Loopbaanbegeleiding: Fluitend van en naar het werk! Ook voor mensen met een arbeidsbeperking 1. Situering Uit de presentatie van de stuurgroep d.d. 30/10/2014 van het ESF-project verlengde tijdsduur (VTD) loopbaanbegeleiding blijkt o.m. dat er een bijzondere daling is in het bereik van kansengroepen. Dit geldt des te meer voor personen met een arbeidsbeperking. Vanuit het gespecialiseerde netwerk (GTB en FeGOB) pleiten we met deze nota voor een strategische, duurzame oplossing waardoor deze doelgroep terug de weg vindt naar de zo broodnodige ondersteuning die geboden wordt in loopbaanbegeleiding. We maken een korte analyse, zoomen vervolgens in op een aantal mogelijke drempels en doen een aantal suggesties voor verbetering. Onze ervaring met loopbaanbegeleiding voor persoon met arbeidsbeperking (PmAB) onder de ESFprogrammatie leert ons dat de noden inzake loopbaanbegeleiding voor PmAB vaak verschillen van die van personen zonder arbeidsbeperking. Ook duurt een begeleiding gemiddeld langer voor een PmAB dan voor werknemers zonder arbeidsbeperking (cf. infra ‘de cijfers’). In een gemeenschappelijke tekst dd. April 2012 rond loopbaanbegeleiding voor personen met een arbeidsbeperking pleitten FeGOB, GTB en FcB (sinds 07/2013 ook GTB) reeds voor de noodzaak van een structureel en gespecialiseerd aanbod met het oog op een hogere werkzaamheids- en werkbaarheidsgraad. Het project verlengde tijdsduur zocht een oplossing te bieden voor de nood van onze doelgroep aan een langere/intensievere loopbaanbegeleiding. We merken echter dat PmAB binnen het systeem van de loopbaancheques de weg naar loopbaanbegeleiding veel minder (dan in het vorige systeem) vinden, dus ook minder (tot niet) gebruik gaan maken van concept dat ontwikkeld wordt in het project VTD. Ook op maatschappelijk niveau zien we een preventieve meerwaarde: we vermijden werkloosheid en de bijhorende hoge reactiveringskost: langer, meer en beter aan het werk blijven door de huidige drempels voor loopbaanbegeleiding weg te werken. 2. Analyse 2.1. De specifieke noden van personen met arbeidsbeperking (PmaB) Vanuit onze expertise rond loopbaanbegeleiding van werknemers met een arbeidsbeperking (alsook vanuit de begeleiding & bemiddeling) weten we dat de loopbaannoden van personen met arbeidsbeperking niet dezelfde zijn als van personen zonder arbeidsbeperking. Meestal komen personen met een arbeidsbeperking in loopbaanbegeleiding naar aanleiding van een crisissituatie. Sommigen zijn reeds in een ziektestatuut terecht gekomen, anderen zijn nog aan het werk maar voelen zich bedreigd en weten dat zij vroeg of laat de huidige job niet langer zullen 1 kunnen uitoefenen. Beide groepen stellen in de loopbaanbegeleiding de vraag om samen met hen actief naar een oplossing te zoeken. Het is duidelijk dat bij deze doelgroep loopbaanbegeleiding niet énkel wordt ingezet als tool om via zelfreflectie aan loopbaanplanning te doen en het eigen welbevinden te verhogen, maar wel in functie van jobbehoud of het actief blijven op een snel veranderende arbeidsmarkt. In veel gevallen is het mogelijk om via loopbaanbegeleiding de huidige tewerkstelling te behouden en/of werkbaar te houden mits het uitvoeren van een één of meerdere aanpassingen op de werkvloer. Heel wat klanten met o.a. psychische kwetsbaarheid, een langdurige of chronische ziekte hebben een terugkerende vraag naar ondersteuning bij een confrontatie met een veranderende situatie. Het is belangrijk dat zij met deze loopbaanbegeleiding de vele vragen van werkgevers en cliënten op een efficiënte manier kunnen inlossen. Ook in die gevallen kan loopbaanbegeleiding het behoud van een tewerkstelling betekenen. In dat opzicht heeft loopbaanbegeleiding bij onze doelgroep veel meer dan bij andere werknemers een preventieve en proactieve functie en verhoogt zij de kans op een duurzame tewerkstelling die zo belangrijk is voor onze doelgroep. Zo kan met een relatief minimale investering - de loopbaanbegeleidingskost - ook de maatschappelijke kost voor de begeleiding, opleiding of activering van een werkzoekende uitgespaard worden. Soms is een verdere tewerkstelling bij de huidige werkgever (op lange termijn) geen mogelijkheid meer en dringt een heroriëntatie, rekening houdend met de arbeidsbeperking, zich op. In die gevallen is het van prioritair belang om de competenties van de persoon versterken: zowel de loopbaancompetenties of beroepsgebonden competenties. Indien deze heroriëntatie en het zoeken van een nieuwe tewerkstelling of het volgen van een opleiding uitgevoerd kan worden binnen een situatie van tewerkstelling of binnen een contractuele band, worden periodes van lange werkloosheid vermeden en blijft het CV aantrekkelijk voor andere kandidaat-werkgevers (geen periodes van inactiviteit).. Personen met een arbeidsbeperking die willen veranderen van job , stellen vaak de vraag naar specifieke sollicitatieondersteuning: hoe verwoorden ze hun arbeidsbeperking in een sollicitatiegesprek, wanneer brengen ze dit ter sprake, ook indien de arbeidsbeperking niet zichtbaar is. Een goede begeleiding zorgt hier voor correcte verwachtingen van zowel werknemer als werkgever. Ook de juridische en financiële situatie verdient aandacht. Door medische kosten of een vermindering in inkomen door ziekte, spelen de financiële gevolgen van het maken van transities tussen inactiviteit, werk en opleiding een belangrijke rol in het maken van keuzes. Mensen hebben op dit vlak nood aan correcte en verstaanbare informatie. Denken we in het bijzonder aan de complexe regelgeving van statutair personeel. Daarnaast kan de werkgever via het gespecialiseerd netwerk ook geïnformeerd over en begeleid worden in de aanvraag van Bijzondere Tewerkstellings Ondersteunende Maatregelen (BTOM) en andere financiële ondersteuningsmaatregelen. 2.2. De cijfers Bron: presentatie David Meulemans, stuurgroep 30/10/2014. Het aantal mensen (unieke koppen) dat beroep doet op loopbaanbegeleiding is gestegen met 54% (nieuwe LBB landschap t.o.v. ESF-periode). Onder ESF werden 7,6% personen met een arbeidshandicap begeleid (=460 koppen). In het nieuwe landschap is dit 2,25% (= 209 koppen). 2 In het ESF project deed 23,14% een beroep op een traject van 8 tot 12u. In het project verlengde tijdsduur doet 0,6% van de mensen die een beroep doen op loopbaanbegeleiding ook beroep op een traject van meer dan 8u. In 2014 werd bijna 70% van de personen met arbeidshandicap begeleid door het gespecialiseerde netwerk (Inzicht, Jobcentrum, UCBO, Compaan, De Ploeg, Jobclick, De Kiem, Azertie, Ter Engelen, De Poort en De Winning). Op 146 erkende loopbaancentra begeleidde een groep van 11 organisaties het merendeel van de personen met een arbeidshandicap. 7% van de erkende loopbaancentra begeleidden 70% van de PmAH We stellen dus vast dat hoewel meer werknemers & zelfstandigen een beroep doen op loopbaanbegeleiding dankzij de nieuwe regelgeving (+54%), er tegelijk een sterke daling is van het aantal personen met een arbeidshandicap die gebruik maken van de mogelijkheden tot loopbaanbegeleiding. Indien we de stijging van 54% doortrekken naar personen met een arbeidshandicap, zou dit moeten resulteren in 708 unieke koppen, terwijl we in realiteit 209 koppen behalen. Dit is een daling van bijna 30% ten opzichte van de ESF periode. 2.3. Een aantal drempels De kostprijs van de loopbaancheques is voor een deel van onze doelgroep een hinderpaal/drempel. Op dit moment kan men de tweede cheque slechts aanvragen als de eerste is opgebruikt. Voor een aantal begeleidingen waarbij van bij aanvang reeds duidelijk is dat men meer dan 4 uur begeleiding zal nodig hebben, werkt dit contraproductief. De klant heeft onvoldoende zicht op wat loopbaanbegeleiding inhoudt en start regelmatig met verkeerde verwachtingen, waardoor er na een eerste gesprek geen effectieve begeleiding wordt opgestart. Vooral onze doelgroep verwacht een concreet resultaat m.n. een duidelijk zicht op welke job men in de toekomst moet gaan doen of zelfs als eindresultaat een nieuwe job (cf. supra). 3. Suggestie tot oplossingen VDAB zet recent heel sterk in op de communicatie naar kansengroepen en dat kunnen we alleen maar ondersteunen. We hopen dat dit alvast de doelgroep mee over de brug zal trekken om de stap naar loopbaanbegeleiding te zetten. We pleiten daarnaast ook voor een structurele oplossing voor financiële drempels voor PmAB. Toch zijn we van mening dat dit alleen niet voldoende is om PmAB te bereiken én hen een kwalitatieve loopbaanbegeleiding afgestemd op hun specifieke noden aan te bieden. We zijn er van overtuigd dat er een nood is aan een geïntegreerde en gespecialiseerde aanpak van loopbaanvraagstukken. . Een aantal argumenten die hiervoor pleiten: Heel wat klanten kwamen reeds bij de start van hun tewerkstelling in aanraking met het gespecialiseerde netwerk, wat de drempel verlaagt om opnieuw begeleiding te vragen in kader van hun job en loopbaan. Om een professionele begeleiding aan te bieden aan werknemers met een arbeidsbeperking dient de loopbaanbegeleider uiteraard een grondige kennis te hebben van de problematiek waarmee de werknemer worstelt (fysiek, mentaal, zintuiglijk en/of psychisch) en de arbeidsbeperkingen die daaruit voortvloeien. 3 Belangrijk is ook de oplossingsgerichte benadering van de loopbaanbegeleider: een aanpak die de innerlijke kracht en “drive” van de werknemer aanboort. Het volledig proces van de loopbaanbegeleiding en de gebruikte methodieken moeten hierop aangepast worden. Dit werkt vanuit onze ervaring, niet alleen drempelverlagend, maar biedt ook de kans om de klant ten volle te (h)erkennen in hun mogelijkheden. Daarnaast heeft de loopbaanbegeleider een brede kennis van de bijzondere tewerkstellingsondersteunende maatregelen (BTOM) nodig, van de arbeidsmarkt in zowel het normaal economisch circuit als in de sociale economie, kennis van sociale wetgeving (progressieve tewerkstelling, combinatie loon met ziekte-uitkering, de integratietegemoetkoming of inkomensvervangende tegemoetkoming, arbeidsongevallenwetgeving, beroepsziektes, ontslag medische overmacht,…). Deze informatie en kennis kan de loopbaanbegeleider inzetten om een duurzame tewerkstelling te faciliteren en ondersteunen. Dit alles vereist specifieke opleiding en permanente bijscholing. Dergelijke investering is enkel mogelijk in organisaties die voortdurend met deze kansengroep aan het werk zijn en hier al hun expertise hebben bewezen. De gespecialiseerde centra zijn ingebed in een groter netwerk rond gezondheidsproblematiek en onderhouden contacten met bijvoorbeeld CGGZ, CAW, psychiatrische centra, medische wereld, begeleidingsdiensten zoals begeleid wonen, adviserend geneesheren, arbeidsgeneeskundige diensten, tolken. Dit uitgebreid netwerk zorgt ervoor dat klanten sneller de weg vinden, maar ook dat contacten in het kader van een begeleiding vlotter tot stand komen. Dit kan belangrijk zijn om een aantal onontbeerlijke randvoorwaarden voor een duurzame tewerkstelling te vervullen. Binnen GTB – GOB zijn bovendien specialisten aanwezig die dag in dag uit werken met PmAH zoals een ergonoom, ergotherapeut of werkvloerbegeleider, waarop indien nodig tijdens de loopbaanbegeleiding ook beroep kan gedaan worden. Gezien de grote diversiteit aan personen met een arbeidsbeperking is het leveren van maatwerk cruciaal: duurtijd, methodieken, aanpak worden ingezet naargelang de loopbaanvraag van de klant. We vertrekken verder vanuit een realistisch maar positief beeld over de mogelijkheden en competenties van klanten. Wij gaan niet zozeer uit van een jobprofiel, maar van vaardigheden, attitudes en kennis. Daarenboven vertaalt men ook de beperking van de cliënt in effectieve werkpunten naar de werkvloer toe, zodat een werkgever hiermee correct geïnformeerd aan de slag kan. 4. Conclusie Amper 2% van de mensen die beroep doen op het systeem van loopbaancheques zijn mensen met een arbeidshandicap. Ruim 70% van hen wordt begeleid door het gespecialiseerde netwerk. Vanuit de vroegere ESF-periode merken we dat er wel degelijk nood is aan loopbaanbegeleiding voor die specifieke doelgroep. Structureel moet er dus iets wijzigen willen we mensen met een arbeidsbeperking betere kansen tot loopbaanontwikkeling en loopbaanmobiliteit bieden. Het gespecialiseerde netwerk garandeert vandaag een deskundig, gespecialiseerd aanbod met een ruime regionale en Vlaamse inbedding en is dus de aangewezen partner om het bovenstaande te realiseren. Vanuit GTB en FeGOB willen we hier verder vorm aan geven in overleg met VDAB en het kabinet van de Vlaams minister van werk. 4