1.1.1 ALGEMENE INLEIDING 1. WAT IS RECHT? Ontstaan Recht is ontstaan doordat men chaos wou voorkomen. Deze chaos vloeide voort uit het menselijk egoïsme Mens is egoïstisch (egocentrisch) maar toch moeten we ONVERMIJDELIJK samenwerken met anderen. Dit egoïsme lijdt tot diefstal, agressie, diefstal, verkrachting… Gevolg: Men is limieten gaan stellen en preventieve maatregels gaan invoeren. Recht is dus noodzakelijk om orde te scheppen. Definitie Recht is een geheel van normatieve regels, door de samenleving opgelegd, met als doel de orde te handhaven en waarvan de naleving afdwingbaar is. Kenmerken Recht bestaat uit normatieve regels. Dit zijn regels met als doel het gedrag van de mens te regelen. Gebodsregels: verplicht een bepaald bedrag, is wat je moet doen o De mens is verplicht om een persoon in nood te helpen Verbodsregels: verbied een bepaald bedrag, is wat je niet mag doen o Je mag niet met meerdere partners tegelijk getrouwd zijn Verlofregels: Wat je mag doen, is geen verplichting o Bij overspel mag een echtscheiding aangevraagd worden, maar dit moet niet. Technische regels: “VORMVEREISTEN” o Huwelijk : je moet naar het gemeentehuis, getuigen, … anders is je huwelijk niet geldig Je kan normatieve regels in 2 grote categorieën opdelen: Imperatieve regels: = Dwingend recht Op deze regels is geen enkele afwijking toegestaan 1. Openbare orde Alles wat essentieel is voor een goed functionerende samenleving. Bij niet-naleving volgen er sancties o.a. alles wat met veiligheid te maken heeft Vb. Veiligheid, diefstal, … 2. Goede zede Heeft te maken met het (seksuele) moraal o Incestverbod, …. o Rechter die ontslag kreeg omdat hij aan SM de 3. Ter bescherming van de zwakkeren o Als een kind van 6 een paar appartementen erft kunnen de ouders het niet overkopen ( voor bv een lolly ) zij kunnen wel het beheersrecht krijgen. De opbrengsten hieruit is ook voor hen maar ze mogen het niet verkopen. Vanaf het kind 18 is beheert het kind het zelf 1 Suppletieve regels: = Aanvullend recht Regels die er zijn, maar waar je van mag afwijken, ze zijn niet absoluut Kant en klare paketjes recht. Als je niets speciaals doet staat alles al vast. Doe je dat wel komt er een eigen regeling ipv de standaardregel. o Bij het huwelijk kan je trouwen volgens het wettelijk schema, maar je mag ook zelf een huwelijkscontract optellen Om het recht consequent te kunnen toepassen, heeft het recht nog een aantal andere kenmerken: Het recht kan zowel een maatschappelijke instelling zijn als een instituut dat heel strak georganiseerd is. Het is door de overheid opgelegd. Ze hebben allemaal verschillende afdelingen zodat iedereen goed op alles kan neerkijken Vb: politie, gevang, belastingen,.. De samenleving evolueert constant. Het wetboek probeert deze evolutie te volgen. Het recht is afdwingbaar. Men verwacht dat iedereen de wet naleeft, desnoods door dwang. “ik wist het niet” is geen uitvlucht, want iedere burger moet de wet kennen. De sanctionering gebeurt door de overheid, niet door de burger. De overheid moet hierbij ook bepaalde regels volgen. o Uitzondering: het principe van wettelijke zelfverdediging. Dit principe geldt enkel bij lijfelijke geweldpleging. Verjaring: na een bepaalde termijn (meestal 30 jaar) vervalt het recht om te sanctioneren Opmerking1 objectief recht versus subjectief recht Objectief recht: “ THE LAW “ Rechtsregels zoals we die zwart op wit aantreffen in het wetboek = het recht zoals het er echt staat Subjectief recht: “ RIGHT” Recht bekeken vanuit het perspectief van de mens ( op wie hij betrekking heeft ) Vb: privacy, meningsuiting, …. Het subjectief recht bestaat door het objectief recht 2 Opmerking2 recht versus andere normen Buiten recht zijn er ook nog andere regels Fatsoenregels : Hier geeft men aan wat fatsoenlijk is en wat niet Vb: niet in de neus peuteren Vb: In de godsdienst wordt ook verteld over hoe iemand zich moet gedragen Verschilt tussen recht en andere systemen: o Fatsoenregels zijn niet verplicht o Recht wel en wie ze niet respecteert word gesanctioneerd o Vaak is er wel een invloed op het recht door bijvoorbeeld de filosofie Vb. abortus = mag NOOIT (was het recht) Door filosofie dan toch een abortuswet gekregen Vb. Hetzelfde voor euthanasie 2. INDELING VAN HET RECHT Nationaal recht Grensoverschrijdend recht Publiek recht Staatsrecht Administratief recht Fiscaal recht Strafrecht Strafprocesrecht Volkenrecht Privaat recht Burgerlijk recht Handelsrecht Sociaal recht Privaatrechterlijk recht Procesrecht Internationaal privaatrecht Verklaring van enkele termen Publiek recht: De overheid komt tussen 1. De relatie tussen burger – overheid wordt hier geregeld. Vb: Fiscaal recht : je wordt op het matje geroepen door de belastingcontroleur dat is de burger tov de controleur ( = de overheid) 2. De relatie tussen de overheden onderling 3. De structuur van de staat horen hierbij Vb: Grondwet Privaatrecht: Hier gaat het over privé aangelegenheden waar de overheid niet tussen komt. Nationaal recht: Enkel van toepassing op het Belgisch grondgebied Grensoverschrijdend recht: buiten de grenzen van het eigen land Deze 4 kan men combineren: internationaal privaatrecht… Deze indeling is enigszins verouderd Niet altijd meer de verschillen te zien tegenover vroeger (de versussen: zie boven) Vb. De Europese rechten zijn ook eigenlijk al nationaal recht geworden 3 2.1 Nationaal recht Definitie: 2.1.1 Dit bevat alle rechtsregels die uitgevaardigd worden door een politieke instelling en die van toepassing zijn binnen het Belgisch grondgebied. (Dit omvat dus zowel het federaal als het regionaal, provinciaal en gemeentelijk niveau) Privaat recht Algemeen Het privaat recht regelt de relaties tussen burgers onderling door hun subjectieve rechten (= rechten van de burger) te bepalen. De burger kan volledig vrij beschikken over deze rechten. Je doet met deze rechten wat je wil. Het gaat altijd op een of ander emanier over de rechten die je als burger hebt tov andere burgers Vb. een burger mag zijn huis verkopen, mag zijn kast kapot meppen, mag zijn auto bekrassen, …. Je hebt rechten tov ouders en kinderen, rechten tov klanten en verkoper, …. Aard van deze regels Suppletieve regels: De meeste regels in het privaat recht zijn van Suppletieve aard o Betekenis: er zijn regels voorzien, maar op deze regels zijn afwijkingen mogelijk. Het zijn kant en klare pakketjes Imperatieve regels: De imperatieve regels vormen eerder een uitzondering in het privaat recht, maar af en toe komen ze erin voor. o Betekenis: op deze regels zijn geen afwijkingen mogelijk, anders nietig verklaard A. Burgerlijk recht Inhoud Het burgerlijk recht is de belangrijkste tak binnen het nationaal privaat recht. Het regelt de zeer alledaagse relaties tussen burgers (vb. nationaliteit, woonplaats, …) Het burgerlijk recht is een gemeen recht (gemeenschappelijk). Dit wil zeggen dat in het privaatrecht het burgerlijk recht altijd geldt behalve voor die zaken die men uitdrukkelijk in een andere rechtstak hebben gestopt. Vorm Het burgerlijk recht kan men terugvinden in: Het burgerlijk wetboek Tal van andere aanvullende wetten Opmerking het burgerlijk wetboek is oorspronkelijk opgesteld door Napoleon in 1804. Van dit wetboek blijf nog zeer weinig over. Oorspronkelijk bevatte het burgerlijk wetboek 4 pillaren/basisideeën: Het gezin en het huwelijk vormt de kern van onze samenleving o Het gezin is de hoeksteen van onze beschaving o Het gezin werd enorm beschermd. De niet-gehuwden werden enorm benadeelt. Een kind dat gemaakt door getrouwde ouders ( wettelijk kind) had alle rechten terwijl een kind uit niet getrouwde ouders ( natuurlijk kind ) gen rechten had o De man is het hoofd van het gezin (dit is nu niet meer het geval door de emancipatie van de vrouw) 4 We moeten de mens/de burger zoveel mogelijk rechten en vrijheden geven o Zorgen dat de burger in een gunstig klimaat van zijn vrijheid kan genieten. Vb: Het eigendom is een absoluut recht. Dit wil zeggen: wat van u is, daar doe je u goesting mee! (dit is nu ook niet meer het geval) Contractuele vrijheid (vrije economie) o Je mag met eender wie, over eender wat een contract afsluiten ( Contractuele vrijheid ) Individuele aansprakelijkheid o Mensen zijn vrij dus dat impliceert ook aansprakelijkheid voor wat je doet. Je bent zelf verantwoordelijk voor wat je wel/niet doet. Vb: Verkeersongeval = uw schuld betalen aan derden B. Handelsrecht Algemeen Het handelsrecht gaat voornamelijk over de relaties tussen handelaars. Het handelsrecht regelt het statuut van handelaren en de commerciële activiteiten. Voor de omschrijving van deze commerciële activiteiten maakt men een onderscheid tussen: Objectieve handelsdaden: deze handelsdaden worden opgesomd in het wetboek van koophandel. Daden met een duidelijk commercieel karakter (vb. verzekeringen, bank) Subjectieve handelsdaden: handelsdaden die door de handelaar gesteld worden in verband met zijn zaak. (vb. een meubelhandelaar verkoopt meubels) Vorm Wetboek van koophandel (+ andere afzonderlijke wetten) Handelaar? Handelaars zijn alle personen die beroepshalve (objectieve) handelsdaden stellen. C. Vennootschapsrecht Inhoud Het vennootschapsrecht bevat alle regels die van toepassing zijn op een vennootschap in het bijzonder Soorten In de wet onderscheiden we twee soorten vennootschappen, namelijk: Handelsvennootschappen: hebben de uitoefening van handelsactiviteiten tot doel Burgerlijke vennootschappen: hebben de uitoefening van niet- commerciële (=burgerlijke) activiteit tot doel D. Sociaal recht Inhoud Het sociaal recht omvat het: Sociaal zekerheidsrecht o Regelt de verplichte sociale zekeringen voor werknemers en zelfstandigen. Vb: Verzekeringen, pensioenen, kinderbijslag, ... Arbeidsrecht o Regelt de relaties tussen werkgever en werknemer o Voorbeeld: CAO en IAO ( Individuele arbeidsovereenkomst ) Vorm Het sociaal recht bevat véél afzonderlijke wetten 5 E. Procesrecht Inhoud Een gespecialiseerde afdeling waarin 2 grote thema”s worden onderscheiden Organisatie van het gerecht Welke rechtbank is bevoegd voor welke zaak ? Procedures Het feitelijk verloop van een proces Vorm Het procesrecht is samengevoegd in het gerechtelijk wetboek. 2.1.2 Nationaal publiek recht Algemeen Het nationaal publiek recht regelt de organisaties van de overheden De verhouding tussen de overheid en de burger. o De overheid heeft een bevoorrechte positie/machtspositie o De overheid heeft een monopolie van geweld (vb. politie met geweren, matrakken,…) een handeling behoort slecht tot het publiek recht, wanneer de overheid gebruikt maakt van haar machtspositie, anders behoort het tot het privaatrecht Voorbeeld1 : boer Jan wordt onteigend voor de bouw van een spoorlijn. Dat behoort tot het publiek recht. Voorbeeld2: boer Jan is 80 jaar en woont alleen in zijn boerderij. De overheid wil een spoorlijn bouwen, maar wacht tot boer jan overlijdt. Dan koopt men de boerderij. Dat behoort tot het privaatrecht De verhouding tussen de overheid en de overheid De organisatie van de staat A. Grondwettelijk recht Inhoud Het grondwettelijk recht is de basiswetgeving van een land. Het bevat: De inrichting van de staat (politieke en gerechtelijke instellingen/bevoegdheden) = Hoe de staat georganiseerd is Fundamentele rechten en vrijheden van de burger (vb. participatierecht, politieke vrijheid, …) Vorm Het grondwettelijk recht is samengevoegd in de grondwet B. Administratief recht Inhoud Het administratief recht regelt de inrichting en werking van de uitvoerende macht. Administratie is een ander woord vooruitvoerende macht. Het staat voor het dagelijks bestuur van de staat Vorm Het administratief recht is te vinden in vele nationale, regionale en federale normen. 6 C. Fiscaal recht Inhoud Hier wordt uitgelegd hoe de overheid aan haar geld komt: dit door vestiging en inning van de belastingen Vb: Personenbelasting, (in)directe belastingen, … Vorm Het fiscaal recht is te vinden in diverse fiscale wetboeken, aangevuld met vele wetten, verordeningen en reglementen Opmerking De belastingen worden onderverdeelt in 3 categorieën Directe belastingen: inkomensbelasting Indirecte belastingen: BTW Plaatselijke belastingen: belastingen op huisafval D. Strafrecht Inhoud Het strafrecht bepaald welke handelingen strafbaar zijn en welke straffen hierop van toepassing zijn. Zo wordt de openbare orde en veiligheid gehandhaafd. Vorm strafwetboek (+ diverse afzonderlijke wetten) Misdrijf? Een misdrijf is een verzamelwoord voor alle strafbare gedragingen. Een misdrijf is onderverdeelt in verschillende categorieën: Overtreding o 1 tot Max 7 dagen cel en/of boete o POLITIESTRAF o Wordt geregeld in politierechtbank o Strafmaat in strafboek moet je x5 doen Wanbedrijf o 8 dagen tot max 5 jaar cel en/of boete o CORRECTIONELE STRAF o Wordt geregeld in de correctionele rechtbank Misdaad o 5 jaar tot max levenslang cel en/of geldboete o CRIMINELE STRAF o Wordt geregeld in hof van Assise Normale bestraffing Een misdrijf wordt dus bestraft door een gevangenisstraf en/of een boete. Nieuwe bestraffing Werkstraffen Probatiestraffen Vb: Men zegt tegen een junkie ie slecht verdrag vertoont dat hij verplicht een ontwenningskuur moet volgen Men probeert die nog in de juiste richting te sturen Elektronische surveillance (wegens plaatsgebrek in de gevangenis ) Opmerking1 Het moeten betalen van een schadevergoeding is officieel geen straf Opmerking2: Een bestraffing is nooit met terugwerkende kracht. Iets dat op het ogenblik van de feiten niet strafbaar is, zal nooit bestraft kunnen worden. 7 E. Strafprocesrecht Inhoud Het strafprocesrecht regelt: De organisatie van strafrechtbanken Het verloop van de strafprocedure Vorm Het strafprocesrecht ligt vast in het wetboek van strafvordering. 2.2 Grensoverschrijdend recht Het grensoverschrijdend recht of internationaal recht omvat alle rechtsregels uitgevaardigd door supranationale politieke instellingen 2.2.1 Internationaal privaatrecht Algemeen: Welk nationaal recht is van toepassing op rechtsverhoudingen waarin elementen voorkomen uit verschillende staten? De verwijzingsregels bepalen welke wet men moet volgen o Deze verwijzingsregels zijn zuiver nationaal, dit wil zeggen dat er geen combinaties mogelijk zijn. o MAAR deze verwijzingsregels zijn voor elk land anders. Dat maakt het zéér ingewikkeld. Door de invoering van internationale verdragen is het al een stuk eenvoudiger, maar niet voor alle zaken. Er zijn 2 mogelijke principes om rechten toe te wijzen o Territorialiteitsprincipe: het grondgebied is bepalend o Personaliteitsprincipe: de nationaliteit van de persoon is bepalend Vorm: het wetboek van internationaal privaatrecht bevalt alle informatie omtrent dit onderwerp. Voorbeeld 2.2.2 Een Belgische vrouw bevalt in Amerika. Welke nationaliteit moet het kind krijgen? o Amerikaans, want het is geboren op Amerikaans grondgebied o Belgisch, want het heeft Belgische ouders. Het kind heeft dus een dubbele nationaliteit en wordt dus ook dubbel belast. Door het verdrag van den haag, kan men 1 nationaliteit schrappen. Volkenrecht Inhoud Het volkenrecht bevat: Betrekkingen tussen staten: onderlinge afspraken tussen staten o Vb. uitleveringsverdragen Betrekkingen tussen staten en internationale instellingen o Tussen Verenigde naties en België Betrekkingen tussen organisaties van internationale instellingen Vorm Via internationale verdragen Opmerking MAAR de Europese Unie stelt wetten op voor internationale instellingen en die gelden in alle instellingen Het volkenrecht is zeer sterk geëvolueerd naar het privaatrecht 8 3. DE BRONNEN VAN HET RECHT Waar komt het recht vandaan ? 3.1 Internationale rechtsbronnen Definitie Internationale rechtsbronnen zijn rechtsregels van internationale aard die ook geldig zijn in België door: Verdragen met geldigheid binnen onze grenzen Verordeningen (= de officiële naam van een Europese wet ) van internationale organisaties waar België lid van is Bij een tegenstrijdigheid staat de (= europese wetgeving ) verordening boven de Belgische wetgeving. 3.2 Belgische federale wetgeving Hiërarchie Wetgevende macht Grondwet Uitvoerende macht Federaal niveau (= nationaal ) Wet Koninklijk besluit (regering) Ministerieel besluit (minister) Regionaal niveau Decreet Ordonnantie Provinciaal niveau Gemeentelijk niveau Opmerking Provinciaal Reglement Gemeentelijk Reglement ----: staan op gelijke hoogte Besluit van een gewest of gemeenschapsregering Provinciaal Reglement Gemeentelijk Reglement Een koninklijk besluit wordt gekoppeld aan een bestaande wet, het is in feite de handleiding bij een bestaande wet. 3.3 Gewoonterecht Definitie Het gewoonterecht bevat bepaalde gevestigde gebruiken, die niet te vinden zijn in een of andere wetgevende maatregel. Gewoonte: Een bepaald gebruik, een bepaalde regel die algemeen aanvaard wordt Van bepaalde gewoonten heeft men en wet gemaakt. Vb: het was vroeger bij notarissen de gewoonte dat als een huis werd verkocht zowel de man als de vrouw ondertekende. Dit was geen wet. Later is dit effectief een wet geworden. Het gebeurd ook dat men in de wet verwijst naar een gewoonte Vb: De wettelijke hoogte van een struik. In het wetboek staat kijk naar de plaatselijke gewoonten in de gemeente. 9 Er zijn bepaalde sectoren waar men nog heel veel met gewoonten werkt. Vb: Veehandel, daar werkt men volgens oude klassieke gewoonten. Dit staat nergens in het wetboek maar is via generaties doorgegeven. 3.4 Rechtspraak Definitie De uitspraken van onze rechters en de vonissen die zijn opstellen Onderverdeling de rechtspraak is vooral van praktisch belang en wordt daarom onderverdeelt in: Dubbele aanleg : Opmerking1 Vaste rechtspraak: De klassieke oplossing ( een vaste oplossing die wordt gehanteerd bij een bepaald probleem ). Het is niet bindend ( de rechter moet het niet zo doen ) maar zal dit meestal wel doen . Cassatierechtspraak: het hof van cassatie is het hoogste gerechtshof. Wanneer er onderaan fouten zijn gemaakt (vb. procedurefouten) dan wordt de zaak toegewezen aan een ander hof van beroep in een andere stad en wordt de vorige uitspraak ongeldig verklaard. Wanneer dat dan nog eens gebeurd, geeft het hof van cassatie duidelijke regels. Deze regels worden dan wet. Als u voor de rechtbank verschijnt en je verliest, heb je recht op een 2de kans. De eerste keer van een proces noemt de 1ste Aanleg. Ga je op het vonnis in beroep ga je in 2de aanleg. De bedoeling hiervan is, dat mogelijk fouten die voorheen zijn gemaakt. Hier worden vermeden. Stel je dat je in 2de aanleg verliest en je meent nog steeds dat er fouten zijn gebeurd kan je beroep doen op het Hof van Cassatie. Deze gaan controleren of er geen fouten gebeurd zijn. Ze onderzoeken 3 dingen: Heeft de rechter de wetgeving goed begrepen Is die wet goed toegepast ? Zijn er mogelijk procedurefouten gemaakt Stel dat er idd procedurefouten zijn gemaakt, wordt het vonnis van die rechter gecasseerd (weggesmeten ) en gaat de zaak over naar een andere rechter in een andere stad ( hier krijg je dus een hele nieuwe 3de kans ) Stel dat men opnieuw dezelfde fout maakt in dat andere hof van beroep, kan u opnieuw naar het Hof van Cassatie gaan. En dan zullen deze een definitieve uitspraak doen ( = de cassatierechtspraak ) De rechter kan wel beïnvloed worden door de rechtsleer. Dat zijn boeken geschreven door befaamde/prominente juristen. Rechters houden hier vaak rekening mee, maar dat is geen verplichting 3.5 Algemene rechtsbeginselen Definitie: Algemene rechtsbeginselen zijn ongeschreven algemene rechtsprincipes, die niet uitdrukkelijk in de wetgeving te vinden zijn, maar wel algemeen aanvaard zijn. Voorbeeld: ter goeder trouw zijn of recht van verdediging 10 DEEL I: STRUCTUREN EN INSTELLINGEN 1. INLEIDING De Belgische staatsstructuur is gebaseerd op de liberale democratie van de 19 de eeuw. Op dat ogenblik was er nog geen sprake van het socialisme en gold de liberale democratie als het ideale politieke model. Onze grondwet was in die tijd dus zéér vooruitstrevend/modern Grondbegrippen van de Belgische staat/grondwet o Rechtstaat o Democratie o Scheiding der machten o Eenheidsstaat 1.1 Rechtstaat Taak van de overheid in de 19de eeuw o Bescherming persoonlijke rechten van de burgers. Zij moesten ervoor zorgen dat de burgers een rustig leven konden leiden o De overheid mag zich niet moeien met het privé-leven van de burger. De bvurger moet zoveel mogelijk vrijgelaen worden Taak van de overheid in de 20ste eeuw o De staatsinmenging nam toe. Hierdoor kwamen er meer belastingen en meer reglementaire beperkingen (vb. je moet een bouwvergunning aanvragen voor een schommel in je eigen tuin.) o Nadeel: Wij zijn heel veel van onze vrijheid kwijt o Voordeel: Als je vroeger werkloos was had je pecht, nu heb je de sociale zekerheid België evolueerde van een rechtstaat naar een wetstaat, waar de overheid het leven van de burger dirigeert. Rechtstaat: De overheid mag zich niet moeien Wetstaat: De overheid moeit zich contant en er zijn weten/regels die nagevolgd moeten worden Overheid wordt ook gecontroleerd door de raad van State ( elke burger kan hierop beroep doen! ) 1.2 Democratie Definitie Democratie: de macht ligt bij het volk, zij participeren door het stemrecht Kiesstelsel het kiesstelsel heeft een hele evolutie doorgemaakt in de loop der jaren 1830: Cijnskiesrecht: Enkel de rijke & machtige mannen mochten stemmen. Reden: de rijke mannen betaalden de meeste belastingen, dus zij mogen beslissen wat er met dit geld gebeurt. Bovendien nam men aan dat de modale Belg te dom was voor politiek. +/- 1 % van de bevolking had stemrecht 1893: Meervoudig kiesrecht mannen De mannen die ouder dan 25 jaar waren mochten stemmen. Hoe rijker/machtiger je was, hoe meer stemmen je mocht uitbrengen. Max 3 stemmen per persoon. Algehele verbetering want nu 20% stemrecht 11 1921: Enkelvoudig kiesrecht mannen: Elke man ouder dan 25 jaar en elke oorlogsweduwe mochten 1 stem uitbrengen 1947: Enkelvoudig kiesrecht mannen & vrouwen: Iedereen mocht stemmen vanaf 21 jaar 1982: Leeftijd aangepast van 21 jaar naar 18 jaar. 1.3 Scheiding der machten Doel Door scheiding der machten wou men machtsconcentraties bij 1 persoon verhinderen. Onderscheid zo voerde men een drieledig onderscheid in de overheidsfuncties in: Wetgevende macht: koning en parlement o Opstellen van wetten o De koning moet deze wetten ondertekenen, vooraleer ze geldig zijn Uitvoerende macht: koning en regering o Zij worden belast met het dagelijks bestuur van de staat Rechterlijke macht: hoven en rechtbanken o Zij moeten problemen en gevallen oplossing op basis van wetgeving OPM1 Door de politieke evolutie werd de scheider der machten uitgehold (= de betekenis werd ontnomen) De wetgevende macht heeft volheid van bevoegdheid. Dit wil zeggen dat zij bevoegd zijn voor alles, behalve de dingen die expliciet aan een andere macht zijn toegekend De uitvoerende macht stelt de meeste wetten op (=wetsontwerpen). Zij hebben een wetgevende rol. De rechters worden benoemd door de regering. Zij kunnen dus niet volledig onpartijdig zijn. BELGIË = PARTICRATIE Dit wil zeggen dat de macht bij een aantal grote partijen ligt OPM2 het parlement heeft véél van zijn pluimen verloren De rol van het parlement op wetgevend vlak is enorm afgenomen Het parlement moet enkel: o De begroting goedkeuren o De regering controleren 1.4 Eenheidsstaat en federalisering Evolutie De Belgische eenheidsstaat is enorm geëvolueerd richting een federale staat Unitarisme o 1 vaste structuur met 1 centraal gezag o Franstalige elite: alle belangrijke dingen gebeurden in het Frans Vlaamse autonomiebeweging o Deze beweging streefden naar Vlaamse autonomie. o België verdelen in 4 taalgebieden o eind jaren ’60 vond er een enorme taalstrijd plaats Wijziging grondwet richting federalisering 12 o 1970: o 1980 o 1993 o ‘… cultureel (oprichten van cultuurraden) het idee om België op te splitsen in Gewesten en Gemeenschappen, want Vlaanderen wou culturele autonomie en Wallonië wil economische autonomie gemeenschapsraden (nu Vlaams parlement). Dat zijn persoonsgebonden aangelegenheden. eigen regeringen (=executiven) (nu Vlaamse regering) voor de gewesten gebruikte men dezelfde onderverdeling. België is een federale staat met meer bevoegdheden voor gewesten en gemeenschappen confederalisme: Vlaamse en Waalse staat? 2. POLITIEKE INSTELLINGEN IN HET FEDERALE BELGIË 2.1 Het parlement Het parlement heeft volheid van bevoegdheid voor federale materies. Heeft ruime bevoegdheid is werkelijk voor ALLES bevoegd. Tenzij voor die zaken die men uitdrukkelijk aan een andere instantie heeft gegeven. Vb: aan de regering 2.1.1 Samenstelling 2 kamers: Kamer & Senaat o Kamer ( van volksvertegenwoordigers ): politiek zwaargewicht. Zij doen het wetgevend werk o Senaat: reflectiekamer (denkkamer over bepaalde problemen, voornaamelijk communautaire problemen Vb: betwisting tussen Wallonië en Vlaanderen ). Mensen die zich hierin bevinden zijn de wat oudere politici met ervaring. (Vroeger deden die 2 hetzelfde werk en vandaar dat dat is afgescharft ) Onverenigbaarheden o Je kan onmogelijk minister zijn en een lid van het parlement op hetzelfde ogenblik o Je kan onmogelijk lid zijn van een parlement en van Regionaal parlement op hetzelfde ogenblik o … Evenredige vertegenwoordiging: rechtstreeks verkozenen o De hoeveelheid zetels dat je krijgt, is afhankelijk van het aantal stemmen dat je krijgt Kieskringen o Kamer: 20 kieskringen o Senaat: 2 kiescolleges Kiesdrempel o Er is een kiesdrempel van 5%, anders kom je niet in het parlement. Hierdoor is het voor de kleine partijen nog moeilijker om een zetel te bemachtigen. Voorwaarden om verkozen te worden o Je moet in België geboren zijn (Belg zijn) o Minstens 18 jaar oud zijn o Je mag niet uit je burgerlijke rechten ontzet zijn Parlementsleden genieten van bijzondere bescherming 13 o Parlementaire onverantwoordelijkheid: een parlementslid is volledig vrij van spreken in het parlement. Hij mag vrijuit zijn mening verkondigen, zonder dat hij hiervoor bestraft kan worden. Freedom of speech o Parlementaire onschendbaarheid: een parlementslid kan tijden de duur van zijn Mandaat niet vervolgd worden voor een misdrijf. Tenzij hij op heterdaad betrapt is of wanneer deze onschendbaarheid opgeheven wordt door de kamer (op vraag van het parket) Legislatuur o De duur van de legislatuur (ambtstermijn) bedraagt vier jaar Zitting o Parlementair werkjaar 2.1.2 Bevoegdheden van Kamer en Senaat Samenstelling Kamer o 150 leden 80 Vlaanderen 22 Brussel + Halle-Vilvoorde 48 Wallonië Samenstelling Senaat o 40 rechtstreeks 24 Vl, 4 B+HV, 12 W o 21 aangeduid door gemeenschapsraden 10 VL, 10 FR, 1 RDG o 10 Gecoöpteerd Iemand die er door de andere wordt bijgenomen, meestal gespecialiseerd in een bepaald thema Vb: Professoren o 3 senatoren van de rechtswegen Kinderen van de Koning De kamer en de senaat hebben niet dezelfde bevoegdheden Kamer Senaat Exclusieve bevoegdheden voor de Kamer Exclusieve bevoegdheden voor de Senaat goedkeuren van de begroting van de regering communautaire politiek (= adviserend !) naturalisaties Grootte leger Gezamenlijke bevoegdheden (héél belangrijke zaken) grondwetherzieningen organisatie van de rechthoven De kamer behandelt de belangrijkste De senaat is eerder een denktank / reflectiekamer bevoegdheden. De kamer speelt dus duidelijk de hoofdrol 2.3.1 Wetgevende procedure Procedure de wetgevende procedure gebeurt in de kamer. Stap 1: Wetsvoorstel of wetsontwerp o Wetsvoorstel: ontstaat in parlement. Men kan advies krijgen van de Raad van State, maar enkel wanneer men hierom vraagt o Wetsontwerp: ontstaat in de regering. Hier is het advies van de Raad van State verplicht 14 Opmerking 2.1.4 Stap 2: In overweging nemen Hier wordt bepaald of het nut heeft om met het wetsvoorstel / wetsontwerp verder te gaan. Een wetsvoorstel kan nu al sneuvelen (vb. te radicaal) Stap 3: Parlementaire commissie Dit is het grote werk. Groepen van deskundigen die tekst gaan onderzoeken. Hier wordt verslag van opgemaakt en dit wordt besproken in stap 4 Stap 4: Plenaire vergadering Het verslag wordt voorgelegd aan de plenaire vergadering o Eerst wordt het wetsvoorstel / wetsontwerp algemeen behandelt, daarna wordt het artikel per artikel behandelt. o Amendementen worden hier ingediend: voorstellen tot wijziging o Stemming: artikel per artikel + globale stemming. Hierbij is een meerderheid nodig (verplicht) Stap 5: Bekrachtiging o bekrachtiging door de koning o handtekening van minstens 1 minister Stap 6: Afkondiging en publicatie het wetgevende gedeelte is voorbij o De wet wordt afgekondigd door de koning (uitvoerende macht) en gepubliceerd in het Belgisch staatsblad. De wet wordt bindend tien dagen na publicatie in het Belgisch staatsblad, tenzij het anders vermeld staat. Evocatierecht senaat: Dit vind plaats tussen de stappen 4 en 5 Wanneer de wet goedgekeurd is door de kamer, wordt deze eerst voorgelegd aan de senaat. De senaat beschikt over het evocatierecht (=opmerkingen maken). Zij heeft 60 dagen de tijd om deze voor te leggen. De uiteindelijke beslissing ligt bij de kamer en hoeft dit niet na te leven Controle op de regering Controle de controle op de regering bestaat uit verschillende taken: Stemmen van de begroting Goedkeuren van de begroten in samenwerking met het rekenhof (begroting: hoeveel geld krijgt de regering en waaraan spendeert men dit) Vorderen van de aanwezigheid van ministers o Onbeperkt voor Kamer, Kamer mag dit altijd doen o Senaat kan dat slechts in beperkte mate Parlementaire vragen aan ministers door parlementsleden o Men mag vragen stellen aan de minister en de minister is verplicht om binnen de twee weken te antwoorden. Interpellaties of kritische vragen o Bij interpellaties stelt men het beleid van de minister in vraag en de minister moet antwoorden Stemming (moties) na interpellatie 15 Motie van wantrouwen Wat denken jullie over het beleid van minister/regering Constructieve motie: de regering kan pas vallen wanneer de meerderheid akkoord gaat en wanneer er al een nieuwe regering klaar is. Motie van vertrouwen Vertrouwen jullie die regering? Eigen positie veiligstellen Instellen van een parlementaire onderzoekscommissie: o Structurele tekortkomingen in het beleid o Dit komt tot stand wanneer men meent dat er iets serieus fout is. Deze commissie gaat het onderzoeken en heeft het recht om alles te onderzoeken en iedereen te ondervragen. Ze mogen wel niet straffen. o Vb. Dutrouxcommissie: Men heeft vastgesteld dat er heel wat fout is gegaan. Vb: dutroux kon staan waar hij wou, ondanks zijn vele toezicht + hij is een paar keer in de kelder geraakt … wat ook niet kan Deze commissie is gaan onderzoeken wat er fout ging. 2.2 De federale uitvoerende macht 2.2.1 De koning Heeft eigenlijk een symbolische taak, de echte politieke macht ligt bij de regering. Officieel heeft de Koning geen politieke macht maar achter de schermen is het heel wat anders. Politiek onbekwaam o Elke akte moet minstens door 1 ministers mee ondertekend worden Politiek onverantwoordelijk o Koning kan niet op het matje geroepen worden voor het onderteken van een bepaalde akte. De minister is hiervoor verantwoordelijk Onschendbaar o De koning is absoluut onschendbaar. Hij is niet vatbaar voor misdaden. Deze onschendbaarheid is enkel in persoon, niet in vermogen. Dat wil zeggen dat hij zijn rekeningen wel moet betalen. Kabinet van de koning o Dit zijn zijn naaste medewerkers Vb: Vrienden, personeel, ….. Als die betaald moeten worden betaald hij ze zelf Civiele lijst o Jaarlijkse toelage voor de koning – en familieleden o Administratieve civiele lijst beheert het vermogen van de koning. 16 2.2.2 De regering A. Samenstelling Eerste minister = hoofd ( = premier ) Ministers (14 stuks: 7 Vlaamse en 7 Franse) Taalevenwicht Vice – eerste ministers ( Vormen samen het kernkabinet ) Staatssecretaris Minister van staat Functie Vertegenwoordiger van zijn regering in het parlement Opmerking: wanneer de eerste minister ontslag neemt, betekent dit de val van de regering. Ministers zijn volwaardige leden van een regering, die elk hun eigen departement (ministerie) beheren Vb: Minister van sport Sommige ministers hebben geen departement, dat zijn de ministers zonder portefeuille Deze rol wordt ingevuld door bepaalde ministers Vervangen de eerste minister indien nodig Doet in grote lijnen hetzelfde als de minister Ze beheren hun departement niet volledig zelfstandig, maar onder het gezag van een minister. DOEL: aantal ministers beperken / ministers ontlasten Eretitel voor verdienstelijke politici, meestal uitgereikt na hun carrière Principe van regeringsvorming: a.d.h.v. verkiezingen De koning stelt een informateur aan. Deze informateur gaat informatie inwinnen bij de verschillende partijen. Vb: Wie denkt met wie samen te werken, een coalitie te vormen De koning stelt een formateur aan. Deze formateur moet de uiteindelijke regering gaan samenstellen/vormen Deze formateur stelt het regeerakkoord op. Dat is soort van contract tussen beide partijen. Hier wordt vastgelegd wat zij de komende jaren gaan doen ( = een soort van programmaverklaring ) Een succesvol formateur wordt meestal een premier De regering wordt benoemd door de koning. Maar dit is eerder een formaliteit. De oude regering tekenen ook me de benoeming van de nieuwe regering. B. Structuur o Ministerraad Hier worden de belangrijke beslissingen gemaakt van de regering. Hier werkt men met een consensusprocedure ( alle ministers moeten akkoord gaan met de genomen beslissingen) o Regeringsraad = ministerraad + staatssecretarissen wordt niet zo vaak bijeengeroepen ) o Ministercomités 17 Vooral bedoeld voor de samenwerking tussen de ministers. o Ministeriele kabinetten.. = het team van de ministers Is voor elk ministerie apart o.a. persattaché, …. 18 Bevoegdheden Parlement Volheid van bevoegdheid:Beslist alles behalve de zaken die uitdrukkelijk aan de regering zijn uitgegeven. Regering Uitvoeren van de wetten Uitvoeringsbesluiten om bestaande wet in praktijk te brengen. (koninklijke en ministeriële besluiten1) Kaderwet: een kaderwet legt een aantal principes vast. De bedoeling is dat d regering deze verder uitwerkt Opdrachtwet: Geeft de regering de mogelijkheid om iets te doen dat normaal door het parlement gedaan moet worden. Volmachtenwet: De regering stelt zelf een wet op zonder dat het parlement daar iets in te vertellen heeft. Een volmachtenwet geeft zelf de mogelijkheid om bestaande wetten de veranderen/schrappen. Ze geeft eigenlijk de totale macht aan de regering. Verordenende bevoegdheden: De regering krijgt de bevoegdheid om bepaalde maatregels te nemen om bestaande problemen op te lossen. Beheer van openbare diensten: Dit is een zéér belangrijke bevoegdheid, aangezien de openbare diensten 1 van de grootste werkgevers is van België. Buitenlands beleid: Het afsluiten van internationale verdragen Het is de regering die de munt slaat en de koning is het hoofd van het leger De ministers zijn politiek verantwoordelijk (volledig) voor de teksten die hij ondertekent. De ministers zijn strafrechterlijk onschendbaar, behalve wanneer zij op heterdaad betrapt worden of wanneer een meerderheid in de kamer het wil. 1 een koninklijk besluit wordt ondertekend door de koning en door minstens 1 minister. Een koninklijk besluit is conform aan de wet, maar ondergeschikt aan deze wet een ministerieel besluit wordt enkel ondertekend door een minister en is ondergeschikt aan een koninklijk besluit. 19 2.3 Gemeenschappen en gewesten 2.3.1 Structuren A. De regio’s België is onderverdeelt in: o 4 taalgebieden Het Nederlands, het Frans, het Duits en het tweetalig gebied Brussel – Hoofdstad Deze taalgebieden zijn territoriaal afgebakend (elke gemeente behoort toe tot slechts 1 taalgebied) en hebben geen politieke invloed o 3 gemeenschappen ( gemeenschap = mensen ) De Vlaamse, de Franse en de Duitstalige gemeenschap Territoriaal afgebakend voor een ééntalig gebied Persoonsgebonden voor een tweetalig gebied (de burger mag zelf kiezen) o 3 gewesten ( gewest = grond, lucht, water, economie ) Het Vlaamse, het Waalse en het Brussels gewest. Deze gewesten zijn territoriaal afgebakend. De Duitstalige gemeenschap behoort tot het Waalse gewest. B. De instellingen Regio Vlaanderen Wallonië Brussel Hoofdstad (19 gemeentes) Franse Gemeenschap Duitse Gemeenschap 2.3.2 Parlement Regering Vlaams Parlement Vlaamse Regering Ook voor Vlaamse gemeenschapsmateries in Brussel Hoofdstad. Waalse gewestparlement Waalse gewestregering Brussels Hoofdstedelijk Brussels Hoofdstedelijk Parlement Regering Frans Gemeenschapsparlement Franse Gemeenschapsregering Ook voor Franse Gemeenschapsmateries in Brussel Hoofdstad Parlement van de Duitstalige Duitse Gemeenschapsregering cultuurgemeenschap Bevoegdheden en werking A. Gemeenschapsbevoegdheden Gemeenschap = persoonsgebonden elke gemeenschap regelt zijn eigen : Cultuur (vb. kunst, sport, toerisme, …) Persoonsgebonden zaken (vb. bejaardenzorg) Onderwijs o Uitzondering: de leerplicht, de voorwaarden voor het uitrijken van een diploma en de pensioenen in het onderwijs zijn federale bevoegdheden 20 B. Gewestbevoegdheden De gewestbevoegdheden zijn van territoriale / economische aard en regelt zijn eigen : Ruimtelijke ordening Economisch beleid Openbare werken / vervoer Bevoegdheden over provincies en gemeentes o Uitzondering: De munt slaan is een federale bevoegdheid. Opmerking: 2.4 Impliciete bevoegdheden versus Residuaire bevoegdheden Impliciete bevoegdheden: Bevoegdheden die strikt genomen niet de bevoegdheid zijn van het parlement, maar die noodzakelijk zijn om de eigenlijke bevoegdheden te kunnen uitoefenen. Residuaire bevoegdheden: Bevoegdheden die niet uitdrukkelijk aan een ander orgaan zijn toegekend die geeft men dan aan overschot aan de gewetsen/gemeenschappen Provinciaal niveau Provincieraad: o Provinciaal parlement met volheid van bevoegdheid ( = beslist alles behalve voor die zaken die duidelijk bij een andere instelling zijn gelegd ). Deze volheid van bevoegdheid is doorheen de jaren zeer beperkt geworden. Vele bevoegdheden zijn doorgegeven naar andere instellingen. Er blijft nog wet cultuur, toerisme en ruimtelijke ordening over. Men vraagt zich af of ze dit niet beter kunnen afschaffen want hun taken zijn makkelijk te verdelen over andere niveaus Bestendige deputatie o Bestendige deputatie regelt het dagelijks bestuur van de provincie Gouverneur o Aan het hoofd van de bestendige deputatie staat de gouverneur, die bijgestaan wordt door 6 bestendige afgevaardigden. De gouverneur heeft verschillende taken: 1. Hij is het hoofd van de provincie en moet erop toezien dat de provinciale reglementen ook daadwerkelijk worden uitgevoerd. Hij staat ook in ook in voor de rampenbestrijding. Hij is aansprakelijk/verantwoordelijk voor de aanpak van die ramp 2. De gouverneur vertegenwoordigd ook de grotere overheden. Hij moet erop toezien dat alle wetten/regelgeving die van daarboven worden gemaakt worden gevolgd. Provinciegriffier o De provinciegriffier is de rechterhand van de gouverneur en is door de provincieraad benoemt Arrondissementscommissaris o De arrondissementscommissaris is het hoofd van de arrondissementen en houdt het toezicht op de gemeenten. 21 2.5 Het gemeentelijk niveau = het bestuurlijk niveau waar wij dagdagelijks met in contact komen Gemeenteraad College van burgemeester en schepenen De burgemeester Het gemeentelijk parlement met volheid van bevoegdheid. Dat parlement is bevoegd voor alles wat zich op gemeentelijk niveau afspeelt, tenzij het anders vermeld staat. De gemeenteraad bestaat uit gemeenteraadsleden en de burgemeester. Het aantal leden is afhankelijk van de grootte van de gemeente. Deze gemeenteraadsleden zijn actief gedurende een periode van 6 jaar. De gemeenteraad wordt voorgezeten door de burgemeester en wordt samengeroepen wanneer nodig. Voorbeeld: brandweer, huisvuil, sportinfrastructuur, toerisme, … De gemeentelijke regering Deze schepenen worden uit de gemeenteraad verkozen. Functies: de rollen worden verdeeld, maar ze hebben geen eigen departement. Dat wil zeggen dat alle beslissingen genomen worden in het college ( gemeenschappelijke beslissing ), individuele beslissingen zijn niet mogelijk Voorbeeld: (schepen van) onderwijs, sport, bouwvergunningen, …. De burgemeester wordt niet rechtstreeks verkozen Functies: De burgemeester vertegenwoordigt de hoge regering ( hij moet in naam van de hogere overheden toezien of dat alles verloopt hoe zij dat willen ) De burgemeester is het hoofd van de politie van zijn gemeente. Hij heeft de bevoegdheid sluitingsuren op te leggen in zijn gemeenten. Hij mag demonstraties of andere festiviteiten verbieden. 22 Andere gemeentelijke ambtenaren Intercommunale verenigingen Volksraadplegingen / gemeentelijk referendum 2.6 Gemeentesecretaris Hij is de rechterhand van de burgemeester Gemeente – ontvanger De gemeente – ontvanger staat in voor de ontvangsten van de gemeente is de boekhouder van de gemeenten. Opmerking: Voor kleine gemeenten wordt een gewestontvanger aangesteld. Deze vervult zijn taak in verschillende gemeenten tegelijkertijd De politiecommissaris De politiecommissaris staat onder het gezag van de burgemeester, want de burgemeester is het hoofd van de politie. Functie: het handhaven van de openbare orde Intercommunale verenigingen = regelen de samenwerkingsverbanden tussen verschillende gemeenten. Voorbeelden: wegen, televisiedistributie, … Geeft aan de gemeente de mogelijkheid om zich uit te spreken en een volksraad te vereffenen. De uitslag van een volksraadpleging is niet binden en valt daarom zéér weinig voor. Controlerende instellingen Principe Deze controlerende instellingen controleren wat er in ons land op de verschillende niveaus gebeurt. Functie Voorbeeld: Het oplossen van bevoegdheidsconflicten. 23 2.6.1 Raad van state A. Afdeling wetgeving Algemeen Adviserende functie op juridisch en wetgevend vlak Taken De afdeling wetgeving heeft een aantal specifieke taken, namelijk: Advies geven over wetsontwerpen, ontwerpen van decreten en hun uitvoeringsbesluiten. Het vragen van advies is verplicht bij wetsontwerpen, bij wetsvoorstel gebeurd het wanneer de meerderheid van de kamer het vraagt. Men bekijkt enkel de juridische kant van de zaak, de politieke opportuniteit wordt in het midden gelaten Het verstroken advies is niet bindend. Men mag het advies gerust links laten liggen. Maar meestal wordt het advies wel gevolgd. B. Afdeling administratie ( = ander woord voor uitvoerende macht ) Algemeen: De afdeling administratie is het hoogste administratief rechtscollege van België. Annulatierechter voor administratieve rechtshandelingen Doel: Men wil de burger beschermen tegen bepaalde beslissingen van de overheid Motieven: De afdeling administratie grijpt pas in wanneer, De overheid iets doet dat buiten hun bevoegdheid ligt De overheid de wettelijke procedures niet volgt De overheid haar macht misbruikt. Opmerking: eerst moeten alle administratieve instanties uitgeput zijn. Mogelijkheden: De raad van state heeft 2 mogelijke reacties De beslissing van dat gemeentebestuur wordt vernietigd, het gaat niet door. De zaak wordt ( voorlopig ) geschorst ( bevriezing van de situatie ) . Dit gebeurt wanneer er nog geen definitieve uitspraak mogelijk is. Wanneer dit gebeurt heeft de raad van state 6 maanden voor een definitieve beslissing. Opmerking: 2.6.2 De raad van state behandelt geen individuele klachten en neemt ook geen nieuwe beslissingen Arbitragehof (nu: grondwettelijk hof) Taken: Het arbitragehof heeft twee taken: Conflicten oplossen tussen wetten en decreten en decreten onderling o Voorbeeld: wet versus decreet/decreet versus decreet De wetten/decreten toetsen aan de grondwet (controleren op de wetgevende machten) o Art 8 t/m 32: de fundamentele rechten en vrijheden van de burger o Art 170 & 171: de fiscale gelijkheden tussen burgers onderling o Art 191: bescherming van vreemdelingen Mogelijkheid: Zowel de regering, als het parlement, als elk natuurlijk persoon kan zich tot het grondwettelijk hof richten. 24 Periode: Je kan het arbitragehof inroepen tot 6 maanden na de verschijning in het staatsblad Arresten: Het arbitragehof heeft twee mogelijkheden: Het vernietigen van de wet/decreet. Deze vernietiging is met terugwerkende kracht. Dat wil zeggen dat deze wet/decreet nooit heeft bestaan. Het schorsen van de wet/decreet. Het arbitragehof heeft 3 maanden om een definitief arrest te vellen Zulk een arrest is absoluut geldig ! Opmerking: Een prejudiciële vraag wordt gesteld aan de raad van state voor het vonnis geveld wordt. Het antwoord op deze vraag is bindend! Voorbeeld: een neger wordt ontslagen zonder reden. Hij richt zich tot het arbeidshof en deze gaan advies vragen aan het arbitragehof. 3. DE SUPRANATIONALE / INTERNATIONALE INSTELLINGEN 3.1 de supranationale instellingen zijn overlegorganen voor onafhankelijke staten. De verschillende staten komen bijeen om bepaalde zaken te overleggen o bij dergelijke instellingen is er geen rechtstreekse band tussen de supranationale instellingen en de burger. de supranationale instellingen zijn zéér onvolledig: o bepaalde landen weigeren om/mogen niet deelnemen o de supranationale instellingen hebben beperkte bevoegdheden o voorbeeld: de Verenigde Naties is een zuiver politieke instelling, waar Zwitserland niet bij hoort Verenigde Naties (UNO) De UNO is opgericht na Wereldoorlog 2, omdat men vond dat zulk een slachtpartij nooit meer mag voorvallen. Doelstelling de doelstellingen van de UNO zijn: Basisdoelstelling: orde, vrede & veiligheid in de wereld handhaven Zelfbeschikkingsrecht en gelijkheid tussen naties o Voorbeeld: kolonisaties kunnen niet Rechten van de mens (= universele verklaring) Samenwerking tussen de volken bevorderen Organen de UNO bestaat uit een aantal organen: De algemene vergadering de algemene vergadering is politiek zéér belangrijk, maar New York heeft weinig beslissingsmacht o de beslissingen zijn niet bindend voor de lidstaten o ze geven enkel raadgevingen aan de lidstaten o goedkeuren van de begroting van de UNO Veiligheidsraad functie: orde en vrede handhaven in de wereld leden o 5 permanente leden (kernstaten): China, Frankrijk, Rusland, Verenigd Koninkrijk en Verenigde Staten. 25 Secretariaat van de UNO Gerechtelijke instanties 3.2 o 10 gekozen leden (voor een periode van 2 jaar) de kernstaten hebben vetorecht, 1 staat kan een beslissing blokkeren. De stem van de gekozen leden telt als een enkele stem, zij hebben geen vetorecht. Opmerking: men wil het aantal kernstaten uitbreiden, omdat de verhoudingen in de wereld verandert zijn * het hoofd van het secretariaat is de secretaris – generaal. Dat is een zeer belangrijk figuur. Op dit moment wordt deze functie vervult door Koffi Anan Internationaal gerechtshof (Den Haag) conflicten tussen landen regelen en berechten o voorbeeld: grensgeschillen staten mogen zelf beslissen of ze deze rechtstaat aanvaarden, dat geeft ze weinig drukkingkracht Internationaal strafhof (Den Haag) misdaden tegen de menselijkheid berechten o voorbeeld: genocide veel landen hebben dit gerechtshof niet geratificeerd. Uitzonderingsrechtbanken deze rechtbanken zijn opgericht door de veiligheidsraad en zijn zeer efficiënt. Ze hebben op korte termijn zeer veel bereikt. Raad van Europa Leden de raad van Europa bestaat uit 45 Europese landen met een losse verdragsstructuur. Doelstellingen De doelstellingen van de raad van Europa zijn: Het beschermen van de mensenrechten. Deze mensenrechten zijn geldig in alle lidstaten Ontwikkeling van cultuur en wetenschap via talloze verdragen. 3.2.1 Europees hof voor de rechten van de mens Bevoegdheden de bevoegdheden van het Europees hof voor de rechten van de mens zijn: De interpretatie en bewaking van toepassing EVRM. Zij streven een minnelijke schikking na. Wanneer dat niet mogelijk is, krijgt de staat een veroordeling (= aanpassen van de wet + eventuele boete) Voorwaarden het Europees hof voor de rechten van de mens grijpt slecht in wanneer: De overheid de rechten van de mens overtreed Alle nationale rechtbanken uitgeput zijn Je binnen de 6 maanden na de uitspraak van het hof van kwestie het Europees hof voor de rechten van de mens aanspreekt. Deze vordering is mogelijk door o Lidstaten, NGO’s, particulieren en verenigingen. 26 3.3 De Europese Unie 3.3.1 Doelstellingen Algemeen Economische Unie Oorsprong de Europese Unie is in verschillende stappen opgericht: 1957: verdrag van Rome: Europese Gemeenschap o Gemeenschappelijke economische markt ….: verdrag van Maastricht: Europese Unie o Economische en politiek unie (en ook een aantal sociale zaken) Beginsel de Europese Unie draait volledig rond het subsidiariteitsbeginsel. Dat houdt in dat alle nationale staten alles zelf moeten regelen, tenzij het zo ingewikkeld/belangrijk is dat het op Europees niveau geregeld moet worden . Reden: men wou verhinderen dat Europa een superstaat wordt, waarbij de kloof tussen Europa en de burger te groot wordt. Maar: hierdoor is de verdere eenmaking geblokkeerd. 3.3.2 Europese politieke instellingen A. Europees parlement Leden: maximum 732 leden,waarvan 22 Belgische. Dat ledenaantal is vastgelegd bij het Verdrag van Nice. Om de 5 jaar zijn er verkiezingen. Bevoegdheden de bevoegdheden van het Europees parlement zijn eerder beperkt: Goedkeuren van de Europese begroting Het benoemen van de Europese commissie (formaliteit) Beperkte wetgevende bevoegdheden Opmerking het europees parlement vergadert in: Strassbourg: maandelijkse plenaire vergadering Brussel: parlementaire commissies Luxemburg: administratieve zetel MAAR dit wil zeggen dat elke keer de archieven verplaatst moeten worden en dat kost handenvol geld ! B. De raad van de Europese Unie ministerraad De raad van de Europese Unie vergadert volgens noodzaak in Brussel, het is dus geen permanent orgaan Bij een vergadering komen de Europese ministers samen Voorbeeld: economische zaken ministers van economie Functie: het uitvaardigen van Normen o Verordeningen: een verordening is direct bindend en is specifiek voor bepaalde ondernemingen/staten/personen o Richtlijnen: een richtlijn schetst de verwachte resultaten, maar hoe je aan deze resultaten bepaal je zelf o o 27 o o Beschikking: een beschikking is een algemene rechtsregel die direct bindend is. Zo een beschikking heeft voorrang op de nationale wetgeving. Europese wetgeving C. De Europese raad Europese top Leden de lenden van de Europese Raad (kunnen) zijn: Staatshoofden Regeringsleiders Ministers van buitenlandse zaken Voorzitter van de Europese Commissie Vergadering de Europese raad vergadert 3 maal per jaar in Brussel (indien nodig vergaderen ze 4 maal per jaar). Op deze vergaderingen worden de grote Europese afspraken en beleidslijnen gemaakt. Voorbeeld: nieuwe toetredingen D. Europese Commissie (voorloper van de) Europese regering Samenstelling elke lidstaat levert 1 lid aan de Europese commissie Wat de Europese commissie: Is een permanent orgaan te Brussel Maakt gebruik van een rolverdeling, maar alle beslissingen worden in groep genomen o Commissaris voor … Is volledig onafhankelijk van de nationale regering, zo kunnen zij zelfstandig werken. Taken de taak van de Europese commissie is: Het opstellen van ontwerpteksten en Europese richtlijnen (= monopolie van de Europese commissie) Controleren of de Europese wetgeving wordt nageleefd. De Europese commissie is de belangrijkste controlerende instelling van de Europese Unie o Opmerking: wanneer de Europese wetgeving niet wordt nageleefd, schrijft de Europese commissie dwangsommen en boetes uit. Wanneer dit nog geen effect heeft, moet het land in kwestie voorkomen voor het Europees hof van justitie. 28 4.BELGISCHE GERECHTELIJKE INSTELLINGEN o De Belgische gerechtelijke instellingen zijn gebaseerd op het principe van de scheiding der machten. o De algemene taak van deze instellingen is het toepassen van de bestaande wetgeving 4.1 Algemene beginselen zie bijlage 1 De opbouw van de gerechtelijk organisatie steunt op een aantal principes: Eenheid van rechtspraak o Principe: alle Belgen zijn gelijk voor de wet o Er wordt verwacht dat alle rechters (van welke rechtbank dan ook) bepaalde zaken op ongeveer dezelfde manier interpreteren/oplossen. Daarom wordt er gebruik gemaakt van een piramidaal systeem (=homogeen rechtssysteem). o Opmerking: het spreekt voor zich dat er grote verschillen zijn in de interpretatie van de wetgeving. Maar hoe hoger we gaan in de piramide, hoe kleiner deze verschillen worden. Systeem van dubbele aanleg o Principe: je hebt altijd een tweede kans, dit op je te beschermen tegen juridische fouten en willekeur o Opmerking: 2de aanleg bestaat niet altijd: o Strafrecht: 1 kans (Alles of niets) o Burgerlijk recht: wanneer het bedrag kleiner is dan € 1240, heb je maar 1 kans o Rechtbank van 1ste aanleg: wanneer het bedrag kleiner is dan € 1860, heb je maar 1 kans Horizontale en verticale specialisatie o Principe: Afhankelijk van het onderwerp, organiseert men verschillende rechtbanken. Aangezien elke rechtbank slechts bevoegd is voor geschillen in een bepaald domein van het recht, dit noemt men de materiële bevoegdheid van een rechtbank o Reden: o De wet is enorm uitgebreid en het is onmogelijk dat 1 rechter hier alles over weet o Er zijn verschillende procedures voor verschillende zaken o Zo kan men de rechtbanken “à la carte” samenstellen (voorbeeld: rechtbank van koophandel bestaat uit 1 beroepsrechter en 2 lekenrechters.) Territoriale organisatie o Principe: de gerechtelijke organisatie is territoriaal bevoegd. o Elke rechtbank is slechts bevoegd voor een bepaald grondgebied, dit noemt men de territoriale bevoegdheid van een rechtbank. Openbaarheid van rechtszaken o Principe: iedereen mag een rechtszaak komen bijwonen o Reden: publieke controle, zo wil men aantonen dat alles eerlijk gebeurt. o Uitzondering: zedenfeiten, jeugdzaken of zaken waar de openbare orde verstoord kan worden gebeuren achter gesloten deuren. Maar de uitspraak is altijd openbaar/publiek De rechter is verplicht een vonnis te vellen o Principe: de rechter moet een vonnis vellen en moet dit vonnis degelijk en serieus motiveren. De rechters zijn totaal onpartijdig o Probleem: de rechter zijn politiek benoemd, ze zijn dus zeker niet volledig onpartijdig! 29 4.2 Structuur van de gerechtelijke organisatie Zie bijlage 1 4.3 Samenstelling en bevoegdheid van de rechtbanken en hoven op het nationaal niveau 4.3.1 Burgerlijke zaken & handelszaken A. De vrederechter Niveau de vrederechter behoort tot het niveau van het KANTON Samenstelling de vrederechter is een alleen zetelend rechter Bevoegdheden de bevoegdheden van de vrederechter zijn: De burgerlijke zaken en handelszaken beneden de € 1860 Een aantal bijzondere zaken, ongeacht het bedrag: o Huurgeschillen/pacht o Familiezaken o Burenruzies o Onteigeningen o Erfdienstbaarheden o Onderhoudsgeld o …. B. Rechtbank van 1ste aanleg Niveau de rechtbank van 1ste aanleg behoort tot het niveau van het ARRONDISEMENT Bevoegdheden de rechtbank van 1ste aanleg is een verzamelnaam voor verschillende kamers met hun eigen specialisatie. Jeugdrechtbank Burgerlijke Fiscale Correctionele rechtbank rechtbank rechtbank samenstelling 1 alleen zetelend 1 of 3 Geen eerste Geen eerste aanleg jeugdrechter beroepsrechters aanleg mogelijk mogelijk bevoegdheden Jeugdzaken (ouders Burgerlijk zijn aansprakelijk rechterlijke zaken. voor hun kinderen) Dat zijn zéér alledaagse zaken - de kinderen - volheid van wat - worden niet gestraft, krijgen geen geldboete of gevangenisstraf men kijkt wat in het voordeel is van het gezin (pleeggezin, berispen, sociaal assistent of gesloten - bevoegdheid (alle burgerlijk rechterlijke zaken beroep is mogelijk, wanneer het om zaken gaat die groter zijn € 1860 30 - instelling) beroep is steeds mogelijk wanneer er zeer zware feiten voorkomen, kan een kind vanaf 16 jaar voor de correctionele rechtbank verschijnen (MOF: als misdaad omschreven feit) C. Rechtbank van koophandel Niveau de rechtbank van 1ste aanleg behoort tot het niveau van het ARRONDISEMENT Samenstelling de rechtbank van koophandel werkt met een zéér bijzondere samenstelling, namelijk 1 beroepsrechter en 2 lekenrechters (= rechters in handelszaken, mensen die handelaar zijn in het dagelijks leven, want deze mensen kennen de handelswereld door en door) Bevoegdheden De rechtbank van koophandel is bevoegd voor alle handelszaken die groter zijn dan €1860. Wanneer de zaak tot een lagere categorie behoort, wordt ze behandelt door het vredegerecht D. Arrondissementsrechtbank Niveau de rechtbank van 1ste aanleg behoort tot het niveau van het ARRONDISEMENT Reden de arrondissementsrechtbank lost bevoegdheidsconflicten op en wijst de zaken toe aan een bepaalde rechtbank Samenstelling de arrondissementsrechtbank bevat rechters van de rechtbank van 1 ste aanleg en rechters van de rechtbank van koophandel E. Hof van beroep Niveau het hof van beroep behoort tot het 4de NIVEAU Opmerking hier spreekt men niet meer over Hier spreekt men niet meer over rechters maar over raadsheren een vonnis maar over een arrest Bevoegdheden de bevoegdheden van het hof van beroep zijn: Zaken die al zeker 1 maal behandelt zijn geweest Het hof van beroep is een kopie van de rechtbank van 1ste aanleg Per kamer is er 1 of zijn er 3 raadsheren 31 F. Het hof van Cassatie Samenstelling het hof van cassatie heeft een kamer voor Burgerlijke zaken en handelszaken Sociale zaken Strafzaken Per kamer zetelen er vijf beroepsrechters Bevoegdheden het hof van cassatie is het hoogste rechtscollege van ons land (Brussel) en behandelt zaken die in alle lagere rechtscolleges uitgeprocedeerd zijn. Het zijn dus zaken in laatste aanleg. OPMERKING: hof van Cassatie is geen derde aanleg, want ze doen het proces niet over, maar men kijkt of de wet juist geïnterpreteerd is en er geen procedurefouten gebeurt zijn. Gevolgen Het hof van cassatie kan een zaak casseren, dan wordt het vorig vonnis ongeldig gemaakt en wordt de zaak overgedragen naar een ander hof van beroep. Maar deze kans is wel zéér klein. Opmerking het hof van cassatie doet ook de berechtingen van ministers 4.3.2 Arbeidszaken A. Arbeidsrechtbank Niveau de arbeidsrechtbank behoort tot het niveau van de 1ste AANLEG Waar er is een arbeidsrechtbank in elk arrondissement Samenstelling de arbeidsrechtbank heeft een bijzondere samenstelling, namelijk 1 beroepsrechter en 2 lekenrechters (rechters in sociale zaken. Dat zijn meestal vakbondsvertegenwoordigers of werkgeversvertegenwoordigers) Bevoegdheden de bevoegdheden van de arbeidsrechtbank zijn: Sociale zaken Arbeidszaken Opmerking arbeidsauditoraat: parket (= iemand van het openbaar ministerie) vertegenwoordit de samenleving B. Arbeidshof Niveau het arbeidshof behoort tot het niveau van de 2de AANLEG Samenstelling het arbeidshof heeft een bijzondere samenstelling, namelijk 1 beroepsraadsheer en 2 raadsheren in sociale zaken. Dat zijn meestal vakbondsvertegenwoordigers of werkgeversvertegenwoordigers) Opmerking deze beroepsmogelijk bestaat altijd 32 4.3.3 Fiscale zaken A. Fiscale rechtbank Niveau de fiscale rechtbank behoort tot het niveau van de 1ste AANLEG Bevoegdheid de bevoegdheid van de fiscale rechtbank is: Fiscale wetgeving Belastingswetgeving Opmerking: eerst moet je alle administratieve diensten uitgeput hebben. B. Hof van beroep Het hof van beroep oordeelt in hoger beroep over alle belastingsgeschillen waarover de fiscale rechtbank in eerste aanleg een uitspraak over heeft gedaan. Dat beroep is steeds mogelijk, ongeacht het bedrag. 4.3.4 Strafzaken A. Politierechtbank Niveau de politierechtbank behoort tot het niveau van het ARRONDISSEMENT (per arrondissement zijn er 1,2 tot 3 politierechtbanken) Samenstelling de politierechtbank bestaat uit 1 politierechter, die de volgende bevoegdheden heeft: De misdrijven gecatalogeerd als een overtreding Alles wat met verkeersdelicten te maken heeft, zelfs wanneer dit verkeersdelict tot een zwaardere categorie behoort Beroep tegen administratie sancties van gemeentes B. Correctionele rechtbank Niveau de correctionele rechtbank behoort tot het niveau van de 1 ste AANLEG Samenstelling de correctionele rechtbank bestaat uit 1 of 3 beroepsrechters Bevoegdheden hof van beroep in de correctionele kamer 33 C. Het hof van assisen Samenstelling het hof van assisen is geen vaste rechtsmacht. Het hof wordt samengeteld indien nodig. Het hof van assisen bestaat uit 3 beroepsmagistraten (uit het hof van beroep 1 ste Aanleg) + een volksjury. Volksjury de volksjury is: Een jury van twaalf gezworenen De samenstelling is zeer moeilijk, want het zijn gewone burgers die uitgekozen worden volgens loting en selectie (op vraag van aanklager/aangeklaagde/parket) Maar de afschaffing van deze volksjury dreigt, want De media manipuleert de volksjury té hard De volksjury is zéér makkelijk beïnvloedbaar bij emotionele gegevens Maar de beroepsmagistraten kennen het echte leven niet (+) Bevoegdheden de misdaden opgesomd in het strafrechtboek Opmerking1 advocaten willen misdaden laten beoordelen door de correctionele rechtbank, zo is de straf veel kleiner Opmerking2 het hof van assisen laat geen beroep toe ! 34 DEEL II: PRIVAATRECHTERLIJK PROCESRECHT 1. PROCEDURE In bijlage: schematische voorstelling van het verloop van een proces (ter informatie) 1.1 Eerste aanleg 1.1.1 Dagvaarding Er zijn 3 manieren om de procedure op te starten: Verzoekschrift o Brief aan de rechtbank in kwestie o De griffier brengt de tegenpartij op de hoogte o Positief: zeer goedkoop Negatief: niet alle procedures kan men zo opstarten Vrijwillige verschijning o 2 partijen dienen samen de aanvraag in bij de griffier Dagvaarding o Dit is een plechtige authentieke akte, die een gewone burger zelf niet kan opstellen. o Hierbij dienen bepaalde regels in acht genomen te worden: Datum Identiteit eiser Voorwerp van de eis Datum wanneer je voorkomt Identiteit van de deurwaarder U identiteit Opmerking hierbij dienen een aantal opmerkingen gemaakt te worden Officiële overhandiging Deze overhandiging gebeurt door de deurwaarder en betekent de start van het proces (verjaringstermijnen en intresten beginnen hier te lopen) Tijd Tussen betekening en verschijning voor recht zit minimum acht dagen, zo heb je zeker de tijd om je verdediging op te stellen Rolstelling De deurwaarder zet de zaak op de agenda van de rechtbank 1.1.2 Inleidende zitting de aanwezigheid van beide partijen is niet noodzakelijk, de vertegenwoordiging door de advocaat volstaat wanneer beide partijen aanwezig zijn: o is er een directe regeling mogelijk (maar dan moeten beide partijen wel akkoord zijn.) o verdaagd: op die datum komen we bijeen en handelen we die zaak af tussenvonnis (voor zéér complexe zaken) o de rechter doet zelf niets, maar stelt een expert aan. Deze expert stelt een verslag op en daarop wordt de procedure verder gebaseerd. 35 1.1.3 Besluiten Definitie 1.1.4 schriftelijke argumentatie van beide partijen Een onderlinge uitwisseling van documenten is verplicht, want de partijen mogen geen geheimen hebben voor elkaar. Op deze dag wordt de pleitdag vastgelegd. Pleidooi Definitie mondelinge verdediging voor de rechter Opmerking in burgerlijke zaken is dit een puur schriftelijke aangelegenheid. (het dossier wordt gewoon overhandigt aan de rechter), maar in het strafrecht is dit wel zéér belangrijk. 1.1.5 Vonnis Procedure de rechter luistert naar de mondelinge verdediging en verklaart dan de debatten voor gesloten en verkondigt zijn vonnis. Dat kon onmiddellijk gebeuren of het vonnis kan in beraad genomen worden. Wanneer de rechter dat doet heeft hij maximum 1 maand om zijn vonnis te verkondigen. Duurt dit langer, is het een procedurefout Opmerking: wanneer de rechter na 3 maanden zijn vonnis nog niet verkondigt heeft, wordt het hof van beroep verwittigd. Wanneer hij na 6 maanden zijn vonnis nog niet verkondigt heeft, heeft men te maken met rechtsweigering. Dat is een grote fout en dan wordt er een andere rechter aangewezen. Opmerking het vonnis wordt altijd in het openbaar uitgesproken. Vonnis het vonnis bevat een verplichte en serieuze argumentatie (wanneer dat niet gebeurt is het een procedurefout.) Het vonnis bevat ook een aantal verschillende uitspraken: De ontvankelijkheid van de eis werd beoordeelt. o Voorbeeld: de eis van een minderjarige wordt ontvankelijk verklaard, want de een minderjarige heeft dit recht niet De gegrondheid van de eis werd beoordeelt. o Is de vraag van de eiser gegrond? Zo ja, de eiser wint. Zo nee, de verweerder wint. 1.2 Rechtsmiddelen Principe je moet voldoende kansen krijgen om je gelijk te halen Definitie rechtsmiddelen zijn middelen die de verliezende partij aangeboden krijgt om er toch als winnaar uit te komen. Deze rechtsmiddelen kunnen aangewend worden tegen het eindvonnis en tegen het tussenvonnis. Opmerking je verliest het recht van deze rechtsmiddelen wanneer je: Te lang wacht o > 1 maand: burgerlijke zaken o > 1 maand: verstekvonnis o > 3 maand: cassatie Een akkoord bent aangegaan met de andere partij (akkoord = akkoord) Niet meer in de tegenaanval gaat (berusting door de betrokken partij) 36 Soorten 1.2.1 o Uitdrukkelijk: geen beroep o Stilzwijgend: de verliezende partij voert direct het vonnis uit (vb. de verliezer betaald zijn schuld de volgende dag al terug) Bepaalde procedures kan je niet meer aanvechten o Voorbeeld: dag van de rechtszitting kan je niet aanvechten. er zijn een heel aantal rechtsmiddelen, namelijk: Verzet Hoger beroep Cassatie Derdenverzet Herroeping van het gewijsde Verhaal op de rechter Intrekking van het vonnis. Verzet Wanneer je niet komt opdagen op het proces, zal de rechter sowieso een uitspraak doen, dat noemt men een verstekvonnis en is altijd in je nadeel. Maar hiertegen kan je altijd in verzet gaan. Dit verzet is mogelijk tot 1 maand na het vonnis en je moet de tegenpartij verwittigen via een dagvaarding. De zaak wordt dan opnieuw behandelt door dezelfde rechter. Wanneer je nu weer niet aanwezig bent,is er geen beroep meer mogelijk. Opmerking 1.2.2 wanneer de eiser niet opdaagt op het proces, gaat de verweerder vrijuit en zijn alle kosten voor de eiser. Hoger beroep Principe systeem van dubbele aanleg (altijd 2de kans) Hoe? Er zijn 2 mogelijkheden om hoger beroep in te stellen Via een verzoekschrift door de appellant (= eiser in hoger beroep) aan de griffier Via een deurwaardersakte De tegenpartij wordt verwittigd aan de hand van een gerechtsbrief. Tussen het ontvangen van deze gerechtsbrief en het verschijnen voor de rechtbank zit minimum 15 dagen tussen. Termijn je hebt 1 maand de tijd om in hoger beroep te gaan Uitzonderingen er zijn een aantal uitzonderingen waarbij geen hoger beroep mogelijk is: Vonnissen van vrederechter (< € 1240) Vonnissen van de rechtbank van eerste aanleg en de rechtbank van koophandel (< € 1860) Beslissingen van de arrondissementsrechtbank 37 1.2.3 Cassatie Cassatie is enkel mogelijk tegen beslissingen in laatste aanleg, dus wanneer de zaak in feite volledig uitgeprocedeerd is. Hof van cassatie onderzoekt of: o De wet juist geïnterpreteerd o De wet juist toegepast is De aanvraag moet binnen 3 maanden na de uitspraak van het vonnis gebeuren via een verzoekschrift. Dat verzoekschrift bevat heel u argumentatie en moet opgesteld worden door een specifieke advocaat. Cassatie is een puur schriftelijke aangelegenheid Het arrest van hof van cassatie kan twee richtingen uitgaan: o Vonnis wordt bevestigd: geen CASSATIE o Vonnis wordt verbroken: CASSATIE (dan wordt de zaak behandelt in eenzelfde rechtscollege, maar in een ander rechtsgebied) Opmerking : je kan 2 keer in cassatie gaan, dan wordt de uitspraak definitief 1.3 Bijzondere procedures 1.3.1 Uitvoering van het vonnis de definitieve uitspraak is bekend De verliezende partij kan op 2 mogelijke manieren reageren: Het vonnis wordt vrijwillig uitgevoerd door de verliezende partij. Dit kan verwezenlijkt worden door eventuele dwangmiddelen (vb. per dag dat u talmt, moet u € 10 extra betalen) Weigering van het betalen van de schulden o Officiële overhandiging van het vonnis: nu weet je zeker wat je moet doen. Je hebt 1 maand om het vonnis uit te voeren o Deurwaarder overhandigt het bevel tot betaling o In beslagname door deurwaarder en beslagnemingsrechtbank Opstellen inventaris van de bezittingen Verkoop van goederen en met de opbrengst worden de schulden afbetaald 1.3.2 Het beslag Soorten Opmerking er bestaan 2 soorten van inbeslagname: Uitvoerend beslag o Onroerende goederen o Roerende goederen o Loon Bewarend beslag o Wanneer de verliezer de zaak rekt om zijn vermogen in veiligheid te stellen, wordt er een bewarend beslag opgemaakt. Dat wil zeggen dat de goederen worden opgeschreven en voor 3 jaar in zijn bezit moeten blijven niet alle goederen mogen in beslag genomen worden: Goederen die geacht zijn om een menswaardig bestaan te kunnen leiden Levensmiddelen en brandstof voor 1 maand Boeken en overige voorwerpen voor de studie of beroepsopleiding van de verliezende partij en zijn gezin 38 Goederen die de verliezende partij nodig heeft voor de uitoefening van zijn beroep Loon en vervangingsinkomen Inkomen Beslagbaar deel van het loon Beslagbaar deel van een vervangingsinkomen < € 889 Niet beslagbaar Niet beslagbaar > € 889 tem € 954. 20% 20% > € 954 tem € 1053 30% 40% > € 1053 tem € 1152 40% 40% > € 1152 Volledig beslagbaar Volledig beslagbaar Gezinsbijslagen Tegemoetkomingen aan mindervalide 1.3.3 Samenloop van strafvordering en burgerlijke vordering Normaal wordt deze zaak geregeld in 2 verschillende rechtbanken, maar de strafrechter kan beide proces ineens doen. Hoe? Je stelt jezelf burgerlijke partij Procedure? De procedure is veel goedkoper, want het parket doet alles. Deze procedure zorgt ook voor de ontlasting van de rechtbanken, want er is maar 1 proces 1.3.4 Bemiddeling Principe wanneer het mogelijk is, los het op buiten de rechtbank. Het is een soort van verzoening Hoe? Er wordt een bemiddelaar aangesteld door de rechtbank op vraag van beide partijen. Deze bemiddelaar werkt in de volste vertrouwelijkheid, aangezien deze gegevens mogen in latere processen nooit gebruik worden Voordelen? De voordelen van de bemiddeling zijn: Dat de emoties onderdrukt worden Dat het een manier is om tot een vergelijk te komen Dat overbelasting van de rechtbanken afneemt 1.4 Gerechtelijke functies 1.4.1 - De rechter = zittende magistratuur De rechter is voor het leven benoemd en onafzetbaar De rechter moet kunnen werken zonder druk om zijn job te verliezen. De rechter werkt onafhankelijk De rechter heeft van niemand bevelen aan te nemen OPM in sommige rechtbanken maakt men, naast de beroepsrechters, ook gebruik van lekenrechters. 39 1.4.2 Openbaar ministerie = staande magistratuur/parket Algemeen: vertegenwoordigt (de belangen van) de burger/maatschappij bij strafrechterlijke zaken: opsporen van de misdrijven en advies geven bij burgerlijke zaken: advies geven (in sommige gevallen is het verplicht om advies te vragen aan het openbaar ministerie) Structuur: Hiërarchische structuur (volgens stijgende belangrijkheid) 1ste aanleg procureur des konings de 2 aanleg procureur-generaal Hof van Cassatie procureur-generaal bij HvC Hoofd: minister van justitie 1.4.3 Functie: 1.4.4 Functie: 1.4.5 De griffier = secretaris van de rechtbank gerechtelijk ambtenaar die de beslissingen van een rechtbank/hof acteert Enkele van zijn taken: Samenstellen dossier Schriftelijk verslag van de zittingen opstellen Administratie van de rechtbank Organisatie van de rechtszitting … De gerechtsdeurwaarder gerechtelijk ambtenaar, voor het leven benoemd (wel slecht voor een bepaald arrondissement, niet voor het hele Belgische grondgebied), handelend als zelfstandige die akten betekent. Enkele van zijn taken: Dagvaarding betekenen Actief bij inbeslagneming Maken van officiële vaststelling (=beschrijving) Gerechtsdeskundige De gerechtsdeskundige is geen ambtenaar, aangezien hij geen vaste band heeft met het gerecht. Hij is een specialist in een bepaald gebied en het gerecht kan zijn diensten inroepen (dokter, architect, ingenieur ►afhankelijk van de te behandelen zaak). Zijn taak bestaat erin de rechters te informeren. 1.4.6 Advocaat De advocaat is een zelfstandige jurist. Hij is ingeschreven aan de balie (= vereniging van advocaten in een bepaald arrondissement.) en aan de orde van advocaten (= tuchtrechterlijke organisatie) Taak: Juridisch advies geven Verplicht?: Twee mogelijkheden - je verdedigt jezelf - je wordt verdedigt door een advocaat 40 Een ander persoon (vb. je buurman) kan je niet verdedigen. Dit noemt men het “pleitmonopolie van de advocaat”. Hier bestaat 1 uitzondering op, namelijk bij arbeidszaken wordt de beklaagde verdedigt door de vakbond. OPM1: Wanneer je niet in staat bent om een advocaat te betalen, krijg je een “pro deo advocaat”. Deze advocaat biedt zijn diensten gratis aan. OPM2: Er zijn slecht 16 advocaten bij het hof van cassatie. 2. BEWIJS Wat moet bewezen worden: - rechtsfeit: het met juridische gevolgen, zonder dat het de intentie was deze juridische gevolgen uit te lokken - rechtshandeling: de intentie was aanwezig om de rechtsgevolgen tot stand te brengen (vb. contract) 2.1 Bewijslast Eerste regel: de rechter blijft passief. De rechters moeten zich niet gaan bezighouden met het bijeenzoeken van bewijsmateriaal. Een uitzondering op de regel is de onderzoeksrechter bij het strafrecht.) De partijen zoeken bewijzen, de rechter evolueert deze bewijzen. Tweede regel: wie iets beweert, moet dit bewijzen. Alles wat je komt vertellen, moet je kunnen bewijzen. Wat je niet kan bewijzen, is waardeloos. Derde regel: Het bestaan van rechtsregels moet niet bewezen worden Algemeen bekende feiten moeten niet bewezen worden Vb. Wereldoorlog II heeft plaatsgevonden. 2.2 Bewijsmiddelen Buiten het proces tot stand gekomen ontstaan voor het proces begonnen is schriftelijk bewijs getuigenbewijs buitengerechtelijke bekentenis vermoedens Tijdens proces tot stand gekomen ontstaan tijdens het proces gerechtelijke bekentenis deskundig onderzoek de eed verhoor der partijen plaatsopneming EEN BEWIJS IS STEEDS ONSPLITSBAAR ! Dit wil zeggen dat een bewijs in haar totaliteit genomen moet worden, selecties zijn niet mogelijk 41 BURGERLIJK RECHT 1. GELDIGHEID EN NIETIGHEID VAN RECHTSHANDELINGEN 1.1 Geldigheid en nietigheid van rechtshandelingen de wilsuiting: dit is de vrije en bewuste keuze van een normaal mens. Dwaling: fundamentele vergissing in de zaak Voorwaarden voor een dwaling: o Essentieel en doorslaggevend zijn (als ik dat had geweten, dan …) o Verschoonbaar zijn, een ander normaal persoon had zich ook vergist. o Je moet moeite gedaan hebben om op de hoogte te zijn van de zaak Soorten dwalingen o Dwaling omtrent zelfstandigheid van de zaak (essentiële kwaliteit van de zaak): een antiek schilderij blijkt vals te zijn o Dwaling omtrent persoon (dit zijn de zogenaamde “contracten intuiti personae, hierbij is de persoon zeer belangrijk): Je wil Helmut Lotti en je krijgt een imitator van Helmut Lotti. Bedrog: dit is een opzettelijke dwaling (vb. de tegenpartij heeft iets verzwegen) Voorwaarden voor het bedrog o Het moet van doorslaggevende aard zijn, dan spreekt men van HOOFDBEDROG Wanneer het niet van doorslaggevende aard is, spreekt men van DETAILBEDROG en wordt het contract gewoon vernietigd. o Tegenpartij heeft het zelf gedaan. (wanneer het door een derde is gebeurt, behoort het tot de categorie van dwaling.) o Het moet met een malafide intentie zijn (kwaadaardig) o OPM.: reclame behoort niet tot bedrog. Iedereen weet dat de reclame dingen positiever voorstelt dan ze zijn. Geweld: fysiek of moreel geweld Voorwaarden voor het geweld o Geweld is van doorslaggevende aard, de beslissing is geforceerd door het geweld o Het geweld moet indruk maken op een redelijke mens o Het geweld moet kwaadaardig zijn o Het geweld moet van onrechtmatige aard zijn, er mag geen wettelijke verantwoording voor bestaan (dreigen met een deurwaarder is geen geweld, want dat is je recht) voorwerp moet voldoende bepaald zijn voorwaarden in verband met het voorwerp o de zaak met bestaan, want iets dat niet bestaat kan je niet verkopen. Maar iets dat in de toekomst zal bestaan kan je wel verkopen. o Voorwerp moet voldoende bepaald zijn o Het voorwerp moet een zeker nut hebben (een huwelijkscontract opstellen volgens het wettelijk stelsel is onnuttig) o Voorwerp moet in de handel zijn/overdraagbaar zijn (lucht, de maan, … kan je niet verkopen) o De zaak moet geoorloofd zijn (illegale dieren mag je niet verhandelen) o De handeling moet mogelijk zijn 42 oorzaak: doorslaggevende juridische beweegredenen (= reden) voorwaarden in verband met de oorzaak o er moet een reden zijn. Wanneer er geen duidelijke reden is, vermoeden we dat er een geldige reden bestaat o de reden mag niet vals of ongeoorloofd zijn (schijnhuwelijken) bekwaamheid: niet iedereen is wettelijk bekwaam om bepaalde handelingen uit te voeren (vb. een kind mag geen huis kopen, want hij heeft dit recht niet) De overeenkomst mag niet ingaan tegen de imperatieve regels (vb. een man kan niet trouwen met zijn zus.) 2. PERSONENRECHT 2.1 Staat Definitie de staat van een persoon duidt de verschillende hoedanigheden aan die zijn rechtstoestand bepalen. Hij wordt ingedeeld in diverse categorieën waardoor ook meteen zijn rechtsbekwaamheid en zijn handelingsbekwaamheid worden omschreven Leeftijd Nationaliteit Burgerlijke staat De staat van een persoon verandert voortdurend. 2.2 Natuurlijke personen 2.2.1 Bestaan van personen 2.2.2 Het bestaan van een natuurlijke persoon vangt in het beginsel aan bij zijn geboorte. Soms wordt de ongeboren vrucht reeds als een persoon beschouwd, wanneer dit in het belang van de toekomstige persoon is. Er is dan wel vereist dat het kind achteraf als levend en levensvatbaar wezen ter wereld komt. Het bestaan van een natuurlijk persoon neemt einde bij zijn lichamelijke dood. Soms wordt een overledene nog als persoon beschouwd, wanneer dit in het belang is van derden. In sommige gevallen verkeert men in onzekerheid omtrent het al dan niet bestaan van een natuurlijke persoon. Om dit probleem te verhelpen heeft de wetgever een bijzondere procedure voorzien, met name de procedure inzake afwezigheid. Bekwaamheid Rechtsbekwaamheid Handelingsbekwaamheid → Is de geschiktheid om drager te zijn van subjectieve rechten, wat meteen de geschiktheid inhoudt om deze rechten te genieten. → Is de geschiktheid om de rechten en plichten waarvan men drager is zelf uit te oefenen, zonder tussenkomst van derden. Voor het stellen van om het even welke rechtshandeling dient men handelingsbekwaam te zijn. Dit geldt voor * daden van beschikking. * daden van beheer. * daden van behoud. Wanneer men iemand handelingsonbekwaam verklaart, dient een regeling getroffen te worden omtrent de uitoefening van de rechten van de onbekwame. Deze regeling komt erop neer dat de bevoegdheid om de rechten en plichten uit te oefenen, geheel of gedeeltelijk aan derden wordt toevertrouwd. 43 2.2.3 Volledig handelingsonbekwamen worden vertegenwoordigd. Zij kunnen zelf geen enkele handelingsbevoegdheid hebben en dat bv een voogd voor hun rekening optreedt en zelfstandig, zonder enige tussenkomst van de vertegenwoordigde, rechtshandelingen stelt, die de onbekwame binden. Onbekwamen aan wie men een zekere bekwaamheid toekent, die echter niet voldoende is om alleen op te treden, worden bijgestaan. Zij treden zelf op om rechtshandelingen te stellen maar in aanwezigheid en met toestemming van degene die bijstand verleent. Wil men iemand, die in principe volledig rechtsbekwaam is, voor een bepaalde rechtshandeling een beperkte “onbekwaamheid” opleggen, dan kan men eisen dat voor deze rechtshandelingen vooraf, door een andere persoon of instantie, een machtiging verleend wordt. Deze persoon of instantie moet vooraleer de rechtshandeling gesteld wordt, er zijn instemming mee betuigen opdat ze rechtsgeldig zou zijn. Algemene handelingsonbekwaamheden Minderjarigen → Worden in beginsel alle personen beschouwd die de volle leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt. Categorieën: * Minderjarigen beneden de leeftijd van 15 jaar. Minderjarigen van minder dan 15 jaar zijn voor alle rechtshandelingen onbekwaam. Zij dienen steeds vertegenwoordigd te worden door hun ouders of voogd. * Minderjarigen tussen 15 en 18 jaar oud. - Persoonlijke rechtshandelingen. Voor persoonlijke rechtshandelingen worden wettelijk minderjarigen volledig bekwaam geacht. Deze rechtshandelingen kunnen niet wegens onbekwaamheid nietig worden verklaard. - Belangrijke en/of risicodragende rechtshandelingen. Sommige rechtshandelingen, die in het privaatrecht als zeer belangrijk of risicodragend worden beschouwd, zijn, indien door een wettelijk minderjarige gesteld, zonder meer vernietigbaar wegens onbekwaamheid. - Andere rechtshandelingen. De meeste rechtshandelingen van de wettelijk minderjarige zijn slechts vernietigbaar, wanneer zij ook een benadeling van de minderjarige inhouden. Men spreekt van “benadeling” o.m. wanneer er een abnormaal onevenwicht bestaat tussen de bedongen verbintenissen, of wanneer de rechtshandeling de mogelijkheden van de minderjarige te boven gaat. Beheer van het vermogen van de minderjarige: * Ouders. Gehuwde ouders oefenen het gezag over de persoon van het kind steeds gezamenlijk uit. 44 Dit is ook het geval bij feitelijk gescheiden en uit de echt gescheiden ouders. Wanneer de ouders het gezag over de persoon van het kind gezamenlijk uitoefenen, beheren zij ook gezamenlijk zijn goederen en treden zij gezamenlijk op las zijn vertegenwoordiger. Oefenen de ouders het gezag over de persoon van het kind niet gezamenlijk uit, dan heeft in de regel alleen de ouder die het gezag uitoefent, het recht om de goederen van het kind te beheren en het kind te vertegenwoordigen. De ouders hebben het genot van de goederen van hun kinderen tot aan hun meerderjarigheid of hun ontvoogding. * Voogdij. - Voogdijorganen. Voogd → Persoon die voor de minderjarige zorgt, die de goederen van de minderjarige beheert en hem vertegenwoordigt in het rechtsverkeer. 1 ouder overleden: de overlevende ouder wordt van rechtswege voogd over de minderjarige. Beide ouders overleden: de minderjarige krijgt ofwel - een testamentaire voogd. - een ascendent als voogd. - een datieve voogd. Toeziende voogd → Persoon die de voogd in het uitoefenen van zijn opdracht controleert. Familieraad → Dient te beraadslagen over gebeurlijke machtigingen aan de voogd en te waken over de persoon en de goederen van de minderjarige in het algemeen. Wordt samengesteld en voorgezeten door de vrederechter. Rechtbank van eerste aanleg → Speelt vooral een rol als homologatieinstantie van sommige beslissingen. Tevens doet ze als beroepsinstantie uitspraak over eventuele aanvechtingen van beslissingen van de familieraad. - Bevoegdheid van de voogd. De voogd oefent het hoederecht uit over de minderjarige en beheert zijn goederen. Voor sommige verderstrekkende rechtshandelingen heeft de voogd een voorafgaande machtiging nodig van de familieraad. - aanvaarden of verwerpen van een nalatenschap, van een legaat, van een schenking. - het zelf huren of pachten van goederen, die an de minderjarige toebehoren. Voor sommige, zeer belangrijke rechtshandelingen heeft de voogd benevens de vermelde machtiging ook de goedkeuring van de rechtbank van eerste aanleg nodig. - het vervreemden van een onroerend goed. - het aangaan van een lening. 45 - het sluiten van een dading. Sommige rechtshandelingen zijn voor de voogd eenvoudigweg verboden. - Aansprakelijkheid van de voogd. De voogd heeft de plicht de goederen van de minderjarige “als een goede huisvader” te beheren. Komt hij hierin tekort, dan kan hij, op vordering van de gewezen minderjarige, aansprakelijk worden gesteld wegens slecht beheer en worden veroordeeld tot schadevergoeding. - Ontvoogding. De ontvoogding heeft tot doel een minderjarige gedeeltelijk handelingsbekwaam te maken. In de meeste gevallen neemt men zijn toevlucht tot ontvoogding on een hinderlijke voogdijregeling bij bijna-meerderjarigen te vermijden. De ontvoogde minderjarige moet voor sommige handelingen worden bijgestaan door een curator. De bijstand is nodig voor alle handeling die het louter beheer te boven gaan. Voor handelingen van genot of louter beheer, mag de ontvoogde minderjarige alleen optreden. 2.2.4 Strafrechtelijke veroordeelden → Personen die tot zware straffen werden veroordeeld, worden meteen volledig handelingsonbekwaam inzake het beheer van hun goederen. Zij worden vertegenwoordigd door een curator. Beperkte handelingsonbekwaamheden Sommige strafrechtelijk veroordeelden worden levenslang of tijdelijk ontzet uit sommige politieke rechten en uit sommige burgerlijke rechten. Zo hebben geneesheren, apothekers en priesters niet het recht schenkingen of legaten te aanvaarden van personen die zij hebben behandeld of bijgestaan tijdens de ziekte waaraan zij zijn overleden. Curatoren van gefailleerden kunnen geen goederen kopen uit de boedel van het faillissement. Rechters en parketmagistraten kunnen niet optreden in zaken waarbij zij persoonlijk betrokken zijn. 2.1.5 Naam Identiteit van de persoon Aard van de naam Soorten → * Familienaam. → Om personen van anonieme betrekkingen te kunnen identificeren, dringt zich derhalve een algemeen-juridische en formele regeling op omtrent een aantal minimale identificatiegegevens. → Naam is het woord of zijn de woorden waardoor een persoon van andere personen in de maatschappelijke omgang wordt onderscheiden. De verkrijging ervan hangt nauw samen met de afstamming van de persoon. 46 De geadopteerde krijgt in principe de familienaam van de adoptant. De gehuwde vrouw behoudt haar eigen familienaam. * Voornaam. Door de voornaam worden personen binnen families van elkander onderscheiden. * Handelsnaam. Is een naam gegeven aan een handelszaak of een bedrijf. Deze naam is beschermd. Anders de familie- en voornaam is het recht op de handelsnaam een zuiver patrimoniaal recht. 2.1.6 Woonplaats Begrip en belang Keuze van de woonplaats Bijzondere gevallen → Is de plaats waar een persoon zijn hoofdverblijf heeft en waar hij geacht wordt te verblijven voor het uitoefenen van zijn rechten en de nakoming van zijn verplichtingen. → Elke persoon mag in beginsel vrijelijk bepalen waar hij zijn hoofdverblijf neemt. Bij betwisting over de woonplaats beslist de feitenrechter soeverein. → * Wettelijke of verplichte woonplaats. Voor sommige categorieën stelt de wet beperkingen inzake de vrije keuze van woonplaats. Zo is de woonplaats van rechters en notarissen, vanaf hun ambtsaanvaarding, de plaats waar zij hun ambt moeten uitoefenen. Niet-ontvoogde minderjarigen hebben hun woonplaats bij hun ouders. * Woonplaats “ad hoc”. Personen kunnen onderling steeds in een overeenkomst bedingen dat voor de uitvoering van bepaalde verbintenissen, een andere plaats dan hun werkelijke woonplaats, als woonplaats kan fungeren. * De echtelijke verblijfplaats. De echtelijke verblijfplaats is de plaats waar de echtgenoten hun huwelijksverplichtingen jegens elkaar en jegens hun kinderen nakomen. De echtelijke verblijfplaats wordt door beide echtgenoten in wederzijdse overeenstemming bepaald. Bij gebrek aan overeenstemming bepaalt de vrederechter deze plaats, in het belang van het gezin. 2.1.7 Nationaliteit Een persoon die in het staatsterritorium verblijft zonder de nationaliteit van die staat te bezitten, is een vreemdeling. Vreemdelingen genieten in principe wel van alle burgerlijke rechten. Dit is zonder enige uitzondering het geval voor vreemdelingen “gemachtigd tot vestiging” in België. Zo kunnen vreemdelingen verplicht worden tot borgstelling wanneer zij een vordering instellen voor een Belgische rechtbank. 47 Bij toekenning verwerft men de nationaliteit door een feit of als onrechtstreeks gevolg van een andere rechtshandeling. De verkrijging van de nationaliteit is het gevolg van rechtshandelingen en procedures, uitdrukkelijk gericht op het verwerven van de Belgische nationaliteit. Toekenning van de Belgische nationaliteit: * Toekenning op grond van de nationaliteit van vader of moeder. De Belgische nationaliteit wordt toegekend aan alle kinderen geboren uit een Belgische ouder. * Toekenning op grond van adoptie. Toekenning van de Belgische nationaliteit indien de adoptant Belg is. * Toekenning op grond van de geboorte in België. Aan kinderen die in België zijn geboren uit een ouder die zelf in België is geboren en die er gedurende 5 jaar in de loop van de 10 jaar voorafgaand aan de geboorte van het kind zijn hoofdverblijf heeft gehad, wordt tevens de Belgische nationaliteit toegekend. Aan kinderen die in België zijn geboren en geen vreemde nationaliteit bezitten, wordt eveneens de Belgische nationaliteit toegekend. Mocht voordat het kind de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, aangetoond worden dat het wel een vreemde nationaliteit bezit, dan verliest het de Belgische nationaliteit. Verkrijging van de Belgische nationaliteit. * Verkrijging door nationaliteitsverklaring. - De in België geboren vreemdeling, die er sedert zijn geboorte zijn hoofdverblijf heeft. - De vreemdeling die sedert ten minste 7 jaar zijn hoofdverblijf in België heeft gevestigd en die, op het tijdstip van de verklaring, gemachtigd is of toegelaten werd tot een verblijf van onbeperkte duur in het Rijk of toegelaten werd er zich te vestigen. Deze verklaring wordt afgelegd voor de ambtenaar van de burgerlijke stand. Afschrift wordt voor advies overgezonden aan het parket. Procureur des konings kan binnen 1 maand een gemotiveerd negatief advies uitbrengen. * Verkrijging door nationaliteitskeuze. - In België geboren kinderen. - In het buitenland geboren kinderen van wie een adoptant, op het tijdstip van de verklaring, de Belgische nationaliteit bezit. De belanghebbende legt een verklaring van nationaliteitskeuze af voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van zijn hoofdverblijfplaats. Afschrift wordt overgezonden naar het parket bij de rechtbank van eerste aanleg. * Verkrijging van de nationaliteit door de vreemde echtegenoot van een Belg. De vreemdelingen die huwt met een Belg of met een andere vreemdeling, die gedurende het huwelijk de Belgische nationaliteit verkrijgt, kan eveneens de Belgische nationaliteit verkrijgen via de procedure die geldt voor de nationaliteitskeuze. * Verkrijging van de nationaliteit door naturalisatie. 48 Voor de naturalisatie moet de belanghebbende 18 jaar oud zijn en sinds minstens 3 jaar zijn hoofdverblijf in België hebben. Het verzoek om naturalisatie wordt gericht aan de ambtenaar van de burgerlijke stand of aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Deze laatste maakt het verzoek op haar ter advies over aan het parket van de rechtbank van eerste aanleg, alsook aan de dienst Veiligheid van de Staat en de Dienst Vreemdelingenzaken. 2.1.8 Burgerlijke stand Begrip en belang → In het rechtsverkeer is het dikwijls van belang over informatie te beschikken over de personen met wie men in relatie treedt. Voor het verzamelen en verstrekken van bepaalde belangrijke juridische informatie over personen en goederen, werd ook een wettelijke regeling uitgewerkt. Dit soort regelingen noemt men publiciteitsregelingen. Voor de publiciteit inzake bepaalde gegevens omtrent het bestaan van personen, hun staat en bekwaamheid, wordt verzorgd door de “burgerlijke stand”. Akten van burgerlijke stand → het zijn akten, opgesteld door de ambtenaar van burgerlijke stand, om tot authentiek bewijs te dienen van rechtsfeiten of van rechtshandelingen. * Akten van geboorten. * Akten van huwelijk. * Akten van overlijden. Publiciteit → De akten van burgerlijke stand worden gebundeld in de registers van burgerlijke stand. Iedereen mag uittreksels van de akten vragen. Door de betrokkene zelf, zijn echtgeno(o)t(e), zijn bloedverwanten in opgaande lijn, zijn erfgenamen, zijn notaris of zijn advocaat mag een eensluidend afschrift gevraagd worden. 2.3 2.3.1 Rechtspersonen Op de constructie van de rechtspersoonlijkheid wordt een beroep gedaan wanner het nuttig of nodig blijkt een groepering of vermogen als geïndividualiseerde entiteit in het rechtsverkeer te laten optreden. Naast de door de wet erkende rechtspersonen bestaan er tal van verenigingen en groeperingen die juridische geen enkele erkenning genieten. Deze verenigingen kunnen als dusdanig geen rechtshandelingen stellen; enkel de leden zelf kunnen dit doen en enkel in eigen naam. Soorten rechtspersonen Publiekrechterlijke rechtspersonen → Zijn de overheidsorganen zelf of instellingen die door de overheid met een gedeelte van het staatsgezag werden bekleed. * Territoriale personen. 49 Oefenen het openbaar gezag uit hetzij in het gehele staatsterritorium hetzij in een deel van het staatsterritorium. Het vermogen bestaat eensdeels uit het openbaar domein, anderdeels uit goederen uit het private domein. * Openbare instellingen. De bevoegdheid van deze publieke personen is niet territoriaal bepaald, maar berust op een dienstgewijze specialisatie. Zij zijn bevoegd voor het leveren van een bijzondere dienst, die van publiek belang wordt geacht. Deze instellingen genieten een zekere bestuurlijke autonomie en beschikken over een eigen vermogen. Niettemin zijn zij geplaatst onder toezicht van de overheid en het Rekenhof. Privaatrechtelijke rechtspersonen → Zijn groeperingen of instellingen, tot stand gekomen door privaat initiatief. Zij oefenen geen openbaar gezag uit en ontsnappen derhalve aan rechtstreeks toezicht vanwege de overheid. * Vennootschappen. Vennootschappen hebben de uitoefening van een handelsactiviteit of van een burgerlijke activiteit tot doel. 1ste geval: handelsvennootschappen. 2de geval: burgerlijke vennootschappen. - Vennootschap onder firma. Naamloze vennootschap. Commanditaire vennootschap op aandelen. Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. - Coöperatieve vennootschap. - Vennootschap met een sociaal oogmerk. Werd ingevoerd om een gepaste juridische vorm te creëren voor verenigingen die een commerciële activiteit wensen uit te voeren, maar toch geen winst voor hun leden nastreven. * Beroepsverenigingen. Opgericht met het oog op de studie en de bescherming van de beroepsbelangen van leden. * Verenigingen zonder winstoogmerk. V.Z.W.’s zijn verenigingen die zich niet inlaten met commerciële of industriële activiteiten en waarvan de leden geen materiële winst nastreven. * Stichtingen. 50 Een stichting is een verpersoonlijkt vermogen van een individu dat, met goedkeuring van de regering, tot openbaar nut wordt besteed. 2.3.2 Gevolgen van de rechtspersoonlijkheid Net zoals natuurlijke personen verwerven rechtspersonen een zekere staat en bekwaamheid. Rechtspersonen bezitten een bepaalde staat in de natie. Ze hebben een nationaliteit, een naam en een woonplaats. Inzake handelingsbekwaamheid oefenen de rechtspersonen hun rechten uit via hun organen. Deze organen zijn natuurlijke personen, die zich, binnen de grenzen van hun functie in de rechtspersoon, met de rechtspersoon zelf identificeren. Rechtspersonen kunnen strafrechtelijk verantwoordelijk gesteld worden. 51 3. GOEDEREN EN ZEKERHEDEN 3.1 Indeling van de goederen 3.1.1 3.1.2 3.1.3 Belang 3.1.4 Lichamelijke en onlichamelijke goederen Lichamelijke goederen tastbaar (zintuiglijk waarneembaar) het zakenrecht1 is hierop van toepassing Onroerende goederen en roerende goederen Onroerende goederen onroerende goederen hebben een speciale juridische bescherming, want vroeger lag de rijkdom in onroerende goederen (landbouw) een onroerende goed is een goed dat niet verplaatsbaar is, we onderscheiden een aantal verschillende soorten: onroerend uit hun aard: in wezen niet verplaatsbaar onroerend door hun bestemming: roerende goederen die vastgekoppeld worden aan een onroerend goed onroerend goed door het voorwerp: een recht met betrekking tot een onroerend goed, is als recht ook onroerend Roerende goederen roerende goederen zijn alle goederen die niet onroerend zijn (voorbeeld: kapitaal, aandelen, …) we onderscheiden een aantal verschillende soorten: roerend uit hun aard (verplaatsbare goederen) roerend door wetsbepaling: verbintenissen op een roerend goed, de verbintenis is ook roerend aandelen is een roerend goed (staat in de wet) vervroegde roerendmaking (voorbeeld: aankoop trap die ingebouwd is in een kasteeltje dat ze gaan slopen) Gebruik – en verbruiksgoederen Gebruiksgoederen een gebruiksgoed verdwijnt niet bij het eerste normaal gebruik men moet hetzelfde goed teruggeven bij lening voorbeeld: fiets Verbruiksgoederen een verbruiksgoed verdwijnt bij het eerste normaal gebruik men moet een gelijkwaardig goed teruggeven bij lening voorbeeld: benzine het belang van deze onderverdeling zit hem vooral in het verschil bij een lening. Vervangbare en niet – vervangbare goederen Vervangbare goederen Slechts naar soort bepaald (bepaald in genere) 1 Onlichamelijke goederen onstoffelijk intellectuele rechten en het zakenrecht is hierop van toepassing Niet – vervangbare goederen geïndividualiseerd (bepaald in specie) geen verbintenis tot leveren na Zakelijk recht : recht van een persoon op een zaak (=goederen) 52 verbintenis tot leveren ook na verdwijning van het goed voorbeeld: bak stella, aardappelen Belang 3.2 verdwijning van het goed voorbeeld: beroemde kunstwerken het belang van deze onderverdeling zit hem vooral in het verschil bij verdwijning van het goed. Zelfstandige zakelijke rechten Opmerking 3.2.1 wat is het verschil tussen zakelijke rechten en vorderingsrechten (verbintenissen) Bij zakelijk recht hebben we onmiddellijke macht op het goed, bij vorderingsrechten niet Een zakelijk recht heeft een absoluut karakter, dat wil zeggen dat het recht op de zaak op iedereen geldt. Dat hebben we bij een vorderingsrecht niet Een zakelijk recht heeft volgrecht, vorderingsrecht heeft dit niet Een zakelijk recht geeft voorrang op het goed, een vorderingrecht niet. (vb. hypotheek heeft voorrang op andere schuldeisers.) Zakelijke rechten zijn beperkt in aantal, vorderingsrechten niet Eigendom A. Omvang van het eigendomsrecht Definitie het eigendomsrecht is het recht om op de meest volstrekte wijze van een zaak genot te hebben en daarover te beschikken, mits men er geen gebruik van maakt dat strijdig is met de wetten of met de verordeningen. Het eigendomsrecht is het meest complete zakelijk recht dat er bestaat. Bevoegdheid de bevoegdheden van de eigenaar zijn: Genot o Alles wat de zaak opbrengt is voor de eigenaar Beheer o De eigenaar beslist zelf wat hij met de zaak doet Beschikking o De eigenaar mag de zaak overdragen, verbruiken en vernietigen. Beperkingen de beperkingen van het eigendomsrecht zijn: Beperkingen van privaatrechterlijke aard Goed nabuurschap: eigendomsrechts is beperkt door de rechten van andere mensen (vb. geluidsoverlast voor buren) De last dat buren met elkaar hebben, moet in evenwicht zijn (vb. geluidsoverlast geeft de buren recht op schadevergoeding) Rechtsmisbruik: het goed mag niet fout gebruikt worden (vb. je mag met je auto geen kind omhoog rijden) Beperkingen van publiekrechterlijke aard Onteigening: u bent uw eigendom kwijt o Voorwaarden onteigening De overheid moet de wettelijke procedure volgen Je krijg vooraf een billijke schadevergoeding 53 Onteigening mag enkel voor het algemeen belang (vb. TGV) Opeising: opeising kwam voor in tijd van oorlog en rampen op auto’s en woningen. Je hebt recht op een schadevergoeding achteraf Ruimtelijke ordening: bij eigendommen moet je rekening houden met de ruimtelijke ordeningen, zoals o Stedenbouw o Vormgeving gebouwen o erfdienstbaarheden B. Eigendomsverwerving (hoe wordt je eigenaar?) Afgeleide eigendomsverwerving Oorspronkelijke eigendomsverwerving Bezit Het eigendomsrecht gaat over van de oude naar de nieuwe eigenaar. Voorbeeld: overheidsingreep, confiscatie (in beslagname) Toe – eigening: een aantal zaken hebben geen eigenaar en kunnen een eigenaar krijgen door het gewoon te nemen (vb. schelpen). De voorwaarden voor toe-eigening zijn o Er mag geen eigenaar zijn van het goed, want dan is het diefstal o Goed mag niet tot het openbaar domein behoren (vb. rivieren, wegen) Verloren voorwerpen: verloren voorwerpen hebben wel een eigenaar. o Gevonden in publieke ruimte: de eigenaar moet de gevonden zaak afgeven aan de gemeente. De zaak blijft 6 maand ter beschikking. Na deze termijn wordt de gemeente eigenaar. o Gevonden op private grond: de vinder mag de zaak in zijn bezit houden en wordt eigenaar van wanneer de werkelijke eigenaar niet komt opdagen. Achtergelaten voorwerpen: dikwijls worden voorwerpen afgegeven voor herstel, reiniging niet meer afgehaald. De persoon aan wie het voorwerp werd toevertrouwd mag het voorwerp na een bepaalde termijn verkopen en de opbrengst is voor hem Natrekking: de eigenaar van een zaak wordt ook eigenaar van alles wat deze zaak voortbrengt (vb. de appels afkomstig van een appelboom zijn ook voor de eigenaar) Definitie: feitelijke macht (=geen zakelijk recht) van een persoon over een goed, waarbij de persoon een aantal handelingen verricht waardoor wij veronderstellen dat hij de eigenaar is. 54 Ter goeder trouw: je bent echt in de overtuiging de rechtmatige eigenaar te zijn. We vermoeden altijd dat de persoon ter goeder trouw is, kwader trouw moeten bewezen kunnen worden o Ter kwader trouw: je weet of zou moeten weten dat je iets gekregen/gekocht hebt van iemand die niet de rechtmatige eigenaar is. Rechtsgevolgen van bezit: onroerende goederen: verkrijgende verjaring: je krijgt het eigendom na verloop van een bepaalde periode. Aan deze verkrijgende verjaring zijn een aantal voorwaarden verbonden, namelijk: - het bezit moet voortduren zijn, zonder onderbrekingen - het bezit moet vreedzaam zijn - het bezit moet openbaar zijn - het bezit mag niet dubbelzinnig zijn. roerende goederen: hier werken we niet met een verjaringstermijn. Het bezit volstaat, tenzij iemand dit bezit zou betwisten. Wanneer we ter goeder trouw zijn, hebben we automatisch het eigendomsrecht o Uitzondering wanneer jij een gestolen of verloren voorwerp in het bezit hebt en de rechtmatige eigenaar komt binnen de 3 jaar het goed terug opeisen, moet je het teruggeven. De rechtmatige eigenaar moet wel het bedrag betalen dat jij ervoor betaald hebt. Wanneer jij het goed gekocht hebt van een particulier, moet hij dit bedrag niet betalen. C. Mede – eigendom Definitie mede – eigendom is het eigendomsrecht dat door 2 of meer personen gezamenlijk op éénzelfde zaak of geheel van zaken wordt uitgeoefend. Mede – eigendom is nooit een exclusief recht! Regels de regels bij mede – eigendom zijn: De verdeeldheid moet in een contract vastgelegd zijn Een aantal Suppletieve regels Er is een vermoeden dat de aandelen gelijk zijn De eigenaar beschikt vrij over zijn aandeel Elke mede – eigenaar mag daden van behoud en beheer stellen. Ontstaan mede – eigendom ontstaat : Vrijwillig Deze mede – eigendom ontstaat bij een rechtshandeling, de intentie is dus aanwezig Vb. Jan en Mieke bouwen een huis, Peter en Jef richten een zaak op. Onvrijwillig Deze mede – eigendom ontstaat door een rechtsfeit (er doen zich feiten voor met juridische gevolgen, de intentie was niet aanwezig) 55 Er ontstaat een fase van onverdeeldheid. (vb. Vrouw sterft, de 3 zonen erven het huis.) Probleem bij zulk een onverdeeldheid is de situatie volledig geblokkeerd Oplossing niemand is verplicht om in deze onverdeeldheid te blijven. Wanneer 1 persoon zegt om de zaak te verdelen, zal dat gebeuren Gedwongen Mede – eigendom in gebouwen Gemene muur het voorwerp van deze mede – eigendom principe: een eigenaar van een erf dat paalt zijn de collectieve delen van een gebouw. aan een muur die toebehoort aan een (vb. gang/lift in appartementsblok) andere eigenaar, mag eisen dat deze muur geheel of gedeeltelijk gemeen wordt voorwaarden gemaakt. Hierdoor worden de twee o er moeten minstens 2 eigenaars zijn eigenaars mede – eigenaars van deze o er moeten gemeenschappelijke muur gedeeltes zijn o de notaris stelt 2 authentieke aktes op gevolg: beide eigenaars moeten dan in het notariële basisakte: wat is vervolg gezamenlijk instaan voor het gemeenschappelijk en wat is onderhoud en herstellingen aan deze muur. privatief + het aandeel van elke eigenaar in de mede – eigendom reglement van mede – eigendom: wat zijn de rechten en plichten van de mede – eigenaars en syndicus (beheerder) opmerking o vast gedeelte (mede – eigendom) behoort VAST tot het eigendomsrecht van het appartement o je kan niet in onverdeeldheid treden 3.2.2 Vruchtgebruik Definitie vruchtgebruik is het levenslang en volledig genotsrecht op andermans goed onder de verplichting de zaak in stand te houden en in natura terug te geven. Het beschikkingsrecht blijft bij de naakte eigenaar Kenmerken de kenmerken van het vruchtgebruik zijn: o Het vruchtgebruik is een zakelijk recht o Het vruchtgebruik is tijdelijk o Het vruchtgebruik is niet overerfbaar o Het vruchtgebruik behoort levenslang toe aan een natuurlijk persoon. Tenzij het contract een andere termijn voorziet. Ontstaan het vruchtgebruik ontstaat door: o Een contract (contractueel): verbintenis o Wettelijke voorzieningen (vb. ouders hebben vruchtgebruik over bezittingen minderjarige kinderen) Verplichtingen er zijn een aantal verplichtingen gekoppeld aan het vruchtgebruik: 56 o o o o Einde 3.2.3 De vruchtgebruiker moet een inventaris opstellen bij aanvang van het vruchtgebruik. Deze moet een overzicht geven van de roerende goederen en de staat van de onroerende goederen beschrijven De vruchtgebruiker moet een borgstelling betalen De vruchtgebruiker moet het goed beheren zoals een goede huisvader, dus op een verstandige en zorgzame manier Het goed moet in goede staat teruggegeven worden aan de naakte eigenaar. de maximumtermijn van het vruchtgebruik is het leven van de vruchtgebruiker, maar er zijn ook kortere termijn mogelijk (minimumtermijn bedraagt 10 jaar) Erfdienstbaarheden Definitie een erfdienstbaarheid is een last die op een lijdend erf is gelegd tot gebruik en tot nut van een heersend erf, dat aan een andere eigenaar toebehoort. Het is een zakelijk recht, dat enkel van toepassing is bij onroerende goederen. Dit recht is bijkomend (het is altijd gekoppeld aan een onroerend goed, je kan het niet zomaar verkopen) en eeuwigdurend is (in principe zolang dat we bestaan). 3.2.4 Recht van opstal Definitie 3.2.5 het recht van opstal is het recht om op andermans grond gebouwen of beplantingen in eigendom te bezitten. Bij het eigendomsrecht is alles wat op uw grond staat van u, maar hier krijgen we een splitsing. Erfpacht Definitie 3.3 het erfpacht is een zakelijk recht afgesloten voor een zeer lange duur (van 27 tot 99 jaar), waarbij de erfpachter, tegen betaling van een jaarlijkse cijns, voor de duur van het erfpacht het volle genot heeft van een stuk grond (zoals een eigenaar), zonder er eigenaar van te zijn. Intellectuele rechten Wat intellectuele rechten slaan uitsluitend op een intellectuele creatie van de geest. Het staat los van de materiële verwerkelijking van dit idee. Voorbeeld: het auteursrecht van een schilderij staat volledig los van het eigendomsrecht. Wat er ook moge gebeuren met het schilderij, de schilder blijft het auteursrecht behouden Kenmerken de kenmerken van intellectuele rechten zijn: Een intellectueel recht is beperkt in tijd Een intellectueel recht is overdraagbaar. 57 3.3.1 Auteursrechten Definitie het auteursrecht is het intellectueel recht op elke intellectuele of artistieke schepping met een zekere originaliteit. Ontstaan een auteursrecht ontstaat automatisch bij de creatie van een werk. Je moet er niets voor doen. Termijn de auteursrechten gelden tot 70 jaar na de dood van de auteur. Opmerking enkel de auteur heeft het recht om kopietjes te maken (toestemming geven tot …) 3.3.2 Octrooi Definitie het octrooi is een uitsluitend en tijdelijk recht tot de exploitatie, verleend voor iedere uitvinding die nieuws is, op uitvinderwerkzaamheid berust en vatbaar is voor toepassing op het gebied van de nijverheid. Het gaat dus om uitvindingen met een industriële betekenis. Termijn een octrooi is geldig tot 20 jaar na de aanvraag Voorwaarden wanneer je een octrooi wil bekomen, doet men: Een nieuwheidonderzoek (is de uitvinding nieuw). Wanneer dat het geval is, krijg je het octrooi Opmerking er bestaat ook internationale bescherming 3.3.3 Merkenrecht Definitie het merkenrecht is het intellectueel recht op de benamingen, tekeningen, vormen en andere uiterlijke kenmerken die handelswaren of hun verpakkingen van elkaar onderscheiden. Hoe? het merkenrecht wordt verkregen door deponering bij het Benelux bureau in Den Haag. Termijn de deponering geldt voor 10 jaar, maar kan steeds voor éénzelfde termijn verlengd worden. 3.3.4 Tekeningen en modellen Definitie het recht op tekeningen of modellen is het intellectueel recht dat het nieuwe uiterlijk van een product met gebruiksfunctie beschermt. Hoe? Het recht op een tekening of model wordt verkregen door inschrijving van het depot. Termijn de termijn van een recht op tekeningen en modellen is 5 jaar, en je kan dit 4 maar vernieuwen. Tekening? Een tekening kan zowel 2dimensionaal, als 3dimensionaal zijn. 58 3.3.5 Kwekersrecht Definitie het kwekersrecht is het intellectueel recht dat de productie voor handelsdoeleinden beschermt van een nieuw ras in land-, tuin-, of bosbouw en veeteelt. Termijn de termijn is afhankelijk van het voorwerp en kan variëren van 15 tot 25 jaar. Voorwaarden de voorwaarden voor het kwekersrecht zijn: Het moet een nieuw ras zijn Het ras moet homogeen zijn Het ras moet bestendig zijn Het ras moet een naam krijgen. Hoe? 3.4 Je krijgt een kwekerscertificaat bij het ministerie van Landbouw Zekerheden Definitie zekerheden zijn juridische technieken om zich te beschermen tegen de insolventie van een debiteur. Het is een garantie dat je uw geld gaat terugkrijgen van een schuldenaar. Er bestaan rechten op roerende goederen en op onroerende goederen Indeling de zekerheden worden ingedeeld in: Persoonlijke zekerheden: een derde persoon stelt zich met zijn vermogen garant voor de betaling van de schuld, wanneer de schuldenaar in gebreke blijft Zakelijke zekerheden: 1 of meer goederen worden als garantie uit het vermogen van de schuldenaar genomen. o Zakelijke zekerheidsrechten: onzelfstandige rechten op een welbepaald goed. o Voorrechten (wettelijke rangregeling: een begrafenisondernemer wordt het eerst terugbetaald) 3.4.1 Zakelijke zekerheden A. Hypotheek Definitie een hypotheek is een bij wet, bij testament of bij overeenkomst gevestigd zakelijk zekerheidsrecht op een onroerend goed of op een onroerend zakelijk recht (vruchtgebruik, recht van opstal en erfpacht). Voorwaarden de voorwaarden voor een hypotheek zijn: Het onroerend goed moet voldoende gespecificeerd zijn Het onroerend goed moet bestaan of in moet in toekomst gaan bestaan Soorten er zijn drie soorten hypotheek te onderscheiden Contractuele/bedongen hypotheek: hypotheekovereenkomst tussen schuldenaar en schuldeiser. o Voorwaarden: Moet gaan over een bestaande schuld Schuld moet juist bepaald zijn 59 Het gebeurt altijd bij de notaris, via een authentieke akte. Wettelijke hypotheek: De wetgever kent aan bepaalde personen en instanties het recht toe van rechtswege, dus zonder overeenkomst een hypotheek nemen voor bepaalde schulden (vb. de hypotheek ten voordele van de staat, m.b.t. tot belastingen) Testamentaire hypotheek: de hypotheek wordt bepaald in het testament, door wilsuiting van de erflater. R&P de rechten en plichten van de hypothecaire schuldenaar zijn: De eigenaar behoudt het beschikkingsrecht en het genotsrecht met een beperkt beheersrecht De hypotheek geldt na inschrijving bij de hypotheekbewaarder (rangregeling) De schuldenaar mag de waarde van het goed niet verminderen Einde een hypotheek komt ten einde: Na 30 jaar wettelijk Na afbetaling van de schuld feitelijk Na doorhaling formeel Door overeenkomst (afspraak tussen beide partijen) Wanneer de schuldenaar met geweld gedwongen is om het contract te tekenen of op te stellen. Zuivering hypothecaire zuivering ontstaat wanneer de woning overgaat naar een nieuwe eigenaar. Want de nieuwe eigenaar betaald de hypotheek terug aan de bank, dit bedrag wordt in mindering gebracht met de overnameprijs. De schuld blijft bestaan, enkel de zekerheid verdwijnt B. Pand Definitie een pand is een bij overeenkomst gevestigd zakelijk zekerheidsrecht op een roerend goed en mits afgifte van het goed aan de schuldeiser. R&P de rechten en plichten van de pandhouder zijn: Het pand is ondeelbaar Retentierecht: de pandhouder heeft niet het gebruiksrecht/genotsrecht over het goed, hij mag het enkel bewaren De pandhouder blijft eigenaar van het goed, tot de volledige schuld terugbetaald is. Bij betaling moet hij het goed in dezelfde staat teruggeven Bij niet betaling mag hij: o De verkoop vorderen van het pand: wanneer de verkoopprijs meer is dan de terugbetaling, gaat de overschot naar de schuldenaar o Behoud van het pand (schatting deskundige): wanneer het meer waard is dan de schuld, moet de bank de schuldenaar betalen. Omgekeerd geldt dit niet. o Dit geldt enkel mits de toelating van de beslagrechter. o De schuldeiser heeft een voorrecht Soorten de verschillende soorten pand zijn: Burgerlijk pand: te registreren indien de pandwaarde groter is dan € 375 60 Handelspand: de afgifte van het goed volstaat Inpandgeving van schuldvorderingen (facturen in pand): kennisgeving van de debiteur. Inpandgeving van een handelszaak o Geen buitenbezitstelling o Inschrijving bij de hypotheekbewaarder o Ten voordele van een erkende kredietinstelling. C. Voorrechten Definitie 3.4.2 Voorrang van een schuldeiser boven anderen wegens de aard van de schuldvordering. Deze voorrechten zijn wettelijk bepaald. Persoonlijke zekerheden Definitie bij persoonlijke zekerheden verkrijgt de schuldeiser het recht de betaling te eisen van een derde (= de borg) indien de schuldenaar in gebreke blijft. Opmerking bij persoonlijke zekerheden ontstaan enkel vorderingsrechten, ze verlenen geen volgrecht of recht van voorrang A. Borgtocht Omschrijving een borgtocht is een overeenkomst met bijkomend, eenzijdig en kosteloos (geen recht op vergoeding, wanneer je de borg bent) karakter. Voorbeeld de zoon leent bij de bank, met zijn vader als borg. De zoon is de hoofdschuldenaar, de vader is de borg en de bank is de schuldeiser. Er ontstaat een vorderingsrecht tussen de zoon en de bank. Maar de zoon kan niet betalen, dus moet de vader de schuld aflossen (dit is een bijkomend vorderingsrecht). De borg kan eisen dat de goederen van de zoon in rekening worden gebracht. Het gevolg is dat de borg/vader een vorderingsrecht krijgt t.o.v. de zoon, want de schuld met de bank is afgelost. 4. Verbintenissen Definitie een verbintenis is een rechtsband tussen personen, waarbij de ene partij (de schuldeiser) een prestatie mag eisen van de andere partij (de schuldenaar) Prestatie: iets geven, iets doen, iets niet doen Verbintenis: vorderingsrecht, geen zakelijk recht Andere personen: alle andere personen zijn derden, aangezien zij niet onmiddellijk betrokken zijn in de verbintenis. Verplichtingen wat zijn de verplichtingen van de koper en verkoper Koper Verbintenis betalen van zijn schuld het product aanvaarden Vorderingsrecht hij moet het product ontvangen het product moet van Verkoper zaak leveren beoogde kwaliteit leveren hij kan de betaling eisen van de koper 61 goede kwaliteit zijn 4.1 Soorten verbintenissen 4.1.1 Voorwaardelijke verbintenis Definitie de uitvoering of uitdoving van verbintenissen kan afhankelijk zijn van een voorwaarde Voorwaarde? Een voorwaarde is een toekomstige en onzekere gebeurtenis, een zaak die misschien in de toekomst zal voorvallen (overlijden is geen voorwaarde, want ooit sterf je toch) A. Opschortende voorwaarde Definitie De verbintenis ontstaat na een toekomstige en onzekere gebeurtenis B. Ontbindende voorwaarde Definitie de verbintenis dooft uit na een toekomstige en onzekere gebeurtenis. C. Potestatieve voorwaarde Definitie bij een Potestatieve voorwaarde is de realisatie van de toekomstige en onzekere gebeurtenis afhankelijk van de wil van de schuldenaar. Opmerking de verbintenis is: o Zuiver: de verbintenis hangt af van de willekeur van 1 Partij. NIETIG Voorbeeld: een loodgieter zegt: “ik kom u toilet maken als ik zin heb”. o Gemengd: de gestelde voorwaarde hang af van een externe gebeurtenis GELDIG Voorbeeld: als ik mijn huis verkoop, dan krijg jij voorrang. 4.1.2 Verbintenissen met tijdsbepaling Definitie een verbintenis met tijdsbepaling is een verbintenis waarvan de uitvoering of de uitdoving afhankelijk is van een toekomstige en zekere gebeurtenis. Niet het ogenblik van de gebeurtenis moet vaststaan maar wel moet de verwezenlijking van de gebeurtenis zeker zijn. Soorten men maakt een onderscheid tussen: Een opschortende tijdsbepaling: de verbintenis dient pas te worden uitgevoerd na een zekere termijn of gebeurtenis (de uitvoering van de verbintenis wordt voor een bepaalde tijd bevroren.) Een ontbindende tijdsbepaling: de verbintenis dooft uit na een zekere termijn of gebeurtenis. 4.1.3 Verbintenissen verbonden aan een persoon (omwille van een persoon) Definitie dit is een verbintenis waarbij enkel een welbepaalde persoon aan de verbintenis kan voldoen, ze is enkel bestemd voor een welbepaalde persoon. 62 Opmerking deze verbintenissen doven uit bij de dood van de persoon in kwestie (geen vorderingsrecht), de reeds verschuldigde erelonen moeten nog wel betaald worden (want een kost is niet persoonsgebonden) Voorbeeld dokters, kunstenaar, advocaat, … 4.1.4 4.1.5 Splitsbare verbintenissen Hoofdelijke verbintenissen meerdere schuldeisers of schuldenaars Splitsbare verbintenis Hoofdelijke verbintenis Algemeen principe: elke schuldeiser kan slechts Algemeen principe: de schuldeiser kan van elke schuldenaar zijn deel eisen. uitvoering eisen van elke schuldenaar afzonderlijk Uitzonderingen Gevolg: door uitvoering dooft de schuld uit en verkrijgt de uitvoerder een vordering op de andere het voorwerp van de eis is niet deelbaar hoofdelijke schuldenaars de ondeelbaarheid werd bedongen Drie vrienden hebben besloten een appartementblok te bouwen, er moet een herstelling aan het dak gebeuren (€9000) de aannemer moet van elke schuldenaar de schuldeiser heeft het recht om bij 1 apart zijn deel eisen. Hij kan niet meer van de schuldenaars de totale som te eisen € 3000 per persoon. eisen, wanneer deze betaalt is de zaak voor de schuldenaar gesloten. Er ontstaat Risico: wanneer eigenaar 3 werkloos een vorderingsrecht van 1 eigenaar op de wordt en niet meer kan betalen, krijgt de 2 andere eigenaars. aannemer slecht €6000 - Burgerlijk recht: vermoeden van splitsbaarheid (een verbintenis is in principe altijd splitsbaar, tenzij anders vermeld). Een hoofdelijke verbintenis wordt bekomen door een beding (= clausule in het contract, iets dat je contractueel bekomen hebt). - Handelsrecht: vermoeden van hoofdelijkheid Opmerking vormen van hoofdelijkheid bij wet De echtgenoten zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de huishoudelijke schulden TENZIJ: deze schulden buitensporig zijn RISICO: wanneer een koppel officieel nog getrouwd is, maar al uiteen zijn, kan de man zeggen: “ga het geld maar ophalen bij mijn vrouw” Verbintenis van schadevergoeding bij misdrijf met verschillende daders. 4.1.6 Resultaat – en middelenverbintenis A. Resultaatsverbintenis Definitie de resultaatsverbintenis is de verbintenis waarbij de schuldenaar er zich toe verbindt een welbepaald resultaat te bereiken Bewijslast je moet enkel kunnen aantonen dat het beoogde resultaat niet bereikt is, de schade moet je niet kunnen bewijzen. B. Middelenverbintenis 63 Definitie de schuldenaar verbindt zich ertoe om voldoende middelen te gebruiken om een beoogd resultaat te bereiken. Het resultaat is niet gegarandeerd, maar de schuldenaar zal zijn best doen om het resultaat te bereiken. Bewijslast de schuldeiser moet de schade kunnen aantonen en kunnen bewijzen dat deze schade de schuld is door een fout van de tegenpartij. 4.2 Bronnen van verbintenissen Algemeen men kan stellen dat er twee hoofdbronnen van verbintenissen zijn, met name rechtshandelingen en rechtsfeiten. Maar deze twee hoofdbronnen kunnen evenwel verder uitgesplitst worden: Rechtshandelingen o Publiekrechterlijke rechtshandelingen: de overheid kan éénzijdig een verbintenis opleggen aan een categorie personen tegenover een andere categorie personen o Privaatrechterlijke rechtshandelingen: hierin kan men onderscheiden: Eenzijdige rechtshandelingen: verbintenissen kunnen totstandkomen door een eenzijdige wilsuiting van degene die zich verbindt. Meerzijdige rechtshandelingen: de meeste verbintenissen komen tot stand door een overeenkomst Rechtsfeiten o Handelingen: verbintenissen zijn soms het niet – bedoelde rechtsgevolg van een handeling, namelijk een onrechtmatige daad o Feiten en toestanden: verbintenissen zijn in bepaalde gevallen het gevolg van omstandigheden, extern aan de wil van de schuldenaar. (voorbeeld: onverschuldigde betaling, zaakwaarneming) Opmerking voorwaarden van een zaakwaarneming: Een zaakwaarneming gebeurt in voordeel van de andere (niet in eigen belang) Geen toestemming, de opdracht is gegeven (een zaakwaarneming gebeurt spontaan en eenzijdig) Het is een handeling die niet wettelijk verplicht of bepaald is. Bij een zaakwaarneming ben je verantwoordelijk voor fouten, je moet een afrekening kunnen voorlegen (vb. een factuur) en de eigenaar komt in verbintenis (hij kan het werk niet stoppen en hij moet de gedane, nuttige kosten) 4.2.3 Eenzijdige wilsuiting A. Het aanbod Definitie een partij verbindt zich via een duidelijk en volledig voorstel (vb. koopwaar met prijsaanduiding, een catalogus, een offertebrief, …). Wanneer de andere partij akkoord is, is de overeenkomst afgesloten. Dit aanbod kan dan niet meer ingetrokken worden (vb. een prijswijziging is dan niet meer toegestaan) 64 Gevolg het gevolg van een aanbod is: Dat er een eenzijdige verbintenis ontstaat Dat het aanbod in overeenstemming moet zijn met de wet op handelspraktijken. Dit wel zeggen dat er voldoende voorraad moet zijn en dat het aanbod een redelijke termijn geldig moet zijn.) Voorwaarden de voorwaarden van het aanbod zijn: De prijs moet duidelijk aangeduid zijn De verkoper moet voldoende voorraad in huis hebben Het aanbod moet een redelijke tijd aangehouden worden. Einde er komt een einde aan het aanbod: Wanneer de partij het aanbod intrekt voor het de andere partij bereikt heeft. (vb. door e-mail, brief) Wanneer de vervalstermijn die opgenomen is in het aanbod overschreden is. Wanneer het voorwerp teniet is gegaan (vb. schilderij opgegaan in brand, dan kun je het niet meer verkopen/leveren) Wanneer het aanbod 1 of meer welbepaalde goederen of diensten betreft en reeds eerder door anderen op het aanbod werd ingegaan (vb. verkoop van auto in tweedehandskrant) 4.3 De overeenkomst 4.3.1 Omschrijving Definitie een overeenkomst is het samentreffen van de wil van twee of meer personen (=contractanten) met het oog op het doen ontstaan, het wijzigen of het doen uitdoven van verbintenissen. Een contract is dus een meerzijdige rechtshandeling, want de intentie is aanwezig om bepaalde rechtsgevolgen tot stand te doen komen. Principe contractuele vrijheid Deze contractuele vrijheid is de motor van de vrije markteconomie. Deze economie zegt: je kan met eender wie, over eender wat, op eender welk moment een contract aangaan. Je moet een aantal voorwaarden respecteren, maar voor de rest ben je volledig vrij. Onderverdeling we kunnen de overeenkomsten onderverdelen in: Benoemde contracten o Dit zijn standaardformules, die wettelijk geregeld zijn. o Reden De partijen moeten niet alles zelf opstellen, je moet enkel opstellen wat afwijkt van de standaardformule (daarom komt dit type van contracten veel voor in de praktijk) De zwakkere partij wordt beschermd door middel van imperatieve regels Onbenoemde contracten o types van overeenkomsten die niet onder te brengen zijn in benoemde contracten. 65 4.3.2 Soorten overeenkomsten oneindige variëteit A. Eenzijdige en wederkerige overeenkomsten Eenzijdige overeenkomst: de verbintenissen worden slechts geschapen in de hoofde van 1 partij. Wanneer het om een overeenkomst gaan, dienen echter wel alle betrokken partijen hun instemming te geven. (vb. schenking, kostenloze bewaargeving) Wederkerige overeenkomst: bij een wederkerige overeenkomst verbinden beide partijen zich wederkerig en gelijktijdig tegenover elkaar (vb. huurovereenkomst) B. Consensuele, plechtige en zakelijke overeenkomsten Consensuele overeenkomst in principe zijn overeenkomsten consensueel, het is de wil van de betrokken partijen om een contract op te stellen. Wanneer de beide partijen akkoord zijn, ontstaat de overeenkomst Plechtige overeenkomst bij een plechtige overeenkomst is het bestaan van de overeenkomst afhankelijk van het naleven van bepaalde vormvereisten (vb. trouw, echtscheiding, adoptie, …) Zakelijke overeenkomst de zakelijke overeenkomsten komen pas tot stand door afgifte van de zaak waarop de overeenkomst betrekking heeft. (vb. bruikleen, bewaargeving, Inpandgeving,…) C. Standaardovereenkomsten en toetredingsovereenkomsten Standaardovereenkomsten Toetredingsovereenkomsten 4.3.3 dit zijn vooraf opgestelde contracten met standaardbedingen die bestemd zijn om een onbepaald aantal toekomstige rechtsverhoudingen te regelen (vb. verzekeringspolissen) dit zijn standaardcontracten die eenzijdig door 1 partij zijn opgesteld en waarvan de inhoud integraal aan de andere partij wordt opgedrongen. Deze partij heeft enkel de keuze tussen het al of niet sluiten van het contract, over de inhoud is geen discussie mogelijk (vb. trein, tram je kan de prijs van je tramkaartje niet aanvechten) Totstandkoming van overeenkomsten onderhandelingen aanbod o definitie: wanneer 1 van de partijen echter een voorstel formuleert, waarin alle onontbeerlijke elementen van een overeenkomst zijn vervat, spreekt men van een aanbod o belang: het aanbod heeft een dubbel juridisch belang door het aanbod bindt de aanbieder zichzelf de aanvaarding van de tegenpartij brengt de overeenkomst definitief tot stand aanvaarding: we onderscheiden twee soorten van aanvaarding o uitdrukkelijke aanvaarding: wordt afgeleid uit de ondertekening van een onderhandse akte 66 4.3.4 o stilzwijgende aanvaarding: deze aanvaarding wordt afgeleid uit de handelingen en gedragingen van de contractspartij, die met zekerheid op de aanvaarding duiden. ondanks wiluiting toch: o precontractuele aansprakelijkheid: een partij, betrokken in de voorafgaande besprekingen, mag het bij de wederpartij gekweekte vertrouwen niet op een foutieve wijze, hetzij door opzet, hetzij door nalatigheid beschamen. De rechter bepaalt of we te maken hebben met precontractuele aansprakelijkheid o Geldigheidsvoorwaarden (zie rechtshandelingen): wanneer zij hier niet aan voldoen, worden de overeenkomsten nietig verklaard Interpretatie van overeenkomsten Wat het interpreteren van een overeenkomst is het bepalen van de zin en de draagwijdte van zijn inhoud. Het is een manier om rechtszekerheid te creëren. Wanneer? wanneer er een meningsverschil ontstaat, zal de feitenrechter (want het is een feitenkwestie) tot interpretatie overgaan. Richtlijnen de rechter moet een aantal wettelijke regels volgen: o de rechter moet de bedoeling van de partijen nagaan, niet enkel afgaan op wat er geschreven staat o de zwakkere partij (= schuldenaar of consument) is in het voordeel o in functie van gebruiken (hoe gaat het er in die sector/situatie meestal aan toe) o hij moet de overeenkomst in zijn totaliteit bekijken (de reële bedoeling van het contract nagaan) 4.3.5 Gevolgen van overeenkomsten A. Gevolgen tussen partijen A1 Contractuele trouw Principe het principe van contractuele trouw houdt in dat terugkrabbelen niet mogelijk is: Er mag geen wijziging/ontbinding plaatsvinden (tenzij bij overmacht) De uitvoering moet ter goeder trouw en vrijwillig gebeuren. A2 Vrijwillige uitvoering Lezen, geen examenstof A3 Sancties bij niet uitvoering Voorwaarden wat gebeurt er bij niet uitvoering de algemene voorwaarden van contractuele aansprakelijkheid zijn: Wanneer een contractspartij door haar eigen fout in gebreke blijft bij de uitvoering van haar verbintenissen, dan is er sprake van contractuele aansprakelijkheid. De wederpartij kan hierbij beroep doen op een aantal sancties (de gedwongen uitvoering, gerechtelijke ontbinding en de weigering wegens niet uitvoering) 67 Deze sancties zijn slechts mogelijk wanneer overmacht afwezig is en de schuldeiser de schuldenaar een aanmaning1 (na deze aanmaning beginnen eventuele intresten te lopen en is het risico verschoven naar de tegenpartij) gestuurd heeft. Gedw. Uitv. De gedwongen uitvoering bestaat uit 2 delen: De uitvoerbare titel (meestal een vonnis): de schuldeiser kan pas op gedwongen uitvoering overschakelen, wanneer hij een uitvoerbare titel heeft. o Definitie: een uitvoerbare titel is een geschreven akte waarmee de schuldeiser desnoods met behulp van de openbare macht (politie) en met gebruik van geweld de inwilliging van zijn recht kan afdwingen. De uitvoering in natura: de schuldeiser dwingt de schuldenaar om de verbintenis, zoals oorspronkelijk afgesproken, uit te voeren. o Soms is deze uitoefening onmogelijk (vb. wanneer het nut is verdwenen) o Wanneer de uitoefening onmogelijk is geworden kan je: Een uitoefening door een derde op kosten van de schuldeiser eisen Een dwangsom eisen o je mag een persoon niet dwingen om iets te doen, want iemand dwingen is niet toegestaan uitvoering bij equivalent o compensatoire (vervangende) of moratoire (vervangings-) schadevergoeding bedrag schadevergoeding? Rechter bepaalt het op een redelijke manier, dit wil zeggen dat het een eerlijk bedrag moet zijn Er is een wettelijke schadevergoeding voorzien De partijen hebben een eventuele schadevergoeding vastgelegd in het contract o schadebeding (vb. verhogingsbeding) een schadebeding is een bepaling in een overeenkomst waarbij op voorhand de schadevergoeding forfaitair wordt vastgesteld die verschuldigd zal zijn bij de niet – nakoming van bepaalde verbintenissen die in deze overeenkomst vervat liggen. o boetebeding (vb. strafbeding) wanneer de overeenkomst niet nageleefd wordt, wordt het bedrag van de overeenkomst verhoogd met een bepaald percentage. Strafbeding: wanneer het schadebeding een abnormaal hoog is, spreken we van een strafbeding. Dat is niet geldig, aangezien de overheid enkel mag straffen (de burger mag dit niet) Opmerking wanneer er een wanverhouding is tussen de reële schade en het schadebeding, wat zal de rechter dan beslissen? In principe is de rechter verplicht zich aan het contract te houden. 1 Bij een aanmaning wijs je de tegenpartij er op dat hij zijn contract moet uitvoeren 68 Wederkerige bij een wederkerige overeenkomst stelt zich de vraag in welke mate de ene partij Overeenkomst verplicht is haar verbintenis na te komen wanneer de andere partij in gebreke blijft. Hieraan is een groot risico verbonden, aangezien het contract niet verdwijnt , dus kunnen we eigenlijk geen nieuwe (vervangende) overeenkomsten aangaan. Hier staan twee middelen ter beschikking: Weigering wegens niet uitvoering: dit is een verweermiddel dat een partij toelaat, zonder tussenkomst van de rechter, haar eigen verbintenissen niet uit te voeren wanneer de andere partij in gebreke blijft na aanmaning. Ontbinding: we onderscheiden twee soorten van ontbinding: o Contractuele ontbinding: hierbij wordt de zaak in de minne geregeld. De partijen zullen een nieuw contract aangaan, om het andere contract te ontbinden o Gerechtelijke ontbinding: het in gebreke blijven van de wederpartij is op zich een voldoende grond om een dergelijke ontbinding te vorderen. De ontbinding doet de overeenkomst teniet en dooft bijgevolg alle verbintenissen uit die er in vervat lagen. Om alle deze problemen te voorkomen, kan men in de overeenkomst een ontbindend beding inlassen. Zo leidt contractbreuk automatisch tot de ontbinding van het contract, de rechter komt hier niet aan te pas. 4.3.6 Tenietgaan van overeenkomsten A. Nietigverklaring Een nietigverklaring is altijd met terugwerkende kracht, dit wil zeggen dat het contract nooit bestaan heeft. B. Ontbinding Het contract stopt met bestaan, maar het is zonder terugwerkende kracht. De ontbinding is gericht op de toekomst C. Ontbinding door … contractuele ontbinding: de partijen mogen door wederzijdse toestemming de overeenkomst die zij sloten te allen tijden ontbinden. Opmerking: het ontbindend beding is ook een vorm van contractuele ontbinding. Gerechtelijke ontbinding: de rechter kan op verzoek van één van de partijen een wederkerige verbintenis ontbinden als sanctie voor de niet – uitvoering. De bewijslast ligt altijd bij de vragende partij Eenzijdige opzegging: dit is niet mogelijk, tenzij voor contracten van onbepaalde duur, want niemand kan verplicht worden om iets voor altijd te doen. (vb. arbeidscontract, huurcontract, ….) 69 4.4 De onrechtmatige daad 4.4.1 Kenmerken van de foutaansprakelijkheid Algemeen elke daad van de mens waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt verplicht degene door wiens schuld de schade is ontstaan deze te vergoeden. De onrechtmatige daad, die de schade veroorzaakt, is naast de overeenkomst de belangrijkste bron van verbintenissen, met name de verbintenis vanwege de steller van de onrechtmatige daad om de toegebrachte schade te herstellen of te vergoeden. Uitzondering in sommige gevallen kan niet alleen de veroorzaker van de schade zelf, maar ook een derde voor de schadevergoeding aangesproken worden. (=samengestelde aansprakelijkheid: vb. ouders zijn aansprakelijk voor hun kinderen) Onderverdeling we kunnen de aansprakelijk onderverdelen in: Strafrechterlijke aansprakelijkheid Vindt plaats bij een misdrijf, de dader is aansprakelijk (straf) Publiek recht! Burgerlijke aansprakelijkheid Contractuele aansprakelijkheid Ontstaat bij contractbreuk Gevolg: schadevergoeding, ontbinding, … Aansprakelijkheid uit een onrechtmatige daad Er ligt geen contract aan de basis van de aansprakelijkheid Privaat recht! Voorbeeld1 een idioot springt zonder nadenken in een zwembad. Hierbij breekt hij de arm van een spelende kleuter. De idioot is verantwoordelijk voor de opgelopen schade en letsels Voorbeeld2 de staat begaat een fout wanneer de legeroverheid een eskader militaire vliegtuigen op lage hoogten over een bebouwde kom laat vliegen, terwijl voorzienbaar is dat de hierdoor veroorzaakte trillingen schade aan gebouwen kunnen veroorzaken. Voorbeeld3 4.4.2 Principe een bankinstelling kan aansprakelijk gesteld worden voor een deel van de schulden van een gefailleerde, wanneer zij voor het faillissement al te lichtvaardig krediet is blijven verlenen en hierdoor derden misleid heeft nopens de solvabiliteit van de betrokkene, waardoor derden op hun beurt aan de later gefailleerde krediet hebben toegestaan. Aansprakelijkheid voor eigen fout aansprakelijkheid voor eigen fout en een daaruit volgende verbintenis om de schade te herstellen of te vergoeden, is slecht mogelijk wanneer drie elementen gezamenlijk voorkomen: Fout o Fout?: schade berokkent bewuste foutieve daad schade berokkent door nalatigheid, onvoorzichtigheid schade berokkent door toeval, overmacht is geen fout! o Norm: het principe van de goede huisvader: wanneer een normaal persoon zich ook zo gedragen zou hebben, spreken we niet van een fout 70 o Criterium de schade moet voorzienbaar zijn (was ze onvoorzienbaar, dan is het geen fout) de schade met toerekenbaar zijn (vb. kinderen zijn pas toerekenigsvatbaar vanaf 7 jaar) Schade: elke schending van een feitelijk belang geldt als schade voorzover dit belang rechtmatig is. De schade kan van materiële/morele aard en van actuele/toekomstige aard zijn. Oorzakelijk verband: is er een verband tussen de schade en de fout? Vergoeding wanneer deze 3 voorwaarden voldaan zijn, heeft de schuldeiser recht op een schadevergoeding. De zwaarte van de fout staat TOTAAL los van de grootte van de schadevergoeding. Bewijslast de bewijslast ligt bij de schuldeiser. Hij moet de onderstaande dingen kunnen bewijzen: Oorzakelijk verband tussen fout en schade Wie heeft de fout gemaakt? Welke fout heeft deze persoon gemaakt? De schade moet aangetoond kunnen worden. Opmerking de verweerder kan proberen om aan zijn aansprakelijkheid te ontsnappen. Dit doet hij d.m.v. tegenbewijzen: Overmacht Schuld ligt bij schuldeiser (vb. persoon is omvergereden, hij eist een schadevergoeding. Maar deze persoon is door het rood gelopen, dan is hij aansprakelijk en niet de automobilist) Schuld ligt bij derde 4.4.3 Aansprakelijkheid voor andermans fout Principe Regeling voor sommige gevallen wordt wettelijk bepaald dat derden kunnen aansprakelijk gesteld worden voor de schade, veroorzaakt door de fout van een andere persoon (samengestelde aansprakelijkheid) Ouders zijn aansprakelijk voor hun minderjarige kinderen Onderwijzers en ambachtslieden zijn aansprakelijk voor hun leerlingen en leerjongens gedurende de tijd dat ze onder toezicht staan Meesters en aanstellers (vb. werkgevers) zijn aansprakelijk voor hun dienstboden en aangestelde voor schade, door hen berokkend in de uitoefening van hun functie de juridische regeling van de drie vermelde gevallen van samengestelde aansprakelijkheid is niet volledig dezelfde, wel zijn er een aantal gemeenschappelijke kenmerken: De aansprakelijkheid van derden staat naast de aansprakelijkheid van de werkelijke daders. De slachtoffers van schade, veroorzaakt door foutief gedrag van kinderen, leerjongens, leerlingen, werknemers kunnen dus zowel respectievelijk deze laatste als de ouders, leermeesters of werkgevers aanspreken voor de schadevergoeding De derden, die eventueel een schadevergoeding hebben moeten betalen voor schade veroorzaakt door andermans fout, kunnen de betaalde bedragen terugvorderen van de werkelijke daders 71 De drie gevallen van samengestelde aansprakelijkheid kunnen niet gecombineerd worden. Het slachtoffer van een fout kan niet tegelijkertijd de ouders als de toezichthoudende leerkracht van het kind aanspreken. A. Aansprakelijkheid van ouders Voor de ouders geldt een weerlegbaar vermoeden van aansprakelijkheid voor schade, veroorzaakt door een fout van hun minderjarige kinderen. De ouders kunnen aan deze aansprakelijkheid ontsnappen door een tegenbewijs te leveren, dit tegenbewijs houdt in dat de fout van hun kind niet te wijten is aan een gebrek aan goed toezicht of goede opvoeding. Indien zij dit tegenbewijs kunnen leveren, dan kan het slachtoffer alleen nog het kind zelf, indien het tenminste toerekenbaar (vanaf zeven jaar) is, aanspreken. B. Aansprakelijkheid van onderwijzers en ambachtslieden De regelen hieromtrent zijn grotendeels dezelfde als voor de aansprakelijkheid van ouders. Ook hier is het vermoeden weerlegbaar. De aansprakelijkheid van onderwijzers en ambachtslieden heeft slechts betrekking op de tijd gedurende de leerlingen onder hun toezicht staan. Opmerking hun aansprakelijkheid wordt niet begrensd door de meerderjarigheid van de leerlingen onder hun toezicht. Zij kunnen dus ook aansprakelijk zijn voor de fouten van meerderjarige leerlingen. C. Aansprakelijkheid van werkgevers Voor werkgevers geldt een absoluut vermoeden van aansprakelijkheid voor schade, veroorzaakt door een fout van hun werknemers in de uitoefening van hun functie. De werkgever kan zich tegenover het slachtoffer dus niet bevrijden van zijn aansprakelijkheid door een bewijs van goed toezicht. 4.4.4 Aansprakelijkheid voor zaken A. Aansprakelijkheid voor een gebrek in de zaak Algemeen iedereen is aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door zaken die hij onder zijn bewaring heeft. Dat wil zeggen dat niet het eigendomsrecht doorslaggevend is, maar wel het feitelijk gebruik van de zaak, met het recht van leiding en toezicht. Om aansprakelijk gesteld te worden, is geen enkele fout vereist. De schade moet gewoon veroorzaakt worden door een gebrek in de zaak. Het gebrek in deze zaak zal door het slachtoffer bewezen moeten kunnen worden. De bewaarder van de zaak kan zich dan ook, geheel of gedeeltelijk, kunnen ontlasten van zijn aansprakelijkheid door aan te tonen dat de schade, geheel of gedeeltelijk, te wijten is aan een vreemde oorzaak (vb. toeval, overmacht, daad van een derde,…) Product de productaansprakelijkheid rust op een aantal peilers: Principe: elke producent is verantwoordelijk voor de schade die veroorzaakt werd door een gebrek in zijn product 72 Bij invoer van producten buiten de EG, is de Europese invoerder verantwoordelijk Wanneer de producent en invoerder niet gekend zijn, is de leverancier verantwoordelijk Wanneer is een product gebrekkig?: Een product is gebrekkig wanneer het niet de veiligheid biedt die men ervan mag verwachten, rekening houdend met onder meer de presentatie van het product, het normaal gebruik en de veiligheidsnormen die gelden op het ogenblik dat het product in de omloop werd gebracht. Aansprakelijkheid De aansprakelijkheid geldt gedurende 10 jaar nadat het product in omloop is gebracht Voor het instellen van de vordering nadat de schade is ontstaan, geldt een verjaringstermijn van 3 jaar Enkel het oorzakelijk verband tussen de schade en het gebrekkig product moet bewezen kunnen worden. B. Aansprakelijkheid voor dieren Principe de eigenaar van een dier of degene die het gebruikt, is aansprakelijk voor de schade die het dier veroorzaakt, ook al is het verdwaalt of ontsnapt. Gebruiker? De gebruiker is degene die het dier juridisch onder zijn bewaring of meesterschap heeft. Deze persoon heeft de zelfstandige macht om het te leiden en onder zijn toezicht te houden. Vb. een dierenarts is niet aansprakelijk voor een dier dat hij in behandeling heeft. Bevrijding je kan enkel bevrijd worden van je aansprakelijkheid door een vreemde oorzaak aan te wijzen. Vb. het kind heeft mijn hond opgejut door hem héél de tijd een biefstuk voor te houden. C. Aansprakelijkheid voor gebouwen Principe de eigenaar van een gebouw (niet de gebruiker) is aansprakelijk voor de schade die veroorzaakt wordt door de instorting ervan, voorzover deze instorting te wijten is aan een gebruik in de bouw of aan een gebrekkig onderhoud. Deze regeling is een verruiming van de algemene aansprakelijkheid, want gebrekkig onderhoud brengt hierbij ook de aansprakelijkheid van de eigenaar met zich mee (dat is bij “het gebrek in de zaak” niet het geval) Instorting? Instorting wordt in de rechtspraak ruim geïnterpreteerd. Het moet gaan om een gehele of gedeeltelijke afbrokkeling van het hele gebouw of van een gedeelte ervan, zonder dat het gebouw integraal moet instorten. Vb. een omgevallen schoorsteen Aanspraak de eigenaar van het gebouw is absoluut aansprakelijk t.o.v. de slachtoffers. Hij kan zich niet bevrijden van zijn aansprakelijkheid door een fout van een derde aan te tonen, wel kan hij de eventueel betaalde schadevergoeding terugvorderen van deze derde. 73 Vb. een architect heeft een mooie constructie bedacht, maar niet gedacht aan de stevigheid ervan. Wat blijkt? Er is maar 1 steunmuur voor het ganse gebouw. Het gebouw stort in en er raakt een oma gewond. De eigenaar van het gebouw zal de schade moeten vergoeden, maar kan deze achteraf gaan terugvorderen bij de architect. D. Aansprakelijkheid voor kerninstallaties Principe de uitbater van een kerninstallatie is aansprakelijk voor de door een kernongeval veroorzaakte schade, zelfs wannaar het ongeval te wijten is aan een natuurramp van uitzonderlijke aard. Uitzondering Hij is dit echter niet wanneer het ongeval rechtstreeks te wijten is aan een oorlog of ander gewapend conflict. Aanspraak deze aansprakelijkheid is beperkt tot 300 miljoen euro per kernongeval. De exploitant is hiertegen verplicht verzekerd. Hierbij gelden bijzondere verjaringstermijnen: 3 jaar nadat het slachtoffer kennis heeft gehad van de schade 10 jaar na het kernongeval wat de exploitant betreft Nadien is de staat gehouden de schade te vergoeden tot 30 jaar na het ongeval. 4.6 Bijzondere overeenkomsten 4.6.1 Koop Bij koop gaat het om de levering van een zaak met eigendomsoverdracht. A. Eigendomsoverdracht en risico In beginsel gebeurt de eigendomsoverdracht van een verkochte zaak onmiddellijk, op het ogenblik van het sluiten van de overeenkomst, los van de levering en los van de betaling. Deze onmiddellijke eigendomsoverdracht heeft vooral belang wanneer de gekochte zaak door overmacht tenietgaat voor de levering. De ogenblikkelijke eigendomsoverdracht bij de koopovereenkomst houdt in dat de koper reeds eigenaar van de verkochte zaak is voor de levering. Zij verbintenis (= de prijs betalen) dooft niet uit door het tenietgaan van de gekochte zaak door overmacht voor de levering. In sommige gevallen is er geen onmiddellijke eigendomsoverdracht bij de koopovereenkomst, zoals: Wanneer contractueel werd bedongen dat de eigendomsoverdracht op een later tijdstip (bv. bij de levering) overgaat. Het contract kan geldig een beding bevatten waarbij de verkoper zich de eigendom van de verkochte zaak voorbehoudt tot de volledige betaling van de verkochte zaak. B. Verbintenissen van de verkoper B.1 Levering van de zaak Levering houdt de bezitsoverdracht in van de verkochte zaak. De eigendomsoverdracht gebeurt in bij de totstandkoming van de koop. Is contractueel niets anders overeengekomen, dan dient de levering te gebeuren bij de verkoper. Wanneer de koper de geleverde zaak zonder protest in ontvangst neemt, kan hij zich nadien niet meer beklagen over gebreken die meteen zichtbaar waren. 74 B.2 Kwaliteitswaarborg Zijn de gebreken van de gekochte zaak meteen zichtbaar, dan moet de koper dadelijk protesteren bij de levering, zo niet zal hij geacht worden de zaak met haar gebreken te aanvaarden. Zijn de gebreken verborgen en komen ze pas later aan het licht, dan dient de verkoper hiervoor in te staan wanneer aan enkele voorwaarden voldaan is. De koper mag de zaak dan teruggeven en heeft recht op een integrale terugbetaling van de koopsom. Hij mag ook de zaak behouden en terugbetaling vragen van een deel van de prijs. Deze waarborg geldt niet bij gerechtelijke verkoop! B.3 Juridische waarborg Dit houdt in dat de verkoper aan de koper het ‘rustig en vreedzaam bezit’ van de gekochte zaak moet waarborgen, d.w.z. dat de verkoper de koper moet waarborgen tegen juridische aanspraken van derden omtrent de verkochte zaak. C. Verbintenissen Aanvaarding van de levering; Betaling van de prijs; Betaling van de kosten. D. Bijzondere verkoopsovereenkomsten D.1 Koop op afbetaling Dit komt pas tot stand wanneer ten minste 15 % voorschot betaald is. Is de koop afgesloten buiten het bedrijf van de verkoper, dan kan de koper zonder kosten afzien van de koop als hij de verkoper hiervan per aangetekende brief verwittigt binnen de 7 dagen na betaling van het voorschot. 4.6.2 Bewaargeving = een zakelijke overeenkomst. = kosteloos. = een eenzijdige overeenkomst. = een overeenkomst waarbij een persoon (de bewaargever) een zaak toevertrouwt aan een andere persoon (de bewaarnemer), om ze te bewaren en ze in natura terug te geven. Vb.: de aanvaarding van kledingstukken in de kleedkamers van bioscopen, schouwburgen en zwembaden. Het is ook mogelijk, door een uitdrukkelijke bepaling, een bezoldiging te voorzien. Hierbij geldt: de contractuele vrijheid, d.w.z. dat de wettelijke regelen inzake bewaargeving van aanvullende aard zijn. Bv.: zo geldt er tussen de uitbaters van parkings en hun cliënten geen bewaargevingsrelatie, maar wel een relatie van huur-verhuur. De uitbaters van parkings nemer bij nooit een plicht van bewaking voor de geparkeerde auto op zich. A. Verbintenissen van de bewaarnemer A.1 De zaak bewaren De bewaarnemer moet gedurende de bewaring aan de zaak dezelfde zorg besteden, die hij aan zijn eigen zaak zou besteden ≠ de goede huisvader. Wanneer de bewaargeving bezoldigd, of wanneer de bewaarnemer zelf zijn diensten heeft aangeboden (bv. een vestiaire in een schouwburg), dan geldt het algemene zorgvuldigheidscriterium van de goede huisvader. 75 A.2 De zaak teruggeven De bewaarnemer moet aan de bewaargever precies teruggeven wat hij gekregen heeft. B. Sekwester = een overeenkomst waarbij 2 partijen overeenkomen om een goed in bewaring te geven aan een derde, die op zijn beurt deze taak aanvaardt. Men onderscheidt: Het bedongen sekwester: wordt meestal gesloten tussen partijen die tegenover elkaar het recht op een zaak betwisten. Gerechtelijk sekwester: wordt door de rechter bevolen. 4.6.3 Dading = een overeenkomst waarbij 2 partijen een geschil beëindigen of voorkomen onder wederzijdse toegeving. 4.6.4 Aanneming = een overeenkomst waarbij de verhuurder van diensten of aannemer er zich toe verbindt een materiële of immateriële prestatie te leveren voor een opdrachtgever die hem daarvoor betaalt. = overeenkomsten met advocaten, artsen, garagisten, drukkers, accountants, architecten, aannemers van bouwwerken, … Het is een wederkerig contract ten bezwarende titel = niet kosteloos. 4.6.5 Lastgeving = een overeenkomst waarbij een persoon, de lastgever, aan een ander, de lasthebber, de macht geeft om in zijn naam en voor zijn rekening rechtshandelingen te stellen, en waarbij de lasthebber deze opdracht aanvaardt. (Bezoldigde) lastgeving heeft een groot praktisch belang in het rechtsleven. Er zijn 2 partijen: De lastgever = de mandaat; De lasthebber = de mandarris. Volgens de bepalingen van het B.W. wordt de lasthebber geacht op te treden zonder hiervoor vergoed te worden, tenzij het tegendeel uitdrukkelijk bedongen werd. Vb. van lastgeving: De overkomst met een wisselagent; De opdracht aan een bank om geldt over te schrijven op andermans rekening; De bestuurder of zaakvoerder van een vennootschap. Geen lasthebbers zijn bv.: De arts; De architect; De deskundige; De makelaar die enkel partijen bij elkaar brengt om contracten te sluiten en zelf geen rechtshandelingen stelt. 76