Opvattingen van KPMG over pensioenen en Europa

Opvattingen van KPMG over pensioenen en Europa
Inleiding
KPMG is nauw betrokken bij dienstverlening op het gebied van pensioenen, waarbij vanuit verschillende disciplines de
ontwikkelingen op het gebied van pensioenen, zowel nationaal als internationaal, worden gevolgd. KPMG neemt onder
meer deel aan de leesgroep pensioenen van het actuarieel genootschap, welke input geeft aan EIOPA via de groupe
consultatif. Daarnaast zijn medewerkers van KPMG voorzitter van de sectorcommissie Verzekeringsmaatschappijen en
Pensioenfondsen van NBA en voorzitter van de werkgroep van de RJ610 (Pensioenfondsen).
Op basis van marktkennis en toekomstvisie heeft KPMG dit document opgesteld. KPMG is graag bereid tot een mondelinge
toelichting op de geformuleerde standpunten.
“Zolang het sociaal- en arbeidsrecht per lidstaat van toepassing blijft, zal geen interne markt ontstaan ”
Eén van de aanleidingen voor de herziening van de IORP-richtlijn door de Europese commissie is dat de huidige IORPrichtlijn niet voldoende heeft bijgedragen aan een internationaal opererende pensioenmarkt. KPMG ondersteunt de
constatering dat nog steeds sprake is van weinig grensoverschrijdend pensioenverkeer. Eén van de belangrijkste redenen
daarvan is dat de lokale fiscale en civielrechtelijke regelgeving van de lidstaat, waar de werknemer werkzaam is, van
toepassing blijft. De consequentie hiervan is dat nog steeds alle expertise nodig is van het lokale sociale recht, arbeidsrecht
en fiscale recht. KPMG is van mening dat, zolang deze belemmering niet wordt opgelost, een interne markt op gebied van
pensioenen niet zal ontstaan, ondanks de huidige voorgenomen wijzigingen van de IORP-richtlijn.
“Gebruik het momentum om een Nederlandse internationale IORP te creëren (API)”
Om optimaal gebruik te kunnen maken van de IORP-richtlijn is het nodig om een Nederlands pensioenvehikel te creëren dat
kan concurreren op de Europese markt. De Premie Pensioen Instelling (PPI) is een eerste vorm, echter deze is slechts
ingericht voor het onderbrengen van DC-regelingen. Voor het bedienen van de gehele pensioenmarkt (inclusief DBregelingen) is het nodig om een Algemene Pensioen Instelling (API) te creëren. De API staat nog in de kinderschoenen, maar
het huidige momentum en de aandacht van de Tweede Kamer voor pensioenen kan helpen in een snelle ontwikkeling. De
IORP-richtlijn biedt naar inzicht van KPMG de mogelijkheid om de Europese pensioenmarkt vanuit Nederland te bedienen.
De ruime Nederlandse ervaring en deskundigheid op gebied van pensioenen is een concurrentievoordeel ten opzichte van
andere Europese landen. Deze ruime ervaring en deskundigheid kan, samen met de (voor deelnemers geldende) voordelen
van het prudente Nederlands toezicht, meer internationaal worden gepromoot met als doel om Nederland als een
aantrekkelijk vestigingsland te presenteren. Met het mogelijk maken van een API en het meer promoten van Nederland als
vestigingsland voorkomt Nederland dat pensioenvermogen noodgedwongen een vlucht neemt naar andere Europese
lidstaten.
“Andere solvabiliteitsvereisten hoeven niet negatief uit te pakken”
Er wordt veel aandacht besteed aan de op Solvency II lijkende zekerheidsvereisten die naar verwachting gaan gelden voor
Nederlandse pensioenfondsen. Het is echter niet vooraf te zeggen welke impact hogere zekerheidsvereisten zullen hebben.
Het in meer detail in kaart brengen van de risico’s die worden gelopen, kan leiden tot een betere beheersbaarheid en meer
zekerheid voor de deelnemers. Dit kan samengaan met hogere buffervereisten. Dit zal moeten blijken uit de aangekondigde
QIS-studies voor pensioenfondsen die worden voorgeschreven door EIOPA. Hieruit zal meer inzicht ontstaan over de impact
voor Nederlandse pensioenfondsen en de mate van zekerheid voor deelnemers.
“Spring niet voor een rijdende trein, beïnvloedt de eindbestemming”
KPMG krijgt de indruk dat de rapporteur witboek pensioenen een herziening van de IORP-richtlijn geheel wil tegenhouden.
Echter, het tegenhouden van de huidige ontwikkelingen van internationalisering op het gebied van pensioen binnen Europa
lijkt niet mogelijk en is naar het inzicht van KPMG ook niet wenselijk. Er kan beter worden gekeken naar de kansen die de
herziene IORP-richtlijn biedt voor de Nederlandse pensioensector, zoals hierboven beschreven. Een herziening van de IORPrichtlijn kan in dit geval juist positief werken voor de Nederlandse economie.
Op bovenstaande manier kunnen kansen worden gecreëerd, binnen Nederland én binnen Europa!
Deze bijdrage is tot stand gekomen met medewerking van Edward Snieder ([email protected], 020 656 79 41), Wim Teeuwissen, Alexander van
Stee, Liesbeth Goverse en Marc Simon Visser, allen werkzaam bij KPMG.