Identificeren van asbest in gebouwen

advertisement
%
UIT DE PRAKTIJK
Identificeren van asbest
in gebouwen
V
olgens het KB van 3 februari 1998
zijn de commercialisering, de productie en het gebruik van asbest ten
stelligste verboden. Op dit moment
situeert het probleem in onze sector
zich uitsluitend op het vlak van de
aanwezigheid van asbesthoudende
materialen in gebouwen. De manipulatie en/of verwijdering van dergelijke
materialen houden aanzienlijke
risico’s in voor de gezondheid (van
de arbeiders die in contact komen
met het asbest en van de bewoners
van het gebouw) en voor het milieu
(vervuiling van lucht en water en
verwijdering van dit schadelijke
afval).
1
INLEIDING
De eerste fundamentele stap bestaat erin het
in het gebouw aanwezige asbest te identificeren. Dit lijkt een redelijk eenvoudige taak te
zijn voor bedrijven die vaak te maken krijgen
met de asbestproblematiek (asbestverwijderaars, dakwerkers, …). Voor bedrijven die tijdens de uitvoering van hun activiteiten daarentegen slechts zelden met asbest geconfronteerd worden, is dit echter geenszins het ge-
val. Laatstgenoemde kunnen bijvoorbeeld enkel tijdens renovatie-, onderhouds- of herstellingswerken in contact komen met asbesthoudende materialen, waardoor het risico bestaat dat er gewerkt wordt zonder de noodzakelijke specifieke voorzorgsmaatregelen, met
mogelijk schadelijke gevolgen voor de gezondheid en het milieu.
De artikels 148decies 2.5.2.1 en 2.5.2.6 van
het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) stellen het volgende :
“De werkgever maakt een inventaris op van alle
asbest en asbesthoudende materialen die aanwezig zijn in alle gedeelten van gebouwen (met
inbegrip van eventuele gemeenschappelijke delen), machines, installaties, beschermingsmiddelen en andere uitrustingen die zich in de werkplaats bevinden. Deze inventaris dient te wor-
den bijgehouden. Deze bepaling is niet van toepassing voor de gedeelten van gebouwen, machines en installaties die moeilijk bereikbaar zijn en
die in normale omstandigheden geen aanleiding
kunnen geven tot blootstelling aan asbestvezels.
[...] De inventaris of een uittreksel ervan wordt
tegen ontvangstbewijs overhandigd aan de werkgevers van externe bedrijven die werkzaamheden moeten uitvoeren die tot blootstelling van de
werknemers aan asbestvezels kunnen leiden.”
Elke aannemer die werkzaamheden in een
gebouw dient uit te voeren, moet dus allereerst deze inventaris vragen aan de bouwheer.
Als er geen inventaris beschikbaar is of enkel
een zeer algemene, kan de aannemer gebruik
maken van de informatie, opgenomen in tabel 1. Deze tabel bevat bij wijze van voorbeeld een niet-beperkende lijst van de voor-
" E. Rousseau, ing., adjunct-laboratoriumhoofd, laboratorium ‘Duurzame ontwikkeling’, WTCB
D. Nicaise, dr. wet., adjunct-laboratoriumhoofd, laboratorium ‘Mineralogie en microstructuur’, WTCB
Tabel 1 Plaatsen waar asbesthoudende materialen kunnen voorkomen.
Daken en gevelbekledingen
Muren
- Asbestkarton tussen de muren en de
radiatoren of onder de radiatorbekleding.
Het is soms bedekt met een laag
vuurvaste silicaatverf.
- Scheidingswanden in asbestcement of uit
asbestplaten.
- Dragers en beschermingen van elektrische borden.
- Isolatie van open haarden (met inbegrip
van de voegen).
- Dichtingsmembranen.
- Vensterbanken, traptreden, ... in asbestcement.
- Vlakke platen of golfplaten in asbestcement.
- Asbestcementleien.
- Beschilderde of geglazuurde sierplaten
in asbestcement voor buitengebruik.
- Afdichtingen van platte daken.
Vloeren
- Asbestkartonlagen onder de vloerbedekking.
- Vinylasbesttegels.
- Asbestcementtegels.
-
Onderdaken
Bekleding met asbestplaten.
Asbesthoudende brandwerende kleppen.
Isolatie van elektriciteitskabels.
Voegen in asbest.
Asbestplaten die verborgen kunnen liggen
onder verflagen of bedekt kunnen zijn met
een dampscherm, bestaande uit aluminium.
Keukens
Deze zijn vaak voorzien van spuitasbest of
bedekt met asbestplaten.
- Asbestplaten die als bescherming en
thermische isolatie worden geplaatst
achter kooktoestellen, koelkasten, ...
- Pakking in warmwatervaten.
- Afvalkokers.
- Beschilderde of geglazuurde sierplaten in
asbestcement (ook in badkamers).
Spuitasbest.
- Bekleding van de ruimten met platen die
asbestvezels of spuitasbest bevatten.
Deze afwerkingen kunnen een oppervlaktebehandeling gekregen hebben
(verf, bepleistering).
- Pakking in stookketels.
- Dichtingsvoeg voor de stookketeldeur.
- Warmte-isolatie van het bovenste deel
van de boilers.
- Warmte-isolatie van de warmwaterleidingen.
- Schoorsteenkanalen in asbestcement.
- Flensdichting, leidingen, branders, ...
Technische kokers
Metalen dakconstructies
Plafonds
Stookplaatsen
Leidingen
- Warmwaterleidingen geïsoleerd met
asbesthoudende warmte-isolatie,
leidingkokers en asbestkoorden.
- Regen- en afvalwaterafvoerpijpen in
asbestcement.
Verlaagde plafonds
Asbestkartonplaten of asbestplaten.
WTCB-Dossiers – Katern nr. 7 – 2e trimester 2005 – pagina 1
%
UIT DE PRAKTIJK
naamste asbesthoudende materialen die kunnen voorkomen in een gebouw en beschrijft
de vorm waarin ze in de regel verschijnen.
Aan de hand hiervan kan de aannemer de nodige voorzorgsmaatregelen treffen tijdens de
werken aan of in de buurt van deze materialen. In geval van twijfel of bij aanwezigheid
van een ‘verdacht’ materiaal, is het raadzaam
een beroep te doen op een specialist (erkend
laboratorium, medische inspectie, ...).
2
ASBESTTYPES EN HUN KENMERKEN
2.1 ASBESTTYPES
De term ‘asbest’ is een verzamelnaam voor
een aantal gehydrateerde, vezelachtige silicaten. Door een aangepaste behandeling van de
uit de steengroeve ontgonnen rots verkrijgt
men technisch bruikbare vezels.
Afhankelijk van zijn minerale oorsprong en
kristalstructuur, kan het in twee groepen ingedeeld worden :
• de serpentijnen, met voornamelijk chrysotiel (wit asbest), een magnesiumsilicaat
• de amfibolen, met :
– crocidoliet (blauw asbest) : ijzer- en natriumsilicaat
– amosiet (bruingrijs) : ijzer- en magnesiumsilicaat
– actinoliet, anthofylliet, tremoliet, ..., die
zeer weinig gebruikt worden in de industrie.
2.2 SPECIFIEKE KENMERKEN VAN ASBEST
Asbest onderscheidt zich van ‘kunstmatige’ vezelachtige materialen (zoals glas- of rotswol)
door zijn kristalstructuur en de extreme fijnheid van een enkele vezel (vaak kleiner dan
0,1 µm, in vergelijking tot 40 µm voor een
mensenhaar). De term ‘vezel’ wordt in feite
gebruikt om een geheel aan te duiden dat
bestaat uit stevig met elkaar verbonden
fibrillen. Deze vezels vertonen zeer interessante fysico-chemische eigenschappen zoals een
goede elektrische weerstand (zwakke geleiding) en bestandheid tegen hoge temperaturen, micro-organismen (onrotbaar), agressieve
chemicaliën, ..., evenals een aantal mechanische eigenschappen zoals elasticiteit, trek- en
slijtsterkte, ... Deze verschillende kenmerken
verklaren de veelvuldige toepassing van asbest in gebouwen.
3
GEBRUIK VAN ASBEST IN
GEBOUWEN
Men kan asbesthoudende materialen in twee
klassen indelen, naargelang het risico op het
vrijkomen van de vezels tijdens hun manipulatie groot of klein is.
3.1 BROS ASBEST
Het betreft hier materialen die 10 tot 90 %
asbest bevatten en waarvan de vezels makkelijk vrijkomen.
Deze groep omvat onder meer :
• spuitasbest, onafhankelijk van het uitvoeringsprocédé
• warmte-isolatie van leidingen, boilers, stookketels, dampafvoerkanalen, ...
• asbestpapier of -karton
• thermische isolatie van kabels, warmwaterleidingen, ...
• asbestweefsels :
– dichtingsvoegen en -materialen
– brandgordijnen
– filters
– elektrische-isolatiebanden en -linten
– warmte-isolerende afdichtingsstrips
– asbestkoorden.
Afb. 1 Plafond met spuitasbest.
4.1.2 OPMERKING
Spuitasbest kan onmogelijk met het blote oog
onderscheiden worden van gespoten asbestvrije isolatiematerialen (glas-, rots-, of slakkenvezels, ...). Het kan bovendien bedekt zijn met
een coating of met bindmiddelen die het uitzicht ervan wijzigen.
3.2 NIET BROS ASBEST
Dit zijn materialen waarvan het asbestgehalte
lager is dan 15 % en waarbij de vezels stevig
met elkaar verbonden zijn door een bindmiddel
(cement, plastic, karton, papier, vilt, ...).
Deze groep omvat onder meer :
• asbestcement :
– golfplaten, leien, dakbedekkingsplaten
– sierplaten voor gevels
– platen voor binnenbekleding, verlaagde
plafonds, scheidingswanden, ...
– vensterbanken, traptreden, ...
– waterafvoerpijpen, schoorsteenkanalen,
ventilatiekokers, ...
• asbest gebonden met bitumineuze bepleisteringen :
– remschoenen in liften
– vloertegels en dakpannen (vinyl)
– bitumineuze dichtingsmembranen
• asbest gebonden met lijmen, kitten en verven
• platen van het type ‘Pical’ (in goede staat).
4.1.3 TOEPASSING
Spuitasbest wordt toegepast op stalen kolommen en liggers, aan de onderkant van stalen
of betonnen vloeren, op muren, op ventilatieof verwarmingskokers (hoge gebouwen, parkings, toneel- en bioscoopzalen, zwembaden,
eetzalen, ...) en kan de volgende functies vervullen :
• brandbeveiliging in hoge gebouwen (vooral
met een metaalskelet) en technische ruimten. In België wordt het vooral in dit kader
toegepast
• thermische isolatie, bijvoorbeeld in stookplaatsen en technische ruimten
• geluidscorrectie, onder meer in toneel- en
bioscoopzalen, auditoria, ...
• regeling van de oppervlaktecondensatie in
zwembaden, koelruimten, ...
• thermische isolatie door pakking in stookketels, elektrische kokers, boilers, ...
4.2 BRIJACHTIGE BEPLEISTERINGEN
4
BESCHRIJVING VAN DE VOORNAAMSTE ASBESTHOUDENDE
MATERIALEN, GEBRUIKT IN
GEBOUWEN
4.1 SPUITASBEST
4.1.1 UITZICHT
Spuitasbest (zie afbeelding 1) is een gespoten
isolatiemateriaal met een vezel-, dons- of fluweelachtig uitzicht. Het bestaat uit minerale
vezels (zuiver asbest of gecombineerd met andere vezels) die gemengd worden met diverse
bindmiddelen en kan verschillende kleuren hebben (wit, grijs, bruin, blauwachtig, ...). Spuitasbest heeft doorgaans een lage volumieke massa
en een dikte begrepen tussen 20 en 60 mm.
WTCB-Dossiers – Katern nr. 7 – 2e trimester 2005 – pagina 2
4.2.1 UITZICHT
Breiachtige bepleisteringen zijn vezelversterkte
mortels of bepleisteringen/raaplagen van gips
of cement, die met water aangemaakt en vervolgens gespoten worden (slechts zelden uitgestreken). Ze voelen redelijk zacht aan en
hebben vaak een wit- tot grijsachtige kleur.
Hun volumieke massa bedraagt bij benadering 600 kg/m3 (wat lager is dan deze van het
gips alleen).
4.2.2 OPMERKING
Een breiachtige bepleistering is moeilijk te onderscheiden van gewoon gips. Bovendien wer-
%
UIT DE PRAKTIJK
den asbestbepleisteringen ook gebruikt voor
buitentoepassingen (volumieke massa van
ongeveer 1200 kg/m3). Vaak droegen herstellingen of aanpassingen aan de leidingen bij
tot de heterogeniteit van het isolatiemateriaal
(warmte-isolatie). Op eenzelfde leiding kan
men dus zowel asbest als kunstmatige minerale vezels (glaswol, rotswol, …) aantreffen.
4.2.3 TOEPASSING
Brijachtige bepleisteringen worden doorgaans
gebruikt voor de volgende toepassingen :
• brandbeveiliging van staal- en betonconstructies (liggers, kolommen, vloeren, wanden)
• bescherming van brandwerende vloeren,
tegels en kokers
• bescherming van doorvoeren van kabels (zie
afbeelding 2)
• warmte-isolatie van damp- en warmwaterleidingen, van het bovenste deel van boilers,
van stookketels, ...
• afdichting van technische kokers
• deklagen en afwerkingen op vloeren (zie afbeelding 3).
• isolatie van elektrische apparatuur
• klingerietvoegen (zie afbeelding 4).
4.4 DICHTINGSVOEGEN EN -MATERIALEN
4.4.1 UITZICHT
Deze komen meestal voor onder de vorm van
witte koorden, strengen of stroken met een
textiel- of vezelachtig uitzicht.
4.4.2 OPMERKING
Het is onmogelijk met het blote oog vast te
stellen of het materiaal al dan niet asbest bevat. De voegen worden bovendien soms uitgevoerd met een asbesthoudende kit.
vloeistoffen bij hoge temperatuur
• voegen in kachels, afdichting van stookketeldeuren, ingebouwde cassettes voor
schoorstenen, ...
• voegen in de kokers van het klimaatregelingssysteem (en voegen in de ophanging van deze kokers)
• voegen in deurlijsten en brandwerende deuren
• afdichting van asbestplaten
• soepele verbindingen tussen ventilatiekokers
(zie afbeelding 5)
• isolatie van elektriciteitskabels
• brandgordijnen
• voegen in en rond ramen (zie afbeelding 6).
4.5 STIJVE VEZELACHTIGE PLATEN
4.5.1 UITZICHT
4.4.3 TOEPASSING
Dichtingsvoegen en -materialen worden doorgaans gebruikt voor de volgende toepassingen :
• voegen in leidingen voor de circulatie van
Deze platen bestaan uit zuivere asbestvezels
of zijn vermengd met hout- of cellulosevezels
(zie afbeelding 7) die samenhechten door een
bindmiddel (vaak cement of gips). Hun oppervlak kan glad, gewafeld of versierd zijn en
Afb. 2 Bescherming van doorvoeren
van kabels.
Afb. 3 Egaliserende deklaag.
Afb. 4 Klingerietvoeg.
Afb. 5 Soepele verbinding uit asbestweefsel.
Afb. 6 Raamvoeg uit asbesthoudende
kit.
Afb. 7 Asbest- en houtvezelplaat.
4.3 ASBESTKARTONPLATEN
4.3.1 UITZICHT
Asbestkartonplaten zijn alveolaire isolatiematerialen, opgebouwd uit gegolfd asbestkarton. Het gaat doorgaans om lichte platen
(van 1 tot 5 kg/m2) die kunnen beschilderd
worden of bedekt met een externe met aluminium gewapende viltlaag.
4.3.2 OPMERKING
Dit heterogene product kan eveneens gebruikt
worden met vloerbedekkingen van vinyl en is
dan opgebouwd uit drie lagen, met name :
• een bovenlaag bestaande uit vinylkunststof
• een tussenlaag bestaande uit PVC-schuim
• een onderlaag uit karton of gelijmd asbestvilt.
De rugzijde van deze platen heeft een lichtgrijze tot beige of lichtgroene kleur, blinkt
niet en vertoont gelijkenissen met dik karton.
Bepaalde lijmen, die gebruikt worden voor
deze bekledingen, bevatten asbest.
4.3.3 TOEPASSING
Asbestkartonplaten worden voornamelijk gebruikt voor de volgende toepassingen :
• thermische isolatie en brandbeveiliging voor
verlaagde plafonds
• warmte-isolatie van stookketels en ventilatiekokers
• isolatie van open haarden
WTCB-Dossiers – Katern nr. 7 – 2e trimester 2005 – pagina 3
%
UIT DE PRAKTIJK
heeft doorgaans een tamelijk lichte kleur (wit,
grijs, roze, geel, ...). Hun volumieke massa
bedraagt ongeveer 600 kg/m3 terwijl hun dikte
variabel is (van enkele millimeters tot enkele
centimeters).
zichtbaar. De lijm (voornamelijk bitumineuze
lijmen) kan ook asbest bevatten.
Dit asbesttype kan eventueel afgewerkt worden met een verflaag en heeft een volumieke
massa groter dan 1000 kg/m3.
4.6.3 TOEPASSING
Asbestcement wordt dikwijls gebruikt bij de
samenstelling van de volgende materialen :
• vlakke platen, golfplaten of platen met een
andere vorm met een dikte van ongeveer
6,5 mm, een lengte van 1 m tot enkele
meters en een breedte van ongeveer 1 m
• kleine leien
• lichtgrijze cilindrische leidingen met een
diameter van 100 tot 1200 mm en een
dikte begrepen tussen 6 en 60 mm
• rechthoekige of vierkante kokers
• sandwichplaten (twee platen met in de kern
een isolatiemateriaal).
Gipskartonplaten vallen niet binnen deze categorie, in tegenstelling tot warmte-isolerende
afdichtingsstrips en -schelpen.
Dit tegeltype wordt voornamelijk toegepast
als vloerbedekking op een gladde ondergrond
om een goede slijtsterkte en/of bestandheid
tegen chemicaliën te verzekeren. Het kan ook
gebruikt worden als muurafwerking (in inkomhallen, keukens, ...).
4.5.3 TOEPASSING
4.7 ASBESTBITUMEN
Stijve vezelachtige platen worden vooral gebruikt voor de volgende toepassingen :
• platen voor verlaagde plafonds
• brandwerende wanden
• bekleding van staalconstructies (zie afbeelding 8)
• binnenste deel van brandwerende deuren
• luchtkokers
• onbrandbare sandwichplaten (aan weerszijden bedekt met aluminium)
• bescherming van elektrische borden
• verplaatsbare inwendige platen voor de afsluiting van brandwerende kleppen en luiken en de buitenbekleding van rolluiken
(omhulsel van de cassette).
4.7.1 UITZICHT
4.5.2 OPMERKING
Asbestbitumen is een bitumineus product.
4.8.2 OPMERKING
4.7.2 OPMERKING
Het is zeer moeilijk met het blote oog te bepalen of er in het materiaal al dan niet asbestvezels voorkomen.
4.8.3 TOEPASSING
Asbestcement heeft een gewafelde textuur en
een kleur die varieert van lichtgrijs tot zwart
(kleuring in de massa of door beschildering).
Asbestcement wordt dikwijls gebruikt voor de
volgende toepassingen :
• golfplaten, leien en andere kleine platen
voor dak- en gevelbekledingen (zie afbeelding 9)
• gekleurde, geglazuurde of met steenkorrels
bedekte sierplaten, gebruikt als gevelbekledingen, vensterbanken, traptreden,
muurdekstenen, ...
• vlakke platen van verschillende types voor
gebruik in verloren bekistingen, onderdaken, platte daken, …
• leidingen voor schoorstenen, watertoevoeren waterafvoerleidingen, ventilatiekokers
(zie afbeelding 10), afvalkokers, ...
• producten voor binnentoepassingen : verlaagde plafonds, scheidingswanden, muurbekledingen, ...
• binnenkant van brandwerende deuren
• binnenkant van brandwerende kleppen en
Afb. 9 Golfplaten bestaande uit
asbestcement.
Afb. 10 Ventilatiekokers uit asbestcement.
4.7.3 TOEPASSING
Asbestbitumen is een product dat doorgaans
gebruikt wordt voor de volgende toepassingen :
• bitumineuze dakafdichtingen (roofing)
• dichtingsmembranen in de muren
• afwerking van de raamomlijsting
• bitumineuze wegverhardingen
• liftremmen.
4.8 ASBESTCEMENT
4.8.1 UITZICHT
Afb. 8 Staalconstructie, die bekleed
is met een asbestplaat van het type
‘Pical’.
Materialen die het teken ‘NT’ dragen, bevatten geen asbest.
4.6 VINYLASBESTTEGELS
4.6.1 UITZICHT
Deze tegels zijn opgebouwd uit een bindmiddel bestaande uit vinylharsen, plastificeerders,
kleurstoffen, asbestvezels en minerale toeslagstoffen. Dit tegeltype wordt verlijmd. De binnenkant van de tegels is grijs tot lichtgroen.
Wat hun afmetingen betreft, zijn de tegels
doorgaans 250 tot 300 mm lang en 2 tot
3 mm dik.
4.6.2 OPMERKING
De asbestvezels die aanwezig zijn in de
vinylasbesttegels zijn niet met het blote oog
WTCB-Dossiers – Katern nr. 7 – 2e trimester 2005 – pagina 4
%
UIT DE PRAKTIJK
•
•
•
•
5
de bekleding ervan (zie afbeelding 11)
flensverbindingen
kabelgoten
dragers van elektrische borden
stadsmeubilair (bloembakken, banken, ...).
eventueel in de vorm van een spray. Het
proefmonster moet correct geëtiketteerd
naar een erkend laboratorium opgestuurd
worden voor analyse.
METHODE VOOR HET NEMEN
VAN EEN MATERIAALMONSTER
Wanneer er twijfel bestaat over de aanwezigheid van asbest in een materiaal, gaat men als
volgt te werk :
• opzoeking van de fabrikant en/of van het
bedrijf dat de plaatsing heeft uitgevoerd.
Deze zouden in staat moeten zijn om de
aanwezigheid van asbest in het materiaal al
dan niet te bevestigen
• indien deze opzoeking geen resultaten heeft
opgeleverd, dient men een monster van het
materiaal te nemen voor analyse. Het is
aanbevolen deze bemonstering en analyse
te laten uitvoeren door een deskundig laboratorium. Als men er daarentegen voor kiest
zelf over te gaan tot de monstername, moet
het materiaalmonster erg voorzichtig los-
Afb. 11 Brandwerende klep.
gemaakt worden, bijvoorbeeld als volgt : na
de bevochtiging van het gekozen oppervlak
met water waaraan een weinig detergent
werd toegevoegd, verwijdert men met een
tang een stuk van het materiaal dat in een
hermetisch afgesloten potje of plastic zakje
gestoken wordt. De plaats van de monstername dient vervolgens opnieuw opgevuld
te worden of afgedicht met een coating,
Er bestaan verschillende methoden om na te
gaan of er asbest aanwezig is in materialen :
• onderzoek met een optische microscoop
onder gepolariseerd licht (PLM), gecombineerd met de ‘dispersion staining’-methode (gebaseerd op het verschil tussen de
dispersie van de refractiecoëfficiënt van het
deeltje en deze van de vloeistof waarin het
ondergedompeld is), laat een algemene
kwantitatieve analyse van de vezels toe
• door onderzoek met een analytische elektronenmicroscoop kan men de chemische
samenstelling van de vezels bepalen via een
energiedispersieve X-stralenanalyse (EDS –
Energy Dispersive X-ray Spectrometry); met
het elektronendiffractiediagram (SAED –
Selected Area Electron Diffraction) van de
TEM-methode (Transmission Electron Microscopy) kan men bepalen of de vezels een
kristalstructuur hebben die overeenstemt
met deze van asbestvezels. n
WTCB-Dossiers – Katern nr. 7 – 2e trimester 2005 – pagina 5
Download