Samenvatting Biologie hoofdstuk 4 Paragraaf 1 Geslachtskenmerken: kenmerken waaraan je het geslacht kunt herkennen - Primaire geslachtskenmerken: de geslachtskenmerken die bij de geboorte al aanwezig zijn - Secundaire geslachtskenmerken: de geslachtskenmerken die na ongeveer je tiende verjaardag ontstaan. Bij een jongen is dat bijvoorbeeld de baard in de keel (een zwaardere stem krijgen) Lichamelijke veranderingen: veranderingen aan je lichaam bijvoorbeeld een groeispurt of haargroei. Geestelijke veranderingen: bij geestelijke veranderingen kun je bijvoorbeeld verliefd worden Sociale veranderingen: je gaat je anders opstellen tegen je ouders. Je wilt niet meer als een kind behandeld worden. Paragraaf 2 Voortplantingsstelsel man + functies Teelballen Zaadcellen produceren Hormoonklieren Hormonen produceren Bijballen Zaadcellen opslaan Zaadblaasjes Vocht toevoegen aan de zaadcellen Prostaat Vocht toevoegen aan de zaadcellen Urinebuis Het sperma naar buiten brengen Stijf worden - Als de penis stijf wordt zetten de zwellichamen uit. Zaadlozing - Doordat de eikel heel tijd iets voelt kan er zaadlozing plaats vinden Paragraaf 3 Voorplantingsstelsel vrouw + functies Eierstok Ontwikkeling van de eicellen vind hier plaats Bevruchting - Bij bevruchting smelten de eicel en kern van de zaadcel samen - ???????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????? Paragraaf 4 Menstruatie: bij menstruatie vindt het loslaten van baarmoederslijmvlies. Hierbij komt ook bloed vrij. Door het samentrekken van de spierlaag van de baarmoederwand worden de stukjes slijmvlies, slijm en bloed afgevoerd. Je kan hiervoor maandverband gebruiken of tampons. Menstruatiecyclus: Paragraaf 5 Relaties onderhouden - Knuffelen of strelen of geslachtsgemeenschap hebben Seksualiteit - Lustbeleving: voor je plezier/ seksueel opgewonden raken - Voortplanting: seks hebben met als doel dat er een kind groeit - Porno: met als doel iemand seksueel prikkelen - Prostituee/ hoer: iemand die bereid is tegen betaling seks te hebben Seksualiteiten - Hetero (ongelijk) - Homo (gelijk) - Lesbisch (gelijk) - Biseksueel (hetero en lesbisch of home) Ander lichaam - Transgender – mensen die bijvoorbeeld een jongen zijn maar een meisje willen zijn - Travestiet – iemand die zich kleed naar het andere geslacht voor een korte of lange tijd - Transseksueel – iemand die hormonen en dat soort dingen wilt hebben van beide geslachten - Androgyn – iemand die het uiterlijk en kenmerken heeft van beide geslachten Seksueel geweld – iemand die iemand dwingt om seks Incest – als er seksueel geweld plaats vind binnen de familie - Aanranding: er wordt met geweld of onder bedreiging seksuele handelingen verricht met een slachtoffer - Verkrachting: er vind dan ook seks plaats - Loverboy: iemand die eerst heel aardig doet tegen een meisje en haar verleid met aandacht en cadeaus. Uiteindelijk heeft hij zoveel aandacht van het meisje dat hij haar kan dwingen tot prostitutie om er veel geld aan te verdienen. Paragraaf 6 Anticonceptiemiddelen: als je geen kind wilt kun je deze middelen gebruiken als condoom of de pil. - De pil: als de pil neemt komen er geen eicellen vrij. De pil moet dagelijks worden ingenomen. 1 week niet en dat is tijdens de menstruatie. De menstruatie zal dan minder zijn. - Morning-afterpil voor als het is misgegaan: een pil die na 12 uur na de seks het beste werkt voor als het is misgegaan. - Als de vrouw toch geen kind wilt kan er abortus plaatsvinden. Hier word dan het embryo via de baarmoedermond weggezogen. De andere in het boek leren