IP/01/1357 Brussel, 2 oktober 2001 Trans-Europees netwerk: de Commissie zet alle krachten op de knelpunten en een beperkt aantal grote projecten. In aansluiting op het nieuwe Witboek over vervoer1 stelt de Europese Commissie thans voor de investeringen te concentreren op infrastructuurprojecten van het trans-Europese vervoersnet waarmee knelpunten kunnen worden opgeheven en congestie kan worden bestreden. Bij deze gelegenheid stelt de Commissie tevens voor de lijst van grote prioritaire projecten bij te werken en het maximale percentage voor communautaire financiering van bepaalde kritieke spoorwegprojecten en grensoverschrijdende projecten met kandidaat-lidstaten op te trekken. « De heden voorgestelde herziening van de communautaire richtsnoeren voor het trans-Europese netwerk is in de eerste plaats gericht op het ontlasten van de hoofdverbindingen en het wegwerken van knelpunten die het trans-Europese netwerk verstikken in verschillende gebieden die voor de economie en voor het goed functioneren van onze samenleving van vitaal belang zijn, » verklaarde Loyola de Palacio, Vice-voorzitter die met energie en vervoer is belast, « deze herziening vormt een essentieel onderdeel van de tenuitvoerlegging van het nieuwe Witboek, » voegde zij daaraan toe. Het trans-Europese vervoersnet verwerkt bijna de helft van het totale goederen- en reizigersverkeer, het vormt dan ook het echte aderstelsel van de Unie. In de afgelopen jaren hebben het overmatige gebruik van het goederenvervoer over de weg, de spectaculaire vlucht van het luchtvervoer en het falen van de spoorwegen echter de congestie op de hoofdverbindingen nog vergroot. De onbalans tussen de vervoerstakken, in het voordeel van de weg, en tussen de regio's wordt steeds groter. Ongeveer 10% van het wegennet en 20% van het spoorwegnet vormen knelpunten. Eén vlucht op drie heeft een vertraging van meer dan 15 minuten. Desondanks moet worden geconstateerd dat de werkzaamheden op het transEuropese vervoersnet niet zo snel opschieten als gepland, met name bij grensoverschrijdende projecten. Oorzaken daarvan zijn een toenemend gebrek aan overheidsmiddelen en een te traag investeringstempo. 1 Verschenen op 12 september 2001 en beschikbaar op de website http://europa.eu.int/comm/energy_transport/fr/lb_fr.html In deze omstandigheden kan een vlucht naar voren met het plannen van nieuwe infrastructuurvoorzieningen geen acceptabel antwoord vormen. De Commissie stelt bijgevolg voor de richtsnoeren voor het trans-Europese netwerk in drie grote lijnen bij te stellen: concentratie van de werkzaamheden op de totstandbrenging van het netwerk waartoe reeds was besloten, waarbij de investeringen voornamelijk worden gebruikt voor het opheffen van knelpunten, aanvulling van de lijst van 14 grote prioritaire projecten2 met een beperkt aantal nieuwe projecten en ten slotte verhoging van het maximale percentage voor communautaire steun van 10 tot 20% voor grensoverschrijdende spoorwegprojecten door natuurlijke barrières of andere categorieën van projecten aan de grenzen met kandidaat-lidstaten. De investeringen knelpunten. gericht aanwenden voor het opheffen van De Commissie stelt voor de prioriteiten van het trans-Europese netwerk te beperken en te wijzigen om de capaciteit van het trans-Europese netwerk te optimaliseren door de investeringen te concentreren op: de totstandbrenging van een spoorwegnet met voorrang voor goederen en met aansluiting op havens; de totstandbrenging van het netwerk voor snel reizigersvervoer waarin het rail- en luchtvervoer zijn geïntegreerd; intelligente vervoersystemen voor verkeersmanagement langs dichtgeslibde grote verbindingswegen. Een beperkt aantal nieuwe prioritaire projecten. Van de 14 in 1994 in Essen in aanmerking genomen specifieke projecten zijn er reeds drie voltooid en van de lijst geschrapt: de luchthaven van Malpensa, de Øresund-brug/tunnel en de conventionele spoorverbinding tussen Cork en Belfast. Hoewel de uitvoering van de overige projecten vordert, hebben de twee projecten waarbij lange tunnels door de Alpen worden aangelegd, nl. Lyon-Turijn en de Brennerverbinding, met moeilijkheden te kampen in verband met technische en financiële onzekerheden en het tijdschema. De Commissie bevestigt de hoge prioriteit die zij aan deze beide projecten toekent en roept de betrokken partijen op deze essentiële projecten voor de ontwikkeling van de intermodaliteit in het kwetsbare Alpengebied tot een goed einde te brengen. De Commissie stelt ten slotte voor 6 nieuwe projecten en nieuwe secties aan 2 bestaande projecten toe te voegen: de spoorverbinding met grote capaciteit door de Pyreneeën; het wereldomspannende satellietgestuurde systeem voor radionavigatie en plaatsbepaling Galileo; hogesnelheidstrein en gecombineerd vervoer in OostEuropa; de brug/tunnel van de Fehmarn Belt tussen Denemarken en Duitsland; de verbetering van de bevaarbaarheid van de Donau tussen Straubing en Vilshofen; de interoperabiliteit van het Iberische hogesnelheidsnet; de toevoeging van de gemengde lijn voor goederenvervoer en hogesnelheidstrein tussen Montpellier en Nîmes; de uitbreiding van het Brennerproject van München tot Verona om er de verbinding Verona-Napels en de tak Bologna-Milaan op aan te sluiten. Voor deze nieuwe projecten is een totale investering van meer dan 66 000 miljoen € vereist die via nationale, regionale en communautaire openbare en particuliere financieringen bijeen moeten worden gebracht. De nieuwe projecten zijn in bijlage I nader beschreven. 2 Op de Europese Raad van Essen in december 1994 hebben de staatshoofden en regeringsleiders een lijst van 14 specifieke projecten opgesteld waaraan bijzonder belang wordt gehecht. Verhoging van de financiële steun van de Gemeenschap voor kritische grensoverschrijdende projecten. De ervaring toont aan dat in bepaalde gevallen, met name die met grensoverschrijdende spoorwegprojecten, het huidige maximale deelnemingspercentage van 10% niet stimulerend genoeg is om een hefboomeffect te hebben en om op gecoördineerde wijze de noodzakelijke particuliere of openbare middelen te mobiliseren. In verband met de beoogde revitalisering van het spoor, zoals aangekondigd in het Witboek over vervoer, stelt de Commissie voor de communautaire voorschriften inzake financiële bijstand voor het trans-Europese net te wijzigen en dit percentage tot 20% te verhogen voor « kritische » spoorwegprojecten met grote toegevoegde waarde voor de Gemeenschap die natuurlijke barrières overschrijden, alsook voor projecten – voor alle vervoerstakken die in grensgebieden met kandidaat-landen zijn gesitueerd en tot doel hebben knelpunten op te heffen en de veiligheid van de infrastructuur te verbeteren. Naar aanleiding van deze wijzigingen stelt de Commissie voor de kaarten van de plannen technisch bij te werken en er de meest recente communautaire milieuwetgeving in te verwerken. Deze voorstellen liggen geheel in de lijn van het verzoek van de Europese Raad van Göteborg een hogere prioriteit toe te kennen aan spoorwegen, waterwegen en het zeevervoer over korte afstand, het intermodale vervoer en de bijbehorende aansluitingen. Deze voorstellen vormen een eerste stadium. Het volgende stadium zal een grondigere herziening van de beleidslijnen ter voorbereiding van het trans-Europese netwerk voor 2020-2025 in een uitgebreide Unie inhouden, die vanaf 2004 moet worden voorgesteld. Nadere informatie over de situatie van de trans-Europese vervoersnetten is te vinden op het volgende internetadres: http://europa.eu.int/comm/transport/themes/network/english/ten-t-en.html Bijlage I Lijst van door de Commissie voorgestelde nieuwe prioritaire projecten Spoorverbinding met grote capaciteit door de Pyreneeën: per dag rijden meer dan 15000 vrachtwagens door deze bergen. Het verkeer neemt nog steeds toe (+10% per jaar). In deze context lijkt de aanleg van nieuwe spoorlijnen in het centrale gebied van de Pyreneeën onvermijdelijk. De beslissing over het tracé wordt aan de betrokken landen overgelaten. Wereldomspannend satellietgestuurd radionavigatie- en plaatsbepalingssysteem (Galileo): dit programma met aanzienlijke mogelijkheden voor verkeersmanagement en informatie aan de gebruikers van het trans-Europese netwerk vereist een intensieve ontwikkelingsfase tot 2005 en vervolgens een ontplooiingsfase om in 2008 in gebruik te kunnen worden genomen. Hogesnelheidstrein/gecombineerd vervoer naar Oost-Europa: de oost-westverbindingen tussen de lidstaten en de kandidaat-landen zijn onvoldoende ontwikkeld. Het handelsverkeer met deze landen genereert nochtans aanzienlijke verkeersstromen die in volle groei zijn. Het project tussen Stuttgart – München – tot Salzburg/Linz – Wenen omvat 713 km aan te passen of aan te leggen rails voor hogesnelheids- en goederenverkeer. De uitvoering ervan in combinatie met die van de HST van Parijs naar Straatsburg zal een ononderbroken verbinding tussen Parijs en Wenen mogelijk maken. De Fehmarn Belt: de brug/tunnel over/onder de natuurlijke barrière van de Fehmarn-zeestraat tussen Duitsland en Denemarken is een essentiële schakel voor de voltooiing van de noord-zuidverbinding. Dit project op de route met onder meer de onlangs in gebruik genomen vaste verbinding over de Øresund zal de oevers van deze 19 km brede zeestraat met elkaar verbinden. Straubing-Vilshofen: dit project beoogt de verbetering van de bevaarbaarheid van de Donau tussen Straubing en Vilshofen in Duitsland. Dit gedeelte met onvoldoende diepgang moet over een lengte van ongeveer 70 km worden aangepast om de continue doorvaart van schepen mogelijk te maken. De gekozen technische varianten moeten zoveel mogelijk het milieueffect trachten te beperken. De interoperabiliteit van het Iberische hogesnelheidsnet: het verschil in spoorbreedte tussen het spoorwegnet op het Iberische schiereiland en de rest van het trans-Europese net is een belangrijk historisch obstakel voor het efficiënt functioneren van het gehele Europese spoorwegnet. Dit project beoogt de ontwikkeling van het Iberische net overeenkomstig de Europese normen. Toevoeging van de gemengde lijn goederen/hogesnelheidstrein tussen Montpellier en Nîmes aan het HST-project Madrid-Barcelona-Montpellier (TGV Sud). De aanleg van deze lijn met een lengte van 50 km zal het mogelijk maken de TGV Sud aan te sluiten op de verbinding Parijs-Marseille en het goederenverkeer vergemakkelijken. Uitbreiding van het Brennerproject München-Verona om er de verbinding Verona-Napels en de tak Bologna-Milaan op aan te sluiten met nieuwe hogesnelheidslijnen over een lengte van 830 km. Deze uitbreiding zal betere verbindingen mogelijk maken tussen de grote steden en industriegebieden op het Italiaanse schiereiland met Noord-Europa via de Brennerverbinding. Bijlage II Overzicht van het nieuwe voorstel voor specifieke projecten (11 projecten + 6 nieuwe) Hogesnelheidstrein/gecombineerd vervoer noord – zuid: - München – Nürnberg – Erfurt – Halle/Leipzig – Berlijn - Brenneras : Napels – Verona – München en Bologna – Milaan Hogesnelheidstrein PBKAL (Parijs – Brussel – Keulen – Amsterdam – Londen): - België: grens Frankrijk/België – Brussel – Luik – grens België/Duitsland Brussel – grens België/Nederland Verenigd Koninkrijk: Londen – toegang tot de Kanaaltunnel Nederland: grens België/Nederland – Rotterdam – Amsterdam Duitsland: (Aken) G27 Keulen – Rijn/Main Hogesnelheidstrein zuid: - Madrid – Barcelona – Perpignan – Montpellier – Nîmes - Madrid – Vitoria – Dax Hogesnelheidstrein oost: - Parijs – Metz – Straatsburg – Appenweier – (Karlsruhe) met secties Metz – Saarbrücken – Mannheim en Metz – Luxemburg Conventionele spoorlijn/gecombineerd vervoer: Betuwelijn - Rotterdam – grens Nederland/Duitsland – (Rijn/Roer) Hogesnelheidstrein/gecombineerd vervoer Frankrijk – Italië - Lyon – Turijn - Turijn – Milaan – Venetië – Trieste Griekse autowegen: - Pathe: Rio Antirio, Patra – Athene – Thessaloniki – Promahon Griekenland/Bulgarije) - Via Egnatia: Igoumenitsa – Thessaloniki – Alexandroupolis – Ormenio Griekenland/Bulgarije) – Kipi (grens Griekenland/Turkije) Multimodale verbinding Portugal – Spanje – Midden-Europa Noordse driehoek (rail/weg) Wegverbinding Ierland/Verenigd Koninkrijk/Benelux (grens (grens Hoofdlijn westkust (rail) Wereldomspannend satellietgestuurd navigatiesysteem (Galileo) plaatsbepalings- en Hoge-capaciteitsverbinding door de Pyreneeën Gecombineerd vervoer/hogesnelheidstrein in Oost-Europa: - Stuttgart – München – Salzburg/Linz – Wenen Verbetering van de bevaarbaarheid van de Donau tussen Vilshofen en Straubing Interoperabiliteit spoorwegnet voor hogesnelheidsverkeer van het Fehmarn Belt: vaste verbinding tussen Duitsland en Denemarken Iberische