Parasjah Re*eh - Messiaanse Gemeente Nieuw

advertisement
Parasjah Re’eh
Deuteronomium 11:26 – 16:17
Jesaja 66:1–24
Johannes 15:1–17:26
Deuteronomium 11 : 26 - 28
26 Zie, ik houd u heden zegen en vloek voor:
27 de zegen, als u luistert naar de geboden van
de HEERE, uw God, die ik u heden gebied;
28 de vloek, als u niet luistert naar de geboden
van de HEERE, uw God, en van de weg die ik
u heden gebied, afwijkt om achter andere
goden aan te gaan, die u niet gekend hebt.
Deuteronomium 11 : 32
32 Neem dan alle verordeningen en bepalingen
die ik u heden voorhoud, nauwlettend in
acht.
Deuteronomium 12 : 1
1. Dit zijn de verordeningen en de bepalingen
die u nauwlettend in acht moet nemen, in
het land dat de HEERE, de God van uw
vaderen, u gegeven heeft om het in bezit te
hebben, al de dagen dat u op de aardbodem
leeft.
Parasjah-onderwerpen
• Zegen en de vloek
• Verordeningen en bepalingen voor het dienen
van God in het beloofde land
• Het zuiver houden van het beloofde land van
valse profeten en afgoderij
• Reine en onreine dieren
• Het gebruik van de tienden
• Het jaar van de kwijtschelding
• Heiliging van de eerstgeborenen van het vee
• Voorschriften voor de 3 grote feesten
Prediker 12 : 13
13 De slotsom van al wat door u gehoord is, is
dit:
Vrees God,
en houd u aan Zijn geboden,
want dit geldt voor alle mensen.
Efeze 2 : 11 - 22
11 Bedenk daarom dat u die voorheen heidenen
was in het vlees en die onbesnedenen
genoemd werd door hen die genoemd
worden besnijdenis in het vlees, die met de
hand gebeurt,
12 dat u in die tijd zonder Christus was,
vervreemd van het burgerschap van Israël en
vreemdelingen wat betreft de verbonden van
de belofte. U had geen hoop en was zonder
God in de wereld.
Efeze 2 : 11 - 22
13 Maar nu, in Christus Jezus, bent u, die
voorheen veraf was, door het bloed van
Christus dichtbij gekomen.
14 Want Hij is onze vrede, Die beiden één
gemaakt heeft. En door de tussenmuur, die
scheiding maakte, af te breken,
15 heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees
tenietgedaan, namelijk de wet van de
geboden, die uit bepalingen bestond, opdat
Hij die twee in Zichzelf tot één nieuwe mens
Efeze 2 : 11 - 22
zou scheppen en zo vrede zou maken,
16 en opdat Hij die beiden in één lichaam met
God zou verzoenen door het kruis, waaraan
Hij de vijandschap gedood heeft.
17 En bij Zijn komst heeft Hij door het Evangelie
vrede verkondigd aan u die veraf was, en aan
hen die dichtbij waren.
18 Want door Hem hebben wij beiden door één
Geest de toegang tot de Vader.
Efeze 2 : 11 - 22
19 Zo bent u dan niet meer vreemdelingen en
bijwoners, maar medeburgers van de
heiligen en huisgenoten van God,
20 gebouwd op het fundament van de
apostelen en profeten, waarvan Jezus
Christus Zelf de hoeksteen is,
21 en op Wie het hele gebouw, goed
samengevoegd, verrijst tot een heilige
tempel in de Heere;
Efeze 2 : 11 - 22
22 op Wie ook u mede gebouwd wordt tot een
woning van God, in de Geest.
Jeremia 31 : 31 -34
31 Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat
Ik met het huis van Israël en met het huis van
Juda een nieuw verbond zal sluiten,
32 niet zoals het verbond dat Ik met hun
vaderen gesloten heb op de dag dat Ik hun
hand vastgreep om hen uit het land Egypte
te leiden – Mijn verbond, dat zij verbroken
hebben, hoewel Ík hen getrouwd had,
spreekt de HEERE.
Jeremia 31 : 31 -34
33 Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die
dagen met het huis van Israël sluiten zal,
spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun
binnenste geven en zal die in hun hart
schrijven. Ik zal hun tot een God zijn en zíj
zullen Mij tot een volk zijn.
Jeremia 31 : 31 -34
34 Dan zullen zij niet meer eenieder zijn naaste
en eenieder zijn broeder onderwijzen door te
zeggen: Ken de HEERE, want zij zullen Mij
allen kennen, vanaf hun kleinste tot hun
grootste toe, spreekt de HEERE. Want Ik zal
hun ongerechtigheid vergeven en aan hun
zonde niet meer denken.
Romeinen 7 : 12
12 Zo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig
en rechtvaardig en goed.
Psalm 119
16 Ik verblijd mij in Uw verordeningen,
Uw woord vergeet ik niet.
20Mijn ziel wordt verteerd van verlangen
naar Uw bepalingen, te allen tijde.
35Doe mij treden op het pad van Uw geboden,
want daarin vind ik vreugde.
40Zie, ik verlang naar Uw bevelen,
maak mij levend door Uw gerechtigheid.
Psalm 119
48 Ik hef mijn handen op naar Uw geboden,
die ik liefheb, en overdenk Uw
verordeningen.
97Hoe lief heb ik Uw wet!
Hij is heel de dag mijn overdenking.
Psalm 119
44 Dan zal ik steeds Uw wet in acht nemen,
voor eeuwig en altijd.
89 Voor eeuwig, HEERE,
staat Uw woord vast in de hemel.
Daniël 7 : 25
25 Woorden tegen de Allerhoogste zal hij
spreken,
de heiligen van de Allerhoogste zal hij te
gronde richten.
Hij zal erop uit zijn bepaalde tijden en de wet
te veranderen,
en zij zullen in zijn hand worden overgegeven
voor een tijd, tijden en een halve tijd.
Jesaja 24 : 5
5 Want het land is ontheiligd door zijn
inwoners:
zij overtreden de wetten, zij veranderen elke
verordening,
zij verbreken het eeuwige verbond.
Mattheus 15 : 2 - 6
2 Waarom overtreden Uw discipelen de
overlevering van de ouden? Want zij wassen
hun handen niet als zij brood gaan eten.
3 Maar Hij antwoordde en zei tegen hen:
Waarom overtreedt ook u het gebod van God
door uw overlevering?
4 God heeft immers geboden: Eer uw vader en
moeder, en: Wie vader of moeder vervloekt,
moet zeker sterven.
Mattheus 15 : 2 - 6
5 Maar u zegt: Wie maar tegen vader of
moeder zegt: Het is bestemd als offergave,
wat u van mij had kunnen krijgen, en zijn
vader en moeder niet zal eren, met hem is
het in orde.
6 En zo hebt u door uw overlevering het gebod
van God krachteloos gemaakt.
Galaten 1 : 14
14 en dat ik in het Jodendom meer vorderingen
maakte dan veel leeftijdgenoten onder mijn
volk, omdat ik een nog groter ijveraar was
voor de overleveringen van mijn vaderen.
Efeze 2 : 14 - 15
14 Want Hij is onze vrede, Die beiden één
gemaakt heeft. En door de tussenmuur, die
scheiding maakte, af te breken,
15 heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees
tenietgedaan, namelijk de wet van de
geboden, die uit bepalingen bestond, opdat
Hij die twee in Zichzelf tot één nieuwe mens
zou scheppen en zo vrede zou maken,
Kolossensen 2 : 14
14 en het handschrift dat tegen ons getuigde,
uit te wissen. Dit handschrift was met zijn
bepalingen tegen ons gericht, en Hij heeft
dat uit het midden weggenomen door het
aan het kruis te nagelen.
1 Korinthe 11 : 2
2 En ik prijs u, broeders, omdat u in alles aan
mij denkt en aan de overleveringen
vasthoudt, zoals ik die aan u heb
overgeleverd.
2 Thessalonicensen 2 : 15
15 Sta dan vast, broeders, en houd u aan de
overleveringen waarin u onderwezen bent
door ons woord of door onze brief.
Galaten 3 : 8 - 14
8 En de Schrift, die voorzag dat God uit het
geloof de heidenen zou rechtvaardigen,
verkondigde eertijds aan Abraham het
Evangelie: In u zullen al de volken gezegend
worden.
9 Daarom worden zij die uit het geloof zijn,
gezegend samen met de gelovige Abraham.
10 Want allen die uit de werken van de wet zijn,
zijn onder de vloek.
Galaten 3 : 8 - 14
Er staat immers geschreven: Vervloekt is
ieder die niet blijft bij alles wat geschreven
staat in het boek van de wet, om dat te doen.
11 En dat door de wet niemand gerechtvaardigd
wordt voor God, is duidelijk, want de
rechtvaardige zal uit het geloof leven.
12 Maar voor de wet is het niet: uit geloof,
maar: De mens die deze dingen doet, zal
daardoor leven.
Galaten 3 : 8 - 14
13 Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek
van de wet door voor ons een vloek te
worden, want er staat geschreven: Vervloekt
is ieder die aan een hout hangt,
14 opdat de zegen van Abraham in Christus
Jezus tot de heidenen zou komen, en opdat
wij de belofte van de Geest zouden
ontvangen door het geloof.
1 Johannes 5 : 1 - 3
1 Ieder die gelooft dat Jezus de Christus is, is
uit God geboren; en ieder die Hem liefheeft
Die geboren deed worden, heeft ook lief wie
uit Hem geboren is.
2 Hieraan weten wij dat wij de kinderen van
God liefhebben, wanneer wij God liefhebben
en Zijn geboden bewaren.
3 Want dit is de liefde tot God, dat wij Zijn
geboden in acht nemen; en Zijn geboden zijn
geen zware last.
Johannes 4 : 9
9 De Samaritaanse vrouw dan zei tegen Hem:
Hoe vraagt U, Die een Jood bent, van mij te
drinken, die een Samaritaanse vrouw ben?
(Want Joden hebben geen omgang met
Samaritanen.)
Mattheus 5 : 17 - 19
17 Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of
de Profeten af te schaffen; Ik ben niet
gekomen om die af te schaffen, maar te
vervullen.
18 Want, voorwaar, Ik zeg u: Totdat de hemel en
de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota of
één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het
alles geschied is.
Mattheus 5 : 17 - 19
19 Wie dan een van deze geringste geboden
afschaft en de mensen zo onderwijst, zal de
geringste genoemd worden in het Koninkrijk
der hemelen; maar wie ze doet en
onderwijst, die zal groot genoemd worden in
het Koninkrijk der hemelen.
Handelingen 11 : 10
10 Dit gebeurde tot driemaal toe; en alles werd
weer opgetrokken in de hemel.
Handelingen 10 : 28
28 En hij zei tegen hen: U weet dat het een
Joodse man niet toegestaan is om met
iemand van een ander volk om te gaan of bij
hem binnen te gaan; maar God heeft mij
laten zien dat ik geen mens onheilig of onrein
mag noemen.
Deuteronomium 14 : 2 – 3; 21b
2
Want u bent een heilig volk voor de HEERE,
uw God. De HEERE heeft ú uit alle volken die
op de aardbodem zijn, uitgekozen om voor
Hem een volk te zijn dat Zijn persoonlijk
eigendom is.
3 U mag niets eten wat een gruwel is.
21b Want u bent een heilig volk voor de HEERE,
uw God.
1 Korinthe 7 : 19
19 Besneden zijn is niets en onbesneden zijn is
niets, maar het in acht nemen van de
geboden van God.
Handelingen 15 : 19 - 21
19 Daarom ben ik van oordeel dat men het hun
die zich uit de heidenen tot God bekeren,
niet lastig moet maken,
20 maar aan hen moet schrijven dat zij zich
dienen te onthouden van de dingen die door
de afgoden besmet zijn, van ontucht, van het
verstikte en van bloed.
Handelingen 15 : 19 - 21
21 Want Mozes heeft van oude tijden af in elke
stad mensen die hem prediken, want hij
wordt elke sabbat in de synagogen
voorgelezen.
Handelingen 15 : 10
10 Welnu dan, waarom verzoekt u God door een
juk op de hals van de discipelen te leggen dat
onze vaderen en ook wij niet hebben kunnen
dragen?
Mattheus 7 : 21 - 23
21 Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere,
zal binnengaan in het Koninkrijk der
hemelen, maar wie de wil doet van Mijn
Vader, Die in de hemelen is.
22 Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen:
Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam
geprofeteerd, en in Uw Naam demonen
uitgedreven, en in Uw Naam veel krachten
gedaan?
Mattheus 7 : 21 - 23
23 Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit
gekend; ga weg van Mij, u die de
wetteloosheid werkt!
Openbaringen 22 : 12 - 14
12 En zie, Ik kom spoedig en Mijn loon is bij Mij
om aan ieder te vergelden zoals zijn werk zal
zijn.
13 Ik ben de Alfa, en de Omega, het Begin en
het Einde, de Eerste en de Laatste.
14 Zalig zijn zij die Zijn geboden doen, zodat zij
recht mogen hebben op de Boom des levens,
en opdat zij door de poorten de stad mogen
binnengaan.
Download