Revitalisering Noordduinen - Landschap Noord

advertisement
Revitalisering Noordduinen
Lif-project LIFE09NAT/NL/000417
Natuurherstel in de Noordduinen, verslag Life-symposium
28 juni 2013 in Callantsoog
Als onderdeel van de revitalisering van de Noordduinen tussen den Helder en Callantsoog
organiseerde Landschap Noord-Holland op vrijdag 28 juni 2013 een LIFE expertmeeting voor
duinbeheerders en -onderzoekers uit Europa in Callantsoog. Onderwerp van deze bijeenkomst
was: ‘ Rimpelroos en andere houtige gewassen, exoten om te beteugelen’.
Een interessant onderwerp waar onder leiding van Frank van Pamelen de sprekers met de aanwezige
beheerders en onderzoekers kennis deelden met de bestrijding van verschillende houtige exoten in
de duinen van Nederland, België, Duitsland en Groot Brittannië. Belangrijk onderwerp bijvoorbeeld
was de in het verleden aangeplante Japanse rimpelroos Rosa rugosa die inmiddels 6 hectare bedekt
van de zeldzame grijze duinen in de Noordduinen.
Hoofd duurzaam beheer Elly Kuiper van Landschap Noord-Holland heette alle aanwezigen welkom en
leidde de aanwezigen vanaf de start van het LIFE project in 2005 naar de aankoop van het
defensieterrein in 2008 inclusief het weloverwogen behoud van de langste opstijgbaan ter wereld.
Ook de archeologische vondst van het skelet van een Britse soldaat uit de Vergeten Oorlog in 1799,
gevonden bij het plaggen/chopperen, kwam langs. Doel van het project was de biodiversiteit van het
gebied te laten toenemen en de unieke grijze duinen te herstellen.
Ecoloog Martin Witteveldt vertelde meer in detail over het project Revitalisering Noordduinen, de
belangrijke waarden die dit gebied in zich heeft en de verschillende soorten planten en dieren die
door het natuurherstel weer een kans krijgen. Door de relatief smalle duinen is het herstellen van de
dynamiek in het duingebied en daarmee de biodiversiteit nog niet zo eenvoudig. Het zand stuift snel
op de naastgelegen weg en huizen. Een oplossing ligt niet voor het oprapen. Bij het beheer van het
gebied is het balanceren tussen veiligheid, regelgeving en behoud van historische en natuurwaarden.
Verslag Expertmeeting Noordduinen – 28 juni 2013
Het beteugelen van de Japanse rimpelroos Rosa rugosa hoort hier bij en Roelf
Hovinga, beheerder bij Landschap Noord-Holland deelde de ervaringen met deze
van oorsprong Aziatische soort. Vanuit Azië naar Europa gehaald, in tuinen in de 18e
eeuw verschenen en later ontdekt als makkelijke soort om langs wegen in de
kuststreek te planten. Dit resulteerde in een invasie in de 20e eeuw. Toen ook bleek dat de
rimpelroos zouttolerant is, zeer diep wortelt en grondwater kan bereiken tot wel 2,5 meter diep en
daarmee weinig gevoelig is voor droogte.
Dit effect is ook in de Noordduinen zichtbaar. Was het gebied in 2005 voor slechts 1-2% bedekt met
de Japanse rimpelroos, in 2013 is dit opgelopen naar 2-3% de rimpelroos kent een groei van
gemiddeld 5% per jaar. Als Landschap Noord-Holland niets doet, groeit er straks alleen maar Japanse
rimpelroos. Maar hoe is de soort te beteugelen?
Mede door strenge regelgeving en de controverse tegen bestrijdingsmiddelengebruik in
natuurgebieden is er in 2011 een pilot gestart om te onderzoeken welke methode het beste werkt in
dit gebied. Het beste resultaat levert het snoeien voor half maart en het behandelen van de jonge
bladeren met bestrijdingsmiddel met Triclopyr. Dit dient eenmaal herhaald te worden. Het resultaat
bij de pilot was een afname van 100%. Daarom werd besloten dit op grotere schaal toe te passen.
Helaas vielen de resultaten nu tegen. De rimpelroos verdween niet voor 100% maar voor slechts
50%. Oorzaken hiervan zijn waarschijnlijk het langere tijdsbestek tussen het snoeien en de
behandelingen en de weersomstandigheden in 2012. Op basis hiervan heeft Landschap NoordHolland gekozen voor behandelen in augustus, bij snoeien direct behandelen en dit te herhalen in
juni 2013.
Enkele methoden die gebruikt worden bij de bestrijding van rimpelroos zijn:
o
o
o
o
o
Begrazing door Schotse hooglanders, schapen en geiten;
Continueren van behandelingen met bestrijdingsmiddel;
Afdekken met plastic om de wortels te verstikken;
Uitgraven met wortels en al;
Het voorkomen van nieuwe aanplant door gemeenten, hoveniers, RWS en particulieren.
Leon Terlouw, adviseur Natuur & Recreatie, bij PWN waterleidingbedrijf Noord-Holland deelde zijn
ervaringen met de bestrijding van de Amerikaanse vogelkers Prunus serotina in de Kennemerduinen.
Verwijderen van de zaadbomen om te voorkomen dat het dweilen was met de kraan open was de
eerste stap. Gezien de beperkte periode dat de zaden kiemkrachtig zijn (<5 jaar) is verwijderen van
zaaddragers eerste prioriteit. Het volgende seizoen volgde en er een explosie van nieuwe plantjes
verscheen. Dit was te verwachten omdat ruim 90% van de zaden in de onmiddellijke omgeving van
de zaadboom valt. Drukbegrazing met schapen, liefhebbers van de jonge plantjes, gaf direct resultaat
in aangezicht van het gebied maar discipline is vereist omdat vaak teruggekomen moet worden op
dezelfde plek om zaailingen uit te putten.
Gebruik van bestrijdingsmiddelen lag ook in deze duinen zeer gevoelig in combinatie met de
verantwoordelijkheid voor het drinkwater en veel uitleg was nodig aan omwonenden en media.
Verslag Expertmeeting Noordduinen – 28 juni 2013
Conclusie is dat er veel energie in gestopt moet worden om invasieve houtige
gewassen te beteugelen en dat het van belang is zaadverspreiding en verdere
uitbreiding zo mogelijk in een vroeg stadium te stoppen. Belangrijkste advies is om
samen te werken met de belanghebbenden en met de buren, de kennis over
invasieve uitheemse soorten te delen. Het meest effectief en met de minste bijwerking op het
gebied is het om de soorten die woekeren in een vroeg stadium van vestiging aan te pakken.
Alertheid op voorkomen en verspreiding van invasieve exoten is en blijft nodig en is (helaas) nooit
klaar. Conclusie is dat er veel energie in gestopt moet worden om houtige gewassen te beteugelen
en dat het van belang is om van binnen naar buiten te werken. Belangrijkste advies is om samen te
werken met de buren, andere belanghebbenden en de kennis over invasieve uitheemse soorten te
delen. Doel is om de soorten die woekeren bij de kiem te kunnen aanpakken. Het is makkelijker om 5
plantjes te verwijderen dan hele bossen.
De laatste soort die aan bod kwam is de Duindoorn Hippophae rhamnoides. Paul Rooney ‘senior
lecturer’ en ‘director van het Sand Dune and Shingle Network’ en ‘head of department Geography of
Liverpool Hope University’ vertelde over de ervaringen in Groot Brittannië rond de duindoorn en het
duinbeheer.
De duindoorn komt nu langs de hele kustlijn van Groot Brittannië voor. De Duindoorn is aangeplant
door mensen en daarmee is de verspreiding in de laatste 40 jaar snel toegenomen. Gekozen is voor
een strategische benadering van de duindoorn.
Kernvragen hierbij liggen breder en zijn onder andere; welke lange termijn visie is er op de duinen
nationaal en internationaal, wat is de huidige status quo en welke methoden zijn er om deze
soort(en) te beteugelen? Willen we de soort(en) terugdringen of het klimaat (met de
onvoorspelbaarheid van de huidige klimaatverandering) en de natuur haar eigen ritme laten kiezen?
Veel vragen waar niet direct antwoorden op zijn. Doel is om naar een eenduidige nationale en
wellicht ook Europese strategie te werken door samenwerking aan te gaan. Paul Rooney deelde
tevens zijn zorg dat de ‘’dynamic & shifting dunes’ worden bedreigd op een Europese schaal, in Groot
Brittannië, in Nederland en ook in België. Dit behoort vanuit zijn optiek tot de top 4 van de
uitdagingen waar wij voor staan. De focus ligt op het beschermen van kwetsbare gebieden en hier de
soorten te bedwingen door duidelijke richtlijnen voor beheer op te stellen.
Delen van kennis is essentieel en daarom is in 2005 het ‘Dune & Shingle Network’ gestart. Hiermee
wordt de verbinding gelegd tussen de wetenschap en het beheer van natuurgebieden. Het netwerk
doet dit door een combinatie te maken van bijeenkomsten en een regelmatig verschijnende digitale
nieuwsbrief met de actuele opgedane kennis over verschillende exoten in duingebieden. De oproep
aan de aanwezigen om lid te worden van het netwerk om wetenschap en landschapsbeheer samen
te laten komen. http://coast.hope.ac.uk/
In de discussie die volgde gaven de aanwezigen in de zaal aan dat het niet goed is om
wetenschappelijk onderzoek af te wachten voordat er ingegrepen kan worden. Het is beter om een
nieuwe invasieve soort in de kiem te smoren dan onderzoek af te wachten en (op een later moment)
grote gebieden te moeten bewerken. Ervaringen uit het veld en de wetenschap dienen samen te
komen en snel handelen is geboden zo bleek uit de verschillende reacties in de zaal.
Verslag Expertmeeting Noordduinen – 28 juni 2013
Nu is het vaak zo dat beheerders acties in gang zetten waarvan ze niet weten of de
methode gaat werken. In sommige gevallen is dit door collega-beheerders al
gedaan met goede of minder goede resultaten. Dit kost te veel geld en het delen
van de opgedane kennis is veel efficiënter, nu financiële middelen voor beheer
afnemen.
Ander punt dat ingebracht wet is het lastige van de soms tegenstrijdige krachten van de Flora &
Faunawet aan de ene kant en de verplichting vanuit Natura 2000 om flora en fauna in stand te
houden. Dit maakt het voor beheerders nodig om samen te werken en op politiek niveau te lobbyen.
Invasieve uitheemse soorten dienen in de kiem gesmoord te worden om na enkele jaren niet voor
een veel groter probleem van bestrijding te staan als beheerder. Ook de klimaatverandering en de
effecten hiervan betekenen dat het niet zeker is hoe de effecten van natuurbeheer zijn op de korte
en de langere termijn.
Alle aanwezigen sloten de expertmeeting af met het gemeenschappelijke beeld dat er duidelijk
doelen en ambities gesteld moeten worden op een Europese schaal door samenwerking met
Universiteiten, landelijke en lokale overheden, natuurbeschermingsorganisaties, beheerders en de
bestaande netwerken zoals de EUCC.
Landschap Noord-Holland
Postcode 222
1850 AE Heiloo
www.landschapnoordholland.nl
Project informatie: www.noordduinen.info
Verslag Expertmeeting Noordduinen – 28 juni 2013
Download