akkoord(en)progressie Een akkoord(en)progressie is een in de muziek veel gebruikte benaming voor de opeenvolging van akkoorden Een akkoordprogressie kenmerkt zich door een muzikaal logisch spanningsverloop: opbouw → spanning → ontspanning. De meest basale akkoordenreeks is de "I-IV-V-I"-reeks (zie hiervoor: 3-akkoorden in de rockmuziek). Van de eerste trap (I, de drieklank op de tonica) naar de vierde trap (IV, de drieklank op de subdominant) wordt spanning opgebouwd: de vierde trap is als een 'vraag' na de eerste trap. Er wordt een gevoel opgeroepen van 'onderweg gaan'. Dan 'reist' de progressie naar de vijfde trap (V, de dominant), om vervolgens 'op te lossen' of 'huiswaarts te keren naar de eerste trap De toonladder van C-majeur (of C-grote terts, 'C-groot') luidt: "c-d-e-f-g-a-b-c". De bijbehorende toontrappen zijn resp. genummerd met de Romeinse cijfers: I II III IV V VI VII I. Het akkoord (drieklank) op de I-e trap (C-akkoord), is de tonicadrieklank, die is opgebouwd uit de tonen c-e-g