Handboek Voedselveiligheid Stichting Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 1 Algemene informatie: Dit Handboek Voedselveiligheid is onderdeel van het landelijk project “Waarborging Voedselveiligheid Voedselbanken Nederland” en is van toepassing op alle aangesloten leden van Stichting Voedselbanken Nederland. Het Handboek Voedselveiligheid is een uitwerking van het Informatieblad 76 / 1 augustus 2006 van de Voedsel en Warenautoriteit, bestemd voor charitatieve instellingen en vrijwilligersorganisaties. Het Handboek geeft een praktisch beeld hoe voedsel volgens de richtlijnen moet worden beheerd en gedistribueerd. Het handboek is geschreven op basis van de werkzaamheden zoals die in de Regionale Voedselbanken plaatsvinden. Met name uitdeelpunten van de Voedselbank zullen niet aan alle details van het Handboek hoeven of kunnen voldoen. Echter de hoofdlijnen zoals beschreven in het Informatieblad 76 zijn onverminderd van toepassing. Informatieblad 76 is als bijlage opgenomen op pagina 33 – 35. Bronvermelding: - CBL-Hygiënecode 2011 Hygiënecode voor Poeliersbedrijf (V.w.b. ongediertebestrijding als aanvulling op CBL-hygiënecode) Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 2 Index: Pagina: Inrichting Voedselveiligheid in de organisatie 4 Inrichting pand 5 Koelketenbewaking 7 Kwaliteitsbeheer 8 Persoonlijke hygiëne 10 Schoonmaken 12 Ongediertebestrijding 13 Recall (terugroep van producten) 16 Registratie en instructies 17 Koelketen “Wat is dat?” 23 Informatieblad 76 VWA 33 Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 3 Inrichting voedselveiligheid in de organisatie Elke Voedselbank benoemt een bestuurslid als eindverantwoordelijk voor voedselveiligheid. Voor de dagelijkse routine is dit een aangewezen dagcoördinator. De (eind)verantwoordelijke heeft tot taak c.q. bevoegdheid: - Het bewaken van voedselveiligheid zoals vastgelegd in dit handboek - Het blokkeren van producten voor uitlevering en het laten vernietigen hiervan indien deze een gevaar voor de gezondheid op kunnen leveren. - Het coördineren van een recall. - Het rapporteren aan het bestuur van ernstige nalatigheden betreffende voedselveiligheid. Elke vrijwilliger van de Voedselbank is verplicht kennis te nemen van het Handboek Voedselveiligheid en te handelen overeenkomstig de beschreven richtlijnen. Voedselbanken Nederland kent 4 categorieën in voedselveiligheid voor wat betreft de koel- en diepvriesproducten, afhankelijk van de lokale situatie: A. Verdeelt droge kruidenierswaren, koel- en diepvriesproducten in een gesloten koel- en diepvriesketen. B. Verdeelt droge kruidenierswaren en koelproducten in een gesloten koelketen C. Verdeelt droge kruidenierswaren en diepvries in een gesloten diepvriesketen D. Verdeelt uitsluitend droge kruidenierswaren De regionale Voedselbanken en de grote lokale Voedselbanken zullen aan de eisen van categorie A. moeten voldoen. Elke lokale Voedselbank zal volgens bovenstaande indeling bij de regionale Voedselbank geregistreerd worden en geen producten ontvangen die niet binnen de categorie vallen. De lokale Voedselbank zal handelen naar de beperking die de zelf verkozen categorie met zich meebrengt. Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 4 Inrichting pand: a. Omgeving: De directe omgeving van het pand dient ordelijk en netjes te zijn. De wegen moeten verhard zijn. b. De werkruimten zijn: Schoon, goed onderhouden en voldoende verlicht door dag- of kunstlicht. Goed schoon te maken. Zodanig ingericht dat ophoping van vuil, contact van levensmiddelen met toxische materialen, verontreiniging van eet- en drinkwaren met ongewenste deeltjes en vorming van condens of schimmel op oppervlakten wordt voorkomen. Voldoende geventileerd. Voorzien van voldoende spoel-/wasbakken voor het wassen van handen en het schoonmaken van gereedschap. (Vloeibare) zeep en papieren handdoekjes of rolautomaat zijn aanwezig. De vloeren en wanden zijn in deugdelijke en goed onderhouden staat en eenvoudig schoon te maken. Ze zijn gemaakt van ondoordringbaar, niet absorberend, afwasbaar en niet toxisch materiaal. Plafonds zijn zodanig ontworpen en afgewerkt dat zich geen vuil kan ophopen. Tevens wordt condens, schimmelvorming en het loskomen van deeltjes en ongedierte voorkomen. Deuren hebben gladde en niet absorberende oppervlakten, zijn ongediertedicht (geen naden en kieren) en zijn eenvoudig schoon te maken. Ramen zijn zodanig geconstrueerd dat zich geen vuil kan ophopen. Indien bij het openen een directe verbinding tussen werkruimte en buitenlucht ontstaat dienen de ramen te zijn voorzien van horren die bij schoonmaak gemakkelijk te verwijderen zijn. Stellingen en kasten zijn zodanig tegen de wand en op de vloer geplaatst dat zich geen ongedierte of vuil tussen wand en achterwand of vloer kan ophopen. Ze zijn glad afgewerkt met een hard materiaal dat geen vocht opneemt en goed te reinigen is. Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 5 Werkoppervlakken zijn gemaakt van glad, afwasbaar en niet-toxisch materiaal. Ze verkeren in deugdelijk en goed onderhouden staat en zijn eenvoudig schoon te maken en zo nodig te desinfecteren. Toiletten: - Zijn schoon en goed onderhouden. - Mogen niet rechtstreeks uitkomen in ruimten waar onverpakt voedsel wordt verwerkt of verpakt. - Zijn voldoende geventileerd - Zijn voorzien van handenwasgelegenheid, vloeibare zeep en materiaal om handen hygiënisch te drogen: bijvoorbeeld papieren handdoekjes of rolautomaat. - Facultatief: dispenser met desinfectiemiddel te gebruiken vóór verwerking van niet-verpakte levensmiddelen. - Zijn voorzien van schriftelijke instructie dat handenwassen na toiletgebruik verplicht is. Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 6 Koelketenbewaking: Zie voor informatie “Wat is een koelketen en hoe werkt dit?” de bijlagen op pagina 21 - 30. Koelcel en diepvriescel: In de koelcel of diepvriescel mogen de aanwezige producten niet boven de temperatuur uitkomen die op de verpakking staat aangegeven. Bijvoorbeeld: Diepvries: -18°C Koeling: 4°C of 7°C De temperatuur wordt bewaakt door het aflezen van de thermometer van het meubel, het gebruik van loggers (permanente meting) of door dagelijkse registratie met een thermometer. Eventueel corrigerende maatregelen worden vastgelegd. Koel- en diepvriesproducten worden zodanig getransporteerd dat de maximum temperatuur die op de verpakking staat niet wordt overschreden. Registratie van de temperatuur van producten vindt plaats bij het in ontvangst nemen van goederen, vóór elk transport en aan het eind van elk transport alsmede bij uitgifte. De temperatuur wordt geregistreerd. Bij het laden en lossen dienen de deuren van de koelwagen of koelcel zo kort als mogelijk geopend te zijn en de goederen dienen zo kort als mogelijk aan de buitentemperatuur te worden blootgesteld. De temperatuur wordt gemeten met thermometers welke 1x per jaar moeten worden gekalibreerd. (Meten in smeltend ijs: 0°C en in kokend water: 100°C) Registreer de temperatuurwaarden van diepvries- en koelcel. (zie voorbeeld bij “registratie en instructie”) Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 7 Kwaliteitsbeheer: Ontvangst producten: - Bespreek vooraf met de toeleverancier de leveringseisen van de Voedselbank: Kwaliteit, THT, Bewaarconditie, - Controleer voordat de zending wordt geaccepteerd: Zijn de verpakkingen schoon en in tact Zijn de versproducten van goede kwaliteit Is de THT acceptabel (Infoblad 76 VWA) Is de TGT niet verlopen Is de temperatuur correct Accepteer geen producten die niet aan de kwaliteitseisen van de Voedselbank voldoen. Accepteer in principe alleen verpakte producten met compleet etiket. Uitzonderingen zijn voor de Voedselbank toegestaan mits de leverancier alle relevante declaraties verstrekt zoals: productnaam, producent, THT, ingrediënten en allergenen. Niet-verpakte aardappelen, groenten en fruit mogen zonder declaraties worden geaccepteerd. Plaats de goederen direct op de daarvoor bestemde plaats: in de koel- of diepvriescel of in de opslag voor droge waren. Goederen die voor langere tijd op voorraad staan worden geregistreerd met THT en in volgorde van de kortste THT uitgegeven. Goederenopslag op pallets, niet direct op de vloer. Ondeugdelijke goederen direct scheiden van de overige producten en apart opslaan. Plantaardige producten zonder verpakking in een container. Dierlijke producten in een gemerkte container in de diepvries. Ondeugdelijke goederen dienen zo snel als mogelijk ter destructie te worden aangeboden aan een daartoe gespecialiseerd bedrijf. Onder ondeugdelijke goederen worden o.a. verstaan: - Te grote overschrijding van THT/TGT - Producten in kapotte verpakking - Beschimmelde, rottende of aangevreten producten - Producten waar gebroken glas in terecht is gekomen - Producten aangetast door brand, rook e.d. - Diepvriesproducten aangetast door vriesbrand Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 8 Karton, plastic en restafval gescheiden verzamelen en elke week (laten) afvoeren De op verpakking vermelde THT (tenminste houdbaar tot) of TGT (te gebruiken tot) mogen niet worden verwijderd of gewijzigd. Voor de overschrijding van THT is een apart overzicht opgesteld. Let op: TGT mag niet worden overschreden! Bij het vervoer van producten in kratten dan wel in bulk dient een strikte scheiding aanwezig te zijn tussen levensmiddelen en non food producten. Bijvoorbeeld cosmetica, wasmiddelen, planten en bloemen mogen niet samen met levensmiddelen in één krat in verband met geuroverdracht of ander soort van besmetting. Registreer de ontvangen goederen. (Zie voorbeeld bij “Registratie en instructie”) Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 9 Persoonlijke hygiëne Persoonlijke hygiëne is een basisvoorwaarde voor het hygiënisch behandelen van producten bij de Voedselbank. Persoonlijke hygiëne is dus van belang voor alle medewerkers op alle afdelingen. Medewerkers op alle afdelingen: Zijn schoon en verzorgd Hebben schone, doelmatige en goed wasbare kleding aan Hebben schone, verzorgde en bij voorkeur korte haren (geldt ook voor een baard) Lange haren worden samengebonden Wassen hun handen regelmatig maar in ieder geval bij aanvang van het werk, na toiletbezoek, na niezen en hoesten e.d. na het weggooien van afval, bij het wisselen van werkzaamheden Gebruiken papieren handdoeken (dus geen textielhanddoeken) wanneer zij tussentijds de handen afvegen. Handblazers zijn onder voorwaarden toegestaan. Kauwen geen kauwgom, eten en roken niet in bedrijfsruimten Bij het bewerken en verpakken van niet-verpakte producten is de persoonlijke hygiëne van de medewerkers van extra groot belang. Voor deze medewerkers gelden de volgende aanvullende eisen. Het bewerken of verpakken van niet-verpakte producten vindt plaats in een aparte schone ruimte. (z.g. bereidplaats) Was en desinfecteer de handen vóór het werken met niet-verpakte producten of draag nieuwe wegwerphandschoenen. Draag haarnetjes en/of plastic schort of jas, afhankelijk van de soort werkzaamheden of product. Desinfecteer de handen na het handenwassen wanneer er een grote kans is dat de handen tijdens het werk besmet zijn geraakt met ziekteverwekkers (bijvoorbeeld tijdens het werken met rauwe ingrediënten en producten) Dek eventuele wondjes af bijvoorbeeld met een gekleurde pleister, vingercondoom of handschoen. Melden het als zij diarree of andere maag/darmaandoeningen, ontstekingen, open wonden of huidziekten aan hoofd, hals en/of armen hebben. Zij mogen Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 10 zich in die gevallen niet bezighouden met het bereiden of verpakken van eetof drinkwaren en grondstoffen Dragen geen sieraden aan de handen (ringen, horloges en armbanden). Een gladde ring is wel toegestaan. Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 11 Schoonmaken: Reinig het pand altijd volgens een vaste procedure en een vast tijdschema. Reinig de vrachtauto’s regelmatig. Registreer elke reiniging. Reinig nooit gelijktijdig met het verwerken of inpakken van levensmiddelen. In de Voedselbank dient een schoonmaakinstructie aanwezig te zijn. Dit kan men zelf maken of samen met een leverancier van schoonmaakmiddelen opstellen. Zie voorbeeld reinigingsschema en reinigingsinstructies bij “registratie en instructies” Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 12 Ongediertebestrijding: (Plaagdieren) Plaagdieren zijn alle dieren die ziekteverwekkende of bederf veroorzakende microorganismen kunnen verspreiden. Onder plaagdieren vallen muizen, ratten, vogels en hinderlijke insecten zoals vliegen, kakkerlakken, mieren, wespen en vlooien. Huisdieren zoals honden en katten zijn in de bedrijfsruimten ongewenst en mogen niet toegelaten worden. Als er in het bedrijf sprake is van overlast door plaagdieren, moet u een plaagdierenbestrijdingsplan opstellen. Het doel van een plaagdierenbestrijdingsplan is om de overlast weg te nemen door de plaagdieren te weren, te beheersen en te bestrijden. Binnen het bedrijf is een iemand verantwoordelijk voor het uitvoeren van dit plan. Dit geldt ook als de plaagdierenbestrijding aan een gespecialiseerd bedrijf is uitbesteed. U kunt de bestrijding van ongedierte zelf uitvoeren met vallen of lampen. Wanneer er sprake is van veel overlast, moet u een professioneel bedrijf (of de gemeente) in de arm nemen om de bestrijding uit te voeren. Ga door met de bestrijding totdat de overlast volledig verdwenen is. Gebruik zelf geen bestrijdingsmiddelen als u daarvoor geen diploma heeft; dit is wettelijk verboden. Voorzorg is beter dan genezen………. 1. Voorzorg in het gebouw: Zorg voor goed sluitende deuren en ramen Voorzie open ramen van horren Voorzie ventilatieopeningen van vliegengaas Dicht openingen in muren voor kabels en leidingen e.d. goed af. (Openingen < 0,5 cm) Zorg voor gladde wanden, muren en plafonds en dicht kieren en naden af Vermijd hoge luchtvochtigheid door ventilatie Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 13 2. Voorzorg in hygiëne De bedrijfsruimten en de voorwerpen die zich daarin bevinden dienen goed schoon gehouden te worden (Schoonmaakplan) Gereedschappen die gebruikt zijn bij voedselverdeling direct schoonmaken Afvalcontainers dienen goed afsluitbaar te zijn, regelmatig worden geleegd en gereinigd. Zorg dat voedsel onbereikbaar is voor ongedierte: Bijvoorbeeld chocoladerepen opslaan in metalen kasten, kratten met zuivel of vleeswaren goed afdekken. Ruim gemorste voedingsmiddelen direct op, Gooi aangevreten voedingsmiddelen direct weg Houd kleding schoon, lucht het regelmatig en hang het niet te dicht op elkaar in goed sluitende kasten Vorming van stilstaand water in en om het gebouw dient te worden vermeden c.q. verholpen, bijv. water in kruipruimte, gootsteenafvoer, emmers, regenton, dakgoten 3. Voorzorg in bedrijfsvoering: Houdt ruimte tussen pallets met goederen en de wanden of plaats goederen in stellingen om reiniging te vergemakkelijken. Werk volgens first-in first out zodat geen oude voorraad ontstaat Controleer ontvangen goederen op plaagdieren Houd vloeren schoon: zie schoonmaakplan Houd de opslagruimten koel en droog Laat geen rommelhoeken ontstaan Wees alert op de aanwezigheid van keutels en aangevreten voedsel Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 14 Ongediertebestrijdingsplan: Indien er last is van ongedierte moet een bestrijdingsplan worden opgezet waarbij de volgende punten van belang zijn: Identificeren en opsporen van de soorten en aantallen plaagdieren Neem maatregelen om binnenkomst van plaagdieren te voorkomen. Neem maatregelen om het verblijf van plaagdieren onaantrekkelijk te maken. Neem maatregelen om plaagdieren te vangen of te doden. Nadat is vastgesteld welk soort plaagdier het betreft Is het van belang om alle voorzorg-aspecten zoals hierboven beschreven na te lopen en waar nodig te verbeteren. Daarna kan worden overgegaan tot het plaatsen van bijv. lokdozen, insektendoders etc. Informeer alle medewerkers dat handhaving van alle voorzorgs-aspecten noodzakelijk is en controleer hierop. Indien de overlast niet afdoende te bestrijden is, neem dan contact op met de gemeente of een bedrijf dat is gespecialiseerd in het bestrijden van ongedierte. Van het ongediertebestrijdingsplan dient registratie plaats te vinden van alle maatregelen die genomen zijn. Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 15 Recall (Terugroepen van producten) Een producent of leverancier die product(en) terugroept zal dit aan de Voedselbank aan wie is geleverd kenbaar maken. Ook kan de terugroep via publicatie in de media of via de nVWA komen. In geval van terugroep is het van belang dat de volgende gegevens beschikbaar zijn: - Merk van het product Productnaam en inhoud Productiedatum en/of THT UAC-code Producent of importeur Adres waar informatie kan worden verkregen In geval van terugroep dient de bestuursverantwoordelijke voor voedselveiligheid of vervanger direct te worden geïnformeerd. Deze draagt zorg voor: - - Directe informatie aan alle voedselbanken en uitdeelpunten aan wie zij het product (mogelijk) heeft geleverd met de opdracht eventueel aanwezige voorraad te blokkeren en terug te sturen. Zij dienen ook hun klanten te benaderen met het verzoek het product terug te brengen. Voorraad van het product afzonderlijk opslaan en voorzien van een aanwijzing “Geblokkeerd voor uitlevering” Registreren van teruggeroepen voorraad. Terugsturen van de voorraad naar de leverancier. Zie voorbeeld registratieformulier Recall: pagina 24 Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 16 Registratie en Instructies: Bijgaand de voorbeelden van instructie- en registratieformulieren: - Voorbeeld reinigingsschema Reinigingsinstructie Voorbeeld temperatuurcontrolelijst koel- en diepvriescel Voorbeeld controlelijst ontvangen goederen Voorbeeld registratie recall (terugroep van producten) Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 17 Voorbeeld reinigingsschema Object Minimaal dagelijks Minimaal wekelijks Naar behoefte Werkruimte Vloer Wanden, ramen Deuren, deurkrukken Plafond Rollerbaan Kratten Werktafel(s) Hulpmiddelen Koelcel Vloer Wanden Plafond Ventilatoren Toiletten Deur Deurkruk en omgeving Plafond, verlichting Toilet - Contactoppervlakken (wcbril en deurknop) Wastafel en omgeving Zeep- en handdoek automaat en omgeving Omgeving pand Afvalcontainer Entree Ramen Deuren Kantine Aanrecht, spoelbakken Deuren, deurkrukken Tafels Stoelen Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 18 Reinigingsinstructie Zorg voor voldoende en goede schoonmaakmaterialen, afgestemd op sanitair, werkruimtes etc. Zorg voor voldoende schoonmakers om de geplande werkzaamheden uit te kunnen voeren. Volg voor de te reinigen objecten de planning in het reinigingsschema. Reinig apparatuur, werkbladen en snijplanken direct na gebruik. Na het reinigen desinfecteren wanneer dit in het schema is ingepland. Niet onnodig desinfecteren! Uitstel van reinigen (en desinfecteren) kan microbiologische verontreiniging tot gevolg hebben. Begin bij het schoonmaken altijd met het grove zichtbare vuil te verwijderen. Begin daarna met de feitelijke reiniging. Spoel na met water om de resten van het reinigingsmiddel en vuil te verwijderen. Daarna kan, indien nodig, worden gedesinfecteerd. Het reinigen moet altijd gebeuren vóór het desinfecteren. Volg de gebruiksaanwijzing van de reinigings- en desinfecteermiddelen of de instructie van de leverancier (temperatuur van het te gebruiken water, de inwerktijd en hoeveelheid, naspoelen). Ook desinfecteren met alleen heet water (>80°C) is eventueel mogelijk. Maak direct na gebruik het materiaal (borstels, doeken, dweilen etc) weer schoon. Minstens 3x spoelen met schoon water. Doe de schoonmaakdoeken, theedoeken etc in een aparte was en was deze op 60°C Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 19 Voorbeeld Temperatuurcontrolelijst Datum Koelinstallatie Gemeten temperatuur Voedselbanken Nederland Naam controleur 7 mei 2013 Actie bij afwijking Pagina 20 Voorbeeld controlelijst ontvangen goederen Datum Autonummer/ Verpakking THT Naam in tact, volgens leverancier schoon interne afspraken Voedselbanken Nederland Temperatuur Naam controleur 7 mei 2013 Actie bij afwijking Pagina 21 Registratie Recall (Terugroep van producten) Datum ontvangst recall Producent of importeur Merknaam Productnaam + inhoud Productiecode/THT Aard van de klacht Informatie-adres Verantwoordelijke voedselveiligheid Plaats voor geblokkeerde opslag Informeren: Voedselbank 1 Voedselbank 2 Uitdeelpunt 1 Uitdeelpunt 2 datum Retour ontvangen producten datum Voorraad retour leverancier: (datum) Paraaf verantwoordelijke voedselveiligheid : Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 22 Koelketen bewaking Stichting Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 23 Koelketenbewaking Wat is een koelketen? De producent, de transporteur, de groothandel en de winkel zijn schakels die samen een keten vormen. Elke schakel heeft de wettelijke plicht om het product op de juiste temperatuur te verwerken, op te slaan of te vervoeren. Wat is daarvan het doel? Het bewaken van de temperatuur is onderdeel van de voedselveiligheid. Stijging van de temperatuur heeft invloed op de houdbaarheid en dus op de kwaliteit van het product. Hoe werkt dat in praktijk? Elke schakel registreert de temperatuur met een gekalibreerde* thermometer en van elke schakel wordt de temperatuur vastgelegd. Indien er een probleem met een product is (bijvoorbeeld een product is vroegtijdig bedorven) dan moet elke schakel aan kunnen tonen dat zij het product op de juiste wijze heeft behandeld. Wat betekent dit voor de Voedselbank? De Voedselbank is ook een schakel die de plicht heeft om de voedselveiligheid te waarborgen. Het is daarom belangrijk dat er op wordt toegezien dat de gekoelde producten (Koel en diepvries) op de juiste temperatuur aan ons worden overgedragen. Verder hebben wij de plicht om de producten op de juiste temperatuur op te slaan en te vervoeren. Hoe moeten we dat doen? Van elke processtap (ontvangst, opslag en transport) wordt de temperatuur vastgelegd. De koelcel moet constant op 7°C resp. 4°C staan en de vriescel op -18°C. Koelwagens moeten de temperatuur op het juiste niveau kunnen houden. Bij niet-gekoeld transport moeten koelboxen en zo nodig koelelementen worden gebruikt. Onze klanten moeten de producten op de juiste temperatuur overhandigd krijgen, net als in de supermarkt. Ook zij hebben recht op veilig voedsel, dat is onze verantwoordelijkheid. * Thermometer 1x per jaar controleren in smeltend ijs 0°C en in stoom van kokend water 100°C Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 24 Koelketen: de Voedselbank en haar omgeving Er zijn 3 groepen waar de Voedselbank in de koelketen mee te maken heeft: 1. De overheidsinstelling Voedsel en Waren Autoriteit die controleert op naleving van de regelgeving over de voedselveiligheid. Zij controleert de kwaliteit van de producten en de wijze waarop de producten worden bewaard of vervoerd. Op overtredingen volgen sancties. 2. De levensmiddelenproducenten die de afgelopen jaren veel geïnvesteerd hebben in voedselveiligheid en koelketen bewaking. Zij willen niet graag dat er aan het eind van de keten, wanneer hun producten bij de Voedselbank belanden, iets met hun producten gebeurt waardoor zij in een negatief daglicht komen te staan. Er is dan ook vooralsnog grote terughoudendheid met het geven van gekoelde producten aan de Voedselbank. 3. Onze klanten die er van uit mogen gaan dat het voedsel dat zij van de Voedselbank krijgen 100% veilig te consumeren is. Onze klanten zijn vaak niet de meest gezonde mensen en zijn dus extra kwetsbaar voor producten waarbij iets niet helemaal in orde is. Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 25 De koelketen bij de Regionale Voedselbank We onderscheiden 5 transportbewegingen bij de Regionale Voedselbanken: 1. Afhalen van goederen bij derden 2. Bezorgen van goederen door derden 3. Transport naar eigen uitdeelpunten 4. Transport naar andere voedselbanken 5. Bulktransport naar andere voedselbanken De lokale Voedselbanken en uitdeelpunten zijn in de transportbewegingen beschreven, samen met hun taken in de koelketen Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 26 1. Afhalen van goederen bij derden Goederen afhalen: controle vóór inladen: 1 - Temperatuur THT/TGT Kwaliteit Aantal Registratie op pakbon, Transport zodanig dat de temperatuur die op het etiket staat niet wordt overschreden 2 Ontvangst bij Centrale Voedselbank: 3 4 - Controle op temperatuur Pakbon verwerken (in computer) Opslag in koelcel op 4°C, 7°C of vriezer -18°C Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 27 2. Levering bij de regionale Voedselbank Controle vóór acceptatie: 1 2 - Temperatuur THT/TGT Kwaliteit Aantal Opslag in koelcel 4°C, 7°C of vriezer -18°C Gegevens verwerken (in computer) Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 28 3. Transport naar eigen uitdeelpunten 1 2 3 4 - Koelboxen staan opgeslagen in koelcel Koelelementen liggen opgeslagen in de vriescel - Uitdeelpunten uitzetten langs de wand in de koelcel Aantal eenheden per uitdeelpunt uittellen Producten verpakken in koelbox met minimaal 2 koelelementen Per koelbox een A4 tussen de deksel klemmen met o Naam uitdeelpunt o Product o Aantal - Temperatuur vastleggen Pakbon in 2-voud maken Transport naar het uitdeelpunt zodanig dat de temperatuur die op het etiket staat niet wordt overschreden. Bij uitdeelpunt:- Temperatuur vastleggen en vermelden op pakbon Koelboxen gesloten houden tot aan uitdeling Producten op maximaal 4°C, 7°C resp. -18°C uitdelen Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 29 4. Transport naar lokale Voedselbanken 1 2 3 4 - Koelboxen staan opgeslagen in koelcel Koelelementen liggen opgeslagen in de vriescel - Voedselbanken uitzetten langs de wand koelcel Aantal eenheden per voedselbank uittellen Producten inpakken in koelboxen met minimaal 2 koelelementen Per koelbox een A4 tussen de deksel klemmen met o Naam Voedselbank o Product o Aantal - Temperatuur vastleggen Pakbon in 2-voud maken Transport naar voedselbank zodanig dat de temperatuur die op het etiket staat niet wordt overschreden Bij lokale voedselbank:- 5 Temperatuur vastleggen Transport naar de uitdeelpunten zodanig dat de temperatuur die op het etiket staat niet wordt overschreden. Bij de uitdeelpunten: - Temperatuur vastleggen en vermelden op pakbon - Koelboxen gesloten houden tot aan de uitdeling - Producten op maximaal 4°C, 7°C resp. -18°C uitdelen Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 30 5. Bulk-transport naar lokale Voedselbanken 1 2 - Bulkadressen uitzetten langs de wand koelcel Bulkgoederen er bijplaatsen - Transport uitsluitend met gekoeld vervoer op 4°C, 7°C of -18°C of met geïsoleerde container Temperatuur vaststellen Pakbon maken - - 3 - 4 5 - Lokale Voedselbank verdeelt de producten in koelboxen met koelelementen in geconditioneerde ruimte waarbij de temperatuur van maximaal 4°C, 7°C of -18°C gewaarborgd is. Pakbon maken Transport naar de uitdeelpunten zodanig dat de temperatuur die op het etiket staat niet wordt overschreden - Uitdeelpunten meten de temperatuur en vermelden op pakbon Koelboxen gesloten houden tot aan de uitdeling Producten op maximaal 4°C, 7°C resp. -18°C uitdelen Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 31 Wat te doen bij twijfel? Acceptabele afwijking in temperatuur: • • • Producten met 4° : Producten met 7° : Producten met -18°: maximaal 6° C maximaal 9° C maximaal - 15° C Goederen mogen geaccepteerd worden maar moeten zo snel mogelijk terug gekoeld worden tot de juiste temperatuur. Bij grotere afwijkingen in temperatuur contact opnemen met de leverende partij of de goederen weigeren. Registreer de genomen maatregelen. Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 32 Charitatieve instellingen en vrijwilligersorganisaties informatieblad 76 / 1 augustus 2006 Indien de vrijwilligersorganisatie werkt volgens onderstaande richtlijnen wordt daarmee voldaan aan de eisen die gesteld zijn in de Hygiëneverordening (EG) 852/2004. De Voedsel en Waren Autoriteit kan controles uitvoeren en indien de voedselveiligheid niet voldoende gewaarborgd kunnen nadere regels gesteld worden. Doel is dat veilige levensmiddelen verstrekt worden. Algemeen 1. Accepteer geen ongeschikte of onveilige producten van leveranciers. 2. Maak afspraken met leveranciers over de voedselveiligheidsaspecten: kwaliteit, reden van levering, houdbaarheidstermijn, bewaarcondities en koelketen (wie is verantwoordelijk voor het gekoeld transport?). 3. Verander zelf geen TGT- of THT-data (te-gebruiken-tot, tenminste-houdbaar-tot). 4. Indien producten onder de juiste condities worden vervoerd en opgeslagen blijft de producent verantwoordelijk voor de kwaliteit tot en met de TGT - of THT -datum. Producten met een TGT-datum mogen ná die datum NIET meer verstrekt worden aan de consument. Producten met een THT-datum mogen ná die datum nog verstrekt worden, maar de vrijwilligersorganisatie is dan verantwoordelijk voor de kwaliteit. Controleer deze producten dus goed op de kwaliteit. 5. Medewerkers die zich bezighouden met producten dienen op de hoogte te zijn van de risico’s en de instructies om deze risico’s te beperken. 6. Houd een administratie bij van de relevante afspraken met leveranciers, ontvangen goederen, uitgevoerde controles en corrigerende maatregelen. Werkomgeving 1. Zorg dat de omgeving, loodsen en vrachtauto’s schoon, overzichtelijk en veilig zijn. Zorg voor voldoende sanitaire voorzieningen voor de medewerkers (toilet, handenwasgelegenheid). 2. Zorg dat afval tijdig gescheiden wordt van de levensmiddelen (vuil, karton, bedorven producten) en dat daarvoor doeltreffende middelen beschikbaar zijn (afvalcontainers). Sorteer beschimmelde en bedorven producten zo snel mogelijk na ontvangst. Bewaar bedorven levensmiddelen niet, ook niet tijdelijk, bij andere producten. 3. Houd de koelcel en diepvries schoon (ook de verdampers) en controleer regelmatig de temperatuur (bijvoorbeeld 1x per week) met een goedwerkende thermometer. 4. Zorg voor (preventieve) ongediertewering. 5. Geen onverpakte, bederfelijke producten (gebak, kaas, salades, e.d.) behandelen of bewerken (snijden, portioneren, e.d.), tenzij daarvoor een geschikte (goed ingerichte en schone) ruimte aanwezig is. Producten 1. Hanteer bijgaand overzicht om de houdbaarheid van producten te bepalen, spreek af wie de beoordeling uitvoert. Bij twijfel de veilige weg kiezen, evt. overleg met de leverancier. 2. Bederfelijke producten moeten bewaard worden op de voorgeschreven temperatuur, zie verpakking. Anders onder de 7 ºC. Diepvriesproducten worden bewaard op –18 ºC en de temperatuur mag tijdens transport tijdelijk oplopen tot –12 ºC. 3. Houd de koudeketen gesloten. Voeg bederfelijke producten pas op het laatste moment toe aan de voedselpakketten, zodat deze producten maximaal 2 uur ongekoeld zijn. Houd hierbij rekening met de omgevingstemperatuur (op warme zomerdagen eventueel extra maatregelen treffen). Informeer de consument indien het pakket bederfelijke producten bevat. Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 33 Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 34 Bijlage bij informatieblad 76/ 1 augustus 2006 Voedsel en Warenautoriteit. Betreft: Richtlijn houdbaarheidsdatum diepvriesproducten 1. Diepvriesproducten, geproduceerd om als diepvries te worden verhandeld, zijn vergelijkbaar met “lang houdbare producten” (Maximaal 2 maanden na THT) 2. Zelf ingevroren producten: Invriezen op tenminste -20°C, uiterlijk op de THT-datum en uitsluitend in de originele verpakking met compleet etiket. Bij zelf invriezen de producten uit de omdozen halen zodat de kou goed rondom het product kan inwerken. Houdbaarheid: 1 maand na invriezen Accepteer nooit ingevroren producten die niet in de originele verpakking met etiket zitten Voedselbanken Nederland 7 mei 2013 Pagina 35