Meetkunde 2 Spiegelen,verschuivenendraaien inhetvlak M4 Spiegelingenherkennenentekenen 200 M5 Eigenschappenvandespiegeling 205 M6 Symmetrie 208 M7 Verschuivingenherkennenentekenen 210 M8 Eigenschappenvandeverschuiving 216 M9 Draaiingenherkennenentekenen 218 M10 Eigenschappenvandedraaiing 224 M11 Depuntspiegeling 226 199 Ik heb geen speciaal tal Titel M4 1 Spiegelingenherkennenentekenen 609E C c A’ B’ B B d derechthoekABCD dedriehoekABC m A C’ B’ B m A’ C m = C’ A’ m A B’ A B B’ A’ D C C’ D’ Tekenhetspiegelbeeldt.o.v.derechtemvan: a b devierhoekABCD depuntenA,BenC m B’ C’ = C A c hetvierkantABCD B A A C’ A’ B D m = D’ A’ C A’ Kleurhetspiegelbeeldvanhetvierkant: • • • roodnaspiegelingtovx groennaspiegelingtovy blauwnaspiegelingtovp x y p 200 M4 Spiegelingenherkennenentekenen D’ B C D C’ B’ B’ 611B ig Einstein b hetlijnstuk[AB] depuntenA,BenC A 610E ik ben enkel nieuwsgier Tekenhetspiegelbeeldt.o.v.derechtemvan: a ent, m 612V* Coördinatenbijdespiegeling. y a Tekenhetspiegelbeeldvanderechthoek ABCDmetyalsspiegelas Benoemjespiegelbeeldenalsvolgt:A',B',C' enD' b Tekenhetspiegelbeeldvanderechthoek ABCDmetxalsspiegelas Benoemjespiegelbeeldenalsvolgt:A'',B'',C'' enD'' c B’ A’ 7 6 5 4 3 2 1 A B C’ D’ D C –7 –6 –5 –4 –3 –2 –1 0 1 2 3 4 5 6 7 –1 C’’ –2 D’’ –3 –4 –5 –6 A’’ B’’ –7 x Bepaaldecoördinaten: Coördinaatvan hetoorspronkelijkepunt Coördinaatvanhetpuntdat gespiegeldwordtt.o.v.dex–as Coördinaatvanhetpuntdat gespiegeldwordtt.o.v.dey–as A( 2 , 5 ) A'( –2 , 5 ) A''( 2 , –5 ) , 5 ) B( 5 B'( –5 , 5 ) B''( 5 , –5 ) , 1 ) C( 5 C'( –5 , 1 ) C''( 5 , –1 ) , 1 ) D( 2 D'( –2 , 1 ) D''( 2 , –1 ) d Watgebeurtermetdex–coördinaatalsjespiegelttovdex–as? De x coördinaat verandert niet na een spiegeling t.o.v. de x­as. e Watgebeurtermetdey–coördinaatalsjespiegelttovdex–as? De y coördinaat verandert van teken na een spiegeling t.o.v. de x­as. f Watgebeurtermetdex–coördinaatalsjespiegelttovdey–as? De x coördinaat verandert van teken na een spiegeling t.o.v. de y­as. g Watgebeurtermetdey–coördinaatalsjespiegelttovdey–as? De y coördinaat verandert niet na een spiegeling t.o.v. de y­as. h Vuldetabelin Coördinaatvan hetoorspronkelijkepunt Coördinaatvanhetpuntdat gespiegeldwordtt.o.v.dex–as Coördinaatvanhetpuntdat gespiegeldwordtt.o.v.dey–as (–37,18) (–37,–18) (37,18) (0,–75) (0,75) (0,–75) (–34,0) (–34,0) (34,0) (–67,–91) (–67,91) (67,–91) Spiegelingenherkennenentekenen M4 201 613B Tekendespiegelassena,bencalsjeweetdat: sa(P)=P' sb(P)=P'' sc(P)=P''' a P P’ P’’ P’’’ b c 614B BepaalhetsnijpuntPvandespiegelassen. sx(A)=A' sy(B)=B' A' A B B' P 615E IsdefiguurF'hetbeeldvandefiguurFdooreenspiegelingt.o.v.derechtea? Indienja,tekendandespiegelas. a b A B A D' C ja C' F' C' B' A' ja neen DerechteBFisdespiegelas.Kleurhetspiegelbeeldvandeblauwedriehoekgroen. A a B C H O D G F M4 B B' C' B' 202 F C F' F A' 616V* B C D F' A' A F a a c E Spiegelingenherkennenentekenen [ED] SGC([AB])= f S AE ([BC])=[HG] [BC] b SHD([FE])= g S GC (A)=E c h S GC ([DC)=[BC [AB] SAE([AH])= D d SFB(H)= i S AE (D)=F e j S BF (CD)=AH FE SCG(AH)= 617B ZijndepuntenAenBt.o.v.dezelfdespiegelasgespiegeld? Zoja,tekendespiegelas. Zoneen,verklaarwaaromniet. a b A a c B A B’ A’ B B A b A’ B’ A’ B’ Neen, spiegelassen vallen niet samen. de d e A f A = A’ A’ B A B’ A’ B B’ B = B’ het punt B (= B') ligt niet op Neen, Neen, het punt A (= A') ligt niet op de spiegelas van [AA'] 618B de spiegelas van [BB'] Neen, de spiegelassen vallen niet samen. Tekenhetspiegelbeeldvandehalfrechte[ABt.o.v.rechtex. a b B A B A x A’ B’ B’ c d B B’ a x B A’ A’ A x x A B’ Hoeveelpuntenmoetjespiegelenomhetspiegelbeeldvaneenhalfrechtetekunnentekenen? 2 Het grenspunt A. b Welkpuntvandehalfrechtemoetjealtijdspiegelen? c Het snijpunt zelf. Watishetspiegelbeeldvaneensnijpuntmetdespiegelasendehalfrechte? Een willekeurig punt. d Welkpunthebjegespiegeldalshetgrenspuntopdespiegelasligt? e Watmerkjeopalsderechteloodrechtopdespiegelasstaat? Het beeld van de halfrechte staat loodrecht op de spiegelas en de drager van de halfrechte valt samen met de drager van het beeld Spiegelingenherkennenentekenen M4 203 619V* • Spiegel,doorzoweinigmogelijkpuntentespiegelen,derechtenaenbt.o.v.rechtem. • Noemdespiegelbeeldena’enb’. a b m a a’ b’ m b = b’ 620V* a’ a b Jespeeltbiljart.JewenstmetbalAviadebovenstebandbalB teraken.Ditwilzeggendatdespeelbaleerstdebovensteband raaktendaarnaspeelbalB.Maakdeconstructie. TIP:JemoetnaarhetspiegelbeeldvanBtovdebovenstebandmikken B' B A 621V** Jespeeltbiljart.Jegeeftgeeneffect.JewenstmetbalA,balBteraken.NumoetbalAechtereerst tweebandenraken.EerstbandIendanbandII.Maakdeconstructie. TIP:JemoetnaarhetspiegelbeeldvanbalBmikken B' B BandII A BandI 204 M4 Spiegelingenherkennenentekenen M5 Eigenschappenvandespiegeling 622E Gegeven:sM([AB])=[A'B'] a |AB|=5cm |A'B'|=5 cm b Welkeeigenschapvandespiegelinghebjegebruiktomditantwoordtevinden? De spiegeling behoudt de lengte van een lijnstuk. 623E • IsdefiguurF’hetbeeldvandefiguurFdooreenspiegelingt.o.v.derechtea? • Verklaarwaarom(niet). a b c a a a F F F' F F' Ja Neen. 624B De lengte blijft niet bewaard. IsfiguurF’hetbeeldvanfiguurFdooreenspiegeling? Zoja,tekendandespiegelas Zonee,verklaarwaaromniet. a F' Neen. De oriëntatie van hoeken is niet omgekeerd. b F’ F F’ F Neen, de oriëntatie van hoeken werd niet omgekeerd. c d F F’ F F’ Neen, de lengte blijft niet bewaard. 625V* IsfiguurF’hetbeeldvanfiguurFdooreenspiegeling? Zoja,tekendandespiegelas Zonee,verklaarwaaromniet. a b F c F F’ F’ F F’ Neen, de lengte blijft niet bewaard. Eigenschappenvandespiegeling M5 205 626B Spiegelzoweinigmogelijkpuntent.o.v.derechtemomhetbeeldvandevierhoekentevinden. a RechthoekABCD A B m D • • C C’ B’ D’ Hoeveelpuntenhebjegespiegeld? Welkeeigenschap(pen)vandespiegelinghebjegebruikt? A’ 2 Een spiegeling behoudt de evenwijdigheid. Een spiegeling behoudt de lengte van een lijnstuk. Een spiegeling behoudt de grootte van een hoek. b RuitEFGH E’ m E H F’ F H’ G’ G • • 2 Hoeveelpuntenhebjegespiegeld? Welkeeigenschap(pen)vandespiegelinghebjegebruikt? Een spiegeling behoudt de evenwijdigheid. Een spiegeling behoudt de lengte van een lijnstuk, grootte van een hoek. c TrapeziumKLMN • • Hoeveelpuntenmoetjetenminstespiegelenomeentrapeziumtespiegelen? Controleerdoortetekenen K 2 L N M M’ a L’ K’ • Welkeeigenschap(pen)vandespiegelinghebjegebruikt?N’ Een spiegeling behoudt de evenwijdigheid. Een spiegeling behoudt de lengte van een lijnstuk, grootte van een hoek. 206 M5 Eigenschappenvandespiegeling 627V* Gegeven:a//bena c. a Vulin:b ^ c b Spiegelderechtea,benctovrechtexSteunopdeeigenschappenvandespiegeling Hoeveelpuntenmoetjespiegelen? a b Twee c c b' Vulin:a’ // b’ en a’ ^ c’ ⇒ b’ c' a' c' x ruit. 628V* • Hetbeeldvaneenruitnaeenspiegelingiseen • WaaromisF’geenruit? De spiegelas is geen rechte. m A’ A D F B F’ B’ D’ C C’ 629V* Waaromishetspiegelbeeldvanhethuisnietmooirecht? De spiegels staan niet allemaal op één rechte lijn 630V** VandedriehoekABCzijntweehoekpuntenafgeknipt. Tekenhetzwaartepunt(hetsnijpuntvandedriezwaartelijnen)vandezedriehoekalseenzwaartelijngegevenis. TIP:Tekeneenspiegelasenzoekhetspiegelbeeldvandelijnstukken A Z C G z B Eigenschappenvandespiegeling M5 207 M6 Symmetrie 631B • Zijndefigurensymmetrisch? • Tekenallemogelijkesymmetrieassen a b Ja Ja d e Neen f Ja Ja b Ja d e Ja Symmetrie c Ja M6 • Zijndefigurensymmetrisch? • Tekenallemogelijkesymmetrieassen a 208 Neen 632B c f Neen Neen (hoofden zijn niet symmetrisch) Neen 633B Maakdefigurensymmetrisch. 634B Tekendesymmetrieassenindevlakkefiguren. Leesaandachtigdezinnen. 635V* • Zijnzewaarofnietwaar? • Verbeterdezinnendiefoutzijn. zinnen a waar Een driehoek met twee even lange zijden heeft symmetrieas. één x b nietwaar Eendriehoekmettweeevenlangezijdenheefttweesymmetrieassen Eendriehoekmetdrieevenlangezijdenheeftdriesymmetrieassen x c Eendriehoekmetéénsymmetrieasisgelijkbenig x d Eendriehoekmettweesymmetrieassenisgelijkzijdig Een gelijkzijdige driehoek heeft drie symmetrieassen. driehoek met juist twee symmetrieassen bestaat niet. Een e Eendriehoekmettweeevengrotehoekenheeftdriesymmetrieassen Een driehoek met twee even grote hoeken heeft symmetrieas. één f Eendriehoekwaarbijdedriehoekeneenverschillendegroottehebbenissymmetrisch Een driehoek met drie even grote hoeken is symmetrisch. x x x Symmetrie M6 209 636B Tekendevolledigefiguuralsjeweetdatxeensymmetrieasis. x M7 Verschuivingenherkennenentekenen 637E Omcirkeldewareuitspraken. a t_AB›(T)=V e t_AB›(I)=L b t_ ›(M)=L f › t_ PQ(P)=Q c t_AB›(P)=V › g t_ PQ(B)=Z AB d t_AB›(L)=M 638E L I M K A › h t_ PQ(M)=T DeverschuivingwordtbepaalddoordevectorAB. VerschuifdepuntenXenY. M7 Verschuivingenherkennenentekenen V B Z Q A B Y’ 210 T P X’ Y X 639E DeverschuivingwordtbepaalddoordevectorKL. VerschuifdepuntenM,N,OenP. O M K N L P O’ M’ N’ 640B DeverschuivingwordtbepaalddoordevectorXY. TekendepuntenA,B,CenD. D X A B P’ B’ C D’ Y C’ A’ 641V* VerschuifhetvierkantABCDvolgenst_XY›. a NoemjebeeldpuntenA’,B’,C’enD’ b Bepaaldecoördinaten +4 y +4 X( 1 , 6 ) Y( 6 , 10 ) A( 2 , 1 ) A'( 7 , 5 ) +5 +5 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 +4 Y X C( 6 , 5 ) C'( 11 , 9 ) +5 C A D A’ D’ x +4 B( 2 , 5 ) B'( 7 , 9 ) B C’ 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1011 +4 B’ D( 6 , 1 ) D'( 11 , 5 ) +5 +5 Watgebeurtertelkensmetdex–coördinaatbijdezeverschuiving?Noteerditbijdepijl Bij de x­coördinaat wordt steeds 5 opgeteld. Watgebeurtermetdey–coördinaatbijdezeverschuiving?Noteerditbijdepijl Bij de y­coördinaat wordt steeds 4 opgeteld. c BepaaldecoördinatenvanE’enF’zonderdepuntentetekenen t_XY›(E)=E' en t_XY›(F)=F' E(0,6) (0 + 5, 6 + 4) = E’(5,10) E' (4 + 5, ­3 + 4) = F’(9,1) F(4,–3) F' Verschuivingenherkennenentekenen M7 211 642V* VerschuifdevijfhoekABCDEvolgensvectorw. y A’ B’ C’ E’ 4 w A B D’ C 4 x E D a BepaaldecoördinatenvanA,B,C,DenE b BepaaldecoördinatenvanA’,B’,C’,D’enE’ c Bepaaldecoördinaatvanheteindpuntvandevectordiedeverschuivingbepaalt A( –2 , 2 ) B( 1 , 2 ) C( 2 , 0 ) A'( 5 , 7 ) _› 7 5 w( ,) B'( 8 , 7 ) C'( 9 , 5 ) D( –1 , 3 ) D'( 6 , 8 ) E( –3 , –1 ) d Bereken: E'( 4 , 4 ) e • Hetverschilvandex–coördinaatvanA’endex–coördinaatvanA • Hetverschilvandex–coördinaatvanC’endex–coördinaatvanC • Hetverschilvandex–coördinaatvanE’endex–coördinaatvanE Bekijkdex–coördinaatvanelkpuntenzijnbeeldWatsteljevast? Weetje _ › Eenverschuivingw( 7,5)toepassenbetekent:deverschuiving waarbijhetbeginpuntalscoördinaat(0,0)heeftenalseindpuntcoördinaat(7,5) 5 – (­2) = 7 –2=7 9 – (­3) = 7 4 Bij de x – coördinaat wordt steeds 7 opgeteld om het beeld te vinden. f Berekenhetverschilvandex-coördinaatvanhetbeginpuntvandevectorendex-coördinaatvanheteindpunt vandevector 7–0=7 g Bereken: • Hetverschilvandey–coördinaatvanA’endey–coördinaatvanA • Hetverschilvandey–coördinaatvanC’endey–coördinaatvanC • Hetverschilvandey–coördinaatvanE’endey–coördinaatvanE h Bekijkdey–coördinaatvanelkpuntenzijnbeeldWatsteljevast? 7–2=5 –0=5 5 – (­1) = 5 4 Bij de y – coördinaat wordt steeds 5 opgeteld om het beeld te vinden. i Berekenhetverschilvandey-coördinaatvanhetbeginpuntvandevectorendey-coördinaatvanheteindpunt vandevector 5–0=5 j 212 M7 BerekendecoördinaatvanS’envanT’zonderdepuntentetekenenent_w›(S)=S'ent_w›(T)=T' S(–5,3) (­5 + 7, 3 + 5) = S’ (2,8) S' T(1,–6) (1 + 7, ­6 + 5) = T’ (8,­1) T’ Verschuivingenherkennenentekenen _ › 643V***• PasopfiguurFeenverschuivingv( –2,13)toe.JevindtfiguurF1. _› • DaarnapasjeopF1eenverschuivingw( –6,–5)toeenjevindtfiguurF2. (Dezevectorenhebbenalsbegincoördinaat(0,0)) a TekendepijlenvanfiguurFnaarfiguurF2 Ja (­8,8) b Bekomjeeenverschuiving? c Zoja,watisdecoördinaat? y A’ 8 A’’ E’’ –10 –8 B’’ Fig F2 –6 D’’ –4 Fig F1 E’ 6 B’ C’ D’ 4 2 C’’ 0 –2 2 4 6 8 10 x –2 A –4 E –6 F C( 8 , –7 ) D F1 F2 A'( 2 , 9 ) A( 4 , –4 ) B( 7 , –4 ) Fig F C –8 B _› v( –2,13) B'( 5 , 9 ) C'( 6 , 6 ) A''( –4 , 4 ) _› w( –6,–5) B''( –1 , 4 ) C''( 0 , 1 ) D( 3 , –8 ) D'( 1 , 5 ) D''( –5 , 0 ) E( 2 , –6 ) E'( 0 , 7 ) E''( –6 , 2 ) ( –8 , 8 ) 644V*** _› JanpastopFig.Feenverschuiving u( 0,5)toe.HijvindtFig.F1.NadienpasthijopFig.F 1eenver_ _ › › schuivingv(5,0)toeenvindtFig.F2.Opdezelaatstefiguurpasthijw( –5,–5)toeenbekomtuiteindelijkFig.F3. • • Maakeenschemavandeverschillendeverschuivingen Geefdecoördinatenvanvolgendeverschuivingen: a verschuivingFigFnaarFigF2: b verschuivingFigF1naarFigF3: c verschuivingFnaarF3: d verschuivingF2naarF1: (0 + 5, 5 + 0) = (5,5) (5 +(­5), 0 + (­5)) = (0,­5) (0 + 5 – 5, 5 + 0 – 5) =(0,0) (­5,0) Verschuivingenherkennenentekenen M7 213 645B WerdendepuntenAenBdooreenzelfdeverschuivingverschoven? Zoja,verschuifhetpuntCvolgensdezelfdeverschuiving. Zonee,verklaarwaaromniet. a A’ B’ b C’ c A’ B A’ B’ A B’ C A A B C Ja d A’ B’ Neen, de verschuivingen hebben Neen, de verschuivingen hebben een verschillende zin. een verschillende richting. e f B’ C’ A’ A A’ A B C A Neen, de verschuivingen hebben een verschillende lengte. 646B B C B B C C Ja B’ C’ Ja Onderzoekdefiguren.IsFig.F’hetbeeldvanFdooreenverschuiving? Zoja,tekendevectordiedezeverschuivingbepaalt. Zoneen,verklaarwaaromniet. A a F b c F F’ e B d F F P F’ f F F F’ F’ g F’ F Q T F’ U F’ b, d, e: de hoekpunten worden niet volgens dezelfde verschuiving verschoven is verschillend) (lengte figuur is gespiegeld f: de 647B Zijndebeweringenwaarofnietwaar? a RuiterBishetschuifbeeldvanruiterAdoordeverschuivingt_AB› Waar b RuiterAishetschuifbeeldvanruiterBdoordeverschuivingt_AB› Niet waar c RuiterAishetschuifbeeldvanruiterBdoordeverschuivingt_ › Waar B A I H BA › d RuiterDishetschuifbeeldvanruiterAdoordeverschuivingt_ AD Waar e RuiterIishetschuifbeeldvanruiterHdoordeverschuivingt_ › f RuiterEishetschuifbeeldvanruiterFdoordeverschuivingt_ › Niet waar Niet waar AB BA 214 M7 Verschuivingenherkennenentekenen D E F 648B Hierondervindje‘Skyandwater’vanM.C.Escher a Kanvogel2hetbeeldzijnvanvogel1dooreenverschuiving?Zoja:tekendevectoru b Kanvogel3hetbeeldzijnvanvogel1dooreenverschuiving?Zoja:tekendevectorv c Kanvis2hetbeeldzijnvanvis3dooreenverschuiving?Zoja:tekendevectorw d Kanvis2hetbeeldzijnvanvis1dooreenverschuiving?Zoja:tekendevectort 1 _ › v _› u 2 _ › 3 t _ › w 1 3 2 649B Behoudhetpatroonenmaakdetekeningaf. 650E DeverschuivingwordtbepaalddoorvectorLS.VerschuifhetlijnstukAB. a b S L c A’ A’ A S A’ L A A B’ 651E B L B DeverschuivingwordtbepaalddoorvectorPV.VerschuifdedriehoekABC. a b A’ A C P B’ B B’ B’ B S C’ V c A’ A B’ B C’ C P A P V C B A’ V B’ C’ Verschuivingenherkennenentekenen M7 215 M8 Eigenschappenvandeverschuiving 652B TekenhetbeeldvanhetvierkantABCDvolgenst_XY›. Verschuifzoweinigmogelijkpuntenomjebeeldtevinden. a A B D C A’ B’ Hoeveelpuntenhebjeverschoven? 1 X D’ b Welkeeigenschappenhebjetoegepast? Y C’ verschuiving behoudt de lengte van een lijnstuk. De De verschuiving behoudt de evenwijdigheid van rechten. Een lijnstuk en zijn beeld na een verschuiving zijn evenwijdig. 653B De verschuiving behoudt de hoekgrootte. Verschuiftelkensderechtemvolgenst_AB›. a b A B P m c P m’ P’ m A P’ B m’ Watisdeonderlingeliggingvaneenrechteenzijnschuifbeeld? Een rechte en zijn schuifbeeld zijn evenwijdig. d Hoeveelpuntenmoetjetenminsteverschuivenomhetbeeldvaneenrechtetevinden? Eén 654V* Tekent_AB›(m),t_AB›(p)ent_AB›(r). Noemdebeeldenm’,p’enr’. A P P’ R m’ p m 655B Teken∆X’Y’Z’dooreenverschuivingmet X’∊[OBenZ’∊[OAzodatdezijdenvan ∆X’Y’Z’envan∆XYZtweeaantweeeven langenevenwijdigzijn. B X’ O 216 M8 Eigenschappenvandeverschuiving r = r’ B X Y’ Z’ Y Z A R’ p’ 656B Eentekenaarheeftenkelefoutengemaaktbijhetverschuivenvanzijntekening.Verbeterdefouten opdetekening. 657B Vulhetpatroonverderaan. A B figuur 1 a a figuur 2 b figuur 3 figuur 4 figuur 5 HoekunjeFig1opFig2afbeelden? Door een spiegeling. b HoekunjeFig1opFig3afbeelden? Door twee spiegelingen over evenwijdige spiegelassen a en b of door een verschuiving t . 658B IsfiguurF'hetbeeldvanfiguurFdooreenverschuiving? Zoja,tekendevectordiedeverschuivingbepaalt. Zoneen,verklaarwaaromniet. a B A b c F' F' F F F' F Ja Neen de lengte en hoekgrootte e werden niet bewaard d F F' Ja Neen de oriëntatie van hoeken werd omgekeerd R L K f F F' F Neen het beeld van het lijnstuk is niet evenwijdig aan het origineel S Ja Eigenschappenvandeverschuiving F' M8 217 659V* Voertweespiegelingennaelkaaruit. a Sx(∆ABC)=∆A’B’C’ b Sy(∆A’B’C’)=∆A’’B’’C’’ c Hoekunje∆A’’B’’C’’nogbekomen? x Δ A"B"C" is het schuifbeeld van ABC. driehoek A’ A A’’ B B’’ B’ d Watisdeonderlingeliggingvandetwee spiegelassen? De spiegelassen zijn evenwijdig. e y C’ C Vulaan: Desamenstellingvantweespiegelingenwaarvan despiegelassenevenwijdigzijniseen C’’ verschuiving (t_› ). AA” 660V** Onderzoek. JekrijgttweepuntenBenCeneenrechtexOpdierechtexbeweegteenpuntAVoorelkestandvanAkunjeeen parallellogramABCDtekenenHetpuntDisbijgevolgookeenbewegendpuntOpwelkefiguurbeweegthetpuntD? (Dezeoefeningkunjeuittestenmetgeogebra) Punt D beweegt op een rechte evenwijdig aan x. B A A’ A’’ x D C D’ D’’ M9 Draaiingenherkennenentekenen 661B Bepaaldedraaihoeken. a b r(0, )(figF)=figF' r(0, )(figF)=figF' fig. F fig. F fig. F’ O 90° of –270° 218 M9 Draaiingenherkennenentekenen O fig. F’ –82° of 278° 662B Overwelkehoekdraaitdegrotewijzer? 10 minuten ⇒ 10 · (­6°) = ­60° 30 minuten ⇒ 30 · (­6°) = ­180°. 1 minuut ⇒ 1 · (­6°) = ­6°. 50 minuten ⇒ 50 · (­6°) = ­300°. Van0200uurtot0210uur Van1830uurtot1900uur Van2002uurtot2003uur Van0410uurtot0500uur 360° : 60 = 6° Op één minuut draait de grote wijzer over een hoek van 6°. 663E Voerdedraaiinguit.ZoekhetbeeldvandepuntenA,BenC. r(0,–60°) A' B C O A B' 664E C' Voerdedraaiinguit.Zoekhetbeeldvan[AB] r(0,95°)([AB]) B A B' O A' 665E Voerdedraaiinguit. r(0,45°)([DE]) r(0,–45°)(∆ABC) A' D B E C' E' D' B' O A C O Draaiingenherkennenentekenen M9 219 666B Vulin. a b c B A H r(A,–60°)(B)= F r(D,180°)(C)= F r(H,–120°)(B)= d r(H, (B)=D –60° ) e f H D r(F,–60° (H)=D ) r(B,120°)( H )= C G 667B C E F OnderzoekofA’hetbeeldisvanA. a b doorr(O,40°) doorr(O,70°) c A' doorr(O,75°) A' O 40° A 105° 70° A O Ja 668V* A' A O Neen, de draaizin is fout. –40° i.p.v. 40°. Neen, de hoekgrootte is fout: 105° i.p.v. 75°. Hanneheeftdevolgendedraaiingenuitgevoerd.Watisfoutgelopen? a b r(O,50°)(∆ABC)=∆A’B’C’ r(O,50°)([AB])=[A'B'] draaizin is fout. Het lijnstuk is in wijzerzin De gedraaid i.p.v. in tegenwijzerzin. B A en C zijn over een hoek van 50° gedraaid, maar Punten Hanne heeft bij het draaien van punt B haar geodriehoek A en B gedraaid over een hoek van 130°. verkeerd afgelezen De punten werden gedraaid over een hoek van 130°. B' B A' O C A’ A B’ O C’ 669V* a Voerdedraaiingenuit. r(C,90°)(A)=A' r(C,–270°)(A)=A'' A Watmerkjeop? Het punt A’ en het punt A” vallen samen. b Teldeabsolutewaardenvandetweedraaihoekenbij elkaaropWatsteljevast? De som van de absolute waarden van de twee draaiingshoeken is 360°. 220 M9 Draaiingenherkennenentekenen A' = A" C 670V* 5 Hoeveelgradenmoethetraddraaienom: a Inwijzerzinvanpositie1naarpositie2tegaan? 4 6 45° b Integenwijzerzinvanpositie1naarpositie2tegaan? 315° 3 c 7 Inwijzerzinvanpositie1naarpositie4tegaan? 135° d Integenwijzerzinvanpostitie1naarpositie4tegaan? 2 8 225° 1 671V* Deaardedraaitin365dagenronddezonintegenwijzerzin. Bepaaldeplaatsvandeaardena146dagen. 146 365 _ _ = 360 x 146 · 360 _ = 148 x = 365 A' 148° Antwoord: na 146 dagen is de aarde rond de zon met een hoek van 148° gedraaid 672V* A Z M' Demaandraaitin27,3dagenronddeaardeintegenwijzerzin. Bepaaldeplaatsvandemaanna21dagen. 27,3 _ _ = 7 360 x 7 · 360 x = _ = 92,3 27,3 M A 673V** Geefdekleinstmogelijkedraaihoekintegenwijzerzinvaneendraaiingdiedefiguuropzichzelf afbeeldt. a b 40° 360° : 9 = 40° c 90° 360° : 4 = 90° 90° 360° : 4 = 90° Draaiingenherkennenentekenen M9 221 674V* Welkvandeonderstaandefigurenkannietontstaandooreendraaiingvaneenvan deanderefiguren?Verklaarjeantwoord. figuur 1 figuur 2 Ja Neen figuur 3 figuur 4 Neen Ja O is het snijpunt van de diagonalen van het vierkant. r (O, Fig. 4 = Fig. 1 r (O,–180°) Fig. 4 = Fig. 1 r (O,–180°) Fig. 1 = Fig. 4 r (O, –180°) Fig. 1 = Fig. 4 180°) 675V* Eenkraanbestuurderkreegvanzijnopdrachtgeverdevolgende instructie:‘Verplaatsdestenenovereenhoekvan–120°.’Terplaatse merkthijdatereenboomindewegstaat. a Hoekandekraanbestuurdertochzijnopdrachtuitvoerenzonderdeboom omtehakken? b Tekendit s te boom stenen kraan kr a nen De kraanbestuurder kan de stenen een hoek van 240° draaien. over – 120° = 240°) (360° an 676V* • • • • Kunjefig.1opfig.2afbeeldendooreendraaiing? Kunjefig.3opfig.4afbeeldendooreendraaiing? Zoja,tekenhetcentrumendedraaihoek. Noteerdedraaiing. 3 4 1 2 222 M9 Draaiingenherkennenentekenen Ja r(0, –120°) Neen 677V* • • • DefiguurF’ishetdraaibeeldvandefiguurF. Rondwelkcentrumwerddefiguurgedraaid? Hoegrootisdedraaiingshoek? Noteerjeantwoordmetsymbolen. C’’ C C’ F’ F’ F C’’ F C’ C r r (C, –50°) 678V** (C, 45°) HetvierkantFkandoorverschillendedraaiingen opvierkantF’afgebeeldworden. A a Noteerdezedraaiingen b Tekentelkenshetcentrum r(A, –90°) r(B, 180°) r(C, 90°) r(B, –180°) r(C, –270°) r(A, 270°) F’ B F C 679V** Opdeeerstefiguurkunjezienhoeeenbijdanstomaantetonenwaar devoedselbronis.Dezonendevoedselbronvormeneenhoekvan120°. Hetkwispelendedeelvandedansvormtbijgevolgookeenhoekvan 120°metdeverticaleasvanhethoningraat. bovenkant kast zon 120° 120° kast onderkant kast a voedselbron Welkesituatiepastbijdezebijendans? bovenkant kast onderkant kast b Tekeneenovereenkomstige bijendansopdebijenraat Weetje Bijencommunicerendoor tedansenAlseenwerksternectargevondenheeft verteltzedeplaatsaande anderebijendoortedansenZevoerteenronde dansuitalsdebloemenin dedirecteomgevingvan debijenkorfstaaneneen kwispeldansalsdebloemen verderverwijderdzijnDe hoekvanhetrechte(kwispelende)stukjevandedans metdeverticaleasvanhet bijenraatkomtovereenmet dehoektussendebloemenendezonHoemeer zekwispelt,hoeverderde voedselbronverwijderdis Draaiingenherkennenentekenen M9 223 M10 Eigenschappenvandedraaiing 680B Eenrechthoekmeteenoppervlaktevan100cm²wordtgedraaidovereenhoekvan60°. a Watisdeoppervlaktevanhetdraaibeeld? b Welkeeigenschaphebjegebruikt? 681B Eenvierkantmeteenoppervlaktevan36cm²wordtgedraaidovereenhoekvan120°. a Watisdelengtevandezijdevanhetdraaibeeld? b Welkeeigenschaphebjegebruikt? 682B 100 cm² De draaiing behoudt de lengte van een lijnstuk. 6 cm De draaiing behoudt de lengte van een lijnstuk. Gegeven:r(A,90°) Gevraagd:Kleurhetdraaibeeldvandegekleurdedriehoek. A B E 683B Kleurhetbeeldvandeblauwezeshoekdoordedraaiing. • • • 684B r(A,–120°)groen r(C,–120°)rood r(E,180°)roze C D A Tekendoorzoweinigmogelijkpuntentedraaienr(K,–70°)( ABCD)= A'B'C'D'. a Hoeveelpuntenhebjegedraaidomhetbeeldte vinden Twee b Welkeeigenschap(pen)vandedraaiinghebje gebruikt? De draaiing behoudt de lengte een lijnstuk. De draaiing van de loodrechte stand van behoudt De draaiing behoudt de rechten. van rechten. evenwijdigheid A B D C 224 M10 Eigenschappenvandedraaiing C’ K B’ 685V* Tekendevolgendefiguurinderij. O O O O Verklaring: je moet telkens 1 trapezium draaien over 90° rond O. a' 686V* Bepaalhetdraaibeeldvanderechtea,benc. r(0,80°) b' Y' Gegeven:c//b c⊥ a c' X' c X b Y a O b'enc' ^ a' Vulin:c' // 687V** Hetsamenstellenvanspiegelingenmetsnijdendespiegelassen. Voerdevolgendespiegelingennaelkaaruit: • Sx(∆ABC)=∆A'B'C' • Sy(∆A'B'C')=∆A''B''C'' • Sz(∆A''B''C'')=∆A'''B'''C''' x C B y A’ A B’ O C’ C’’ B’’ B’’’ C’’’ a u A’’ A’’’ z HoekunjedriehoekA"B"C"nogbekomen? Je kunt driehoek ABC onmiddellijk afbeelden op driehoek A”B”C” door een draaiing. b HoekunjedriehoekA”’B”’C”’nogbekomen? Door een spiegeling t.o.v. de rechte u. tovderechteu Eigenschappenvandedraaiing M10 225 688B Hetdraaibeeldvanderuitisfout.Aanwelke eigenschappenwordternietvoldaan? De draaihoek is verschillend. Hierdoor de lengte van de lijnstukken niet blijft en verandert ook de grootte behouden hoeken. van de M11 Depuntspiegeling 689V* Teken: a b Depuntspiegelingvanhet lijnstukABmetspiegelpunt O sO(A) sO(B) WatishetpuntOvanfiguur AB’A’B? c Depuntspiegelingvanhet parallellogramABCDmet spiegelpuntO punt O is het symmetriepunt Het van dit vierkant. B’ A A A B B O O D A’ B’ C B’ TekensO(Fig.F). b a F’ F O O F’ 226 M11 Depuntspiegeling C’ D’ A’ B 690V* O F A’ 691* a y Tekenr(O,180°)(∆ABC)ennoemdebeeldpunten A’,B’enC’. A’ A b Bepaaldecoördinaten. A( –3 , 4 ) A'( 3 , –4 ) B B( –2 , 2 ) B'( 2 , –2 ) B’ 2 C’ C C( –5 , 1 ) C'( 5 , –1 ) 2 O c Watmerkjeop? C’’ B’’ De x ­ coördinaat en de y ­ coördinaat een tegengesteld teken. krijgen x A’’ 692V* Berekendecoördinaten. coördinaat coördinaatnadraaiingrond deoorsprongover180° (–35,8) (0,–14) (30,–7) (35,–8) (0,14) (–30,7) (8,92) (–5,7) 693V* coördinaatnaeenpuntspiegeling metdeoorsprongalscentrum (–8,–92) (5,–7) coördinaatnaeendraaiing ronddeoorsprongover360° (–35,8) (0,–14) (30,–7) (–8,­92) (5,­7) (35,–8) (0,14) (–30,7) (8,92) (–5,7) Hetsamenstellenvanspiegelingenmetloodrechtopelkaarstaandespiegelassen. a Voerdevolgendespiegelingennaelkaaruit: • Sx(∆ABC)=(∆A’B’C’) • Sy(∆ABC)=(∆A"B"C") b HoekunjededriehoekABCineenkeeropde driehoekA”B”C”afbeelden? een draaiing over 180° met de Met als centrum of een punt­ oorsprong met als spiegelpunt de spiegeling oorsprong. 694V* A C B” C” C’ A” A’ B B’ x Zijndefigurenelkaarsbeelddooreenpuntspiegeling? Zoja,duidhetcentrumaan. a d b ja ja y e ja c ja f neen neen Depuntspiegeling M11 227 695V* Onderzoek. a Teken,indienmogelijk,indenevenstaandefigurende symmetriepunteninblauwendesymmetrieassenin hetrood b Hebbenallesymmetrischefigureneensymmetriepunt? Neen c Zijnallefigurenmeteensymmetriepuntsymmetrisch? Neen 696B Teken: • sm(A)=A' • t_xy›(B)=B' • r(0,–70°)(D)=D' a HoeveelspiegelbeeldenvanAhebjegetekend? Eén A b HoeveelschuifbeeldenvanBhebjegetekend? B Eén c Eén A’ draaiverschuivingen Despiegeling, formaldenvantrans ingzijnvoorbee eeftelk h transformatie tiesVoorelke énbeeldpunt puntslechtsé m D’ IshetbeeldvandefiguurFhetresultaatvaneenspiegeling,eendraaiingofeenverschuiving? De figuren zijn elkaars beeld door met centrum O een draaiing O 228 X D O Weetje 697B B’ HoeveeldraaibeeldenvanDhebjegetekend? M11 Depuntspiegeling Y 698V* Vulin.Alledriehoekenindesterzijngelijkzijdig. a b sKH ([JI])= A c G L F K sKL(F)= d t_EJ›([FL)= B H M › t_ MH(G)= e r(M,–60°)(I)= f r(D,–60°)(J)= g sLI(∆GBH)= › h t_ LM(∆AGL)= E I J C i j k D l 699V* Onderzoek. r(K,–120°)(F)= (of SMH of SKM) B [LG J I Δ KEJ Δ GHM M t_CI› (G) =L r(H,180°) (B) =I A B= B’ 90° A’ a [LG] sGJ ([LK]) =[HI] A a M KunnenA’enB’hetresultaatzijnvaneenzelfdespiegeling? Zoja,tekendespiegelas Zoneen,verklaarwaaromniet B= B’ A’ Ja b KunnenA’enB’hetresultaatzijnvaneenzelfdeverschuiving? Indienja,tekendandevectorvandezeverschuiving Neen Zoneen,verklaarwaaromniet Elk punt wordt op dezelfde manier verschoven. Als één punt op zichzelf wordt afgebeeld, dan worden alle punten op zichzelf afgebeeld c KunnenA’enB’hetresultaatzijnvaneenzelfdedraaiing? Zoja,bepaalhetcentrumendedraaiingshoekvandezedraaiing Ja. Het centrum is B en de draaiingshoek is 90° of ­270° Zoneen,verklaarwaaromniet Depuntspiegeling M11 229 700V* Onderzoekdeverschillendepatronen.Ontdekopwelkemanierzegevormdwerden. • Kunjededraaiing,deverschuivingenofdespiegelingvinden? Duiddegegevensaanopdetekening • OntwerpzelfjeeigenbehangpapierTekeneeneenvoudigmotief VoerhieropeenspiegelinguitVerschuifvervolgenshetspiegelbeeldTenslottedraaijehetschuifbeeld Eigen ontwerp van de leerlingen 701V* a Kunjeeenvlinderdooreenspiegelingafbeeldenopeenanderevlinder?Zoja,duiddevlindersaanentekendespiegelas s (vlinder1) = vlinder 2 a b Kunjeeenvlinderdooreenverschuivingafbeeldenopeenandere vlinder?Zoja,duiddevlindersaanentekendevector a 1 3 t (vlinder3) = vlinder 4 c r(O, 120°) (vlinder 5) = vlinder 6 d Kunjeeenvlinderdooreenpuntspiegelingafbeeldenopeenandere vlinder?Zoja,duiddevlindersaanentekenhetspiegelpunt s (vlinder 6) = vlinder 7 A 230 M11 Depuntspiegeling A 5 Kunjeeenvlinderdooreendraaiingafbeeldenopeenanderevlinder?Zoja,duiddevlindersaanentekendedraaihoek 2 4 7 B A 6 0