“Kunsteducatie broodnodig voor het kinderbrein” Momenteel is er een sterke stroming in onderwijsbeleid, waarin het leren van de basisvaardigheden, die kinderen en jongeren later nodig hebben, als belangrijkste en soms zelfs als enige doel van het onderwijs wordt gezien. In het basisonderwijs moet de nadruk op taal en rekenen liggen. Opbrengstgericht werken dat is het !........ Ook in het voortgezet onderwijs waait er een no-nonsense wind. Voor de Onderwijsinspectie zijn vooral de prestaties op het gebied van Nederlands, Engels en wiskunde van belang. Eindtermen en kerndoelen bepalen wat goed onderwijs is en wat niet gemeten kan worden, is onbelangrijk. Het onderwijs is er dus op gericht om de kinderen voor te bereiden op een werkend leven. Passies en talenten van het individu sluiten niet altijd aan bij de wensen van onze maatschappij en worden daarom vaak minder belangrijk gevonden. Maar we zien ook dat de maatschappij snel verandert en de eisen die aan burgers gesteld worden, veranderen mee. Dat vraagt om flexibele, zelfbewuste en zelfstandige mensen. Om kinderen op de toekomst voor te bereiden is een veelzijdige ontwikkeling belangrijk. Dus naast de cognitieve vaardigheden moeten de kinderen ook hun nieuwsgierigheid en verantwoordelijkheidsgevoel ontwikkelen. Een citaat van Mark Mieras. Hij is wetenschapsjournalist, gespecialiseerd in hersenonderzoek. De ontwikkeling van kinderhersenen is minstens even belangrijk als het aanleren van basisvaardigheden. Het leuke is: het gaat hand in hand. Terwijl kinderen plaatsnamen aan het leren zijn, trainen ze ook hun geheugen. Als je creatief schrijft met kinderen leren ze ondertussen ook goed spellen. Voor kunsteducatie geldt hetzelfde: terwijl kinderen aan het tekenen zijn, leren ze ook kijken, terwijl ze musiceren en zingen, trainen ze ook om te luisteren. Ze trainen hun auditieve schors en dat is belangrijk bij het leren lezen en schrijven. Daarom is het zo jammer dat op veel Pabo’s muziek zo goed als verdwenen is. En nog belangrijker is bij kunsteducatie, dat de kinderen leren te experimenteren. Welke eigenschappen heb je nodig om creatief te zijn, dat zijn “experimenteren” en “loslaten”. En die trainen we minder in het huidige onderwijs. Creativiteit is belangrijk in onze ‘kenniseconomie’. Als je nieuwe producten wil ontwikkelen, moet je creatief zijn. Als je kinderen leert om te vertrouwen op hun inventiviteit om te experimenteren, dan bouwen ze creatieve hersenen. Ze leren spelen in hun hoofd. Een goed dramadocent leert kinderen niet allen wie Shakespeare was, maar ook wie ze zelf allemaal kunnen zijn. En dat is belangrijk om flexibel in het leven te staan, dat je je leven lang blijft ontwikkelen. Kunst is voor veel kinderen leuk en dat wordt vaak als diskwalificatie gezien. Het is leuk, dus niet serieus. En dat is een groot misverstand, want dát het leuk is, betekent juist dat het serieus is. Enthousiasme is de motor achter de ontwikkeling van goede hersenen. Daarom is het belangrijk dat kinderen in aanraking komen met inspirerende toneelstukken en mooie concerten. Daarom is het belangrijk dat scholen kunsteducatie serieus nemen. Dat ze het niet alleen maar voor de aardigheid doen en dat ze hoge eisen stellen. Als we de toekomst serieus nemen, moeten we kunsteducatie serieus nemen. Tot zover het citaat. Mark Mieras heeft het over kunsteducatie. Kunsteducatie is een onderdeel van cultuureducatie. Cultuureducatie laat kinderen kennismaken met kunst- en cultuuruitingen en verdiept het inzicht daarvan. Het raakt kinderen in hun persoonlijkheid. “Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Wat wil ik de wereld vertellen? Deze bron vertrouw ik, deze niet. Dit vind ik bijzonder. Dit is mijn zelfportret en zo dans ik”. Cultuureducatie is ook de verzamelnaam voor erfgoed-, media- en kunsteducatie. - Erfgoededucatie: de relatie tussen het heden en verleden en de kennismaking met het erfgoed van jezelf, van de omgeving en het erfgoed van iedereen. Media-educatie: de ontwikkeling van vaardigheden om kundig en kritisch oude en nieuwe media te gebruiken en mee om te gaan. Kunsteducatie: ontwikkelt kunstzinnige talenten en competenties door zelf aan de slag te gaan en door kunst te ervaren. Het gaat om alle kunstvormen: muziek, dans, drama, beeldende kunst, architectuur, film, fotografie en literatuur. Kinderen worden niet vanzelfsprekend door hun ouders met cultuur in aanraking gebracht. De aangewezen plek voor cultuureducatie zou dan ook de school moeten zijn, maar wel in samenwerking met de culturele sector. Wat is ervoor nu nodig om goede kunsteducatie te bereiken? Om goede kunsteducatie te geven, moeten kinderen kennis met kunst maken en kunnen zij hun kunstzinnige talenten ontwikkelen. Kunsteducatie omvat dus alle kunstvormen. Zowel traditionele richtingen als muziek, dans, theater, beeldende kunst, architectuur, film, fotografie, literatuur, als ook moderne vormen als popmuziek, gaming, creatieve nieuwe media, mode en design vallen hieronder. Je moet een duurzame en intensieve samenwerking hebben tussen onderwijs en de culturele sector. In Tiel hebben we Kultuurkonnekt. Je moet tijd en ruimte in het onderwijsprogramma creëren. Je moet draagvlak creëren onder het team en het management (dat er geld beschikbaar blijft). Maar het allerbelangrijkste zijn natuurlijk degenen die het uitvoeren. Zij zijn in staat om contact te maken met kinderen, beschikken over overdrachtsvaardig-heden, hebben culturele bagage, hebben liefde voor hun vak en voor de leerlingen. In het onderwijs kan men gebruik maken van drie verschillende leervormen: 1. Actief: Leerlingen beoefenen zelf een kunstdiscipline zoals bijvoorbeeld dans, drama, schilderen of zingen. Zij leren zich kunstzinnig uitdrukken, ontwikkelen tevens kennis van materialen, gereedschappen en instrumenten en verwerven hiernaast vaardigheden en technieken. 2. Receptief: Leerlingen kijken of luisteren naar professionele kunstproducten zoals een theatervoorstelling, concert of tentoonstelling. Ze leren kenmerken, stijlen en stromingen herkennen en doen hiernaast kennis van termen en begrippen op. 3. Reflectief: Leerlingen ‘beschouwen’ kunstproducten, zij denken, lezen, praten er over en wisselen van gedachten met elkaar. Bij zowel actieve als receptieve kunstbeoefening kan reflectie plaatsvinden. Reflectie op de kunstervaring en het eigen productieproces en de analyse hiervan vormen de essentie van kunsteducatie. In het beleidsplan cultuureducatie van mijn school De Dagobert hebben wij geprobeerd dit in de praktijk te brengen. Natuurlijk is de bekostiging van de activiteiten, die de kinderen doen, belangrijk. Wij maken net zoals op andere basisscholen gebruik van de gelden via de Regeling Presentatie box PO: € 10,90 per leerling. Dit ‘gelabelde geld’ zal tot en met schooljaar 2015-2016 zo blijven. Daar kun je al veel dingen van doen. Zorg er dus voor, dat je bestuur/management dit geld ook beschikbaar stelt ! Onze stichting de SKOR heeft ook afgesproken, dat de OR’s van onze scholen € 1,00 per leerling betalen, als de kinderen onder schooltijd een theatervoorstelling bezoeken. Verder heeft onze OR een cultuurspaarpotje gemaakt. Wij kunnen daar geld uit vragen, als wij niet uitkomen met de gelden, die ik net genoemd heb. Wil je meer weten over de geldstromen vanuit het ministerie, neem contact op met Miriam Koehoorn (van Kultuurkonnekt). Wat doen wij nu in een schooljaar? Natuurlijk geven wij muziek-, teken- en handarbeidlessen. Er zijn weeksluitingen, waarbij een groep een voorstelling geeft. Die kan bestaan uit liedjes, dansjes, toneelstukjes, enz. Ook zijn er vieringen, bijv. in de Kinderboekenweek, met kerstmis en carnaval, waarbij de kinderen ook op het toneel kunstuitingen geven. We werken samen met Kultuurkonnekt en maken gebruik van hun aanbod. De keuzes worden ieder jaar door de cie. Cultuur van onze school met het team gemaakt. In de praktijk: De groepen1/2 gaan naar een theatervoorstelling. De groepen 3 en 8 krijgen, een muziekproject. De groepen 4 krijgen lessen in dramatische vorming. De groepen 5 en 7 krijgen een audiovisueel project. De groep 6 krijgen lessen in dansante vorming. De groepen 4-6-8 gaan óók een theatervoorstelling bezoeken. De kinderen van onze school gaan in hun basisschoolloopbaan dus 4 keer naar een theatervoorstelling. Er werd ook meegedaan met ‘Reizen in de Tijd’. Op 21 mei jl. hebben we kennis gemaakt met de digitale versie van dit project. Volgend schooljaar gaan een aantal pilotscholen ermee werken. Vanaf schooljaar 2015-2016 is het voor alle scholen beschikbaar. We hebben een breed pakket, maar zijn ervan bewust dat het altijd beter kan. Media educatie was nog een onderschoven kind bij ons, maar dit schooljaar zijn we in samenwerking met de Tielse bibliotheek begonnen met lessen in media wijsheid. Die lessen worden door een medewerker van de bib. gegeven en het is gratis. Maar ook dat leerlingen kunstproducten ‘beschouwen’, reflecteren op de kunstervaring dus, kan wel wat beter. In het Vlaamse televisieprogramma ‘Man bijt hond’ was er een serie, waarbij kinderen naar een schilderij kijken en vertellen wat ze zien. Dat leidde soms tot onverwacht gedrag. De keuze van het kunstwerk is wel van belang. Kijk maar eens op youtube: “kunstzaken”. Ieder kind is een kunstenaar. De moeilijkheid is er een te blijven als je groot bent. Pablo Picasso