Inleiding op thema: Geld en geloof Vanmorgen wil ik met u nadenken over geld en economie. U zult misschien denken dat het niet past om in de kerk daarover te spreken. In de kerk ben je toch met geestelijke dingen bezig. Het onderwerp geld komt in de Bijbel 10x zo vaak voor dan geloof of redding. Meer dan de helft van de gelijkenissen die Jezus vertelt gaan er over. Jezus zit in de tempel ook heel geïnteresseerd te kijken hoeveel geld mensen in de offerkist doen. Is Jezus uit op ons geld. Nee natuurlijk niet, hij is uit op ons hart. De Bijbel kijkt heel anders tegen geld aan dan we geleerd hebben bij economie. In de gangbare economie is schaarste het centrale begrip, in de Bijbelse economie overvloed. Die begrippen schaarste en overvloed staan lijnrecht tegenover elkaar. In de gangbare economie is kopen en verkopen de manier om schatten te verzamelen. In Gods koninkrijk daarentegen draait het juist om geven en ontvangen. In de gangbare economie doen we het goed als we ons vermogen vermeerderen, een rendement maken van 10, 20 of 30% De Bijbel spreekt echter over vermenigvuldigen, 30, 60 of 100-voud dat is 3.000, 6.000 of 10.000%. Het is dus verantwoord om in de kerk hierover te spreken en Gods wijsheid daarin te kennen. Toch doe ik het met schroom. Waarom? Ik veronderstel dat we in ons denken zozeer beïnvloed zijn door de geest van deze tijd, dat we moeite hebben om Gods woorden hierin te verstaan, te volgen, laat staan te verkondigen. Toch wil ik dit terrein niet mijden. Zeker nu de financiële wereld op haar grondvesten staat te schudden en we ook in Nederland fors moeten bezuinigen. Dan moeten we volgens mij weten wat het betekent burgers te zijn van Gods koninkrijk en hoe God wil dat we met geld en goed omgaan. Ik besef ook dat deze dienst te kort is om dit onderwerp uitputtend te bespreken. Het wordt hooguit een aanzet. Preek Start Ik was vorige week aan het klussen en moest tussen een zware kast en de muur door. Er was maar weinig ruimte. Nou ben ik niet zo breed, maar toch lukte het me net niet. De enige manier om door de smalle spleet te komen was om mijn portemonnee uit mijn kontzak te halen en achter te laten. Nou heb ik niet zoveel geld in mijn portemonnee, maar die forse bolling wordt veroorzaakt door al die pasjes, plastic geld. Met mijn portemonnee liet ik dus al die pasjes achter. Nou is dat voor eventjes niet zo’n probleem. Maar stel dat je op vakantie gaat en je kunt je portemonnee niet meenemen. Dat wordt knap lastig. Actualiteit Op vakantie willen we toch echt wel meer. Zo’n credit card is dan ideaal. Hoewel de uitgaven kunnen ook ongemerkt flink oplopen. De bankrekening is vaak roder dan de huid, want ons lijf hebben we wel goed beschermd met zonnebrandolie, maar waar smeren we de bankrekening mee in? Met al die verschillende betaalmethodes is het overzicht over je uitgaven wel complex geworden. Vroeger betaalde je alleen met contant geld. Het weekloon werd verdeeld over een aantal potjes, voor het huishouden, voor de huur, voor grotere uitgaven. Heel overzichtelijk. Tegenwoordig kun je pinnen, chippen, creditcard, machtigen, iDeal, Paypall, op afbetaling. En het inkomen komt niet meer per week, maar per maand en op de bankrekening binnen. Het kan zomaar gebeuren dat een betaling geweigerd wordt door onvoldoende saldo. De meesten van ons zijn niet zo rijk als die miljardairs die de helft van hun vermogen makkelijk kunnen missen. Warren Buffet, een briljante investeerder en Bill Gates, die met Microsoft een gigantisch vermogen heeft vergaard, roepen andere miljardairs op om tijdens of na hun leven de helft van hun vermogen aan goede doelen te schenken. Tot nu toe zijn 70 miljardairs bereid gevonden dit te overwegen. Jezus had ook een groep van 70 mensen om zich heen die alles prijsgaven om hem te volgen. Hij vraagt de rijke man om alles te verkopen en alles aan de armen te geven en zich daarna bij zijn club te voegen. Het is best een beetje eng wat er hier in dit verhaal gevraagd wordt. De reactie van de rijke man is toch heel begrijpelijk. Wie van ons staat er te springen om alles wat hij heeft te verkopen en de opbrengst aan de armen te geven. Het zou de landelijke dagbladen halen! Ik zie de krantenkop al voor me: Leden van kerk in Soest verkopen alles ten behoeve van de armen. De journalisten zouden u bestoken met vragen: Waar gaat u nu van leven? Hoe voelt dat nou om niets meer te bezitten? Wat heeft u er toe gebracht om deze radicale stap te zetten? Is er geestelijk druk uitgeoefend. Gaat het geld echt wel naar de armen. U bent nu arm, kunt u nu zelf ook terecht bij de diaconie? Boodschap Waarom vraagt Jezus van de rijke man om alles weg te geven? Als we goed naar het verhaal luisteren horen we dat de rijke man eigenlijk niet genoeg heeft. Hij wil meer. En Jezus neemt zijn vraag trouwens zeer serieus. Voor een vrome Jood is eeuwig leven hetzelfde als rechtvaardig zijn, de ultieme vervulling van de wet, of zoals Psalm 15 zegt: Here wie mag verkeren in uw tent, wonen op uw heilige berg. In die geest zegt Jezus dan ook, je kent de wetten, niet doodslaan, stelen, etc. Het is opvallend dat Jezus maar een aantal van de 10 geboden noemt. De meest praktische. Pleeg geen moord, steel niet, lieg en bedrieg niet. Alsof hij de man tegemoet wil komen en niet direct de belangrijkste en moeilijkste geboden noemt. Jezus mocht de man wel, er staat zelfs dat Jezus hem liefdevol aankeek. Jezus zag een kostbaar mens die hij graag wilde coachen en leren hoe de economie van het koninkrijk van God werkt. Wat zou het geweldig zijn als deze leider de liefde zou kennen die het geloof zijn kracht verleent. De liefde die zichzelf niet zoekt, maar God liefheeft met heel zijn hart, al zijn kracht en verstand. Liefde die zichzelf wil geven om anderen te bevrijden van schuld en uitzichtloosheid. Een mens die bereid is met zijn geld te doen wat God vraagt. En daar zit denk ik bij deze rijke man nu net de kneep. Hij wil penningmeester over zijn eigen portemonnee blijven. Zijn rijkdom is zijn bestaanszekerheid. Diep in zijn hart vertrouwt deze man meer op zijn rijkdom dan op God. Ongemerkt is er sprake van afgoderij. Jezus noemt die afgod later mammon. Jezus heeft gezien dat mensen hun leven wijden aan het verdienen van geld, dat ze hun hoop gevestigd hebben op rijkdom, dat hun bezit hun zekerheid voor de toekomst is. Ze brengen grote offers om rijk te worden, ze geven hun leven er voor. De afgod fluistert hen in, vertrouw op mij, ik kan voor je zorgen, in mij is er toekomst, ik kan je het goede leven geven. Het zal een leugen blijken te zijn. Jezus komt met een radicale oplossing om de rijke man financieel vrij te maken. Geef alles weg! Door weg te geven onttroont hij deze afgod in zijn leven. Door te leren geven gaat hij in plaats van op aarde, schatten in de hemel verzamelen. Schatten die eeuwigheidswaarde hebben. Het gaat Jezus om zijn hart, hij hoopt dat de rijke man enkel en alleen op God gaat vertrouwen. En Jezus wil hem graag inwijden in de principes van Gods koninkrijk, hem leren met liefde te geven en in ootmoed te ontvangen. Dat zal hem doen ervaren wat echt onbezorgd leven en financiële vrijheid is. Als God je Bron is, zal geld je knecht worden met wie je het werk van Gods koninkrijk kunt voltooien. Het tegenovergestelde is ook waar: als geld je bron is, zal God zeker niet jouw knecht worden om jou eventjes van geld te voorzien! Ja maar… Kan God echt voorzien in financiële nood? Waarom zijn er dan zoveel mensen die onder het bestaansminimum leven? Waarom zien we er zo weinig van? Dat brengt ons bij het verhaal van de weduwe die bij Elisa aanklopt. Haar man was een collega van de profeet Elisa, zij is dus een gelovige alleenstaande moeder die met haar kinderen in grote financiële problemen zit. De deurwaarder is in aantocht. Schulden beroven je van je financiële vrijheid. Je wordt knecht van de uitlener. Elisa, die deze diaconale hulpvraag aanhoort reageert niet met: - Vast te stellen wie de schuld hiervan is - Hij gaat niet naar de gelovigen in het dorp om hen eraan te herinneren dat ze toch 10% van hun inkomsten moesten afstaan voor weduwen en wezen - Hij stelt haar ook niet voor dat ze maar veel moet bidden om hulp Waar komt Elisa dan wel mee? - Hij stelt eerst vast wat ze nog heeft, en ook zij moet haar laatste kruikje olie, alles wat ze nog heeft, beschikbaar stellen. Voor een vreemd plan. - Daarna moet ze zelf naar de buren om lege kruiken en kannen te lenen. - En tenslotte moet ze de deur sluiten achter haar en de kinderen. Dit zijn de basisvoorwaarden van het diaconale plan. Nu kan de olie stromen. God kan wonderlijk voorzien maar alles wat je hebt moet je wel onder zijn gezag plaatsen. Hij kan er alleen wat meedoen als we het hem toevertrouwen. De buren staan denk ik voor de gemeenschap. Durf mensen om hulp te vragen. Alle kleine beetjes helpen. Vraag niet om vis maar leen een hengel. En sluit de deur. Waarom moet ze de deur sluiten? Waarom staat dat er zo? Het wonder van de olie die maar doorstroomt, moet denk ik plaatsvinden in de binnenkamer, waar de moeder alleen is met haar kinderen. Even geen gasten over de vloer. Ook geen andere mensen met allemaal hun eigen mening. Volledige concentratie op de uitvoering van deze specifieke opdracht van God. Zij die zich volledig geven aan God en zijn opdracht durven uit te voeren gaan persoonlijk ervaren hoe God voorziet. Voor hen is het een wonder. Je kunt versteld staan hoe anderen je zo maar helpen, een onverwachte teruggave van belastinggeld, dat je met heel weinig geld toch rond kon komen, dat je toch weer een nieuwe baan hebt gevonden. Dat mag best een wonder genoemd worden. De weduwe gaf alles wat ze had en durfde te doen wat God haar vroeg. Ze werd bevrijd van haar schuld en had genoeg geld over om van te leven. Afsluiting Of je nu rijk bent of arm, God wil denk ik ieder van ons in financiële vrijheid laten leven. Ieder van ons mag de vreugde leren kennen van geven en ontvangen. Gods economie draait om geven en ontvangen. God heeft ons alles gegeven, zijn eigen Zoon. Hij vraagt of ook wij alles willen geven aan Hem. Alles te gelde maken en aan de armen geven zoals hij aan de rijke man vroeg, is geen algemene regel. Het gaat er denk ik om dat je bereid bent alles beschikbaar te stellen voor Gods koninkrijk in het vertrouwen dat God voorziet in alles wat je nodig hebt als je bij hem in dienst bent. Abraham was erg rijk en hij gaf 10% aan de priester Melchizedek. Jezus die priester is in de orde van Melchizedek verwacht denk ik dat ook wij 10% van ons inkomen weggeven aan hen die God met name noemt: weduwen, wezen, vreemdelingen en mensen die fulltime werken in Gods koninkrijk. Het geven van 10% is niet een wet, maar een uitdaging om God te vertrouwen. Het is een manier om te leren een gulle gever te worden, net zoals God een gulle gever is. Het kan beginnen met 10% en uitgroeien tot veel meer. Zoals Roy LeTourneau, een christen ondernemer, die steeds enthousiaster werd om te geven en te investeren in Gods koninkrijk. Hij gaf uiteindelijk niet 10%, maar 90% van al zijn inkomsten weg. Biddend zocht hij steeds naar mensen en projecten waaraan hij financieel mocht bijdragen. God heeft ons geld niet echt nodig, Hij kan toch wel voorzien. Toch wil God graag mensen betrekken en inzetten in zijn koninkrijk. Hij wil ons graag bevrijden van financiële schuld en leren om hemelse schatten te verzamelen, die niet door inflatie, deflatie, devaluatie of diefstal verdampen. De vraag aan ons is, blijven we penningmeester in eigen portemonnee of durven we ons met geld en goed aan een goede God en meester toe te vertrouwen. Amen.