Eijkman en Kieft: Tevreden patiënten? Thema: Dentaal - mentaal M.A.J. Eijkman J.A. Kieft Samenvatting Trefwoorden: • Sociale tandheelkunde • Patiëntentevredenheid • Communicatie Uit de sectie Sociale Tandheelkunde en Voorlichtings- Tevreden patiënten? Dit artikel tracht inzicht te geven in het moeilijke vraagstuk van de (on)tevredenheid van patiënten over de verleende tandheelkundige zorg. Op basis van recente literatuur wordt aangegeven dat er steeds vijf factoren van belang zijn bij de perceptie van patiënten van verleende zorg door tandartsen. De interpersoonlijke factor is daarvan de belangrijkste. Daarnaast spelen psychische factoren een belangrijke rol. Aan de hand van twee casus wordt een en ander verder toegelicht. Benadrukt wordt dat het belangrijk is dat de tandarts luistervaardig is in het begin van de relatie met een nieuwe patiënt. Verder wordt gewezen op de noodzaak van een goede tandheelkundige, medische en psychosociale anamnese en op het inspelen op de wensen en de verwachtingen van de patiënt voor en na een behandeling. kunde van het Academisch Centrum Tandheelkunde EIJKMAN MAJ, KIEFT JA. Tevreden patiënten? Ned Tijdschr Tandheelkd 2001; 108: 454-457. Amsterdam (ACTA). Datum van acceptatie: Inleiding 17 juli 2001. Adres: Prof.dr. M.A.J. Eijkman Louwesweg 1 ACTA 1066 EA Amsterdam 454 Iedere tandarts heeft ervaring met ontevreden patiënten. De frontbrug waarvan de kleur na plaatsing tegenvalt, de endodontische behandeling die maar matig succes heeft omdat de pijn steeds blijft bestaan, of de volledige onderprothese die los ligt in de mond, terwijl de patiënt had gedacht dat de nieuwe prothese vaster zou zitten dan de vorige. Gaat het hier om strikt tandheelkundige kwesties of kan het ook zijn dat de tandarts tandheelkundig weinig valt te verwijten, maar patiënten toch ontevreden blijken te zijn? In dat geval spelen psychische factoren bij de patiënt vaak een rol. Dergelijke casus bevinden zich in het grijze gebied tussen mentaal en dentaal. De (on)tevredenheid over de verleende zorg staat tegenwoordig bij beleidsmakers en patiëntenorganisaties sterk in de belangstelling en speelt meer en meer een rol in de huidige discussies over de kwaliteit van zorg. Het gaat immers om één van de doelstellingen van de zorgverlening. Merkwaardig is echter dat de feitelijke bepaling of iemand tevreden is met de verleende (tandheelkundige) zorg moeilijk is vast te stellen. Tevredenheid met de verleende zorg is immers nauw verbonden met het gedrag van patiënten. Er is een duidelijke parallel met het gedrag van consumenten, zoals beschreven in literatuur over het consumentengedrag (Antonides en Van Raaij, 1997). Ook wetenschappers in de gezondheidszorg vinden de meting van het begrip tevredenheid een lastige kwestie (Kistemaker en Visser, 1995). Onderzoek wijst uit dat het antwoord op de vraag “Bent u tevreden over de verleende zorg?” door zowel hulpverleners als onderzoekers en beleidsmakers als weinig valide wordt beschouwd. De eerder genoemde auteurs merken over consumentengedrag op dat het bij de definiëring van het begrip satisfactie gaat om een evaluatief proces, waarbij onderscheid moet worden gemaakt tussen het waarnemen en het waarderen van de verleende zorg. Psychologische mechanismen, waarbij persoons- en omgevingsfactoren een belangrijke rol spelen, evenals de aanwezige kennis, opvattingen en emoties van de patiënt, maar last but nog least diens verwachtingen. Het ver- band tussen de verleende zorg en de tevredenheid blijkt onduidelijk en de wijze waarop tevredenheidsoordelen van patiënten ontstaan is al evenmin helder. Patiënten kunnen bijvoorbeeld zeer tevreden zijn over de zorg van hun tandarts, terwijl het tandheelkundig werk in de mond van abominabele kwaliteit is. Onderzoek wijst uit dat de belangrijkste reden om van tandarts te veranderen de ontevredenheid over hun tandarts is (Newsome en Wright, 1999a). Wat daarmee wordt bedoeld blijkt vaak alleen wanneer de nieuwe tandarts adequaat blijft doorvragen naar de eigenlijke reden van die ontevredenheid. Verder is bekend dat tevredenheid met de verleende zorg een duidelijke invloed heeft op de therapietrouw van de patiënt en mogelijk ook op de kwaliteit die door de hulpverlener wordt geleverd. In dit artikel wordt eerst kort ingegaan op enige recente literatuur over het onderwerp ‘tevredenheid van de patiënt’. Daarnaast wordt, aan de hand van twee casus, een aantal voorwaarden besproken om ontevredenheid over de verleende tandheelkundige zorg te voorkomen. Tevredenheid van de patiënt In het eerder in de inleiding genoemde Britse artikel uit 1999 wordt een overzicht gegeven van de sinds 1980 verschenen literatuur over de tevredenheid van patiënten met de verleende tandheelkundige zorg (Newsome en Wright, 1999b). Vooral in een klein aantal recentelijk uitgevoerde onderzoeken blijkt dat de verwachtingen van de patiënt over de te krijgen zorg en de manier waarop de tandarts deze zorg levert van groot belang is voor de tevredenheid erover. Er zijn aanwijzingen dat een duidelijke discrepantie aanwezig is tussen de zorg die patiënten hopen te ontvangen en de zorg die zij in werkelijkheid krijgen. Naarmate die discrepantie groter wordt, is de kans op ontevredenheid groter. Een probleem daarbij is dat de tandarts het zorgproces vaak als routine ervaart, terwijl de patiënt daar anders over denkt. De auteurs merken op dat het erop lijkt dat tandartsen in het algemeen bij voorbaat denken te weten wat patiënten van hen wilNed Tijdschr Tandheelkd 108 (2001) november Thema: Dentaal - mentaal len, terwijl dat veelal niet het geval blijkt te zijn. Er zijn nogal wat indicaties dat tandartsen er verstandig aan doen, alvorens zij patiënten gaan behandelen, eerst na te gaan wat hun werkelijke wensen en verwachtingen zijn. Natuurlijk spelen specifieke patiëntenfactoren zoals sekse, leeftijd, vroegere tandheelkundige ervaringen in de behandelstoel, regelmatig tandartsbezoek, sociaal-economische status en psychische gesteldheid hierbij een rol. Telkens blijken er steeds vijf factoren te zijn die een belangrijke rol spelen bij de ervaren tevredenheid van de patiënt. De eerste factor betreft de technische vaardigheden van de tandarts. Deze factor wordt dikwijls genoemd als de meest zwaarwegende factor. Uit een Nederlands onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat vooral goedopgeleide patiënten dit aspect als zeer belangrijk waarderen, ondanks het feit dat mensen deze factor maar moeilijk zelf kunnen beoordelen (Goedhart et al, 1996). Daarnaast is het ervaren van de interpersoonlijke relatie van belang. Hier gaat het onder meer om communicatie, aandacht voor de problemen van de patiënt en informatieverstrekking. Ook de manier waarop tandartsen erin slagen pijn te bestrijden en de wijze waarop zij hun patiënten geruststellen, zijn – vooral als het ook niet regelmatige tandartsbezoekers betreft – van belang. Minder belangrijk, maar wel vaak genoemd, zijn factoren die het gemak van de patiënt dienen. Hier wordt dan bedoeld plezierige openingstijden, de goede bereikbaarheid van de praktijk, het praktiseren in de avonduren, geen wachttijden en het op afspraak behandelen. De kosten van de zorg spelen natuurlijk ook een rol. Interessant is echter de observatie dat niet zozeer de kosten van de zorg belangrijk worden gevonden, maar meer de communicatie erover. De indruk bestaat dat, wanneer de patiënt de zorg als van hoge kwaliteit waarneemt en ervaart, de kosten ervan gemakkelijker worden geaccepteerd. Als vijfde factor noemen de auteurs de voorzieningen in de praktijk, bijvoorbeeld de hygiëne in de praktijkkamer, de inrichting van de wachtkamer, de selectie van de wachtkamerlectuur en zelfs de achtergrondmuziek. Recent Nederlands onderzoek wijst uit dat de meeste klachten van patiënten gaan over chirurgische ingrepen, kroon- en brugwerk en endodontologische behandelingen (Vermaire en Eijkman, 2001). De laatste jaren betreft het ook vaak klachten die liggen op het terrein van de parodontologie. Wanneer getracht wordt de klagers te typeren dan blijkt uit de buitenlandse literatuur dat klachten over tandheelkundige zorg vooral afkomstig zijn van vrouwen en jongeren. Een en ander overziend kan worden vastgesteld dat de tevredenheid van de patiënt met de verleende tandheelkundige zorg het resultaat is van een complex proces. Maar net als het gedrag van mensen soms concreet en observeerbaar - soms grillig en abstract – is, is tevredenheid moeilijk te voorspellen. Dat geldt ook in de tandheelkunde. Veel factoren spelen een rol, waarbij technische vaardigheden, ervaren interpersoonlijke relatie, gemaakte kosten en praktijkvoorzieningen in wisselende samenstelling meedoen. Ned Tijdschr Tandheelkd 108 (2001) november Twee casus In deze paragraaf worden twee casus gepresenteerd. Het doel hiervan is aan te geven hoe moeilijk het probleem van de tevredenheid over de verleende tandheelkundige zorg in de praktijk is te bepalen. De ontevreden patiënt 1 Mevrouw A. is 53 jaar, gehuwd en onderwijzeres. Zij draagt sinds haar 31e jaar een volledige prothese. Haar tandarts heeft recentelijk een nieuwe prothese vervaardigd waaraan zij niet kan wennen. Zij gaat terug naar de tandarts die, na de retentie, de occlusiebeet en de articulatie te hebben nagegaan, haar meedeelt dat de prothese naar zijn oordeel goed is, dat zij wat geduld moet hebben en dat zij er verstandig aan doet door te zetten. Teneinde raad bezoekt zij een tandprotheticus, die als oordeel over de prothese uitspreekt: “Hier kunt u niets mee, het enige dat overblijft is het maken van een nieuwe”. Mevrouw is bijzonder blij met de door de tandprotheticus vervaardigde prothese, maar zij moet deze prothese wel geheel zelf betalen. Zij verzoekt haar verzekeraar om vergoeding van de nieuwe prothese. De adviserend tandarts van de verzekeraar komt evenals de tandprotheticus tot het oordeel dat de door de huistandarts vervaardigde prothese onvoldoende functioneert. De beet is te hoog, de lipvulling is fors. De klacht van mevrouw lijkt reëel. Uit overleg tussen behandelend en adviserend tandarts blijkt dat mevrouw had geklaagd over een ingevallen mond en dat zij er zo oud uitzag. Zij had de tandarts nadrukkelijk verzocht meer lipvulling in de nieuwe prothese aan te brengen. De tandarts vertelde verder dat hij mevrouw er uitdrukkelijk op gewezen had, dat overcompensatie van het frontgedeelte van de prothese geruime tijd gewenning zou vergen. De tandarts was teleurgesteld dat mevrouw naar zijn oordeel te snel had opgegeven en naar een tandprotheticus was gegaan. Het gesprek tussen de huistandarts en de adviserend tandarts bleek voor beiden zeer verhelderend. Vooral toen de vraag aan de orde kwam wat er mis was gegaan in de relatie tussen tandarts en patiënt. Hoewel de huistandarts wel degelijk in het begin van de relatie met de nieuwe patiënt aandacht had besteed aan de wensen en verwachtingen van de vrouw, in het bijzonder als het de esthetiek betrof, bleek dat hij later te weinig tijd had besteed aan de evaluatiefase. Hij had bij het laatste bezoek van de patiënte weinig tijd, had geen terugkoppeling gemaakt naar de oorspronkelijke verwachting van de vrouw, bleek de teleurstelling van de patiënt te hebben onderschat en had te vlug al zijn mening aan mevrouw gegeven dat zij wat meer doorzettingsvermogen zou moeten hebben. De afspraak werd gemaakt dat de huistandarts de patiënt zou benaderen om tot een voor beiden bevredigende oplossing te komen. Mevrouw belde na het gesprek met de tandarts de adviserend tandarts op met de mededeling dat zij blij 455 Eijkman en Kieft: Tevreden patiënten? was met het gesprek en dat er een zeer bevredigende oplossing was gevonden. Zij, van haar kant, had toegegeven dat haar verwachtingen niet reëel waren geweest, dat zij achteraf geen klachten had over de wijze van behandelen door de huistandarts en dat zij de verantwoordelijkheid op zich had genomen door de nieuwe prothese zelf te betalen. In deze casus is sprake van een gelukkige afloop. In feite betreft het hier vooral een communicatief probleem. Vanuit gesprekstechnisch perspectief heeft de tandarts adequaat gehandeld, door in het eerste gesprek tijd te besteden om de wensen en de verwachtingen van de vrouw te inventariseren. Daarbij werd duidelijk dat de voornaamste wens van mevrouw een te verbeteren esthetiek betrof. Kennelijk is in de pasfase iets mis gegaan, een fout die ook bij de plaatsing van de prothese niet is gecorrigeerd. Met als gevolg een ontevreden patiënt. Door na afloop een gesprek met de patiënt te voeren werd de communicatierelatie tussen de vrouw en de tandarts weer hersteld. Vanuit communicatief standpunt geredeneerd was ook van belang de bemiddeling van de adviserend tandarts. Hier blijkt weer dat bemiddeling een cruciale rol kan spelen als het gaat om het oplossen van problemen met patiënten. De ontevreden patiënt 2 Mevrouw G. is 50 jaar, samenwonend en heeft sinds een jaar een WAO-uitkering. De medische anamnese vermeldt geen lichamelijke afwijkingen, maar wel overspannenheid, waardoor zij uiteindelijk is afgekeurd. Haar tandarts heeft twee jaar geleden een volledige prothese in de bovenkaak en een frameprothese in de onderkaak met kronen op de hoektanden vervaardigd. Sinds deze behandeling klaagt mevrouw over voortdurende tandvleesontsteking rond de kronen en het frame. Zij heeft zich na vele bezoeken aan haar tandarts uiteindelijk tot een Duitse arts gewend, die “metaaloverbelasting” constateert. Uit herhaald dermatologisch/allergologisch onderzoek komt echter geen contactallergische reactie naar voren. Haar tandarts heeft advies gevraagd aan een centrum voor bijzondere tandheelkunde. Volgens dit centrum was er geen reden om de kronen en het frame te vervangen. Het oordeel van het centrum luidde: matige mondhygiëne, nauwelijks verdiepte pockets, goed aansluitende kronen en een goed functionerend frame en bovenprothese. De aan het centrum verbonden tandarts suggereert een psychosociale oorzaak voor de klachten. Op uitdrukkelijk verzoek van de patiënte heeft haar tandarts toch de kronen verwijderd en kunstharskronen en een plaatprothese vervaardigd. Mevrouw klaagt sindsdien niet meer over ontstoken tandvlees. Zij is hierdoor stellig van het gelijk van de Duitse arts. Zij is echter zeer ontevreden over het plaatje, omdat dat los zit en omdat zij er niet mee kan eten. Bij haar verzekeraar dient mevrouw vervolgens een 456 verzoek in tot vergoeding voor implantaten in de onderkaak, maar dit verzoek wordt na onderzoek en advies van de adviserend tandarts afgewezen. Mevrouw dient een klacht in tegen haar tandarts wegens het toepassen van allergene materialen. Zij eist compensatie van de kosten van de kronen en het frame. Ook claimt de vrouw een vergoeding van de reis- en verblijfskosten naar Duitsland en loonderving door arbeidsongeschiktheid. Het betreft hier een ontevreden patiënt die het er niet bij laat zitten en een procedure tegen haar tandarts begint. Iedere ervaren tandarts kent deze patiënten en kan er slapeloze nachten van hebben. Hij is uiteindelijk ingegaan op haar wensen en het resultaat is dat de patiënt de alternatieve arts gelijk geeft (immers haar klachten zijn verdwenen) de schuld aan haar tandarts geeft en hem daarna nog verwijt dat zij nu kauwproblemen heeft. Mogelijk is er sprake van een psychische stoornis die bij het begin van het contact met de patiënt niet door de tandarts is onderkend (zie elders in dit themanummer De Jongh, 2001a en 2001b). Het feit dat de patiënt overspannen is geweest en een WAOuitkering heeft, lijkt door de tandarts niet te zijn opgemerkt. De vraag is verder hoe het eerste gesprek met de vrouw is verlopen? Zijn haar wensen en verwachtingen goed onderkend? Wat was haar werkelijke hulpvraag? Bleken er bijzonderheden in haar medische en tandheelkundige anamnese? Is aan het psychosociale aspect voldoende aandacht besteed? Kortom, allerlei vragen die na afloop belangrijk blijken te zijn. Ook blijft er een aantal tandheelkundige vragen, zoals waarom de oorspronkelijke ontstekingsklachten niet meer werden geuit of misschien door de tandarts niet zijn opgemerkt. Is de klacht van een matige kauwfunctie werkelijk zo onwaarschijnlijk? Van een partiële plaatprothese is bekend dat deze weinig verbetering van de kauwfunctie geeft. Duidelijk is dat de communicatie tussen de vrouw en de tandarts ernstig is verstoord. Een en ander overwegend lijkt echter de klacht tegen de tandarts onjuist. De tandarts heeft de patiënt via de huisarts verwezen naar de dermatoloog en daarnaast advies gevraagd bij een centrum bijzondere tandheelkunde. Ook de adviserend tandarts heeft zijn oordeel gegeven. Aan het werk in de mond van de vrouw lijkt weinig mis te zijn. De eigen tandarts lijkt te hebben gehandeld als een goed hulpverlener in de zin van de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO). Tot slot Beide patiëntengeschiedenissen zijn een goede illustratie van de complexiteit van het begrip patiëntentevredenheid. In casus 2 werd reeds de perceptie van de patiënt over de technische vaardigheden van de tandarts als oorzaak van ontevredenheid genoemd. Deze vaardigheden lijken in de beide casus zeker een rol te spelen. Ook de kosten worden in de literatuur als factor genoemd. Dat is in beide casus eveneens aan de orde. Toch zijn juist de interpersoonlijke factoren in beide Ned Tijdschr Tandheelkd 108 (2001) november Thema: Dentaal - mentaal casus doorslaggevend als het gaat om het ontstaan en het verloop van de onvrede van de patiënt. Daarbij gaat het vooral om de communicatieve eigenschappen van de tandarts. In het eerste geval had, misschien, een mogelijke juridische procedure kunnen worden voorkomen door goede communicatie. In het tweede geval lag de zaak in dit opzicht veel moeilijker. Hier lijkt de tandarts juist te hebben gehandeld door advies in te winnen bij collega’s. Eens te meer blijkt weer dat kennis van (juridische) regels die gelden voor de tandartspatiëntrelatie, belangrijk is voor een evenwichtige relatie en voor het inschatten van (de mogelijkheid tot) een klacht (Brands en Eijkman, 2000). De les is ook hier weer hoe cruciaal het eerste contact met de patiënt en het afnemen van een goede medische en zonodig psychosociale anamnese zijn. Hoe beter de luister– en gespreksvaardigheden van de behandelend tandarts hoe adequater deze inspeelt op de wensen en de verwachtingen van de patiënt over de te verkrijgen zorg, des te groter is de kans dat deze na afloop van de behandeling tevreden zal zijn. Tot slot het volgende: het is verstandig zich te realiseren dat verwachtingen van patiënten reëel kunnen zijn, maar ook te hooggespannen of zelfs irrationeel als gevolg van een onderliggende psychische stoornis. De ervaring leert dat patiënten hun verwachtingen graag vergelijken met die van anderen uit hun omgeving of met die van mensen die eerder door de behandelend tandarts zijn behandeld. Hun verwachtingen kunnen ook gebaseerd zijn op eerdere ervaringen, die heel nauwkeurig door hen worden omschreven, maar soms ook heel vaag zijn. In ieder geval is het verstandig dat er, voor dat de behandeling wordt aangevangen, duidelijkheid bestaat over deze verwachtingen en deze zo nodig te temperen. Het verdient aanbeveling de verwachtingen ook op de status te noteren zodat later, wanneer de behandeling is afgelopen, terugkoppeling kan plaatsvinden. Dat had beide tandartsen uit de casus waarschijnlijk heel wat misnoegen kunnen besparen. Literatuur • ANTONIDES G, RAAY WF VAN. Consumentengedrag. Tweede druk. Utrecht: Lemna BV, 1997. • BRANDS WG, EIJKMAN MAJ. Gezondheidsrecht voor tandartsen. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum, 2000. • GOEDHART H, EIJKMAN MAJ, HORST G TER. Quality of dental care; the view of regular attenders. Community Dent Oral Epidemiol 1996; 24: 28-31. • JONGH A DE. Het beoordelen van psychisch functioneren van patiënten in de tandartspraktijk. Ned Tijdschr Tandheelkd 2001a; 108: 439-441. • JONGH A DE. Patiënten met psychische problemen. Ned Tijdschr Tandheelkd 2001b; 108: 442-445. • KISTEMAKER JWG, VISSER APH. Betekenis van tevredenheid van patiënten voor kwaliteit van zorg; een zorginhoudelijke, bedrijfskundige en dienstverlenende benadering. Tijdschr Soc Gezondheidsz 1995; 73: 214-223. • NEWSOME PRH, WRIGHT GH. A review of patient satisfaction: 1. Concepts of satisfaction. Br Dent J 1999a; 186: 161-166. • NEWSOME PRH, WRIGHT GH. A review of patient satisfaction. 2. Dental patient satisfaction: an appraisal of recent literature. Br Dent J 1999b; 186: 166-170. • VERMAIRE JH, EIJKMAN MAJ. Aanklachten tegen tandartsen. Ned Tijdschr Tandheelkd 2001; 108: 11-15. Satisfied patients? This paper examines the difficult question how satisfied patients are with dental services. Scientific research shows that this is hard to measure. Five issues affect dental satisfaction, of which interpersonal and psychosocial factors are reported as being among the most important factors. Two case reports of dissatisfied patients are presented. It is emphasized that adequate counseling skills of the dentist, his evaluation of the expectations and wishes of the patient at the beginning of the treatment, and a sound dental, medical and psychosocial anamnesis are crucial for preventing dental dissatisfaction among patients. Ned Tijdschr Tandheelkd 108 (2001) november Summary Key words: • Public healt dentistry • Patient satisfaction • Communication 457