Samenvatting AK H2 3v

advertisement
Samenvatting AK H2 3v
Heelal -> alles wat er in de ruimte is.
Sterren -> gloeiend hete glasbol die door kernreacties enorme hoeveelheden
energie produceert en uitstraalt.
Rond onze zon draaien planeten -> koude bol die rondom een ster draait en
daardoor verwarmt wordt. De planeten die het dichtst bij de zon staan, zoals
de aarde, zijn opgebouwd uit vast gesteente, terwijl de andere uit gas
bestaan. Afstanden redelijk klein in ons zonnestelsel. Aarde, Mars (te koud) en
Venus (te heet) hebben ongeveer dezelfde opbouw. Alleen de
omstandigheden op aarde maken leven lager dan de continenten door het
basalt -> Vulkanisch gesteente. Continenten bestaan uit graniet ->
Stollingsgesteente dat op de contineten voorkomt. De oceaanbodem is
zwaarder en ligt continenten voorkomt. Venus/mars bestaan voornamelijk uit
basalt.
atmosfeer
Gemiddelde
temperatuur
luchtdruk
Venus
96% CO2 altijd
bewolkt
Mars
95% CO2 0,2% O2
helder
+ 480 C
Aarde
20% O2 0.04%
CO2 wisselend
bewolkt
+ 15 C
90 x
1
0,07x
- 23 C
Organisch sediment gesteente -> Sedimentgesteente dat bestaat uit
overblijfselen van planten en dieren. Veel CO2 zit door vormingzit door de
vorming van gesteente in de aardkost. Vroeger bestond de atmosfeer vooral
uit CO2. Bij de oerknal grote wolkengas en stof, aarde werd gevormd door
samenklonteren grote stukken ijs en steen. Werd verhit en na afkoeling
ontstond oceaan.
620 miljoen jaar geleden (het Precambrium) -> tijdvak in geologische
geschiedenis van de aarde, meer CO2 en O2, er was geen ozonlaag -> gas
op grote hoogte dampkring. Beschermt de aarde tegen ultraviolette straling.
Alleen organisme in zee. Nauwelijks fossielen, geen harde delen (kwallen)
270 miljoen jaar geleden (het Perm) -> vissen, weekdieren, trilobieten ->
fossielen,uitgestorven schelpdieren. Bomen, planten = meer zuurstof.
Verschillende reptielen. Super continet Pangea, droog woestijnklimaat, wind.
Randen Pangea zee-invloeden.
100 miljoen jaar geleden (het Krijt) losse continenten, warmste periode.
Verschillende diersoorten waaronder : ammonieten -> fossielen uitgestorven
inktvissen met schelp. Kalkskeletjes algen vormen kalksteen. Dinosaurussen
oppermachtig. Planten en bloemen.
18000 jaar gelden (het Kwartair) huidige positie, ijskap, zeespiegel lager. Op
toendra’s mammoeten -> olifantachtige, 10000 jaar geleden in toendra’s.
Ook sabeltandtijgers, fossielen Noordzee. Mensen in Zuid-Europa tijdens
steentijd.
Fossiel -> een (versteend) overblijfsel of afdruk van een dier of plant.
Sediment gesteente ->gesteente dat ontstaat uit samengeperste korrels
(zand,klei).
Het sedimentgesteente ligt overal ter wereld door verschuiving en verzakking.
Uit de fossielen in gesteente zijn verschillende dingen op te maken:
1.(ontwikkelingen levensvormen:
weekdieren,schelpdieren,vissen,landplanten,reptielen,zoogdieren) vissen
ontwikkeld to amfibieën tot reptielen. Zoogdieren en mens van de vis.
2.Gemiddeld sterven soorten om de 23 miljoen jaar uit. Uitsterven-> tijdens de
geologische geschiedenis zijn er een aantal momenten waarop tegelijkertijd
grote groepen planten en dieren tegelijkertijd uitsterven.
Relatieve ouderdom -> de volgorde waarin bepaalde gesteenten of fossielen
zijn ontstaan.
Combinaties van fossielen zijn kenmerken voor een bepaalde periode.
Absolute ouderdom -> de ouderdom gemeten in jaren. In elk gesteente zitten
hele kleine hoeveelheden radioactieve elementen zoals uranium.
Meteoriet-> groot blok steen dat tussen de planeten beweegt en soms ermee
in botsing komt. Botsing meteoriet 65 miljoen jaar geleden, 10 km doorsnee,
Mexico Yucantán. Daardoor ontstond er een krater -> een cirkelvormige
laagte in een terrein.
Door al het stof dat vrij kwam ontstond er een verduistering en door de
energie steeg de temp. flink, bossen en organismen stierven uit. Waarschijnlijk
reden uitsterven dino’s en ammonieten. Het bewijs hiervoor wordt weer
geleverd door het gesteente:
1. Overal op aarde is er iridum aangetroffen in gesteenten, komt niet voor
op aarde maar wel in meteorieten
2. Gesteente ouder dan 65 miljoen jaar bevat fossielen van dino’s en
ammonieten.
3. Krater in vulkaan Yucatán is gedateerd op 65 miljoen jaar geleden.
Tijdens het reptielentijdperk heersten de dino’s over het landoppervlak.
Nauwelijks plaats voor zoogdieren. Alleen kleine muisachtige in uitwerpselen.
Na uitsterven dino’s tijd van de zoogdieren, afgelopen 2,4 miljoen jaar
ontwikkeld. Sinds 100000 moderne mens, homo sapiens.
Er zijn meerdere momenten dat planten en dieren uitstierven. In het midden
van Siberië is een lavaveld groter dan Europa. Grote gevolgen voor de
aarde, regelmatig verantwoord.
Binnen enkele duizenden jaren komt er weer een ijstijd, perioden met versterkt
vulkanisme komen om de 25 miljoen jaar voor en eens in de 100 miljoen jaar
meteorietinslagen, over 500 miljoen jaar zon steeds groter en warmer.
De ondergrond van Nederland is gedurende honderden miljoenen jaren
opgebouwd als gevolg van twee beweringen:
1. Nederland zakt langzaam dieper weg, tegelijkertijd opgevuld met
sedimenten uit rivieren en de zee.
2. Nederland heeft zich over de aardkost verplaats (andere klimaten),
vanaf Suriname opgebouwd uit lagen.
Dalingsgebied -> een gebied dat miljoenen jaren lang wegzakt en wordt
opgevuld met sedimenten.
In NW snelste daling, dikst, oudste diepte.
Breuken -> scheuren in de grond waarlangs aardbevingen kunnen ontstaan.
Onder losse laag gesteente. Alleen in Limburg, Achterhoek, Twente gesteente
aan oppervlak. In diepte zandsteen, schalie en kalksteen. Bovenste lagen
eroderen, oude lagen komen bloot te liggen. Randen NL vroeger
dalingsgebied.
Aardgas-> gas dat ontstaat tijdens het inkolingsproces.
Delfstoffen ->stoffen die uit de aardkost worden gehaald omdat ze nuttig zijn
voor de mens.
Aardolie -> olie die ontstaat wanneer micro-organismen die op de zeebodem
hebben geleefd worden samengeperst. In Carboon veel moerassen, planten,
ontstond veen, bruin kool, steenkool.
Inkolingsproces -> het proces waarbij veen door samenpersen verandert in
steenkool.
Aardgas ontstaan tijdens inkolingsproces van steenkool in Zuid-Limburg,
meeste verdween in atmosfeer, maar sommige plaatsen tegengehouden
door zandsteen en ondoordringbare laag zoutsteen uit Perm. Het zout is
ontstaan doordat tijdens het Perm het zoute water in een ondiepe zee
verdampte. Meeste zoutlagen erg diep, sommige minder omdat het
vervormbaar is.
Zoutdiapier-> zoutpijler die omhoog geperst is. Aardolie in Zuid-Holland en de
Noordzee. Samengeperste micro-organismen uit de zee, lagen uit Jura. Olie is
licht dus ondoordringbare laag nodig om het tegen te houden.
Seismisch bodemonderzoek -> het opsporen van delfstoffen met behulp van
kunstmatig opgewekte trillingen. (door boringen zakt NL steeds verder weg)
Dagbouw-> het aan de oppervlakte afgraven van delfstoffen; het
tegenovergestelde van mijnbouw.
In de groeven van Winterswijk is het proces van het in stukken breken van
Pangea te volgen, lagen.
Op de bodem va Krijtzee (subtropische zee) hoopten zich skeletjes van microorganisme op. Ontstonden kalksteenlagen, nu in Zuid-Limburg aan
oppervlakte.
Belemnieten -> fossiele overblijfselen van inwendig skelet van een
uitgestorven inktvis soort.
Download