Het participium ► Letterlijk vertaald betekent ‘participium’ ‘deelwoord’ (denk aan het Latijnse woord voor deel: pars). ► We hebben tot nu toe het participium van het praesens (tegenwoordig deelwoord), de aoristus (voltooid deelwoord) en het futurum (toekomend deelwoord) behandeld. Het participium praesens actief Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Nom. λυων λυουσα λυον Gen. λυοντος λυουσης λυοντος Dat. λυοντι λυουσῃ λυοντι Acc. λυοντα λυουσαν λυον Nom. λυοντες λυουσαι λυοντα Gen. λυοντων λυουσων λυοντων Dat. λυουσι λυουσαις λυουσι Acc. λυοντας λυουσας λυοντα Het participium praesens medium Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Nom. λυομενος λυομενη λυομενον Gen. λυομενου λυομενης λυομενου Dat. λυομενῳ λυομενῃ λυομενῳ Acc. λυομενον λυομενην λυομενον Nom. λυομενοι λυομεναι λυομενα Gen. λυομενων λυομενων λυομενων Dat. λυομενοις λυομεναις λυομενοις Acc. λυομενους λυομενας λυομενα Bijzonderheden van het participium praesens ► De mannelijke en onzijdige actieve vormen worden verbogen als de gemengde groep (ὁ σωτηρ, τὸ σωμα) ► De vrouwelijke actieve vormen worden verbogen volgens de eerste groep: ἡ θαλαττα ► Alle mediale vormen gaan uit op–μενος, μενη, μενον Vertaling van het participum praesens Je kunt elk participium op verschillende manieren vertalen. Letterlijk ► Bijvoeglijk ► Bijwoordelijk ► Letterlijke vertaling ► Ὁ Ὀδυσσευς κλαιων οὐκ ἐδυνατο λεγειν Odysseus, huilend, kon niet spreken. ► Ὁ Ὀδυσσευς μιμνῃσκομενος τὴν γυναικα, ἐκλαιεν Odysseus, zijn vrouw herkennend, huilde. Vertaling met een bijvoeglijke bijzin ► Zoals een bijvoeglijk naamwoord, een woord is dat iets extra’s vertelt over een zinsdeel, is een bijvoeglijke bijzin een zin die iets extra’s vertelt over een zinsdeel. We gebruiken bij het vertalen van deze zinnen een betrekkelijk voornaamwoord: die, dat ► Ὁ Ὀδυσσευς κλαιων οὐκ ἐδυνατο λεγειν Odysseus, die huilde, kon niet spreken. ► ► ► Ὁ Ὀδυσσευς μιμνῃσκομενος τὴν γυναικα, ἐκλαιεν Odysseus, die zijn vrouw herkende, huilde. Vertaling met een bijwoordelijke bijzin ► Een bijwoordelijke bijzin is een bijzin die een bijwoordelijke bepaling geeft. Met andere woorden: een bijwoordelijke bijzin vertelt, hoe, wanneer, waarom, waar etc. iets gebeurt. Een bijwoordelijke bijzin wordt ingeleid door een voegwoord (terwijl, omdat, hoewel etc.). ► Ὁ Ὀδυσσευς κλαιων οὐκ ἐδυνατο λεγειν Odysseus kon niet spreken, omdat hij huilde. Odysseus kon niet spreken, terwijl hij huilde ► Ὁ Ὀδυσσευς μιμνῃσκομενος τὴν γυναικα, ἐκλαιεν Odysseus huilde, omdat hij zijn vrouw herkende Odysseus hulide, terwijl hij zijn vrouw herkende etc. Lidwoord + participium ► Wanneer het lidwoord in het Grieks direct voor het participium staat, heeft dit gevolgen voor de vertaling. Het participium gaat zich dan als bijvoeglijk naamwoord of zelfstandig naamwoord gedragen. ►ὁ κλαιων Ὀδυσσευς: de huilende Odysseus ►ὁ κλαιων: de huilende (man). Het participium van de aoristus ► De vormen bestaan steeds uit de stam (λυ) plus de kenmerkende letters van de vorm (σα of θε /θει), plus de uitgang van het participium. ► De verbuiging van het participium van de thematische aoristus is hetzelfde als die van het participium van het praesens (λυων, λυουσα, λυον). De uitgangen komen achter de aoristus-stam: λαβ-ων, λαβ-ουσα, λαβ-ον) De verbuiging is derhalve niet integraal opgenomen. ► De mannelijk en onzijdige vormen van de aoristus worden verbogen volgens de gemengde groep, de vrouwelijke vormen volgens de α / η groep. Het vertalen van het participium van de aoristus ► Ook het participium aoristi kan je letterlijk, bijvoeglijk en bijwoordelijk vertalen. Belangrijk om te weten echter is dat de gebeurtenis die in het participium wordt uitgedrukt, voortijdig plaatsvindt aan het hoofdwerkwoord, terwijl een participium praesentis gelijktijdig aan het hoofdwerkwoord plaatsvindt. Wanneer je een participium aoristus bijwoordelijk vertaalt, kun je dus niet het voegwoord terwijl gebruiken, maar gebruik je nadat. Part.Aoristus Actief (sigmatisch) Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Nom. λυσας λυσασα λυσαν Gen. λυσαντος λυσασης λυσαντος Dat. λυσαντι λυσασῃ λυσαντι Acc. λυσαντα λυσασαν λυσαν Nom. λυσαντες λυσασαι λυσαντα Gen. λυσαντων λυσασων λυσαντων Dat. λυσασι λυσασαις λυσασι Acc. λυσαντας λυσασας λυσαντα Vertaling part. aoristus actief ► Ὁ ἀνηρ, λυσας την κορην, ὲχαιρεν. ► De man, het meisje losgemaakt hebbende, was blij (letterlijk) ► De man, die het meisje had losgemaakt, was blij (bijvoeglijk) ► De man was blij, nadat hij het meisje had losgemaakt. (bijwoordelijk) Participium Sigm. Aoristus Medium Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Nom. λυσαμενος λυσαμενη λυσαμενον Gen. λυσαμενου λυσαμενης λυσαμενου Dat. λυσαμενῳ λυσαμενῃ λυσαμενῳ Acc. λυσαμενον λυσαμενην λυσαμενον Nom. λυσαμενοι λυσαμεναι λυσαμενα Gen. λυσαμενων λυσαμενων λυσαμενων Dat. λυσαμενοις λυσαμεναις λυσαμενοις Acc. λυσαμενους λυσαμενας λυσαμενους Vertaling part. aor. medium ► Ὁ ἀνηρ, λυσαμενος, ἐχαιρεν. ► De man, zichzelf losgemaakt hebbende, was blij (letterlijk) ► De man, die zichzelf had losgemaakt, was blij (bijvoeglijk) ► De man was blij, nadat hij zichzelf had losgemaakt, (bijwoordelijk) Part. Sigm. Aor. Passief Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Nom. λυθεις λυθεισα λυθεν Gen. λυθεντος λυθεισης λυθεντος Dat. λυθεντι λυθεισῃ λυθεντι Acc. λυθεντα λυθεισαν λυθεν Nom. λυθεντες λυθεισαι λυθεντα Gen. λυθεντων λυθεισων λυθεντων Dat. λυθεισι λυθεισαις λυθεισι Acc. λυθεντας λυθεισας λυθεντα Vertaling part. aoristus passief ► Ἡ κορη, λυθεισα ὑπο του ἀνδρος, ἐχαιρεν. ► Het meisje, losgemaakt zijnde door de man, was blij. (letterlijk) ► Het meisje, dat losgemaakt was door de man, was blij (bijvoeglijk) ► Het meisje was blij, nadat ze was losgemaakt door de man. (bijwoordelijk) Het participium futuri Het participium van het futurum wordt gevormd door de stam (bijvoorbeeld λυ-) plus de kenletter -σ- en de uitgangen van de verschillende naamvallen. Let er op dat je de mediumvormen niet verwart met die van de aoristus (ze schelen slechts één letter!) Het participium van het futurum actief Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Nom. λυσων λυσουσα λυσον Gen. λυσοντος λυσουσης λυσοντος Dat. λυσοντι λυσουσῃ λυσοντι Acc. λυσοντα λυσουσαν λυσον Nom. λυσοντες λυσουσαι λυσοντα Gen. λυσοντων λυσουσων λυσοντων Dat. λυσουσι λυσουσαις λυσουσι Acc. λυσοντας λυσουσας λυσοντα Het participium van het futurum (medium) Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Nom. λυσομενος λυσομενη λυσομενον Gen. λυσομενου λυσομενης λυσομενου Dat. λυσομενῳ λυσομενῃ λυσομενῳ Acc. λυσομενον λυσομενην λυσομενον Nom. λυσομενοι λυσομεναι λυσομενα Gen. λυσομενων λυσομενων λυσομενων Dat. λυσομενοις λυσομεναις λυσομενοις Acc. λυσομενους λυσομενας λυσομενους Het vertalen van het participium futuri ► Het participium van het futurum vindt natijdig aan het hoofdwerkwoord plaats. Je kunt het daarom dus niet vertalen met voegwoorden als nadat of terwijl. Ook voor het participium futuri geldt dat je het letterlijk, bijvoeglijk en bijwoordelijk kunt vertalen. Het vertalen van het participium futuri actief ► Ὁ ἀνηρ, λυσων την κορην, χαιρει· ► De man, het meisje zullende losmaken, is blij. (letterlijk) ► De man, die het meisje zal losmaken, is blij. (bijvoeglijk) ► De man is blij, omdat hij het meisje zal losmaken (bijwoordelijk) Het vertalen van het participium futuri medium ► Ὁ ἀνηρ, λυσομενος, χαιρει. ► De man, zichzelf zullende losmaken, is blij. (letterlijk) ► De man, die zichzelf zal losmaken, is blij. (bijvoeglijk) ► De man is blij, omdat hij zichzelf zal losmaken. (bijwoordelijk). Belangrijk om te weten bij het vertalen van een participium De tijd waarin het participium staat geeft aan wat de verhouding is tot de persoonsvorm uit de hoofdzin. (gelijktijdig (praesens), voortijdig (aoristus), natijdig (futurum). Stel bij het vertalen als eerste de naamval van het participium vast. De naamval waarin het participium staat vertelt met welke constituent uit de zin je hem moet verbinden. Heel soms staat het participium op zichzelf, dan moet je hem vertalen als ware het een zelfstandig naamwoord. (ὁ λυων > de losmakende man) Vertaal een participium nooit als persoonsvorm! Op het moment dat je dit doet loopt de hele zin in de soep. Zorg dus altijd dat je een van de drie vertaalwijzen kiest. Samenvattend ► λυων: losmakend ► λυομενος: zichzelf losmakend ► λυσας : losgemaakt hebbende ► λυσαμενος : zichzelf losgemaakt hebbende ► λυθεις : losgemaakt zijnde ► λυσων : zullende losmaken ► λυσομενος : zichzelf zullende losmaken