NVvP-column Parodontologie Paro en ortho: complementaire vakgebieden (kop) Ook voor de orthodontist is een gezond parodontium één van de belangrijke pijlers voor een geslaagde behandeling. Op welke wijze verhouden beide vakgebieden zich tot elkaar en welke ‘do’s and don’t’s’ brengen ze met zich mee? (inl) Bij de patiënt die zowel een orthodontische - alsook parodontale behandeling nodig heeft is het bepalen van de juiste behandelvolgorde van groot belang. Immers, de orthodontist heeft een gezond parodontium nodig om een succesvol behandelresultaat te kunnen realiseren, het parodontaal ligament dient slechts dan belast te worden wanneer het gezond is. Het starten van een orthodontische behandeling in een parodontaal niet gezonde mond kan zelfs een progressieve verslechtering van de parodontale situatie bewerkstelligen. Het orthodontisch behandelen van een patiënt waarbij de parodontale mondgezondheid niet in orde is dient derhalve te worden afgeraden. Optimale communicatie (tk) Betekent dit dat de patiënt dus pas aan orthodontie toekomt nadat de parodontale behandeling compleet is afgerond? Nee, orthodontie zal bij voorkeur ná de initiële behandeling en herbeoordeling kunnen worden gestart. De herbeoordeling vormt daarbij een cruciaal ijkpunt: in deze behandelfase kan een antwoord worden gegeven op de vraag of de behandeling moet worden voortgezet via parodontale chirurgie/regeneratieve technieken danwel via orthodontie. Een optimale (en vroegtijdig gestarte) intercollegiale communicatie tussen algemeen practicus, orthodontist en tandarts-parodontoloog is hierbij onmisbaar om de juiste behandelstrategie te bepalen. Extrusie/intrusie (tk) In sommige situaties kan orthodontie een uitstekend hulpmiddel zijn ter vervanging van parodontale chirurgie. Een angulair defect bijvoorbeeld kan met behulp van extrusie verdwijnen zonder dat er verlies optreedt van de parodontale steunweefsels van de buurelementen. Ook intrusie kan een nuttige ondersteuning van de parodontale behandeling zijn om de gezondheid van het parodontium te verbeteren, met name bij tweezijdig angulaire defecten. Ook bij verplaatsing van het ‘rose gedeelte’ van het parodontium (ter verkrijging van een optimale esthetiek) kan intrusie een grote dienst bewijzen. Deze mogelijkheden onderstrepen het belang van tijdige en regelmatige intercollegiale communicatie ten behoeve van een optimaal behandelresultaat. Gewone kracht of niet? (tk) De vraag dient zich aan of de patiënt met een gereduceerd gezond parodontium met normale orthodontische krachten behandeld kan worden. Het antwoord daarop luidt ‘nee’. Bij de elementen van deze patiënten is het ‘centre of resistance’ verplaatst, waarmee de afstand van dit centrale punt tot het aangrijpingspunt van de kracht veranderd is. Dit heeft tot gevolg dat er bij gelijkblijvende kracht een verschillend moment ontstaat. Het gebruik van té grote krachten kan een ernstige mate van wortelresorptie veroorzaken waardoor het parodontium aan apicale zijde verloren kan gaan. 1 Het is derhalve aan te raden om bij een gereduceerd gezond parodontium een geringere kracht te hanteren. Bovendien dient men er rekening mee te houden dat er voor reactiekrachten dikwijls meer gecompenseerd moet worden. Een veelvuldig toegepaste techniek om deze krachten te bepalen én te benutten is de Burstone-techniek (een techniek waarbij gebruik wordt gemaakt van segmenten verbonden door rigide draden voor verankering en loops om de krachten voor de tandverplaatsing te genereren). Aandachtspunten (tk) Zijn er nog andere aandachtspunten die in dit kader vermeld kunnen worden? Zeker, de mogelijkheden van extrusie/intrusie én lineaire tandverplaatsing voor een prothetisch vervolg zoals kroon- en brugwerk of implantologie zouden vaker benut kunnen worden (denk hierbij ook aan traumata van elementen): een gezond parodontaal ligament verplaatst zich immers met de wortel mee en vormt derhalve een uitstekende basis voor ex/intrusie. Een ander tegenwoordig veel gehanteerde werkwijze binnen de orthodontie is het creëren van een goed implantaatbed door elementen uit elkaar te verplaatsen (implantsite-creation zonder chirurgie). En tot slot wellicht overbodig maar toch nog maar eens genoemd: zonder goed mondhygiëneprotocol is de kans op succes van zowel de parodontale alsook orthodontische behandeling minimaal. Met dank aan M. Leunisse, orthodontist Vanaf deze plek bericht de NVvP de lezers van het NT regelmatig over relevante ontwikkelingen binnen de parodontologie. Reacties op deze columns zijn welkom bij het secretariaat van de NVvP, Postbus 24, 9649 ZG Muntendam, telefoon 0598-633313, fax 0598-633413 (e-mail adres: [email protected]). Fotobijschrift(en): Dia 1 (situatie vóór): Patiënte, 32 jaar, vóór aanvang behandeling. Doel: oprichten 47, implantsite creation 33 en geïmpacteerde 13 in de rij brengen Dia 2 (situatie ná): 14 maanden later: 47 netjes parallel, goed diasteem 33 en 13 op occlusaal niveau 2