRESULTAAT NIET-HANDELSDERIVATEN Herwaarderingsresultaat niet-handelsderivaten 2006 Veranderingen in reële waarde derivaten: – reële waarde hedges – kasstroomhedges (ineffectieve deel) – hedges van netto investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen (ineffectieve deel) - overige niet-handelsderivaten Netto resultaat op niet-handelsderivaten Verandering in reële waarde van activa en passiva (afgedekte instrumenten) Herwaarderingen op activa en verplichtingen geclassificeerd als tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat (exclusief handelsportefeuille) Netto herwaarderingsresultaat Verzekeringsactiviteiten 2005 2004 –162 87 –12 –85 –259 2006 203 –7 –425 –1 41 –7 –338 –1 –16 –152 –81 391 587 296 –130 –12 306 328 –16 144 –211 211 –98 –203 467 8 369 –48 –179 –247 137 –111 226 –247 89 –111 47 Er zijn geen vergelijkende cijfers voor 2004 omdat IAS 39 vanaf 1 januari 2005 wordt toegepast. 170 ING Groep Jaarverslag 2006 40 NETTO HANDELSRESULTAAT Netto handelsresultaat 2006 Resultaat uit handelsportefeuille effecten Valutaresultaat Overige 159 120 –7 272 Verzekeringsactiviteiten 2005 2004 84 –87 9 6 2006 323 –72 12 263 –804 282 1.422 900 Bancaire activiteiten 2005 2004 660 378 –618 420 365 566 –306 625 2006 2005 Totaal 2004 –645 402 1.415 1.172 744 291 –609 426 688 494 –294 888 Valutaresultaten bevatten resultaten uit contante transacties en termijntransacties, opties, futures en resultaten uit de omrekening van activa en verplichtingen luidende in vreemde valuta. Resultaat uit handelsportefeuille effecten bevat de resultaten uit ‘market making’ voor effecten zoals overheidspapier, aandelen, obligaties uitgegeven door bedrijven, geldmarktproducten en rentederivaten zoals swaps, opties, futures en termijncontracten. Het deel van het netto handelsresultaat voor het jaar 2006 dat betrekking heeft op effecten uit de handelsportefeuille die op 31 december nog op de balans stonden bedraagt EUR –121 miljoen (2005: EUR 7 miljoen; 2004: EUR 154 miljoen). De meerderheid van de risico’s uit valuta- en effectenhandel is economisch afgedekt door diveraten. Het resultaat uit effectenhandel wordt deels gecompenseerd door deze derivaten. Het resultaat uit deze derivaten bedraagt EUR 1.662 miljoen en is begrepen in Overige. 41 OVERIGE BATEN Overige baten 2006 Baten uit operationele lease-overeenkomsten Negatieve goodwill Overige –5 –5 Verzekeringsactiviteiten 2005 2004 149 149 2006 150 150 Bancaire activiteiten 2005 2004 66 72 410 476 489 561 112 26 238 376 2006 2005 66 72 405 471 638 710 Totaal 2004 112 26 388 526 42 VERZEKERINGSTECHNISCHE LASTEN Verzekeringstechnische lasten Bruto verzekeringstechnische lasten Beleggingsbaten voor risico polishouders Herverzekeringsdeel Verzekeringstechnische lasten 2006 2005 2004 53.065 –2.702 –2.175 48.188 54.594 –5.074 –2.400 47.120 48.925 –2.309 –1.232 45.384 ING Groep Jaarverslag 2006 171 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening van ING Groep vervolg Verzekeringstechnische lasten naar soort Levensverzekeringslasten Herverzekering en retrocessiepremies Uitkeringen voor eigen rekening Herverzekeringsdeel Mutatie in overige technische voorzieningen voor eigen rekening Acquisitiekosten inzake verzekeringsactiviteiten Overige verzekeringstechnische lasten Winstdeling en kortingen Schadeverzekeringslasten Herverzekering en retrocessiepremies Schaden voor eigen rekening Herverzekeringsdeel Mutatie in de voorziening voor niet-verdiende premies Mutatie in de voorziening voor te betalen schaden Acquisitiekosten inzake verzekeringsactiviteiten Overige verzekeringstechnische lasten Lasten uit beleggingscontracten Acquisitiekosten inzake beleggingscontracten Winstdeling en kortingen Overige wijzigingen in de verplichting voor beleggingscontracten 2006 2005 2004 2.004 26.234 –1.705 2.031 22.129 –1.625 1.619 25.774 –929 13.420 1.083 439 801 42.276 14.650 1.060 364 2.214 40.823 11.098 1.324 713 684 40.283 339 3.848 –470 526 4.343 –775 756 3.598 –303 65 –209 1.043 –71 4.545 –46 –49 1.012 –52 4.959 73 58 951 –32 5.101 31 64 53 17 1.272 1.367 1.268 1.338 48.188 47.120 45.384 2006 2005 2004 458 369 –26 801 1.824 379 11 2.214 313 371 Winstdeling en kortingen Uitkeringen uit hoofde van rente of technisch resultaat Winsttoekenningen in de vorm van bijschrijvingen Lasten uit latente winstdeling 684 In de Verzekeringstechnische lasten is in 2006 EUR 4.141 miljoen begrepen aan betaalde en verschuldigde provisies (2005: EUR 3.956 miljoen; 2004: EUR 4.258 miljoen) met betrekking tot verzekeringsactiviteiten. De afschrijvingskosten van de overlopende acquisitiekosten bedroegen in 2006 EUR 1.444 miljoen (2005: EUR 1.475 miljoen; 2004: EUR 2.031 miljoen). De Verzekeringstechnische lasten over 2006 bevatten een bedrag van EUR 181 miljoen (2005: EUR 220 miljoen; 2004: EUR 100 miljoen) met betrekking tot het versterken van de reserves in de divisie Insurance Asia/Pacific zoals beschreven onder Gesegmenteerde informatie. Beleggingsbaten en herwaarderingen op beleggingen voor risico polishouders van EUR 2.702 miljoen (2005: EUR 5.074 miljoen; 2004: EUR 2.309 miljoen) worden niet verantwoord onder Opbrengst beleggingen en herwaarderingen op activa en verplichtingen geclassificeerd als tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat, maar zijn begrepen onder Verzekeringstechnische lasten tezamen met een gelijk bedrag aan verandering van de voorziening voor verzekeringen voor risico polishouders. In 2004 heeft ING door middel van een medeverzekeringsovereenkomst een deel van de levensverzekeringsactiviteiten aan Scottish Re overgedragen. ING heeft voor deze transactie in 2004 een verlies verantwoord in de Verzekeringstechnische lasten voor een bedrag van EUR 160 miljoen. Dit verlies geeft de vermindering weer van de hieraan gerelateerde overlopende acquisitiekosten. Daarnaast zal een 172 ING Groep Jaarverslag 2006 bedrag van EUR 240 miljoen worden afgeschreven over de looptijd van de onderliggende contracten, te beginnen in 2005 en geleidelijk afnemend naar mate de contracten aflopen. Het bedrag aan afschrijving bedroeg in 2006 EUR 32 miljoen (2005: EUR 34 miljoen). De cumulatieve afschrijvingen bedroegen EUR 66 miljoen (2005: EUR 34 miljoen). 43 OVERIGE BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN Overige bijzondere waardeverminderingen en terugboekingen daarvan verantwoord in het resultaat Bijzondere waardeverminderingen 2006 2005 2004 Gebouwen en bedrijfsmiddelen Onroerend goed in ontwikkeling ten behoeve van derden Deelnemingen Overige immateriële vaste activa –1 82 22 Terugboekingen van bijzondere waardeverminderingen 2006 2005 2004 –4 –27 19 3 2006 2005 Totaal 2004 –5 55 22 21 76 22 19 3 10 31 21 103 22 –4 10 27 –27 Bijzondere waardeverminderingen op kredieten worden verantwoord onder Mutatie voorziening dubieuze debiteuren. Bijzondere waardeverminderingen op beleggingen worden verantwoord onder Opbrengst beleggingen. 44 PERSONEELSKOSTEN Personeelskosten 2006 Salarissen Lasten met betrekking tot pensioenen en andere personeelsverplichtingen Sociale lasten Aandelengerelateerde beloningen Overige personeelskosten Verzekeringsactiviteiten 2005 2004 2006 Bancaire activiteiten 2005 2004 2006 2005 Totaal 2004 2.012 2.038 1.928 3.480 3.286 3.308 5.492 5.324 5.236 79 196 143 214 144 191 206 444 256 444 484 426 285 640 399 658 628 617 54 457 2.798 36 470 2.901 19 404 2.686 58 932 5.120 33 726 4.745 57 706 4.981 112 1.389 7.918 69 1.196 7.646 76 1.110 7.667 Pensioenlasten en andere personeelsvergoedingen 2006 Kosten huidige dienstjaar Kosten verstreken dienstjaren Rentelasten Verwachte opbrengsten op beleggingen Amortisatie van ongerealiseerde kosten verstreken dienstjaren Amortisatie van ongerealiseerde actuariële resultaten Effect van inkrimping of afrekening Defined benefit postemployment plans Defined contribution plans Pensioenen 2005 2004 417 18 703 477 192 643 434 –820 –710 –686 699 Uitkeringen na dienstverband anders dan pensioenen 2006 2005 2004 13 –1 11 42 31 40 35 2006 2005 23 1 7 32 5 35 –22 Overige 2004 Totaal 2004 2006 2005 14 453 18 721 551 197 718 748 –11 –820 –732 –697 –149 –411 –3 240 323 519 45 285 76 399 109 628 6 –5 471 –5 22 22 –6 –12 –3 –147 –396 334 590 444 –129 –314 66 4 –3 35 47 9 ING Groep Jaarverslag 2006 173 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening van ING Groep vervolg Remuneratie topkader De informatie aangaande aandelen gerelateerde beloningsregelingen en de beloning van leden van de Raad van Bestuur en leden van de Raad van Commissarissen is opgenomen in het remuneratierapport in het jaarverslag (pagina 74 tot en met 86). Deze informatie maakt onderdeel uit van de gecontroleerde jaarrekening. Optie- en aandelenregeling ING Groep heeft optierechten op aandelen ING en voorwaardelijke rechten op certificaten van aandelen optierechten toegekend aan een aantal leidinggevende functionarissen (leden van de Raad van Bestuur, alsmede directeuren en overige door de Raad van Bestuur aangewezen functionarissen), aan alle medewerkers van ING Groep in Nederland en aan een aanzienlijk aantal medewerkers in het buitenland. Het doel van de optie- en aandelenregeling is, naast het bevorderen van een duurzame groei van ING Groep, het aantrekken, behouden en motiveren van leidinggevende functionarissen en medewerkers. ING Groep koopt eigen aandelen in op het moment dat de opties worden toegekend om aan haar verplichtingen die uit de bestaande optieregeling voortvloeien te voldoen en om het positierisico met betrekking tot de betreffende opties af te dekken (een zogenaamde delta hedge). Per 31 december 2006 worden 52.722.755 eigen aandelen (2005: 38.722.934; 2004: 29.427.538) gehouden in verband met de optieregeling tegenover 74.175.909 uitstaande opties (2005: 85.128.950; 2004: 81.010.410). Hiermee zijn de toegekende optierechten afgedekt (delta hedged), rekening houdend met de volgende factoren: uitoefenprijs, beurskoers, de zero-coupon rentevoet, dividendrendement, verwachte volatiliteit en gedrag van medewerkers. Op vooraf vastgestelde tijdstippen wordt bekeken of het afdekken nog voldoende effectief is. Verplichtingen uit hoofde van aandelenregelingen worden niet afgedekt. De verplichtingen uit hoofde van deze regelingen zullen worden voldaan door middel van uitgifte van aandelen. Op 15 maart 2007 zijn 6,5 miljoen aandelen uitgegeven met betrekking tot het onvoorwaardelijk worden van aandelenregelingen. Optierechten hebben een looptijd van vijf of tien jaar. Optierechten die niet binnen deze periode worden uitgeoefend, komen te vervallen. Toegekende optierechten zullen geldig blijven (tot uitoefendatum), zelfs na beëindiging van de optieregeling. Aan de optierechten zijn bepaalde voorwaarden verbonden, waaronder een dienstverband gedurende een bepaalde aaneengesloten periode. De uitoefenprijzen van de opties zijn gelijk aan de beurskoers van het aandeel ING Groep op de dag dat de opties worden toegekend. Aan het recht op certificaten van aandelen zijn bepaalde voorwaarden verbonden. Als de deelnemer vanaf de datum van ontvangst van het recht drie jaar onafgebroken in dienst blijft bij ING, wordt het recht onvoorwaardelijk. In 2006 zijn 52.100 rechten op certificaten van aandelen verstrekt (2005: 73.500) aan de leden van de Raad van Bestuur en 2.432.686 rechten op certificaten van aandelen verstrekt (2005: 2.907.101) aan leidinggevende functionarissen en overig personeel. De Raad van Bestuur van ING Groep zal ieder jaar vaststellen of, en in welke mate, de optie- en aandelenregeling zal worden voortgezet. Mutaties in de openstaande optierechten 2006 Balanswaarde begin van het jaar Verstrekt Uitgeoefend Vervallen Verlopen Balanswaarde eind van het jaar 85.128.950 13.872.880 17.213.518 1.338.877 6.273.526 74.175.909 Aantal uitstaande opties 2005 2004 81.010.410 15.734.031 2.820.253 298.315 8.496.923 85.128.950 83.187.633 13.568.410 918.566 940.054 13.887.013 81.010.410 Gewogen gemiddelde uitoefenprijs 2006 2005 2004 24,42 32,78 20,64 25,78 25,99 25,99 24,97 23,28 21,15 23,60 30,26 24,42 26,39 18,71 16,96 20,05 29,45 24,97 De gewogen gemiddelde aandelenkoers op de datum van uitoefening in 2006 was EUR 32,02. Mutaties in de voorwaardelijke optierechten 2006 Balanswaarde begin van het jaar Verstrekt Onvoorwaardelijk geworden Vervallen Balanswaarde eind van het jaar 174 ING Groep Jaarverslag 2006 41.407.132 13.872.880 15.390.327 1.337.764 38.551.921 Voorwaardelijke opties 2005 2004 48.317.040 15.734.031 22.394.188 249.751 41.407.132 51.392.079 11.435.785 14.085.603 425.221 48.317.040 2006 3,65 6,49 4,65 3.85 4,57 Gewogen gemiddelde reële waarde bij verstrekking 2005 2004 4,85 3,49 6,11 3,54 3,65 6,21 3,55 8,80 3,64 4,85 Uitstaande en uitoefenbare optierechten Uitoefenprijs in euro’s 0,00 – 15,00 15,00 – 20,00 20,00 – 25,00 25,00 – 30,00 30,00 – 35,00 35,00 – 40,00 Aantal uitstaande opties per 31 december 2006 Gewogen gemiddelde resterende uitoefenperiode 7.953.108 10.162.164 14.820.967 19.937.148 13.696.046 7.606.476 74.175.909 6,18 7,20 8,24 4,44 9,20 4,09 Uitoefenbare Gewogen opties per gemiddelde 31 december uitoefenprijs 2006 12,72 18,69 23,25 28,73 32,78 35,58 7.953.108 121.471 44.875 19.796.024 102.034 7.606.476 35.623.988 Gewogen gemiddelde resterende uitoefenperiode Gewogen gemiddelde uitoefenprijs 6,19 6,66 5,65 4,43 4,59 4,16 12,72 18,49 23,12 28,74 32,93 35,58 Gewogen gemiddelde resterende uitoefenperiode Gewogen gemiddelde uitoefenprijs 7,20 7,97 8,11 5,21 2,86 3,48 12,89 18,70 23,21 28,57 33,15 35,47 Uitstaande en uitoefenbare optierechten Uitoefenprijs in euro’s 0,00 – 15,00 15,00 – 20,00 20,00 – 25,00 25,00 – 30,00 30,00 – 35,00 35,00 – 40,00 Aantal uitstaande opties per 31 december 2005 Gewogen gemiddelde resterende uitoefenperiode Gewogen gemiddelde uitoefenprijs 16.872.752 10.797.877 15.423.891 27.110.926 361.530 14.561.974 85.128.950 7,18 8,20 9,23 5,28 2,86 3,48 12,71 18,69 23,25 28,59 33,15 35,47 Uitoefenbare opties per 31 december 2005 2.423.643 301.461 172.095 25.901.115 361.530 14.561.974 43.721.818 De geaggregeerde intrinsieke waarde van uitstaande en uitoefenbare opties was op 31 december 2006 EUR 579 miljoen en EUR 264 miljoen. De totale niet-verantwoorde kosten met betrekking tot opties bedraagt per 31 december 2006 EUR 90 miljoen (2005: EUR 50 miljoen; 2004: EUR 24 miljoen). Van deze kosten wordt verwacht dat ze worden verantwoord over een gemiddelde periode van 1,9 jaar (2005: 2,0 jaar; 2004: 1,8 jaar). De liquide middelen ontvangen bij het uitoefenen van aandelenopties bedroeg over 2006 EUR 355 miljoen (2005: nihil; 2004: nihil). De reële waarde van de toegekende opties wordt over de periode waarin de opties onvoorwaardelijk worden onder de personeelskosten verantwoord als last. De reële waarden worden bepaald aan de hand van een Monte Carlo simulatie. In dit model wordt de risicovrije interestvoet (tussen 3,55% en 4,04%) in de berekening meegenomen, evenals de verwachte looptijd van de toegekende opties (0,5 tot 6,5 jaar), de uitoefenprijs, de huidige prijs van een aandeel (EUR 32,77 – EUR 33,92), de verwachte volatiliteit van de certificaten van ING Groep aandelen (23% - 41%) en verwachte dividenden tussen 3,57% en 3,69%. Door verschillen in het tijdstip van het toekennen van de optierechten en de inkoop van eigen aandelen om deze optiepositie af te dekken kunnen resultaten ontstaan indien aandelen worden ingekocht tegen een andere prijs dan de uitoefenprijs van de opties. Deze resultaten worden in het Eigen Vermogen verantwoord. ING Groep is echter niet voornemens dergelijke posities te creëren en indien posities ontstaan, worden deze zo spoedig mogelijk afgedekt. Indien optierechten vervallen wordt het resultaat op (de verkoop van) de aandelen die waren gekocht om de optierechten af te dekken ten gunste dan wel ten laste van het Eigen vermogen gebracht. ING Groep Jaarverslag 2006 175 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening van ING Groep vervolg Verloop in aandelenregeling Balanswaarde begin van het jaar Verstrekt Onvoorwaardelijk geworden Vervallen Balanswaarde eind van het jaar 2006 2005 6.499.469 2.484.786 155.522 455.587 8.373.146 3.715.896 2.980.601 152.006 45.022 6.499.469 Aandelen 2004 3.792.509 76.613 3.715.896 2006 22,92 29,62 22,48 23,10 24,90 Gewogen gemiddelde reële waarde bij verstrekking 2005 2004 19,38 27,50 20,26 24,71 22,92 19,38 19,37 19,38 De reële waarde van de toegekende aandelen wordt over de periode dat de toegekende aandelen onvoorwaardelijk worden als last in de winst- en verliesrekening verwerkt. De reële waarden zijn bepaald aan de hand van een Monte Carlo Simulatie waarderingsmodel. Dit model houdt rekening met de risicovrije rente. Voor de ‘performance’ aandelen wordt ook rekening gehouden met huidige aandelenkoersen, verwachte volatiliteit en de huidige dividenden van de referentiegroep die wordt gebruikt om de plaats van ING te bepalen op basis van het totale rendement voor aandeelhouders. De totale niet-verantwoorde kosten met betrekking tot aandelen bedragen per 31 december 2006 EUR 88 miljoen (2005: EUR 81 miljoen; 2004: EUR 51 miljoen). Van deze kosten wordt verwacht dat ze worden verantwoord over een gemiddelde periode van 1,8 jaar (2005: 1,9 jaar; 2004: 2,2 jaar). 45 OVERIGE RENTELASTEN Overige rentelasten bestaan voor het grootste deel uit rente in verband met verzekeringsactiviteiten, inclusief rente op de uitgegeven eeuwigdurende achtergestelde leningen. Onder de Overige rentelasten zijn voor EUR 10 miljoen en EUR 101 miljoen betaald dividend op preferente aandelen en trust preferred securities begrepen (2005: EUR 14 miljoen en EUR 111 miljoen; 2004: nihil en EUR 136 miljoen). Het totaal aan rentebaten en -lasten voor instrumenten niet gewaardeerd tegen reële waarde met waarde mutaties door het resultaat voor 2006 waren respectievelijk EUR 41.281 miljoen (2005: EUR 35.632 miljoen) en EUR 27.014 miljoen (2005: EUR 20.888 miljoen). Het Totaal netto renteresultaat van EUR 16.932 miljoen wordt gepresenteerd in en bestaat uit de volgende toelichtingen op de winst- en verliesrekening. Totaal netto renteresultaat Rente resultaat – bank 35 Opbrengst uit beleggingen – verzekeringen 37 Overige rentelasten 176 ING Groep Jaarverslag 2006 2006 2005 2004 9.192 8.756 1.016 16.932 9.067 8.340 969 16.438 8.741 8.095 1.019 15.817 46 OVERIGE BEDRIJFSLASTEN Overige bedrijfslasten 2006 Afschrijvingen op gebouwen en bedrijfsmiddelen Automatiseringskosten Huisvestingskosten Reis- en verblijfskosten Reclame en public relations Kosten externe adviseurs Overige Toevoeging/vrijval van voorzieningen voor reorganisaties en bedrijfsverplaatsingen Verzekeringsactiviteiten 2005 2004 2006 Bancaire activiteiten 2005 2004 2006 2005 Totaal 2004 102 331 629 102 177 581 572 2.494 113 319 595 104 150 505 470 2.256 114 211 633 91 128 435 419 2.031 361 705 634 139 722 449 878 3.888 376 669 622 133 619 356 1.172 3.947 311 663 646 115 566 274 1.157 3.732 463 1.036 1.263 241 899 1.030 1.450 6.382 489 988 1.217 237 769 861 1.642 6.203 425 874 1.279 206 694 709 1.576 5.763 –16 2.478 38 2.294 29 2.060 63 3.951 86 4.033 82 3.814 47 6.429 124 6.327 111 5.874 In de overige bedrijfslasten zijn de huurbetalingen inbegrepen van EUR 3 miljoen (2005: nihil, 2004: nihil) in verband met operationele lease-overeenkomsten waarin ING de huurder is. 47 BELASTINGEN Belastingen naar soort Acute belastingen Latente belastingen 2006 2005 Nederland 2004 2006 469 95 564 855 –2 853 1.025 212 1.237 970 373 1.343 Internationaal 2005 2004 388 138 526 315 157 472 2006 2005 Totaal 2004 1.439 468 1.907 1.243 136 1.379 1.340 369 1.709 Aansluiting tussen het wettelijke en het effectieve belastingpercentage van ING Groep Resultaat voor belastingen Wettelijk belastingpercentage Wettelijk belastingbedrag Deelnemingsvrijstelling Andere vrijgestelde inkomsten Niet-aftrekbare kosten Afwijking veroorzaakt door andere belastingpercentages Aanpassingen voorgaande boekjaren Wijzigingen in belastingpercentages Latente belastingbate gerelateerd aan niet eerder verantwoorde bedragen Acute belastingbate gerelateerd aan niet eerder verantwoorde bedragen Afboeking/terugdraaiing van latente belastingvoordelen Overige Effectief belastingbedrag Effectief belastingpercentage 2006 2005 2004 9.940 29,6% 2.942 8.894 31,5% 2.802 7.740 34,5% 2.670 –255 –336 121 –386 –222 37 –460 –10 1 –78 –41 –170 29 –77 –2 –120 –30 –413 –278 –418 –6 38 1.907 2 27 1.379 –372 1.709 19,2% 15,5% 22,1% ING Groep Jaarverslag 2006 177 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening van ING Groep vervolg Het effect van de verandering in het belastingpercentage wordt veroorzaakt door een daling van het belastingpercentage in Nederland van 29,6% naar 25,5%. In de regel Acute belastingbate gerelateerd aan niet eerder verantwoorde bedragen zijn voor 2006 definitieve aanslagen begrepen die resulteerden in een vrijval van te betalen belastingen. 48 WINST PER GEWOON AANDEEL Winst per gewoon aandeel 2006 Nettowinst 7.692 Nettowinst (in miljoenen euro’s) 2005 2004 7.210 5.755 Verwateringseffect: Warrants Optie- en aandelenregeling Verwaterde winst Gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen tijdens het boekjaar (in miljoenen euro’s) 2006 2005 2004 2.155,0 2006 Nettowinst per gewoon aandeel (in euro’s) 2005 2004 2.169,5 2.125,3 3,57 3,32 2,71 2.169,5 2.125,3 3,53 3,32 2,71 7,6 14,4 22,0 7.692 7.210 5.755 2.177,0 De verwaterde nettowinst per aandeel wordt berekend alsof de aan het eind van het boekjaar uitstaande opties en warrants aan het begin van het boekjaar zijn uitgeoefend. Tevens wordt verondersteld dat de na uitoefening van de opties en warrants ontvangen opbrengsten door ING Groep worden gebruikt om eigen aandelen tegen de gemiddelde beurskoers gedurende het boekjaar in te kopen. De toename van het aantal aandelen als gevolg van de uitoefening van warrants en opties wordt opgeteld bij het gemiddeld aantal aandelen dat wordt gebruikt bij de berekening van de nettowinst per aandeel. 49 DIVIDEND PER GEWOON AANDEEL Dividend per gewoon aandeel 2006 (1) Dividend per gewoon aandeel (in euro’s) Totaal uitbetaald dividend (in miljoenen euro’s) (1) 1,32 2.865 2005 2004 1,18 2.588 1,07 2.359 de Raad van Bestuur heeft, met goedkeuring van de Raad van Commissarissen, een dividendvoorstel voor het jaar 2006 gedaan van EUR 1,32 per aandeel, dat zal worden voorgesteld aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Na het besluit van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders met betrekking tot de uitkering wordt het slotdividend betaalbaar gesteld op 3 mei 2007. 178 ING Groep Jaarverslag 2006 Gesegmenteerde informatie bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven 50 PRIMAIRE SEGMENTATIE – BEDRIJFSSEGMENTEN De bedrijfssegmenten van ING Groep hebben betrekking op de indeling van de interne bedrijfsvoering naar divisies. De divisies zijn Insurance Europe, Insurance Americas, Insurance Asia/Pacific, Wholesale Banking, Retail Banking en ING Direct. Onder Overige zijn hoofdzakelijk activiteiten opgenomen die niet direct toe te rekenen zijn aan de divisies. Elke divisie wordt aangestuurd door een lid van de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur bepaalt de prestatiedoelstellingen en autoriseert en bewaakt de budgetten die zijn voorbereid door de divisies. Het management van de divisies bepaalt, in overeenstemming met de strategie en prestatiedoelstellingen zoals geformuleerd door de Raad van Bestuur, het strategische, commerciële en financiële beleid van de divisies. Voor een bedrijfssegment worden dezelfde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling gehanteerd als beschreven in Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening van ING Groep. Als verrekenprijzen voor transacties tussen divisies worden de prijzen gehanteerd die zouden ontstaan onder marktomstandigheden (‘at arm’s length’). Overheadkosten van het hoofdkantoor worden aan de divisies toegerekend op basis van de tijdsbesteding van het personeel op het hoofdkantoor, op basis van het relatieve aantal personeelsleden, of op basis van de baten en/of de activa van het bedrijfssegment. Over de aandelenportefeuille wordt een vast rendement van 3% gealloceerd aan de Insurance divisies. Het verschil met de werkelijke gerealiseerde winsten op de portefeuille is verantwoord onder Overige. ING Groep beoordeelt de resultaten van haar divisies gebruikmakend van de onderliggende winst voor belastingen als prestatiemaatstaf. Onderliggende winst voor belastingen wordt gedefinieerd als winst voor belastingen exclusief desinvesteringen en bijzondere posten. Bedrijfssegmenten 2006 Baten – Extern – Segmenten onderling Totaal baten Insurance Europe Insurance Insurance Wholesale Americas Asia/Pacific Banking Retail Banking ING Direct Totaal Overige segmenten Eliminaties Totaal 15.893 278 16.171 29.775 4 29.779 13.310 68 13.378 7.215 –1.397 5.818 6.028 –26 6.002 2.314 59 2.373 –914 2.375 1.461 73.621 1.361 74.982 2.362 –34 1.992 636 –15 2.481 44 1.932 694 23 –157 9.940 18 9.940 18 2.328 1.992 621 2.525 1.932 717 –157 9.958 9.958 117.106 102.827 162.229 152.599 54.454 50.204 764.882 756.645 313.566 309.516 253.785 250.354 205.236 1.871.258 159.635 1.781.780 –644.951 1.226.307 –596.688 1.185.092 Afschrijvingen en amortisatie Bijzondere waardeverminderingen Terugboeking van bijzondere waardeverminderingen 287 1 915 627 10 171 16 216 4 74 2.290 31 2.290 31 4 4 Resultaat deelnemingen Boekwaarde deelnemingen Gemaakte kosten in 2006 voor aankoop van gebouwen, bedrijfsmiddelen en immateriële vaste activa 447 2.981 8 14 2 176 1.141 11 57 –4 148 638 4.343 638 4.343 1.322 243 90 226 182 3 2.210 2.210 Segment winst voor belastingen Desinvesteringen Onderliggende winst voor belastingen Segment activa Segment vreemd vermogen 4 144 73.621 –1.361 –1.361 73.621 Het bedrijfssegment Insurance Asia/Pacific heeft bij een conservatief betrouwbaarheidsniveau van 90% ontoereikende voorzieningen voor verzekeringsverplichtingen. In overeenstemming met het beleid van de Groep, neemt dit bedrijfssegment maatregelen om de toereikendheid van de reserves in dat gebied te verbeteren. Tegenover deze ontoereikendheid staan reserves in andere bedrijfssegmenten die wel toereikend zijn, waardoor op Groepsniveau de reserves toereikend zijn bij een conservatief betrouwbaarheidsniveau van 90%. ING Groep Jaarverslag 2006 179 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Gesegmenteerde informatie vervolg Bedrijfssegmenten 2005 Baten – Extern – Segmenten onderling Totaal baten Insurance Europe Insurance Insurance Americas Asia/Pacific Wholesale Banking Retail Banking ING Direct Overige Totaal segmenten Eliminaties Totaal 15.832 201 16.033 28.030 4 28.034 13.161 31 13.192 6.808 –851 5.957 5.611 185 5.796 1.830 289 2.119 –152 641 489 71.120 500 71.620 2.031 –10 1.941 38 478 –31 2.599 –300 1.877 –62 617 –649 8.894 –365 8.894 –365 2.021 1.979 447 2.299 1.815 617 –649 8.529 8.529 113.900 101.855 165.719 158.330 48.326 44.697 677.869 669.352 311.382 307.990 233.412 230.346 27.856 1.578.464 21.018 1.533.588 –419.825 1.158.639 –413.374 1.120.214 Afschrijvingen en amortisatie Bijzondere waardeverminderingen Terugboeking van bijzondere waardeverminderingen 405 29 934 15 613 19 181 75 229 6 63 2.425 144 2.425 144 41 1 15 12 69 69 Resultaat deelnemingen Boekwaarde deelnemingen Gemaakte kosten in 2005 voor aankoop van gebouwen, bedrijfsmiddelen en immateriële vaste activa 346 2.421 12 15 34 1 134 1.114 6 45 2 9 24 541 3.622 541 3.622 1.081 142 46 214 236 103 8 1.830 1.830 Segment winst voor belastingen Desinvesteringen Onderliggende winst voor belastingen Segment activa Segment vreemd vermogen 180 ING Groep Jaarverslag 2006 71.120 –500 –500 71.120 Bedrijfssegmenten 2004 Baten – Extern – Segmenten onderling Totaal baten Segment winst voor belastingen Desinvesteringen Bijzondere posten Onderliggende winst voor belastingen Insurance Europe Insurance Insurance Americas Asia/Pacific Wholesale Banking Retail Banking ING Direct Overige Totaal segmenten Eliminaties Totaal 16.014 30 16.044 28.085 4 28.089 10.473 21 10.494 7.251 –1.380 5.871 4.454 608 5.062 1.177 532 1.709 717 535 1.252 68.171 350 68.521 1.623 1.692 –91 756 –281 1.945 71 41 1.175 –7 435 114 –375 7.740 –308 –345 7.740 –308 –345 –261 7.087 7.087 –11 68.171 –350 –350 68.171 1.612 1.601 475 2.057 1.168 435 100.258 90.947 132.101 126.156 31.622 28.998 474.948 465.700 252.450 249.949 170.001 167.731 Afschrijvingen en amortisatie Bijzondere waardeverminderingen 348 14 1.427 52 440 3 220 52 220 31 49 12 2.716 152 2.716 152 Resultaat deelnemingen Boekwaarde deelnemingen Gemaakte kosten in 2004 voor aankoop van gebouwen, bedrijfsmiddelen en immateriële vaste activa 147 1.311 35 14 10 33 28 791 –6 41 10 15 463 229 2.663 229 2.663 1.065 68 45 167 178 135 18 1.676 1.676 Segment activa Segment vreemd vermogen 35.808 1.197.188 20.144 1.149.625 –320.797 –300.784 876.391 848.841 De bijzondere posten in 2004 hadden betrekking op het afdekken van valutarisico’s, reorganisatievoorzieningen voor Wholesale Banking en een winst op oude herverzekeringsactiviteiten. Rentebaten (extern) en rentelasten (extern) per divisie 2006 Rentebaten Rentelasten Insurance Europe 3.307 25 3.282 Insurance Insurance Wholesale Americas Asia/Pacific Banking 4.604 466 4.138 911 4 907 Retail Banking ING Direct Overige Totaal 37.873 31.648 6.225 10.334 8.085 2.249 10.491 8.309 2.182 669 2.458 –1.789 68.189 50.995 17.194 Wholesale Banking Retail Banking ING Direct Overige Totaal 30.092 25.326 4.766 10.200 7.067 3.133 8.154 6.528 1.626 –289 769 –1.058 57.163 40.150 17.013 Rentebaten (extern) en rentelasten (extern) per divisie 2005 Rentebaten Rentelasten Insurance Europe 3.658 115 3.543 Insurance Insurance Americas Asia/Pacific 4.492 341 4.151 856 4 852 ING Groep Jaarverslag 2006 181 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Gesegmenteerde informatie vervolg Rentebaten (extern) en rentelasten (extern) per divisie 2004 Rentebaten Rentelasten Insurance Europe 3.341 124 3.217 Insurance Insurance Americas Asia/Pacific 4.332 320 4.012 671 5 666 Wholesale Banking Retail Banking ING Direct Overige Totaal 12.988 8.637 4.351 6.328 2.848 3.480 6.141 5.077 1.064 –5 777 –782 33.796 17.788 16.008 51 SECUNDAIRE SEGMENTATIE – GEOGRAFISCHE SEGMENTEN De zes divisies van ING Groep zijn actief in zeven belangrijke geografische gebieden: Nederland, België, Overig Europa, Noord-Amerika, Latijns Amerika, Azië en Australië. De bijdragen aan de baten van de geografische gebieden zijn gebaseerd op herkomst van inkomsten. Geografische segmenten 2006 Baten – Extern – Segmenten onderling Totaal baten Segment winst voor belastingen Segment activa Gemaakte kosten in 2006 voor aankoop van gebouwen, bedrijfsmiddelen en immateriële vaste activa Nederland België Overig Europa Noord Amerika Latijns Amerika Azië Australië Overige Eliminaties 16.079 765 16.844 5.358 –436 4.922 5.920 586 6.506 29.472 –1.039 28.433 2.712 355 3.067 13.155 117 13.272 841 11 852 84 1.002 1.086 –1.361 –1.361 3.585 1.115 1.785 2.315 318 583 340 –101 9.940 608.949 180.694 339.683 319.233 21.567 72.515 33.373 44.459 –394.166 1.226.307 1.506 62 253 228 40 75 46 Nederland België Overig Europa Noord Amerika Latijns Amerika Azië Australië Overige 16.779 217 16.996 5.142 –358 4.784 5.586 460 6.046 26.871 –161 26.710 2.771 55 2.826 12.996 89 13.085 783 21 804 324 –455 –131 71.252 –132 71.120 3.566 1.383 1.123 2.434 168 361 336 –477 8.894 271.096 165.590 329.198 275.661 19.653 64.176 26.832 6.433 1.158.639 1.271 138 173 135 41 51 21 Totaal 73.621 73.621 2.210 Geografische segmenten 2005 Baten – Extern – Segmenten onderling Totaal baten Segment winst voor belastingen Segment activa Gemaakte kosten in 2005 voor aankoop van gebouwen, bedrijfsmiddelen en immateriële vaste activa 182 ING Groep Jaarverslag 2006 Eliminaties Totaal 1.830 Geografische segmenten 2004 Baten – Extern – Segmenten onderling Totaal baten Nederland België Overig Europa Noord Amerika Latijns Amerika Azië Australië Overige 16.769 –223 16.546 5.403 –236 5.167 4.667 453 5.120 26.578 –29 26.549 2.740 23 2.763 8.895 63 8.958 1.980 24 2.004 1.260 –196 1.064 68.292 –121 68.171 2.881 808 506 1.732 237 283 541 752 7.740 195.646 136.318 258.479 204.663 12.646 44.851 21.271 2.516 876.390 1.183 97 175 108 31 34 30 18 1.676 Segment winst voor belastingen Segment activa Gemaakte kosten in 2004 voor aankoop van gebouwen, bedrijfsmiddelen en immateriële vaste activa Eliminaties Totaal Baten naar geografisch gebied Verzekeringsactiviteiten 2006 2005 2004 Nederland België Overig Europa Noord-Amerika Latijns Amerika Azië Australië Overige Totaal 11.545 2.377 2.538 27.005 2.850 12.822 564 1.086 60.787 11.497 2.518 2.157 25.406 2.675 12.647 537 844 58.281 11.236 2.878 1.814 25.397 2.648 8.648 1.814 1.678 56.113 Baten tussen geografische gebieden (1) Totaal –1.144 59.643 –878 57.403 –499 55.614 (1) 2006 5.299 2.545 3.968 1.428 217 450 288 Bancaire activiteiten 2005 2004 14.195 5.532 2.266 3.891 1.302 151 438 267 2 13.849 5.310 2.289 3.306 1.152 115 310 190 6 12.678 14.195 13.849 12.678 2006 2005 Eliminaties 2004 33 33 217 217 99 132 121 121 2006 2005 Totaal 2004 16.844 4.922 6.506 28.433 3.067 13.272 852 1.086 74.982 16.996 4.784 6.048 26.708 2.826 13.085 804 846 72.097 16.546 5.167 5.120 26.549 2.763 8.958 2.004 1.684 68.791 –1.361 73.621 –977 71.120 –620 68.171 2006 2005 Totaal 2004 betreft voornamelijk herverzekeringspremies tussen groepsmaatschappijen in verschillende geografische gebieden. Baten van de verzekeringsactiviteiten naar geografisch gebied Geboekte premies leven 2006 2005 2004 Nederland België Overig Europa Noord-Amerika Latijns Amerika Azië Australië Overige Baten tussen geografische gebieden (2) Totaal (1) (2) Geboekte premies schade 2006 2005 2004 5.229 1.442 1.906 19.130 686 11.864 230 19 40.506 5.449 1.630 1.617 17.624 567 12.064 181 15 39.147 5.822 2.115 1.367 17.923 506 8.009 1.223 13 36.978 1.607 321 47 2.806 1.496 43 1.642 318 46 3.099 1.454 41 99 6.419 –4 40.502 –2 39.145 –3 36.975 –86 6.333 Opbrengst beleggingen (1) 2006 2005 2004 133 6.733 1.693 324 48 2.741 1.591 37 200 142 6.776 4.709 614 585 5.069 668 915 334 968 13.862 4.418 570 494 4.685 654 543 362 675 12.401 3.720 438 398 4.733 546 598 391 1.535 12.359 11.545 2.377 2.538 27.005 2.850 12.822 564 1.086 60.787 11.509 2.518 2.157 25.408 2.675 12.648 543 823 58.281 11.235 2.877 1.813 25.397 2.643 8.644 1.814 1.690 56.113 –120 6.613 –134 6.642 –1.054 12.808 –756 11.645 –362 11.997 –1.144 59.643 –878 57.403 –499 55.614 inclusief provisies en overige baten betreft voornamelijk herverzekeringspremies tussen groepsmaatschappijen in verschillende geografische gebieden. ING Groep Jaarverslag 2006 183 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Gesegmenteerde informatie vervolg Winst voor belastingen naar geografisch gebied 2006 Nederland België Overig Europa Noord-Amerika Latijns Amerika Azië Australië Overige Totaal 2.182 160 309 1.564 178 468 176 –101 4.936 Verzekeringsactiviteiten 2005 2004 1.714 192 263 1.443 152 275 195 –256 3.978 1.201 128 179 1.142 197 287 436 752 4.322 2006 1.403 955 1.476 751 140 115 164 5.004 Bancaire activiteiten 2005 2004 1.693 790 1.317 705 78 170 162 1 4.916 2006 2005 Totaal 2004 3.418 3.585 1.115 1.785 2.315 318 583 340 –101 9.940 3.407 982 1.580 2.148 230 445 357 –255 8.894 2.881 808 506 1.732 237 283 541 752 7.740 Schade 2004 2006 2005 Totaal 2004 267 17 11 780 98 3 274 225 1.675 2.182 160 309 1.564 178 468 176 –101 4.936 1.714 192 263 1.443 152 275 195 –256 3.978 1.201 128 179 1.142 197 287 436 752 4.322 1.680 680 327 590 40 –4 105 Winst voor belastingen van de verzekeringsactiviteiten naar geografisch gebied Nederland België Overig Europa Noord-Amerika Latijns Amerika Azië Australië Overige Totaal 2006 2005 Leven 2004 2006 2005 1.589 98 297 891 116 462 161 –178 3.436 1.324 139 256 623 98 269 195 –238 2.666 934 111 168 362 99 284 162 527 2.647 593 62 12 673 62 6 15 77 1.500 390 53 7 820 54 6 –18 1.312 Geografische analyse van schaderatio, kostenratio en gecombineerde ratio van schadeverzekeringen Nederland België Overig Europa Noord-Amerika Latijns Amerika Azië Australië Overige Totaal 2006 2005 44,7 65,0 46,8 59,2 74,2 50,2 56,0 66,8 51,5 59,7 75,8 52,5 60,1 58,6 119,7 62,7 Schaderatio 2004 60,6 71,1 46,1 61,0 71,8 56,6 46,3 62,8 63,0 2006 2005 40,3 33,7 41,3 29,9 26,8 40,7 39,0 34,1 41,8 29,4 28,4 40,3 –36,4 31,8 14,6 31,9 Kostenratio 2004 36,8 36,7 35,8 27,6 27,6 40,9 28,0 16,4 30,6 2006 Gecombineerde ratio 2005 2004 85,0 98,7 88,1 89,1 101,0 90,9 95,0 100,9 93,3 89,1 104,2 92,8 23,7 90,4 134,3 94,6 97,4 107,8 81,9 88,6 99,4 97,5 74,3 79,2 93,6 De schaderatio betreft schaden, inclusief de schadebehandelingskosten, uitgedrukt als percentage van de netto verdiende premie. De kostenratio betreft de kosten uitgedrukt als percentage van de netto geboekte premie. De schaderatio en de kostenratio vormen samen de gecombineerde ratio. Een gecombineerde ratio van meer dan 100% betekent niet noodzakelijkerwijs dat er sprake is van een verlies op schadeverzekeringen, omdat aan het resultaat ook opbrengsten uit beleggingen worden toegerekend. 184 ING Groep Jaarverslag 2006 Overlopende acquisitiekosten van de verzekeringsactiviteiten naar geografisch gebied Beleggingscontracten 2006 2005 Nederland België Overig Europa Noord-Amerika Latijns Amerika Azië Australië Totaal 83 83 71 71 Levensverzekeringen 2006 2005 Schadeverzekeringen 2006 2005 489 45 251 4.971 94 3.795 460 43 221 4.863 97 3.359 52 17 4 254 106 2 61 16 4 292 115 2 9.645 9.043 435 490 2006 Totaal 2005 541 62 255 5.225 200 3.797 83 10.163 521 59 225 5.155 212 3.361 71 9.604 2006 Overige 2005 Verzekeringstechnische voorzieningen voor eigen rekening naar geografisch gebied Voorziening voor levensverzekeringsverplichtingen voor eigen risico 2006 2005 Nederland België Overig Europa Noord-Amerika Latijns Amerika Azië Australië Overige Totaal 41.650 8.739 5.745 48.646 2.895 23.954 66 –9 131.686 39.564 7.731 5.272 53.411 3.021 22.534 96 –4 131.625 Voorziening voor levensverzekeringsverplichtingen voor risico polishouders 2006 2005 Schadevoorzieningen 2006 2005 17.103 285 2.573 63.970 75 13.277 21 17.065 175 1.808 59.956 54 10.473 3.026 557 30 2.326 268 26 3.224 540 28 3.538 301 26 97.304 89.531 418 6.651 545 8.202 1.381 458 349 1.546 676 1.351 1 1 5.763 2.778 893 484 1.763 692 495 106 7.211 2006 Totaal 2005 63.160 10.039 8.697 116.488 3.914 38.608 88 410 241.404 62.631 9.339 7.592 118.668 4.068 33.528 96 647 236.569 ING Groep Jaarverslag 2006 185 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Toelichting op het geconsolideerd kasstroomoverzicht van ING Groep bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven 52 NETTO KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN Informatie over verkochte en gekochte ondernemingen is opgenomen in de toelichting 28 Belangrijkste dochterondernemingen en aankoop en verkoop van groepsmaatschappijen. 53 LENINGEN EN SCHULDBEWIJZEN De kasstroom uit Leningen en schuldbewijzen van EUR 20.500 miljoen (2005: EUR 7.842 miljoen) bevat ontvangsten voor een bedrag van EUR 304.228 miljoen (2005: EUR 237.340 miljoen) en aflossingen voor een bedrag van EUR 283.728 miljoen (2005: EUR 229.498 miljoen). Deze hoge volumes worden veroorzaakt door uitgifte, terugbetalingen en vernieuwingen van kortlopend schuldpapier. 54 RENTE EN DIVIDEND BEGREPEN IN NETTO KASSTROOM Ontvangen en betaalde rente en dividend Ontvangen rente Betaalde rente Ontvangen dividend Betaald dividend 2006 2005 2004 66.471 52.369 14.102 53.015 33.379 19.636 33.767 17.848 15.919 715 2.716 522 2.461 443 883 2006 2005 2004 4.333 –20.454 14.326 –1.795 11.572 –21.321 13.084 3.335 12.382 –9.907 9.113 11.588 2006 2005 2004 1.286 8.878 8.730 3.047 4.333 2.694 11.572 3.652 12.382 2006 2005 2004 –26.498 6.044 –20.454 –25.441 4.120 –21.321 –15.207 5.300 –9.907 –94.341 33.824 –60.517 –96.793 43.346 –53.447 –80.671 39.784 –40.887 –120.839 39.868 –80.971 –122.234 47.466 –74.768 –95.878 45.084 –50.794 55 LIQUIDITEITEN Liquiditeiten Kortlopend overheidspapier Bankiers Liquide middelen Liquiditeiten eind van het jaar Kort lopend overheidspapier begrepen in liquiditeiten Kortlopend overheidspapier begrepen in activa voor handelsdoeleinden Kortlopend overheidspapier begrepen in voor-verkoop-beschikbare beleggingen Bankiers Verantwoord in liquide middelen – bedragen te betalen aan bankiers – bedragen te vorderen van bankiers Niet verantwoord in liquide middelen – bedragen te betalen aan bankiers – bedragen te vorderen van bankiers Verantwoord in de balans – bedragen te betalen aan bankiers – bedragen te vorderen van bankiers Onder liquide middelen zijn bedragen te betalen/te vorderen begrepen die op het moment van verkrijgen en looptijd hebben korter dan drie maanden. 186 ING Groep Jaarverslag 2006 Risicobeheer bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven INLEIDING De risicobeheerfunctie van ING Groep heeft als doel het creëren van duurzaam concurrentievoordeel door het volledig integreren van risicobeheer in de dagelijkse bedrijfsactiviteiten en de strategische planning. Aan deze doelstelling liggen de volgende uitgangspunten ten grondslag: 1. producten en portefeuilles worden op de juiste manier gestructureerd, geaccepteerd, geprijsd, goedgekeurd en beheerd en interne en externe richtlijnen worden nageleefd; 2. het risicoprofiel van ING Groep is transparant, levert geen verrassingen op en is in overeenstemming met gedelegeerde bevoegdheden; 3. gedelegeerde bevoegdheden komen overeen met de algehele strategie en risicotolerantie van de Groep; 4. over risicobeheer en waardecreatie wordt open gecommuniceerd naar zowel interne als externe stakeholders. Risico nemen is inherent aan de bedrijfsactiviteiten van ING Groep. Dankzij een uitgebreid raamwerk voor risicobeheer worden risico’s in de hele organisatie weloverwogen genomen. De risico’s worden hiermee op alle niveaus van de organisatie op de juiste manier gesignaleerd, gemeten en beheerst, zodat de financiële positie gewaarborgd is. ING Groep legt sterk de nadruk op groepsbreed risicobeheer om zo een duidelijk inzicht te verkrijgen in het risicoprofiel van de Groep en om de Raad van Bestuur in staat te stellen de risicotolerante vast te stellen op Groep niveau. RISICOBOUWWERK Het raamwerk voor risicobeheer van ING Groep omvat duidelijke reglementen en mandaten voor de beheersing van de risico’s. Op het hoogste niveau houden de bestuurscomités toezicht op de te nemen risico’s. De uiteindelijke goedkeuringsbevoegdheid ligt hier. Een niveau lager richten diverse risico-comités zich op specifieke soorten risico’s. Deze comités adviseren de Raad van Bestuur. In 2006 heeft ING het hierna beschreven concept van de ‘drie verdedigingslinies’ ingevoerd. Risicotoezicht bestuur ING Groep heeft een ‘two-tier’ bestuursstructuur die bestaat uit de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen. Beide spelen een belangrijke rol in het beheren en bewaken van het risicobeheerkader. – De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de beheersing van de risico’s die voortvloeien uit de activiteiten van ING Groep. De Raad van Bestuur ziet onder meer toe op de effectiviteit van de interne risicobeheer- en controlesystemen en de naleving van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving door ING Groep. De Raad van Bestuur brengt regelmatig verslag uit over deze aangelegenheden en overlegt over de interne risicobeheer- en controlesystemen met de Raad van Commissarissen. Daarnaast bespreekt de Raad van Bestuur ieder kwartaal het risicoprofiel van de Groep met het Audit Committee en licht eventuele wijzigingen in dat risicoprofiel toe. – Het Audit Committee is een subcomité van de Raad van Commissarissen. Dit subcomité staat de Raad van Commissarissen bij in de evaluatie en beoordeling van de belangrijkste risicoposities en de werking van de interne risicobeheer- en controlesystemen. Het Audit Committee is samengesteld op basis van specifieke bedrijfskennis en expertise over de activiteiten van ING. In principe worden de vergaderingen van het Audit Committee bijgewoond door de Chief Financial Officer (CFO) en/of de Deputy Chief Risk Officer. Risicobeheerorganisatie – ‘drie verdedigingslinies’ ING hanteert het concept van de ‘drie verdediginglinies’ om zo een effectief risicoraamwerk met duidelijk omschreven verantwoordelijkheden te creëren. Het concept voorziet in een duidelijke verdeling van de verantwoordelijkheden naar ‘eigendom’ en beheer van risico, waardoor overlappingen en/of gaten in het risicobouwwerk worden vermeden. Het Management van de divisies en managers op lokaal en regioniveau hebben de primaire verantwoordelijkheid voor de beheersing van de dagelijkse risico’s. Tezamen verzorgen zij de eerste verdedigingslinie. De tweede verdedigingslinie wordt op lokaal, regio- en groepsniveau gevormd door Risicobeheer. Alle risicobeheerders binnen de divisies hebben een functionele rapportagelijn naar de Corporate Risk Managers. De interne Audit afdeling verzorgt een onafhankelijke en objectieve waarborging van de effectiviteit van het algehele systeem van interne controle, financieel, operationeel, compliance en risicobeheer en vormt de derde verdedigingslinie. Risico-comités op groepsniveau De hieronder beschreven risico-comités op groepsniveau maken deel uit van de tweede verdedigingslinie. Zij functioneren binnen de grenzen van het risicobeleid en de door de Raad van Bestuur gedelegeerde bevoegdheden. De risico-comités hebben een adviesrol richting de CFO en waarborgen een nauwe aansluiting tussen de divisies en risicobeheer op groepsniveau door vertegenwoordiging van de divisiehoofden en de Corporate Risk Managers in elk comité. ING Groep Jaarverslag 2006 187 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer vervolg – ING Groep Krediet Comité – Beleid (GKCB): Adviseert met betrekking tot beleid, methoden en procedures ten behoeve van krediet, verzekeringstechnische, markt en operationele risico’s binnen ING Groep. Het GKCB komt maandelijks bijeen. – ING Groep Krediet Comité – Transactie Goedkeuring (GKCTG): Adviseert inzake transacties voor het aangaan van kredietrisico (inclusief het kredietrisico met betrekking tot de beleggingsportefeuille). Het GKCTG komt tweemaal per week bijeen. – ING Provisioning Committee (IPC): Adviseert over de hoogte van de specifieke en collectieve voorzieningen voor dubieuze debiteuren binnen ING Groep. Het IPC komt ieder kwartaal bijeen. – Asset & Liability Committee ING Bank (ALCO Bank): Adviseert over het totale risicoprofiel van alle niet-handelsgerelateerde marktrisico’s van Wholesale Banking, Retail Banking en ING Direct. Het ALCO Bank bepaalt het beleid ten aanzien van de financiering, liquiditeit, rentemismatch en solvabiliteit van ING Bank. Het ALCO Bank komt maandelijks bijeen. – Asset & Liability Committee ING Insurance (ALCO Insurance): Adviseert over alle risico’s binnen de verzekeringsactiviteiten van ING, waaronder volatiliteit (dat gevolgen heeft voor de baten en waardering), financiële risico’s (vereist kapitaal en marktrisico) en verzekeringstechnische risico’s. Het ALCO Insurance komt zes keer per jaar bijeen. Groepsrisicobeheer Functionele rapportagelijnen De risicobeheerfunctie is verankerd in alle niveaus van de organisatie. ING Groep streeft naar ‘best practice’ groepsbreed risicobeheer en heeft daartoe in 2006 de risicobeheerorganisatie geherstructureerd en de onderlinge samenhang tussen de risicofuncties versterkt. Om de rol en het belang van risicobeheer te onderstrepen is er een Deputy Chief Risk Officer (CRO) benoemd die verantwoordelijk is voor risicobeheer en de eindcontrole op geconsolideerd niveau. Deze Deputy CRO ressorteert onder de Chief Financial Officer (CFO) die lid is van de Raad van Bestuur en eerstverantwoordelijke blijft voor het Groepsrisicobeheer (De intentie is dat de CRO in 2007 een volwaardig lid wordt van de Raad van Bestuur). In de volgende grafiek worden de functionele rapportagelijnen binnen de groepsrisicobeheerorganisatie weergegeven CFO Deputy CRO Corporate Credit Risk Management (Bank & Verzekeringen) Corporate Market Risk Management (Bank) Corporate Insurance Risk Management (Verzekeringen) Corporate Operational Information & Security Risk Management (Bank & Verzekeringen) Corporate Compliance (Bank & Verzekeringen) Groepsrisicobeheer functioneert onafhankelijk van de divisies en is onderverdeeld in vijf afdelingen: – Corporate Credit Risk Management (CCRM) is verantwoordelijk voor het kredietrisicobeheer van ING Bank en ING Verzekeringen. – Corporate Market Risk Management (CMRM) is verantwoordelijk voor het marktrisicobeheer van ING Bank. – Corporate Insurance Risk Management (CIRM) is verantwoordelijk voor het verzekerings- en marktrisicobeheer van ING Verzekeringen. – Corporate Operational Information & Security Risk Management is verantwoordelijk voor het beheer van de operationele, informatieen beveiligingsrisico’s binnen ING Bank en ING Verzekeringen. – Corporate Compliance helpt, ondersteunt en adviseert het management bij het voldoen aan de compliance-verantwoordelijkheden, adviseert medewerkers over (persoonlijke) compliance-verantwoordelijkheden en bewaakt de verankering van het compliance-beleid bij zowel ING Bank als ING Verzekeringen. De hoofden van deze afdelingen (Corporate Risk Managers) rapporteren aan de Deputy CRO en dragen directe verantwoordelijkheid voor (het verkleinen van) risico’s en risicobeheersing. De Corporate Risk Managers en de Deputy CRO brengen advies uit aan de CFO en zijn verantwoordelijk voor de harmonisering en standaardisering van het risicobeheer. Behalve dat zij de CFO bijstaan bij de formulering van de risicotolerantie, het beleid en de limietstructuren voor het risicobeheer, stellen zij objectieve kritische vragen en verzorgen toezicht en ondersteuning van de risicobeheeractiviteiten. Daarnaast heeft Groepsrisicobeheer een onafhankelijke Model Validatie Eenheid. Deze afdeling is verantwoordelijk voor het beheer van modelrisico, het risico dat het gevolg is van ING’s afhankelijkheid van haar eigen risicoprojecties. De hoeksteen van de modelgovernance is modelvalidatie: de officiële vaststelling door een onafhankelijk persoon dat een model acceptabel is voor een gesteld doel. De afdeling voert periodiek validaties uit op alle door ING gebruikte risicomodellen. Het hoofd van deze afdeling rapporteert aan de Deputy CRO. 188 ING Groep Jaarverslag 2006 Groepsrisicobeleid De diverse risicobeheerfuncties hebben ieder afzonderlijk een raamwerk van risicobeheerbeleid en -procedures ontwikkeld en gepubliceerd. Dit raamwerk is de handleiding voor divisies voor het beheren van risico’s. Beleid en procedures worden regelmatig door de betreffende risico-comités geëvalueerd en herzien. GROEPSRISICOTOLERANTIE EN STRATEGIE De risicotolerantie van ING Groep wordt vastgesteld door de Raad van Bestuur die in overleg met de Raad van Commissarissen streeft naar een goede balans tussen risico, rendement en kapitaal. Het proces is zodanig ingericht dat de Raad van Bestuur tenminste éénmaal per jaar een Strategisch Plan formuleert en de met dat plan samenhangende risico’s ter goedkeuring voorlegt aan de Raad van Commissarissen. Onderdeel van dit proces is een expliciete discussie en planning van de strategische limieten. Omdat ING Groep het risicobeheer groepsbreed benadert, worden de risico’s van bankieren en verzekeren geïntegreerd inzichtelijk gemaakt, waardoor het risico dat op groepsniveau wordt genomen is afgestemd op de risicotolerantie van de Groep. De strategische risicotolerantie wordt op diverse manieren uitgedrukt en expliciet gedefinieerd in belangrijke maatstaven, namelijk: – het maximaal potentiële effect op de winst onder IFRS bij ‘normale’ stressscenario’s (dat wil zeggen 1 op de 10); – het maximaal potentiële effect op de waarde (de economische balans) bij zowel ‘normale’ (dat wil zeggen 1 op de 10) als ‘extreme’ (dat wil zeggen 1 op de 2000: economisch kapitaal) stressscenario’s. Deze risicomaatstaven bevinden zich nog in een ontwikkelingsfase en zullen worden bekendgemaakt zodra zij volledig worden toegepast. Uit deze algehele risicotolerantieniveaus worden weer operationele limieten afgeleid, o.a. – kredietrisicolimieten voor het bank- en verzekeringsbedrijf; – limieten op de Market Value at Risk voor het verzekeringsbedrijf; – limieten voor ALM/Value at Risk voor de bankactiviteiten. BEREKENING GROEPSRISICO De belangrijkste risicocategorieën die gepaard gaan met de omvang van en verscheidenheid aan door ING Groep gebruikte financiële instrumenten zijn kredietrisico, marktrisico (inclusief liquiditeitsrisico), verzekeringstechnisch risico, operationeel, informatie- en beveiligingsrisico en het compliance-risico. In de navolgende secties worden de risicobeheeractiviteiten van ING Groep met betrekking tot de diverse risico-afdelingen nader beschreven. Voor iedere risico-afdeling wordt vermeld welke soorten risico’s er worden beheerd en welke risicoberekeningsmethoden ING gebruikt. Een kwantificering van de risico’s wordt eveneens gegeven. ING Verzekeringen beheert behalve de verzekeringstechnische risico’s ook de eigen markt- en liquiditeitsrisico’s. Die risico’s komen derhalve ook aan de orde onder ‘ING Verzekeringen’. ING GROEP KREDIETRISICO Algemeen Het kredietbeleid van ING is gericht op het aanhouden van een internationaal gediversifieerde kredietportefeuille, waarbij grote risicoconcentraties worden vermeden. Het accent ligt op het beheren van de activiteiten binnen de divisies door middel van ‘topdown’ concentratielimieten voor landen, individuele leningnemers en groepen van leningnemers. De doelstelling binnen de bancaire sector is de bancaire relatiebeheeractiviteiten uit te breiden, waarbij strikte interne risico- en rendementsrichtlijnen zullen worden gehandhaafd. De doelstelling binnen het verzekeringsbedrijf is een laag risico en goed gediversifieerde portefeuille aan te houden, die marktconforme maatstaven haalt of overtreft. Implementatie van alle risico-ratingmodellen en modellen ter bepaling van het percentage van de lening dat oninbaar wordt in het geval van betalingsproblemen is voltooid binnen het bankbedrijf. Dit was vooruitlopend op de geplande invoering van nieuwe, wereldwijde kapitaaleisen, die zijn opgesteld door het Basel Comité voor banken (Basel II). Tevens zijn de procedures en systemen die worden gebruikt bij het bewaken van het kredietrisico verder versterkt om te voldoen aan Basel II eisen, compliance vereisten en meer stringente SOX-404 regelgeving. Berekeningen Kredietrisico Kredietrisico is het risico van een verlies door het in gebreke blijven van een debiteur (inclusief emittenten van obligaties) of tegenpartij. Kredietrisico’s ontstaan bij de lening-, pre-settlement- en beleggingsactiviteiten alsmede bij de handelsactiviteiten van ING. Kredietrisicobeheer wordt ondersteund door speciaal daarvoor ingerichte kredietrisico informatiesystemen en interne ratingmethoden voor debiteuren en tegenpartijen. ING Groep Jaarverslag 2006 189 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer vervolg Kredietanalyse is gericht op risico en rendement, waarbij het niveau van de kredietanalyse een functie is van de omvang van het bedrag, de looptijd, de structuur (zoals ontvangen zakelijke zekerheden) van de faciliteit en de risico’s die worden aangegaan. ING gebruikt de RAROC methodologie, om op consistente wijze de prestaties van de diverse activiteiten te meten en te vertalen naar aandeelhouderswaarde. Het gebruik van RAROC verscherpt de focus op risico versus rendement in het besluitvormingsproces en bevordert derhalve een effectief gebruik van schaars kapitaal. Meer verfijnde RAROC instrumenten worden intern gebruikt om te zorgen voor een evenwichtige verhouding tussen risico en rendement binnen de portefeuille- en de concentratieparameters. De kredietanalisten van ING maken gebruik van openbare informatie in combinatie met interne analyses die gebaseerd zijn op informatie die de klant verstrekt, vergelijkingen met andere financiële instellingen, vergelijkingen binnen de bedrijfstak en andere kwantitatieve instrumenten. Settlement-risico Settlement-risico ontstaat wanneer waarden worden uitgewisseld (fondsen, instrumenten of goederen en grondstoffen) voor dezelfde of verschillende valutadata en de ontvangst niet wordt geverifieerd of verwacht voordat ING haar eigen deel van de transactie heeft voldaan of geleverd. Het risico is dat ING levert, maar geen leverantie ontvangt van de tegenpartij. Settlement-risico kan gewoonlijk worden beperkt en verkleind door transacties met een ‘delivery versus payment’ (DVP) regeling, zoals gebruikelijk is bij de meeste clearingbanken, of middels een settlement-netting overeenkomst. Voor die transacties waarbij een DVP-regeling niet mogelijk is, stelt ING settlement-limieten vast via het kredietfiatteringsproces. Het settlement-risico wordt dan bewaakt en beheerd door de kredietrisicobeheerafdelingen. Het risico wordt verder beperkt via operationele procedures waarbij transactiebevestigingen met alle transactiedetails aan de tegenpartijen vereist zijn. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van internationaal aanvaarde documentatie, zoals ‘Master Agreements’ van de ‘International Swaps and Derivates Association’ (ISDA) voor derivatentransacties. Bovendien neemt ING regelmatig deel aan projecten met andere banken om nieuwe clearingsystemen en -mechanismen te verbeteren en te ontwikkelen om het niveau van het settlement-risico nog verder te verlagen. Landenrisico Landenrisico is het risico dat ING loopt dat specifiek is toe te schrijven aan gebeurtenissen in een bepaald land (of groep landen). Bij het landenrisico wordt onderscheid gemaakt tussen kredietactiviteiten (zakelijk en ‘counterparty’) en handels- en beleggingsactiviteiten. Alle transacties en handelsposities die ING genereert dragen een landenrisico. Het landenrisico is verder onderverdeeld in economisch risico en transferrisico. Economisch risico is het concentratierisico dat in verband staat met een bepaalde gebeurtenis in het risicoland dat van invloed kan zijn op transacties en andere risico’s in dat land, ongeacht de valuta. Transferrisico is het risico dat wordt gelopen door het onvermogen van ING of haar tegenpartijen om te voldoen aan hun respectievelijke verplichtingen in vreemde valuta ten gevolge van een specifieke gebeurtenis in het betreffende land. In landen waar ING actief is, wordt het relevante landenrisicoprofiel regelmatig geëvalueerd op basis waarvan een landenrating wordt toegekend. Gebaseerd op deze rating en de risicotolerantie van ING worden risicolimieten per land bepaald. Aan de hand van deze risicolimieten per land worden risico’s dagelijks gemeten en gerapporteerd. Ook voor transferrisico worden per land risicolimieten toegekend, doorgaans alleen in opkomende markten. Verpanding Zoals alle financiële instellingen, en dat geldt met name voor banken, neemt ING kredietrisico op zich. Daarom evalueert ING continu de kredietwaardigheid van haar klanten, handelspartners en investeringen om na te gaan in hoeverre zij aan de financiële verplichtingen ten aanzien van ING kunnen voldoen. Tijdens het beoordelingsproces voor het aangaan van nieuwe leningen, handelslimieten of investeringen, alsook het beoordelen van bestaande leningen, handelsposities en investeringen, bepaalt ING het bedrag en type onderpand indien vereist, dat een klant zou moeten belenen. In het algemeen geldt dat hoe lager de waarneembare kredietwaardigheid van de kredietnemer of financiële tegenpartij, hoe hoger het bedrag dat de klant of tegenpartij in onderpand moet geven. Als onderdeel van de handelsactiviteiten, sluit ING diverse juridische overeenkomsten af waarbij ING en/of de tegenpartij onderpand verleent om marktfluctuaties van hun onderlinge posities af te dekken. Wetten in de verschillende rechtsgebieden hebben invloed op het type en bedrag aan onderpand dat ING kan ontvangen of verlenen. In bepaalde gevallen zal ING krediet derivaten, of een ander soortgelijke transactie aangaan, om het kredietrisico van een bepaalde kredietnemer of portefeuille te verminderen. Het type onderpand dat als zekerheid voor een lening wordt aangehouden wordt bepaald door de structuur van de lening. Vanwege het gediversifieerde karakter van ING’s portefeuille is er ook een grote verscheidenheid in het type onderpand, waardoor geen enkel soort onderpand is oververtegenwoordigd. Probleemleningen Herstructurering In sommige gevallen zal ING samenwerken met de debiteur en eventueel andere crediteuren om de onderneming van de debiteur en haar financiële verplichtingen te herstructureren om de financiële verliezen te minimaliseren van alle crediteuren als geheel en van ING in het bijzonder. Dit kan worden bereikt op verschillende manieren die de crediteuren ter beschikking hebben. De meest gebruikelijk zijn (a) verlengen van de aflossingsperiode, (b) verkoop van activa, (c) verkoop van bedrijfsonderdelen van de debiteur, (d) kwijtschelding van een gedeelte van de financiële verplichting, of (e) combinatie van het voornoemde. Het besluit tot herstructurering wordt pas genomen na zorgvuldige interne beoordeling en goedkeuring van het daartoe (interne) bevoegde orgaan. Zodra de herstructurering is voltooid, valt de debiteur weer onder de normale procedures voor toezicht met betrekking tot kredietrisico. 190 ING Groep Jaarverslag 2006 Achterstallige betalingsverplichtingen ING volgt voortdurend de betalingsachterstanden in haar portfolio. Met name de retail portefeuilles worden maandelijks nauwlettend gevolgd om vast te stellen of er significante wijzigingen in het niveau van betalingsachterstanden optreden. In het algemeen wordt een verplichting beschouwd als achterstallig indien een betaling van rente of aflossing meer dan 1 dag te laat is. In de praktijk worden de eerste 5-7 dagen nadat een betalingsverplichting achterstallig wordt, beschouwd als operationeel risico. Na deze periode zal een brief aan de debiteur worden verzonden ter herinnering aan de (achterstallige) betalingsverplichtingen. Als de betalingsachterstand na 90 dagen nog steeds bestaat, wordt de verplichting in het algemeen beschouwd als bijzondere waardevermindering en wordt deze gewoonlijk overgedragen aan de afdeling ‘probleemleningen’. Om het aantal betalingsachterstanden te verminderen, moedigen de meeste ING bedrijfsonderdelen hun debiteuren aan automatisch te betalen zodat betalingen tijdig ontvangen worden. Er is geen significante concentratie van een specifiek leningtype in de ‘watch-list’, in de achterstallige leningen of in de portefeuille van leningen met bijzondere waardeverminderingen. Alle leningen met achterstallige betalingsverplichtingen van meer dan 90 dagen worden over het algemeen automatisch geclassificeerd als lening met bijzondere waardevermindering. Er kunnen echter ook andere redenen zijn om een lening, voor het verstrijken van de termijn van 90 dagen, als bijzondere waardevermindering aan te merken. Zoals onder andere ING’s inschatting dat een klant niet aan zijn financiële verplichtingen zal kunnen voldoen, of dat een klant faillissement of surseance van betaling aanvraagt. In sommige gevallen zal een materiële breuk in financiële overeenkomsten (contractbreuk) ook aanleiding zijn om een lening te kwalificeren als lening met bijzondere waardevermindering. Procedure voor inbeslagname Het beleid van ING is er niet op gericht om activa van failliete debiteuren in beslag te nemen. ING probeert eerder het actief te verkopen vanuit de rechtspersoon die de activa in onderpand heeft gegeven, in overeenstemming met de overeenkomsten tot verpanding zoals ondertekend door de debiteur. In die gevallen dat ING wel het onderpand opeist, zal ING over het algemeen zo snel mogelijk het actief proberen te verkopen aan een gegadigde. Op basis van interne beoordelingen wat het snelst het hoogste resultaat zal opleveren voor ING, kan de gehele onderneming verkocht worden (of tenminste alle activa), of de activa kunnen stuksgewijs worden verkocht. ING BANK KREDIETRISICO Het kredietrisico van ING Bank heeft voornamelijk betrekking op de traditionele kredietverlening aan bedrijven en particulieren, gevolgd door investeringen in obligaties en overige gesecuritiseerde activa. Leningen aan particulieren betreffen hoofdzakelijk hypotheken met onroerend goed als zekerheid. Kredieten (inclusief uitgegeven garanties) aan bedrijven zijn veelal gedekt, maar kunnen ook ongedekt worden verstrekt op basis van een interne analyse van de kredietwaardigheid van de kredietnemer. Obligaties in de beleggingsportefeuille zijn doorgaans ongedekt. Securitisaties, zoals ‘Mortgage Backed Securities’(MBS) en ‘Asset Backed Securities’ (ABS), zijn gedekt door het pro rata deel van de onderliggende (groep van) activa, die aangehouden worden door de emittent van de securitisatie. Het laatste belangrijke onderdeel van kredietrisico betreft pre-settlement kredietrisico, dat voortvloeit uit handelsactiviteiten, inclusief derivaten en ‘repo’-transacties, het lenen en uitlenen van effecten en vreemde valuta transacties. ING maakt binnen het bankbedrijf gebruik van verschillende markttarieven en berekeningstechnieken om de omvang van het kredietrisico op pre-settlement-activiteiten te bepalen. Op basis van deze technieken maakt ING een schatting van het mogelijke toekomstige risico op individuele transacties en handelsportefeuilles. Er worden regelmatig raamovereenkomsten en zekerheidsstellingen afgesloten om deze kredietrisico’s te beperken. Risicoklassen zijn bepaald op basis van de kwaliteit van de uitstaande bedragen op basis van kredietwaardigheid, variërend van beleggingsklasse tot probleemklasse uitgedrukt in Standard & Poor’s equivalenten. Risicoklassen: ING Bank portefeuille in % van de totaal uitstaande bedragen (1) in percentages 1 2-4 5-7 8-10 11-13 14-17 18-22 (AAA) (AA) (A) (BBB) (BB) (B) (Probleemleningen) Wholesale Banking 2006 2005 5,5 26,3 13,8 19,7 27,7 4,9 2,1 100,0 5,4 29,0 12,9 18,4 26,7 4,8 2,8 100,0 Retail Banking 2006 2005 0,4 5,6 2,7 31,5 48,6 7,4 3,8 100,0 0,2 1,5 2,0 52,7 36,8 2,6 4,2 100,0 2006 ING Direct 2005 32,4 24,6 13,3 15,8 12,6 0,8 0,5 100,0 27,2 31,7 10,5 9,3 19,8 1,2 0,3 100,0 Totaal ING Bank 2006 2005 13,6 20,6 10,9 21,3 27,6 4,1 1,9 100,0 13,8 22,1 9,5 21,6 27,6 4,0 1,4 100,0 (1) gebasseerd op kredietverlening (zakelijk en particulier), pre-settlement en beleggingsactiviteiten. De tabel brengt tot uitdrukking wat de kans is dat leningen oninbaar worden. Mogelijk onderpand wordt hierbij buiten beschouwing gelaten. ING Groep Jaarverslag 2006 191 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer vervolg De ING bankbedrijfsonderdelen hebben ook in 2006 risico-ratingmodellen geïmplementeerd en verbeterd als voorbereiding op nieuwe regelgeving. Dit heeft geleid tot verbetering van de gemiddelde kredietwaardigheid bij alle divisies. Binnen Retail Banking was er een kleine verschuiving van BBB naar BB, als gevolg van de introductie van verbeterde rating-modellen in de Benelux. De verschuiving is dan ook voornamelijk het gevolg van een reclassificatie tussen risicoklassen, het is geen verslechtering van het onderliggende kredietrisicoprofiel. Verloop van de voorziening voor dubieuze debiteuren: bancaire activiteiten Balanswaarde begin van het jaar Implementatie IAS 32/39 Wijzigingen in de samenstelling van de groep Afboekingen Ontvangen op reeds afgeboekte kredieten Toename/(afname) voorziening dubieuze debiteuren Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde einde van het jaar Wholesale Banking Retail Banking ING Direct Totaal ING Bank 2006 Totaal ING Bank 2005 2.294 725 294 3.313 –78 –404 31 –118 –55 –60 1.610 –236 44 140 –7 75 741 –23 –51 11 81 –5 –16 291 –101 –691 86 103 –67 –1 2.642 4.456 –592 –4 –842 61 88 115 31 3.313 De kredietportefeuille wordt doorlopend geëvalueerd. Ieder kwartaal vindt een formele analyse plaats om de voorzieningen voor mogelijke dubieuze debiteuren vast te stellen volgens een ‘bottom-up’ benadering. Conclusies worden besproken in het IPC, dat adviseert aan de Raad van Bestuur over het niveau van de specifieke debiteurenvoorzieningen. ING Bank beschouwt leningen als zijnde in gebreke indien het, op basis van actuele informatie en gebeurtenissen, waarschijnlijk is dat de contractueel verschuldigde hoofdsom en rentebedragen niet conform de contractbepalingen zullen worden ontvangen. De risicokosten van ING Bank bleven laag in 2006 door een laag aantal nieuwe probleemleningen en voortgaande verbetering van het gemiddelde risicoprofiel van onze kredietportefeuille. Dit weerspiegelt zowel de sterkte van de economie in onze belangrijkste markten als de behoudende en voorzichtige groeistrategie van Retail Banking en ING Direct. Risico concentratie: portefeuille ING Bank per economische sector in percentages Bouw, infrastructuur & onroerend goed Financiële instellingen Privé personen Overheid en semi-overheid Dienstensector Overig Wholesale Banking 2006 2005 12,3 39,0 0,3 11,2 4,6 32,6 100,0 11,6 39,8 1,6 11,9 4,1 31,0 100,0 Retail Banking 2006 2005 2,0 3,3 81,8 1,8 1,6 9,5 100,0 0,8 1,5 93,2 0,5 0,5 3,5 100,0 2006 ING Direct 2005 0,8 59,0 31,4 7,5 0,0 1,3 100,0 0,2 61,2 27,0 10,7 0,0 0,9 100,0 Totaal ING Bank 2006 2005 5,8 37,0 31,3 7,6 2,3 16,0 100,0 5,7 39,4 28,1 9,2 2,1 15,5 100,0 Er waren in 2006 op ING Bank niveau geen significante veranderingen in risicoconcentraties per economische sector. Binnen ING Direct was er echter een verschuiving naar meer Privé personen als gevolg van groei in de ING Direct retail portefeuille, die ten koste ging van lagere groei in de (obligatie) beleggingsportefeuilles. Dit werd gecompenseerd door een daling van het aandeel Privé personen binnen Retail Banking, veroorzaakt door groei in de sectoren Midden en Klein bedrijf (MKB) en eenmansbedrijven. 192 ING Groep Jaarverslag 2006 Grootste economische risico’s: portefeuille ING Bank per land (1) bedragen in miljarden euro’s Wholesale Banking 2006 2005 Nederland Verenigde Staten België Duitsland Spanje Verenigd Koninkrijk Australië Italië Frankrijk Canada 62,0 25,8 36,2 10,3 11,0 17,1 2,4 10,9 16,2 1,5 (1) 56,5 22,1 40,7 35,4 8,9 21,5 1,5 9,2 12,7 2,1 Retail Banking 2006 2005 122,1 0,2 26,2 0,3 0,4 0,1 0,0 0,6 0,6 0,0 117,4 0,1 14,4 0,2 0,0 0,2 0,0 0,1 0,2 0,0 2006 ING Direct 2005 1,8 52,1 1,6 45,3 36,0 18,5 22,0 9,7 3,2 15,1 2,9 47,6 1,4 32,3 33,3 17,5 17,3 9,8 3,8 15,2 Totaal ING Bank 2006 2005 185,9 78,1 64,0 55,9 47,4 35,7 24,4 21,2 20,0 16,6 176,8 69,8 56,5 67,9 42,2 39,2 18,8 19,1 16,7 17,3 heeft uitsluitend betrekking op risico’s > EUR 10 miljard, inclusief intercompany risico’s met ING Verzekeringen. De grote daling in Duitsland binnen Wholesale Banking is het resultaat van de verkoop van DHB. Dit werd ten dele gecompenseerd door autonome groei van DiBa binnen ING Direct. Alle belangrijke landen groeiden in 2006, met uitzondering van kleine dalingen in Canada en het Verenigd Koninkrijk. De methodiek voor het berekenen van risicokapitaal is nauw verbonden met de risicodefinities om te bepalen waar het landenrisico optreedt. Voor landen in de opkomende markten met een laag tot gemiddeld risico, die nog niet in gebreke zijn gebleven, is een voorziening voor transferrisico niet vereist. In plaats van voorzieningen wordt additioneel kapitaal gealloceerd voor transacties waarbij landenrisico wordt gelopen. Het bedrag is hierbij een functie van het risico van het land alsmede van het risico van de transactie zelf. Dit wordt transferrisico kapitaal genoemd, en is een schatting van het maximale transfer verlies (boven het niveau van verwacht transfer verlies) binnen een bepaalde periode, voor een bepaalde portefeuille, gegeven een bepaald betrouwbaarheidsniveau. ING VERZEKERINGEN KREDIETRISICO ING Verzekeringen loopt kredietrisico door het beleggen van verzekeringspremies in activa die gevoelig zijn voor kredietrisico, voornamelijk investeringen in ongedekte obligaties. ING Verzekeringen streeft naar een hoge kredietwaardigheid van de beleggingsportefeuille, maar heeft ook een deel van de portefeuille belegd in particuliere hypotheken en in Structured Finance producten. Kredietrisico vloeit ook voort uit derivaten, ‘repo-‘ en ‘reverse repo’-transacties, het lenen en uitlenen van effecten en uit herverzekeringscontracten voor het afdekken van de portefeuille. Derivatentransacties worden doorgaans uitgevoerd met het oogmerk de portefeuille af te dekken. ALCO Verzekeringen bepaalt de kredietrisicolimieten op basis van rating-niveau en kredietkwaliteit van de kredietnemer. Investeringslimieten worden vastgesteld op basis van de rating van de debiteur. Deze limieten worden beheerd in de regio waar de moedermaatschappij is gevestigd. Daarnaast heeft elk verzekeringsbedrijf één of meer beleggingsmandaten waarbij de kredietrisicotolerantie wordt gespecificeerd naar emittent, soort en kwaliteit. Risicoklassen worden bepaald aan de hand van de kwaliteit van de kredietrisico’s in termen van kredietwaardigheid, uiteenlopend van beleggingsklasse tot probleemleningen, uitgedrukt in S&P classificatie. Risicoklassen: ING Verzekeringen portefeuille in % van de totaal uitstaande bedragen(1) in percentages 1 2-4 5-7 8-10 11-13 14-17 18-22 (AAA) (AA) (A) (BBB) (BB) (B) (Probleemleningen) Insurance Americas 2006 2005 26,9 21,8 20,0 19,7 7,0 4,6 0,0 100,0 28,3 15,0 30,4 22,5 2,5 0,7 0,6 100,0 Insurance Europe 2006 2005 27,8 19,8 20,5 14,6 15,7 1,2 0,4 100,0 27,3 21,8 43,2 5,8 0,8 1,0 0,1 100,0 Insurance Asia/Pacific Totaal ING Verzekeringen 2006 2005 2006 2005 12,1 33,4 32,4 7,9 4,1 10,1 0,0 100,0 13,5 59,0 15,1 9,9 2,1 0,2 0,2 100,0 25,1 22,6 22,0 15,8 10,3 4,0 0,2 100,0 26,3 23,0 32,8 14,3 2,5 0,8 0,3 100,0 (1) De 2005 cijfers zijn exclusief de particuliere hypotheek portefeuilles in Noord en Latijns Amerika en Azië/Pacific. De tabel brengt tot uitdrukking wat de kans is dat leningen oninbaar worden. Mogelijk onderpand wordt hierbij buiten beschouwing gelaten. ING Groep Jaarverslag 2006 193 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer vervolg De daling in de risico-ratings binnen ING Verzekeringen Europa is het gevolg van een herziening van de ratingmethodologie van de Nederlandse hypotheekportefeuille, met als doel deze gelijk te stellen aan de ratingmethodologie die wordt gebruikt binnen het Nederlandse bankbedrijf. In de nieuwe methodologie zijn de ratings verdeeld over de risicoklassen 8-17. Een soortgelijke verschuiving is te zien in Noord en Latijns Amerika en Azië/Pacific, omdat particuliere hypotheken in 2006 voor het eerst zijn opgenomen in de cijfers. De verschuiving is dan ook voornamelijk het gevolg van een reclassificatie tussen risicoklassen, het is geen verslechtering van het onderliggende krediet risicoprofiel. Risico concentratie: portefeuille ING Verzekeringen per economische sector (1) in percentages Bouw, infrastructuur & onroerend goed Financiële instellingen Privé personen Overheid en semi-overheid Dienstensector Overig (1) Insurance Americas 2006 2005 9,9 61,0 3,4 3,4 4,0 18,3 100,0 14,2 51,6 0,0 5,5 5,0 23,7 100,0 Insurance Europe 2006 2005 2,4 25,4 22,1 33,4 1,7 15,0 100,0 1,7 21,2 25,0 39,3 2,4 10,4 100,0 Insurance Asia/Pacific Totaal ING Verzekeringen 2006 2005 2006 2005 2,2 29,9 9,1 40,0 3,0 15,8 100,0 10,3 24,2 0,0 49,4 4,1 12,0 100,0 5,6 41,3 12,1 21,4 2,9 16,7 100,0 8,7 36,3 10,1 24,0 3,8 17,1 100,0 De 2005 cijfers zijn exclusief particuliere hypotheken in Noord en Latijns Amerika en Azië/Pacific. Deze zijn opgenomen onder Privé personen. De methode in het verzekeringsbedrijf om de economische sector te bepalen is in 2006 gelijkgesteld aan het bankbedrijf. Volgens de nieuwe methodologie worden alle investeringen in gestructureerde vastrentende instrumenten, zoals securitisaties, gegroepeerd onder Financiële instellingen. Grootste economische risico’s: portefeuille ING Verzekeringen per land (1) bedragen in miljarden euro’s Verenigde Staten Nederland Italië Duitsland Taiwan Canada Frankrijk Verenigd Koninkrijk Zuid Korea Spanje (1) Insurance Americas 2006 2005 57,4 0,7 0,3 0,2 0,0 6,3 0,4 1,6 0,0 0,3 61,5 0,8 0,5 0,4 0,0 5,9 0,5 1,9 0,0 0,3 Insurance Europe 2006 2005 2,0 34,2 7,5 6,6 0,0 0,3 5,6 3,6 0,0 4,5 3,2 25,8 7,7 6,8 0,0 0,1 5,3 3,2 0,0 3,9 Insurance Asia/Pacific Totaal ING Verzekeringen 2006 2005 2006 2005 2,3 0,5 0,1 0,3 6,9 0,0 0,5 0,3 5,4 0,4 1,9 0,1 0,0 0,4 7,4 0,0 0,9 0,2 3,9 0,0 61,7 35,4 7,9 7,1 6,9 6,6 6,5 5,5 5,4 5,2 66,6 26,7 8,2 7,6 7,4 6,0 6,7 5,3 3,9 4,2 Heeft uitsluitend betrekking op risico’s > EUR 5 miljard, inclusief intercompany risico’s met ING Bank. De landenconcentratie van de verzekeringsportefeuille is niet significant veranderd ten opzicht van 2006. De groei in de meeste landen is het gevolg van de groei van de beleggingsportefeuilles van het verzekeringsbedrijf in die landen. De groei in Italië, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk is het resultaat van groei in de portefeuilles met staatsleningen, gehouden door de verzekeringsbedrijven in Nederland en België. 194 ING Groep Jaarverslag 2006 ING BANK MARKTRISICO MARKTRISICO IN HANDELSPORTEFEUILLES Organisatie Corporate Market Risk Management (CMRM) Trading richt zich op het beheer van de marktrisico’s in de handelsportefeuilles van Wholesale Banking. CMRM Trading is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en implementatie van beleid met betrekking tot marktrisico en methodieken voor risicometing, rapportage en controle van handelsrisicoposities ten opzichte van goedgekeurde handelslimieten en de validatie van waarderingsmodellen. Verder beoordeelt CMRM mandaten en limieten voor handelsactiviteiten en bewaakt CMRM het proces met betrekking tot het introduceren van nieuwe producten voor handelsactiviteiten. Het beheer van de marktrisico’s in de handelsportefeuilles wordt op diverse organisatorische niveaus uitgevoerd, van geconsolideerd niveau (CMRM Trading) tot op het niveau van specifieke handelsactiviteiten en locaties. Het Financial Markets Risk Committee (FMRC) is een marktrisico commissie die, binnen de door de Raad van Bestuur vastgestelde richtlijnen, marktrisicolimieten vaststelt op zowel geaggregeerd niveau als per handelsportefeuille, en nieuwe producten goedkeurt. CMRM adviseert de Raad van Bestuur over de risicotolerantie van de Wholesale Banking activiteiten. Risicometing ING Wholesale Banking past de Value-at-Risk (VaR) methodiek toe als de belangrijkste risicomaatstaf. VaR voor marktrisico geeft, met een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van tenminste 99%, de maximale ééndagsverliezen die kunnen optreden ten gevolge van veranderingen in risicofactoren (zoals rentetarieven, vreemde valutakoersen, aandelenkoersen, kredietwaardigheid, impliciete volatiliteiten) als de posities onveranderd blijven binnen een tijdsinterval van een dag. Het effect van de historische marktbewegingen op de huidige portefeuille wordt geschat op basis van het gelijk gewogen gemiddelde van de waargenomen marktbewegingen in de voorgaande 250 werkdagen. VaR fungeert ook als basis voor de berekening van het wettelijk vereiste kapitaal en als basis voor de berekening van het economisch kapitaal dat ING dient aan te houden om mogelijke verliezen uit hoofde van handelsactiviteiten te kunnen opvangen. Marktrisico voor de rente- en aandelenmarkten is gesplitst in twee componenten: algemeen marktrisico en specifiek marktrisico. Het algemene marktrisico geeft een schatting van de VaR die voortvloeit uit algemene waardefluctuaties in de markt (bijvoorbeeld rentefluctuaties). Het specifieke marktrisico geeft een schatting van de VaR die voortvloeit uit waardefluctuaties in de markt die betrekking hebben op de emittent van waardepapieren. De VaR voor lineaire portefeuilles wordt berekend door middel van een variantie – covariantie methode. Het marktrisico van alle belangrijke optieportefeuilles binnen ING wordt gemeten door middel van Monte Carlo en historische simulatiemethodes. Beperkingen VaR als risicomaatstaf heeft enige beperkingen. VaR kwantificeert het potentiële risico alleen onder de veronderstelling van normale marktomstandigheden. Deze veronderstelling is in de praktijk niet altijd juist, in het bijzonder gedurende extreme gebeurtenissen. Dit zou daardoor kunnen leiden tot een onderschatting van het potentiële verlies. VaR maakt verder gebruik van historische gegevens om het gedrag van toekomstige prijsfluctuaties te voorspellen. Toekomstige prijsfluctuaties kunnen substantieel afwijken van in het verleden waargenomen fluctuaties. Daarnaast veronderstelt het gebruik van een ééndagshorizon (of tien dagen voor wettelijke berekeningen) dat alle posities in de portefeuille in één dag kunnen worden geliquideerd of afgedekt. Gedurende periodes van illiquiditeit of extreme gebeurtenissen in de markt kan deze veronderstelling onjuist blijken te zijn. Tevens geeft het gebruik van een 99% betrouwbaarheidsniveau aan dat VaR geen verliezen meeneemt die buiten dit betrouwbaarheidsniveau vallen. Backtesting Hoewel met VaR-modellen de potentieel toekomstige resultaten worden ingeschat, zijn de schattingen gebaseerd op historische marktgegevens. ING bewaakt voortdurend de aannemelijkheid en effectiviteit van het toegepaste VaR-model. De toegepaste techniek staat algemeen bekend als ‘backtesting’. Hierbij wordt het feitelijke resultaat van een dag vergeleken met de dagelijkse VaR. Naast het gebruik van feitelijke resultaten voor backtesting, gebruikt ING ook hypothetische resultaten waarbij het resultaat bepaald wordt waarbij het effect van daghandel (intraday trading), honoraria (fee) en provisies wordt uitgesloten. Wanneer het feitelijke of hypothetische verlies de VaR overstijgt, is er sprake van een ‘occurrence’. Gebaseerd op het eenzijdige betrouwbaarheidsniveau (ten minste 99%) van ING Bank zal een ‘occurrence’ naar verwachting ten hoogste één keer in de 100 handelsdagen voorkomen. In 2006 is het niet voorgekomen (2005: geen overschrijdingen) dat een ééndaags handelsverlies de ééndaags geconsolideerde VaR van ING Wholesale Banking heeft overschreden. ING Groep Jaarverslag 2006 195 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer vervolg Stress testing Aangezien VaR in het algemeen geen schatting geeft van de potentiële verliezen die kunnen voortvloeien uit extreme fluctuaties in de markt, past ING gestructureerde ‘stress testing’ toe voor het bewaken van het marktrisico onder extreme marktomstandigheden. Stressscenario’s zijn gebaseerd op historische en hypothetische extreme gebeurtenissen. Het resultaat van deze stress testing is een ‘Event Risk’ getal. Dit is een schatting van winst en verlies als gevolg van een mogelijke extreme gebeurtenis en het wereldwijde effect daarvan op ING Wholesale Banking. Het ‘Event Risk’ getal voor de handelsactiviteiten van ING Wholesale Banking wordt op weekbasis berekend. Het beleid met betrekking tot ‘Event Risk’ (en de technische implementatie daarvan) is ING-specifiek, aangezien er voor ‘Event Risk’ geen door andere banken en toezichthouders algemeen aanvaarde berekeningsmethode bestaat (zoals voor het VaR-model). Het ‘Event Risk’model bestaat voornamelijk uit stress-parameters per land en per markt (vastrentende waarden, aandelen, vreemde valuta en gerelateerde derivaten). De scenario’s en stress-parameters worden achteraf vergeleken met extreme marktbewegingen die zich daadwerkelijk in die markten hebben voorgedaan. Ontwikkeling marktrisico in handelsportefeuilles Onderstaande grafiek toont de ontwikkeling van de ééndaags VaR voor de handelsportefeuilles van ING Wholesale Banking gedurende 2005 en 2006 die onder toezicht staan van CMRM Trading. Verscheidene niet-handels boeken worden intern beheerd via het handelsrisico-proces. Deze boeken zijn daarom uitgesloten van de niet-handelsrisico tabel en inbegrepen in de onderstaande handelsrisico grafiek en tabel. Geconsolideerde Trading VaR ING Wholesale Banking 2005 – 2006 in miljoenen euro’s 70 60 50 40 30 20 10 0 Jan 05 Apr 05 Jul 05 Jan 06 Okt 05 Apr 06 Jul 06 Okt 06 Jan 07 Datum Value at Risk VaR Limit Gedurende 2005 en 2006 is de ééndaags VaR voor de ING Wholesale Banking handelsportefeuille voortdurend binnen de bandbreedte van EUR 21 - 37 miljoen geweest. Het gemiddelde risico was in 2006 hoger dan in 2005 (gemiddelde VaR 2006: EUR 31 miljoen en gemiddelde VaR 2005: EUR 28 miljoen). De VaR bleef ruim binnen de handelslimiet voor ING Wholesale Banking. Handelsposities met renterisico namen het grootste deel van de VaR voor hun rekening. In onderstaande tabel staat een verdere opsplitsing van de VaR van de handelsportefeuille van ING Wholesale Banking voor 2006 en 2005. VaR handelsportefeuille: ING Wholesale Banking, per portefeuille Vreemde valuta Aandelen Rente Diversificatie (1) Totaal VaR (1) 2006 Laag 2005 2006 Hoog 2005 1 7 20 1 7 14 7 11 30 5 13 30 2006 Gemiddeld 2005 2006 Ultimo 2005 3 9 25 –6 31 3 10 21 –6 28 2 8 27 –4 33 2 9 22 –6 27 De totale VaR voor de kolommen Hoog en Laag kan niet worden bepaald als de som van de individuele componenten omdat de gegevens van zowel individuele markten als voor de totale VaR afkomstig kunnen zijn van verschillende data. Opmerking: de termen hierboven zijn ontleend aan de terminologie die intern wordt gebruikt voor risicobeheer en zijn geen directe verwijzing naar balansposten. 196 ING Groep Jaarverslag 2006 MARKT RISICO IN NIET-HANDELSBOEKEN Organisatie Binnen ING Bank worden posities aangeduid als handels- of niet-handelsposities. De banking boeken worden hierbij gedefinieerd als de niet-handelsboeken. Het belangrijkste aspect voor het onderscheiden van de niet-handelsboeken van de handelsboeken is de intentie achter de posities die worden aangehouden in deze boeken. Cruciaal hierbij is dat de posities in de niet-handelsboeken worden aangehouden voor de lange termijn (of tot einde looptijd) of voor het doel om andere posities in het niet-handelsboek af te dekken. Binnen ING Bank is het beheren van renterisico in het niet-handelsboek de verantwoordelijkheid van de ALCO functie met ALCO Bank als hoogste goedkeuringsautoriteit. ALCO Bank bepaalt de totale risicotolerantie voor het renterisico in het niet-handelsboek. De ALCO functie is regionaal georganiseerd met uitzondering van ING Direct, dat een eigen ALCO heeft. De divisies Retail Banking en Wholesale Banking zijn vertegenwoordigd binnen de respectievelijke regionale en lokale ALCO’s. De ALCO structuur binnen ING Bank maakt het mogelijk om top-down risicobeheer, limiet bepaling, controle en toezicht uit te voeren op het renterisico in het niet-handelsboek. Dit verzekert een correcte implementatie van de totale risicotolerantie op ING Bank niveau. Als aangewezen onafhankelijke afdeling is CMRM verantwoordelijk voor het ontwerp en de uitvoering van de renterisicobeheer functies van de bank ter ondersteuning van de ALCO functie. CMRM is daarom verantwoordelijk voor het bepalen van adequate beleidslijnen en procedures voor het beheren van renterisico in de niet-handelsboeken en voor het toezicht houden op de naleving van deze richtlijnen. CMRM onderhoudt een adequaat limietenstelsel in lijn met de totale risicotolerantie van de bank. De CMRM structuur onderkent dat risicobeheer voor een groot gedeelte op regionaal/lokaal niveau plaatsvindt. Bottom-up rapporteren stelt het management in staat om het renterisico op alle relevante niveaus volledig te overzien. Het is de verantwoordelijkheid van de divisies om zich aan de door ALCO Bank goedgekeurde limieten te houden. Limietoverschrijdingen worden tijdig aan het senior management gerapporteerd en de divisies zijn verplicht om de benodigde acties te ondernemen om de risicopositie te reduceren. Renterisico in de niet-handelsboeken Om een duidelijke toewijzing van verantwoordelijkheden voor risico en resultaat mogelijk te maken binnen de niet-handelsboekstructuur is een splitsing in twee types van activiteiten gemaakt: Asset & Liability Management (ALM) en commerciële activiteiten. Binnen ING Bank wordt gebruik gemaakt van het risicotransfer principe. Onder dit principe wordt de rentepositie die voortvloeit uit de rentetypische mismatch tussen activa en passiva gecentraliseerd in de ALM boeken. Deze open rentepositie komt voort uit (i) de investering van de eigen fondsen van de bank (eigen vermogen) en (ii) het feit dat de bezittingen en schulden die door de bank worden aangegaan over het algemeen een verschillende rentetypische looptijd en daardoor een verschil in rentegevoeligheid hebben. Binnen ING Bank worden de eigen fondsen en de investeringen van deze eigen fondsen geïsoleerd onder de ING Bank Corporate line. ALCO Bank bepaalt het looptijdprofiel waar de investering van de eigen fondsen aan moet voldoen. Dit looptijdprofiel geeft het lange termijn karakter weer van de rendementseis van de investeerders en streeft naar een maximalisatie en stabilisatie van de resultaten. ALCO Bank beschouwt een goed gebalanceerde portefeuille van vastrentende beleggingen met een lange looptijd als de risico neutrale positie. De risicocijfers die worden gepresenteerd in de volgende markt risico tabellen zijn weergegeven vanuit het perspectief van de toezichthouder op de eigen fondsen. De cijfers reflecteren het risico dat direct voortkomt uit de investeringen aannemend dat de eigen fondsen van ING Bank niet gevoelig zijn voor rentebewegingen. De open renterisicopositie die voorkomt uit de rentetypische mismatch van de door de bank aangegane bezittingen en schulden wordt vanuit de commerciële niet-handelsboeken getransfereerd naar de ALM boeken. Deze ALM boeken worden beheerd binnen de ING Wholesale Banking divisie en bevatten de strategische rentepositie van de bank. Binnen deze boeken is de belangrijkste doelstelling om de economische waarde te maximaliseren en om adequate en stabiele jaarlijkse resultaten te genereren. Dit wordt bereikt door middel van het afdekken van het risico dat voorkomt uit de commerciële activiteiten van de bank en het aanhouden van de gewenste strategische rentepositie binnen de risicotolerantie van de bank. Het renterisico dat in de commerciële boeken achterblijft na het transfereren van de open rentepositie naar de ALM boeken, wordt veroorzaakt door basisrisico en optionaliteiten. De commerciële bedrijfsonderdelen dragen de verantwoordelijkheid voor dit overgebleven renterisico dat voortvloeit vanuit bancaire producten waarvan de toekomstige kasstromen afhankelijk zijn van klantgedrag (bv. optionaliteiten in hypotheken) en van bancaire producten waarvan de klantrente niet perfect correleert met de veranderende marktrente (basisrisico). Rekeningen courant, spaargelden en hypotheken zijn voorbeelden van producten waar deze risico’s uit voortvloeien. Binnen ING Direct worden het renterisico dat voortvloeit uit de ALM boeken en uit de commerciële boeken op een geïntegreerd niveau beheerd en gemeten. Binnen CMRM wordt op continue basis onderzoek gedaan om het modelleren van het klantgedrag te optimaliseren. Hiervoor worden verschillende methoden gebruikt om het renterisico te repliceren waarbij de contractuele en gedragsafhankelijke karakteristieken van rekeningen courant, spaargelden en hypotheken in ogenschouw worden genomen. De werking van de gebruikte modellen en veronderstellingen wordt op regelmatige basis geanalyseerd door middel van back-tests. De resultaten van deze back-tests worden gepresenteerd aan de respectievelijke ALCO’s. ING Groep Jaarverslag 2006 197 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer vervolg Om de rentegevoeligheid van spaargelden en rekeningen courant te bepalen, zijn verschillende methoden ontwikkeld. Voorbeeld hiervan zijn historische simulatie, Earnings-at-Risk analyse en waarderingsmodellen. Prijsstrategieën, uitstaande volumes en het niveau en de vorm van de yield curve worden in deze modellen in acht genomen. Op basis van deze analyses zijn de investeringsregels voor de verschillende portefeuilles vastgesteld. Het afdekken van de opties om vervroegd af te lossen binnen de hypotheken portefeuilles, is gebaseerd op modellen waarin het vervroegd aflossingsgedrag wordt voorspeld. Deze modellen houden rekening met de stimulans voor klanten om vervroegd af te lossen. De parameters van deze modellen zijn gebaseerd op historische data en worden regelmatig herzien. De rentegevoeligheid van de optionaliteit die ontstaat door de uitstaande hypotheekoffertes wordt ook bepaald en er is een afdekkingproces om het resulterende renterisico te minimaliseren. In de volgende tabellen worden de risicocijfers voor renterisico in het niet-handelsboek gepresenteerd. ING Bank gebruikt verschillende maatstaven om renterisico te controleren zowel vanuit een resultaten- als een waardeperspectief. De belangrijkste maatstaven zijn Earnings-at-Risk (EaR) en Net Present Value (NPV)-at-Risk. EaR meet de impact op IFRS resultaten van veranderende marktrentes over de periode van een jaar. Veranderingen in balansdynamiek en management interventies zijn niet meegenomen in deze berekeningen. De EaR cijfers in de onderstaande tabel zijn bepaald op basis van een onmiddellijke opwaartse verandering van de marktrente van 1%. Voor de ALM boeken meet de EaR het potentiële verlies dat veroorzaakt wordt door de structurele rentetypische mismatch in de aangehouden posities. De berekeningen voor de ALM boeken geven de EaR weer van de huidige posities. Voor de commerciële boeken, geeft de EaR het basisrisico voortkomend uit de rekeningen courant, spaargelden en de meest belangrijke hypotheken portefeuilles weer. Bij de EaR berekeningen voor de rekeningen courant en de spaargelden is de impact van nieuwe activiteiten wel meegenomen omdat dit het meest relevant is voor deze portefeuilles. Earnings-at-Risk (1% onmiddellijke opwaartse verandering van de marktrentes) 2006 Per divisie ING Wholesale Banking ING Retail Banking ING Direct ING Bank Corporate Line ING Bank Totaal –19 –107 –260 22 –364 Per valuta Euro US dollar Engelse pond Overig Totaal –232 –80 –4 –48 –364 Vergeleken met de EaR calculaties die zijn gepresenteerd in het jaarverslag van 2005 is de gebruikte verandering van de marktrente gereduceerd van 2% naar 1%. Dit is gedaan omdat het meer waarschijnlijk wordt geacht dat het 1% scenario zich zal voordoen in het huidige lage rente klimaat dan het 2% scenario. Het toepassen van de 2% onmiddellijke opwaartse parallelle verandering van de yield curve op de jaareinde 2006 cijfers resulteert in een EaR cijfer van EUR –640 miljoen, vergeleken met de EUR –733 miljoen die is gepresenteerd in 2005. De reductie van het EaR cijfer in 2006 wordt voornamelijk veroorzaakt door het feit dat de EaR calculaties dit jaar zijn veranderd om beter aan te sluiten met de IFRS resultaten. De EaR berekeningen van dit jaar bevatten verder de convexiteit die voortkomt uit de optionaliteiten in de grote Nederlandse hypotheken portefeuilles. De NPV-at-Risk cijfers geven de volledige impact op de waarde (inclusief convexiteit) weer van de niet-handelsboeken die het resultaat zijn van veranderende marktrentes. Deze volledige waarde impact kan niet worden gerelateerd aan de balans of de resultaten omdat de waardemutaties in de niet-handelsboeken maar voor een klein deel direct in de resultaten of het eigen vermogen worden geboekt. Het grootste gedeelte, namelijk de waardemutaties van de posities die tegen geamortiseerde kostprijs worden verantwoord, worden niet direct meegenomen in de balans of in de resultaten. De NPV-at-Risk cijfers in de onderstaande tabel zijn vastgesteld op basis van een onmiddellijke opwaartse verandering van de marktrente van 1% in lijn met de EaR calculaties. Voor de ALM boeken bevatten de NPV-at-Risk cijfers de potentiële waardeverandering als gevolg van een structurele mismatch in de renteposities. Voor de commerciële niet-handelsboeken bevatten de NPV-at-Risk calculaties de convexiteit die resulteert uit de optionaliteiten van de meest belangrijke hypotheken portefeuilles. In deze calculaties wordt aangenomen dat de spaargelden en de rekeningen courant perfect worden weergegeven door de replicerende methoden en daarom volledig zijn afgedekt. 198 ING Groep Jaarverslag 2006 NPV-at-Risk (1% onmiddellijke opwaartse verandering van de marktrentes) 2006 Per divisie ING Wholesale Banking ING Retail Banking ING Direct ING Bank Corporate Line ING Bank Totaal –559 –134 –377 –818 –1.888 Per valuta Euro US dollar Engelse pond Overig Totaal –1.465 –402 –58 37 –1.888 In lijn met de EaR berekeningen is het renterisico scenario ook veranderd voor de NPV-at-Risk berekeningen. Om een vergelijking mogelijk te maken, zijn de 2006 NPV-at-Risk cijfers ook berekend voor het 2% scenario. De NPV-at-Risk onder dit scenario is EUR –4.261 miljoen. Vergeleken met het jaareinde 2005 NPV-at-Risk cijfer van EUR –3.203 miljoen laat de NPV-at-Risk dit jaar een grote toename zien. De toegenomen NPV-at-Risk cijfers worden voornamelijk veroorzaakt door ING Direct USA waar de convexe renterisico positie is toegenomen. Verder zijn de diversificatie effecten tussen ING Direct Canada en de overige portefeuilles afgenomen, wat de NPV-at-Risk van ING Direct verder doet toenemen. In de praktijk zal de portefeuille worden herzien in het geval van een opwaartse rentebeweging, wat het NPV verlies significant doet afnemen. Valutarisico in niet-handelsboeken Valutarisico (oftewel FX risico) in niet-handelsboeken is het gevolg van commerciële niet-handelsgerelateerde activiteiten door ING bedrijfsonderdelen in valuta’s anders dan hun eigen lokale valuta, gerealiseerde niet-euro winsten en translatie risico in niet-euro investeringen. Het beleid met betrekking tot deze risico’s wordt hieronder kort beschreven. Commerciële niet-handelsgerelateerde activiteiten Elk bedrijfsonderdeel dekt het valutarisico van haar eigen commerciële activiteiten af in de lokale valuta. Zowel voor de activa als de passiva bestaat er dan geen valutarisico. Gerealiseerde Winsten Elk bedrijfsonderdeel dekt haar eigen gerealiseerde winsten af door deze om te zetten naar de lokale valuta. Het valuta risico van de nietEuro bedrijfsonderdelen wordt maandelijks centraal beheerd door de afdeling Capital Management. ING dekt geprognosticeerde toekomstige niet-Euro valuta winsten niet af in Euro tegenwaarde. Valuta Translatie Winsten De strategie van ING is het beschermen van haar Tier-1 ratio tegen ongunstige wisselkoersfluctuaties. De bescherming hiervan is grotendeels gerealiseerd door het uitgeven van Tier-1 papier in zowel Amerikaanse dollar als Britse pond en het structureel innemen van posities in buitenlandse valuta. Het bewust innemen van posities in buitenlandse valuta is in het belang om het Tier-1 ratio te beschermen door een juiste verhouding te bewerkstelligen tussen het niet-Euro kapitaal en de niet-Euro activa naar het gewogen gemiddeld risico. De Amerikaanse dollar, Britse pond, Poolse zloty, Australische dollar en Canadese dollar zijn de voornaamste valuta’s die de Tier-1 ratio beïnvloeden. De strategie voor de overige valuta’s is gericht om het valuta risico van deze munteenheden in zijn geheel af te dekken. ING Groep Jaarverslag 2006 199 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer vervolg Eendagsrisico ING Bank voor de belangrijkste valuta in de niet-handelsboeken 2006 Geïnvesteerd kapitaal 2006 Amerikaanse dollar Britse pond Poolse zloty Australische dollar Canadese dollar Overige valuta Totaal 5.338 –1.044 938 1.048 974 2.504 9.758 Tier-1 –2.883 –894 –3.777 Totale risico Hedges Netto positie 2.455 –1.938 938 1.048 974 2.504 5.981 –1.460 1.930 –523 –123 –704 –2.422 –3.302 995 –8 415 925 270 82 2.679 Totale risico Hedges Netto positie 1.348 –1.247 809 1.047 1.300 3.257 –701 1.252 –489 –955 –1.192 –2.085 647 5 320 92 108 1.172 Eendagsrisico ING Bank voor de belangrijkste valuta in de niet-handelsboeken 2005 Geïnvesteerd kapitaal 2005 Amerikaanse dollar Britse pond Poolse zloty Zuidkoreaanse won Overige valuta Totaal 4.562 –1.247 809 1.047 1.300 6.471 Tier-1 –3.214 –3.214 De hierboven genoemde tabellen laten zien dat de netto posities in buitenlandse valuta in de niet-handelsboeken zijn toegenomen in vergelijking met 2005. Deze netto posities zijn bewust ingenomen om de Tier-1 ratio te beschermen tegen ongunstige wisselkoers fluctuaties. De activa in Amerikaanse dollar naar het gewogen gemiddeld risico is aanzienlijk toegenomen in 2006. In het belang om de Tier-1 ratio te beschermen is de netto positie in de Amerikaanse dollar dienovereenkomstig toegenomen. In 2006 is Tier-1 papier in Britse ponden uitgegeven om de Tier-1 ratio beter te beschermen tegen EUR/GBP wisselkoers fluctuaties. ING Direct heeft haar activiteiten uitgebreid in Australië en Canada. Hierdoor zijn de Australische dollar en Canadese dollar in 2006 toegevoegd als valuta’s die de Tier-1 ratio aanmerkelijk kunnen beïnvloeden. Om het valuta risico in de niet-handelsboeken te kwantificeren en te beheersen past ING dezelfde (Value-at-Risk) methodiek toe die ook voor de handelsboeken worden gebruikt. Geconsolideerde niet-handelsboeken FX VaR ING Bank FX VaR 2006 Laag 2005 2006 Hoog 2005 2006 Gemiddeld 2005 2006 Ultimo 2005 7 2 22 11 17 7 21 11 AANDELEN PRIJSRISICO IN DE NIET-HANDELSBOEKEN Aandelen prijsrisico komt voort uit de mogelijkheid dat aandeelkoersen kunnen fluctueren. Dit heeft invloed op de waarde van de aandelen en andere instrumenten waarvan de prijs net zo beweegt als een bepaald aandeel, een mandje met aandelen of een aandelenindex. ING Bank houdt een substantiële aandelenpositie in de niet-handelsboeken aan. Deze bestaat voornamelijk uit de deelnemingen van EUR 1.223 miljoen (2005: EUR 1.188 miljoen) en de aandelen aangehouden in de Beschikbaar-voor-Verkoop portefeuille van EUR 1.898 miljoen (2005: EUR 2.147 miljoen). De waarde van de aandelen die worden aangehouden in de Beschikbaar-voor-Verkoop portefeuille is direct verbonden aan de aandeelkoersen. De deelnemingen worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaarde en de balanswaarde is daardoor niet direct verbonden aan de aandeelkoersen. 200 ING Groep Jaarverslag 2006 LIQUIDITEITSRISICO Liquiditeitsrisico is het risico dat ING Bank of een van haar dochterondernemingen niet op het gewenste moment tegen redelijke kosten aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Binnen ING Bank is het ALCO Bank verantwoordelijk voor de strategie met betrekking tot liquiditeitsrisico. Het ALCO Bank heeft het dagelijkse liquiditeitsbeheer gedelegeerd aan Treasury Amsterdam, die verantwoordelijk is voor het beheer van de totale liquiditeitsrisicopositie van ING Bank, terwijl regionale en lokale treasuryafdelingen verantwoordelijk zijn voor het beheer van de liquiditeit in hun eigen regio’s. De belangrijkste doelstelling van ING’s liquiditeitsstrategie is het handhaven van voldoende liquiditeit om activiteiten goed te laten verlopen. De liquiditeitsstrategie van ING Bank kent vier belangrijke componenten. De eerste betreft de dagelijkse funding. Het beleid van ING is erop gericht te zorgen voor een goede spreiding van de dagelijkse fundingeisen. De Treasury-afdeling bewaakt alle vervallende kasstromen, samen met verwachte veranderingen in de fundingseisen voor de kernactiviteiten. Dit omvat eveneens het aanvullen van bestaande fondsen op de vervaldatum, verwachte opnames uit particuliere rekeningen-courant, spaartegoeden en additionele leningen. Daarbij wordt de toegang tot de professionele markt actief beheerd door het regelmatig emitteren van schuldpapier en het onderhouden van relaties met investeerders. De tweede component betreft het aanhouden van een adequate mix van financieringsbronnen. ING streeft naar een goed gediversifieerde fundingmix als het gaat om financiële producten, tegenpartijen, geografische markten en valuta. Liquiditeitsbronnen zijn binnen de gehele ING Bank ruim aanwezig. ING Bank heeft een brede basis van retail funding, die voornamelijk bestaat uit rekeningen courant, spaartegoeden en particuliere deposito’s. Ondanks het feit dat deze rekeningen op korte termijn of per direct opvraagbaar zijn, worden deze rekeningen gezien de brede klantenbasis als een stabiele bron van funding beschouwd. Hoewel de retail funding vanuit geografische gezichtspunt bekeken breed gespreid is, vindt de meeste funding plaats in de eurozone. De derde component in de liquiditeitsstrategie van ING is het handhaven van een brede portefeuille met goed verhandelbare activa die eenvoudig kunnen worden ingezet om verstoringen in het kasstroomprofiel op te vangen. ING heeft relatief grote portefeuilles met onbezwaarde, verhandelbare activa, die voor liquiditeit kunnen zorgen door middel van repo-overeenkomsten of door verkoop. Het merendeel van de verhandelbare activa van ING bevindt zich in de eurozone. De vierde component in ING’s liquiditeitsstrategie is het handhaven van adequate en actuele financieringsplannen voor onvoorziene gebeurtenissen verspreid over de gehele organisatie. Financieringsplannen voor onvoorziene gebeurtenissen worden opgesteld om tijdelijke en langdurige verstoringen in liquiditeit op te vangen die worden veroorzaakt door algemene marktomstandigheden of door specifieke omstandigheden binnen ING. Op basis van deze plannen zijn alle taken en verantwoordelijkheden duidelijk gedefinieerd en is alle benodigde managementinformatie beschikbaar. Het belangrijkste doel van ING’s financieringsplannen voor onvoorziene gebeurtenissen is om het topmanagement in staat te stellen om op een effectieve en efficiënte manier te reageren op crises. Het accent van het meten van het liquiditeitsrisico ligt op de week- en maandperiode. De intern gebruikte liquiditeitscijfers worden berekend op basis van de rapportagerichtlijnen voor liquiditeitsrisico van De Nederlandsche Bank. Voor dit doel worden posities uitgesplitst naar type product en tegenpartij. Alle posities met een bekende vervaldatum worden opgenomen in de vervalkalender op basis van de contractuele vervaldatum. Posities met een onbekende vervaldatum en verhandelbare activa worden opgenomen als posten met een directe liquiditeitswaarde. Standby-faciliteiten, niet-getrokken onherroepelijke kredietfaciliteiten, garanties en andere latente verplichtingen zijn ook opgenomen. De posities in de week- en maandperiode worden gewogen op basis van een scenario dat een mix is tussen een gebeurtenis in de markt en een ING specifieke gebeurtenis. De totaal beschikbare liquiditeit is gecorrigeerd voor het aanwezige liquiditeitssurplus op lokaties waar kapitaaloverdracht gelimiteerd is en in niet-omwisselbare valuta. Deze posities bevinden zich voornamelijk buiten de eurozone. De richtlijnen voor toezicht vereisen dat banken tenminste positieve liquiditeits bedragen rapporteren. Daarnaast is binnen ING Bank een raamwerk geïmplementeerd dat limieten stelt voor wekelijkse en maandelijkse liquiditeitsrisicoposities om zo voldoende liquiditeitsbuffers te garanderen. ING VERZEKERINGEN Algemeen ING is actief op het gebied van leven- en schadeverzekeringsproducten. Binnen het risicobeheer vallen onder de categorie levensverzekeringsproducten een ruim assortiment traditionele levensverzekeringen, beleggingsverzekeringen, lijfrentes, universal life, collectieve- en pensioenverzekeringen alsmede (gegarandeerde) beleggings contracten. Onder de schadeverzekeringsproducten vallen alle verzekeringen die niet onder de levensverzekeringsproducten vallen, zoals brand-, auto-, ongevallen- en zorgverzekeringen alsmede aansprakelijkheids- en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. In overige delen van het jaarverslag zijn zorgverzekeringen en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen inbegrepen onder de categorie levensverzekeringen. ING Groep Jaarverslag 2006 201 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer vervolg De risico’s die voortvloeien uit deze verzekeringsproducten hebben betrekking op de toereikendheid van de verzekeringspremies en de voorzieningen met betrekking tot verzekeringsverplichtingen en vermogenspositie alsmede de onzekerheid met betrekking tot het toekomstig rendement op investeringen van de verzekeringspremies. Risico’s worden als volgt onderverdeeld: actuarieelen verzekeringstechnische risico’s, marktrisico’s, kredietrisico’s (zoals hiervoor beschreven) en operationele risico’s. ING bewaakt regelmatig het solvabiliteitsniveau op een prudente basis voor de totale verzekeringsactiviteiten. ING Corporate Insurance Risk Management (CIRM) houdt toezicht op en vaardigt instructies uit aan alle ING bedrijfsonderdelen teneinde zeker te stellen dat de verzekeringsvoorzieningen (reserves en kapitaal) worden getoetst op toereikendheid inclusief premieniveau’s en toekomstige beleggingen. Dit gebeurt inclusief de waardering van de verzekeringsverplichtingen op basis van de huidige actuariële ‘best estimate’ aannames plus een risico marge. Kortom, de voorzieningen worden getoetst op hun toereikendheid gebaseerd op de huidige aannames. ING is van mening dat haar solvabiliteitsniveau voldoende is. Waar de amortisatie van de overlopende acquisitiekosten afhankelijk is van de verwachte bruto winsten, bevatten de gevoeligheidsanalyses hieronder het effect van de amortisatie van de overlopende acquisitiekosten als gevolg van veranderingen in verwachte bruto winsten. Toereikendheid van voorzieningen – Taiwan De toereikendheid van de voorzieningen voor de (levens-)verzekeringsverplichtingen (netto van DAC en VOBA) wordt regelmatig geëvalueerd. Het beleid van ING ten aanzien van de toereikendheidstesten is beschreven in ‘Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening van ING Group’. In totaal waren op 31 december 2006 (en 31 december 2005) de voorzieningen voor levensverzekeringen van ING toereikend op basis van het 90% betrouwbaarheidsniveau. Ook voor elk van de divisies, op basis van zelfstandigheid, waren de voorzieningen voor levensverzekeringen toereikend op basis van het 90% betrouwbaarheidsniveau, behalve voor de divisies Insurance Asia/Pacific. De ontoereikendheid van de voorzieningen van Insurance Asia/Pacific komt volledig door Taiwan. Op 31 december 2006 is de mate van ontoereikendheid voor Taiwan EUR 2,4 miljard op basis van het 90% betrouwbaarheidsniveau op een totaal voorzieningenniveau (exclusief overlopende acquisitiekosten en VOBA) van EUR 10 miljard. Deze ontoereikendheid vloeit voort uit een aanzienlijk risico in Taiwan als gevolg van aanhoudend lage renteniveau’s in combinatie met langlopende rentegaranties van 6 – 8% in levens- en zorgverzekeringscontracten die tot 2001 door dit bedrijfsonderdeel werden verkocht. Deze langlopende rentegaranties en toekomstige premiebetalingen (met een contante waarde van ongeveer EUR 19 miljard) (2005: EUR 20 miljard) creëren een verplichting met een effectieve duratie van ongeveer 30 vergeleken met een duratie van ongeveer 10 van de beleggingen. ING is gestopt met de verkoop van dergelijke garanties in haar Taiwanese levensverzekeringsproducten sinds 2002. De voorzieningen voor de contracten van na 2001 is toereikend op basis van een 90% betrouwbaarheidsniveau die gedeeltelijk de ontoereikende voorzieningen van de contracten tot 2001 compenseren. Verder heeft ING de voorzieningen versterkt tot EUR 682 miljoen (2005: EUR 420 miljoen) voor dit risico en de interne kapitaal allocatie verhoogd. Het resultaat van toereikendheidstests voor Taiwan is van nature onzeker als gevolg van de verscheidene veronderstellingen die eraan ten grondslag liggen en het lange-termijn karakter van de verplichtingen. Het resultaat kan alleen betrouwbaar worden weergegeven in ‘ranges’ die substantieel verschillen per periode. Het resultaat van deze test voor Taiwan is specifiek gevoelig voor veranderingen in de rente(-veronderstellingen). De toereikendheidstest op 31 december 2006 was gebaseerd op een huidige 10-jaars swap rente in Taiwan per 31 december 2006 van 2,21% (2005: 2,35%) met de veronderstelling dat op lange termijn deze rente omhoog zal gaan naar 5,75% (2005: 5,75%). De beste inschatting van het management, gebaseerd op een 50% betrouwbaarheidsniveau, is dat Taiwan een marginale toereikendheid heeft van EUR 298 miljoen (2005: EUR 165 miljoen) wat overeenkomt met een 57% betrouwbaarheidsniveau (2005: 53%) per 31 december 2006. Als gevolg van het accounting beleid van de Groep moet iedere ontoereikendheid onder het 50% betrouwbaarheidsniveau onmiddellijk aangezuiverd worden via de winst- en verliesrekening. De gevoeligheid voor renteveranderingen is hieronder weergegeven onder ‘ING Verzekeringen’ – Rentegevoeligheid. Indien de rente per 31 december 2006 1% lager was geweest, waren de voorzieningen in Taiwan ontoereikend geweest gebaseerd op een 50% betrouwbaarheidsniveau. Als gevolg hiervan zou een verlies van EUR 1,5 miljard na belastingen (2005: EUR 1,7 miljard) in de winsten verliesrekening opgenomen worden om de voorzieningen toereikend te laten zijn op basis van het 50% betrouwbaarheidsniveau. In het geval de rente per 31 december 2006 en 31 december 2005 1% hoger was geweest waren de voorzieningen in Taiwan toereikend op basis van het 50% betrouwbaarheidsniveau maar ze zouden nog steeds ontoereikend zijn op basis van het 90% betrouwbaarheidsniveau. Wel zou in dit geval waarschijnlijk de last in de winst- en verliesrekening gereduceerd kunnen worden. De toezichthouder in Taiwan staat momenteel toe om verliezen als gevolg van de lage rente te compenseren met het resultaat op sterfte waardoor geen winstdeling aan de polishouders wordt uitgekeerd. Dit is verwerkt in de toereikendheidstest. 202 ING Groep Jaarverslag 2006 ING VERZEKERINGEN ACTUARIEEL EN VERZEKERINGSTECHNISCH RISICO Algemeen Actuariële en verzekeringstechnische risico’s zijn risico’s die voortkomen uit de prijstelling en acceptatie van de verzekeringscontracten. Deze risico’s worden beheerd door standaard verzekeringsacceptatie, productontwikkelingseisen zoals opgesteld door de ING Insurance Risk Management functie, onafhankelijke goedkeuringsprocedures van nieuwe producten en risicobeperkingen met betrekking tot de voorwaarden in de verzekeringspolissen overeengekomen met de klanten. Actuariële risico’s worden beheerd door middel van procedures met betrekking tot prijsvaststelling en worden meegenomen in de toereikendheidsanalyse van de voorziening voor verplichtingen uit verzekerings- en beleggingscontracten. Verzekeringstechnische risico’s worden beheerd tijdens de beoordeling van aanvragen voor verzekeringsdekkingen. Het maximale verzekeringstechnische risico wordt beperkt door uitsluiting, dekkingslimieten en herverzekering. Berekening Opbrengsten en kosten als gevolg van verzekeringsclaims in de ING verzekeringsportefeuilles worden beheerd door verzekeringstechnische risicotoleranties die worden vastgesteld door de Raad van Bestuur. ING Groep heeft actuariële en verzekeringstechnische risicotoleranties vastgesteld voor specifieke terreinen van haar verzekeringsactiviteiten. Voor de schadeverzekeringen worden de risicotoleranties vastgesteld per verzekeringstype (in termen van maximale verzekeringsbedragen per individueel risico) en voor brandverzekeringen ook in termen van maximaal aanvaardbare verliezen. De verliezen die worden meegenomen om deze maximaal aanvaardbare verliezen te berekenen zijn het gevolg van catastrofes (bijvoorbeeld natuurgeweld zoals stormen, aardbevingen, en overstromingen). Voor de belangrijkste schadebedrijven (in Nederland, België, Canada en Mexico) is de risicotolerantie vastgesteld op 2,5% van het resultaat ING Groep na belastingen. Voor 2006 komt dit overeen met een norm van EUR 190 miljoen (2005: EUR 170 miljoen) vóór belastingen voor Mexico en Nederland–België gecombineerd. Voor Canada is een norm van EUR 169 miljoen (2005: EUR 149 miljoen) vóór belastingen vastgesteld (deze is afgeleid van de eerder genoemde EUR 190 miljoen maar gecorrigeerd voor minderheidsbelangen). De risicotoleranties hebben betrekking op het maximaal aanvaardbare verlies als gevolg van catastrofes. Voor deze schadeproducten worden mogelijke verliezen vastgesteld op basis van gebeurtenissen met een terugkeerperiode van 250 jaar voor Canada, Mexico en Nederland-België gecombineerd wat overeenkomt met de praktijken in de bedrijfstak. Voor brandverzekeringen wordt daarbij gebruik gemaakt van in de bedrijfstak geaccepteerde modellen voor het beoordelen van de risico’s. Voor de kleinere schadebedrijven van ING was voor 2006 de risicotolerantie per gebeurtenis per bedrijfsonderdeel vastgesteld op EUR 5 miljoen (2005: EUR 5 miljoen) vóór belastingen. Voor motor- en autoschadeverzekeringen was de risicotolerantie vóór belastingen voor 2006 vastgesteld op EUR 7,5 miljoen (2005: EUR 5 miljoen) per bedrijfsonderdeel. Met betrekking tot levensverzekeringsbedrijven is de risicotolerantie van ING Groep vastgesteld op EUR 22 miljoen (2005: EUR 22 miljoen) per verzekerd leven. Een portefeuille van levensverzekeringsrisico’s is van nature gediversifieerd omdat elk leven een apart risico vormt. Collectieve contracten kunnen echter resulteren in een grote risicoconcentratie. Op basis van beoordeling van de levensverzekeringscontracten voor gebeurtenissen waarbij meerdere levens betrokken zijn, is ING tot de conclusie gekomen dat mogelijke verliezen ten gevolge van een gebeurtenis onder normale omstandigheden niet hoger zullen zijn dan de risicotolerantie voor 2006 van EUR 750 miljoen (2005: EUR 750 miljoen) vóór belastingen. Een dergelijk bedrag zou ook het resultaat kunnen zijn van een wereldwijde epidemie zoals de Spaanse Griep epidemie uit 1918, zonder rekening te houden met de medische ontwikkelingen sindsdien. ING modelleert de mogelijke gevolgen van epidemieën gebaseerd op onderzoek van internationale instanties. Het totaal van verzekeringsrisico’s en concentraties daarin wordt actief beheerd met behulp van herverzekering door externe kredietwaardige herverzekeraars die voldoen aan de kredieteisen van ING Group. In het geval de portefeuille verzekeringsproducten risico’s bevat die groter zijn dan zoals hierboven gedefinieerd, zijn adequate procedures ontwikkeld waaronder herverzekeringsdekking bij derden. Met name voor de schadeverzekeringsportefeuilles koopt ING bescherming waardoor het risico door natuurlijke rampen aanzienlijk wordt verkleind. ING is van mening dat de door haar gelopen kredietrisico’s voortvloeiende uit herverzekeringscontracten minimaal zijn. Met betrekking tot extreme verliezen als gevolg van gebeurtenissen als terrorisme, stelt ING zich op het standpunt dat het niet mogelijk is een bedrijfsmodel te maken waarbij met deze extreem hoge verliezen rekening wordt gehouden. Voor onze schadebedrijven geldt dat deze verliezen niet zijn gedekt, tenzij wettelijk vereist. In sommige landen worden de risico’s van terrorisme voor de individuele verzekeraars verkleind door middel van pooling binnen de bedrijfstak. In die gevallen participeert ING in de pool. ING Groep Jaarverslag 2006 203 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer vervolg Met behulp van scenario-analyses heeft ING Verzekeringen de potentiële veranderingen gemeten in de resultaten na belasting van de verzekeringsactiviteiten als gevolg van een stijging of daling van de verzekeringsrisicofactoren gedurende het jaar 2006. De veranderingen in de resultaten kunnen betrekking hebben op gerealiseerde claims of enige andere resultaatposten die worden beïnvloed door de verandering van deze factoren. Daarnaast heeft ING een schatting gemaakt van de invloed op het eigen vermogen van ING Verzekeringen NV per 31 december 2006 van een dergelijke verandering van de verzekeringsrisicofactoren. De uitsplitsing van de gevoeligheden voor en na risico vermindering is typisch het gevolg van herverzekering. ING gaat er niet vanuit dat al deze veranderingen in risicofactoren gelijktijdig plaatsvinden in alle bedrijfsonderdelen. Verzekeringstechnische en actuariële gevoeligheid Voor risico vermindering Sterfte Effect op ING Verzekeringen Nettowinst Eigen vermogen Na Voor Na risico risico risico verminverminvermindering dering dering 2006 Voor risico vermindering Effect op ING Verzekeringen Nettowinst Eigen vermogen Na Voor Na risico risico risico verminverminvermindering dering dering 2005 +10% –10% –91 80 –70 70 –87 78 –67 67 –82 80 –61 61 –85 83 –63 64 Invaliditeit +10% –10% –114 114 –106 105 –111 111 –103 102 –70 70 –66 66 –70 71 –67 67 Schade –196 196 –185 185 –188 188 –178 178 –125 125 –98 98 –130 130 –101 101 +10% –10% De gevoeligheden zijn gebaseerd op een eenmalige stijging of daling van de gerealiseerde claims van schadeverzekeringen en zorgverzekeringen en een stijging of daling van de sterftekansen gedurende 2006. ING VERZEKERINGEN MARKTRISICO Algemeen Marktrisico’s ontstaan wanneer de verandering van de marktwaarde van activa en passiva niet gelijk loopt bij verandering van de financiële markten. Veranderingen van rentes, aandelenkoersen, valutakoersen en prijzen van vastgoed kunnen van invloed zijn op de huidige en toekomstige resultaten en het eigen vermogen van de ING Verzekeringsbedrijven. ING heeft limieten geïmplementeerd voor Market Value at Risk (MVaR) om zo het markt- en kredietrisico van de wereldwijde verzekeringsactiviteiten te beheersen. ALCO Verzekeringen heeft een MVaR limiet gesteld voor ING Group Insurance en voor iedere divisie die gerelateerd is aan het economisch kapitaal voor ING Groep Verzekeringen. Dit economisch kapitaal is gebaseerd op marktwaarden. De MVaR is gebaseerd op een 99,95% betrouwbaarheidsniveau met een éénjarige tijdshorizon. Deze limieten worden gealloceerd aan de bedrijfsonderdelen van ING Verzekeringen via MVaR sublimieten. Deze limieten worden beheerd door de ALCO Verzekeringen organisatie op de respectievelijke organisatieniveaus. Limiet overschrijdingen door de divisies worden gerapporteerd aan ALCO van ING Groep en binnen het volgende kwartaal verholpen volgens ING Groep beleid. Corporate Insurance Risk Management (CIRM) consolideert en houdt toezicht op de MVaR omvang van de divisies inclusief de diversificatie-effecten op kwartaal basis. In 2006 waren er geen limietoverschrijdingen (2005: ook geen limietoverschrijdingen) van de MVaR limiet van ING Verzekeringen. Berekening Op ING Groep niveau is CIRM verantwoordelijk voor het implementeren en de bewaking van de Asset en Liability Management (ALM) praktijken en voor de consistentie van de wereldwijde MVaR berekeningsmethoden. Het marktrisico van ING Verzekeringen bestaat primair uit rente- en aandelenrisico maar het bestaat ook uit vreemde valuta- en vastgoedrisico. De tekst hieronder verschaft een analyse van de omvang van de verschillende soorten marktrisico’s. 204 ING Groep Jaarverslag 2006 ALM risico - renterisico De verzekeringsactiviteiten van ING zijn onderhevig aan rentebewegingen met betrekking tot gegarandeerde rentetarieven op de verzekerings- en beleggingscontractverplichtingen. De verzekeringsactiviteiten van ING zijn ook onderhevig aan rentebewegingen met betrekking tot inkomsten uit beleggingen. De huidige productportefeuille bestaat tevens uit producten met renterisico’s die geheel of gedeeltelijk voor rekening van de polishouder komen, waardoor het risico van ING als gevolg van rentebewegingen wordt verkleind. Met behulp van scenario-analyses heeft ING Verzekeringen de potentiële veranderingen gemeten in de resultaten van de verzekeringsactiviteiten als gevolg van een onmiddellijke stijging of daling van 100 basispunten van het renteniveau. De veranderingen in de resultaten kunnen betrekking hebben op zowel activa als passiva en betreffen beleggingsrendementen, uitbetaalde rente aan polishouders, toereikendheid van voorzieningen voor verplichtingen, marktwaarde aanpassingen, afschrijving van geactiveerde acquisitiekosten of enig ander netto inkomstenbestanddeel dat onderhevig is aan rentewijzigingen. Het effect van rentewijzigingen verschilt per divisie en per product. Daarnaast heeft ING een schatting gemaakt van de invloed op het eigen vermogen van ING Verzekeringen N.V. per 31 december 2006 van een dergelijke onmiddellijke verandering van het renteniveau. Rentegevoeligheid Effect op ING Verzekeringen Eigen Nettowinst vermogen 2006 Renteverhoging met 1% Renteverlaging met 1% 8 –1.600 –3.185 1.880 Effect op ING Verzekeringen Eigen Nettowinst vermogen 2005 –68 –1.743 –2.814 1.255 De gevoeligheden zijn gebaseerd op een onmiddellijke stijging of daling van het renteniveau per 31 december 2006. De gevoeligheid van de nettowinst weerspiegelt het onmiddellijke effect van de renteveranderingen op de nettowinst voor het jaar 2006 als rentes 100 basispunten hoger (of lager) blijven voor tenminste 12 maanden. De gevoeligheden zijn inclusief de embedded derivaten van de verzekeringscontracten. Het belangrijkste renterisico binnen de verzekeringsactiviteiten van ING wordt gelopen in Taiwan, waar ING een aanzienlijk risico loopt als gevolg van een aanhoudend laag renteklimaat. Dit is toe te schrijven aan de langlopende rentegaranties van 6 – 8% in levensverzekeringscontracten die tot 2001 door dit bedrijfsonderdeel werden verkocht. Sinds 2002 heeft ING haar levensverzekeringsproducten in Taiwan aangepast, de reserves versterkt en de interne kapitaalallocatie verhoogd. De invloed op de nettowinst als gevolg van een renteverandering van 100 basispunten is a-symmetrisch doordat in Taiwan de reserves aangevuld zouden moeten worden als de rente 100 basispunten lager zou zijn. De invloed op de IFRS winst in Taiwan van een rente die 100 basispunten lager ligt op 31 december 2006 is EUR 1,5 miljard (2005: EUR 1,7 miljard). Dit is het bedrag dat nodig is bij deze renteverandering om de voorzieningen terug te brengen op het niveau van ‘best estimate’ in geval van 50% betrouwbaarheidsniveau. Er is geen corresponderende winst in het geval van rentestijgingen in 2006 aangezien de extra baten als gevolg van een rentestijging niet worden meegenomen in de winst door aanpassing van voorzieningen. Het eigen vermogen wordt ook beïnvloed door het gebruik van marktwaarden voor de waardering van ‘Beschikbaar-voor-Verkoop’ effecten, gecompenseerd door ‘shadow accounting’ en de afschrijving van acquisitiekosten waar mogelijk. ALM-risico – aandelenrisico De verzekeringsactiviteiten zijn op twee manieren onderhevig aan koersveranderingen in de aandelenmarkten: 1) die bedrijfsonderdelen die voor eigen rekening en risico aandelen aanhouden; en 2) die producten waarbij de opbrengst van het verzekeringsbedrijf afhankelijk is van de waarde van de aandelenfondsen, omdat die van invloed is op het niveau van de in rekening gebrachte kosten voor beleggings en variabele verzekeringen. Met behulp van scenario-analyses heeft ING Verzekeringen de potentiële veranderingen gemeten in de resultaten van de verzekeringactiviteiten als gevolg van een onmiddellijke stijging of daling van 10% van de prijzen op de aandelenmarkten. De veranderingen in de resultaten kunnen betrekking hebben op provisies, niet-gerealiseerde of gerealiseerde verkoopwinsten en -verliezen, afschrijving van geactiveerde acquisitiekosten of enig ander netto inkomstenbestanddeel dat onderhevig is aan een substantiële verandering op de aandelenmarkten. Het effect van veranderingen op de aandelenmarkten verschilt per divisie en per product. Daarnaast heeft ING een schatting gemaakt van de invloed op het eigen vermogen van ING Verzekeringen NV per 31 december 2006 van een dergelijke verandering op de prijzen op de aandelenmarkten. ING Groep Jaarverslag 2006 205 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer vervolg Gevoeligheid aandelen Effect op ING Verzekeringen Eigen Nettowinst vermogen 2006 Stijging van aandelen met 10% Daling van aandelen met 10% 120 –150 1.325 –1.347 Effect op ING Verzekeringen Eigen Nettowinst vermogen 2005 59 –80 1.072 –1.094 De gevoeligheden zijn gebaseerd op een onmiddellijke stijging of daling van de prijzen op de aandelenmarkten per 31 december 2006. De gevoeligheid van de nettowinst weerspiegelt het onmiddellijke effect van de veranderingen op de aandelenmarkten op de nettowinst voor het jaar 2006 als de aandelenmarkten 10% hoger (of lager) blijven voor tenminste 12 maanden. De gevoeligheden zijn inclusief de embedded derivaten die begrepen zijn in de verzekeringscontracten. De grootste gevoeligheden voor veranderingen in de aandelenmarkten zijn aanwezig in de ING bedrijfsonderdelen in Nederland, Verenigde Staten, Canada en België. ALM-risico – valutarisico Valutarisico’s uit hoofde van de beleggingen die verzekerings- en beleggingscontractverplichtingen afdekken, is geregeld in het beleggingsmanagement proces van elk bedrijfsonderdeel. Een immaterieel deel van de beleggingsportefeuille die verzekeringsverplichtingen afdekken is belegd in activa luidend in andere valuta dan de passiva. Een ander type valutarisico is het translatierisico. Lokaal vereiste kapitaalniveaus worden belegd in lokale valuta om te voldoen aan de eisen van toezichthoudende instanties en dienen tevens ter ondersteuning van de lokale verzekeringsactiviteiten, ongeacht valutafluctuaties. Deze kapitaalniveaus kunnen van invloed zijn op de geconsolideerde balans indien deze vertaald of uitgedrukt wordt in euro’s. Afhankelijk van afdekkingskosten en het kapitaalrisico wordt het vermogen boven het lokaal vereiste kapitaal afgedekt. Met behulp van scenario-analyses heeft ING Verzekeringen de potentiële veranderingen gemeten in de resultaten van de verzekeringactiviteiten als gevolg van een onmiddellijke stijging of daling op 31 december 2006 van 10% van de euro ten opzichte van vreemde valuta. Daarnaast heeft ING een schatting gemaakt van de invloed op het eigen vermogen van ING Verzekeringen NV per 31 december 2006 van een dergelijke verandering van de Euro ten opzichte van de vreemde valuta. Gevoeligheid vreemde valuta Effect op ING Verzekeringen Eigen Nettowinst vermogen 2006 10% Stijging van euro tov vreemde valuta 10% Daling van euro tov vreemde valuta –26 29 –1.014 1.031 Effect op ING Verzekeringen Eigen Nettowinst vermogen 2005 –81 87 –950 1.041 De gevoeligheden zijn gebaseerd op een onmiddellijke stijging of daling van de euro ten opzichte van vreemde valuta per 31 december 2006. De gevoeligheid van de nettowinst weerspiegelt het onmiddellijke effect op de nettowinst voor het jaar 2006 van de verandering van de euro van 10% omhoog (of omlaag) ten opzichte van vreemde valuta voor tenminste 12 maanden. De gevoeligheden zijn inclusief de embedded derivaten begrepen in de verzekeringscontracten. De belangrijkste vreemde valuta risico’s van ING Verzekeringen betreft het translatierisico van de nettowinst en eigen vermogen van de bedrijfsonderdelen in Verenigde Staten, Canada en bepaalde Zuid-Amerikaanse landen. Voor de nettowinst is de invloed beperkt door het gebruik van gemiddelde jaarlijkse valutakoersen. Gedurende 2006 is de waarde van de euro gestegen ten opzichte van de meeste andere landen waarin ING bedrijven heeft. ALM-risico – vastgoedrisico Een aantal beleggingsportefeuilles van ING Verzekeringen kent een vastgoedrisico, met name in Nederland. ING Verzekeringen loopt het risico van dalende vastgoedprijzen voor zover dit niet kan worden gedeeld met de contracthouders van de deelnemende verzekeringscontracten. 206 ING Groep Jaarverslag 2006 Met behulp van scenario-analyses heeft ING Verzekeringen de potentiële veranderingen gemeten in de resultaten van de verzekeringactiviteiten als gevolg van een onmiddellijke stijging of daling van 10% van de prijzen op de vastgoedmarkt. Daarnaast heeft ING een schatting gemaakt van de invloed op het eigen vermogen van ING Verzekeringen N.V. per 31 december 2006 van een dergelijke verandering op de vastgoedmarkten. Gevoeligheid vastgoed Effect op ING Verzekeringen Eigen Nettowinst vermogen 2006 Stijging van vastgoedprijzen met 10% Daling van vastgoedprijzen met 10% 480 –480 490 –490 Effect op ING Verzekeringen Eigen Nettowinst vermogen 2005 509 –513 525 –525 De gevoeligheden zijn gebaseerd op een onmiddellijke stijging of daling van de prijzen op de vastgoedmarkten per 31 december 2006. De gevoeligheid van de nettowinst weerspiegelt het onmiddellijke effect op de nettowinst voor het jaar 2006 van een verandering van de prijzen op de vastgoedmarkten van 10% voor tenminste 12 maanden. De voornaamste vastgoedrisico’s bestaan binnen de beleggingsportefeuille van ING Real Estate in Nederland. LIQUIDITEITSRISICO Liquiditeitsproblemen ontstaan als de verzekeringsonderdelen niet voldoende contanten of liquide activa hebben om aan hun contante verplichtingen te voldoen. Aan de behoefte aan liquiditeiten kan doorgaans worden voldaan via de dagelijkse activiteiten, premieontvangsten, de verkoop van activa of door externe financiering. Een onverwachte behoefte aan liquiditeit kan worden veroorzaakt door een neerwaartse kredietbeoordeling, negatieve publiciteit, een verslechtering van de economie, melding van problemen bij bedrijven in dezelfde of soortgelijke bedrijfstakken, aanzienlijke onverwachte polisclaims, of een andere onverwachte behoefte aan contanten bij polishouders. Het liquiditeitsrisico wordt kleiner als het tijdpad om liquide middelen te genereren langer wordt. Door een langer tijdpad kunnen meer activa liquide worden en wordt de kans vergroot een koper te vinden voor een aantal illiquide of minder liquide activa, of externe financiering te regelen. Verwachte liquiditeitsbehoeften binnen ING Verzekeringen worden beheerd door een combinatie van richtlijnen voor treasury, beleggingen en Asset & Liability Management, die voortdurend worden bewaakt. Onverwachte liquiditeitsbehoeften worden beheerd door een combinatie van productontwerp, diversificatielimieten ten aanzien van passiva, beleggingsstrategie, systematische bewaking en uitgebreide voorzieningen voor onverwachte gebeurtenissen. CIRM heeft formele richtlijnen opgesteld, waarbij alle verzekeringsonderdelen hun liquiditeitsrisicopositie regulier moeten beoordelen en bewaken en daarover verslag uitbrengen. De richtlijnen schrijven een analyse van de passiva voor die het liquiditeitsrisico vergroten alsmede een beoordeling van de beleggingsportefeuille om voldoende liquiditeit te waarborgen. Tevens wordt een analyse voorgeschreven van de verwachte kasstromen voortvloeiende uit activa en passiva om inzicht te verkrijgen in de mogelijkheden van het bedrijf om aan onverwachte verzoeken aan liquide middelen te voldoen. Afkopen hetzij als gevolg van normale operaties, hetzij als gevolg van ingrijpende ontwikkelingen in de (financiële) markten, zijn begrepen in de marktrisico gevoeligheden. Specifieke liquiditeitsstress scenario’s worden niet gerapporteerd. ING GROEP OPERATIONEEL, INFORMATIE- EN BEVEILIGINGSRISICO Algemeen De afdelingen Operational Information & Security Risk Management op groeps- en lokaal niveau ondersteunen het Management van de divisies (eerste verdedigingslinie) die de eindverantwoordelijkheid hebben voor het beheren van de operationele, informatie- en beveiligingsrisico’s (hierna operationeel risico genoemd). Dat gebeurt door het vergroten van het bewustzijn en het inzicht in operationele risico’s, de verbetering van de transparantie van operationele risico’s en verliezen, het verbeteren van vroegtijdige waarschuwingen, het benoemen van een eigenaar van het risico en het toewijzen van verantwoordelijkheden. Een en ander draagt bij aan een stabieler bedrijfsproces en lagere operationele kosten. Bovendien heeft de implementatie van een operationele risicobeheerfunctie het risicobeheer effectiever gemaakt en ING voorbereid op de Basel II-richtlijnen die met ingang van 31 december 2007 van toepassing zullen zijn. Datzelfde geldt tevens voor de toekomstige vereisten onder Solvency II. ING Groep Jaarverslag 2006 207 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer vervolg Beheer ING heeft een allesomvattend raamwerk ontwikkeld voor het proces van signalering, meting en bewaking van operationele risico’s. Risicobeheerprocessen Voorbeelden beheerinstrumenten Risicosignalering • risico & ‘control self assessments’ • risicobewustzijnsprogramma’s • opsporing fraude Risicometing • rapportage en analyses incidenten • RAROC • kwaliteit van risico scorecard Risicobewaking • operationeel risico-comité • opvolging openstaande bevindingen accountants • rapportage key risk indicators • dashboard operationeel risico Risicovermindering • proces goedkeuring nieuwe producten • planning en implementatie (informatie)beveiliging • crisisbeheer en bedrijfs continuiteits planning ING stimuleert het effectieve beheer van operationeel risico door van bedrijfsonderdelen te verlangen dat zij bewijzen dat de juiste stappen zijn gezet voor de beheersing van operationeel risico. ING maakt hiervoor gebruik van scorecards. Het doel van deze halfjaarlijkse scorecards is het meten van de kwaliteit van het proces van operationeel risicobeheer (ORM) binnen een divisie. Scores hangen samen met de aantoonbare aanwezigheid van de vereiste risicobeheerprocessen in de bedrijfsonderdelen (risicobouwwerk, signalering, meting, bewaking en vermindering). Uit de scorecards blijkt de mate waarin de bedrijfsonderdelen het risico onder controle hebben. De uitkomst is een daling of toename van het risicokapitaal, afhankelijk van de geïmplementeerde ORM en de genomen maatregelen. De scorecard bestaat uit vijf elkaar aanvullende onderdelen: Risicobeheerproces Aandachtsgebied Risicobouwwerk Duidelijke verdeling van verantwoordelijkheden Risicosignalering Vroege signalering en vermindering van belangrijke risico’s Risicometing Transparantie risicokosten en risicobewustzijn Risicobewaking Voortgaande informatie voor aansturing Risicovermindering Responsiviteit van het Management Het scorecard totaal werd in 2006 gekenmerkt door goede vooruitgang in alle divisies. Ook de operationele, informatie- en beveiligingsrisico’s alsmede de compliance-vereisten zijn in 2006 in de scorecard geïntegreerd. Opsporen en meten Het operationele risico (OR) wordt uitgedrukt als de hoeveelheid operationeel risicokapitaal die een divisie volgens de berekeningen van het OR-kapitaalmodel nodig heeft. Voor deze berekening wordt gebruik gemaakt van interne en externe verliesgegevens (hoger dan EUR 1 miljoen) in een actuarieel model. Het model wordt gecorrigeerd voor de uitkomsten van de scorecard, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke kwaliteit van de interne controle van een divisie. Deze aanpak stimuleert de leiding van de bedrijfsonderdelen om het operationele risico beter te beheersen. De uitkomsten worden van tijd tot tijd nader onderzocht en naast een benchmark gelegd. Het kapitaalberekeningsmodel voldoet aan de gangbare normen in de bedrijfstak. ING is lid van de Operational Risk Data Exchange Association (ORX), een internationale groep van toonaangevende financiële dienstverleners die operationele verliesgegevens uitwisselen. Om ING te beschermen tegen de financiële consequenties van onzekere operationele gebeurtenissen zijn verzekeringen met een wereldwijde dekking afgesloten bij derden voor (computer)criminaliteit, beroepsaansprakelijkheid, bestuurdersaansprakelijkheid, aansprakelijkheid uit employment practices alsmede fiduciaire aansprakelijkheid. Overeenkomstig de praktijken in de bedrijfstak behoudt ING een deel van deze risico’s zelf. 208 ING Groep Jaarverslag 2006 Ontwikkelingen in 2006 In Nederland draait een COSO ERM (raamwerk voor enterprise risk management van de ‘Committee of Sponsoring Organisation of the Treadway Commission’ in de Verenigde Staten) proefproject op de afdeling Intermediaries. Daarnaast is het proces voor de goedkeuring van nieuwe en gewijzigde producten inmiddels in alle bedrijfsonderdelen stevig verankerd. In 2006 zijn ook de operationele risicobeheersystemen voor de opvolging van openstaande bevindingen, incidentbeheer en scorecard-bewijzen in alle bedrijfsonderdelen van ING van toepassing geworden. Basel II ING Bank bereidt zich met het Basel II-groepsprogramma (inclusief het Basel II-project voor operationeel risico) voor op de implementatie van Basel II. ING Bank wil in aanmerking komen voor de meest geavanceerde methode, de ‘Advanced Measurement Approach’, voor de berekening van operationeel risicokapitaal op geconsolideerd niveau en bevindt zich in een goede uitgangspositie om op tijd te kunnen voldoen aan de operationele risicovereisten van Basel II. COMPLIANCE Financiële instellingen worden in de maatschappij nauwlettend gevolgd om er op toe te zien dat zij voldoen aan de wet- en regelgeving, normen en verwachtingen. Bancaire toezichthouders alsmede overige toezichthoudende instanties binnen de EU, de Verenigde Staten en elders toetsen betalingsprocessen en overige onder toezicht vallende transacties op onrechtmatigheden zoals witwassen, verboden transacties met landen die sancties opgelegd hebben gekregen, omkoperij en corruptie. Toezichthouders en andere autoriteiten kunnen administratieve of gerechtelijke procedures opstarten wat onder andere zou kunnen resulteren in het opschorten of intrekken van ING’s vergunning, het opschorten of beëindigen van orders, (bestuurlijke) boetes, strafmaatregelen of andere disciplinaire maatregelen, die een belangrijke negatieve invloed kunnen hebben op ING’s resultaten en financiële positie. Zoals veel andere grote financiële instellingen, doet ING momenteel in beperkte mate zaken (en heeft in het verleden zaken gedaan) met tegenpartijen, inclusief overheids en overheidsgerelateerde tegenpartijen, in landen als Cuba, Iran en Syrië. Landen die zijn aangemerkt als staatsponsors van terrorisme door de ‘US State department’ en die onderhevig zijn aan sancties door diverse overheidsinstellingen. ING is van mening dat haar opbrengsten in deze landen op dit moment en in het verleden niet materieel zijn of zijn geweest in verhouding tot haar totale activiteiten. In het kader van de toegenomen aandacht van Amerikaanse en niet Amerikaanse toezichthoudende instanties, investeerders en de media voor transacties die gerelateerd zijn aan deze landen en van initiatieven door diverse andere instanties om wetten of regels in te voeren dan wel tot uitvoer te brengen die transacties met deze entiteiten verbieden, of die desinvesteringen vereisen met betrekking tot bedrijven die zaken doen met dit soort landen heeft de ING haar compliance functie aanzienlijk versterkt en zal deze blijven versterken, net zoals zij in 2006 heeft gedaan. ING Bank N.V. is in gesprek met haar Nederlandse toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) aangaande transacties met personen in landen die onderhevig zijn aan sancties opgelegd door de EU, de Verenigde Staten en andere autoriteiten. Deze gesprekken hebben ING Bank N.V. er toe aangezet om transacties met partijen die onderhevig zijn aan deze santies te evalueren. ING Bank N.V. rapporteert in het kader van deze voortdurende evaluatie aan DNB. Het is op dit moment niet mogelijk een voorspelling te doen over de uitkomsten van deze evaluatie. ING Bank N.V. hecht er grote waarde aan om bevindingen die uit deze evaluatie naar voren komen pro-actief aan te pakken. Op 28 juli 2006 heeft ‘The Office of Foreign Asset Controls (‘OFAC’) van de ‘U.S. Department of Treasury’ de Netherlands Carribean Bank (‘NCB’), een bank gevestigd op de Nederlandse Antillen die in eigendom is van de ING en van twee entiteiten die de Cubaanse nationaliteit hebben, toegevoegd aan de lijst van ‘Specifically Designated Nationals’ als zijnde een entiteit met de Cubaanse nationaliteit. Dit verbiedt Amerikaanse personen en niet Amerikaanse dochterondernemingen van Amerikaanse bedrijven om zaken te doen met de NCB. Een aandachtspunt voor ING in 2006 was de versterking van het groepsbrede compliance-bewustzijn en de implementatie van het compliance-beleid van ING Groep. De invoering van het compliance-beleid was het afgelopen jaar een belangrijke doelstelling voor alle managers van ING Groep. Het top Management ontving de laatste informatie over compliance-aangelegenheden en over de geboekte voortgang in de implementatie van het beleid. De verdere inbedding van compliance-procedures en processen in de gehele organisatie heeft een hoge prioriteit en dient in 2007 afgerond te worden. Een ander initiatief dat de ING Groep in 2006 nam ter versterking van het compliance-bewustzijn was de toewijzing van 130 extra FTE’s aan Compliance, waarmee het totale aantal medewerkers dat zich specifiek op dit terrein toelegt is gestegen tot circa 700. Als onderdeel van de vaste corporate-governancestructuur van zowel Compliance als Operational Risk Management wordt het Audit Committee regelmatig op de hoogte gebracht van eventuele incidenten met een belangrijk financieel of compliance-effect. Het proces van incidentrapportage levert tijdige informatie op over incidenten van financiële of compliance-aard. Bij interne conferenties en in interviews heeft de Raad van Bestuur herhaaldelijk gewezen op het belang van compliance. Overige initiatieven in 2006 op het gebied van Compliance waren de verplichte elektronische compliance cursus voor alle Nederlandse medewerkers, regionale conferenties over compliance en het ‘Compliance Awareness Week’ programma in de Verenigde Staten. ING Groep Jaarverslag 2006 209 2.1 Geconsolideerde jaarrekening Risicobeheer vervolg In het kader van veranderende wetgeving, regels en de toegenomen aandacht van toezichthouders heeft de ING Groep onder andere haar beleid voor financieel-economische criminaliteit herzien en afgestemd op Derde Anti-Witwas Richtlijn van de EU en op andere van toepassing zijnde wetten en regelgeving. Als gevolg van de herziening van haar beleid voor financieel-economische criminaliteit is ING bezig alle klantendossiers opnieuw te beoordelen om zo te voorkomen dat ING en/of haar systemen worden gebruikt voor het witwassen van geld of de financiering van terroristische activiteiten. Een bijkomend voordeel is dat deze toegenomen kennis over klanten de ING Groep in staat stelt diensten aan te bieden die beter op de behoeften van de klant zijn toegesneden. Binnen het Retail Banking segment bedroegen de kosten voor compliance in 2006 EUR 85 miljoen. Om te voldoen aan juridische vereisten, heeft alleen al het Nederlandse onderdeel van Retail Banking EUR 50 miljoen van de totale kosten uitgegeven aan het identificeren van (bestaande) klanten, het verbeteren van klantenidentificatieprocessen en het vaststellen van risicoprofielen van bestaande en nieuwe klanten. Tevens zijn er opleidingsprogramma’s voor operationele veranderingen ontwikkeld en vinden er voortdurend implementatie programma’s plaats. De kosten binnen het Wholesale Banking segment bedroegen in 2006 EUR 79 miljoen. Het grootste deel van deze kosten waren het gevolg van investeringen in en verbeteringen van compliance activiteiten en klantenidentificatieprocessen en –systemen. Dit is inclusief de voortdurende evaluatie die ING doet naar aanleiding van gesprekken met DNB met betrekking tot transacties die gerelateerd zijn aan landen die onderhevig zijn aan sancties. 210 ING Groep Jaarverslag 2006 VASTSTELLING VAN DE JAARREKENING Amsterdam, 12 maart 2007 DE RAAD VAN COMMISSARISSEN DE RAAD VAN BESTUUR Cor A.J. Herkströter, Voorzitter Eric Bourdais de Charbonnière, Vice-voorzitter Luella Gross Goldberg Paul F. van der Heijden Claus Dieter Hoffmann Jan H.M. Hommen Piet C. Klaver Wim Kok Godfried J.A. van der Lugt Karel Vuursteen Michel J. Tilmant, Voorzitter Cees Maas, Vice-voorzitter en CFO Eric F. Boyer de la Giroday Dick H. Harryvan Eli P. Leenaars Tom J. McInerney Hans van der Noordaa Jacques M. de Vaucleroy ING Groep Jaarverslag 2006 211 2.2 Vennootschappelijke jaarrekening Vennootschappelijke balans van ING Groep per 31 december voor winstbestemming bedragen in miljoenen euro’s ACTIVA Beleggingen in 100% deelnemingen 1 Overige activa 2 Totaal activa EIGEN VERMOGEN 3 Aandelenkapitaal Agioreserve Reserve deelnemingen Reserve koersverschillen vreemde valuta Overige reserves Nettowinst VREEMD VERMOGEN Preferente aandelen 4 Achtergestelde leningen 5 Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Overige schulden 6 Totaal vreemd vermogen en eigen vermogen 2006 2005 42.607 8.898 51.505 41.488 8.131 49.619 530 8.348 11.528 –950 11.118 7.692 38.266 530 8.343 14.143 –692 7.202 7.210 36.736 215 7.146 296 7.355 120 5.758 51.505 92 5.140 49.619 De bij de rubrieken vermelde nummers verwijzen naar de toelichting, beginnend op pagina 216, die onderdeel uitmaakt van de jaarrekening. 212 ING Groep Jaarverslag 2006 Vennootschappelijke winst- en verliesrekening van ING Groep voor het jaar eindigend op 31 december bedragen in miljoenen euro’s Resultaat van groepsmaatschappijen na belastingen Overige resultaten na belastingen Nettowinst 2006 2005 7.704 –12 7.692 7.194 16 7.210 ING Groep Jaarverslag 2006 213 2.2 Vennootschappelijke jaarrekening Vennootschappelijk mutatie-overzicht eigen vermogen van ING Groep voor de jaren eindigend op 31 december bedragen in miljoenen euro’s Balans per 31 december 2004 Implementatie IAS 32/39 en IFRS 4 Aandelenkapitaal Agioreserve Reserve deelnemingen Reserve koersverschillen vreemde valuta 634 8.525 3.219 –690 12.381 24.069 –104 –191 7.538 –556 –2.584 4.103 2.269 –663 489 61 2.819 –663 Ongerealiseerde herwaarderingen na belastingen Overgeheveld naar winst of verlies (gerealiseerd) Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen en overlopende acquisitiekosten Mutatie kasstroomhedge reserve Aandelengerelateerde beloningen Koersverschillen vreemde valuta Bedragen rechtstreeks verantwoord in het vermogen –89 764 530 9 8.343 Ongerealiseerde herwaarderingen na belastingen Overgeheveld naar winst of verlies (gerealiseerd) Overgeheveld naar verzekeringsverplichtingen en overlopende acquisitiekosten Mutatie kasstroomhedge reserve Mutatie in hedge van een netto investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen Aandelengerelateerde beloningen Koersverschillen vreemde valuta Overige Bedragen rechtstreeks verantwoord in het vermogen 1.105 3.386 65 554 63 47 171 3.386 554 7.210 7.381 7.210 11.321 –2.461 –305 –2.461 –305 9 36.736 Dividend Inkoop en uitgifte eigen aandelen Uitoefening van warrants en opties Balans per 31 december 2006 (1) –692 14.412 428 820 –696 –883 –452 –3.188 –258 –48 480 194 100 –1.335 –48 –2.966 720 –2.468 –258 6.972 7.452 7.692 4.726 –2.534 –520 –2.681 –520 5 38.266 100 –147 530 5 8.348 –1.203 –798 820 –696 194 Overige reserves bevatten de reserve ingehouden winsten, eigen aandelen en de overige reserves. 214 ING Groep Jaarverslag 2006 14.143 –1.631 –798 Nettowinst Totaal –89 764 63 1.217 4.111 Nettowinst Dividend Inkoop en uitgifte eigen aandelen Uitoefening van warrants en opties Balans per 31 december 2005 Overige reserves (1) 11.528 –950 18.810 Grondslagen voor de vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening van ING Groep ALGEMENE GRONDSLAGEN De vennootschappelijke jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW. De grondslagen voor presentatie en toelichting zijn in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW. De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling, zoals beschreven bij de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening, zijn eveneens van toepassing op de vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening met uitzondering van de deelnemingen. Deelnemingen in groepsmaatschappijen en andere deelnemingen worden initieel tegen kostprijs opgenomen en daarna gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde. De vennootschappelijke winst- en verliesrekening is opgesteld in overeenstemming met artikel 402 Boek 2 BW. Een lijst met de informatie conform artikel 379 lid 1 Boek 2 BW is gedeponeerd bij de kamer van koophandel te Amsterdam conform artikel 379 lid 5 Boek 2 BW. Wijzigingen in de balanswaarde als gevolg van mutaties in de herwaarderingsreserve van de deelnemingen worden in de Reserve deelnemingen verantwoord, welke is begrepen in het Eigen vermogen. Wijzigingen in de balanswaarde uit hoofde van overeenkomstig de grondslagen van ING Groep verantwoorde resultaten van de Deelnemingen worden in de winst- en verliesrekening verantwoord. Andere wijzigingen in de balanswaarde van de Deelnemingen, voorzover niet het gevolg van wijzigingen van het aandelenkapitaal, worden verantwoord onder Reserve deelnemingen, welke is begrepen in het Eigen vermogen. Er wordt een wettelijke reserve aangehouden ter hoogte van het aandeel in de resultaten uit de Deelnemingen sinds de eerste waardering tegen nettovermogenswaarde, verminderd met de uitkeringen waarop aanspraak kan worden gemaakt. Uitkeringen waarvan zonder beperking ontvangst in Nederland kan worden bewerkstelligd, worden eveneens in mindering gebracht op de Reserve deelnemingen. VERANDERINGEN IN PRESENTATIE De presentatie van en sommige begrippen gebruikt in de balans, de winst- en verliesrekeningen, kasstroomoverzicht, mutatie-overzicht eigen vermogen en bepaalde toelichtingen zijn in 2006 gewijzigd om additionele en relevantere informatie te verstrekken. Bepaalde vergelijkende cijfers zijn aangepast aan de huidige presentatie. De wijzigingen zijn niet significant. ING Groep Jaarverslag 2006 215 2.2 Vennootschappelijke jaarrekening Toelichting op de vennootschappelijke balans van ING Groep bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven ACTIVA 1 BELEGGINGEN IN 100% DEELNEMINGEN Beleggingen in 100% deelnemingen Naam van de deelneming ING Bank N.V. ING Verzekeringen N.V. Overige 2006 Balanswaarde 2005 20.868 21.902 –163 42.607 20.490 20.607 391 41.488 Overige bevat intercompany eliminaties tussen ING Bank N.V. en ING Verzekeringen N.V. Verloop in beleggingen in 100% deelnemingen Balanswaarde begin van het jaar Verandering in waarderingsgrondslagen Terugbetalingen van/aan groepsmaatschappijen Verkoop van groepsmaatschappijen Herwaarderingen Resultaat van groepsmaatschappijen Dividend Mutaties in door groepsmaatschappijen gehouden aandelen ING Groep N.V. Balanswaarde eind van het jaar 2006 2005 41.488 28.062 4.510 24 –587 –2.994 7.704 –3.450 42.185 4.205 7.194 –2.296 41.675 422 42.607 –187 41.488 2006 2005 8.827 8.094 71 8.898 37 8.131 2006 2005 530 8.348 11.528 –950 18.810 38.266 530 8.343 14.143 –692 14.412 36.736 2 OVERIGE ACTIVA Overige activa Vorderingen op groepsmaatschappijen Overige vorderingen, vooruitbetalingen en overlopende activa 3 EIGEN VERMOGEN Eigen vermogen Aandelenkapitaal Agioreserve Reserve deelnemingen Reserve koersverschillen vreemde valuta Overige reserves Eigen vermogen 216 ING Groep Jaarverslag 2006 Aandelenkapitaal 2006 Nominaal aandelenkapitaal Aandelenkapitaal in portefeuille Geplaatst aandelenkapitaal 3.000.000 794.907 2.205.093 Gewone aandelen (nominale waarde EUR 0,24) Aantal X1.000 Bedrag 2005 2006 2005 3.000.000 795.066 2.204.934 720 190 530 720 190 530 Totaal Verloop in geplaatst aandelenkapitaal Gewone aandelen (nominale waarde EUR 0,24) Aantal X1.000 Bedrag Geplaatst aandelenkapitaal per 31 december 2004 Uitgifte van aandelen Geplaatst aandelenkapitaal per 31 december 2005 2.204.720 214 2.204.934 530 530 Uitgifte van aandelen Uitoefening warrants B Geplaatst aandelenkapitaal per 31 december 2006 96 63 2.205.093 530 Reserve ingehouden winsten Eigen aandelen Overige reserves –868 –13 Overige reserves 2006 Balanswaarde begin van het jaar Winst voor de periode Ongerealiseerde herwaarderingen Inkoop eigen aandelen Dividend Overhevelingen naar reserve deelnemingen Overige Balanswaarde eind van het jaar 15.293 7.692 552 20.283 –48 –1.436 100 –37 14.412 7.692 428 –520 –2.681 –573 52 18.810 Reserve ingehouden winsten Eigen aandelen Overige reserves Totaal –13 –13 12.381 –2.584 7.210 108 –305 –2.461 63 14.412 –124 –520 –2.681 –573 Overige reserves 2005 Balanswaarde begin van het jaar Implementatie IAS 32/39 en IFRS 4 Winst voor de periode Ongerealiseerde herwaarderingen Inkoop eigen aandelen Dividend Overige Balanswaarde eind van het jaar 12.944 –2.584 7.210 108 –563 –305 –2.461 76 15.293 –868 Per 31 december bevatte de Reserve deelnemingen een bedrag van EUR 566 miljoen (2005: EUR 583 miljoen) met betrekking tot Stichting Regio Bank dat niet vrij uitkeerbaar is. De daling betreft het verlies over 2006. ING Groep Jaarverslag 2006 217 2.2 Vennootschappelijke jaarrekening Toelichting op de vennootschappelijke balans van ING Groep vervolg De reserve deelnemingen en reserve koersverschillen vreemde valuta zijn niet vrij uitkeerbaar. De reserve voor kasstroomhedges is in de reserve deelnemingen opgenomen als een nettobedrag. De reserve ingehouden winsten zijn vrij uitkeerbaar. Ongerealiseerde winsten en verliezen op derivaten die geen onderdeel uitmaken van kasstroomhedges worden verantwoord in het resultaat en zijn daarmee onderdeel van de reserve ingehouden winsten. Het totale eigen vermogen in de venootschappelijke jaarrekening is gelijk aan het eigen vermogen (moedermaatschappij) in de geconsolideerde jaarrekening. Een aantal componenten verschillen echter als gevolg van de volgende presentatieverschillen tussen de geconsolideerde en vennootschappelijke jaarrekening: – ongerealiseerde herwaarderingen van geconsolideerde deelnemingen die in de geconsolideerde jaarrekening zijn begrepen in de herwaarderingsreserve, worden in de vennootschappelijke jaarrekening gepresenteerd als reserve deelnemingen; – vreemde valuta translatie van geconsolideerde deelnemingen die in de geconsolideerde jaarrekening zijn begrepen in de reserve koersverschillen vreemde valuta, worden in de vennootschappelijke jaarrekening gepresenteerd als reserve deelnemingen; – herwaarderingen op beleggingen in onroerend goed opgenomen in de winst- en verliesrekening en vervolgens in de reserve ingehouden winsten in de geconsolideerde jaarrekening, worden in de vennootschappelijke jaarrekening gepresenteerd als reserve deelnemingen. Het totaalbedrag van niet-uitkeerbare reserves bedraagt EUR 12.478 miljoen (2005: EUR 14.835 miljoen). Voor meer informatie wordt verwezen naar toelichting 12 in de geconsolideerde jaarrekening. Verloop eigen aandelen Balanswaarde begin van het jaar Gekocht Aandelen gerelateerde beloningen Overige Balanswaarde eind van het jaar 2006 Bedrag 2005 2006 868 1.030 462 563 381 76 38.722.934 30.858.427 15.722.126 1.436 868 53.859.235 4 PREFERENTE AANDELEN Zie toelichting 13 Preferente aandelen van de geconsolideerde jaarrekening. 5 ACHTERGESTELDE LENINGEN Achtergestelde leningen Interest percentages Uitgiftejaar Nominaal bedrag in originele valuta Vervaldag 2006 5,140% 5,775% 6,125% 4,176% Variabel 6,200% Variabel 7,200% 7,050% 6,500% 8,439% 2006 2005 2005 2005 2004 2003 2003 2002 2002 2001 2000 218 ING Groep Jaarverslag 2006 Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend Eeuwigdurend 30 december 2030 GBP USD USD EUR EUR USD EUR USD USD EUR USD 600 1.000 700 500 1.000 500 750 1.100 800 600 1.500 885 752 515 497 926 368 669 811 591 1.132 7.146 Balanswaarde 2005 838 574 496 934 410 692 904 659 589 1.259 7.355 Aantal 2005 29.787.165 13.013.029 3.203.303 873.957 38.722.934 6 OVERIGE SCHULDEN Overige schulden naar soort Obligatieleningen Schulden aan groepsmaatschappijen Overige schulden en overlopende passiva 2006 2005 5.230 35 493 5.758 3.740 991 409 5.140 2006 Balanswaarde 2005 Obligatieleningen Interest percentages Variabel Variabel 4,125% 5,000% 6,125% 6,000% 5,500% Uitgiftejaar 2006 2006 2006 2001 2000 2000 1999 Vervaldag 28 juni 2011 11 april 2016 11 april 2016 3 mei 2006 4 januari 2011 1 augustus 2007 14 september 2009 746 995 746 997 750 996 5.230 999 996 750 995 3.740 Het aantal door groepsmaatschappijen gehouden obligaties bedraagt per 31 december 2006 29.288 met een balanswaarde van EUR 29 miljoen (2005: 2.519 met een balanswaarde van EUR 3 miljoen). Schulden aan groepsmaatschappijen naar resterende looptijd Tot en met een jaar Vanaf een jaar tot en met vijf jaar 2006 2005 33 2 35 956 35 991 REMUNERATIE De informatie aangaande aandelen gerelateerde beloningsregelingen en de beloning van leden van de Raad van Bestuur en leden van de Raad van Commissarissen is opgenomen in het remuneratierapport in het jaarverslag (pagina 74 tot en met 86). Deze informatie maakt onderdeel uit van de gecontroleerde jaarrekening. Amsterdam, 12 maart 2007 DE RAAD VAN COMMISSARISSEN DE RAAD VAN BESTUUR Cor A.J. Herkströter, Voorzitter Eric Bourdais de Charbonnière, Vice-voorzitter Luella Gross Goldberg Paul F. van der Heijden Claus Dieter Hoffmann Jan H.M. Hommen Piet C. Klaver Wim Kok Godfried J.A. van der Lugt Karel Vuursteen Michel J. Tilmant, Voorzitter Cees Maas, Vice-voorzitter en CFO Eric F. Boyer de la Giroday Dick H. Harryvan Eli P. Leenaars Tom J. McInerney Hans van der Noordaa Jacques M. de Vaucleroy ING Groep Jaarverslag 2006 219 2.3 Overige informatie Accountantsverklaring Aan de Aandeelhouders, de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur van ING Groep N.V. VERKLARING BETREFFENDE DE JAARREKENING Wij hebben de in dit jaarverslag op pagina 88 tot en met 219 opgenomen jaarrekening 2006 van ING Groep N.V. te Amsterdam gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde en de vennootschappelijke jaarrekening. De geconsolideerde jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde balans per 31 december 2006, winst- en verliesrekening, mutatieoverzicht eigen vermogen en kasstroomoverzicht over 2006 alsmede uit een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen. De vennootschappelijke jaarrekening bestaat uit de vennootschappelijke balans per 31 december 2006 en de vennootschappelijke winst- en verliesrekening over 2006 met de toelichting. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de vennootschap is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 BW, alsmede voor het opstellen van het verslag van de Raad van Bestuur in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht en met de standaarden van de Public Company Accounting Oversight Board (United States). Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de vennootschap heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel betreffende de geconsolideerde jaarrekening Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van ING Groep N.V. per 31 december 2006 en van het resultaat en de kasstromen over 2006 in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 BW. Oordeel betreffende de vennootschappelijke jaarrekening Naar ons oordeel geeft de vennootschappelijke jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van ING Groep N.V. per 31 december 2006 en van het resultaat over 2006 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. VERKLARING BETREFFENDE ANDERE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e BW melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Amsterdam, 12 maart 2007 Ernst & Young Accountants namens deze w.g. drs. Jan J. Nooitgedagt RA 220 ING Groep Jaarverslag 2006 Voorstel voor winstbestemming bedragen in miljoenen euro’s, behalve bedragen per aandeel VOORSTEL VOOR WINSTBESTEMMING De winstbestemming vindt plaats overeenkomstig artikel 38 van de statuten van ING Groep N.V. Daarin wordt, voorzover hier van belang, bepaald dat het gedeelte van de winst dat resteert nadat de Raad van Bestuur met goedkeuring van de Raad van Commissarissen heeft bepaald welk gedeelte van de winst wordt gereserveerd, ter beschikking staat van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Voorgesteld wordt het dividend vast te stellen op EUR 1,32 per gewoon aandeel van EUR 0,24. Op 17 augustus 2006 werd een interim-dividend van EUR 0,59 per gewoon aandeel van EUR 0,24 betaalbaar gesteld. Het interimdividend werd uitgekeerd in contanten. Als slotdividend resteert derhalve EUR 0,73. Het slotdividend zal geheel in contanten worden uitgekeerd en wordt op 3 mei 2007 betaalbaar gesteld. Voorgestelde winstbestemming bedragen in miljoenen euro’s Nettowinst Toevoeging aan reserves, krachtens artikel 38, lid 5 van de statuten Verlies van Stichting Regio Bank Krachtens artikel 38, lid 6 van de statuten ter beschikking van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders 7.692 4.844 17 2.865 Dividend van EUR 1,32 per gewoon aandeel ING Groep Jaarverslag 2006 221 2.3 Overige informatie Bepalingen inzake uitgifte van aandelen BEPALINGEN INZAKE UITGIFTE VAN AANDELEN Overeenkomstig artikel 13 van de statuten is de Raad van Bestuur aangewezen als bevoegd orgaan om, onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen, te besluiten tot uitgifte van aandelen, tot het verlenen van rechten tot het nemen van aandelen en tot het beperken of uitsluiten van voorkeursrechten van houders van aandelen. De bevoegdheid geldt voor een periode eindigend op 25 oktober 2007 (behoudens verlening door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders): 1. i) voor een totaal van 220.000.000 gewone aandelen; plus ii) voor een totaal van 220.000.000 gewone aandelen, echter uitsluitend indien de aandelen worden uitgegeven in verband de overname van een onderneming of vennootschap; 2. voor 10.000.000 preferente aandelen B. 222 ING Groep Jaarverslag 2006 2.4 Additionele financiële informatie Eigen vermogen en nettowinst op basis van waarderingsgrondslagen in de Verenigde Staten (US GAAP) bedragen in miljoenen euro’s, behalve bedragen per aandeel Het volgende overzicht geeft de aansluiting weer tussen het eigen vermogen en de nettowinst op basis van IFRS-EU-grondslagen en op basis van US GAAP. Aansluiting tussen eigen vermogen en nettowinst op basis van IFRS-EU-grondslagen en op basis van US GAAP 2006 Eigen vermogen 2005 2006 2005 Nettowinst 2004 38.266 36.736 7.692 7.210 5.755 3.641 –2.004 328 3.837 –1.899 397 –62 –12 208 –445 –76 –405 237 107 272 81 1.427 1.711 215 93 –1.717 590 155 –687 277 2.691 593 296 119 –1.115 –1.074 –37 454 –161 –29 –153 9 –19 –447 –6 4.385 5.254 7 –1.316 794 29 –329 151 11 –120 14 60 –424 623 –28 –145 –189 316 206 148 425 1 1.111 434 493 –464 188 204 233 4.184 122 4.883 –13 –865 99 –234 26 933 Bedragen volgens US GAAP-grondslagen (exclusief het effect van wijzigingen in grondslagen) Cumulatief effect van wijzigingen in grondslagen Bedragen volgens US GAAP-grondslagen 42.450 –1.803 40.647 41.619 6.827 6.976 41.619 6.827 6.976 6.688 –91 6.597 Verwaterd per aandeel (in euro’s) volgens US GAAP 18,86 19,21 3,17 3,22 3,10 Bedragen volgens IFRS-EU-grondslagen Aanpassingen in verband met: Goodwill Onroerend goed Schuldbewijzen Waardering van aandelen Derivaten en hedge accounting Reële waarde optie Overlopende acquisitiekosten Voorziening voor levensverzekeringsverplichtingen Latente winstdeling Personeelsbeloningen Eigen vermogen instrumenten Voorziening voor reorganisatie Deelnemingen en andere aandelenbelangen Voorziening voor dubieuze debiteuren Overige Belastingeffect over de aanpassingen Minderheidsbelang in de aanpassingen (na belastingen) Totaal aanpassingen na belasting –79 282 –64 60 5 ING Groep Jaarverslag 2006 223 2.4 Additionele financiële informatie Toelichting op de verschillen tussen IFRS-EU-grondslagen en US GAAP Vanaf 2005 past ING Groep IFRS-EU toe. De vergelijkende cijfers over 2004 zijn aangepast zodat deze voldoen aan IFRS-EU. ING Groep heeft echter gebruik gemaakt van de in IFRS 1 geboden optie om de vergelijkende cijfers niet aan te passen voor IAS 32, IAS 39 en IFRS 4. Hierdoor zijn de vergelijkende cijfers over 2004 voor financiële instrumenten en verzekeringscontracten verwerkt conform de in voorgaande jaren toegepaste grondslagen. Het overzicht op pagina 223 geeft de aansluiting weer tussen IFRS-EU (inclusief IAS 32, IAS 39 en IFRS 4) en US GAAP voor de 2006 en 2005 kolommen. De 2004 kolom geeft de aansluiting weer tussen IFRS-EU (exclusief IAS 32, IAS 39 en IFRS 4) en US GAAP. De toepassing van IAS 32, IAS 39 en IFRS 4 vanaf januari 2005 heeft in een aantal gevallen geleid tot andere verschillen tussen IFRS-EU en US GAAP in vergelijking tot 2004. De toelichting op de verschillen tussen IFRS-EU en US GAAP zoals hieronder weergegeven, verwijst naar IFRS-EU zoals toegepast vanaf 2005, tenzij specifiek vermeld is dat het verschil betrekking heeft op 2004. Een toelichting op de verschillen tussen IFRS-EU (zoals toegepast vanaf 2005) en IFRS-EU exclusief IAS 32, IAS 39 en IFRS 4 (zoals toegepast in 2004) is opgenomen in paragraaf ‘Veranderingen in de waarderingsgrondslagen’ op pagina 106. VERSCHILLEN IN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING TUSSEN IFRS-EU EN US GAAP Goodwill Onder IFRS-EU wordt goodwill op acquisities gedaan na 1 januari 2004 geactiveerd; goodwill op acquisities voor 1 januari 2004 werd rechtstreeks ten laste van het vermogen gebracht. Onder US GAAP is goodwill voor alle acquisities geactiveerd. Als een bedrijfsonderdeel zal worden verkocht, dan wordt de goodwill gerelateerd aan dat bedrijfsonderdeel toegevoegd aan de boekwaarde van het bedrijfsonderdeel voor het bepalen van het resultaat bij verkoop. Het verschil door overgang op IFRS-EU per 1 januari 2004 kan daarom leiden tot verschillen in het verkoopresultaat in toekomstige perioden. Daarbij kan het verschil door overgang leiden tot verschillen in bijzondere waardeverminderingen in toekomstige jaren. Het bedrag aan overgangsverschil verandert onder invloed van koersverschillen. Het tijdstip van verantwoording van bepaalde aspecten van goodwill kan onder IFRS-EU en US GAAP verschillend zijn. IFRS-EU vereist dat voorwaardelijke betalingen worden verantwoord op de datum van de acquisitie, waarbij het bedrag aan goodwill wordt aangepast voor aanpassingen op voorwaardelijke betalingen na de datum van de acquisitie. Onder US GAAP worden voorwaardelijke betalingen pas verantwoord wanneer deze definitief zijn geworden en het bedrag betaalbaar is gesteld. Deze post omvat immateriële activa en daaraan gerelateerde afschrijving behorend bij aankopen van voor 1 januari 2004, die onder IFRS-EU direct ten laste van het vermogen werden gebracht als onderdeel van de goodwill. Onroerend goed Beleggingen in onroerend goed Onder IFRS-EU worden beleggingen in onroerend goed opgenomen tegen reële waarde, waarbij wijzigingen in de reële waarde in de winst- en verliesrekening worden verantwoord. Op beleggingen in onroerend goed wordt onder IFRS-EU niet afgeschreven. Onder US GAAP worden beleggingen in onroerend goed opgenomen tegen kostprijs onder aftrek van afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Afschrijvingen worden ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht. Gerealiseerde resultaten bij verkoop worden verantwoord in de winst- en verliesrekening. Onroerend goed in eigen gebruik Onder IFRS-EU wordt onroerend goed in eigen gebruik opgenomen tegen reële waarde waarbij de wijzigingen in de reële waarde in het eigen vermogen worden verantwoord. Negatieve herwaarderingsreserves (bepaald per individueel onroerend goed) worden ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht. Indien deze daarna ongedaan worden gemaakt door waardestijgingen worden deze eveneens in het resultaat verantwoord. Afschrijvingen over de reële waarde worden in het resultaat verantwoord. Bij verkoop blijft de aanwezige herwaarderingsreserve binnen het vermogen en verschillen tussen de boekwaarde en de verkoopprijs van het onroerend goed worden verantwoord in de winst- en verlies rekening. Onder US GAAP wordt onroerend goed in eigen gebruik opgenomen tegen kostprijs onder aftrek van afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Afschrijvingen over de kostprijs worden in het resultaat verantwoord. Gerealiseerde resultaten op verkopen worden verantwoord in de winst- en verliesrekening. Bijzondere waardeverminderingen zijn een aanpassing op de kostprijs die niet terug gedraaid wordt indien die bijzondere waardeverminderingen ongedaan worden gemaakt door waardestijgingen. ‘Sale and leaseback’ transactie Onder IFRS-EU wordt het resultaat op een, tegen reële waarde afgesloten, ‘sale and operating lease back’ transactie onmiddellijk verantwoord. Onder US GAAP wordt alle winst op een ‘sale and operating lease back’ transactie geamortiseerd over de toekomstige huurperiode. Schuldbewijzen Tot einde looptijd aangehouden beleggingen Activa geclassificeerd als ‘tot einde looptijd aangehouden’ zijn op de datum van de implementatie van IFRS-EU (1 januari 2005) verantwoord tegen de geamortiseerde kostprijs op dat moment. 224 ING Groep Jaarverslag 2006 Onder US GAAP werden deze activa beschikbaar voor verkoop geclassificeerd als tot einde looptijd aangehouden en verantwoord tegen de reële waarde op 1 januari 2005. Het verschil tussen de reële waarde en geamortiseerde kostprijs op 1 januari 2005 wordt geamortiseerd over de resterende looptijd. Voor activa die na 1 januari 2005 worden geclassificeerd als tot einde looptijd aangehouden is er geen verschil tussen IFRS-EU en US GAAP. Effectieve interest op activa die vervroegd kunnen worden afgelost Onder IFRS-EU wordt bij toepassing van de effectieverentemethode, voor bepaling van de geamortiseerde kostprijs van activa die vervroegd kunnen worden afgelost, de originele effectieve rentevoet toegepast. Voor een correctie op de amortisatie, gebaseerd op de toekomstige kasstromen, wordt de boekwaarde van de activa aangepast (‘cumulative catch-up’ methode). Voor belangen gehouden in gesecuritiseerde activa met een verhoogd kredietrisico wordt onder US GAAP een prospectieve methode gebruikt waarbij de effectieve rente wordt aangepast gebaseerd op de huidige kasstromen en de verwachte toekomstige kasstromen van die activa. Voor andere activa die vervroegd afgelost kunnen worden, is een aanpassing van de effectieve rente en een retrospectieve correctie vereist. Omrekening vreemde valuta Onder IFRS-EU worden koersverschillen ontstaan bij het omrekenen van de geamortiseerde kostprijs van schuldbewijzen beschikbaar voor verkoop verantwoord in het resultaat. Het verschil tussen de reële waarde en de geamortiseerde kostprijs zoals omgerekend naar de functionele valuta wordt verantwoord in de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen. Onder US GAAP worden alle koersverschillen met betrekking tot schuldbewijzen beschikbaar voor verkoop verantwoord in het eigen vermogen toe te schrijven aan aandeelhouders van de vennootschap als onderdeel van de herwaardering. Bijzondere waardevermindering Onder IFRS-EU worden rente gerelateerde ongerealiseerde verliezen op schuldbewijzen beschikbaar voor verkoop, die volledig worden veroorzaakt door fluctuaties in de risicovrije rentevoet, niet verantwoord als een bijzondere waardevermindering. Onder US GAAP worden rente gerelateerde bijzondere waardeverminderingen verantwoord op basis van bepaalde factoren waaronder of ING de intentie en de mogelijkheid heeft om een lange termijn beleggingstrategie te volgen. Terugnemen van bijzondere waardeverminderingen Onder IFRS-EU kunnen terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen op schuldbewijzen worden verantwoord in het resultaat als er sprake is van een stijging in de reële waarde als gevolg van een nieuwe gebeurtenis. Onder US GAAP kunnen bijzondere waardeverminderingen op schuldbewijzen niet worden teruggeboekt door het resultaat. Schuldbewijzen (2004) Waardering van nominale waarden Onder IFRS-EU exclusief IAS 39 (2004) worden beleggingen in nominale waarden gewaardeerd tegen de aflossingswaarde. Het verschil tussen de aflossingswaarde en de verkrijgingprijs wordt gedurende de resterende looptijd van de desbetreffende belegging geamortiseerd ten gunste dan wel ten laste van de winst- en verliesrekening. Effecten die beschikbaar zijn voor verkoop, worden onder US GAAP tegen reële waarde gewaardeerd. Ongerealiseerde waardeveranderingen worden in het eigen vermogen toe te schrijven aan aandeelhouders van de vennootschap verantwoord. Gerealiseerde verkoopresultaten worden direct in de winst- en verliesrekening verantwoord. Gerealiseerde resultaten bij verkoop op beleggingen in nominale waarden Het verkoop resultaat op beleggingen in nominale waarden, zijnde het verschil tussen de opbrengst bij vervreemding en de boekwaarde, wordt onder IFRS-EU exclusief IAS 39 (2004) als rendementsverschil verantwoord. Rekening houdend met de gemiddelde resterende gewogen looptijd van de beleggingsportefeuille, worden deze rendementsverschillen in de winst- en verliesrekening verantwoord. Onder US GAAP wordt het verkoopresultaat direct in de winst- en verliesrekening verantwoord. Waardering van aandelen (2004) Onder IFRS-EU exclusief IAS 39 (2004) en US GAAP worden ongerealiseerde waardeverminderingen op aandelenbeleggingen opgenomen in de herwaarderingsreserve, tenzij zich een bijzondere waardevermindering heeft voorgedaan. Bijzondere waardeverminderingen worden ten last van de winst- en verliesrekening gebracht. Om na te gaan of zich een bijzondere waardevermindering heeft voorgedaan worden verschillende aannames en veronderstellingen gedaan, ondermeer ten aanzien van de omvang en duur van de ongerealiseerde waardeverminderingen, algemene marktomstandigheden. De bijzondere waardevermindering is voornamelijk gebaseerd op de financiële gezondheid van de betreffende onderneming op de lange termijn. ING heeft de intentie en de mogelijkheid om een lange termijn beleggingsstrategie te volgen. US GAAP vereist dat ongerealiseerde herwaarderingen die ‘niet tijdelijk’ zijn ten laste van de winst- en verliesrekening worden gebracht. Het bepalen van ‘niet tijdelijk’ is voornamelijk gebaseerd op de mate waarin de marktwaarde voor wat betreft omvang en duur beneden de kostprijs ligt. ING Groep Jaarverslag 2006 225 2.4 Additionele financiële informatie Toelichting op de verschillen tussen IFRS-EU-grondslagen en US GAAP vervolg Derivaten en hedge accounting Onder IFRS-EU wordt hedge accounting toegepast waar mogelijk. Voor derivaten die onderdeel uitmaken van kasstroomhedges worden de mutaties in reële waarde in het eigen vermogen verantwoord. Voor afgedekte instrumenten die onderdeel uitmaken van reële waarde hedges wordt de boekwaarde aangepast voor mutaties in de reële waarde. ING heeft er voor gekozen om geen hedge accounting toe te passen onder US GAAP, met uitzondering van posten die voor US GAAP specifiek als hedge zijn aangewezen (waaronder sommige hedges van netto-investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen). Als gevolg hiervan worden waardemutaties van alle derivaten die geen onderdeel uitmaken van hedges van netto-investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen verantwoord in het resultaat. De boekwaarde van afgedekte instrumenten wordt niet aangepast voor mutaties in de reële waarde. Derivaten en hedge accounting (2004) Onder IFRS-EU exclusief IAS 39 (2004) worden derivaten die gebruikt worden om renterisico te beheersen, meestal interest-swap contracten, verantwoord als off-balance transacties. De bijhorende rentebaten en -lasten worden verantwoord in overeenstemming met de afgedekte post, meestal op accrual basis. Transacties worden als hedge aangemerkt indien zij als zodanig worden aangewezen en er een tegengesteld verband bestaat tussen de resultaten van het dekkingsinstrument en die van de afgedekte positie. Onder US GAAP worden derivaten op reële waarde gewaardeerd, waarbij mutaties in de reële waarde in de winst- en verliesrekening worden verantwoord, tenzij wordt voldaan aan specifieke criteria voor hedge accounting. ING heeft er voor gekozen om geen hedge accounting toe te passen onder US GAAP, met uitzondering van posten die voor US GAAP specifiek als hedge zijn aangewezen (waaronder sommige hedges van netto-investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen). Als gevolg hiervan worden waardemutaties van alle derivaten die geen onderdeel uitmaken van hedges van netto-investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen verantwoord in het resultaat. De boekwaarde van afgedekte instrumenten wordt niet aangepast voor mutaties in de reële waarde. Reële waarde optie Onder IFRS-EU worden bepaalde financiële instrumenten aangewezen als ‘financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat’. Voor US GAAP worden deze financiële instrumenten gerapporteerd of als ‘activa beschikbaar voor verkoop’ waarbij de reële waarde mutaties worden verantwoord in het eigen vermogen toe te schrijven aan aandeelhouders van de vennootschap, of als ‘kredieten’ die op geamortiseerde kostprijs worden gewaardeerd. Overlopende acquisitiekosten Onder IFRS-EU worden overlopende acquisitiekosten van bepaalde levensverzekeringen waarbij regelmatig premies worden ontvangen geactiveerd en gelijktijdig met de toekomstige premies geamortiseerd. Onder US GAAP worden overlopende acquisitiekosten van traditionele verzekeringscontracten op eenzelfde manier geamortiseerd. Voor ‘universal life’ contracten, beleggingscontracten en individuele levensverzekeringen met winstdeling worden de overlopende acquisitiekosten geamortiseerd aan de hand van een constant percentage gebaseerd op de contante waarde van de geschatte bruto winstmarge die wordt verwacht over de looptijd van de contracten. Voor veranderingen in de schatting van de bruto winsten wordt aanpassing met terugwerkende kracht geboekt in de periode dat de schatting wijzigt. Zowel onder IFRS-EU als onder US GAAP worden overlopende acquisitiekosten indien van toepassing aangepast voor de wijziging die nodig zou zijn geweest als de ongerealiseerde resultaten van voor verkoop beschikbare effecten waren gerealiseerd. Deze aanpassing aan overlopende acquisitiekosten wordt verantwoord in het eigen vermogen. Deze bedragen kunnen onder US GAAP verschillen van die onder IFRS-EU doordat de onderliggende waarderingsgrondslagen anders zijn. Voorziening voor verzekeringsverplichtingen Zowel onder IFRS-EU als onder US GAAP wordt de voorziening voor levensverzekeringsverplichtingen berekend op basis van een prudente prospectieve actuariële methode, rekening houdend met de voorwaarden van de lopende verzekeringscontracten. Het verschil tussen IFRS-EU en US GAAP heeft betrekking op de toereikendheid van de voorzieningen voor verzekeringsverplichtingen en, de behandeling van de eerste kosten en de veronderstellingen welke worden gemaakt voor het berekenen van de voorzieningen met betrekking tot de opbrengst op de beleggingen. Toereikendheid van de voorziening voor verzekeringsverplichtingen De toereikendheidstoets op de voorziening voor levensverzekeringen na aftrek van overlopende acquisitiekosten en ‘value of business acquired’ wordt onder IFRS-EU en US GAAP op een vergelijkbare wijze uitgevoerd. Een ontoereikendheid (onder US GAAP: een ‘premium deficiency’) bestaat indien de voorziening voor levensverzekeringen plus de contante waarde van de toekomstige verwachte bruto premies onvoldoende zijn om te voorzien in de verwachte toekomstige uitkeringen en kosten en om de nog niet geamortiseerde overlopende acquisitiekosten en VOBA te compenseren. Onder IFRS-EU worden versterkingen verantwoord als extra voorziening voor levensverzekeringsverplichtingen. Onder US GAAP worden ‘Premium deficiencies’ afgeboekt tegen de nog niet geamortiseerde actiefpost VOBA of de overlopende acquisitiekosten, indien van toepassing, en daarna verantwoord als toename in de voorziening voor levensverzekeringsverplichtingen. Vanwege de verschillen in de levensverzekeringsverplichtingen onder IFRS-EU en US GAAP en de verschillende betrouwbaarheidsintervallen gebruikt voor het testen van de toereikendheid van de voorziening voor verzekeringsverplichtingen, kan het zijn dat een ‘premium deficiency’ anders wordt verantwoord onder US GAAP. 226 ING Groep Jaarverslag 2006 Een ‘shadow premium deficiency’ kan voorkomen onder US GAAP wanneer ongerealiseerde winsten met betrekking tot beleggingen beschikbaar voor verkoop worden meegenomen in de US GAAP toereikendheidstoets alsof deze winsten gerealiseerd waren. Deze methode leidt tot een aanpassing van het eigen vermogen voor de berekende ‘shadow premium deficiency’ en tot aanpassing van de ‘value of business acquired’, overlopende acquisitiekosten of voorziening voor levensverzekeringsverplichtingen zoals hierboven beschreven. Deze correctie wordt verantwoord onder US GAAP maar niet onder IFRS-EU. Behandeling eerste kosten en veronderstellingen met betrekking tot de opbrengst op de beleggingen Er bestaan diverse verschillen tussen IFRS-EU en US GAAP voor de behandeling van de eerste kosten en de veronderstellingen welke worden gemaakt voor het berekenen van de voorzieningen met betrekking tot de opbrengst op de beleggingen. De belangrijkste zijn de volgende: – bepaalde bedrijfsonderdelen gebruiken een lokaal voorgeschreven actuariële rekenrente voor de berekening van de verzekeringsverplichtingen onder IFRS-EU terwijl onder US GAAP een beste schatting van de opbrengst van de beleggingen onder aftrek van een risico marge wordt gebruikt; en – bepaalde bedrijfsonderdelen activeren en amortiseren onder IFRS-EU een lager of hoger bedrag voor de eerste kosten dan onder US GAAP; dit resulteert ook in een gedeeltelijk compenserend verschil tussen IFRS-EU en US GAAP voor overlopende acquisitiekosten. Beleggingscontracten Onder IFRS-EU worden bepaalde contracten die geen significante verzekeringsrisico’s bevatten gewaardeerd en gepresenteerd als financiële instrumenten en niet als verzekeringscontracten. Onder US GAAP worden deze contracten gewaardeerd en gepresenteerd als verzekeringscontracten. Latente winstdeling Onder IFRS-EU wordt een latente winstdelingsverplichting verantwoord voor de (on)gerealiseerde beleggingsresultaten die zijn toegewezen aan polissen met latente winstdeling of aan verzekeringscontracten met een wettelijke of feitelijke verplichting om de beleggingsresultaten te delen met de polishouders. Onder US GAAP worden dergelijke verplichtingen alleen verantwoord voor wettelijke verplichtingen. Personeelsbeloningen (2006) Niet-verantwoorde actuariële resultaten Onder IFRS-EU zijn alle voorheen niet-verantwoorde actuariële winsten en verliezen verwerkt in het vermogen per 1 januari 2004. Onder US GAAP zijn de actuariële winsten en verliezen niet op nul gezet per 1 januari 2004. Gedekt door onderliggende beleggingen Onder US GAAP wordt de dekking door onderliggende beleggingen voor ‘defined benefit’ pensioenplannen volledig verantwoord in de balans. Dit bedrag wordt bepaald door het verschil tussen de reële waarde van de beleggingen van pensioenregelingen en de geprojecteerde uitkeringsverplichting. Actuariële winsten en verliezen en kosten of opbrengsten met betrekking tot verstreken dienstjaren die nog niet zijn verantwoord in het resultaat als periodieke pensioenkosten worden verantwoord in het vermogen tot deze worden geamortiseerd. IFRS-EU vereist niet dat alle winsten en verliezen worden verantwoord in de balans. Personeelsbeloningen (2004 en 2005) Niet-verantwoorde actuariële resultaten Onder IFRS-EU zijn alle voorheen niet-verantwoorde actuariële winsten en verliezen verwerkt in het vermogen per 1 januari 2004. Onder US GAAP zijn de actuariële winsten en verliezen niet op nul gezet per 1 januari 2004. Opgebouwde pensioenaanspraken die uitstijgen boven de reële waarde van de beleggingen. Onder US GAAP wordt een additionele verplichting verantwoord in een situatie waarin de gecumuleerde uitkeringsverplichting de reële waarde van de activa te boven gaat en hoger is dan het bedrag van de verantwoorde ongedekte opgebouwde pensioenkosten. De gecumuleerde uitkeringsverplichting verschilt van de geprojecteerde uitkeringsverplichting doordat er geen rekening is gehouden met toekomstige salarisstijgingen. Onder IFRS-EU worden deze additionele verplichtingen niet verantwoord. Eigen vermogen instrumenten Onder IFRS-EU worden instrumenten met een wettelijke vorm van vermogen maar met vastgestelde terugbetalingen of vastgestelde dividenden gepresenteerd als verplichting. Onder US GAAP worden deze instrumenten ingedeeld conform hun wettelijke vorm als vermogen. Voorziening voor reorganisatie Onder IFRS-EU worden bepaalde reorganisatiekosten in relatie tot ontslag van medewerkers verantwoord wanneer een reorganisatieplan is aangekondigd. Onder US GAAP worden verplichtingen in relatie tot ontslaguitkeringen verantwoord zodra deze zich voordoen. Kosten in verband met ontslag van medewerkers worden over het algemeen beschouwd als zich voorgedaan hebbend op het moment dat bepaalde criteria zijn gehaald en het plan is gecommuniceerd met de medewerkers (communicatie datum). Verplichtingen worden verantwoord op de communicatiedatum tenzij het resterende dienstverband de normale ontslagperiode overstijgt in welk geval kosten worden verantwoord over deze periode. ING Groep Jaarverslag 2006 227 2.4 Additionele financiële informatie Toelichting op de verschillen tussen IFRS-EU-grondslagen en US GAAP vervolg Deelnemingen en andere aandelenbelangen Voor deelnemingen waarvoor de vermogensmutatiemethode wordt toegepast treden er verschillen op tussen US GAAP en IFRS -EU vanwege de onderliggende verschillen in het vermogen en het resultaat van de deelneming. Deze hebben meestal te maken met onroerend goed. Deelnemingen en andere aandelenbelangen (2004) Voor deelnemingen waarvoor de vermogensmutatiemethode wordt toegepast treden er verschillen op tussen US GAAP en IFRS-EU vanwege de onderliggende verschillen in het vermogen en het resultaat van de deelneming. Deze hebben meestal te maken met onroerend goed. Onder IFRS-EU exclusief IAS 39 (2004) worden participaties gewaardeerd tegen of de ‘kostprijs of lagere marktwaarde’ of volgens de vermogensmutatiemethode. Ontvangen dividenden op aandelen alsmede gerealiseerde resultaten bij verkoop worden in de winsten verliesrekening verantwoord. Volgens US GAAP worden dergelijke aandelenbelangen gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij ongerealiseerde waardeveranderingen direct ten gunste danwel ten laste van het eigen vermogen worden verantwoord, of tegen de vermogensmutatiemethode indien invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. De criteria voor verantwoording van winsten en verliezen bij verkoop van bepaalde aandelenbelangen zijn onder US GAAP stringenter. Als gevolg hiervan wordt het resultaat bij verkoop niet altijd in dezelfde verslagperiode verantwoord. Voorziening voor dubieuze debiteuren Onder IFRS-EU wordt de voorziening voor dubieuze debiteuren bepaald door middel van een herziene methodologie die is gebaseerd op een ‘incurred loss model’. Door een strikte toepassing van de IFRS-EU methodologie is het bedrag aan niet specifiek toegewezen voorzieningen voor dubieuze debiteuren afgenomen. Dit bedrag had ING Groep in voorgaande jaren voorzien om rekening te houden met verscheidene subjectieve en schattingsgevoelige aspecten van de kredietrisico beoordeling die niet in aanmerking worden genomen op individuele debiteurenposities. Dienovereenkomstig heeft het in lijn brengen van de US GAAP verslaggeving met deze wijziging in het schatting proces bij de implementatie van IFRS-EU in 2005 geleid tot een vrijval van EUR 623 miljoen (voor belastingen) van de voorziening verantwoord in de US GAAP winst- en verliesrekening 2005. Belastingen Veranderingen in belastingtarieven omvatten tariefswijzigingen binnen een bepaalde regio en het effect van veranderingen in de organisatiestructuur waardoor enititeiten onder een ander tarief vallen. Deze wijzigingen hebben effect op de latente belastingverplichtingen. Wanneer de latente belastingverplichting is gerelateerd aan het vermogen, wordt onder IFRS-EU ook het effect van een tariefswijziging geboekt via het eigen vermogen. US GAAP vereist dat dit effect wordt verantwoord in de winst- en verliesrekening. Er ontstaat een verschil in belastingen tussen IFRS-EU en US GAAP door het belastingeffect op de aanvullende boekingen om van IFRS-EU tot US GAAP te komen. Overige Overige bevat het effect van bepaalde andere verschillen tussen IFRS-EU en US GAAP, die zowel individueel als gezamenlijk geen significante uitwerking hebben op het eigen vermogen toe te schrijven aan aandeelhouders van de vennootschap en de nettowinst voor de periode. Cumulatief effect van wijzigingen in grondslagen in 2006 heeft ING FAS 158 geïmplementeerd, onder welke standaard alle actuariële winsten en verliezen in de balans worden verwerkt (via het vermogen). De invoering van FAS 158 op 31 december 2006 resulteerde in een aanvullende last in het Eigen vermogen van EUR 1.803 miljoen (na aftrek van latente belasting). De Securities Exchange Commission (SEC) heeft als onderdeel van doorlopende toezichtstaken met betrekking tot verslaggeving de Form 20-F van ING Groep beoordeeld. In de Form 20-F is onder andere de jaarrekening van ING Groep opgenomen. ING verleent volledige medewerking aan deze beoordeling. Op de datum van de jaarrekening was deze beoordeling nog niet afgerond. 228 ING Groep Jaarverslag 2006 RAROC performance ING Bank past het RAROC-concept toe. RAROC is de afkorting voor Risk-Adjusted Return on Capital (naar risico gewogen rendement op kapitaal). Deze methodiek meet de performance van de verschillende activiteiten op een consistente wijze die aansluit bij de creatie van aandeelhouderswaarde. RAROC ondersteunt het besluitvormingsproces door een consequente afweging tussen verwachte opbrengsten en aanwezige risico’s, met als doel een zo efficiënt mogelijk aanwending van het aanwezige kapitaal. Vergelijkbare, risico/rendement, performance instrumenten worden gebruikt ter ondersteuning van de prijsstelling op transactieniveau en in het kredietfiatteringsproces. RAROC wordt berekend door het naar risico gewogen rendement te delen door het economisch kapitaal. Het naar risico gewogen rendement is gebaseerd op dezelfde waarderingsgrondslagen als in de jaarrekening, met twee belangrijke uitzonderingen. De feitelijke risico kosten voor kredietrisico worden vervangen door de te verwachten verliezen op basis van statistisch berekende gemiddelde kredietverliezen over de gehele economische cyclus. Bovendien wordt de winst- en verliesrekening gecorrigeerd voor het verschil tussen het aanwezige boekkapitaal en het economische kapitaal. Het economisch kapitaal is gedefinieerd als het kapitaal dat nodig is om economische risico’s uit hoofde van de ontplooide activiteiten op te kunnen vangen tot het door de instelling gewenste niveau. Het economische kapitaal is gebaseerd op gedetailleerde berekeningen voor krediet-, transfer-, markt-, operationele en bedrijfsrisico’s en houdt rekening met de diversificatievoordelen binnen de bank. ING past een eenzijdig betrouwbaarheidsinterval toe van 99,95% dat in overeenstemming is met de nagestreefde krediet rating (AA/Aa2 long term) en een tijdshorizon van 1 jaar. ING Groep is in een continu proces om de modellen waarop de RAROC-berekeningen zijn gebaseerd te ontwikkelen en te verbeteren, wat kan resulteren in veranderingen en herzieningen. Onderliggende RAROC voor bancaire activiteiten RAROC (voor belastingen) 2006 2005 Nederland België Overig wereldwijd Overig Wholesale Subtotaal Wholesale Banking Economisch kapitaal (in miljarden euro’s) 2006 2005 17,7% 28,0% 16,7% –17,6% 19,2% 25,8% 25,1% 14,5% –26,7% 20,3% 2,9 1,7 2,3 0,2 7,1 2,5 1,9 2,5 0,2 7,1 ING Real Estate Totaal Wholesale Banking 58,6% 24,3% 27,5% 21,4% 1,0 8,1 1,2 8,3 Nederland België Polen Overig Retail Totaal Retail Banking 65,9% 60,5% 22,7% –2,3% 45,0% 70,4% 51,1% 6,7% 3,0% 50,6% 2,1 0,7 0,1 1,2 4,1 2,0 0,6 0,1 0,7 3,4 Totaal ING Direct 19,1% 20,9% 3,4 3,1 –115,4% 26,2% –445,1% 25,6% 0,3 15,9 0,1 14,9 25,5% 27,7% 16,0 15,0 Corporate Line Totaal bancaire activiteiten Totaal bancaire activiteiten inclusief desinvesteringen en bijzondere posten Noot: De onderliggende cijfers zijn exclusief desinvesteringen en bijzondere posten. In het Jaarverslag 2005 werden RAROC en economisch kapitaal gerapporteerd inclusief desinvesteringen en bijzondere posten. In dit Jaarverslag worden RAROC en economisch kapitaal op onderliggende basis gerapporteerd, dus exclusief desinvesteringen en bijzondere posten. De onderliggende RAROC na belastingen van de totale bancaire activiteiten steeg naar 20,4% (19,1% in 2005). De Raad van Bestuur hanteert als centrale doelstelling een RAROC van 12% na belastingen. De onderliggende RAROC na belastingen van Wholesale Banking verbeterde duidelijk van 17,3% in 2005 naar 20,6%. Vooral Real Estate verhoogde de onderliggende RAROC na belastingen naar 40,1% tegen 16,3% vorig jaar. Bij Retail Banking daalde de onderliggende RAROC na belastingen licht naar 32,5% (2005: 34,1%). Bij ING Direct zorgde de uitbreiding van activiteiten en daarmee de groei van economisch kapitaal in een onderliggende RAROC na belastingen van 11,6%, vergeleken met 14,9% in 2005. ING Groep Jaarverslag 2006 229 2.4 Additionele financiële informatie Embedded value bedragen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven Embedded value geeft inzicht in het creëren van economische waarde door de verkoop en het beheer van langetermijncontracten zoals levensverzekeringen, lijfrenten en pensioenen. Embedded value wordt gedefinieerd als de som van het nettovermogen en de waarde van de bestaande portefeuille. Het nettovermogen is gelijk aan het vrije vermogen en het vereiste kapitaal. De waarde van de bestaande portefeuille wordt gedefinieerd als de huidige waarde van toekomstige boekwinst na belastingen zoals gerapporteerd aan de lokale toezichthouder, die naar verwachting zal voortvloeien uit de lopende verzekeringen, inclusief de nieuwe productie geschreven gedurende de rapportageperiode, minus de kosten voor het aanhouden van vereist kapitaal. De waarde van nieuwe productie is de embedded value toegevoegd door de verkopen gedurende het jaar, en biedt derhalve inzicht in de te verwachten winstgevendheid van de verkopen in 2006. Toekomstige winsten worden met actuariële methodes geschat en een zo goed mogelijke schatting door ING voor wat betreft in de toekomst te verwachten realisaties, met uitzondering van economische aannames die meer zijn afgestemd op de waargenomen marktrentes in 2006. In mei 2004 werden de Europese Embedded Value (EEV) Principles geïntroduceerd door het CFO-forum, een commissie bestaande uit chief financial officers (CFO’s) van de grote Europese verzekeringsbedrijven. Deze richtlijnen en de bijbehorende toelichting bieden een kader voor de berekening van en rapportage over aanvullende informatie op het gebied van embedded value. De resultaten over 2006, 2005 en 2004 worden gerapporteerd op basis van deze EEV-Principles. In dit rapport wordt ook rekening gehouden met de Aanvullende Richtlijn inzake de EEV-rapportage die met ingang van 31 december 2006 in werking is getreden. Ultimo 2006 bedroeg de totale embedded value van de levensverzekeringsactiviteiten van ING EUR 27.718 miljoen vergeleken met EUR 27.586 miljoen ultimo 2005. Dit is na kapitaalinjecties en dividenden aan de Groep van EUR 1.995 miljoen. Wanneer deze kapitaalinjecties en dividenden buiten beschouwing worden gelaten stijgt de embedded value met EUR 2.128 miljoen. De cijfers over 2005 en 2006 zijn voor aftrek van het pensioentekort. In 2006 was dit tekort EUR 513 miljoen, een daling ten opzichte van EUR 1.273 miljoen in 2005. Het embedded-value resultaat is toegenomen door een stijging van de waarde van nieuwe productie, gunstige financiële varianties en rente op het vrije vermogen. Wijzigingen in de economische aannames, met name in Azië/Pacific, en valutakoersfluctuaties hadden een negatieve invloed op de embedded value, evenals een dividendbetaling uit de levenbedrijven. Waarde nieuwe productie Nederland België & Luxemburg Centraal-Europa & Spanje Verenigde Staten Latijns-Amerika Azië/Pacific ING Groep (1) (2) Periodieke premie Koopsommen 154 49 314 1.495 322 1.621 3.955 1.495 961 711 16.418 210 5.609 25.404 IR (1) 12,8% 12,3% 18,1% 10,3% 10,5% 16,8% 13,3% Waarde nieuwe productie 76 19 124 145 22 421 807 WNP/CW Periodieke Premies (2) premie 2006 2,8% 1,4% 4,0% 0,7% 3,8% 3,1% 1,9% 168 49 260 1.379 215 1.687 3.757 Koopsommen IR (1) Waarde nieuwe productie 1.413 1.361 370 15.659 216 6.527 25.545 13,2% 16,9% 15,6% 11,0% 12,6% 15,0% 13,2% 95 36 95 172 35 372 805 WNP/CW Premies (2) 2005 3,6% 2,1% 3,8% 0,9% 6,0% 2,7% 2,0% IR = intern rendement aangepast voor verwachte fluctuaties in valutakoersen ten opzichte van de euro. WNP/CW Premies = waarde van de nieuwe levenproductie gedeeld door de contante waarde van de premies uit hoofde van nieuwe levenproductie. De waarde van de nieuwe productie (WNP) in 2006 bedroeg EUR 807 miljoen, vrijwel gelijk met 2005. De waarde van nieuwe productie in de opkomende markten van Insurance Asia/Pacific en Centraal-Europa groeide wederom sterk; tezamen was de stijging van de WNP 16,7%. Exclusief USFS Life Insurance liet ook de WNP van de VS een sterke groei zien van 15,8% ten opzichte van 2005. De volwassen markten in België, Nederland en Luxemburg zorgden tezamen voor een daling van de WNP met 27,5%, van EUR 131 miljoen in 2005 naar EUR 95 miljoen. Bij de levensverzekeringsactiviteiten in de VS en de activiteiten in Mexico was eveneens sprake een grote daling van de WNP. Bij USFS Life daalde de WNP van EUR 1 miljoen in 2005 naar EUR 53 miljoen negatief en de WNP uit Mexico daalde van EUR 21 miljoen in 2005 naar EUR 1 miljoen in 2006. De WNP uit Zuid-Amerika nam toe van EUR 13 miljoen in 2005 tot EUR 21 miljoen in 2006. In 2006 investeerde ING EUR 1.831 miljoen in de productie van nieuwe levensverzekeringscontracten. Het verwachte totale rendement op deze investering is 13,3%, vergeleken met 13,2% in 2005. Het verwachte interne rendement in opkomende markten in 17,7%. In de waarde van de nieuwe productie zijn alle acquisitiekosten opgenomen. Dit betreft die acquisitiekosten die het niveau van de kosten, waarmee rekening wordt gehouden bij de prijsstelling van producten, overschrijden. Dergelijke overschrijdingen kunnen ontstaan wanneer nieuwe activiteiten nog onvoldoende schaalgrootte hebben, wanneer verschillende bedrijfsonderdelen worden samengevoegd of indien in een jaar de verkopen lager zijn dan verwacht. In 2006 bedroegen deze overschrijdingen EUR 87 miljoen na belastingen, vergeleken met EUR 103 miljoen in 2005. 230 ING Groep Jaarverslag 2006 Embedded value van de levenbedrijven 2006 2005 Vrije deel van het eigen vermogen Vereist kapitaal Netto vermogen 3.781 13.873 17.654 2.274 13.691 15.964 Huidige waarde toekomstige boekwinst Kosten voor aanhouden vereist kapitaal Waarde lopende verzekeringen 15.382 –5. 318 10.064 16.431 –4.810 11.622 27.718 27.586 2006 2005 Nederland België & Luxemburg Centraal-Europa & Spanje Insurance Europe 12.032 1.111 2.961 16.103 11.300 1.077 2.552 14.929 Verenigde Staten Latijns-Amerika Insurance Americas 9.376 896 10.272 9.911 947 10.858 Insurance Asia/Pacific ING Groep 1.343 27.718 1.799 27.586 Embedded value Embedded value per divisie – levenbedrijf Verandering in de embedded value van het levenbedrijf Gerapporteerde embedded value 2005 27.586 Toevoeging portefeuilles/(desinvesteringen) Valuta-invloeden Modelwijzigingen Herziene embedded value 407 –1.164 92 26.921 Waarde nieuwe productie Financiële variaties Operationele variaties Aannamewijzigingen Winst op embedded value Vereist rendement Beleggingsrendement vrije deel eigen vermogen Wijziging disconteringsvoet Wijziging in economische aannames Embedded value van geacquireerde activiteiten (Dividenden in contanten en) kapitaalsuitbreiding Embedded value ultimo 2006 807 1.240 –33 –33 1.981 1.716 968 –338 –1.534 –1.995 27.718 ING Groep Jaarverslag 2006 231 2.4 Additionele financiële informatie Embedded value vervolg De belangrijkste oorzaken van de veranderingen in de embedded value 2006 zijn: – Ongunstige valutakoersbewegingen: hierdoor daalde de embedded value met EUR 1.164 miljoen (vergeleken met een positieve invloed van EUR 1.575 miljoen in 2005), vooral door de sterke positie van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar en de meeste andere valuta. – De netto-invloed van wijzigingen in de economische aannames (EUR 1.534 miljoen negatief) en de bijbehorende wijzigingen in de disconteringsvoet (EUR 338 miljoen) was EUR 1.872 miljoen negatief, vooral door de neerwaarts bijgestelde risicovrije kapitaalmarktrente in Taiwan van 5,75% naar 3,93%. – Financiële varianties: deze zorgden voor een stijging van de embedded value met EUR 1.240 miljoen, met name door de beleggingsperformance in Nederland, Polen en Zuid-Korea en lagere kredietverliezen in de VS. – Veranderingen in de operationele aannames: met name als gevolg van de negatieve invloed van hogere doorlopende kosten in Nederland daalde de embedded value met EUR 33 miljoen. – Waarde nieuwe productie van EUR 807 miljoen: dit is een kleine verbetering vergeleken met 2005. Met name in de groeimarkten in Azië/Pacific en Centraal-Europa was sprake van een aanzienlijke stijging van 16,7%. Deze werd echter tenietgedaan door dalingen in de meer ontwikkelde markten van het levenbedrijf in de VS, Nederland en België alsmede Mexico. – Het vereiste rendement op de beginwaarde van de lopende activiteiten (afwikkeling op basis van de disconteringsvoet) van EUR 1.716 miljoen. – Overige posten: met name beleggingsrendement op het vrije vermogen (door hogere aandelenkoersen) en netto dividenden/ kapitaalinjecties van EUR 1.995 miljoen verklaren de overige veranderingen ten opzichte van de totale embedded value voor 2005 (in totaal EUR 562 miljoen negatief). Gevoeligheid embedded value voor economische aannames Onderstaande tabel vertoont de uitkomst van een gevoeligheidsanalyse van de embedded value op 31 december 2006 voor: – Een stijging of daling van de rente op nieuwe beleggingen met 1%. – Een stijging of daling van de disconteringsvoet met 1%. – Rente op nieuwe beleggingen gebaseerd op ‘implied market forward rate’ afgeleid van de ‘swap rate’ per 31 oktober 2006. De disconteringsvoet is daarop aangepast. – 10 basispunten lagere kortetermijnrente voor de periode 2007-2016: gebaseerd op een parallelle verschuiving van de rentecurve voor deze periode. De disconteringsvoet is overeenkomstig aangepast. – Een daling met 1% in het aangenomen beleggingsrendement van aandelen- en vastgoedbeleggingen. – 10 procent daling in de marktwaarde van aandelen- en vastgoedbeleggingen. – Lokale wettelijke vereiste minimale solvabiliteit. Bij elke gevoeligheidsberekening blijven alle overige aannames onveranderd, behalve – wanneer deze direct beïnvloed worden door herziene economische omstandigheden. Bijvoorbeeld: toekomstige overrentedeling wordt automatisch aangepast om veranderingen in toekomstige beleggingsrendementen weer te geven; – wanneer wordt aangegeven dat de disconteringsvoet overeenkomstig is aangepast. In dat geval blijft de risicomarge onveranderd. Gevoeligheid embedded value voor economische aannames Gerapporteerde embedded value (na belastingen) 1% daling van rente op nieuwe beleggingen 1% stijging van rente op nieuwe beleggingen 1% daling van disconteringsvoet 1% stijging van disconteringsvoet Implied market forward rates (31 oktober 2006) Daling kortetermijnrente met 10 basispunten Daling rendement op aandelen en vastgoed met 1% Daling in de marktwaarde van aandelen- en vastgoedbeleggingen met 10% Lokaal wettelijk vereiste minimale solvabiliteit Netto invloed van: (1) 1% daling van rente op nieuwe beleggingen en 1% daling in de disconteringsvoet 1% stijging van rente op nieuwe beleggingen en 1% stijging in de disconteringsvoet (1) Insurance Europe Insurance Americas Insurance Asia/Pacific Totaal 16.103 –913 551 897 –757 –211 –82 –537 10.272 –566 46 525 –473 –7 –13 –192 1.343 –1.764 1.565 535 –470 –243 –70 –168 27.718 –3.242 2.162 1.957 –1.700 –461 –166 –896 –862 38 –440 285 –339 2.466 –1.640 2.789 –16 –41 –1.228 –1.285 –206 –427 1.095 463 De hier weergegeven netto-invloed is de som van de individuele gevoeligheden zoals hierboven gerapporteerd. Deze kan afwijken van een exacte berekening van de verandering in beide parameters. 232 ING Groep Jaarverslag 2006 Bij bovenvermelde resultaten hebben wij de volgende opmerkingen: – De netto-invloed van de daling van het renteniveau met 1% (een neerwaartse parallelle verschuiving van 1%) en de disconteringsvoeten is EUR 1.285 miljoen negatief vergeleken met de gevoeligheid met 1% (EUR 463 miljoen) waar de effecten elkaar enigszins opheffen. Dit is toe te schrijven aan rentegarantie, als gevolg waarvan de rentemarges afnemen als de rente daalt. – Het gebruik van lokale wettelijke vereisten in plaats van het ING-kapitaalmodel had een positieve invloed van EUR 2.789 miljoen. Dit is vooral toe te schrijven aan Taiwan waar ING aanzienlijk meer kapitaal heeft gealloceerd dan volgens de lokale wettelijke vereisten vereist is. Waarde nieuwe productie opkomende markten (1) Periodieke premie Koop sommen IR 232 322 1.228 1.782 451 210 668 1.329 18,6% 10,4% 19,7% 17,7% Centraal-Europa Noord- en Latijns-Amerika Azië/Pacific ING Groep (1) Waarde nieuwe productie 2006 periodieke premie Koop sommen IR 88 21 320 429 191 216 1.224 1.631 178 216 432 826 16,6% 12,6% 19,3% 17,4% Waarde nieuwe productie 2005 68 35 272 375 De landen die tot de opkomende markten worden gerekend zijn: – Centraal-Europa: Bulgarije, Hongarije, Polen, Roemenië, Rusland, Slowakije, Tsjechië; – Noord- en Latijns-Amerika: Chili, Mexico, Peru; – Azië/Pacific: China, Hongkong, India, Korea, Maleisië, Taiwan, Thailand. De waarde van nieuwe productie in opkomende markten steeg ten opzichte van 2005 met 14,4% tot EUR 429 miljoen, met name door Centraal-Europa en Azië/Pacific. ONAFHANKELIJK OORDEEL Watson Wyatt Limited (‘Watson Wyatt’), een internationale actuariële adviesorganisatie, heeft de Embedded value methodologie en aannames van ING per 31 december 2006 en de Waarde van nieuwe productie over 2006 beoordeeld. Alle belangrijke bedrijfsonderdelen zijn in deze beoordeling meegenomen. Van deze bedrijfsonderdelen zijn alle levensverzekeringen en overige langetermijncontracten inbegrepen. Naast een beoordeling van de gehanteerde methodologie en aannames, is Watson Wyatt gevraagd een beperkte globale beoordeling te geven van de uitkomsten van de berekening, maar niet om een uitvoerige controle uit te voeren op de toegepaste modellen en in gebruik zijnde procedures. Watson Wyatt is tot de conclusie gekomen dat de gehanteerde methodologie en gehanteerde aannames in lijn zijn met de Europese Embedded Value Principles and Guidance. ING Groep Jaarverslag 2006 233 2.4 Additionele financiële informatie Credit ratings Credit ratings, zoals toegekend door ratingbureaus, zijn indicatoren voor de waarschijnlijkheid van tijdige en volledige terugbetaling van rente en hoofdsom van vastrentende waarden. Belangrijkste credit ratings voor ING (1) ING GROEP ING VERZEKERINGEN – kortlopend – langlopend ING BANK – kortlopend – langlopend – financiële kracht (1) Standard & Poor’s Moody’s AA- Aa2 A-1+ AA- P-1 Aa3 A-1+ AA P-1 AAA B Fitch AA- F1+ AA zowel de Standard & Poor’s ratings, de Moody’s ratings en de Fitch ratings hebben een ‘stable outlook’. 234 ING Groep Jaarverslag 2006 Kapitalisatie en ratio’s INTRODUCTIE ING meet kapitaaltoereikendheid op drie geconsolideerde niveas: ING Groep, ING Bank en ING Verzekeringen omdat voor al deze niveaus een aparte kredietbeoordeling wordt afgegeven (allen AA/Aa2). Naast de wettelijke kapitaalvereisten zoals toegelicht in toelichting 34 van de geconsolideerde jaarrekening meet ING daarom additionele kapitaalratio’s. In onderstaande tabel worden deze, door de Raad van Bestuur goedgekeurde, ratio’s besproken. Kapitalisatie en ratio’s Eigen vermogen (moedermaatschappij) Hybride kapitaal (1) Kernschuld (2) Totaal kapitalisatie Aanpassingen op het vermogen – herwaarderingsreserves obligaties en overig (3) – herwaarderingsreserve geen onderdeel van Tier-1 (4) – hybride kapitaal verzekeringen (5) – belangen van derden Beschikbaar kapitaal voor toezichtdoeleinden Overig kwalificerend kapitaal (6) Overlopende acquisitiekosten / Value in Force aanpassing (50%) (7) Kernschuld (2) Aangepast kapitaal Ratio’s Kernkapitaal Vreemd vermogen / eigen vermogen ratio (8) (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) 2006 Verzekeringen 2005 2006 Bank 2005 21.917 1.665 20.627 1.823 21.298 5.726 21.331 5.764 23.582 22.450 27.024 27.095 –2.097 –3.365 –1.350 –1.257 –3.211 –1.128 2.250 1.770 25.505 2.229 1.227 22.541 1.367 25.784 652 23.408 11.445 11.318 37.229 34.726 3.618 4.503 29.123 27.044 4.802 14,15% 4.170 13,35% 2006 Groep 2005 38.266 7.606 4.210 50.082 36.736 7.883 3.969 48.588 –3.352 –6.477 –4.210 42.520 –3.969 38.142 4.210 9,01% 3.969 9,43% Hybride kapitaal betreft Tier-1 instrumenten uitgegeven door de Groep zoals eeuwigdurend schuldpapier en preferente aandelen tegen nominale waarde. De hybride instrumenten anders dan preferente aandelen zijn doorgeleend aan ING Bank en ING Verzekeringen als achtergestelde schulden. De kernschuld betreft de netto schuldpositie van de houdstermaatschappij van de Groep, gelijk aan de deelnemingen minus het eigen vermogen (inclusief hybride kapitaal). Deze netto schuld is vervolgens in ING Verzekeringen en ING Bank geïnvesteerd als eigen vermogen. Bevat EUR 1.709 miljoen (2005: EUR 4.116 miljoen) aan herwaarderingen van schuldpapier (gecompenseerd door ‘shadow accounting’), EUR 1.357 miljoen (2005: EUR 2.188 miljoen) aan kasstroomhedge reserve en EUR 286 miljoen (2005: EUR 173 miljoen) aan goodwill. De Nederlandse toezichthouder vereist dat deze bedragen van het Tier-1 vermogen worden afgetrokken. ING past deze voorzichtige methode voor Bank, Verzekeringen en Groep toe. Bevat EUR 579 miljoen (2005: EUR 507 miljoen) in participaties (waaronder Kookmin en Bank of Beijing). EUR 386 miljoen (2005: EUR 361 miljoen) in onroerend goed voor eigen gebruik en EUR 116 miljoen (2005: EUR 149 miljoen) in beleggingen van ING Bank. De Nederlandse toezichthouder schrijft voor dat deze worden afgetrokken van Tier-1 en worden toegevoegd aan Tier-2. Hybride kapitaal Verzekeringen betreft hybride instrumenten uitgegeven door ING Verzekeringen zoals eeuwigdurend schuldpapier tegen nominale waarde. Bevat EUR 12.362 miljoen (2005: EUR 11.605 miljoen) Tier-2 en EUR 330 miljoen (2005: EUR 363 miljoen) Tier-3, verminderd met EUR 1.251 miljoen (2005: EUR 650 miljoen) aan deelnemingen en eigen risico posities om gesecuritiseerde activa. Deze aanpassing betreft 50% van de contante waarde van toekomstige winsten van huidige polissen (2006: EUR 7.701 miljoen; 2005: EUR 8.216 miljoen), verminderd met 50% van de overlopende acquisitiekosten buiten Nederland (2006: EUR 4.183 miljoen; 2005: EUR 3.813 miljoen). Voor de ratio vreemd vermogen/eigen vermogen is voor Verzekeringen de doelstelling maximaal 15% voor Groep is dit maximaal 10%. ING Groep Jaarverslag 2006 235 2.4 Additionele financiële informatie Financiële begrippenlijst ACTUARIEEL EN VERZEKERINGSTECHNISCH RISICO Actuariële en verzekeringstechnische risico’s vloeien voort uit de prijsstelling en acceptatie van verzekeringscontracten. Actuarissen spelen een belangrijke rol in het bepalen van het niveau van de verzekeringspremies en het zekerstellen dat verzekeringsmaatschappijen voldoende voorzieningen treffen om (schade)vergoedingen uit te keren. Het actuariële risico betreft het risico dat de modelveronderstellingen van actuarissen voor de bepaling van het niveau van de premies en de voorzieningen in enige mate onjuist blijken te zijn. Het verzekeringstechnisch risico betreft het risico dat een (schade)claim uit hoofde van een verzekeringspolis wordt ontvangen. Het maximale verzekeringstechnische risico wordt beperkt door uitsluitingen, dekkingslimieten en herverzekering. AFKOOP De beëindiging van een levensverzekerings- of pensioenovereenkomst op verzoek van de polishouder, waarbij de polishouder, indien van toepassing, de afkoopwaarde van de overeenkomst ontvangt. AFLOSSINGSWAARDE Het bedrag dat met betrekking tot beleggingen in nominale waarden op vervaldatum moet worden terugbetaald. ASSET & LIABILITY COMMITTEE (ALCO) Het Asset & Liability Committee (ALCO) beheert de balans van ING, met name met betrekking tot het strategische niethandelsrisico. Het niet-handelsrisico bestaat onder meer uit renterisico, aandelenrisico, vastgoedrisico, liquiditeitsrisico en schommelingen in solvabiliteit en valuta’s. ASSET LIABILITY MANAGEMENT (ALM) Asset Liability Management is een wijze van bedrijfsvoering waarbij beslissingen over activa en passiva op elkaar worden afgestemd. ALM is een voortdurend proces van het formuleren, implementeren, bewaken en herzien van strategieën die betrekking hebben op de activa en passiva. ASSET BACKED SECURITIES (ABS) Asset-backed securities zijn obligaties of andere schuldeffecten die een portefeuille van activa als onderpand hebben, of de kasstromen die gegenereerd worden uit een nader gespecificeerde portefeuille van activa. BASISRISICO Het basisrisico vloeit voort uit een onvolledige correlatie in de afstemming tussen verdiende en betaalde rente op verschillende financiële instrumenten. Dit risico is onder andere inherent aan betaaltegoeden, spaarrekeningen en hypotheken met de mogelijkheid van vervroegde aflossing. 236 ING Groep Jaarverslag 2006 BELEGGINGEN INZAKE PENSIOENVERPLICHTINGEN Beleggingen inzake pensioenverplichtingen betreffen fondsbeleggingen die bestaan uit de netto activa gerelateerd aan pensioenverplichtingen gehouden door een fonds of entiteit of die gehouden worden in relatie tot kwalificerende verzekeringspolissen. Bij fondsbeleggingen gehouden door een fonds of entiteit geldt dat: – het fonds of de entiteit formeel juridisch afgescheiden moet zijn van de rechtspersoon en alleen bestaat om aanspraken van (voormalig) personeel en hun nabestaanden uit te keren of te financieren; – de fondsbeleggingen alleen beschikbaar zijn voor de nakoming van de aanspraken van (voormalig) personeel en hun nabestaanden, geen verhaalsobject zijn voor de schuldeisers van de rechtspersoon (zelfs niet bij faillissement) en niet kunnen terugvloeien naar de rechtspersoon, tenzij er sprake is van een overschot of wanneer de fondsbeleggingen terugvloeien naar de rechtspersoon ter compensatie van reeds uitgekeerde aanspraken. Een kwalificerende verzekeringspolis is een verzekeringspolis die is uitgegeven door een verzekeringsmaatschappij, niet zijnde een aan de groep verbonden partij, waarvan de opbrengst: – alleen gebruikt kan worden ter financiering van de employee benefits onder een defined contribution plan; en – niet beschikbaar is voor de schuldeisers van de rechtspersoon (zelfs niet bij faillissement) en niet aan de rechtspersoon kan worden uitgekeerd, tenzij de opbrengst een overschot vertegenwoordigt dat niet noodzakelijk is om aan de verplichtingen onder de polis te voldoen of de opbrengst een compensatie is voor reeds uitgekeerde aanspraken. BELEGGINGSPORTEFEUILLE De beleggingsportefeuille bevat die activa die worden aangehouden met betrekking tot duurzame activiteiten en als zodanig zijn aangewezen. Deze beleggingen dienen ter dekking van de verplichtingen uit hoofde van verzekeringstechnische voorzieningen en om het rente-, solvabiliteits- en liquiditeitsrisico te beheersen. BIS De Bank for International Settlements (BIS) is een internationale organisatie die internationale monetaire en financiële samenwerking aanmoedigt en dienst doet als een bank voor centrale banken. BIS heeft een minimum bepaald voor de solvabiliteitsratio, die de verhouding weergeeft tussen kapitaal en risico gewogen activa. Deze ratio moet minimaal 8% zijn. BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN Van een bijzondere waardevermindering is sprake indien de opbrengstwaarde duurzaam lager is dan de boekwaarde van het actief. In dit geval is een afwaardering van het actief noodzakelijk. CAPITAL-AT-RISK (CaR) De capital-at-risk is het maximale negatieve effect op de economische waarde van ING Groep onder normale marktomstandigheden op basis van een tijdshorizon van één jaar. CaR wordt berekend op basis van een betrouwbaarheidsniveau van 90%. CERTIFICAAT VAN AANDELEN Certificaten van gewone en van preferente aandelen, uitgegeven door de Stichting, in ruil voor gewone en preferente aandelen uitgegeven door ING Groep N.V. COMPLIANCE-RISICO Het compliance-risico wordt gedefinieerd als het risico dat de integriteit van ING Groep wordt aangetast, wat kan leiden tot schade aan de reputatie van ING, tot juridische of door de toezichthouder opgelegde sancties, of tot financiële schade als gevolg van het (gezien worden als) niet naleven van toepasselijke wet- en regelgeving en standaarden. CONCENTRATIES Er is sprake van een concentratie van kredietrisico wanneer een verandering in economische, industriële en geografische factoren op soortgelijke wijze groepen van tegenpartijen, wiens gezamenlijke obligo ten opzichte van het totale obligo van ING Groep materieel is, beïnvloedt. CONVERTEERBARE OBLIGATIES Converteerbare obligaties zijn obligaties die in combinatie met een optierecht worden uitgegeven door ondernemingen. De houder heeft het recht om op een bepaald moment in de toekomst tegen een bepaalde koers een converteerbare obligatie om te wisselen voor aandelen in de uitgevende onderneming. De converteerbare obligatie is vaak opeisbaar. Dit betekent dat deze op een bepaald moment in de toekomst tegen een bepaalde prijs kan worden teruggekocht door de uitgevende onderneming. Zodra de obligaties worden opgeëist heeft de houder de mogelijkheid om de obligaties te converteren voor het moment van terugkoop. CONVEXITEIT De niet-lineaire relatie tussen wijzigingen in de rente enerzijds en in obligatiekoersen/netto contante waarde anderzijds. Convexiteit is een zeer belangrijke maatstaf bij portefeuilles met al dan niet expliciete optierechten (‘embedded options’). DEELNEMING Deelnemingen zijn entiteiten waarin ING Groep in het algemeen tussen de 20% en 50% zeggenschap heeft, of waarop de Groep op andere wijze significante invloed kan uitoefenen, maar waarin de Groep geen overheersende zeggenschap heeft. DEFINED BENEFIT PLAN Een ‘defined benefit plan’ betreft een pensioenregeling, anders dan een ‘defined contribution plan’. DEFINED CONTRIBUTION PLAN Een ‘defined contribution plan’ betreft een pensioenregeling waarbij de onderneming een vaste bijdrage betaalt aan een aparte entiteit (een fonds). De onderneming heeft geen wettelijke of feitelijke verplichtingen om aanvullende bijdragen te betalen als het fonds niet voldoende middelen heeft om aan alle huidige en toekomstige employee benefits te voldoen. DELTA HEDGE De delta hedge minimaliseert het risico dat voortvloeit uit optie- en aandelenregelingen door een bepaald aantal (certificaten van) aandelen aan te houden. Het risico wordt elk kwartaal beoordeeld en waar nodig worden aandelen gekocht in de markt of van werknemers. DEPOSITOCERTIFICATEN Verhandelbare schuldbewijzen aan toonder met een korte looptijd uitgegeven door banken. DERIVATEN Derivaten zijn financiële instrumenten en bestaan met name uit termijncontracten, futures, opties en swaps, waarvan de waarde is gebaseerd op een onderliggende waarde, index of referentiekoers. ING Groep Jaarverslag 2006 237 2.4 Additionele financiële informatie Financiële begrippenlijst vervolg DOCHTERMAATSCHAPPIJ Een maatschappij: – waarin de rechtspersoon of een of meer van zijn dochtermaatschappijen, al dan niet krachtens overeenkomst met andere stemgerechtigden, meer dan de helft van de stemrechten in de algemene vergadering kunnen uitoefenen; of – waarvan de rechtspersoon of een of meer van zijn dochtermaatschappijen lid of aandeelhouder zijn en, al dan niet krachtens overeenkomst met andere stemgerechtigden, alleen of samen meer dan de helft van de bestuurders of van de commissarissen kunnen benoemen of ontslaan. EFFECTIEVE RENTEMETHODE Een methode om de geamortiseerde kostprijs van een financieel actief of passief te bepalen en de rentebaten of rentelasten toe te rekenen aan de relevante periode. FINANCIEEL ACTIEF Elk actief dat bestaat uit: – een overeengekomen recht om liquide middelen of een ander financieel actief van een andere onderneming te ontvangen; – een contractueel overeengekomen recht om financiële instrumenten met een andere onderneming te ruilen onder voorwaarden die potentieel voordelig zijn; of – een eigen vermogensinstrument van een andere onderneming. FINANCIËLE ACTIVA BESCHIKBAAR VOOR VERKOOP Die financiële activa, niet zijnde derivaten, die zijn aangewezen als beschikbaar voor verkoop of die niet worden gerubriceerd als (a) kredieten, (b) tot einde looptijd aangehouden beleggingen, of (c) financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat. EARNINGS-AT-RISK (EaR) EaR meet het effect van veranderingen in de marktrente op de winst onder IFRS, op basis van een periode van één jaar. FINANCIËLE INSTRUMENTEN Financiële instrumenten zijn overeenkomsten die leiden tot een financieel actief bij een onderneming en een financiële verplichting of een eigen-vermogens-instrument bij een andere onderneming. ECONOMISCH KAPITAAL Economisch kapitaal is het minimale kapitaal dat benodigd is om onverwachte verliezen op te vangen in ernstige stresssituaties. Vanwege de beoogde kredietrating AA voor ING Groep wordt voor het vereiste economische kapitaal gerekend met een betrouwbaarheidsniveau van 99,95%. FINANCIËLE VERPLICHTING Elk contractueel overeengekomen verplichting om: – liquide middelen of een ander financieel actief aan een andere onderneming over te dragen; of – financiële instrumenten te ruilen met een andere onderneming onder voorwaarden die potentieel nadelig zijn. EIGEN AANDELEN Aandelen ingekocht door de uitgevende instelling of een van de groepsmaatschappijen. FUTURES Futures zijn verplichtingen om valuta of andere financiële instrumenten te kopen of te verkopen op een van te voren vastgesteld toekomstig tijdstip. Beursen treden op als intermediairs en vereisen dagelijkse afrekeningen in contanten en storting van zekerheden. ELIMINATIE Eliminatie is een proces waarbij de transacties tussen groepsmaatschappijen onderling met elkaar worden afgestemd en gesaldeerd, waardoor zowel activa, passiva, baten als lasten niet te hoog worden voorgesteld. EMPLOYEE BENEFITS Iedere vorm van beloning die door een onderneming in ruil voor bewezen diensten van (voormalige) werknemers wordt gegeven. FINANCE LEASE Een leasecontract waarbij feitelijk alle risico’s en beloningen die samenhangen met het eigendom van een activum aan de lessee zijn overgedragen. Het is hierbij mogelijk dat het eigendom uiteindelijk wordt overgedragen. 238 ING Groep Jaarverslag 2006 GEAMORTISEERDE KOSTPRIJS Het bedrag waarvoor financiële activa of verplichtingen bij eerste verwerking worden gewaardeerd minus aflossingen, plus of minus de cumulatieve afschrijving gebruikmakend van de effectieverentemethode voor het verschil tussen het oorspronkelijke bedrag en het bedrag op de vervaldatum, en minus bijzondere waardeverminderingen of niet ontvangen bedragen. GEBOEKTE BRUTO PREMIES Het totaal van geboekte premies (al dan niet verdiend) in een bepaalde periode voor verzekerings- en herverzekeringscontracten (met inbegrip van deposito’s voor beleggingscontracten met een beperkt of geen levensverzekeringskarakter) met inbegrip van de afgegeven herverzekeringspremies. GEBOEKTE NETTO PREMIES De geboekte bruto premies verminderd met de afgegeven herverzekeringspremies in een bepaalde periode. GECOMBINEERDE RATIO De som van de schaderatio en de kostenratio van een schade- of herverzekeringsmaatschappij. Een gecombineerde ratio van meer dan 100% betekent niet noodzakelijkerwijs dat er sprake is van een verlies met betrekking tot schadeverzekeringen, omdat aan het resultaat ook opbrengsten uit beleggingen worden toegerekend. GEWOON AANDEEL Een eigen vermogen instrument dat achtergesteld is ten opzichte van alle andere eigen vermogen instrumenten. Gewone aandelen delen pas in de nettowinst van het verslagjaar na alle andere soorten aandelen, zoals preferente aandelen. HANDELSPORTEFEUILLE In de handelsportefeuille worden financiële instrumenten opgenomen die worden aangehouden om op korte termijn transactieresultaten te behalen, om transacties voor rekening van cliënten te vergemakkelijken of om andere posities in de handelsportefeuille af te dekken. HERVERZEKERING De praktijk, waarbij de ene partij, de herverzekeraar, er in toestemt om in ruil voor een premie een andere partij, de verzekeraar of cederende onderneming, schadeloos te stellen voor een gedeelte of de gehele verplichting met betrekking tot een of meerdere verzekeringscontracten uitgegeven door de verzekeraar. De verzekeraar wordt ook de oorspronkelijke of primaire verzekeraar genoemd, de ‘direct writing company’ of de cederende onderneming. IN THE MONEY Een call optie is ‘in the money’ indien de uitoefenprijs lager is dan de prijs van de onderliggende waarde; een put optie is ‘in the money’ indien de uitoefenprijs hoger is dan de prijs van de onderliggende waarde. INVLOED VAN BETEKENIS Invloed van betekenis is de macht om deel te nemen aan de financiële en operationele beleidsbeslissingen van de deelneming, maar houdt geen overheersende zeggenschap in over het betreffende beleid. Invloed van betekenis kan worden verkregen door aandeelhouderschap of andere statutaire en/of contractuele bepalingen. JOINT VENTURE Een contractuele overeenkomst waarbij twee of meer partijen een economische activiteit ondernemen en waarbij er sprake is van gedeelde zeggenschap. KOSTENRATIO Verzekeringstechnische kosten uitgedrukt als percentage van de netto geboekte premie. KREDIETINSTELLINGEN Kredietinstellingen zijn alle instellingen die onderhevig zijn aan bancair toezicht door centrale banken. Onder toezicht vallen ook hypotheekbanken, kapitaalmarktinstellingen, multilaterale ontwikkelingsbanken en het Internationaal Monetair Fonds (IMF). KREDIETRISICO Kredietrisico is het risico van een verlies door het in gebreke blijven van een debiteur (inclusief obligatie-emittenten) of een tegenpartij. Kredietrisico’s ontstaan bij de lening, pre-settlement en beleggingsactiviteiten alsmede bij de handelsactiviteiten van ING. Kredietrisicobeheer wordt ondersteund door speciaal daarvoor ingerichte kredietrisico-informatiesystemen en interne ratingmethoden voor debiteuren en tegenpartijen. KWALIFICEREND ACTIEF (IN DE ZIN VAN RENTELASTEN) Een kwalificerend actief is een actief waarvoor noodzakelijkerwijs een aanzienlijke periode benodigd is om het actief gereed te maken voor gebruik of verkoop. LANDENRISICO Het risico dat een buitenlandse overheid om financiële redenen (transfer risico) dan wel andere redenen (politiek risico) niet aan haar verplichtingen voldoet of de betalingsopdrachten van debiteuren blokkeert. LATENTE BELASTINGVERPLICHTINGEN De in de toekomst te betalen belastingsbedragen in verband met tijdelijke waarderingsverschillen tussen de boekwaarde van activa en vreemd vermogen volgens de jaarrekening en de fiscale boekwaarde, waarbij belastingtarieven worden gehanteerd die naar verwachting van toepassing zijn in de periode waarin de activa en het vreemde vermogen worden gerealiseerd of afgewikkeld. ING Groep Jaarverslag 2006 239 2.4 Additionele financiële informatie Financiële begrippenlijst vervolg LIQUIDITEITSRISICO Liquiditeitsrisico is het risico dat ING Groep of een van haar dochterondernemingen niet op het gewenste moment tegen redelijke kosten aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. MARKET VALUE AT RISK (MVaR) Met de berekeningsmethode market-value-at-risk wordt gemeten hoeveel de marktwaarde van de balans daalt door financiële marktbewegingen, bij een betrouwbaarheidsinterval van 99,95% en een tijdshorizon van één jaar. MARKTRISICO Marktrisico betreft de verliezen (in winst of waarde) die kunnen ontstaan door nadelige bewegingen in marktrentes en -koersen, inclusief aandelenkoersen, de rentestand en wisselkoersen. MINDERHEIDSBELANGEN Het deel van de nettowinst en het netto vermogen van een dochtermaatschappij dat betrekking heeft op een belang dat niet direct dan wel indirect in handen van de moedermaatschappij is. MONETAIRE ACTIVA EN PASSIVA Monetaire activa en passiva zijn activa en passiva die, uit hoofde van een contract of op een andere wijze, een vast aantal valutaeenheden representeren. Voorbeelden zijn liquide middelen, en kort- en langlopende rekeningen en schuldpapier te ontvangen of te betalen in liquiditeiten. MONTE CARLO-SIMULATIE Een Monte Carlo-simulatie is een simulatietechniek waarbij gebruik wordt gemaakt van willekeurige getallen en waarschijnlijkheidscijfers om toekomstige processen te simuleren (zoals rentebewegingen). MORTGAGE BACKED SECURITIES (MBS) Gebundelde hypotheekleningen of ‘Mortage-Backed Securities’ zijn effecten waarvan de kasstromen worden gedekt door de hoofdsom en/of de rentebetalingen van een verzameling hypotheken. 240 ING Groep Jaarverslag 2006 NET PRESENT VALUE (NPV)-AT-RISK Met de (NPV)-at-risk (netto contante waarde) wordt de verandering in de waarde van de toekomstige kasstromen als gevolg van rentewijzigingen uitgedrukt in een huidige monetaire waarde. NETTOVERMOGENSWAARDE De nettovermogenswaarde is een vorm van de vermogensmutatiemethode. De initiële nettovermogenswaarde van het kapitaalbelang wordt bepaald op basis van de reële waarde van de verkregen activa en passiva. Na de initiële waardering van de activa en passiva tegen de reële waarde, worden de activa en passiva van het kapitaalbelang op basis van de grondslagen van de moedermaatschappij gewaardeerd. In de winst- en verliesrekening van de moedermaatschappij wordt het aandeel in het resultaat van de deelneming opgenomen. NOTIONAL AMOUNTS De notional amounts geven de rekeneenheden weer die met betrekking tot derivaten de verhouding weergeven met de onderliggende waarden van de activa. Deze notional amounts geven echter niet de kredietrisico’s als gevolg van derivatentransacties aan. ONDERHANDSE LENING Onderhandse leningen aan overheden, andere publieke organen, openbare nutsbedrijven, ondernemingen, overige instellingen of individuen met een leningovereenkomst als enig eigendomsrecht. ONDERHANDSE PLAATSING Een emissie, waarbij de nieuw uitgegeven aandelen of obligaties in bezit komen van een gelimiteerd aantal inschrijvers die de nieuwe effecten willen kopen. ONHERROEPELIJKE ACCREDITIEVEN Een onherroepelijk accreditief betreft een verplichting om ten behoeve van cliënten onder bepaalde voorwaarden betalingen te verrichten bij ontvangst van een bepaald document of een wissel. Een onherroepelijk accreditief kan niet door de bank worden opgezegd of aangepast gedurende de looptijd van de overeenkomst tenzij alle betrokkenen hiermee instemmen. ONHERROEPELIJKE FACILITEITEN Onherroepelijke faciliteiten bestaan voornamelijk uit faciliteiten die zijn toegezegd aan zakelijke klanten, maar waarop nog geen beroep is gedaan en toezeggingen tot het aankopen van nog door overheden en private instellingen uit te geven effecten. OPERATING LEASE Een leasecontract welke niet voldoet aan de definitie van een finance lease. OPERATIONEEL RISICO Operationeel risico vloeit voort uit directe of indirecte verliezen als gevolg van inadequate of tekortschietende interne processen, mensen en systemen, of door externe gebeurtenissen. OPTIECONTRACTEN Optiecontracten geven de koper, na betaling van een premie, het recht, maar niet de verplichting, om een financieel instrument of valuta te kopen of te verkopen binnen een vooraf overeengekomen termijn tegen een contractprijs, die kan worden verrekend in contanten. Bij geschreven opties is ING Groep onderhevig aan marktrisico, maar niet aan kredietrisico, omdat de tegenpartij al aan haar verplichtingen heeft voldaan door het betalen van een premie. OUT OF THE MONEY Een call optie is ‘out of the money’ indien de uitoefenprijs hoger is dan de prijs van de onderliggende waarde. Een put optie is ‘out of the money’ indien de uitoefenprijs lager is dan de prijs van de onderliggende waarde. OVERHEERSENDE ZEGGENSCHAP (‘CONTROL’) Overheersende zeggenschap (‘control’) is de macht om het financiële en operationele beleid van een onderneming te sturen teneinde voordelen uit haar activiteiten te verwerven. OVER-THE-COUNTER INSTRUMENT Niet-gestandaardiseerd financieel instrument die niet op een beurs wordt verhandeld, maar rechtstreeks tussen marktpartijen. POST-EMPLOYMENT BENEFIT PLANS (VERGOEDINGEN NA UITDIENSTTREDING) Formele of informele overeenkomsten waarbij een onderneming aan één of meerdere werknemers na uitdiensttreding vergoedingen versterkt. Vergoedingen na uitdiensttreding betreffen ‘employee benefits’, met uitzondering van ontslaguitkeringen, die verschuldigd zijn na beëindiging van het dienstverband. PREFERENTE AANDELEN Een preferent aandeel is soortgelijk aan een gewoon aandeel, maar heeft bepaalde voorkeursrechten. Deze rechten hebben veelal betrekking op een gegarandeerd vast (cumulatief) dividend of een gegarandeerd rendement op de investering van de aandeelhouder. PROJECTED UNIT CREDIT METHOD Een actuariële waarderingsmethode, waarbij ieder dienstjaar recht geeft op een afzonderlijke aanspraak en iedere aanspraak in aanmerking wordt genomen bij het bepalen van de uiteindelijke verplichting. REALISEERBARE WAARDE De netto verkoopprijs van een actief of de hogere gebruikswaarde REËLE WAARDE Het bedrag waarvoor een actief of passief op balansdatum op een reële economische basis tussen goed geïnformeerde en bereidwillige partijen kan worden verhandeld (‘at arm’s length’). RENTEDRAGENDE INSTRUMENTEN Een rentedragend instrument is een financieel actief of passief waarvoor een tijdsafhankelijke vergoeding wordt betaald, in verhouding tot een bepaalde nominale waarde. RENTEKORTING Winstdeling bij levensverzekeringen. Een aan de polishouder verleende korting, die gebaseerd is op de contante waarde van het verschil tussen de rekenrente gebruikt voor het berekenen van de premie en het verwachte rendement op beleggingen. De winstdeling wordt verstrekt in de vorm van een lagere premie, welke gerelateerd is aan het rendement op overheidspapier. RISK ADJUSTED RETURN ON CAPITAL (RAROC) Het naar risico gewogen rendement op kapitaal of RAROC is een geavanceerd instrument voor prestatiemeting dat het management in staat stelt de opbrengsten te beoordelen in de context van de risico’s die genomen moesten worden om die opbrengsten te realiseren. RAROC wordt berekend door het naar risico gewogen rendement te delen door het economisch kapitaal. ING Groep Jaarverslag 2006 241 SCHADE Een verzoek om uitkering op een polis naar aanleiding van een verzekerde gebeurtenis, zoals overlijden of invaliditeit van de verzekerde, de afloop van een levensverzekering, ziektekosten, vernietiging of beschadiging van eigendommen en daaraan gerelateerde ongevallen of overlijden, gebreken aan, pandrechten of aanspraken op de eigendomstitel van onroerend goed of een borgverlies. SCHADERATIO De schaderatio betreft de schaden, inclusief de schadebehandelingskosten, uitgedrukt als percentage van de netto verdiende premie. SCHATKISTPAPIER In het algemeen korte termijn schuldbewijzen uitgegeven door een centrale overheid. Certificaten van Nederlands schatkistpapier worden beschouwd als Nederlands schatkistpapier. SETTLEMENT-RISICO Settlement-risico ontstaat wanneer waarden (fondsen, instrumenten of goederen en grondstoffen) worden uitgewisseld op dezelfde of verschillende valutadata en de ontvangst niet wordt geverifieerd of verwacht voordat ING haar eigen deel van de transactie heeft voldaan of geleverd. Het risico bestaat derhalve dat ING levert, maar geen leverantie van de tegenpartij ontvangt. SWAPCONTRACTEN Swap-contracten zijn verplichtingen om contanten op een van te voren vastgesteld toekomstig tijdstip te verrekenen, gebaseerd op verschillen tussen specifieke financiële indices met betrekking tot de nominale hoofdsommen. In het algemeen vindt op contractdatum geen verrekening van contanten plaats en worden door geen van beide partijen hoofdsommen uitgewisseld. TERMIJNCONTRACTEN Termijncontracten zijn verplichtingen om valuta of andere financiële instrumenten te kopen of verkopen op een van te voren vastgesteld toekomstig tijdstip. 242 ING Groep Jaarverslag 2006 TIER-1 KAPITAAL Het Tier-1 kapitaal wordt ook wel aangeduid als kernkapitaal van ING Bank. Het bevat het volgestorte aandelenkapitaal, alle reserves uitgezonderd de herwaarderingsreserve, het fonds voor algemene bankrisico’s, ingehouden winsten en het belang van derden. TIER-1 RATIO De Tier-1 ratio geeft het Tier-1 kapitaal van ING Bank weer als percentage van zijn totale risico gewogen activa. De Nederlandsche Bank heeft bepaald dat dit minimaal 4% moet zijn. TOT EINDE LOOPTIJD AANGEHOUDEN BELEGGINGEN Financiële activa, niet zijnde derivaten, met vaste of vooraf bepaalde betalingen en een vastgelegde vervaldatum waarvoor de Groep de intentie en mogelijkheid heeft om deze tot het einde van de looptijd aan te houden anders dan die activa: (a) die bij eerste verwerking zijn aangewezen als financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat, (b) die zijn aangewezen als beschikbaar voor verkoop (c) die voldoen aan de definitie van kredieten. VALUE-AT-RISK (VaR) De value-at-risk maatstaf geeft, met een eenzijdige betrouwbaarheidsniveau van tenminste 99%, de maximale ééndagsverliezen in de netto contante waarde die kunnen optreden ten gevolge van veranderingen in risicofactoren (zoals rentetarieven, vreemde valutakoersen, aandelenkoersen, creditspreads, impliciete volatiliteit) als de posities één dag onveranderd blijven. VERDIENDE PREMIES Het gedeelte van de geboekte nettopremies in de huidige en voorgaande perioden, welke betrekking heeft op het verstreken deel van de looptijd van de polis, berekend door de mutaties in de voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico’s in mindering te brengen op de nettopremies. VERDISCONTEERDE WISSELS Wissels die onder aftrek van interest zijn verkocht en de eigenaar het recht geven om op een bepaalde datum een bepaald geldbedrag te ontvangen. VERWERKING Het proces van opname in de balans en winst- en verliesrekening van een post die aan de definitie van een element en aan de volgende criteria voldoet: – het is waarschijnlijk dat enig aan die post verbonden toekomstig economisch voordeel aan de onderneming zal toevloeien of gepaard zal gaan met een uitstroom; en – de post heeft een kostprijs of waarde waarvan de omvang op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. VOORWAARDELIJKE VERPLICHTINGEN Voorwaardelijke verplichtingen betreft toezeggingen of risico’s, waarvan het onwaarschijnlijk is dat deze resulteren in een uitstroom uit ING Groep van middelen. De onderliggende waarde van deze verplichtingen is niet als vreemd vermogen in de balans verantwoord. Voor deze producten, vertegenwoordigt de onderliggende waarde het maximaal potentiële kredietrisico voor ING Groep, verondersteld dat al haar tegenpartijen hun contractuele verplichtingen niet meer zouden nakomen en alle bestaande zekerheden geen waarde zouden hebben. WARRANT Een financieel instrument dat de houder ervan het recht geeft gewone aandelen te kopen. ING Groep Jaarverslag 2006 243 Algemene informatie ING-publicaties – Jaaroverzicht, in het Nederlands en Engels; – Jaarverslag, in het Nederlands en Engels; – Maatschappelijk Verslag, in het Nederlands en Engels; – Annual Report on Form 20-F, in het Engels (volgens SEC-richtlijnen) Alle publicaties zijn beschikbaar op internet: www.ing.com. De publicaties kunnen worden aangevraagd op internet: www.ing.com onder Bestel ING-publicaties, per fax: 0411 652125 of per post: Postbus 258, 5280 AG Boxtel. Dit Jaarverslag is een vertaling van het Engelstalige Annual Report. In geval van strijdigheid tussen de Engelstalige en de Nederlandstalige versie is het Engelstalige Annual Report leidend. ING Groep N.V. Amstelveenseweg 500, 1081 KL Amsterdam Postbus 810, 1000 AV Amsterdam Telefoon: 020 541 54 11 Fax: 020 541 54 44 Internet: www.ing.com Handelsregister Amsterdam, nr. 33231073 REDACTIE EN PRODUCTIE ING Groep N.V., Corporate Communications, Amsterdam ONTWERP EN PRODUCTIE Addison Corporate Marketing, London DRUKWERK PlantijnCasparie Capelle a/d IJssel 244 ING Groep Jaarverslag 2006 Juridische Kennisgeving In dit jaaroverzicht zijn verwachtingen omtrent toekomstige gebeurtenissen opgenomen. Deze verwachtingen zijn gebaseerd op de huidige inzichten en veronderstellingen van het management met betrekking tot bekende en onbekende risico’s en onzekerheden. De feitelijke resultaten, prestaties of andere omstandigheden kunnen in meer dan geringe mate afwijken van de uitgesproken verwachtingen als gevolg van wijzigingen in onder meer (i) de algemene economische omstandigheden, met name in voor ING belangrijke markten, (ii) de omstandigheden op de financiële markten en/of in opkomende economieën, (iii) de frequentie en ernst van verzekerde schadegevallen, (iv) de sterfte-, invaliditeits- en ziektecijfers en ontwikkelingen hierin, (v) het verval in portefeuilles,(vi) het rentepeil, (vii) valutakoersen, (viii) concurrentieverhoudingen, (ix) wet- en regelgeving en (x) het beleid van overheden en/of regelgevende toezichthouders. ING acht zich niet verplicht de in dit document opgenomen toekomstverwachtingen op enig moment te actualiseren. Het logo van de Forest Stewardship Council (FSC) geeft aan dat het voor dit verslag gebruikte hout uit bossen komt die worden beheerd volgens strikte milieu-, sociale en economische normen. www.ing.com 2006 ING Groep Jaarverslag Jaarverslag 2006 222271 Voortbouwen op de kracht van winstgevende groei ING Groep WW W.ING.COM