1. ------IND- 2012 0020 FIN NL- ------ 20120124 --- --- PROJET Materialen voor het repareren van beton – SILKO-tests 2011 Inhoud 1 Inleiding .................................................................................................................. 3 2 Productgroepen en hun testprogramma’s .............................................................. 3 3 Tests voor cementgebaseerde reparatiematerialen die nodig zijn voor de gecertificeerde productverklaring............................................................................ 7 4 Bepaling van kleur en ondoorzichtigheid ................................................................ 7 4.1 Principe ........................................................................................................... 7 4.2 Testprocedure ................................................................................................. 7 4.3 Testresultaten ................................................................................................. 7 5 Toepasbaarheid van storten onder water ............................................................... 7 5.1 Voorgemengd beton, reparatiebeton, reparatiemastiek, voegen .................... 7 5.1.1 Principe ................................................................................................ 7 5.1.2 Testprocedure ...................................................................................... 8 5.1.3 Testresultaten ...................................................................................... 8 5.2 Voorgemengd droog spuitbeton ...................................................................... 8 5.2.1 Principe ................................................................................................ 8 5.2.2 Testprocedure ...................................................................................... 9 5.2.3 Testresultaten ...................................................................................... 9 1 Inleiding Deze testinstructies moeten worden gebruikt bij het onderzoeken van de geschiktheid van reparatiematerialen voor de reparatie van betonstructuren in de openlucht die eigendom zijn van de Finse Vervoersautoriteit. Deze instructies betreffen voorgemengd droog beton, voorgemengde reparatiemortel en mastiek, voegspecie en -mastiek, plakspanen, voorgemengd spuitbeton en gespoten mortel. Het testprogramma wordt voorbereid voor typische Finse brugomgevingen door gebruikmaking van zoveel mogelijk Europese testnormen. De Finse Vervoersautoriteit beslist over de aanvaardbaarheid van beschermingsmiddelen voor het gebruik ervan op basis van testresultaten. De goedgekeurde materialen worden gepubliceerd in SILKO-gidsen. De SILKO-richtlijnen zijn gratis beschikbaar op de webpagina’s van de Finse Vervoersautoriteit op http://portal.liikennevirasto.fi/sivu/www/f/urakoitsijat_suunnittelijat/vaylanpidon_ ohjeet/sillat/korjausohjeet/SILKO. De testspecimens voor SILKO-tests worden onder toezicht van de vertegenwoordiger van de Finse Vervoersautoriteit door de productagent voorbereid. De tests op verse mengsels worden in aanwezigheid van de productagent uitgevoerd door de vertegenwoordiger van de Finse Vervoersautoriteit. Elke uitzondering op deze procedure zal worden genoteerd in het testverslag. 2 Productgroepen en hun testprogramma’s Materialen voor het repareren van beton worden onderverdeeld in groepen op basis van het gebruik en het bindmiddel ervan. In deze instructies worden cementproducten mortel of specie genoemd als de maximale korrelgrootte 4 mm is en beton als de maximale korrelgrootte groter is dan 4 mm. Materialen met alleen organisch bindmiddel worden mastiek genoemd. Een deel van de SILKO-tests is verplicht, andere zijn vrijwillig. De verplichte tests zullen worden uitgevoerd op alle materialen waarvoor wordt gestreefd naar aanvaarding door de Finse Vervoersautoriteit. De vrijwillige tests worden uitgevoerd om te bewijzen dat een materiaal een speciale eigenschap heeft die geschikt is voor een speciaal geval. De eigenschappen van verschillende groepen materialen die worden getest, worden opgesomd in tabel 1, samen met de testmethoden. De testmethoden van het testprogramma die niet de Europese zijn, staan beschreven in hoofdstukken 4 en 5. Tabel 1. Test volgens bindmiddel P = verplichte test. V = vrijwillige test. Eigenschap Productidentificatie Chloridegehalte Consistentie Luchtgehalte Densiteit Waterafscheiding Hardingstijd (bindingstijd) Temperatuur Test IR EN 1767 XRD EN 1015-17 EN 13395-1 (thixotropische materialen) EN 13395-2 EN 13395-3 EN 12350-7 EN 12350-6 EN 480-4 EN 13294 Geijkte thermometer Voorgemengd droog beton P 1) P P Voorgemengd spuitbeton, gespoten mortel P 1) P P Reparatie mortel Onderdelen P 1) P P Vers mengsel P P P P P P P P P P P P P P P P Uitgehard materiaal P P Druksterkte EN 12190 Densiteit EN 12390-3 EN 12390-7 P P P P P Carbonatatie EN 13295 P P P P P P Kleur en ondoorzichtigheid SS 81 20 03 Reparatie mastiek P Voegspecie P 1) P P P VoegPlakmastiek spanen P P P P P P P P 2) P P P P P P P P P P V P P 1) P P P P Criterium ≤ 0.05 % Geen criterium. Geen graadverdeling. Numeriek resultaat in SILKO -”-”-”-”-”-”≥ 10 MPa. Geen graadverdeling. Numeriek resultaat in SILKO -”Geen criterium Geen graadverdeling. Numeriek resultaat in SILKO + ≤ 10 mm ++ ≤ 5 mm +++ ≤ 2 mm Geen criterium. Geen graadverdeling. Resultaat in SILKO Tabel 1. vervolg Tabel 1. vervolg Eigenschap Test Duurzaamheid tegen vorst EN 13687-1 en zout en het effect van de inwerking van vorst en zout op adhesie Betonhechting en neiging tot doorzakken EN 1542 Voorgemengd droog beton P P Toepasbaarheid van storten SILKO-test onder water V Slijtweerstand EN 12697-16-A V Chloridepenetratie Geschiktheid voor binnenwelvingen EN 13396 EN 13395-4 (Referentiebeton MC (0.45)) V V Voorgemengd spuitbeton, gespoten mortel Reparatie mortel Reparatie mastiek Voegspecie VoegPlakmastiek spanen P P P P P P P P P P P P V V V V V V V V V V V V V V V V V V V Criterium Gemiddelde scheurbreedte ≤ 0,05 mm Alle scheuren < 0,1 mm. Geen laminering. a) + > 60 % van graadverdeling van de oppervlakte ≤ 2 mm ++ 20 % ≤ x ≤ 60 % van graadverdeling van de oppervlakte ≤ 1 mm +++ < 20 % van graadverdeling van de oppervlakte ≤ 0,5 mm b) Hechting na 50 cycli: + ≥ 0,8 MPa ++ ≥ 1,5 MPa +++ ≥ 2 MPa Totaal resultaat = gemiddeld (a+b) + ≥ 0,8 MPa Breuk in de cohesie ≥ 0,5 MPa ++ ≥ 1,5 MPa +++ ≥ 2 MPa Gewichtsverandering 2 % Water moet helder blijven + 38 cm3 ++ 30 cm3 +++ 22 cm3 De wrijvingsclassificatie zal overeenstemmen met de geldige asfaltnorm. + ≥ 0,8 MPa Breuk in de cohesie ≥ 0,5 MPa ++ ≥ 1,5 MPa +++ ≥ 2 MPa 1) Verplicht voor polymeerhoudende producten 2) Verplicht als de test geschikt is voor het product 3 Tests voor op cement gebaseerde reparatiematerialen die nodig zijn voor de gecertificeerde productverklaring De gecertificeerde productverklaring voor op cement gebaseerde reparatiematerialen voor betonstructuren in de openlucht die polymeren bevatten in een hoeveelheid van niet meer dan 25% van het gewicht aan cement wordt toegekend door de Betonvereniging van Finland. De productverklaring kan niet worden toegepast op basis van SILKO-tests. De volledige details van de vereiste tests worden voorgesteld in document „BY 9 Korjausmateriaalit” van de Betonvereniging van Finland. 4 Bepaling van kleur en ondoorzichtigheid 4.1 Principe De kleur en ondoorzichtigheid van het onderzochte oppervlak vergelijken met een kleurmonster. 4.2 Testprocedure De ondoorzichtigheid van de gevormde en gegoten oppervlakken van het specimen, uitgehard gedurende minstens zeven dagen bij een relatieve vochtigheid van 65 ± 5 % bij een temperatuur van 20 ± 2°C, zal worden bepaald bij daglicht volgens Norm SS 81 20 03. Druk de kleurmonsters van norm SS 81 20 03 dicht tegen het specimenoppervlak en vergelijk de verduistering met het monster. Vergelijk de kleur van het oppervlak met de kleurmonsters. Fotografeer de testspecimens. 4.3 Testresultaten De ondoorzichtigheid van de specimenoppervlakken, uitgedrukt als zwartheidspercentages met een nauwkeurigheid van ± 5% evenals de kleurevaluatie en foto’s van de specimens, worden gegeven als de testresultaten. 5 Toepasbaarheid van storten onder water 5.1 Voorgemengd beton, reparatiebeton, reparatiemastiek, voegen 5.1.1 Principe Meten van de neiging van een vers mengsel om weg te spoelen tijdens het storten onder water. 5.1.2 Testprocedure De neiging tot wegspoelen wordt bepaald door middel van een test waarbij een container met wapeningsnet wordt gevuld met het materiaal en doorheen een laag water wordt neergelaten. Vul de container binnen drie minuten na het einde van het mengen en laat dan vijf keer neer doorheen 140 cm diep water. Bepaal aan het einde van de test het gewichtsverlies van het materiaal. Herhaal de test drie keer. De testopstelling wordt getoond in fig. 1. Rope Stainless steel mesh, # 5 mm, wire thickness 1 mm Plastic bucket Dense concrete Fig 1. Testopstelling voor materiaal met een neiging om weg te spoelen — voorgemengd beton, reparatiemortel, reparatiemastiek, voegspecie, voegmastiek. 5.1.3 Testresultaten Meld het gemiddelde van de drie testreeksen als het gewichtsverliespercentage . 5.2 Voorgemengd droog spuitbeton 5.2.1 Principe De neiging van een gespoten beton of gespoten mortel om weg te spoelen tijdens storten onder water zal visueel worden geëvalueerd. 5.2.2 Testprocedure De toepasbaarheid van het materiaal voor gebruik onder water wordt getest door 2 liter beton of spuitmortel verticaal naar beneden te sproeien doorheen een waterdiepte van 140 cm. De test zal worden gefotografeerd. De testopstelling wordt getoond in fig. 2. 5.2.3 Testresultaten Een visuele evaluatie van de neiging van het materiaal om weg te spoelen en een foto van de uitvoering van de test zal worden gegeven als het testresultaat. Plastic bucket Dense concrete 0,194 Fig 2. Testopstelling om de neiging van voorgemengd droog spuitbeton om weg te spoelen, te testen