IJsland met Google Earth bekeken Inhoudsopgave Inleiding 1: Tektonische plaatbeweging 2: Vulkanisme 3: Gesteentesoorten en fossielen 4: Reliëf 5: Water Samenvatting Bronvermelding Inleiding IJsland is fysisch-geografisch bekeken een fascinerend land. Niet alleen komt er vulkanisme voor, ook zijn er gletsjers, geisers, fjorden en tal van andere aardrijkskundige bijzonderheden. Daarom hebben wij IJsland gekozen om in dit project te bestuderen. Hierbij bekijken wij vijf aspecten van dit land: 1: Tektonische plaatbeweging 2: Vulkanisme 3: Gesteentesoorten en fossielen 4: Reliëf 5: Water Als hulp bij dit onderzoek gebruiken wij het programma Google Earth. Hiervan hebben we beelden opgenomen in dit verslag. 1: Tektonische platenbeweging IJsland bevindt zich niet op één aardkorstplaat, maar op de grens tussen de NoordAmerikaanse en Euraziatische platen. Deze twee platen delen een divergerende grens, waardoor er tussen de platen magma kan opstijgen uit de aardmantel. Door de stolling van dit magma ontstaat er een gebergteketen, die langs de hele plaatgrens in de Atlantische Oceaan te herkennen is: de midoceanische rug. Veel van de bergen vertonen vulkanische activiteit. Op de meeste plaatsen zijn ze echter geheel onderwater. IJsland is een uitsteeksel van de midoceanische rug boven het wateroppervlak. Om te verklaren waarom de gebergteketen juist op deze plek boven het water te zien is, moet naar andere oorzaken worden gezocht dan alleen tektonische bewegingen. De theorie over het ontstaan van IJsland die algemeen aanvaard wordt, is dat het eiland boven een hotspot is gevormd. Hotspots zijn plaatsen op aarde waar vulkanisme voorkomt zonder dat dit kan worden verklaard door platentektoniek. De oorzaak hiervan is onduidelijk, maar waarschijnlijk komen hotspots voor bij zogenaamde ‘mantelpluimen’, plekken waar hete magma direct vanuit de mantel opstijgt tot aan het aardoppervlak. Door de divergerende plaatbeweging ontstaat er steeds een gat tussen de platen waaruit IJsland bestaat, dat opgevuld wordt door opwellend magma. Dit magma stolt en vormt een nieuw deel van het land; dit is vergelijkbaar met de aangroei van de oceaanbodem bij de midatlantische rug. Vervolgens blijven de platen uit elkaar bewegen, zodat er steeds meer magma opwelt om het gat te vullen. Op deze manier groeit IJsland steeds aan. Figuur 1: IJsland ligt op een divergerende plaatgrens. (bron: wikipedia.org) 2: Vulkanisme Door de ligging boven een hotspot komt vulkanisme voor op IJsland. Op het eiland zijn zowel caldera’s als schild- en stratovulkanen aanwezig. Vanwege het koude klimaat in IJsland zijn sommige vulkanen bedekt door een gletsjer. Een uitbarsting gaat dan gekoppeld met een vloed en een modderstroom, doordat het gletsjerijs smelt. Dit kan ook omgekeerd gebeuren: als het gletsjerijs afsmelt vanwege hoge temperaturen kan er door de plotselinge afname van druk een explosie plaatsvinden. Dergelijke ‘gletsjervulkanen’ kunnen strato- of schildvulkanen of caldera’s zijn. Onder het eiland komt er vulkanisme voor bij schildvulkanen in de midoceanische rug. Omdat dit veroorzaakt wordt door een divergente plaatgrens, is er sprake van effusief vulkanisme, waarbij uitvloeiingsgesteente wordt gevormd. Figuur 2: Met Google Earth is te zien dat IJsland veel vulkanen kent. 3: Gesteentesoorten en fossielen Van de drie typen gesteente – stollingsgesteente, sedimentgesteente en metamorfgesteente – komt in IJsland voornamelijk stollingsgesteente voor. Sedimentgesteente komt in mindere mate voor: omdat IJsland geologisch jong is – het oudste gesteente is ongeveer 15 miljoen jaar geleden gevormd -- zijn er nog maar weinig dikke sedimentpakketten opgebouwd. Metamorfgesteente komt er niet voor. Stollingsgesteente wordt gevormd door het stollen van magma of lava. In IJsland ontstaat dit gesteente zowel bij het opstijgen van magma bij de mantelpluim als bij het uitvloeien van lava bij vulkanische uitbarstingen. Hierbij wordt basalt gevormd. Terwijl de continenten voornamelijk uit het relatief lichte graniet bestaan en het zwaardere basalt meestal onderwater voorkomt, vormt IJsland een uitzondering. De oorsprong en de ouderdom van het gesteente is ook bepalend voor het voorkomen van fossielen op IJsland. Er zijn geen grote fossielen van landdieren gevonden, hoewel er planten- en zeedierenfossielen voorkomen. De oudste zijn 15 miljoen jaar oud en zijn dus vlak na de vorming van het oudste gesteente van het land ontstaan. 4: Reliëf Figuur 3: Gletsjers kunnen dalen uitschuren. Bron: Google Earth Er komen op IJsland veel al dan niet vulkanische gebergten voor. Een deel van het eiland is in feite een deel van de midoceanische rug die boven water uitsteekt. Naast gebergten zijn dalen en fjorden ook kenmerkende elementen van het eiland. Deze vormen ontstaan door het bewegen van gletsjers, die U-vormige dalen kunnen uitschuren. Wanneer een gletsjer een dal door de bergen helemaal naar de zee uitschuurt, kan een fjord ontstaan, een typisch IJslandse landschapsvorm. In de ijstijd zijn deze diepe inhammen in de bergachtige kust, gekenmerkt door steile wanden, door gletsjers gevormd. Later zijn ze deels gevuld met water. 5: Water Gletsjers Gletsjers ontstaan doordat sneeuw zich opstapelt en de onderste lagen door de hoge druk worden samengeperst tot ijs. Na verloop van tijd gaat de ijs onderaan de ontstane ‘berg’ door druk en straling smelten. De gletsjer glijdt mee op een laagje smeltend ijs. In de ijstijd hebben gletsjers dalen en fjorden gevormd, maar ook nu dragen ze bij aan de verandering van het landschap. Figuur 4: De witte vlekken zijn gletsjers. Bron: Google Earth Rivieren en watervallen In IJsland bestaan verschillende soorten rivieren. Gletsjerrivieren zijn gevuld met smeltwater en regenrivieren hebben regenwater als bron. Daarnaast bestaan er gemengde rivieren. Zowel smelt- als regenwater draagt bij aan het ontstaan van de vele watervallen in IJsland. Doordat het eiland voor een groot deel uit niet-poreus basalt bestaat, kan water moeilijk wegzakken in de grond. Daardoor kunnen spectaculaire watervallen ontstaan, die een grote toeristenattractie zijn. Geisers Geisers zijn natuurlijke waterbronnen die met verassende kracht waterstromen kunnen uitspuwen. Ze ontstaan als oppervlaktewater veel druk uitoefent op onderliggend water. Door deze druk raakt het water oververhit en kan het zelfs gaan koken. Er ontstaat stoom. Omdat dit een grotere volume heeft dan water, loopt nu juist onderin het water de druk op. Het bovenliggend water wordt met veel kracht omhoog geduwd en spuit uit de geiser. Als de stoom is gecondenseerd en de druk is teruggelopen, valt het water terug in de poel. De herhaling van dit proces leidt tot het afzetten van mineralen rondom de waterbron. Hierdoor ontstaat langzaam steen. Samenvatting IJsland kent door de ligging op een divergerende plaatgrens en boven een hotspot verschillende soorten vulkanisme. Hierdoor bestaat het voor een groot deel uit vulkanisch gesteente en zijn er weinig en jonge fossielen te vinden. Naast vulkanen zijn er ook andere bijzonderheden in het reliëf, zoals de door gletsjers gevormde dalen en fjorden. Water speelt er een grote rol, zowel in bevroren en vloeibare als dampvormige fase: gletsjers, rivieren, watervallen en geisers maken van IJsland een prachtig landschap. Bronvermelding Bij het maken van deze praktische opdracht hebben wij de volgende bronnen geraadpleegd: Google Earth Mapsoftheworld.com http://en.ni.is/geology/ http://en.ni.is/geology/geological-maps/maps-geology-600000 http://www.scotese.com/earth.htm http://nl.wikipedia.org/wiki/IJsland#Geologie http://en.ni.is/geology/fossils/ http://en.ni.is/geology/rocks http://www.ijsland-info.nl/geologie.html http://www.world-of-waterfalls.com/iceland-other-attractions.html http://en.wikipedia.org/wiki/Glaciers_of_Iceland