Werkelijk, ik leef in duistere tijden! Het argeloze woord is dwaas. Een glad voorhoofd wijst op ongevoeligheid. Wie lacht heeft het vreselijke nieuws alleen nog niet gehoord. Met die krachtige openingsvers begint het trilogie-gedicht van Bertolt Brecht ‘An die Nachgeborenen’, ‘Aan wie na ons komen’. Het zijn woorden die universeel erfgoed geworden zijn, die eeuwigheidwaarde hebben gekregen. Een wat vreemd, bevreemdend gedicht dat pas door het vele herlezen zijn ziel blootgeeft, of de ziel van de lezer. Het gedicht is geschreven midden de jaren 1930, maar het kan evengoed van toepassing zijn op vandaag. De hoop na de overwinning op nazi-Duitsland, de gouden dertig jaren nadien, zijn naderhand omgeslagen in pessimisme en verwarring en mondiale economische herstructurering. In de beginjaren van deze eeuw is daar de bankencrisis en de financiële crisis bijgekomen. We beleven een wereldwijde omgekeerde herverdeling ten voordele van de bezittende klasse. De staten springen in de bres voor de falende banken, waardoor de staatsschulden opnieuw ongekende proporties aannemen. Op hun beurt worden zij afgewenteld op de grote massa van loontrekkers door middel van een politiek van besparingen. Kleine spaarders verliezen hun Arco-aandelen of krijgen een rente lager dan de inflatie, wat je als een vorm van witte boordendiefstal kan beschouwen. Bepaalde economische sectoren houden hun winstvoet op peil door een beroep te doen op asielzoekers en zogenaamde nieuwe Europeanen. Andere verhuizen hun filialen naar de nieuwe economieën in het verre oosten. Loonslaven in China of Indië, die werken in mensonterende omstandigheden, produceren de goedkope jeans voor de westerse markten. Wij, Europeanen, genieten van een sociaal model dat onder een toenemende druk komt te staan. In tegenstelling tot wat een radicale linkerzijde in het begin van de vorige eeuw vermeende, is het kapitalisme nog lang niet ten dode opgeschreven. De expansie kan blijven duren zolang er wingewesten blijven bestaan, zolang er mensen in een andere uithoek van de wereld uitgebuit kunnen worden, zolang een reserveleger van paupers en loonslaven aangeboord kan worden, zolang het verzet bedwongen wordt. We leven in een vrije wereld, maar we hebben minder dan ooit ons lot in eigen handen. Ondanks de verontwaardiging is er weinig reële tegenmacht. Het welvarende westen zit gevangen in een soort psychische verlamming, of veel eenvoudiger, in een consumptieve verlamming. Verontwaardiging heeft slechts zin als ze leidt naar engagement, maar het individu ontbeert een collectieve identiteit. Eén van de grote tragedies van de laatste decennia is de ontrafeling van het middenveld, de georganiseerde stem van het individu in verenigingen, vakbonden of politieke partijen die hoe langer hoe meer uitgehold worden of hun geloofwaardigheid verliezen. Zij moeten opnieuw mensen verzamelen, bijeenbrengen, het debat voeren, standpunten ontwikkelen en actie ondernemen. Wij moeten het middenveld opnieuw uitvinden. Het nieuwe jaar is aangebroken en daar horen nieuwjaarswensen bij. Een oproep tot voorspoed, gezondheid, vrede en geluk. Een goeie dag, maar dan elke dag van het nieuwe jaar. Zoiets. Bestaat er een definitie van geluk? Slaat het op het individu, op de groep, of op de samenleving? Het kind is gelukkig om het cadeautje dat het krijgt. De vader omwille van het gelukkige kind. Het geluk is vaak een gevoel, kortstondig en relatief. Een moment of momenten in een tijdslijn. Ik hoorde onlangs geluk definiëren als een negatie : namelijk, niet ongelukkig zijn. Dit zegt al iets meer over de menselijke conditie, de tweestrijd, de ambiguïteit, kortom : de dialectiek. En zo zijn we, tussen haakjes, weer beland bij het marxisme. Ik herinner me het prachtige gezegde in een film van Tarkovsky, dat ook die menselijke ambiguïteit weergeeft. Je moet dit echt onthouden en meedragen : beter een bitter geluk dan een troosteloos bestaan. Het kapitalisme propageert de essentie van geluk in de vorm van producten, van consumptieproducten. Vermits je geen pakje ‘geluk’ kunt kopen of onder de kerstboom leggen voor je kleinkind of geliefde is geluk de wiskundige verzameling van de voldoening van verlangens of uitgestelde verlangens, en dus, door die voldoening gerealiseerde verlangens naar producten. Een gerealiseerd verlangen vermindert het verlangen, in psychologische termen, het Libido. Het creëert tijdelijk - hopelijk tijdelijk ! - een vacuüm of frustratie, of in psychologische termen, Thanatos, doodsangst. Het is m.a.w. de opdracht van het reëel bestaande kapitalisme om een ketting van verlangens en genoegdoening te creëren…, zoals vanavond een gezellig etentje voor de onklopbare prijs van 13 euro. Maar…, met welgemeende wensen voor het nieuwe jaar, bijvoorbeeld : Altijd opnieuw te kunnen beginnen. Dit wens ik u, namens het Masereelfonds van harte.