DANS Infectieuze aandoeningen Babesia en Borrelia infecties bij de hond Christine J. Piek DipECVIM-CA, PhD, DVM Department of Clinical Sciences of Companion Animals, Utrecht University The Netherlands [email protected] De rode draad van deze drie lezingen zijn infectieziekten die door stekende teken, vlooien en muskieten worden overgebracht. In Nederland zijn dat onder andere vlooien die de kat met Hemoplasma felis kunnen besmetten en teken die besmet zijn met de Borrelia bacterie (ziekte van Lyme). Infecties die door in het zuiden van Europa voorkomende teken en zandvliegen worden veroorzaakt zijn Leishmaniasis, Babesiosis en Ehrlichiosis. Aandacht zal er zijn voor de kenmerken van de verschillende infecties, de parasiet die ze veroorzaakt, en hoe de overdracht verloopt. Ook worden de klinische verschijnselen die ze veroorzaken besproken. En uiteraard ook hoe ze gediagnostiseerd en behandeld worden. Ook zal er aandacht zijn voor de preventie, want hier is een belangrijke taak voor de dierenartsassistent(e) weggelegd. De volgende groep ziektes die we bespreken wordt overgedragen door teken. De voornaamste leefgebieden van teken zijn bos en struikgewas. Een tekenbeet zelf doet niet echt pijn maar kan een vervelende jeukende ontsteking veroorzaken. In sommige gevallen kunnen deze teken ziektes overdragen op uw hond. De teek wordt dan de vector van de ziekte genoemd. Er zijn verschillende soorten teken. Samen met mijten vormen teken een groep parasieten die wordt ingedeeld bij de spinachtigen. Net als spinnen hebben ze acht poten. Maar bij een teek kun je niet zoals bij een spin de kop duidelijk herkennen. De kop is veel kleiner dan het lichaam. Een teek die nog geen bloed gedronken heeft ziet er uit als een klein, meestal donker gekleurd en glimmend schildje. Afhankelijk van de soort zijn ze hooguit een paar mm lang. Onder het randje steken de acht kleine pootjes uit. Tijdens het drinken zwelt de vrouwtjesteek op en verandert in een door het bloed paarsgekleurd bolletje van uiteindelijk wel een centimeter in diameter. Babesia infectie bij hond Een van de ziekten die door Zuid-Europese teken overgedragen wordt en in Nederland regelmatig gediagnostiseerd wordt, is Babesiosis. Het is een ziekte van de rode bloedcellen die vooral bij hond tot ernstige bloedarmoede kan leiden. De Dermacentor Reticulatus is een teek die met de Babesia parasiet besmet kan zijn. De Dermacentor teek komt in Nederland voor. Inmiddels al weer 10 jaar geleden was een deel van de Dermacentor teken in Nederland besmet met de Babesia parasiet en werd de ziekte Abstracts | European Veterinary Conference Voorjaarsdagen 2015 meerdere keren gediagnostiseerd. Gelukkig is de besmetting van de Nederlandse tekenpopulatie op dit moment weer verdwenen. Blijkbaar kunnen de met Babesia besmette teken in ons koude klimaat slecht overleven. In het zuiden van Europa, waar het klimaat warmer is, zijn veel van de Dermacentor teken met Babesia besmet. Ook komt daar de teek Rhipicephalus Sanguineus voor die ook met Babesia besmet kan zijn. Het komt regelmatig voor dat honden waarbij onvoldoende maatregelen zijn genomen om tekenbeten te voorkomen tijdens een verblijf in een Zuid-Europa een infectie op lopen met Babesia. De ziekteverschijnselen ontwikkelen zich pas 1-3 weken na infectie. Meestal dus als ze al weer thuis zijn. De verschijnselen van Babesiosis zijn aanvankelijk vaag. De honden zijn sloom, willen niet eten, en soms hebben ze koorts. In ongeveer een derde van de gevallen valt het de eigenaar op dat de urine rood verkleurd is. De bloedarmoede wordt meestal pas in enkele dagen later duidelijk. Om de infectie vroegtijdig te diagnosticeren, is het van belang dat de dierenarts op de hoogte is van de buitenlandse reis van de hond. Babesia kan in het acute stadium heel goed onder de microscoop aangetoond worden in een bloeduitstrijkje. Dit is een snelle methode waarbij de infectie direct in de praktijk vastgesteld kan worden. De behandeling bij een ongecompliceerde Babesia infectie bestaat uit 2 injecties met een imidocarb dipropionaat met twee weken tussentijds. Bij vrijwel alle honden leidt dit tot volledig herstel. Bij een laat onderkende of ernstige infectie kunnen complicatie met betrekking tot nier- en leverfunctie en de bloedstolling optreden. Dan is een intensieve behandeling nodig en dit heeft een duidelijk slechtere prognose (1). De ziekte van Lyme Een belangrijke teek in Nederland is de “schapenteek” (Ixodes Ricinus). Deze teek kan de Borrelia burgdorferi bacterie overdragen die bij de mens de ziekte van Lyme geeft. Deze teek kan ook op de hond bloedzuigen. Gelukkig blijkt de hond nauwelijks tot niet gevoelig voor de ontwikkeling van de ziekte van Lyme. Ondanks het feit dat bij veel honden antistoffen tegen de ziekte van Lyme gevonden worde, blijkt uit onderzoek dat deze honden geen ziekteverschijnselen als gevolg van de infectie hebben ontwikkeld. Ook uit proefdieronderzoek blijkt dat het niet makkelijk is om verschijnselen van een infectie met Borrelia bij de hond op te wekken. De belangrijkste verschijnselen die het gevolg waren van een experimentele Borrelia infectie bij de www.voorjaarsdagen.eu DANS Infectieuze aandoeningen hond zijn gewrichtsontsteking en koorts. In de loop der jaren is er veel discussie geweest onder specialisten die zich met dit onderzoeksgebied bezig houden over de vraag wat de gevolgen zijn van een besmetting met de Lyme bacterie voor een hond. De uitkomst van deze discussie is dat een verdenking op de ziekte van Lyme alleen gerechtvaardigd is als alle andere mogelijke oorzaken van een gewrichtsontsteking al door onderzoek zijn uitgesloten. Een tweede voorwaarde is dat door laboratoriumonderzoek aannemelijk gemaakt moet worden dat tijdens het optreden van de ziekteverschijnselen een actieve Borrelia infectie in de hond aanwezig was (2). Alle bovenstaande infecties hebben gemeen dat ze worden overgebracht door stekende parasieten. Een effectieve bestrijding van ectoparasieten is dus een van de belangrijke pijlers waarop de preventie van deze infecties rust. Een dierenartsassistent(e) is een belangrijke schakel in de voorlichting van de eigenaar bij de keus van antiparasitica. Om een goed advies te kunnen geven ten aanzien van vlooien- en tekenbestrijding is belangrijk goed inzicht te hebben in de thuissituatie en leefomgeving van hond of kat en de eventuele wens of plan om het huisdier mee te nemen naar gebieden waar niet in Nederland voorkomende door teken en zandvliegen overgebrachte infecties voorkomen. Het is in het belang van de gezondheid van de honden en katten in uw praktijk dat u goed luistert en doorvraagt als een eigenaar komt met het simpele verzoek een voor een vlooien- en /of tekenband. Referenties 1.Irwin PJ. Canine babesiosis. Vet Clin North Am Small Anim Pract. 2010; 40 (6): 1141-56. 2. Littman MP, Goldstein RE, Labato MA, Lappin MR, Moore GE. ACVIM small animal consencus statement on Lyme disease in dogs: diagnosis, treatment, and prevention Journal of veterinary internal medicine / American College of Veterinary Internal medicine [Consensus Development Conference Research Support, Non-U.S. Gov’t]. 2006 Mar-Apr;20(2):422-34 Abstracts | European Veterinary Conference Voorjaarsdagen 2015 www.voorjaarsdagen.eu