Agenda van Brabant - Provincie Noord

advertisement
HELSINKI
OSLO
TALLINN
STOCKHOLM
RIGA
VILNIUS
COPENHAGEN
DUBLIN
LOGISTICS
MAINTENANCE
LONDON
FOOD & PHARMA
WARSAW
BERLIN
AMSTERDAM
AUTOMOTIVE
BRUSSELS
LUXEMBOURG
BRAINPORT
PARIS
VIENNA
BRATISLAVA
BUDAPEST
BERN
LJUBLJANA
BUCHAREST
SOFIA
ROME
MADRID
LISBON
ATHENS
Agenda van Brabant
Traditie en technologie
www.brabant.nl
Want we doen het natuurlijk voor Ons Brabant
Woord vooraf
Waarom een agenda voor Brabant? Juist in een tijd
De Provincie Noord-Brabant is er in de eerste plaats
dat de bestuurlijke aandacht lijkt te worden gericht op
voor de ruimtelijke en economische ontwikkeling.
ombuigen en bezuinigen, is het noodzakelijk om dit te
Een goede sociale en culturele infrastructuur, zowel
doen op basis van een duidelijke visie. Werken vanuit
in onze steden als op het platteland van Brabant, kan
een idee over de toekomst. Waar willen we met
hier niet los van worden gezien. Een sterke regionale
Brabant naar toe? Waar verdienen we in deze regio
identiteit en een hoge dosis sociaal kapitaal, zijn
over twintig jaar onze boterham mee? Hoe verbinden
wezenlijke voorwaarden voor succes in de nieuwe
we economische groei met de wereldwijde zorg voor
economie. Innovatie vereist openheid en vertrouwen,
biodiversiteit en sociale verbondenheid? Welke op­
en vraagt om een cultuur van vernieuwing.
gaven zien we op het domein van de vergrijzing,
de nog onvoldragen infrastructuren, de ruimtelijke
De provincie Noord-Brabant is onlosmakelijk onder­
ont­wikkeling? Hoe houden we de Brabantse samen­
deel van de Brabantse samenleving. Deze is als totaal
leving veerkrachtig en vitaal? Welke kansen grijpen
verant­woordelijk voor de grote opgaven van de toekomst.
we in internationaliserende economie en samenleving?
Brabant heeft veel om krachtig op voort te bouwen:
Hoe verhouden we ons tot Europa en Den Haag?
onze tradities koesteren we niet in een museum,
maar we gebruiken ze als krachtige inspiratie voor
Natuurlijk: de landelijke discussies over de rol van
het ­Brabant van overmorgen. Telkens weer is er dat
de provincie als middenbestuur zijn ook in Brabant
­kenmerkende patroon: een krachtig en sterk geworteld
aanleiding om te komen tot een versterkte focus op ons
idee, dat door passie en hard werken tot ontwikkeling
takenpakket. Onze maatschappelijke en bestuurlijke
wordt gebracht. Of het nu om Indoor Brabant, de High
omgeving stelt terecht en ook steeds indringender de
Tech Campus, Aviolanda of de Efteling gaat: passie,
vraag waar wij als provincie het verschil kunnen maken.
ambitie en een gevoel voor kwaliteit en resultaat,
Daarvoor hadden we de landelijke discussie overigens
het is telkens herkenbaar.
niet nodig: ook in onze eigen Provinciale Staten is
aangedrongen op herbezinning op provinciale taken en
Een scherpe focus op de eigen taken laat onverlet
rollen. Deze discussies krijgen een extra urgentie door de
dat de opgaven in de komende jaren vragen om een
sterk teruglopende financiële middelen. De omvangrijke
hechte samenwerking in uiteenlopende netwerken en
kortingen op het Provinciefonds zullen we niet zonder
partnerschappen. Besturen doen we in Brabant samen.
ingrijpende keuzes kunnen opvangen.
We bereiken hier meer door samenwerking en draadkracht dan door stoer beleden daadkracht. Dat geldt
In de voorliggende Agenda van Brabant geven wij aan
al evenzeer voor onze investeringsagenda.
hoe we toekomstgericht besturen en fors ombuigen met
Wij denken met de voorliggende Agenda van Brabant
elkaar verbinden. De provincie formuleert een eigentijds
daadwerkelijk het verschil te kunnen maken voor
takenpakket en vult een fors takenpakket aan bezuinigingen
­Brabant.
in. Niet alleen om de begroting sluitend te krijgen,
maar ook om profielversterkend om te buigen. Daar­
naast zijn we in Brabant in de gelegenheid ook nog
Het college van Gedeputeerde Staten
een aantal toekomstgerichte investeringen te doen.
en Provinciale Staten van Noord-Brabant
Inhoud
Deel 1
Agenda van Brabant
Traditie en technologie
Deel 2
Afronding takendiscussie
Profielversterkend ombuigen
Deel 3
Investeringsstrategie
Brabant investeert in de toekomst
3
Inleiding
Noodzaak visie
Wat zijn de belangrijkste opgaven voor Noord-Brabant?
De kaarten worden opnieuw geschud. In de wereld, in
Waar ­hebben we als provincie toegevoegde waarde en
Europa en landelijk. Dat ingewikkelde spel heeft direct
wat kunnen we overlaten aan anderen?
te maken met de toekomst van Brabant. We hebben het
recent weer gezien in Oss. We zullen er actief op moeten
Een krachtig en eigentijds provincieprofiel is gefundeerd
inspelen, en ook het provinciebestuur heeft daarbij een
op een heldere, aansprekende toekomstvisie en duidelijke
­bijzondere rol. Daarvoor hebben we een bindend en
keuzes. Een visie gebaseerd op externe ontwikkelingen,
­inspirerend perspectief nodig. Een visie die Brabant een
die rekening houdt met de specifieke eigenschappen
duidelijke plaats geeft, nationaal en internationaal. Een
van Brabant als regio en samenleving. Een visie die
visie die wortelt in de kracht, die Brabant maakt tot wat
­bovendien perspectief en sturing geeft aan:
het nu geworden is en die richting geeft voor onze toe­
komst. De Efteling, De High Tech Campus, Indoor ­Brabant,
• het profiel van de provincie Noord-Brabant
ASML, Philips, Aviolanda: het zijn allemaal voorbeelden
(de invulling van provinciale taken en rollen);
van een voor de Brabantse samenleving zo kenmerkend
• de vernieuwing van de provinciale organisatie
patroon. Het begint met een klein maar krachtig idee
dat door de inzet en de passie van velen uitgroeit tot een
­trotse wereldspeler. Vitaliteit, veerkracht, verbindend ver­
mogen en een omvangrijke voorraad sociaal vertrouwen
zijn belangrijke ingrediënten van het succes van Brabant.
(tot een toekomstbestendige organisatie die adequaat
inspeelt op nieuwe opgaven en ontwikkelingen);
• de positiebepaling, taak- en rolverdeling ten opzichte
van andere overheden (rijksoverheid, gemeenten, water­
schappen) en maatschappelijke partners in ­Brabant;
• een investeringsstrategie voor de eenmalige gelden
De kredietcrisis heeft onze veerkracht op de proef
die beschikbaar zijn gekomen met de vervreemding
­gesteld. Toch moeten we nu meer dan ooit samen­
van de aandelen Essent.
werken om de crisis achter ons te laten. We moeten
door de crisis heenkijken, en die ook als een kans zien.
Ontwikkelingen zoals opkomende economische markten,
Doelstelling
klimaat­verandering en een veranderde bevolkingssamen­
De provincie Noord-Brabant staat voor een dubbele
stelling stellen ons voor nieuwe uitdagingen. Als we daar
opgave. Enerzijds moeten we het profiel van de provincie
goed op inspelen bieden deze veranderingen kansen
versterken door middel van een duidelijke agenda, met
voor de regio. Om de kansen te benutten hebben we
een focus op hoofdopgaven en een beperkt provinciaal
wel een nieuwe agenda van Brabant nodig - uitgaande
kerntakenpakket. Een nieuw, scherper profiel ontstaat
van heel andere omstandigheden - evenals een daar­
­alleen als helder is wie we zijn, welke rol we vervullen
mee samenhangende agenda voor de provincie.
en met welke agenda van de provincie we ons profileren.
Een heldere, aansprekende toekomstvisie op het behoud
Anderzijds moet de provincie Noord-Brabant, door
van duurzame welvaart en welzijn is van fundamenteel
deze focus in het provin­ciale takenpakket, ruimte
belang. Niet alleen voor de toekomst van de regio, maar
creëren voor en richting geven aan noodzakelijke
ook voor de rol, positie en taken van de provincie als
­bezuinigingen. Op basis van de agenda en het daar­
middenbestuur. Daarin staan we niet alleen. Ook andere,
mee ­samenhangende profiel bekijken we welke provinciale
internationaal georiënteerde regio’s waarmee wij directe
taken moeten worden afgebouwd of ‘dunner’ uitgevoerd.
relaties onderhouden, bezinnen zich strategisch op de
De bezuinigingen staan zo niet op zichzelf. Ze moeten
toekomst1. Meer dan ooit moet het provinciale bestuur
dienstbaar zijn aan de versterking van het provinciale
op de toekomst zijn gericht en scherpe keuzes maken.
profiel. Zo ontstaat ook een indicatie van taken waarin
Daarin schuilt ook de kracht van de provincie: het ver­
we juist meer moeten investeren.
binden van ideeën en plannen vanuit visie en intuïtie.
1 Zo heeft de minister-president van de Duitse deelstaat Nord­
rhein-Westfalen in 2009 een “Zukunftkommission” ingesteld,
die het gesprek met de Reinlandse bevolking aangaat over de
beslissende uitdagingen en opgaven voor 2025. Onder
de titel “Innovation und solidarität” hebben zij recent hun
be­vindingen gepresenteerd.
5
De provincie Noord-Brabant heeft een eigentijdse
en belangenorganisaties d.d. 28 januari 2010.
toekomst­visie ontwikkeld op de provincie Noord-
Deze overlegtafels hebben een prominente plaats
Brabant. Daarbij bouwden we voort op de volgende
in het inwerkprogramma van de commissaris. Hij
documenten en gesprekken:
praat aan een speciaal ontworpen Brabanttafel met
­sleutelfiguren uit de provincie over onderwerpen
• Het bestuursakkoord Rijk-provincies van 2008 en
het daaraan ten grondslag liggende rapport van de
als economie en bedrijfsleven, mobiliteit, ecologie,
onderwijs en kunst en cultuur.
­commissie-Lodders.2 Het bestuursakkoord en de decen­
tralisatievoorstellen van de commissie-Lodders bieden
Op basis van dit toekomstperspectief kunnen we een
een goed uitgangspunt voor het gewenste versterkte
krachtig en eigentijds provincieprofiel formuleren en
(ruimtelijk-economische) profiel van de provincie.
­heldere keuzes maken in taken en aanpak. Zo kan de
• De voorstellen van de door Provinciale Staten ingestelde
provincie een krachtige (en waar nodig: krachtigere) rol
stuurgroep Kerntaken. De stuurgroep heeft in 2009 een
blijven spelen in de regio, in Nederland en in Europa.
visie geformuleerd op de positie van de provincie Noord-
De bereidheid om zaken over te laten aan anderen,
Brabant als middenbestuur, en een daarvan afgeleid
hoort daarbij. Overheden moeten aan elkaar en aan
­afwegingskader voor de beoordeling van (toekomstige)
burgers duidelijk maken waar zij wel en niet over gaan.
taken. Het hoofddoel van de kerntakendiscussie was niet
het realiseren van financiële winst, maar het neerzetten
Uitgangspunt bij het opstellen van de Agenda van
van een krachtig provincieprofiel in taken en aanpak.
­Brabant is de Telos driehoek (People, Planet, Profit; 3
• Het investeringsprogramma van Essent, met bijbe­horende
p’s). De hoofddomeinen ruimte en economie met daar­
visie (essay “Essentie van Kennis”) op de toekomst van
bij de kerntaken en kernrollen zijn leidend; conform het
Brabant als duurzame kennisregio vanuit een Europees
vastgestelde IPO profiel provincies. De sociale belangen
concurrentieperspectief. Deze visie is gebaseerd op de
worden als meekoppelend belang via integrale beleids-
sterkten van Brabant en de kansen die zich voordoen
en gebiedsontwikkeling behartigd.
op een aantal maatschappelijke thema’s. Deze visie
wordt nu verbreed en meer integraal opgesteld,
­passend bij het nieuwe profiel van de provincie.
Relatie externe partners
De investeringsagenda Essent wordt gepositioneerd
In de huidige netwerksamenleving kunnen overheden
in het licht van de Agenda van Brabant. De Agenda
complexe (maatschappelijke) vraagstukken vrijwel nooit
van Brabant is leidend voor de uitwerking van de
zelfstandig oplossen. Dat kan alleen in partnerschappen.
­investeringsagenda.
Het gaat om slim schakelen tussen overheden, de markt
• Het werkdocument ‘Agenda van Brabant’ Statendag.
en maatschappelijke organisaties. Daarbij moeten
Hierin zijn de belangrijkste uitdagingen en daarmee
we extra scherp zijn op de rol die de provincie kan
samenhangende opgaven voor Brabant op de middel­
­vervullen. Opgaven op regionaal niveau worden immers
lange termijn geïnventariseerd. Deze zijn en oriënterend
complexer, en de maatschappij wordt veeleisender.
besproken met Provinciale Staten, vertegen­woordigers
van bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschappe­
De Agenda van Brabant is voor advies voorgelegd aan
lijke partners.
een groot aantal partners, waaronder de 68 Noord-­
• De door het provinciebestuur gevraagde (brief)­
Brabantse gemeenten. Een groot aantal organisaties is
adviezen van Telos, PON, BOM en SER Brabant
positief over de Agenda van Brabant en de keuzes die
over de Agenda van Brabant.
gemaakt worden. De noodzaak tot een scherper profiel
• De voor de Commissaris van de Koningin Wim
en de daarbij horende ombuigingen worden breed
van de Donk georganiseerde ‘Tafels van Brabant’.
­gedeeld. Over de invulling van de ombuigingen zijn
En het topoverleg met partners uit de wetenschap
de meningen soms verdeeld. Verder doet een aantal
­organisaties voorstellen voor de investeringsstrategie.
2 De Gemengde commissie decentralisatievoorstellen provincies
De provincie Noord-Brabant zal deze reacties betrekken
(commissie-Lodders) had tot taak concrete decentralisatievoor­
bij de verdere u
­ itwerking van de Agenda van Brabant.
stellen voor provincies te inventariseren op de beleidsterreinen
van de ministeries van VROM, LNV, EZ, V&W en OC&W
waarbij de samenhang tussen beleidsruimte en financiële
­verantwoordelijkheid nadrukkelijk punt van aandacht was.
De voorstellen van de commissie-Lodders zijn in maart 2008
gepubliceerd onder de titel “Ruimte, regie en rekenschap”.
6
Helsinki
Tallinn
Oslo
Stockholm
Riga
Vilnius
Copenhagen
Dublin
Warsaw
Berlin
Amsterdam
London
Brussels
Luxembourg
Paris
Bratislava
Vienna
Budapest
Bern
Ljubljana
Bucharest
Sofia
Rome
Madrid
Lisbon
Athens
Brabant in Europa
Voormalig voorzitter van de Europese Unie, Jacques
territoriale gebieden met een gemeenschappelijk
Delors, sprak van het Europa van de regio’s, niet van
­economisch belang maar ook gebieden met gemeen­
natiestaten. Daarmee gaf hij aan dat het belang
schappelijke sociale en culturele kenmerken. Brabant is
van ­regio’s toenam ten opzichte van landen en hun
zo’n regio met gemeenschappelijke kenmerken en een
­regeringen. Het zijn de regio’s en hun steden die in
gedeeld gevoel van lotsverbondenheid. De Brabanders
het Europa van de toekomst een belangrijke rol spelen.
zijn betrokken bij de toekomst van hun Brabantse
De regio’s waar Delors het over had, zijn niet alleen
Land.
BrabantStad
In deel 1 (Agenda van Brabant) wordt de Brabant­
In het bijzonder beklemtonen wij het belang van het
brede agenda beschreven, vanuit een visie op de positie
samenwerkingsverband BrabantStad, waarin de provincie
van de regio in Europa en de wereld. De toekomst van
samen met de vijf grote steden van Brabant samen­
Brabant wordt beschreven in het licht van nieuwe uit­
werkt. Zeker in het licht van de visie en ambitie die
dagingen en opgaven die zich aandienen. Er wordt een
wij hebben geformuleerd in de Agenda van Brabant.
richtinggevend perspectief voor de regio geschetst, dat
Niet voor niets wordt BrabantStad in het rapport van
als stip op de horizon kan dienen voor alle partijen die
de ­gemengde commissie decentralisatievoorstellen
zich verbonden voelen met Brabant. De Agenda van
­(commissie Lodders) genoemd als een geslaagd voor­
Brabant gaat tevens in op de bijdrage die de provincie
beeld van een gezamenlijk initiatief dat veel betekent
kan leveren aan de realisatie van de nieuwe Agenda
voor de ruimtelijke en economische ontwikkeling van
van Brabant. ­Vanuit een aan­gescherpt en vernieuwd
onze regio.
profiel wordt ­aangegeven hoe de provincie Noord-­
Brabant als middenbestuur hieraan invulling wil geven.
De Agenda van Brabant zal vanzelfsprekend worden
Op basis van het nieuwe profiel worden de provinciale
opgepakt in samenspraak met de Brabantse steden.
kerntaken en ­rollen beschreven. In de bijlage zijn de
Gezamenlijk optrekken is enerzijds noodzakelijk om
kerntaken tevens opgenomen.
voldoende massa en kracht te ontwikkelen voor
de externe promotie en profilering van Brabant op
Deel 2 (Afronding takendiscussie) geeft antwoord
het Europese toneel. En anderzijds om de onderlinge
op de vraag hoe de provincie invulling geeft aan de
mogelijkheden en capaciteiten tussen de steden en
noodzakelijk bezuinigingen op de structurele autonome
het omliggende platteland optimaal te benutten. De
middelen van de provincie. Een schema met taken die
­bestaande, goede samenwerkingsverbanden tussen
behoren tot het basistakenpakket, de te vervallen taken,
stad en land en tussen de provincie en de steden
en taken die de provincie anders/dunner gaat doen, is
komen daarbij goed van pas.
opgenomen. Ook is een tabel opgenomen met financiële
ombuigingen die behoren bij de takentransitie.
Deel 3 (Investeringsstrategie) omvat een afwegings­
kader en investeringsstrategie om de vrijgekomen
­middelen met de verkoop van Essent in te zetten ten
­behoeve van de toekomst van Brabant. Het betreffen
“Er zijn provincies die het serieus nemen
lange termijn maatschappelijke investeringen ten
en die er ook iets van proberen te maken.
­behoeve van de structuurversterking van het sociaal-­
Brabant springt er bijvoorbeeld voor mij
culturele, ecologische en economische kapitaal van
positief uit. Daar hebben ze er echt zin en
­Brabant. De investeringsstrategie geeft een inhoudelijke
plezier in. In andere regio’s is dat minder.”
voorzet voor de wijze waarop de beoogde investeringen
Alexander Rinnooy Kan, voorzitter SER, 2010
kunnen worden ingezet ten behoeve van de ambitie van
de Agenda van Brabant.
De Agenda van Brabant zal leidend worden voor het
werk van de Provincie Noord-Brabant. In verschillende
Opbouw
nota’s geven we verder invulling aan de Agenda van
Deze nota bestaat uit drie delen:
Brabant, zoals de nota economie en internationalisering,
- Deel 1 Agenda van Brabant; Traditie en Technologie
energie, ruimte en mobiliteit.
- Deel 2Afronding takendiscussie; Profielversterkende
ombuigen
- Deel 3Investeringsstrategie; Brabant investeert in de
toekomst.
De kaders aan het begin van de hoofdstukken geven
een samenvatting van het hoofdstuk weer.
8
1900
1700
AGRARISCHE
ECONOMIE
10
INDUSTRIËLE
ECONOMIE
DIENSTEN
ECONOMIE
2025
2010
1975
1950
?
KENNIS
ECONOMIE
De ontwikkeling ­van Brabant
De wereldwijd vermaarde econoom Sali-i-Martin
diensteneconomie wordt dan vooral gedreven door de
onderscheidt een drietal fasen in de economische
verbeterde efficiëntie waarmee goederen en diensten
ontwikkeling van regio’s. Deze zijn ook herkenbaar
worden geproduceerd. Door de internationale con­
in de ontwikkeling van Brabant. Niet zozeer als op­
currentie staat het streven naar meer efficiëntie onder
eenvolgende, maar elkaar overlappende fasen. In
druk, ook in Brabant. De regio staat op het breukvlak
de eerste fase, die van de factor-gedreven economie,
naar een nieuwe (derde) fase, die van de innovatie-
is de economische groei hoofdzakelijk gebaseerd op
gedreven economie, waarin het gaat om ondernemer­
de hogere inzet van productiefactoren. Concurrentie
schap, creativiteit en innovatie. Daarbij wordt voort­
kracht berust op kosten voordelen. Dit was het geval
gebouwd op het agrarisch-industriële fundament
gedurende de periode van “het industriële Brabant”.
van voorgaande fasen. Denk bijvoorbeeld aan de
Vanaf het moment van de-industrialisatie in de jaren
in Brabant sterke maakindustrie, die steeds ‘meer
1960 gaat een (tweede) fase van efficiëntie in. De eco­
­kennis en creativiteit per kilo product’ levert.
nomische groei van de maakindustrie en opkomende
Deel 1
Agenda
van Brabant
Traditie en
­technologie
Inhoud
1 Agenda van Brabant
18
1.1 De kracht van Brabant
19
1.2 Brabant als kennis- en innovatieregio
23
1.3 Meervoudige agenda
26
1.4 Gezamenlijke aanpak
28
2 Agenda voor de Provincie
32
2.1 Belang van de regio in netwerksamenleving
33
2.2 Focus op vestigings- en leefklimaat
33
3 Concentratie op kerntaken
38
3.1 Provinciale meerwaarde
39
3.2 Focus op kerntaken
40
3.3 Samenhang
47
3.4 Signaleren en agenderen
48
4 Provinciale rollen
50
4.1 Kernrollen
51
4.2 Uitgangspunten kernrollen
52
4.3 Ontwikkelpunten
53
Bijlage 1 Provinciale kerntaken
56
GLOCALIRSERING
B
NIEUWE
ECONOMIE
DEMOGRAFIE
ENERGIE, KLIMAAT
VOEDSEL
BIODIVERSITEIT
ZO
De ecologische, sociaal-culturele en economische
ontwikkeling van Brabant staat niet los van
wat er in de wereld gebeurt. Meer en meer
MOBILITEIT
­beïnvloeden ontwikkelingen buiten de directe
­invloedssfeer van de provincie de kansen voor
Brabant. Een reeks van trends en ­ontwikkelingen
heeft invloed op de ­toekomstige positie en het
functioneren van de regio. De belangrijkste
trends en ontwikkelingen zijn geïnventariseerd,
evenals de uitdagingen en opgaven die daar­
mee samenhangen. Het overzicht van trends,
POLARISATIE
­uitdagingen en opgaven vormde het startpunt
van een discussie met de provinciale politiek
over de Agenda van Brabant. Met zo’n agenda
kan adequaat en samenhangend ­worden
­ingespeeld op ontwikkelingen, maar ook het
­verschil worden gemaakt als provincie.
WELVAARTSTOENAME/
INDIVIDUALESERING
Versterken concurrerend
Vermogen Van BraBant
Behoud en ontwikkeling Van
de regionale identiteit
BeVorderen innoVerend en creatief
Vermogen BraBantse economie
Behoud en Versterking
BraBants moZaïek
toekomstBestendige Zorg
toekomstBestendige
arBeidsmarkt
BeVorderen Van de integratie
Van minderheden
energietransitie
naar een klimaatBestendig
BraBant
BeVorderen Van een duurZame
VoedselVoorZiening
Aantrekken kenniswerkers
Bevorderen innovatieve kennisclusters
Kennisvalorisatie
Aantrekkelijk vestigingsklimaat
Culturele en topsportvoorzieningen
Positionering als internationale regio
Versterking van de Europese profilering
Goede bereikbaarheid
Behoud en ontwikkeling van cultureel erfgoed
Behoud en ontwikkeling van (provinciale) landschappen
Behoud en versterken van sociale infrastructuur
Verhogen innovatiekracht Brabants MKB
Verbeteren kennistransfer onderzoek – bedrijfsleven
Bevordering innovatief ondernemerschap
Digitale infrastructuur
Nieuwe economische dragers stad en platteland
Kunst en creativiteit als impuls voor de nieuwe economie
Intensiveren en transformeren bestaand stedelijk gebied
Herstructurering werklandschappen
Kwaliteit van de woonomgeving
Hoogwaardig mobiliteitssysteem
Relatie onderwijs-zorg
De kwaliteit en diversiteit van zorg
Betaalbaarheid van de zorg
De ontwikkeling van slimme zorgmogelijkheden
Gezondheidsbevordering burgers
Verhoging en verbreding opleidingsniveau Brabantse beroepsbevolking
Verbeteren kwaliteit en betaalbaarheid van het onderwijssysteem
Zorgen voor betere aansluiting onderwijs- arbeidsmarkt
Verbeteren arbeidsmarktkansen van lager opgeleiden
De ontwikkeling en benutting van talenten
Integratie van allochtonen
Bevorderen interculturele interactie
Gelijke kansen
Actief burgerschap
Wegwerken achterstanden onderwijs
Verduurzaming productie en energiehuishouding
Energie-efficiency
Energiebesparing
Klimaatadaptatie
Klimaatmitigatie
Landelijk gebied transformeren voor innovatieve en concurrerende landbouw
Nieuwe vormen van gebiedseconomielandschap
Zorg dragen Voor roBuuste en Veerkrachtige natuur
efficiënt en roBuust
Verkeer- en VerVoerssysteem
BeVorderen sociale participatie
en leefBaarheid
VerBeteren Van de kwaliteit
Van leVen
Zorg dragen Voor een
geZonde leefomgeVing
Zorg dragen Voor een
Veilige leefomgeVing
Natuurgebieden vergroten, verbinden en verbeteren
Economische en sociale dynamiek in Brabant verbinden
Mobiliteitsmanagement (bevorderen fiets en OV gebruik)
Slim, snel en sociaal openbaar vervoersysteem
Benutten bestaande infrastructuur door technologie
Samenhangend en veilig infrastructuurnetwerk
Multimodaliteit van goederenvervoer
Veilig vervoer
Participatie van burgers
Tegengaan van sociale achterstelling
Bevorderen leefbaarheid
Voorzieningenniveau landelijk gebied
OV-bereikbaarheid van het platteland
Diversiteit en voldoende aanbod van culturele en sportvoorzieningen
Slimme zorg (nieuwe zorgconcepten)
Toegankelijkheid van de zorg
Waarborgen en verbeteren gezondheid
Schone bodem, water, lucht
Veilige leefomgeving
Geen gezondheidsschade door infectieziekten, fijnstof, asbest, etc.
Betere bescherming en identificatie van eigendommen
Betere opsporing van georganiseerde en grensoverschrijdende misdaad
Aanpak overlast (drugsgerelateerde) criminaliteit in de steden
1 Agenda van
Brabant
Ambitie
“Brabant is goed in het zoeken van
Ook Noord-Brabant heeft te maken
­creatieve oplossingen. Brabant kent korte
met veranderde omstandigheden en op­
beslissingstrajecten. Dit zorgt voor daad­
gaven. Dat is niet per se een probleem.
kracht. Grote mondiale vraagstukken
Brabant combineert namelijk een aantal
worden in Brabant opgelost. De Braban­
kernkwaliteiten en gebiedseigen waar-
der is een harde werker, die graag zijn
den die juist sterke kansen bieden in
handen uit de mouwen steekt voor de
deze situatie. De toekomst wordt in
­gemeenschap. Brabanders vormen een
­belangrijke mate bepaald door de pres-
uniek, zorgeloos, innovatief en hard­
taties van Brabant op het internationale
werkend volk, dat daardoor tot grootse
toneel. Het is onze ambitie om tot de
daden in staat zijn.”
Europese top van (industriële) kennis- en
innovatieregio’s te behoren. Zo kunnen
‘De Kracht van Brabant’,
we welvaart en welzijn in Brabant duur-
Frank Lammers, 11 juni 2010
zaam garanderen en een duurzame regionale ontwikkeling stimuleren.
1 Brabant heeft in ruimtelijk opzicht een aantrekkelijk,
historierijk en comfortabel stads- en dorpenlandschap
1.1 De kracht van Brabant
landschap. Het is een fijnmazig mozaïek, waarin
­steden, dorpen, grote bos- en natuurgebieden en
Maatschappelijke uitdagingen
open landschap gelijkmatig zijn verspreid. Stad en
Brabant staat de komende jaren voor een aantal serieuze
landschap bevinden zich in elkaars directe nabijheid.
uitdagingen. Denk bijvoorbeeld aan de financieel-­
Daar schuilt wel een gevaar in: als gevolg van het
economische crisis. Die leidt tot meer werkloosheid
gespreide verstedelijkingspatroon ligt ‘vervlokking’
en een scherpere internationale concurrentie tussen
en ‘vervlakking’ van het landschap op de loer.
­regio’s om bedrijven, bezoekers en burgers. Een andere
­uitdaging is de klimaatverandering en het daarmee
­verbonden energievraagstuk.
2 Brabant heeft een cruciale ligging. Wie onderneemt,
kan niet om het gebied heen. De provincie verbindt
de Rijn-Schelde Delta met Duitsland. Daarnaast lopen
Er zijn ook ingrijpende sociaal-culturele veranderingen.
er twee belangrijke infrastructurele en economische
De bevolkingssamenstelling verandert als gevolg van
­assen tussen noord en zuid door Brabant: Rotterdam-
de demografische krimp. Brabant vergrijst en ontgroent.
Antwerpen en Amsterdam- MHAL/Ruhrgebied. Deze
Daarnaast zijn er zorgen over de beschikbare voorraad
assen verbinden de regio met de Randstad, de Vlaamse
sociaal kapitaal. Onze economie en zorg vragen om
Ruit en het Ruhrgebied. Ze structureren in belangrijke
een actieve inzet om een aantrekkelijke provincie te
mate de ruimtelijk-economische ontwikkelingen.
­blijven. Juist ook voor jongeren en migranten die hier
­Brabant heeft belang bij de ontwikkeling van het
willen werken en wonen.
met deze strategische positie verbonden verkeeren vervoerssysteem.
De kracht van Brabant
Brabant heeft een goede uitgangspositie. De economische
3 In sociaal-cultureel opzicht is Noord-Brabant rijkelijk
groei is in onze provincie altijd gecombineerd met
bedeeld. De provincie heeft bijvoorbeeld een sterk
­sociale, culturele en ecologische doelstellingen. Dit is
­netwerk van onderwijsinstellingen. Zij maken deel uit
al vaker geconstateerd. Brabant combineert het beste
van een uniek web waarin talent ontstaat en leidt tot
van twee werelden. Het is de mengvorm van rood en
nieuwe bedrijvigheid. Er is sprake van een bloeiend
groen, sociale tradities en technologische innovatie, van
­verenigingsleven. Zo heeft Brabant de meeste
­Brainport en Brabants Bont, die de regio aantrekkelijk
­amateurkunstverenigingen in Nederland. De topsport
maakt. Dat heeft op een aantal punten goed uitgepakt.
bloeit dankzij de brede ­beoefening van sport in
19
MAASLAND
WALHALLA
UNOX
[MAASLAND]
HEINEKEN
GREVE
VAN HAREN
CHAP
LOINTS
RBV LEAF
ECCO
SUIKERUNIE
CSM
BACKER EN RUEB
DE BEYERD
AKV ST. JOOST
KANDIJFABRIEK
ROUPPE V/D VOORT
DUREA
SMITS
VAN MELLE
FAAM
TEXTIEL LAB
CHV
VAN LIER
NUTRECO
VAN GRINSVEN DMV
MARS
LA TRAPPE
VAN BOMMEL
KLOKKENGIETERIJ
VAN THIEL
DE KROON
[LA TRAPPE]
OIRSCHOTS BIER
[BAVARIA]
BAVARIA
BATA
CAMPINA
BEGEMANN
DESIGN CAMPUS
WINTERMANS
DE PLOEG
AGIO
SWEDISCH MATCH
DOMMELSCH
[INTERBREW]
Leerindustrie
Bierindustrie
Creatieve connectie
Langstraat leer
Bierriviertjes
Leerindustrie
Bierindustrie
Creatieve connectie
Langstraat leer
Bierriviertjes
Textielindustrie
Levensmiddelenindustrie
Creatiefconnectie
netwerk
Langstraat
Suikerriviertjes
Leerindustrie
Bierindustrie
Creatieve
Langstraat
leerbier
Bierriviertjes
Leerindustrie
Bierindustrie
Creatieve connectie
Langstraat leer
Bierriviertjes
Textielindustrie
Levensmiddelenindustrie
Creatief
netwerk
Langstraat
Suikerriviertjes
Leerindustrie
Bierindustrie
Creatieve
connectie
Langstraat
leer bier
Bierriviertjes
Metaalindustrie Bierindustrie
Suikerindustrie
Energiecentrale
Langstraat
Bedrijvigheidsnev
Leerindustrie
Creatieve
connectie
Langstraat
leer biermetaal Bierriviertjes
Textielindustrie
Levensmiddelenindustrie
Creatief
netwerk
Langstraat
Suikerriviertjes
Leerindustrie
Bierindustrie
Creatieve connectie
Langstraat leer
Bierriviertjes
Leerindustrie
Bierindustrie
Creatieve
connectie
Langstraat
leer bier
Bierriviertjes
Textielindustrie
Levensmiddelenindustrie
Creatief
netwerk
Langstraat
Suikerriviertjes
Metaalindustrie
Suikerindustrie
Energiecentrale
Langstraat
Bedrijvigheidsnevel
Textielindustrie
Levensmiddelenindustrie
Creatief
netwerk
Langstraat
bier metaalBierriviertjes
Suikerriviertjes
Leerindustrie
Bierindustrie
Creatieve
connectie
Langstraat
leer
Sigarenindustrie
Suikerproducenten Creatieve
EnergienetwerkLangstraat
Langstraat
sigaren
Metaalindustrie
Suikerindustrie
Energiecentrale
Langstraat
Bedrijvigheidsnevel
Langstraat
sigaren
Leerindustrie
Levensmiddelenindustrie
Energiecentrale
Leerindustrie
Bierindustrie
connectie
leer
Bierriviertjes
Textielindustrie
Levensmiddelenindustrie
Creatief
netwerk
Langstraat
bier metaal
Suikerriviertjes
Textielindustrie
Levensmiddelenindustrie
Creatief netwerkLangstraat leerLangstraat bier Bierriviertjes Suikerriviertjes
Leerindustrie
Bierindustrie
Creatieve
connectie
Metaalindustrie
Suikerindustrie Creatieve connectie
Energiecentrale
Langstraat
metaal
Bedrijvigheidsnevel
Leerindustrie Textielindustrie
Bierindustrie Levensmiddelenindustrie
Creatief
netwerkLangstraat leerLangstraat
bier Bierriviertjes
Suikerriviertjes
Metaalindustrie
Suikerindustrie
Energiecentrale
Langstraat
metaalsigarenSuikerriviertjes
Bedrijvigheidsnevel
Sigarenindustrie
Suikerproducenten
Energienetwerk
Langstraat
Leerindustrie Textielindustrie
Bierindustrie
Creatieve connectie
Langstraat leerLangstraat
Bierriviertjes
Bierriviertjes
Textielindustrie
Suikerindustrie
Energienetwerk
Levensmiddelenindustrie
Creatief
netwerk
bier
Leerindustrie
Bierindustrie
Creatieve connectieCreatief
Langstraat
leer
Bierriviertjes
Metaalindustrie
Suikerindustrie
Energiecentrale
Langstraat
metaalsigarenSuikerriviertjes
Bedrijvigheidsnevel
Textielindustrie
Levensmiddelenindustrie
netwerk
Langstraat
bier
Sigarenindustrie
Suikerproducenten
Energienetwerk
Langstraat
Metaalindustrie
Suikerindustrie Creatieve
Energiecentrale
metaal
Bedrijvigheidsnevel
Leerindustrie
Bierindustrie
connectie
Langstraat
leer bierLangstraat Bierriviertjes
Textielindustrie
Levensmiddelenindustrie
Creatief
netwerk
Langstraat
Suikerriviertjes
Suikerindustrie
Energiecentrale
metaal
Bedrijvigheidsnevel
TextielindustrieMetaalindustrie
Levensmiddelenindustrie
Creatief
netwerk
Langstraat
Suikerriviertjes
Leerindustrie
Bierindustrie
Creatieve
connectie
Langstraat
leer
Bierriviertjes
Sigarenindustrie
Suikerproducenten
Energienetwerk
Langstraat
sigaren
Suikerriviertjes
Metaalindustrie
Suikerproducenten
Langstraat
leerbierLangstraat
Sigarenindustrie
Suikerproducenten
Energienetwerk
Langstraat
sigaren
Suikerindustrie
Energiecentrale
metaal
Bedrijvigheidsnevel
TextielindustrieMetaalindustrie
Levensmiddelenindustrie
Creatief netwerk
Langstraat bierLangstraat
Suikerriviertjes
Metaalindustrie
Suikerindustrie
metaalsigaren
Bedrijvigheidsnevel
TextielindustrieBierindustrie
Levensmiddelenindustrie
netwerk Energiecentrale
Langstraat
bier Langstraat
Suikerriviertjes
rindustrie
Creatieve Creatief
connectie
Langstraat
leer
Bierriviertjes
Sigarenindustrie
Suikerproducenten
Energienetwerk
Langstraat
Sigarenindustrie
Suikerproducenten
Langstraat
sigaren
Textielindustrie
Levensmiddelenindustrie
netwerk Energienetwerk
bier
Suikerriviertjes
rindustrie
Bierindustrie
Creatieve
connectie
LangstraatLangstraat
leerLangstraat
Bierriviertjes
Bedrijvigheidsnevel
Sigarenindustrie
CreatieveCreatief
connectie
Langstraat
biermetaal
Metaalindustrie
Suikerindustrie
Energiecentrale
Bedrijvigheidsnevel
Metaalindustrie
SuikerindustrieSuikerproducenten
Energiecentrale
Langstraat
Bedrijvigheidsnevel
Sigarenindustrie
Langstraat Suikerriviertjes
sigaren
Textielindustrie
Levensmiddelenindustrie
Creatief
netwerk Energienetwerk
Langstraat
bier metaal
Metaalindustrie
Suikerindustrie
Energiecentrale
Langstraat metaal
Bedrijvigheidsnevel
Sigarenindustrie
Energienetwerk
Langstraat Bedrijvigheidsnevel
sigaren
MetaalindustrieLevensmiddelenindustrie
Suikerindustrie Suikerproducenten
Energiecentrale
Langstraat
Sigarenindustrie
Suikerproducenten
Energienetwerk
sigaren
Leerindustrie
Bierindustrie
Creatieve
connectie
Langstraat
Bierriviertjes
tielindustrie
Creatief
netwerk
Langstraat
bierleer metaal
Suikerriviertjes
Bierindustrie
Creatief
netwerk
Langstraat
metaalLangstraat
Metaalindustrie
Suikerindustrie
Energiecentrale
metaal
Bedrijvigheidsnevel
tielindustrie
Levensmiddelenindustrie
Creatief netwerk
LangstraatLangstraat
bierLangstraat
Suikerriviertjes
Sigarenindustrie
Suikerproducenten
Energienetwerk
sigaren
Metaalindustrie
Suikerindustrie
Energiecentrale
Langstraat
metaal
Bedrijvigheidsnevel
Sigarenindustrie
Suikerproducenten
Energienetwerk
Langstraat
sigaren
Sigarenindustrie
Suikerproducenten
Energienetwerk
Langstraat sigaren
SigarenindustrieSuikerindustrie
Suikerproducenten
Langstraat
aalindustrie
Energiecentrale
Langstraat
metaal
Textielindustrie
Levensmiddelenindustrie
CreatiefEnergienetwerk
netwerk
Langstraat
bier sigaren Bedrijvigheidsnevel
Suikerriviertjes
SigarenindustrieSuikerindustrie
Suikerproducenten
Energienetwerk
taalindustrie
Energiecentrale
LangstraatLangstraat
metaal sigaren Bedrijvigheidsnevel
Sigarenindustrie
Suikerproducenten
Energienetwerk
Langstraat sigaren
Metaalindustrie
Suikerindustrie
Energiecentrale
Langstraat
metaal
Bedrijvigheidsnevel
arenindustrie
Suikerproducenten
Energienetwerk
Langstraat
sigaren
arenindustrie
Suikerproducenten
Energienetwerk
Langstraat sigaren
Sigarenindustrie
Suikerproducenten
Energienetwerk
Langstraat sigaren
Traditie van het maken
In Brabant bestaan er sterke relaties tussen de maak­
de waarde uit deze combinaties voortkomen. Denk aan
industrie, high-tech en haar culturele kwaliteiten.Dat
de constante reeks uitvindingen, baanbrekende producten,
heeft geresulteerd in diverse succesvolle combinaties van
ikonen van vormgeving en optimale condities voor
­moderne technologieën en oerdegelijke ambachtelijkheid.
­kunstenaars, die wereldwijd vermaard zijn. Maar ook
Zowel in kunsten, vormgeving als mentaliteit biedt Brabant
aan de doorlopende stroom van bijzondere talenten die
de gelegenheid Europa te tonen welke grote toegevoeg­
wordt opgeleid in ‘broedplaats en laboratorium’ Brabant.
Amsterdam
Mainport Schiphol
Randstad
Utrecht
Arnhem
Den Haag
Gateway Rotterdam
Den Bosch
BrabantStad
Rijn-Schelde Delta
Tilburg
Breda
Ruhrgebiet
Helmond
Eindhoven
Brainport
Düsseldorf
Gateway Antwerpen
Gent
Rheingebiet
provinciegrens
Vlaamse Ruit
Leuven
Köln
ELAT
Aachen
Luik
Rijn Schelde Delta
In termen van vestiging van bedrijven, bevolkingstoename
Brabant. Het uitbouwen en consolideren van deze
en hogere huizenprijzen, doet Brabant het opvallend
­strategische positie is van cruciaal belang voor de
goed. Dat Noord-Brabant zo’n sterke positie heeft ver­
­toekomst van de regio. Op 1 december 2010 wordt
worven ten opzichte van de Randstad, is onder meer
er een high level conference georganiseerd door de
te danken aan de strategische ligging ten opzichte van
provinciegouverneur mevrouw Berx, Commissaris
de omliggende stedelijke netwerken, zoals de Vlaamse
van de Koningin de heer Van de Donk en Secretaris
Ruit en het Ruhrgebied, en de goede verbindingen
Generaal van de Benelux de heer Van Laarhoven.
met binnen- én buitenland: belangrijke motieven voor
Met deze conferentie beogen de organisatoren om
bedrijven om zich er te vestigen. Zij kijken naar de
een aantal concrete acties te bepalen ter ontwikkeling
­locatie ten opzichte van de afnemers en de vestigings­
van de delta als logistieke draaischijf voor de economie.
kosten. Bedrijven hebben de neiging te clusteren. De
Doelgroep zijn politieke bestuurders, CEO’s en top-­
economische relaties met Vlaanderen worden krachtiger,
wetenschappers op regionaal Vlaams en Nederlands
en dat verandert de positie van de provincie Noord-­
niveau, met het accent op het bedrijfsleven.
­verenigingen. In de steden vinden we een aantal
­(inter)nationaal toonaangevende kunst- en cultuur­
instellingen. De cruciale ligging van de provincie
biedt volop kansen voor ontmoetingen.
Resultaten bestuursakkoord
‘Vertrouwen in Brabant’
4 Brabant heeft een zeer grote variatie in bodem,
programma ‘Dynamisch Brabant’
­water en natuur. Er is een goede uitgangspositie om
deze ecologische variatie verder door te ontwikkelen,
wat bijdraagt aan een economisch sterk en sociaal
Versterken van de concurrentiekracht
gezond Brabant. Niet onbelangrijk in dit verband
van Brabant
is de faam die de provincie (inter)nationaal heeft
De provincie versterkt de concurrentiekracht
­opgebouwd met het inpassen van duurzame ont­
van Brabant door te investeren in kansrijke
wikkelingsconcepten in haar beleidsuitvoering.
­economische clusters. Dit doen wij door ver­
bindingen te leggen met en tussen kennis­
5 In economisch opzicht valt de aanwezigheid op van
instellingen en bedrijfsleven waardoor inter­
een aantal wereldwijd opererende bedrijven (global
actie en dynamiek ontstaat. Enkele succesvol
players, zowel grote als kleine bedrijven). Daarnaast
ontwikkelde innovatieclusters zijn: automotive,
is er de sterk industriële structuur van het Brabantse
maintenance, food&health, logistiek. Nieuwe
Midden- en Kleinbedrijf. De Brabantse beroeps­
combinaties, nieuwe marktkansen.
bevolking heeft een sterke ondernemersmen­taliteit.
Dankzij het innovatief vermogen van het Brabantse
Aantrekkelijk vestigingsklimaat
­bedrijfsleven wordt de strategische positie optimaal
De afgelopen jaren is fors geïnvesteerd in
benut. Innovatie en ondernemerschap zit Brabanders
­robuuste - flexibele uitvoeringsstructuren op
in de genen. Dat blijkt niet alleen uit de innovatieve
het gebied van beroepsbevolking (leerwerk­
­industrie in Eindhoven en omstreken. Het manifesteert
servicecentra, platforms promotie techniek) en
zich ook in al die bedrijven die ­iedere keer weer met
ondersteuning jonge ondernemers. Maar ook
power en lef nieuwe markten aanboren, of samen­
in het positioneren van Brabant als aantrekkelijke
werkingsverbanden opzetten die leiden tot nieuwe
vestigingslocatie door topevenementen met inter­
kansen.
nationale uitstraling op het gebied van sport
en cultuur (Indoor Brabant, traject BrabantStad
Culturele Hoofdstad).
Meer dan menige andere provincie kan Brabant bogen
op een historisch bepaald saamhorigheidsgevoel.
Er is een bepaalde collectiviteit die zich afgrenst als
­‘Brabants’. Dit zorgt voor een redelijk robuust regio­
besef. De meeste Brabanders, ook de nieuwe, hebben
‘iets’ met hun gebied. Ze zijn betrokken bij de toekomst
van de provincie. Bovendien is er een hoog organiserend
vermogen. Dat blijkt wel uit de succesvolle netwerken
waarin overheid, onderwijs, bedrijfsleven en samen­
leving de sociaaleconomische structuur versterken. De
voorraad sociaal kapitaal is goed op orde.
Resultaat van deze factoren is een maatschappijvisie die
erop is gericht om zoveel mogelijk Brabanders te laten de­
len in duurzame welvaart. Naast een gemeenschappelijk
economisch belang zijn gemeenschappelijke sociale en
culturele kenmerken belangrijk in de regio. De achter­
22
Regional innovation performance in Dutch provinces, 2006 (European Commission, 2007)
Innovation
Index
0,8
0,7
0,6
0,5
0,4
0,3
0,2
0,1
0
Utrecht
North-Brabant
South-Holland
Flevoland
North-Holland
Gelderland
Limburg
Groningen
Zeeland
Drenthe
Friesland
liggende gedachte is dat je resultaten niet alleen bereikt
De afgelopen jaren zijn enkele rapporten verschenen
door stoere daadkracht, maar door slim verbinden, door
waarin Europese regio’s met elkaar worden vergeleken
het organiseren van ‘draadkracht’. Vanuit deze filosofie is
vanuit het perspectief van kennis en innovatie. De
de Brabantse regio in balans. Er zijn veel mogelijk­heden
­verschillen tussen de regio’s zijn groot als het gaat om
voor een mooie perspectiefrijke toekomst. De provincie
­economische uitgangspunten en ontwikkelingen. Kennis­
moet wel de kansen benutten en uitdagingen het hoofd
economie is uiterst selectief. De Europese kennistop con­
bieden.
centreert zich in een klein aantal knopen in het netwerk,
met vooraanstaande universiteiten en multinationals.
Slechts enkele Nederlandse steden en regio’s steken
1.2 Brabant als kennisen innovatieregio
op Europees niveau boven het maaiveld uit.
De financieel-economische crisis heeft het concurrentie­
In de Regional Innovation Scoreboard van de EU stond
vermogen van Nederlandse regio’s weer hoog op de
Brabant in 2003 op de 4e plaats, en in 2006 op 20ste
Europese politieke agenda gezet. De Europese Unie
plaats (deze opmerkelijke daling is grotendeels te wijten
heeft de kenniseconomie als speerpunt van het beleid
aan een wijziging in de methodiek). Daarmee was
verklaard. Het ontwikkelen van nieuwe producten en
­Brabant de hoogst genoteerde Nederlandse regio. De
technologieën creëert immers werkgelegenheid en
Regional Innovation Scoreboard van 2009 bevestigt dit
­economische groei.
beeld nogmaals: “Noord-Brabant is a high innovating
Brabant o
­ nderscheidt zich in dit opzicht duidelijk.
region located in an “Innovation follower” country (the
In de huidige economische omstandigheden zijn kennis en
Netherlands).”3
innovatie van levensbelang. De economie van de Westerse
landen is in hoge mate kennisgedreven. Kennis clustert
en concentreert zich in specifieke regio’s. Door het open­
stellen van de grenzen binnen de Europese Unie, de inter­
nationalisering en de liberalisering van het economisch
verkeer staan regio’s voor een nieuwe opgave. Hun con­
currerend vermogen (zich profileren als vestigingsplaats
ten opzichte van andere regio’s) wordt steeds belangrijker.
3 Vanwege het ontbreken van voldoende regionale data voor­
ziet de Regional Innovation Scoreboard 2009 geen absolute
plaatsing van individuele regio’s ten opzichte van elkaar.
­Regio’s met grofweg een zelfde prestatieniveau worden met
­elkaar vergeleken.
23
Brabant behoort tot de Europese top in innovatiekracht.
Dat is te danken aan de combinatie van competenties
op het gebied van maakindustrie, technologie, onder­
zoek, vormgeving, kunst en cultuur. Noord-Brabant
Brabant beschikt over een relatief hoog-
­presteert als innovatieve regio structureel boven het
opgeleide bevolking, een krachtige
­nationaal gemiddelde.
kennis­basis, een sterk innovatief en
toepassend vermogen en dito onder­
Hieruit blijkt de bijzondere economische structuur van
nemerschap. Dankzij de aanwezigheid
de regio. Die is gebaseerd op een historie van hechte
van vele grote internationale bedrijven,
relaties tussen grote internationaal opererende bedrijven,
de universiteiten en hogescholen is
en een kwalitatief, sterk technisch georiënteerd netwerk
Brabant een belangrijke speler in Europa.
van toeleverend MKB.
In Nederland is de provincie koploper op
het vlak van private R&D: 45% van de
De provincie heeft een uitzonderlijke combinatie van
private R&D vindt hier plaats. De publieke
kennisintensieve bedrijven en hoogwaardige maak­
investeringen in R&D blijven daarbij ach-
industrie, van agrofood tot elektronica en logistiek.
ter. De provinciale ‘foto’ van de Kennisin-
Dit resulteert in verschillende vormen van ‘slimme
vesteringsagenda (KIA) uit 2009 laat zien
­ambachtelijkheid’. De traditie van het maken wordt
dat Noord-Brabant ver verwijderd blijft
­hierbij verbonden met innovatie en creativiteit. Deze
van de nationale KIA doelstelling dat 1%
bijzondere economische structuur van Brabant biedt
van het BNP aan publieke R&D wordt uit-
perspectief voor nieuwe, kansrijke clusters in de
gegeven. Deze doelstelling is gebaseerd
op de zogenaamde Lissabon doelstelling
kennisindustrie, zoals life-sciences, logistiek,
­maintenance, en duurzame energie-technologie.
4
en houdt in dat landen in totaal 3% van
het BNP aan R&D uitgeven: 2% privaat
In Brabant is economische groei continu gecombineerd
en 1% publiek. Zowel publieke als private
met sociale, culturele en ecologische doelstellingen.
investeringen in de Brabantse kennisinfra-
‘Brabant in balans’. Zij moet kansen benutten en de
structuur zijn erg belangrijk voor de con-
uitdagingen het hoofd bieden.
currentiekracht van de regio. Zeker als
Brabant uitstekende prestaties wil blijven
Brabant speelt nu al een betekenisvolle rol als Europese
leveren door de innovatie-inspanning te
regio en zal dat blijven doen. De provincie heeft een
verhogen.
aantal sterke punten om op voort te bouwen. Deze
­gunstige kenmerken zijn economisch (pieken, ligging),
ecologisch (diversiteit landschappen en natuur) en
­sociaal-cultureel (voorzieningen, gemeenschapszin,
informele netwerken).
Er zijn echter ook elementen die in internationaal
­perspectief zwakker zijn. Bijvoorbeeld op het vlak van
conjunctuurgevoeligheid, internationale bereikbaarheid
en het aanbod van topvoorzieningen op het gebied van
sport en cultuur, water, luchtkwaliteit en biodiversteit.
Een compleet overzicht van sterktes, zwaktes, kansen
en bedreigingen is te vinden in de hiernaast afgebeel­
de: SWOT-analyse.
4 SER Brabant, Energie & Innovatie. Brabant Energieneutraal als
economische kans, ’s-Hertogenbosch, 2008.
24
SWOT-analyse Noord-Brabant
Sterktes
• Strategische ligging in de Eurodelta met een
goede ­omvang voor een Europese regio.
• Sterke economische basis: economisch diverse,
goed presterende en welvarende provincie.
Zwaktes
• Suboptimale internationale bereikbaarheid.
• Interne bereikbaarheid: de bereikbaarheid van
de ­stedelijke regio’s staat onder druk.
• Onvoldoende kritische massa (agglomeratie­
• Krachtige en aantrekkelijke steden, elk met een
voordelen) voor grootstedelijke voorzieningen.
eigen c­ ulturele identiteit en menselijke maat.
• Conjunctuurgevoelige maakindustrie en logistieke
• Aantrekkelijk dorpenlandschap met goede sociale
en culturele voorzieningen.
• Aantrekkelijke woon- en vestigingsmilieus:
­dynamisch in rood en geborgd in groen.
• Sterke economische pieken (hightech, logistiek,
sector.
• Structurele milieu- en veiligheidsproblemen
(luchtveront­reiniging, problemen met externe
­veiligheid goederen­vervoer).
• Groot ‘laadvermogen’ van het landelijk gebied.
life ­sciences, etc.) en de aanwezigheid van kennis­
(Groen biedt onvoldoende tegendruk aan
instellingen.
­verstedelijking. Contrasten stad-land vervagen
• Hoog marktaandeel van diverse toonaangevende
markt­leidende bedrijven.
• Veel natuurgebieden en waardevol cultuurhistorisch
­landschap op menselijke maat.
• Verbindingen tussen hoogwaardige kennis, maak­
industrie en design.
snel.)
• Klimaatbestendigheid is onvoldoende vanuit het
oogpunt van natuur (biodiversiteit), landbouw
(verdroging) en het stedelijk gebied.
• Er zijn te weinig innovatieve koplopers en teveel
­volgers in het Brabants MKB.
• Hoge mate van betrokkenheid van burgers bij het
Brabantse land.
• Sterk organiserend vermogen: traditie van
samenwerken in en tussen maatschappelijke en
overheidsverbanden.
Kansen
• Ontwikkeling van een hoogwaardig multimodaal
­vervoerssysteem om congestie op wegen te
­beperken.
• Meervoudige aansluiting op TENnetwerk
(België en Duitsland).
• Koppelingen tussen opkomende kenniseconomie
en reeds aanwezige distributie- en maaksectoren
(‘slimme ambachtelijkheid’).
• Optimaliseren van capaciteit goederentransport
(spoor en kanalen).
• Koppelen van stedelijke wateroverlast aan de
­verdroging van zandgronden.
• Benutten van cultuurhistorische stads- en
landschaps­structuren en stedelijke cultuur bij de
versterking ­onderscheidend profiel.
• Doorontwikkelen van onderwijs- en kennisstructuur.
Bedreigingen
• Betaalbaarheid van herstructurerings- en
transformatie­opgave.
• Afnemende beroepsbevolking met consequenties
voor het onderwijs, de zorg- en arbeidsmarkt.
• Toenemende congestie op de wegen en achter­
blijvende kwaliteit openbaar vervoer.
• Toenemende verschillen tussen stad en platteland
(groei versus krimp) met als consequentie: regio’s
­concurreren om bevolking, woningen en bedrijven.
• Klimaatverandering met gevolgen voor het ecolo­
gisch ­systeem en de biodiversiteit: verdroging van
zand­gronden en piekafvoer van water in de steden.
• Achteruitgang innovatief vermogen van de
­Brabantse ­economie (achterblijvende innovaties
in bedrijfsleven).
• Achteruitgang en vervlakking van ruimtelijke
• Europese oriëntatie.
­kwaliteit van Brabants mozaïek, door schaal­
• Omzetten van patenten in producten.
vergroting, ­verstedelijking en ‘verrommeling’
• Verduurzaming en energietransitie van de Brabant­
van het landschap.
se ­industrie (marktkansen door schonere techno­
logie, ­slimmere processen en producten).
•V
erminderde sociale cohesie door vereenzaming
in de maatschappij en individualisering.
•S
ociale onbalans in de steden.
25
Van internationale topregio’s is gebleken dat zij welis­
waar niet op alle punten van wereldklasse zijn, maar
ze onderscheiden zich wel. Ook Noord-Brabant kan
­excellente prestaties blijven leveren op het Europese
In de afgelopen decennia heeft de ont-
toneel. Daarvoor moet de regio slimme combinaties
wikkeling van diverse Europese regio’s
maken van sterke punten en een beperkt aantal zwaktes
een aantal onderscheidende fasen door-
verbeteren.
gemaakt. De jaren ’80 stonden in het
teken van het vlottrekken van de regionale economie door marktdenken,
1.3 Meervoudige agenda
­privatisering en deregulering. In de
Om succesvol te zijn en mee te kunnen komen – ook na
jaren ‘90 werden de factoren creativiteit,
de naschok van de financieel economische crisis – moet
talent en innovatie ontdekt als motoren
Noord-Brabant blijven voldoen aan de eisen die de
van economische groei en sociale veer-
kenniseconomie stelt. Kennis is in toenemende mate
kracht. Dat gebeurde onder aanvoering
­internationaal en beweegt zich steeds vrijer over de
van werelwijd bekende denkers als
­wereld. Voor Brabant als belangrijke industriële kennis-
­Richard Florida en Charles Landry.
en innovatieregio betekent dit dat kennis van buiten
Vanaf 2000 ontstond aandacht voor
­gemakkelijker bereikbaar wordt. Daardoor kan de
de ecologische agenda: de vergroening
­eigen kwaliteit toenemen. Anderzijds kan kennis ook
en verduurzaming van de regionale
gemakkelijker naar elders wegvloeien en zo de eigen
economie, gericht op groei zonder
positie ondermijnen. De regio moet goede vestigings­
afwenteling op de ecologie. Brabant
condities bieden voor kennisintensieve bedrijvigheid
liep daarin voorop. Internationaal heeft
en de aanwezige kennisnetwerken zo combineren, dat
Brabant een zekere naam en faam
dit leidt tot vernieuwing en opbrengsten die ten goede
opgebouwd met het incorporeren van
komen aan welvaart en welzijn van Brabantse burgers
duurzame ontwikkeling in haar beleids-
en bedrijven. Aan dit streven is in feite een drievoudige
uitvoering. De opgave vandaag is om
opdracht verbonden:
deze economische, sociaal-culturele
en ecologisch agenda’s met elkaar te
1 Het vergroten van de sociale veerkracht
van de ­Brabantse samenleving.
verbinden en productief te maken voor
de toekomst van de regio.
2 Het vernieuwen van de economische
vitaliteit.
3 Het anticiperen op de uitdagingen die
de klimaat­verandering en het daarmee
verbonden energievraagstuk stelt.
Het is onze overtuiging dat het einde van de crisis het
begin moet zijn van een nieuwe, duurzamere sociale
markteconomie. Een schonere en groenere economie
ook, waarin onze regionale welvaart voortkomt uit
kennis, c­ reativiteit, innovatie en een zuinig gebruik
van de b
­ estaande ruimte en beschikbare hulpbronnen.
Om dit te bereiken speelt innovatie een belangrijke
rol. We hebben het dan niet alleen over innovaties op
technologisch gebied. Ook sociale innovatie is van
belang. Dit ­resulteert een meervoudige agenda waarin
kennis de basis is. Het is een agenda die:
• de meerwaarde van kennis en creativiteit
als basis van economische groei ten volle
onderkent;
• kansen biedt voor alle Brabanders zodat
zij zich aanpassen aan veranderde om­
standigheden door nieuwe kennis en
26
HSL CONNECTIE RANDSTAD
HOV CONNECTIE NIJMEGEN/WAGENINGEN
ORGANON
FONTYS
AVANS
M E TA L VALL
A LEY
Y HAS
DSM
LOGISTICS
SHELL MOERDIJK
FOOD & PHARMA
AGRO-FOOD CLUSTER
ABBOTT LABORATORIES
NIVRA
LG HI LOGISTICS
MAINTENANCE
TSUBAKIMOTO
SUPPLY
CHAIN
CAMPUS
IRIS OHYAMA
AVANS
NHTV
RUSSELL
HOBBES
EPSON
TFT
FUJI
TOSHIBA
TELOS
UVT-CAMPUS
NIVRA
AUTOMOTIVE
FONTYS
MITUTOYA EUTECH
OPEN UNIVERSITEIT
EINDHOVEN
INTERNATIONAL
AIRPORT
FOKKER
AVIOLANDA
FONTYS
TNO
NCOI
ASML
TNO-INDUSTRIE
BRAINPORT
TUe VDL
TNO-VEHIL
TWINNING CENTER
DAF
NIVRA
PHILIPS
HAIER HOLST
CENTRE
HIGHTECH
CAMPUS
HSL CONNECTIE BRUSSEL/PARIJS
HOV CONNECTIE LEUVEN/BRUSSEL
UniversiteitUniversiteitUniversiteit
Universiteit
Erven
van
ontwikkeling
Erven
van
ontwikkeling
Erven van ontwikkeling
Erven
van ontwikkeling
Vliegveld
Vliegveld
Vliegveld Vliegveld
HogeschoolHogeschool
Hogeschool
Hogeschool
Innovatie
bedrijven
Innovatie
bedrijven
Innovatie bedrijven
Innovatie
bedrijven
HSL
HSL
HSL
HSL
HOV
HOV
HOV
Onderzoeksinstituut
Innovatie
netwerk
Onderzoeksinstituut
Onderzoeksinstituut
Innovatie netwerk
Innovatie
HOV
Onderzoeksinstituut
Innovatie
netwerknetwerk
Samenwerking
bedrijfsleven
Innovatief
epicentrum
Stedelijke kernen
Samenwerking
bedrijfsleven
Samenwerking
bedrijfsleven
Innovatief epicentrum
Innovatief
epicentrum
Stedelijke kernen
Stedelijke
Samenwerking
bedrijfsleven
Innovatief
epicentrum
Stedelijkekernen
kernen
Innovatieve clusters
In de slimme economie van de toekomst draait het om
kunde wordt vertaald naar kassa. Brabant kan zich verder
­ondernemerschap, innovatie en creativiteit. Om innovatieve
ontwikkelen als een uitgestrekt metropolitaan campus­
economische bedrijvigheid in de Brabantse regio te
landschap. Daarvoor is wel een scherpe focus noodzakelijk
­stimuleren zijn broedplaatsen en open innovatie van
en voldoende kritische massa in termen van geld en grote
­belang. De werk- en studieomgeving is daarbij een
trekkers. Een nadrukkelijke koppeling van campussen
­belangrijke factor. Brabant bezit een aantal succesvolle
aan sterke economische clusters in de regio vanuit een
voorbeelden van campusontwikkeling waar kennis en
(boven)regionale strategische agenda biedt kansen.
­vaardigheden te verwerven en ondernemer-
­Vernieuwende initiatieven voor de kwaliteit van de groe­
schap te ontwikkelen;
ne ruimte zijn daarnaast noodzakelijk. De relatie tussen
• een concurrerende en groene (energie­
de betrokken sectoren in de diverse Brabantse regio’s
neutrale) economie stimuleert, door pro­
moet worden geoptimaliseerd – niet alleen in termen van
ductiviteitsverhoging, stimulering van
­specialisatie en differentiatie, maar ook op basis van hun
­duurzame technologie, en efficiënt gebruik
onderlinge complementariteit en verbinding. Er is een
van niet-hernieuwbare hulpbronnen
­beweging op gang gezet “van groter en meer, naar groe­
ner en beter”. Hier ligt voor Brabant een grote uitdaging.
Dit alles moet zó worden vormgegeven, dat het leidt tot
onderscheidend vermogen ten opzichte van soortgelijke
industriële kennis- en innovatieregio’s, zoals Stockholm,
Stuttgart, Oberbayern (München) en Nordrhein-West­
falen.5 Dat vraagt om een doelstelling en een strategie
die samen richtinggevend zijn voor het maken van
“De Noordvleugel van de Randstad
keuzes. En die voldoende ruimte bieden om in de
[krijgt] meer verbindingen […] met
toekomst onderdelen toe te voegen, al naar gelang
Den Bosch, Tilburg en Eindhoven, dan met
de dan bestaande inzichten.
de Zuidvleugel. Er zal Noord-Brabant veel
aan gelegen zijn de strategische positie
Investeren in menselijk, cultureel en ecologisch kapitaal
uit te bouwen en te consolideren. Van
verhoogt de concurrentiekansen van de regio. Het
cruciaal belang voor de provincie is het
draagt ook bij aan de kwaliteit van leven. Een kennis­
opleiden van mensen […] Ziet Noord-
economie is in hoge mate een ‘menseneconomie’.
Brabant kans de jongeren op te leiden
Juist het verbinden van de Brabantse sociale tradities
én te behouden dan zal er veel onder­
en verbanden met de innovatieve kracht van nieuwe,
nemerschap uit voortkomen.”
opkomende markten en sectoren, is van essentieel
­belang voor een duurzame ontwikkeling van de regio.
Friso de Zeeuw,
Datzelfde geldt voor het aantrekken, vasthouden en
hoogleraar Gebiedsontwikkeling, 2009
­binden van talent aan Brabant.
6
De ontwikkeling en uitbouw van een nieuwe kennis­
economie biedt Brabant kansen voor nieuwe werk­
gelegenheid. Dit geldt niet alleen voor de in technologisch
opzicht belangrijke regionale clusters, zoals high-tech­
1.4 Gezamenlijke aanpak
systemen, maintenance, logistiek, life sciences en auto­
De agenda van Brabant vraagt om een breed, gecoör­
motive. Het geldt ook voor een in Brabant belangrijke
dineerd overheidsbeleid. De keuze voor Brabant als
sector als de landbouw. Met het agro- en foodcluster
­innovatieve topregio impliceert dat andere beleids­
in Dinteloord is hiermee een begin gemaakt.
terreinen zoveel mogelijk ondersteunend moeten zijn
aan deze ambitie. Een flankerend beleid dat het doel
In de keten van agrarische food- en non food-producten
van innovatie dichterbij kan brengen, is daarom nood­
is behoefte aan duurzame innovatie en vernieuwing.
zakelijk. Het gaat om een combinatie van allerlei ­soorten
Een duur­zame verbinding tussen de agrarische sector
beleid: macro-economisch, onderwijs, innovatie, fiscaal,
en zorg, recreatie en natuur- en waterbeheer is nodig.
financieel, cultuur, natuur en landschap en integratie.
5 Het is belangrijk om vanuit een internationaal concurrentie­
6 De recente evaluatie van de Kennisinvesteringsagenda (KIA)
perspectief na te gaan in welke mate regio’s concurrenten
op nationaal niveau heeft nut en noodzaak van talentenbin­
of partners van elkaar zijn in hun economische ontwikkeling.
ding wederom aangetoond. Volgens Alexander Rinnooy Kan,
Vanwege de specifieke industriële structuur van Brabant is
SER voorzitter en voorzitter van de werkgroep Kennis­
een benchmark met niet-industriële regio’s weinig zinvol.
investerings­agenda van het Innovatieplatform, benutten we
Brabant concurreert met regio’s zoals Stockholm, Stuttgart en
nog steeds lang niet al het talent dat in Nederland beschik­
Oberbayern (München) met een hoge ‘patent-performance’
baar is. De afstand tot onze naaste concurrenten, Duitsland en
en een relatieve sterke oriëntatie richting maakindustrie.
Scandinavië, is verder opgelopen. Kennisinvesteringsagenda,
Bouw op talent! In vijf stappen naar de top, 29 maart 2010
28
Ook zijn (gezamenlijke) activiteiten vanuit het bedrijfs­
In het licht van de nieuwe agenda kunnen stad en land
leven nodig. Partners in de regio zullen om diverse
ook nu weer van elkaar profiteren. Denk aan de waarde
­redenen actief moeten samenwerken.
van het landschap als onderdeel van een aantrekkelijk
woon/werkklimaat. Of aan de potentie van het religieus
Investeren in de positie en profilering van de regio heeft
en industrieel erfgoed in het buitengebied als culturele
alleen zin, als de regio op alle onderscheidende karakte­
buitenplaats. En aan mogelijke relaties met het MKB in
ristieken en schaalniveaus de internationale concurrentie
het buitengebied.
aankan. Dit is alleen mogelijk als publieke en private
partners in de regio en op nationaal niveau hun krachten
bundelen. Zij moeten zich sterk maken voor een verster­
king en uitbouw van de positie van Brabant als Europese
kennis- en innovatieregio. Vanzelfsprekend zal daarbij
aansluiting moeten worden gezocht bij reeds lopende
­initiatieven in Brabant en Europa, zoals de strategische
Resultaten bestuursakkoord
agenda West-Brabant, Brainport 2020 en de EU
‘Vertrouwen in Brabant’
2020-strategie.
programma ‘Verbindend Brabant’
Het is nodig om in regionaal verband op te treden.
Alleen dan kunnen we op het Europese toneel enig
Sterke regio’s
gewicht in de schaal leggen. In de Europese kennis­
Gestimuleerd door de provincie hebben de
economie komen, zoals hiervoor aangegeven, toon­
regio’s West-, Noord-Oost- en Midden-Brabant
aangevende regio’s op zoals Stockholm, Oberbayern
zich verdergaand georganiseerd en versterkt.
(München) en Nordrhein-Westfalen. Zij zijn van een
En als resultante van de debatreeks “de Kracht
schaal en diversiteit waartegen de afzonderlijke steden
van Brabant”, heeft de provincie samen met
en regio’s in Brabant eenvoudigweg niet kunnen
gemeenten de bouwstenen geleverd die als
concurreren.
input kunnen dienen voor de toekomstige dia­
loog over de kwaliteit van het openbaar
Gezamenlijk optrekken is dus enerzijds noodzakelijk
bestuur.
om voldoende massa en kracht te ontwikkelen voor de
externe promotie en profilering. En anderzijds om de
Merk Brabant
­onderlinge mogelijkheden en capaciteiten tussen de
De regio profilering van Noord-Brabant wordt
­steden en het omliggende platteland optimaal te benutten.
vergaand ondersteund door het Merk Brabant.
De bestaande, goede samenwerkingsverbanden tussen
Eind van dit jaar dragen minstens 100 Brabantse
stad en land en tussen de provincie en de steden komen
ondernemingen het Merk actief uit. En samen
daarbij goed van pas.
met een 20-tal Brabantse organisaties bewijzen
ze dat de Brabantse maatschappij zelf zorgt
De agenda van Brabant moet vanzelfsprekend worden
voor de verankering van de filosofie achter
opgepakt in samenspraak met de Brabantse steden.
“Dan denk je aan Brabant”.
Zij vormen belangrijke ‘bronnen’ van culturele en
­eco­nomische vernieuwing. Maar dan wel vanuit een
­samenhangend, provinciebreed perspectief. Het gaat
hier dus om een oriëntatie op Brabant als een gedeelde
actie­radius, een gedeelde culturele en economische
­handelingsruimte. Dit geeft de verschillende stedelijke en
landelijke i­nitiatieven een zekere samenhang en binding
en zorgt voor de noodzakelijke sociaal-economische
­vernieuwing. Het maakt bovendien een onderling
­afgestemde profilering (branding) mogelijk. De nauwe
verwevenheid van stedelijke en plattelandseconomie en
-cultuur is in het verleden steeds de aanjager geweest
van nieuwe o
­ ntwikkelingen in de provincie.
29
Eind maart 2010 is het ‘Brabantse Familiebedrijven Genootschap’ op­gericht. Het
genootschap verbindt Brabantse familiebedrijven met als doel het verder ont­
wikkelen van (familie)ondernemerschap,
kennisdeling en samen­werkings­
verbanden. Hiermee komt het Merk
Brabant nog nadrukkelijker in de eta­
lage te staan. Het initiatief laat ook zien
dat Brabant niet alleen een kennis­
economie, maar ook een ‘mensen­
economie’ wil zijn. Wim van der Leegte,
eigenaar van de Eindhovense VDL Groep,
is voorzitter.
Internationale samenwerking
Brabant onderhoudt formele samenwerkings­
banden met de buurregio’s Vlaanderen en
Nord-Rhein Westfalen, alsmede met South-East
England en het Poolse Wielkopolska. Deze
­samenwerking richt zich met name op
­eco­nomische, sociaal-culturele, logistieke en
­innovatieve aspecten, waarbij ook gezamenlijk
wordt opgetreden binnen de Europese subsidie­
mogelijkheden.
Daarnaast wordt sinds begin jaren negentig
van de vorige eeuw intensief samengewerkt
met de Chinese provincie Jiangsu. Deze
­economisch tweede provincie van China is
voor Brabantse bedrijven een interessante
­provincie om in te investeren en zich te vestigen,
maar ook bedrijven uit Jiangsu oriënteren zich
meer en meer op Brabant. Zowel in Jiangsu als
in Brabant zijn duurzame energie, logistiek,
automotive en de agro- en foodsector belang­
rijke speerpunten. De agenda van Jiangsu
komt sterk overeen met de Agenda van Brabant.
De Brabantse krachtenbundeling komt hier
goed tot uiting doordat, gecoördineerd door
de provincie, belanghebbende Brabantse
­partijen vanuit bedrijfsleven, overheden,
­kennisinstellingen en economische uitvoerings­
organen gezamenlijke doelstellingen ten aan­
zien van Jiangsu formuleren en in afstemming
opereren. Dit maakt ons sterk in Jiangsu
en hierdoor vormen wij ook voor hen een
­interessante partnerregio.
30
2 Agenda voor
de Provincie
Door de verdergaande maatschappelijke en geografische
schaalvergroting komt de provincie daarnaast ‘als vanzelf’
meer in beeld. Juist op het terrein van ruimte, economie
De in hoofdstuk 1 geschetste agenda van
en cultuur. De nieuwe economische en maatschappelijke
Brabant om tot de top van de ­kennis- en
dynamiek maakt de noodzaak hiervan ­alleen maar groter.
innovatieregio’s in Europa te behoren,
is bepalend voor de agenda voor de
Ruimtelijk-economische verbanden en vraagstukken vragen
provincie. Het vormt een leidraad voor
in toenemende mate om een bovenlokale en tussen­
provinciaal ­beleid en in­vesteringen in
bestuurlijke aanpak. Ze ontstijgen op diverse manieren
de toekomst van Brabant. De provinciale
de gevestigde bestuurlijke schaal. Dit geldt bijvoorbeeld
agenda is erop gericht om het vestiging-
voor de aanleg van infrastructuur als onderdeel van
en leefklimaat zodanig te beïnvloeden,
­gebiedsontwikkeling, de regionale afstemming van
dat Brabant in sociaal cultureel opzicht
­woningbouw, de vormgeving van regionale landschappen
­creatief, in ecologisch opzicht duurzaam
en het waterbeheer. Deze fysieke beleidsterreinen
en in economisch opzicht aantrekkelijk
­vormen een samenhangend complex (‘omgevingsbeleid’)
en welvarend blijft. In de huidige net-
dat om integratie en afstemming vraagt. Daartoe bestaan
werksamenleving k
­ unnen overheden
op regionaal niveau goede mogelijkheden. Voorwaarde
maatschappelijke vraagstukken vrijwel
is dat de verkokering van bevoegdheden en geldstromen
nooit zelfstandig oplossen. Partner-
geen sta-in-de-weg is.
schappen zijn daarvoor noodzakelijk.
Het gaat om slim schakelen tussen
Om effectief als ruimtelijk-economische autoriteit in de
overheden, markt en maatschappelijke
regio te kunnen fungeren, is echter meer nodig. Een
organisaties. Daarbij is het zaak om
nieuw ambitieniveau is noodzakelijk, ook tegen de
extra scherp te zijn op de rol die de
­achtergrond van de moeilijke economische tijden. De
provincie kan vervullen. ­Opgaven
commissie-Geelhoed daagde de provincies hiertoe in
op regionaal niveau worden immers
2002 al nadrukkelijk uit, door de manier waarop zij
complexer en de maatschappij wordt
het regionale bestuur van de toekomst positioneerde in
veeleisender.
het licht van de zich ontwikkelende kenniseconomie.7
2.1 Belang van de regio in
­netwerksamenleving
2.2 Focus op vestigingsen leefklimaat
Omdat regio’s steeds belangrijker worden, moeten
ze innovatiever worden en in de toekomst permanente
In de discussie over de kenniseconomie heeft de regio
veerkracht kunnen tonen. Regio’s zullen elkaar in de
zich een eigen plaats verworven - zowel in de theorie­
toekomst steeds scherper op kwaliteit beconcurreren.
vorming en het onderzoek over clustervorming, als in
In de postindustriële samenleving van vandaag en de
het Europese en nationale beleid. De regio krijgt hierin
informatie-economie van de toekomst is de ecologische
grotere kansen toegedicht voor kenniscreatie en -ver­
en sociaal-culturele kwaliteit van steden en regio’s
spreiding dan het nationale of Europese schaalniveau.
steeds vaker doorslaggevend voor de economische
­ontwikkeling ervan. Om burgers en bedrijven te boeien
In regio’s spelen zich veel innovatieve processen af.
en talenten te binden, is niet alleen het werk of salaris
Deskundigen concentreren zich er en er bestaan relaties
van belang. De (culturele en sociale kwaliteit van de)
tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen. Bovendien is
leefomgeving en het leefklimaat zijn een doorslag­
de regio vaak het schaalniveau dat bedrijven hanteren
gevende factor. Die kwaliteit bepaalt in ­belangrijke
bij het beoordelen van vestigingsfactoren zoals woon­
mate of regio’s hoogwaardige arbeidskrachten
omgeving en marktpotentieel. Juist voor provincies is
(en daarmee hoogwaardige productie- en investerings­
een belangrijke rol weggelegd bij de positionering
kwaliteiten) kunnen aantrekken of behouden.
van een regio in de internationale netwerkeconomie.
7 Commissie Regionaal bestuur in Nederland (commissie-Geel­
hoed), Op schaal gewogen. Regionaal bestuur in Nederland
in de 21ste eeuw, ’s-Gravenhage, 2002.
33
Daarbij zijn de standaardkwaliteiten van een regio
­belangrijk. Een aantal zaken moet gewoon in orde zijn.
Is dat niet het geval, dan doet de regio niet mee in de
internationale concurrentie tussen (stedelijke) regio’s.
“Een steeds belangrijker punt bij het
Het gaat om standaardkwaliteiten op het vlak van onder­
opstellen van scenario’s voor de toe­
nemerschap, arbeidsmarkt, kwaliteit van onderwijs,
komst is de relatie ten opzichte van
goede bereikbaarheid, landschaps- en natuurontwikkeling.
de omgeving – regionaal, nationaal
De sociale, culturele en ecologische kwaliteiten van
en ook internationaal. Brabant is een
Noord-Brabant hebben dus niet alleen een intrinsieke
grote provincie binnen Nederland en
waarde. Ze zijn tevens een noodzakelijke randvoor­
de dominante partij ten zuiden van de
waarde voor het realiseren van de nieuwe agenda.
grote rivieren. Dat neemt niet weg dat
het ook voor de ontwikkeling van
De onderscheidende criteria hebben steeds meer met
­Brabant belangrijk is om rekening te
te maken met omgevingskwaliteit. Dat is een kritische
houden met wat er in Limburg gebeurt
succesfactor in de vestigingsoverwegingen van burgers
[…] Wat er in het Ruhrgebied gebeurt,
en bedrijven. Op deze punten moet de internationale
raakt niet alleen de haven van Rotterdam
concurrentiestrijd worden gewonnen. Denk bijvoorbeeld
maar ook de transport- en distributie­
aan kennisinstellingen van wereldformaat, aantrekkelijke
sector van Noord-Brabant.”
woon- werkmilieus voor kenniswerkers en topvoorzieningen
op het gebied van sport en cultuur.
Paul Schnabel, directeur SCP, 2010
Het vestigings- en leefklimaat wordt bepaald door een
groot aantal standaardkwaliteiten. Die bestrijken het
scala van people, planet en profit (Telos-driehoek, 3
P’s). Daarnaast zijn onder meer de kwaliteit van het
kennis- en innovatieklimaat, het fiscale klimaat en het
De uitdaging is het bewaren van een evenwicht tussen
systeem van corporate governance van belang. Deze
de belangen van economische expansie en innovatie
elementen van het vestigingsklimaat laten we echter
aan de ene kant, en de kwaliteit en verscheidenheid
­buiten beschouwing. Ze worden namelijk nationaal of
van het woon- en leefmilieu in Brabant aan de andere
internationaal bepaald en lenen zich nauwelijks voor
kant.
­regionale differentiaties.
Juist op de terreinen van woon- en leefomgeving, natuuren landschapsontwikkeling, openbaar vervoer en mobi­
liteit en regionaal economisch beleid is Noord-Brabant
minder gebonden aan nationale kaders. Hier kan de
provincie zich duidelijk van andere (Europese) regio’s
onderscheiden. Dat kan vooral door een welbewuste
profilering van typisch regionale kernkwaliteiten en
­omstandigheden.
34
Het ‘in balans’ houden van Brabant in
oost-Brabant en versterking van de
het licht van de nieuwe agenda vraagt
­samenhang van stad en land, ofwel
­inzet op verschillende schaalniveaus,
het Brabants mozaïek;
om ­‘schakelen tussen schalen’. Dat doen
· Lokaal wordt gewerkt aan leefbare
we op basis van een duidelijke inter­
en onderscheidende leefmilieus in
nationaliseringsstrategie. “De wereld is
stad en land.
ons werkterrein” is een uitspraak die voor
steeds meer Brabantse ondernemingen
Deze strategie laat zich verbeelden als
geldt. Internationaal zijn nog veel mogelijk-
een driehoek met top en basis. De top
heden aanwezig om de markt- en con­
van de driehoek is de smalle gespeciali-
currentiepositie van Brabant te versterken.
seerde top van de regionale economie,
Brabant heeft er als internationaal
waarin de regio op Europees en mondiaal
ge­oriënteerde regio alle belang bij om
niveau meespeelt. De doelstellingen en
in te spelen op de kansen die mondiaal
projecten die bij deze top horen, zijn
voordoen. Juist de provincie heeft een
­alleen mogelijk als ook de basis in orde
­belangrijke taak in de positionering van
is. Dit betreft factoren zoals de leefbaar-
de regio in de internationale netwerk­
heid en vitaliteit van lokale woon- en
economie. De strategie is als volgt:
werkgebieden in Brabant, de interne
­afstemming van gemeentelijk beleid,
· Internationaal positioneert Brabant zich
de arbeidsmarkt en het onderwijs.
als complete kennis- en innovatieregio
en koploper in de maakindustrie en
De kracht van de provincie Noord-Brabant
hoogwaardige technologie;
als middenbestuur ligt in het schakelen
· Op nationaal niveau biedt de gunstige
tussen de schaalniveaus (multi-level),
ligging kansen voor verbreding van de
­tussen belangen en betrokken partners
regionale economie, verbeterde bereik-
(multi-actor), en in sectoroverstijgend,
baarheid en de ruimtelijk-ecologische
­integraal handelen. De provincie kan
kwaliteit van Brabant;
­vormen van samenwerking stimuleren om
· (Sub)regionaal streeft de provincie
meer samenhang in lokale en regionale
naar een concurrerende positie met
projecten te brengen of regionale belangen
complementaire (stedelijke) regio’s
te behartigen in Den Haag of Brussel.
in West, Midden, Noordoost- en Zuid-
Samengevat
• een Brabants leefklimaat waarin ondernemers, gemeen­
Afgeleid van de in hoofdstuk 1 geschetste Agenda van
ten, waterschappen, culturele-, kennis- en onderwijs­
Brabant hebben we dit hoofdstuk een agenda voor de
instellingen en maatschappelijke organisaties optimaal
Provincie geformuleerd. Deze agenda concentreert zich
functioneren en bijdragen aan duurzame welvaart en
op het vestigings- en leefklimaat van Brabant, vanuit het
het welzijn van de Brabantse burgers en bedrijven.
streven naar een complete kennis- en innovatieregio.
Concreet betekent de agenda voor de Provincie dat we
Dat doet de provincie Noord-Brabant door als gebieds­
borg staan voor:
regisseur de noodzakelijke verbindingen te leggen tussen
de ruimtelijk-economische en de sociaal-culturele infra­
• een doeltreffende, goed geordende, ontsloten, gezonde,
aantrekkelijke en diverse leefomgeving;
structuur. Gerichte samenwerking tussen de Brabantse
stakeholders (3 O’s / triple helix) is daarbij essentieel.
35
36
Brabant heeft een historierijk landschap met veel religieus,
worden gezocht met nieuwe markten op het terrein van
industrieel en militair erfgoed. Het hergebruik en de her­
onderwijs, zorg en cultureel-recreatieve actoren? Is het
ontwikkeling van dit erfgoed staat hoog op de agenda.
denkbaar dat kloosters bijvoorbeeld tijdelijk ruimte bieden
Denk b
­ ijvoorbeeld aan de vele kloosters in Brabant die
aan mensen die op de wachtlijst staan voor opname in een
prominent aanwezig zijn in het mozaïeklandschap. Er
zorginstelling? Kunnen we een paar van deze prachtige
zijn nog zo’n 60 kloosters in de ­provincie, maar dat zal
gebouwen niet gebruiken voor de vestiging van een
snel minder worden. Projectontwikkelaars liggen op de
­internationale school?
loer en de tekeningen voor de bouw van peperdure
­appartementen zijn bij wijze van spreken al gemaakt.
Bron: Agro & Co, Telos, Urban Unlimited, ZKA, .Fabric, Provincie
Hoe kunnen de oorspronkelijke kernwaarden van dit erf­
Noord-Brabant, Nieuwe Markten Brabantse Land - Waarde­
goed behouden blijven terwijl tegelijkertijd combinaties
creatie, ondernemerschap en regionale o
­ ntwikkeling, 2008
3 Concentratie
op kerntaken
tussen beide. In de vorige eeuw heeft de ­provincie een
sterke positie gekregen op het domein van de ruimtelijke
ontwikkeling en fysieke omgeving en inrichting. Daar
De provincie Noord-Brabant concentreert
­liggen onze kerntaken en zijn we wettelijk bevoegd.
zich op het ruimtelijk-economisch
­domein. Ze doet dit vanuit een scherpe,
In lijn met het advies van de Commissie-Lodders zien wij
inhoudelijke visie op Brabant als
een toenemende rol voor de provincie weggelegd in het
­complete kennisregio. Middels integraal
ruimtelijk-economische domein. Wij willen focussen op
en ontwikkelingsgericht omgevingsbeleid
de taken die van oudsher tot onze core business behoren.
voeren we taken uit op het gebied van
In het Bestuursakkoord Rijk-provincies 2008-2011 is
ruimtelijke ordening, ontwikkeling en
deze ruimtelijk-fysieke positionering (her)bevestigd,
inrichting, wonen, milieu, landelijk
van nadere accenten voorzien en gecanoniseerd in
gebied, verkeer en vervoer, water en
een ­pakket van provinciale taken.
regionale economie.
Daarnaast heeft de provincie een culturele
taak als het gaat om de aanwezigheid
en regionale spreiding van culturele
voorzieningen. Die zijn van groot belang
“Als de provincie nou ergens kan
ook voor de kwaliteit van onze economie
scoren is het op ruimtelijk economisch
en het samenleven, en kunnen daarvan
beleid. Het is de aangewezen bestuurs­
niet worden losgedacht. Ook hebben wij
laag om een vertaalslag te maken van
een verantwoordelijkheid voor de kwali-
nationaal naar lokale plannen”.
teit van het lokaal bestuur en een wettelijke taak op het gebied van jeugdzorg.
Sybilla Dekker, oud-minister VROM, 2010
Om deze taken te kunnen waarmaken,
moeten we de kwaliteiten, zorgpunten
en de mogelijkheden tot ontwikkeling
kennen. We houden die voortdurend in
de gaten. We signaleren, agenderen en
De provincie Noord-Brabant heeft de afgelopen periode
brengen indien nodig partijen bij elkaar.
laten zien dat zij op dit terrein het verschil kan maken.
De provincie heeft in de jaren ‘90 als een van de
eersten geëxperimenteerd met een gebiedsgerichte
aanpak waarbij de provincie als regisseur optrad en
uitvoerende partijen zoals gemeenten, waterschappen
3.1 Provinciale meerwaarde
en bedrijven gezamenlijk achter een regiovisie kreeg.
Voor ons toekomstige profiel moeten we de vraag
­beantwoorden of het uitvoeren van een taak eigenlijk
De herstructurering van de intensieve veeteelt, het
niet bij een andere overheid thuishoort. We willen on­
­landinrichtingsbeleid en het waterbeheer zijn mogelijk
nodige bestuurlijke drukte voorkomen en een eenduidige
gemaakt door bestemmingswijzigingen en de oprichting
ver­antwoordelijkheidsverdeling en taakuitvoering juist
van een provinciaal ontwikkelingsbedrijf. Deze ver­
­bevorderen. Daarom moeten wij geen taken van anderen
nieuwende aanpak heeft school gemaakt en deed ook
overnemen of in het gat springen dat anderen laten vallen.
op andere terreinen zijn intrede. De provincie heeft nog
steeds de mogelijkheid om via ruimtelijk en milieubeleid
Afgeleid van deze vraag komt aan de orde of we als
de ontwikkelingsrichting van een sector aanzienlijk te
provincie het verschil kunnen maken. Dit hangt samen
beïnvloeden. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het recente
met de vraag wat het gevolg is als wij een bepaalde
Statendebat over het beperken van de groei van
­activiteit niet oppakken. Gebeurt er dan vervolgens ook
megastallen in het Brabantse buitengebied, in relatie
echt niets meer, of gaat er zelfs iets ‘ernstig mis’ met de
tot gezondheid, milieu en landschappelijke kwaliteit.
realisatie van Agenda van Brabant?
Gebiedsgericht werken is inmiddels geëvolueerd naar
gebiedsontwikkeling. Publiekprivate coalitievorming
Het eigentijdse bestuurlijke profiel van de provincie draait
speelt daarbij een grotere rol. Typische voorbeelden
volgens ons om ruimte, economie en de wisselwerking
van een dergelijke aanpak zijn ‘Maintenance valley’
39
(Aviolanda), de MIRT-aanpak voor de Zuidoostvleugel
Om hierbinnen te bepalen wat wij vanuit onze eigen
van BrabantStad en de gebiedsontwikkeling van de
rol, positie en agenda als provincie oppakken, hebben
­N69-corridor. De provincie laat daarmee zien dat ze
we in hoofdstuk 3 een agenda voor de Provincie
zaken goed kan oppakken en uitvoeren.
­geformuleerd. Om op basis daarvan te bepalen wat
het nieuwe, provinciale profiel is en welke kerntaken
Ervaringen met het ‘Manifest Brabant 2050’ en het
daarbij horen, sluiten wij aan bij:
‘Ontwerpatelier BrabantStad’ tonen bovendien aan dat
de provincie met regionale ontwerpverkenningen de
agenda voor Brabant kan vormen - op een stimulerende
en enthousiasmerende manier.
• het afwegingskader van de Stuurgroep Kerntaken
(zie tekstbox);
• het provincieprofiel dat de commissie-Lodders heeft
geschetst;
• de oriënterende uitspraken van Provinciale Staten
over de Agenda van Brabant tijdens de Statendag
op 12 februari 2010.
Resultaten bestuursakkoord
‘Vertrouwen in Brabant’
programma ‘Mooi Brabant’
De Levende Beerze
De stuurgroep Kerntaken heeft een
De opknapbeurt van het Beerzedal heeft de pro­
­afwegingskader ontwikkeld voor het al
vincie opgepakt door integrale gebiedsontwikke­
dan niet oppakken/uitvoeren van taken
ling. Beleidsurgenties zijn verbonden met gebied­
door de provinciale organisatie. Daartoe
surgenties. Inzet op proceskwaliteit, met actieve
is een beslisboom opgesteld. Deze
participatie van lokale overheden en belang­
­bestaat uit de volgende hoofdvragen:
hebbenden uit het gebied, heeft geleid tot een
gedragen structuurvisie waarin people, profit en
planet in balans zijn. Voor sleutelproject De Kleine
Beerze is het inrichtingsplan in voorbereiding.
aB
etreft het een provinciaal thema/
taakgebied?
b Indien geen sprake is van eeh
­wettelijke plicht: is het een maat-
AFC Dinteloord
schappelijk vraagstuk?
Voor het Agro- en Foodcluster (AFC) heeft de
c Ligt er een taak voor de overheid?
provincie met bestuurlijke lef koers bepaald
d L igt er binnen de overheidskolom
bij de ontwikkeling van grootschalige kassen­
een taak voor de provincie?
complexen en agro-stedelijk ruimtebeslag in
de Oud Prinslandse Polder. Als stimulator van
Als een wettelijke verplichting ontbreekt,
ontwerpkwaliteit heeft de provincie voor de
is er een randvoorwaarde om als
MER, het ­inpassingsplan en het beeldregieplan
­provincie een taak op te pakken. Die
de juiste ontwerper op de juiste opgave gezet.
voorwaarde luidt dat de provincie het
verschil kan maken en dus toegevoegde
waarde heeft. Deze meerwaarde moet
voortkomen uit een:
•m
ajeure opgave op basis
3.2 Focus op kerntaken
van een l­angetermijnvisie;
Het is van essentieel belang dat Brabant haar inter­
• bovenlokaal vraagstuk;
nationale positie als kennisregio behoudt en versterkt.
• integrale aanpak;
Dit vraagt van alle partijen in de regio inzet op veel
• breed draagvlak;
­terreinen. Er is breed, gecoördineerd overheidsbeleid
• daadwerkelijke oplossing.
nodig, naast de nodige (gezamenlijke) activiteiten
vanuit het bedrijfsleven en marktpartijen.
40
Nationaal museum
Nationaal museum
Historische stedelijkheid zeer hoog
Historische stedelijkheid zeer hoog
Historisch landschap zeer hoog
Historisch landschap zeer hoog
GHS Natiuu
GHS Natiuu
Regionaal museum
Historische stedelijkheid hoog
Historisch landschap hoog
Natuurpare
Regionaal museum
Historische stedelijkheid hoog
Historisch landschap hoog
Natuurpare
Nationaal museum
Historische stedelijkheidHistorische
zeer hoog stedelijkheid
Historisch
landschap zeer
hoog landschap
GHS
Natiuur
Nationaal
museum
zeer
hoog
Historisch
zeer
hoog
GHS
Natiuur
Nationaal museum
Historische stedelijkheidHistorische
zeer hoog stedelijkheid
Historisch
landschap zeer
hoog landschap
GHS
Natiuur
Nationaal museum
zeer hoog
Historisch
zeer
hoog
GHS Natiuur
Nationaal museum
Historische
zeer hoog stedelijkheid
Historisch
landschap
zeer
hoog landschap
GHS
Natiuur
Festival stedelijkheidHistorische
Historisch
monument
zeer hoog
Oppervlakte
water
Nationaal museum
zeer
hoog
Historisch
zeer
hoog
GHS Natiuur RNLE-lands
Festival stedelijkheidHistorische
Historisch
monument
zeerzeer
hoog
Oppervlakte
water
Nationaal
museum
Historisch
monument
hoog
GHS
Natuur
Nationaal museum
Nationaal
museum
Historische
zeer hoogstedelijkheid
Historisch
zeer
hoog
landschap
zeer
Historisch
hoog landschap
GHS
zeer
Natiuur
hoog
GHS Natiuur RNLE-lands
Regionaal museum
Historische stedelijkheidHistorische
hoog
Historisch
landschap hoog
Natuurparel
Regionaal
museum
stedelijkheid
hoog
Historisch
landschap
hoog
Natuurparel
Regionaal museum
Historische stedelijkheidHistorische
hoog
Historisch
Natuurparel
Regionaal museum
stedelijkheid
hoog landschap hoog
Historisch landschap
hoog
Natuurparel
Regionaal
museum
Historische
stedelijkheid
hoog
Historisch
landschap
hoog
Natuurparel
Regionaal
museum
Historisch
groenstructuur
Natuurparel
Braderieën
& Jaarmarkten
Historische
groenstructuur
Natuurparken
Regionaal
museum
Historische
stedelijkheid
hoog
Historisch landschap
hoog
Natuurparel Natuurontw
Nationaal
museum
Historische
stedelijkheid
zeer
hoog
Historisch
landschap
zeer
hoog
GHS
Natiuur
Braderieën
& Jaarmarkten
Historische
groenstructuur
Natuurparken
Nationaal
museum
Historische
stedelijkheid
zeer
hoog
Historisch
landschap
zeer hoog
GHS
Natiuur
Regionaal
museum
Regionaal
museum
Historische
stedelijkheid
Historische
hoog
stedelijkheid
Historisch
hoog
landschap
hoog
Historisch landschap
Natuurparel
hoog
Natuurparel Natuurontw
Festival
Historisch
monument
zeer
hoog
Oppervlakte
water
RNLE-landschapsdeel
Festival
Historisch
monument
zeer
hoog
Oppervlakte
water
RNLE-landschapsdeel
Nationaal
museum
Historische
stedelijkheid
zeerzeer
hoog
Historisch
landschap
zeer hoog
GHS Natiuur
Festival
Historisch
monument
hoog
Oppervlakte
water
RNLE-landschapsdeel
Festival
Historisch
landschap
hoog
RNLE-landschapsdeelRNLE-landschapsdeel
Nationaal museum
Historische stedelijkheid zeer Historisch
hoog
Historisch
zeerzeer
hoog
GHS
Natiuur
Festival
monument
zeer landschap
hoog
Oppervlakte
water
Festival
Historisch
monument
zeer
hoog
Oppervlakte
water
RNLE-landschapsdeel
Festival
Historisch
monument
zeer
hoog
Oppervlakte
water
RNLE-landschapsdeel
Regionaal
museum
Historische
stedelijkheid
hoog
Historisch
landschap
hoog Oppervlakte Natuurparel
Natuurparel
Festival
Festival
Historisch
monument
zeer
Historisch
hoog monument
zeer
Oppervlakte
hoog
water
water
RNLE-landschapsdeel RNLE-landschapsdeel
Regionaal
museum
Historische
stedelijkheid
hoog
Historisch
landschap
hoog
Braderieën
& Jaarmarkten
Historische
groenstructuur
Natuurparken
Natuurontwikkelingsgebied
Braderieën
&
Jaarmarkten
Historische
groenstructuur
Natuurparken
Natuurontwikkelingsgebie
Braderieën
&
Jaarmarkten
Historisch
landschap
hoop
Natuurontwikkelingsgebied
Regionaal
museum
Historische
stedelijkheid
hoog
Historisch
landschap
hoog
Natuurparel
Braderieën
& Jaarmarkten
groenstructuur
Natuurparken
Natuurontwikkelingsgebied
Regionaal
museum
Historische
stedelijkheid
hoogHistorische groenstructuur
Historisch
landschap hoog Natuurparken
Natuurparel
Braderieën
&Historische
Jaarmarkten
Natuurontwikkelingsgebie
onaal
museum
Historische
stedelijkheid
zeerzeer
hoog
landschap
zeer hoog Natuurparken
GHS Natiuur
Braderieën & Jaarmarkten
groenstructuur
Natuurparken
Natuurontwikkelingsgebied
Braderieën
&Historische
Jaarmarkten
Historische Historisch
groenstructuur
Natuurontwikkelingsgebie
Festival
Historisch
monument
hoog
Oppervlakte
water
RNLE-landschapsdeel
Festival
Historisch
monument
zeer
hoog
Oppervlakte
water
RNLE-landschapsdeel
onaal
museum
Historische
stedelijkheid
zeer
hoog
landschap
zeer hoog Natuurparken
GHS Natiuur
Braderieën & Jaarmarkten
Braderieën
&Historische
Jaarmarkten
groenstructuur
HistorischeHistorisch
groenstructuur
Natuurparken
Natuurontwikkelingsgebied
Natuurontwikkelingsgebie
Historisch
stedelijkheid
zeer
hoog
Oppervlakte
water
Festival
Historisch monument zeer hoog
Oppervlakte water
RNLE-landschapsdeel
Festival
Historisch monument zeer hoog
Oppervlakte water
RNLE-landschapsdeel
onaal
museum
Historische
stedelijkheid
hoog
Historisch
landschap hoog
Natuurparel
Historisch
stedelijkheid
hoog
Natuurparken
Braderieën
Jaarmarkten
Historische
groenstructuur
Natuurparken
Natuurontwikkelingsgebied
onaal
museum
Historische
stedelijkheid
hoog
Historisch
landschap hoog
Natuurparel
Braderieën
&&Jaarmarkten
Historische
groenstructuur
Natuurparken
Natuurontwikkelingsgebied
Braderieën & Jaarmarkten
Historische groenstructuur
Natuurparken
Natuurontwikkelingsgebied
Braderieën & Jaarmarkten
Historische groenstructuur
Natuurparken
Natuurontwikkelingsgebied
val
Historisch monument zeer hoog
Oppervlakte water
RNLE-landschapsdeel
val
Historisch monument zeer hoog
Oppervlakte water
RNLE-landschapsdeel
erieën & Jaarmarkten
erieën & Jaarmarkten
Historische groenstructuur
Historische groenstructuur
Natuurparken
Natuurparken
Natuurontwikkelingsgebied
Natuurontwikkelingsgebied
Natuur, landschap en ­­
regionale identiteit
Traditie, kwaliteit van leven, gastvrijheid, gemoedelijk­
tot een comfortabele regio. De grote diversiteit aan
heid en menselijke maat typeren Brabant. Zowel de
landschappen, dorpen en steden, met de cruciale rol
­Brabanders zelf als de bezoekers van Brabant waar­
van de landbouw daarin, staat echter onder druk door
deren het ­uitgestrekte fiets- en wandellandschap tussen
intensivering van wonen en werken. Daarom is het
de vele ­dorpen, het uitgebreide uitgaansleven met
van belang om kritisch en dynamisch met de Brabantse
­zowel ­cultuur en leisure. De goede sociale en culturele
culturele bronnen (erfgoed, landschap, culturele voor­
­voorzieningen, de ruime opzet, het vele groen en het
zieningen) om te springen en de ruimtelijke kwaliteit
­typisch Brabantse dorpenlandschap maken Brabant
te versterken.
De provincie Noord-Brabant vindt het primair onze taak
de Statendag op 12 februari 2010. In feite maken
om met ruimtelijk-­economisch beleid de randvoorwaarden
deze speerpunten de gewenste focus op het vestigings-
en/of de infrastructuur te creëren voor het excelleren
en leefklimaat in Brabant nóg belangrijker:
van Brabant als complete kennisregio. Het ruimtelijkeconomische beleid is belangrijk ter ondersteuning van
• Robuuste en veerkrachtige natuur
het brede beleid, dat gericht is op het bevorderen van
• Efficiënt en robuust verkeer- en vervoersysteem
de concurrentiepositie. Op dit terrein hebben we aan­
• Gezonde leefomgeving
toonbaar toegevoegde waarde ten opzichte van mede­
• Behoud en versterking Brabants mozaïek
overheden (Rijk, waterschappen en gemeenten), maat­
(in relatie tot bevolkingskrimp)
schappelijke partners, kennis- en onderwijsinstellingen
• Regionale identiteit
en het bedrijfsleven. Vanuit dit perspectief betekent het
• Concurrerend vermogen van Brabant
dat de provincie Noord-Brabant:
De focus op het vestigings- en leefklimaat van Brabant,
• een duidelijke keuze maakt binnen de totale kolom
van het overheidsbeleid;
• handelt vanuit het besef dat het zwaartepunt van de
gekoppeld aan voornoemde ambities en opgaven,
­resulteert in de volgende provinciale kerntaken:
• Ruimtelijke ontwikkeling en inrichting (waaronder
provinciale verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling
­natuur, landschap, water-, bodem- en luchtkwaliteit,
van de regio ligt in het ruimtelijk-economisch terrein;
behoud en versterking van biodiversiteit en gezonde
• zich primair richt op integraal omgevingsbeleid en
de fysieke verdelingsvraagstukken in het Brabants
­mozaïek van stad en land;
• vanuit haar verantwoordelijkheid voor een duurzame
en integrale ontwikkeling van de regio continu de
eco-systemen, milieu en energie, plattelandsbeleid);
• Bereikbaarheid van de regio (zowel intern als
van buitenaf)
• Regionaal economisch beleid
• Cultuur
­verbinding legt met andere beleidsterreinen
(Telos-driehoek, 3 P-benadering);
• zich richt op het versterken van regionaal verankerde
samenwerkingsrelaties in Brabant.
De provinciale overheid acteert vooral in leidende zin
binnen het ruimtelijk domein. De provincie heeft hier in
het kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
(Wro, 2008) duidelijk omschreven wettelijke bevoegd­
Vanuit de provinciale kerndomeinen ruimte en economie
heden en mandaat. Ook ten aanzien van de taken
richten we ons vervolgens op een beperkt aantal ambities
omtrent regionale bereikbaarheid en openbaar vervoer
en opgaven, die gekoppeld zijn aan het vestigings- en
hebben wij als provincie een leidende rol. Het gaat dan
leefklimaat van Brabant. De speerpunten komen voort
om concessieverlening en de aanleg en het onderhoud
uit toekomstige ontwikkelingen en daarmee samen­
van provinciale infrastructuur.
hangende uitdagingen. Deze zijn geschetst in de
­Agenda van Brabant en oriënterend besproken tijdens
Bedrijven, burgers en maatschappelijke organisaties
zijn meer aan zet in het economische domein. Hier
is de rol van de provincie eerder faciliterend en
­regisserend. Denk bijvoorbeeld aan de bijdrage aan
duurzame werkgelegenheid en regionaal inkomen,
door het ­scheppen van een gunstig vestigingsklimaat.
Of aan het plannen van nieuwe bedrijventerreinen
en het ­voeren van regie op de herstructurering
­(gemeenten staan centraal in de uitvoering).
Cultuur in de zin van cultuurhistorie en monumentenzorg
behoort eveneens tot het werkterrein van onze provincie.
Hier is immers sprake van een directe relatie met de
Brabantse identiteit, de historische ontwikkeling en de
ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. Monumentenzorg
moet gaan bijdragen aan een duurzame gebiedsontwik­
keling, zoals onder meer beoogd met de nieuwe Wro.
Hieraan is een inhoudelijke veranderopgave verbonden:
42
• van ‘objectgericht’ naar ‘omgevingsgericht’
(meer samenhang tussen monumentenzorg
en ruimtelijke ordening);
• van ‘conserverend’ naar ‘ontwikkelend’
(behoud door ontwikkeling).
Resultaten bestuursakkoord
‘Vertrouwen in Brabant’
programma ‘Schoon Brabant’
Het sociale beleid behoort weliswaar – de jeugdzorg
daargelaten – niet tot het provinciale kerntakenpakket.
Toch mag het als schakel niet ontbreken in de ont­
Proeftuin Schoon Bedrijventerrein
wikkelingsvisie op Brabant. In ‘Bijlage 1: provinciale
Moerdijk
kerntaken’ (p. 46-47) is een puntsgewijze beschrijving
Op bedrijventerrein Moerdijk zijn in nauwe
opgenomen van de kerntaken die passen bij het hier
­samenwerking met het bedrijfsleven duurzame
geformuleerde profiel van de provincie.
verbindingen gerealiseerd. Bedrijven die bij­
voorbeeld warmte over hebben, leveren deze
Een aantal thema’s lichten wij hier in het bijzonder toe.
aan warmtevragers. Hierdoor kunnen forse
­besparingen ontstaan. Een eerste koppeling
Vernieuwing agro-sector
leidt tot een jaarlijkse aardgasreductie van
Om invulling te geven aan de noodzakelijke vernieuwing
750.000 m3. Het concept van deze duurzame
van de agro-sector en de noodzakelijke vernieuwing van
koppelingen (warmte, CO2, stoom en afval­
plattelandsthema’s als gezondheid, de toekomst van de
water) zal de komende tijd nog meer worden
landbouw, natuur en leefbaarheid en het behoud van het
toegepast en uitgevoerd, wat tot een veelvoud
Brabants coulissenlandschap, investeert de provincie in
aan C02-reductie zal leiden.
een vitaal platteland. Dit doen we via planologisch beleid
(bijvoorbeeld ‘zoneren’), de inzet van ontwikkelings­
Brabantse Landschappen
gericht instrumentarium (bijvoorbeeld ‘Ruimte voor Ruimte’,
De provincie heeft met het Groene Woud, de
aankoop gronden EHS) in de reconstructieplannen en
Brabantse Wal en de Maashorst drie ‘Provinciale
waar nodig via haar regionaal economisch beleid.
landschappen’ op de kaart gezet. Er is ingezet
op een integrale gebiedsontwikkeling. Naast
De provincie Noord-Brabant zal een Topcommissie
natuurontwikkeling is gewerkt aan(gebieds)
­in­stellen met als o
­ pdracht te adviseren op welke wijze
branding waarmee enerzijds de gebieden meer
de verduur­zaming van de agrofoodsector versneld kan
bekendheid krijgen en anderzijds bedrijven
worden (versnellingsagenda) en op welke wijze de ver­
­financieel meeprofiteren en aantoonbaar
antwoordelijkheid van de stakeholders (agrarische sector,
­investeren in het hun omringende landschap.
­overheden èn agrofood bedrijfsleven) gecon­cretiseerd
Ook zijn in de drie landschappen meer nieuwe
dient te ­worden.
recreatieve poorten tot stand gekomen als
ook recreatieve routestructuren en uniforme
De provincie Noord-Brabant zal geen zelfstandig
­bebording. Voorbeelden zijn de recreatieve poort
provinciaal landbouwbeleid maken, omdat dit niet past
Herperduin in de Maashorst, het certificerings­
bij het aan­gescherpte provincieprofiel met bijbehorende
systeem voor ondernemers in het Groene Woud
taken en rollen, maar ook omdat andere overheden,
en een streeklogo voor de Brabantse Wal.
en dan met name Europa met haar gemeenschappelijk
landbouwbeleid, daarin leidend zijn. Wel kan de
provincie Noord-Brabant vanuit haar specifieke kracht
als midden­bestuur juist in dit ­dossier zorgen voor meer
samenhang door sectoroverstijgend, integraal handelen,
evenals zorgdragen dat onze regionale belangen en
wensen ten aanzien van bijvoorbeeld de verduur­
zaming van de agrosector goed worden behartigd
in Den Haag en Brussel. Wij verwachten dat ook het
advies van de gevormde topcommissie daartoe bouw­
stenen zal opleveren.
43
Duurzame energie
via ons aandeelhouderschap van Enexis kunnen wij in­
Het thema ‘duurzame energie’ c.q. ‘energietransitie’
vloed uitoefenen. Daarmee neemt de provincie ook haar
pakt de provincie op door middel van haar kerntaken
ver­antwoordelijkheid in het behalen van de klimaat­doel­
‘ruimtelijke ontwikkeling en inrichting’ en ‘regionaal
stellingen en worden economische kansen benut.
economisch beleid’. We onderkennen ten volle de
­opgave om te komen tot een vernieuwend energie­
Bevolkingskrimp
beleid, waarbij economisch interessante kansen kunnen
De veranderende bevolkingssamenstelling en daarmee
worden benut, ook in Noord-Brabant.
samenhangende consequenties (o.a. krimp) is betrokken
Het anticiperen op de uitdagingen die de klimaat­
in de inventarisatie van majeure trends en ontwikkelingen
verandering en het daarmee verbonden energievraag­
die van invloed zijn op het toekomstig functioneren van
stuk stelt, staat ook in de Agenda van Brabant centraal.
Noord-Brabant.
Dit zal zich concreet moeten vertalen in bewegingen in
de richting van het niet-fossiele tijdperk. Bijvoorbeeld
Zoals uit vorenstaand figuur blijkt, krimpt vanaf 2030
door met modern kennis- en innovatiebeleid fors in te
het aantal inwoners in Noord-Brabant licht. De uitdaging
zetten op zich ontwikkelende, kansrijke duurzame
‘behoud en versterking van het Brabants mozaïek’ in
­energietechnologie in Noord-Brabant, bijvoorbeeld
­relatie tot het vraagstuk van krimp hebben Provinciale
op het gebied van high-tech (solar energy), automotive
Staten tijdens de Statendag van 12 februari 2010
(elektrisch rijden en decentrale netwerken) en agrofood
­geprioriteerd als kernopgave.
en logistiek (biomassa). We verkennen de kansen voor
Vanuit onze kerntaak ruimtelijke ontwikkeling en inrichting
een ‘biobased economy’. Bij decentrale netwerken is
zal het vraagstuk nadrukkelijk aandacht krijgen.
de teruglevering op het net belangrijk.
Bijvoorbeeld in de Regionale Ruimtelijke overleggen die
de provincie organiseert in het kader van de Structuur­
Deze ontwikkelingen kunnen samengaan met de door
visie Ruimtelijke Ontwikkeling (SVRO). Het thema krimp
ons voorgestane campus- en clustervorming. Kennis,
en de consequenties daarvan voor diverse gemeenten
­innovatie, clustervorming en vergroening van de economie
in Noord-Brabant staan daar nadrukkelijk op de agenda.
komen zodoende samen. Daarnaast proberen we via
Het thema zal daarnaast een plek krijgen in de uit­
regulier ruimtelijk beleid in te spelen op het energie­
werking van het investeringsdomein ‘Brabants Mozaïek’,
vraagstuk, bijvoorbeeld door tijdig te voorzien in
onderdeel van de investeringsstrategie.
­ruimtereserveringen.
Farma, Medical en Food
Tevens kan de provincie kansen creëren en belemmeringen
Wij zien het belang van de sectoren Farma, Medical
wegnemen om ontwikkelingen op het gebied van­ver­­duur­
en Food in het kader van de Agenda van Brabant. Het
zaming en besparing mogelijk te maken. Dit kan door
vergroten van de dynamiek en innovatiekracht in deze
regie te nemen en te faciliteren: het bij elkaar brengen
voor Noord-Brabant belangrijke sectoren biedt voor
van partners, de energievraag en aanbod te koppelen,
onze regionale economie k­ ansen. Zo herbergen Noord-
het creëren van de juiste ruimtelijke voorwaarden. Ook
Brabant en Limburg samen ruim een derde van de food-
Figuur 1 Bevolkingsomvang Noord-Brabant, 1980 - 2040
2.600.000
2.500.000
2.400.000
2.300.000
2.200.000
2.100.000
2.000.000
1980
1990
2000
Feitelijk
44
2010
Prognose 2008
2020
2030
Prognose 2005
2040
en nutritionsector in Nederland met een zwaartepunt
­ont­wikkelingen zijn specialisatie en samenwerking cruciaal.
in het oosten van Noord-Brabant en het noorden van
Versterking van de sectoren Farma, Medical en Food
Limburg. Deze bijzondere positie in de voeding en
zou niet enkel gerealiseerd moeten worden door de
farmaceutische industrie is opgebouwd op basis van
­versterking van de individuele pijlers maar juist door
het agrarische verleden. We weten wel hoe kwetsbaar
een focus op collectieve initiatieven gericht op ‘slimme
die is geworden. Vergelijk de besluiten van MSD
verbindingen’. Bij de uitwerking van de investerings­
inzake de Research & Development faciliteiten in Oss.
strategie zullen wij hieraan nader inhoud geven.
Reden te meer om te onderzoeken hoe de kennis en het
potentieel op het gebied van life-science voor Brabant
Onderwijs
en Nederland wordt behouden en doorontwikkeld.
Kwalitatief hoogwaardig onderwijs is vanzelfsprekend
essentieel om tot de top van Europese kennis- en innovatie­
In de ontwikkeling van deze sectoren sluiten wij zoveel
regio te (blijven) behoren. Het gaat daarbij niet alleen
mogelijk aan bij het gebiedgeoriënteerde stimulerings­
om het toponderwijs (en onderzoek), maar ook over de
programma Pieken in de Delta van het ministerie van
kwaliteit van het funderend onderwijs en het beroeps­
Economische Zaken, waarin de food en nutritionsector
gerichte onderwijs van VMBO, MBO en HBO.
en farmasector speerpuntsectoren zijn. Het programma
Het onderwijs vormt een basiskwaliteit van Noord-­
is dan ook nadrukkelijk op deze regio gericht. In
Brabant die op orde dient te zijn, juist ook gezien de
het krachtenveld van nationale en internationale
krachtige verbinding tussen maakindustrie en kennis in
Noord-Brabant. De kracht van de provincie ligt in dit
verband bij het bij elkaar brengen van partijen, het leggen
van verbindingen en het faciliteren van wisselende
­partnerschappen.
Onderwijs is een thema dat niet tot de taken van de
Resultaten bestuursakkoord
provincie behoort, maar waarvan het regionale belang
‘Vertrouwen in Brabant’
wel door de provincie onder de aandacht van spelers in
programma ‘Bereikbaar Brabant’
het veld en de rijksoverheid kan worden gebracht. Wij
zijn dan ook verheugd met het gezamenlijke initatief van
Fontys Hogescholen, Avans Hogeschool, Universiteit van
Zuidoostvleugel BrabantStad (Brainport)
Tilburg, de Technische Universiteit van Eindhoven en
In de Zuidoostvleugel van BrabantStad werkt de
de NHTV om te komen tot een gezamenlijk Hoger
provincie samen met overheidspartners, bedrijfs­
­Onderwijsplan Brabant. De instellingen wijzen op de
leven en kennisinstellingen aan een gebiedsgerichte
duidelijke verbindingen tussen de Agenda van Brabant
opgave: versterking van de Brainportregio als
en het Hoger Onderwijsplan Brabant. Zij stellen dat een
Europese toptechnologieregio. Bereikbaarheid
gezamenlijke aanpak in dezen een uitstekend uitgangs­
(de Ruit rond Eindhoven; het Rijk zal € 254 miljoen
punt is om van Noord-Brabant een nog belangrijker
bijdragen), natuur, water, wonen en werken (ken­
kennis- en innovatieregio te maken dan deze al is.
nisontwikkeling, technologie en hoogwaardige
maakindustrie) worden integraal ontwikkeld.
Vrije tijd, leisure en recreatie
Voor Brainport Oost hebben Rijk en regio op 15
De provincie Noord-Brabant ziet belang van de sector
februari 2010 een afsprakenkader ondertekend.
recreatie en vrije tijd in het kader van de revitalisering
van het platteland als ‘meekoppelend belang’ voor
Proeftuin Weg van de Toekomst
realisatie van de visie en ambitie van de Agenda van
De provincie Noord-Brabant start eind 2010 met
Brabant. Voor de regio Midden Brabant is het thema
de aanleg van een innovatieve en duurzame
‘leisure’ specifiek van belang, gezien de hoge concen­tratie
weg op basis van ideeën van bedrijfsleven, over­
aan grootschalige vrijetijdsvoorzieningen zoals De Efteling
heid en andere partners: de N329 Weg van de
en Beekse Bergen. Zowel via het reconstructiebeleid voor
Toekomst. Hierbij wordt intensief samengewerkt
een vitaal ­platteland, als via gebiedsgerichte initiatieven
met de gemeente Oss, de markt en omwonenden.
proberen wij kansen op dit vlak te benutten, passend bij
Deze integrale samenwerking gaat over infra­
onze kerntaken en -rollen. De provincie voert daarnaast
structuur, maar ook over het verbeteren van sociale,
geen separaat beleid inzake vrije tijd/leisure.
culturele en ecologische kwaliteiten op en rond
de weg. Eind 2012 wordt de weg opgeleverd.
45
economie, is van essentieel belang voor een duurzame
ontwikkeling van de regio. We hechten in Brabant
veel waarde aan wat we, met een knipoog naar de
Resultaten bestuursakkoord
­Ecologische Hoofdstructuur, zouden kunnen aanduiden
‘Vertrouwen in Brabant’
als de Sociale Hoofdstructuur.
programma ‘Perspectiefrijk Brabant’
De provincie Noord-Brabant maakt geen separate sociale
agenda in het kader van de Agenda van Brabant. Wij
Slimme Zorg
zien de ­sociale kwaliteiten van Noord-Brabant als een
Er zijn slimme oplossingen nodig om de zorg
nood­zakelijke randvoorwaarde (een meekoppelend
in Brabant toekomstbestendig te maken. Een
belang) voor het realiseren van onze Agenda. Voor het
kansrijke oplossing is het toepassen van ICT in
sociale domein zien wij het als onze opdracht om vanuit
de zorg in huis. De provincie is daarom gestart
een integrale visie op Brabant tijdig zaken te signaleren,
met het project Slimme Zorg. De provincie heeft
agenderen en ‘kennen en verkennen’. Zodoende kan
een netwerk tot stand gebracht van samen­
worden bevorderd dat de primair verantwoordelijken
werkende (Brabantse) partners uit het bedrijfs­
voor het sociale domein de noodzakelijke initiatieven
leven, overheid, zorginstellingen en kennis­
en acties nemen. Uiteindelijk zal dit moeten leiden tot
instituten. Dat netwerk draait om zestien
daadwerkelijk regionale gebieds­agenda´s, waar sociale
investerings­projecten die in de periode 2009
opgaven integraal onderdeel van uitmaken.
tot 2011 verspreid over Brabant plaatsvinden.
Daarnaast investeert de provincie in het delen
Voor het signaleren en agenderen moeten wij adequaat
van opgedane kennis over ICT-toepassingen in
toegerust zijn. Dit betekent de beschikbaarheid van een
de zorg en licht ouderen en chronisch zieken
compacte, flexibele infrastructuur met stevige wortels en
voor over mogelijkheden die het mogelijk
­vertakkingen in Noord-Brabant. Hierbij hebben wij mee­
­maken om langer thuis te blijven wonen.
gewogen, dat deze organisaties zorg kunnen dragen voor
het “meekoppelen” van de sociale inzet voor onderwerpen
Monumenten: industrieel erfgoed
die in de Agenda van Brabant prioriteit hebben gekregen,
De restauratie-opgave in Noord-Brabant is
zoals de kwaliteit van de woon- en leefomgeving, het
groot. De provincie Noord-Brabant heeft in de
­be­geleiden van de krimp en het ­bevorderen van een
­afgelopen bestuursperiode talloze eigenaren
­gezonde leefomgeving. In de nieuwe werkwijze zal het
van monumenten geholpen de restauratie
aanbod vraaggericht gedefinieerd worden. Van de huidige
voor elkaar te krijgen. Een nieuwe categorie
instellingen vereist dit een g
­ rote mate van flexibiliteit.
monumenten is het industrieel erfgoed. Deze
cate­gorie is bijzonder omdat de eigenaren
Leefbaarheid platteland
­vaker bedrijven zijn en de restauratie-opgave
Het aantrekkelijke dorpenlandschap gecombineerd met
meestal complex is. Het gaat bijvoorbeeld om
krachtige en aantrekkelijke steden, is één van de sterktes
een rendabele herbestemming als onderdeel
van Noord-Brabant. De leefbaarheid van buurten, wijken
van gebiedsontwikkeling. De provincie heeft
en dorpen is daarmee onlosmakelijk verbonden. Leef­
de opgave in beeld gebracht, de problematiek
baarheid is primair een zaak van de inwoners van
geagendeerd en restauratie-projecten financieel
de buurten, wijken, dorpen zelf en daarnaast van de
ondersteund.
­gemeentelijke overheid. Wij hebben de afgelopen
­periode de leefbaarheid mede gefaciliteerd met
integrale dorpsontwikkelingsplannen (IDOP’s).
Gezien de Agenda van Brabant en de daarin opgenomen
kaders voor provinciaal handelen (o.a. bovenlokaal
Sociaal domein
en ­integraal) zijn met betrekking tot leefbaarheid twee
Met de Agenda van Brabant zetten wij in op Noord-­
­bewegingen te voorzien. Ten eerste de beweging om
Brabant als industriële kennis- en innovatieregio. Een
­leefbaarheidvraagstukken te integreren met integrale
­kenniseconomie is in hoge mate een ‘menseneconomie’.
­gebiedsopgaven in het ruimtelijk-economisch domein
Juist het verbinden van de Brabantse sociale tradities en
en ten tweede om leefbaarheidvraagstukken meer in
verbanden met de innovatieve kracht van de Brabantse
­regionaal perspectief te bezien.
46
Lodders
L
Statendag
S
L
Essent-essay
E
E
Merk Brabant
BrabantStad
culturele hoofdstad
S
L
S
regionale identiteit
cultureel erfgoed
L
regionale
landschappen
L
S
robuuste en
veerkrachtige natuur
L
E
internationaal profiel
topvoorzieningen
S
S
Brabants mozaïek
S
natuur vergroten
verbinden verbeteren
schone bodem,
water, lucht
E
S
L
L
S
S
Ruimte
overheid
L
campussen en
werklandschappen
E
E
top kennis
concurrerend
vermogen
Economie
robuust verkeer
en vervoersysteem
S
L
E
onderwijs
kennis
bedrijven en burgers
S
bedrijventerreinen
begeleiden
van de krimp
sociale infrastructuur
S
S
basiskennis
E
kwaliteit van woonen leefomgeving
wonen
gezonde
leefomgeving
S
In bijgaande figuur zijn de belangrijkste uitdagingen en opgaven
veilige
leefomgeving
L
S
E
vestigingsklimaat
geschoolde arbeid
voorzieningen
wordt een onderscheid gemaakt naar de kerntaken ­zoals benoemd
van de Agenda van Brabant schematisch weergegeven vanuit
door de commissie Lodders, de oriënterende ­uitspraken tijdens
de provinciale verantwoordelijkheid voor de kerndomeinen ruimte
de Statendag op 12 februari en de belangrijkste thema’s uit het
en economie. Telkens is aangegeven vanuit welk per­spectief
Essent-essay.
­belang wordt gehecht aan de uitdagingen en opgaven. Hierbij
3.3 Samenhang
1 Leidend voor onze ambitie is de nieuwe agenda van
nale economie en cultuur. Bij ruimte gaat het onder
meer om de zorg voor behoud en ontwikkeling van
Brabant, gericht op het realiseren van een complete
het Brabants mozaïek. Bij economie gaat het om
kennisregio en innovatie.
het versterken van het concurrerend vermogen van
2 Daarbinnen onderkennen wij een aantal provinciale
Brabant. Op het snijvlak van beide kerndomeinen
opgaven. Vanuit onze focus op het bijzondere vestigings-
zijn een aantal strategische opgaven te definiëren,
en leefklimaat van Brabant resulteren deze in een
zoals de ontwikkeling van campussen/werkland­
agenda voor de Provincie. De provinciale agenda is
schappen, ­regie op het verkeers- en vervoerssysteem
gericht op de eerder genoemde speerpunten, zoals
en de ­herstructurering van bedrijventerreinen.
‘robuuste en veerkrachtige natuur’, ‘concurrerend
4 Daarnaast zijn er diverse zogenoemde ‘meekoppelende
­vermogen van Brabant’, ‘regionale identiteit’, etc.
belangen’. Voorbeelden van meekoppelende belangen
3 De realisatie van deze provinciale agenda gebeurt
zijn sociale en culturele voorzieningen en onderwijs.
vanuit onze kerndomeinen ruimte en economie en
Maar denk ook aan toekomstbestendige zorg, arbeids­
de daarmee verbonden kerntaken op het gebied van
markt en integratie. Deze belangen zijn essentieel voor
ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, bereikbaarheid
realisatie van de agenda van Brabant. Ze horen bij het
van de regio en regionaal openbaar vervoer, regio­
totaalpakket van de c­ omplete kennisregio.
47
Meekoppelende belangen definiëren wij als noodzakelijke
Op dit terrein zal de provincie Noord-Brabant verder
randvoorwaarden om de agenda van Brabant te realiseren.
moeten versterken in ‘kennen en verkennen’. Ofwel:
De aanwezigheid van sociale en culturele voorzieningen
weten wat er speelt in Brabant en in de wereld om
zorgen immers voor een hoge qualilty of life in Brabant.
ons heen. Middelen daarvoor zijn monitoring en
Hoewel de provincie geen probleemeigenaar is van deze
­(internationale) benchmarking van een breed scala
belangen, kan ze vanuit haar specifieke rol en positie als
aan gegevens over de toestand van de basis- en onder­
middenbestuur wel zorgen voor innovatie en samenwerking
scheidende kwaliteiten van de ­regio Brabant. Wat niet
tussen Brabantse partijen om deze belangen duurzaam te
wil zeggen dat we alles zelf gaan meten of zelf veld­
borgen. Zo vormt een sociale, gezonde en veilige leef­
onderzoek uitvoeren. Dit is eerder een taak voor partijen
omgeving de basis voor een goed vestigings- en leef­
zoals Telos en PON. Onze ­kerntaak ligt veel meer in
klimaat. De betrokkenheid van burgers bij hun woon- en
het bundelen en interpreteren van de gegevens. Op
leefom­geving (in de zin van verantwoordelijkheid nemen)
basis daarvan signaleren en agenderen we trends,
is een kwaliteit die zorgt voor behoud en versterking van
ontwikkelingen en knelpunten.
de ­Brabantse mozaïek.
Het gaat er dus niet om dat we de gaten moeten vullen
Een regionaal bestuur met voldoende massa en bestuurs­
die andere, verantwoordelijke (mede)overheden of
kracht is nodig om betrokken nationale, regionale en inter­
organisaties laten vallen. Maar juist in Brabant liggen
nationale stakeholders uit overheid, economie en samen­
er kansen als de provincie erin slaagt om een nieuwe,
leving te mobiliseren en activeren tot een effectieve en
meer innovatieve rol te vervullen. Een rol waarbij we -
grensoverschrijdende strategie in het kader van de nieuwe
vanuit de integrale agenda - partijen bij elkaar brengen,
agenda. Zeker wanneer probleemeigenaren niet direct
slimme verbindingen leggen en nieuwe, wisselende
zijn geïdentificeerd of de belangen zodanig cruciaal zijn
partnerschappen faciliteren. Dat geldt bijvoorbeeld
voor het welslagen van de ambitie van Brabant als kennis-
ten aanzien van het voor de Agenda van Brabant zo
en innovatieregio. De provinciale taak of rol kan verschil­
belangrijke onderwijs. Er zijn in Brabant ontmoetings­
len per ‘type’ meekoppelend belang. De provincie bepaalt
punten tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven,
voor ieder meekoppelend belang of ze steviger wil inste­
maar het zou goed zijn om voor vraagstukken zoals
ken, wanneer dit de kans op ruimtelijk-economisch succes
voor Brabant vergroot.
3.4 Signaleren en agenderen
De ‘meekoppelende belangen’ hebben dus een grote
impact op de toekomst van Brabant als kennis- en inno­
vatieregio. Daarom is het noodzakelijk om helder zicht
te hebben en te houden op de ontwikkeling ervan.8
De ­provincie heeft daartoe een signalerende en agen­
derende rol. Ze bevordert en stimuleert dat anderen
­(degenen die verantwoordelijkheid dragen voor het
meekoppelende belang) de initiatieven nemen die
­noodzakelijk zijn.
8 Initiatieven op dit vlak worden reeds ondernomen. Zo heeft de
Provincie Noord-Brabant een werkgroep Brabantse Kennis­
investeringsagenda ingesteld, die bezig is met het opstellen
van een Kennisinvesteringsagenda (KIA) voor Noord-Brabant.
De werkgroep bestaat uit de Provincie Noord-Brabant, SER
Brabant, Stichting Brainport en NV BOM. Model voor deze
provinciale KIA staat de nationale KIA, die in 2006 het licht
zag.
9 Dit is een van de uitkomsten uit de ‘Tafels van Brabant’, waarin
de Commissaris van de Koningin met het Brabantse onderwijs­
veld van gedachten heeft gewisseld. De bijeenkomst vond
plaats op 4 maart 2010.
48
de afstemming onderwijs-arbeidsmarkt bij tijd en wijle
platforms, zodat agenda’s worden ontwikkeld voor de
meer focus aan te brengen. Hier ligt mogelijk een rol
regionale en provinciale ontwikkeling. Dat kan door
voor de provincie: door partijen aan tafel te brengen en
partijen bij elkaar te brengen die ieder hun bijdrage
hun aandacht te richten op de toekomst van Brabant.9
(ook financieel) kunnen leveren aan een beter vestigingsen leefklimaat in Brabant. Denk aan gemeenten, zorg-,
De provincie Noord-Brabant kan dan in een nieuwe
onderwijs- en maatschappelijke instellingen, woning­
vorm doen waar ze altijd sterk in is geweest. Innovatie
corporaties en het bedrijfsleven.
en samenwerking stimuleren in wisselende coalities of
Brabant combineert het beste van twee werelden. Stad
woon- en werkfunctie vervullen voor deze expats, al
en land liggen in elkaars verlengde.Vanuit de Brabantse
dan niet tijdelijk. De kwaliteit van de leefomgeving is
steden is er een vloeiende overgang naar omliggend
een bepalende factor als je het hebt over een begrip
groen gebied.Met de snel ontwikkelende hightech in
als vestigingsklimaat. Dat geldt voor bedrijven, maar
Brabant vestigen zich steeds meer bètawetenschappers
ook voor het hogere personeel. Met een slim hergebruik
uit de hele wereld in deze regio. De meeste bèta’s
van agrarische gebouwen is de hele regio geholpen.
zijn een ruraal georiënteerde groep mensen, met veel
behoefte aan natuur en landschap. Als gevolg van
het reconstructieproces in het Brabantse buitengebied
Bron: SRE, Provincie Noord-Brabant, Eindhoven en Helmond,
­komen steeds meer boerenbedrijven leeg te staan.
Urban Affairs & VHP, Het Geniale Landschap - ruimtelijke
Deze leeggekomen boerderijen kunnen prima een
­scenario’s voor de Brainport, 2007
4 Provinciale
rollen
1 Gebiedsautoriteit: de provincie is verantwoordelijk
voor de ontwikkeling van de regio Brabant
(als geheel of een deel daarvan);
De provincie Noord-Brabant is continu
2 Opdrachtgever voor de uitvoering: de provincie
in dialoog met gemeenten, waterschap-
is verantwoordelijk voor de uitvoering van haar
pen, maatschappelijke organisaties en
­wettelijke taken en voor de uitvoering van boven­
het bedrijfsleven. Doel: de gewenste
langetermijnontwikkeling van Brabant
lokale opgaven.
3 Systeemtoezichthouder en kwaliteitsbewaker: naast
als complete kennis- en innovatieregio
een adequate uitvoering van haar wettelijke toezicht­
stimuleren, de bijpassende beleids­
staken, voelt de provincie zich in algemene zin
agenda formuleren en richting geven
­verantwoordelijk voor een goed functionerende
aan de uitvoering daarvan.
­Brabantse samenleving.
Als provincie zijn wij kaderstellend op
regionaal niveau. We richten ons alleen
Vanuit onze rol als gebiedsautoriteit zijn wij verantwoor­
op (boven)regionale opgaven waarvan
delijk voor een inhoudelijk scherpe langetermijnvisie op
wij vanuit ons provinciaal belang
de toekomst van Brabant als kennis en innovatieregio.
­probleemeigenaar zijn, en waarbij de
We borgen de Brabantse kwaliteiten, scheppen ruimtelijk-
toegevoegde waarde van de provincie
economische condities en agenderen waar nodig. Wij
duidelijk aantoonbaar is. We onthouden
initiëren en regisseren integrale gebiedsopgaven die
ons van directe interventies in het
bijdragen aan de langetermijnvisie. Daarvoor b
­ rengen
­gemeentelijk domein. We zijn ook
wij de noodzakelijke partijen bij elkaar en ­verbinden we
­terughoudend ten aanzien van het
verschillende belangen op vernieuwende wijze. Waar
­interbestuurlijk toezicht op gemeenten.
nodig maken wij gebruik van onze doorzettingsmacht.
4.1 Kernrollen
De provincie Noord-Brabant heeft ons helder geprofileerd,
zowel qua kern­domeinen en provinciale kern­taken als
op inhoudelijk gebied, door ons te verbinden aan de
De provincie Noord-Brabant verbindt
agenda van ­Brabant en een daarvan afgeleide agenda
op een vernieuwende wijze gemeenten,
voor de ­Provincie. Nu komt de provincie Noord-Brabant
bedrijven en maatschappelijke partijen
bij de vraag of we ook een heldere, onderscheidende
met elkaar. Zij zijn het die op de werk-
rol kunnen spelen.
vloer van de Brabantse samenleving het
beslissende verschil moeten maken.
Kan de provincie haar rol invullen en beschikt ze over
Partijen in Brabant weten elkaar goed
de instrumenten om het verschil te kunnen maken?
te vinden. Ze komen gezamenlijk tot
Ofwel: heeft ze realisatie/doorzettingsmacht? Daarbij
vele initiatieven en projecten die veel
gaat het om regelingen en verordeningen, maar ook om
betekenen voor de ruimtelijke en econo-
het inzetten van ‘gezag’. Met gezag bedoelen we dat
mische ontwikkeling van de regio. Het
de provincie - zonder formele basis - ontwikkelingen in
samenwerkingsverband BrabantStad
beweging kan brengen, bijvoorbeeld door partijen bij
(waarin provincie en B5 samen optrek-
elkaar te brengen (‘vermogen om krachten te bundelen’).
ken) is een goed voorbeeld. Maar ook
de reconstructie­commissies, die onder
Het rapport van de stuurgroep Kerntaken onderscheidt
regie van de ­provincie werken aan een
in hoofdlijnen 3 kernrollen voor de provincie. Kader
vitaal en leefbaar platteland, zijn een
hiervoor is dat de provincie zelfbewust haar eigen
voorbeeld van verbindend besturen.
plaats kiest, zonder op de stoel van het Rijk of de
­gemeente te gaan zitten. De provinciale positie staat
­altijd in relatie tot de taken en verantwoordelijkheden
van Rijk en gemeenten. Dit zijn de 3 kernrollen:
51
Als opdrachtgever voor uitvoering leggen wij uitvoeren­
• Voorafgaand aan provinciaal handelen geven we
de taken zoveel mogelijk bij andere instanties. Dat
­duidelijk aan vanuit welke invulling van de rol als
­gebeurt uiteraard vanuit een professioneel opdracht­
­gebiedsregisseur (van ‘autoriteit’ tot ‘verbinder’) we
geverschap.
de opgave aanpakken en partners bij het proces­
­betrekken. Per kernopgave is bekend vanuit welke
Als toezichthouder hebben wij een terughoudende
­rolopvatting ten aanzien van gemeenten. Horizontale
verantwoording (B&W naar Gemeenteraad en GS naar
PS) en kwaliteitsborging staan voorop. Wij signaleren/
initiëren eventuele onvolkomenheden bij gemeenten.
­positie we handelen.
• De provincie vult haar rol in op basis van een wettelijke
taak en afgeleide bevoegdheden.
•Wanneer wij geen bevoegdheden of wettelijke taken
hebben, pakken we alleen opgaven op wanneer
deze bijdragen aan de realisatie van de agenda
Als kwaliteitsbewaker bieden wij waar nodig in beperkte
van Brabant, probleemeigenaren niet duidelijk
mate ondersteuning aan gemeenten. Wij stimuleren
­geïdentificeerd of aanwezig zijn, en/of partners
­regionale samenwerking van gemeenten. Bij voldoende
ons daarop aanspreken.
bestuurs- en r­ealisatiekracht van samenwerkende gemeen­
• Als gebiedsautoriteit zetten we de volgende middelen
ten op ­regionaal niveau hebben we meer mogelijkheden
in: ons wettelijk instrumentarium, het kaderstellend
om op bovenregionaal niveau zaken op te pakken. Dit
­beleid en financiën, en (daarvan afgeleid) personeel.
is wel afhankelijk van de maatschappelijke opgaven.
• We sturen actief op samenhang, proces en resultaat
(outcome). We verantwoorden ons achteraf over de
behaalde resultaten.
4.2 Uitgangspunten kernrollen
In de volgende paragrafen maken we de hoofdlijn van
Rol toezichthouder/kwaliteitsbewaker
de kernrollen verder concreet in uitgangspunten voor de
• De gemeentelijke bestuurslaag moet een volwassen,
rolinvulling.
zelfredzame bestuurslaag zijn. Zij is zelf verant­
woordelijk voor een bestuurskrachtige en financieel
Rol gebiedsautoriteit
• De invulling van de rol van gebiedsautoriteit/gebieds­
gezonde gemeentelijke huishouding.
• We schrappen het merendeel van de specifieke toe­
regisseur kent verschillende gradaties: van autoriteit
zichtinstrumenten en herzien (revitaliseren) generieke
tot verbinder en partner. Die range is afhankelijk van
instrumenten. Een aantal specifieke instrumenten blijft
de mate waarin de provincie daadwerkelijk wettelijke
behouden, zoals het financieel toezicht en het toezicht
­taken en bevoegdheden heeft, probleemhouder is
op de waterschappen.
en/of kaderstellende en integrale verantwoordelijk­
• Dubbel toezicht wordt (zo veel mogelijk) afgeschaft.
heden heeft.
• Op beperkte schaal pakken we een rol in kwaliteits­
• Het schaalniveau waarop de rol van gebiedsautoriteit
bevordering.
van gebiedsautoriteit wordt uitgeoefend, is boven­
lokaal of regionaal/landsdelig.
Uitgangspunten rol toezichthouder:
• De provincie is probleemhouder. We handelen vanuit
• De provincie gaat in beginsel uit van sober toezicht
een inhoudelijke en integrale verantwoordelijkheid
(op afstand). We laten de verantwoordelijkheid zo
voor de provinciale belangen.
• Vanuit onze rol als gebiedsautoriteit stimuleren wij
veel mogelijk waar deze behoort te liggen.
• De provincie houdt waar mogelijk toezicht op de
­regionale strategische samenwerking tussen over­
­systemen en processen, strategieën en procedures
heden en andere betrokken partijen. Ook stimuleren
die de kwaliteit van uitvoering structureel borgen
we het gezamenlijk oppakken van strategische
­(systeemtoezicht). In beperkte bezoeken controleren
­thema’s, passend bij de agenda van Brabant.
we of het systeem werkt in de praktijk.
• De provincie voert risicoanalyses uit. We gebruiken
Uitgangspunten rol gebiedsautoriteit:
• Voorafgaand aan provinciaal handelen geven we
­duidelijk aan welke (integrale) doelstellingen met de
de resultaten daarvan om de mate van toezicht te
­bepalen (gedifferentieerd toezicht).
• De provincie beperkt de bestuurlijke last door de
opgave gerealiseerd moeten worden. Deze doel­
­informatievraag zo efficiënt mogelijk vorm te geven.
stellingen worden zoveel mogelijk ‘afrekenbaar’
We communiceren vooraf hoe we toezicht houden,
­geformuleerd.
­volgens welke criteria, en volgens welke procedure we
interveniëren. We koppelen onze bevindingen terug.
52
• De provincie intervenieert waar nodig voortvarend
• Als opdrachtgever is de provincie op de hoogte
met het generieke instrument ‘schorsen en vernietigen’.
van de belangrijkste strategische ontwikkelingen op
Dat doen we als er sprake is van strijd met het
het betreffende beleidsterrein en onderhoudt daartoe
­algemeen belang of met het recht. Het generieke
een netwerk. De provincie heeft marktkennis over de
­instrument ‘in de plaats treden’ passen we toe als
er sprake is van niet of gebrekkig uitvoeren van
­wettelijke taken.
• Interventies lopen stapsgewijs op in zwaarte. Waar
mogelijk draagt de provincie hierbij fundamentele
belangrijkste aanbieders en producten;
• Bestuurlijk-politieke aspecten en de positionering van
de provincie hebben een belangrijke rol in de op­
drachtverlening;
• Voorafgaand aan de opdrachtverlening onderzoekt
­verbeterpunten aan die uitzicht bieden op een
de provincie of hierbij samenwerking met gemeenten
­structurele verbetering (‘voldoende’), zonder daarbij
of andere maatschappelijke partners wenselijk is
op de stoel van een gemeente te gaan zitten.
(governance);
• De provincie blijft goed zichtbaar voor de uitvoering
Uitgangspunten rol kwaliteitsbewaker
• De betreffende gemeente verkeert in een uitzonder­
lijke situatie en verzoekt zelf om ondersteuning.
• Provinciale belangen of de realisatie van provinciale
opgaven worden geschaad door het functioneren van
een gemeente.
ook bij het op afstandplaatsen van uitvoeringstaken;
• Flexibiliteit in opdrachtverlening. Met ruimte en open
oog voor bijsturing, actualisatie en overleg met maat­
schappelijke partners;
• Provincie gaat overeenkomsten aan met opdracht­
nemers die transparant en resultaatgericht zijn.
• De uitvoering van wettelijke gemeentelijke taken komt
in gevaar.
• De dienstverlening aan burgers, bedrijven en maat­
4.3 Ontwikkelpunten
schappelijke instellingen komt onder het verantwoorde
Wij stellen vast dat we het nodige in huis hebben om
kwaliteitsniveau.
het verschil te kunnen maken en de agenda voor de
• De gemeente kan geen adequate positie meer
­Provincie te realiseren. Deze vaststelling baseren we
­innemen in de regio (RRO’s, reconstructiecommissies,
op de h
­ ierboven geschetste kernrollen en bijbehorende
GGA, zorgregio’s etc.).
­rol­invulling, en de eerder genoemde provinciale kern­
• De ondersteuning draagt bij aan het duurzaam weg­
domeinen (ruimte en economie) en kerntaken. Des­
nemen van knelpunten. Ze heeft een tijdelijk karakter
ondanks moeten we op een aantal punten nog wel
en is gekoppeld aan (contractueel vastgelegde)
een ontwikkelslag maken:
­heldere resultaatverplichtingen (“voor wat hoort wat”).
1 een krachtiger invulling van ­provinciale
Rol opdrachtgever uitvoering
We beleggen als provincie uitvoerende taken en
diensten bij externe organisaties, vanuit professioneel
opdrachtgeverschap: deskundig, transparant en
­rollen;
2risico’s nemen en doorzetten;
3verantwoordelijkheidsverdeling centraaldecentraal.
resultaatgericht;
• We houden strategische uitvoeringszaken zo veel
1 Invulling van provinciale rollen
mogelijk zelf in huis, zoals visie- en planontwikkeling
Door de stuurgroep Kerntaken zijn 3 provinciale rollen
en politiekgevoelige uitvoeringstaken. Operationele
gedefinieerd: gebiedsautoriteit, opdrachtgever voor de
uitvoeringszaken worden op afstand geplaatst;
uitvoering en systeemtoezichthouder. Bij de invulling
• We zijn als provincie helder over taken, bevoegd­
heden en verantwoordelijkheden van opdrachtgever
van deze rollen staan de volgende grote ‘bewegingen’
centraal:
en opdrachtnemer;
• We opereren vanuit een resultaatgericht sturings­model
en leggen verantwoording af over opdracht en
resultaat
• gebiedsautoriteit:
van sectoraal- naar g
­ eïntegreerd sturen;
• opdrachtgever voor uitvoering:
van zelf doen naar professioneel opdracht-
Uitgangspunten rol opdrachtgever
• De provincie draagt zorg voor een effectieve en
efficiënte uitvoering van taken;
geverschap;
• systeemtoezicht/kwaliteitsbewaking:
van specifiek toezicht naar systeem- en
kwaliteitsgericht toezicht.
53
­profiel en een daarop ingerichte provincieorganisatie
3 Verantwoordelijkheidsverdeling
centraal - decentraal
te kunnen realiseren. Daar zitten de echte winst en de
Hierbij gaat het zowel over de relatie tussen de provincie
ontwikkelkansen. We moeten bestuurskracht borgen
en de rijksoverheid, als over de relatie tussen de provincie
door krachtig te opereren in de drie rollen. Geld als
en de gemeenten. Tussen de overheidslagen is er te veel
middel om ‘invloed te kopen’ is daarvoor op lange
sprake van overlap, dubbel werk, competentiestrijd en
­termijn niet het geschiktste instrument. Bestuurskrachtig
‘verneveling’ van verantwoordelijkheden. Hier moet
middenbestuur heeft evenmin te maken met het zelf
met nieuwe ambitie en waar nodig drastisch worden
­uitvoeren op onderdelen die tot de bevoegdheid van
­ingegrepen. Dat moet gebeuren overeenkomstig het
gemeenten of waterschappen behoren.
adagium dat ‘decentraal wat kan, alleen centraal wat
Deze bewegingen vormen de sleutel om het nieuwe
moet’. En volgens de sturingsfilosofie dat het beleid
Vooraf moet de provincie duidelijke kaders en tijds­
scherp gedefinieerde belangen moet dienen.
paden formuleren waarbinnen regionale partijen tot
­uitvoering kunnen komen. Ook moet helder zijn dat de
Een van de sleutels ligt in een duidelijke verdeling van
provincie doorpakt bij verstek. Wel is duidelijk dat de
verantwoordelijkheden tussen de overheidslagen. Zo
provincie voor uitvoering afhankelijk is van deze part­
moeten de provincies ervan doordrongen zijn dat hun
ners. Het komt er dus op aan om het proces van besluit­
rol in de eerste plaats een strategische is. Bestuurlijke
vorming en uitvoering zo in te richten, dat er adequaat
drukte en onnodige bemoeizucht met het lokale bestuur
draagvlak is voor de realisatie van de gestelde doelen.
moeten we voorkomen. Taken die tot het domein van
gemeenten behoren, laten we ook aan de gemeenten.
Onze partners zullen de 1e beweging (van sectoraal-
Met de Agenda van Brabant zetten we een belangrijke
naar geïntegreerd sturen) als cruciaal zien. Het betreft hier
stap in deze richting.
de ontwikkeling richting een provincie met een integrale
focus en een organisatie met één gezicht en koers. Deze
In onze verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het
beweging is ook een belangrijke randvoorwaarde voor
openbaar bestuur in Noord-Brabant willen we onder­
het succesvol realiseren van de 2 andere bewegingen.
strepen dat we de eigen verantwoordelijkheid van
­gemeenten als vertrekpunt hanteren. We zijn positief
dat gemeenten in regionaal verband steeds meer samen
2 Risico’s nemen en doorzetten
optrekken bij het oppakken van opgaven. De provincie
Het verbinden van partijen en belangen zit de provincie
hecht waarde aan een kwalitatief krachtige Brabantse
Noord-Brabant in de genen. Er is veel ‘draadkracht’ in de
overheid. In overleg met de VBG wil de provincie
­Brabantse samenleving. Betrokken partijen hebben echter
gezamenlijk ­kijken wat we kunnen doen om de
niet altijd gelijke belangen. Dit kan leiden tot patstellingen
kwaliteit van het openbaar bestuur in Noord-Brabant
of geschillen. Dan is het zaak daadkracht te tonen. De rol
te versterken.
van proactieve en zelfbewuste gebiedsregisseur/­autoriteit
betekent dus ook: risico’s nemen en doorzetten. ‘Draad­
kracht’ waar mogelijk, daadkracht waar nodig!
Daarnaast is er behoefte aan een eigen ontwikkelings­
agenda, vanuit eigen gebiedsgerichte waarden en de
eigen kracht. De provincie stelt zich nu nog te afhankelijk
op ten opzichte van wat zich uit de omgeving aandient.
‘Regie’ alleen zet vaak onvoldoende zoden aan de dijk.
Vandaar het pleidooi voor een ‘producerende’ provinciale
rol. Dat betekent overigens niet per definitie dat de
­provincie ook uitvoerder moet zijn van het beleid. Deze
benadering sluit aan bij pleidooien voor een sterkere
provinciale rol in de regio (‘opdrachtgeverschap’).
­Bestuurlijke durf en een meer proactieve mobilisering van
partijen kan in sommige gevallen het verschil ­maken. We
moeten vaker laten zien dat het anders kan en rondom
speerpuntprojecten meer integraal ­beleid ­organiseren.
54
Bijlage 1
Provinciale
kerntaken
uimtelijke ontwikkeling en
R
­inrichting
• Integrale aanpak van de ruimtelijke ontwikkeling in
de regio. Koppelingen tussen fysieke, leef­omgevings-,
sociaal-economische en sociaal­culturele kwaliteiten.
• De provincie draagt bij aan de bereikbaarheid ‘in’
en ‘van’ Brabant door integrale planvorming (ook
voor andere wegbeheerders in het gebied), aanleg
en onderhoud van provinciale wegen als onderdeel
van het grotere wegennetwerk.
• Initiëren van ontwikkelingen, integreren van belangen,
• De provincie zorgt voor afstemming van het beleid
regie over de gebiedsontwikkeling, en de inrichting
met andere wegbeheerders. We werken daarbij
en verantwoordelijkheid voor de organisatie van de
uitvoering.
• Regionaal sturende rol met betrekking tot de woningvoor­
aan robuuste weg- en OV-netwerken.
• De provincie organiseert het regionaal openbaar
­vervoer door middel van concessieverlening.
raad. Vertalen van het nationale waterbeleid naar de
­regio. Uitvoering vindt plaats door de waterschappen,
binnen de kaders die door de ­provincies zijn vastgesteld.
Regionaal economisch beleid
Als een bredere maatschappelijke ­afweging noodzakelijk
• Ontwikkelen van een gunstig vestigingsklimaat
is, hebben de provincies - ­beperkte - uitvoerende taken.
• Toezicht op de uitvoering van het beleid door de
­waterschappen.
voor specifieke economische activiteiten in relatie
tot mondiale ontwikkelingen, inclusief regionaal
­arbeidsmarktbeleid, waarbij de provincie een
­makelaarsrol op zich neemt tussen overheid,
­organisaties en ondernemers.
Vitaal Platteland
• De provincie is verantwoordelijk voor de inrichting
van het landelijk gebied. Daarvoor maken we
• De provincie heeft een rol bij het plannen van nieuwe
bedrijventerreinen in de provinciale structuurvisie.
• De provincie stimuleert gebiedsspecifieke economische
­integraal beleid voor natuur, recreatie en toerisme,
ontwikkelingen en innovatie van de provinciale
landschap, structuurversterking van de landbouw
­(kennis)economie, binnen de ­randvoorwaarden
en leefbaarheid. Dat stemmen we integraal af met
van door het Rijk opgestelde programma’s.
de ­uitvoering van het provinciale water en milieu­
beleid.
de uitvoering van dat beleid door de verschillende
ulturele infrastructuur
C
en ­monumentenzorg
partijen (gemeenten, maatschappelijke ­organisaties).
• De provincie waarborgt diversiteit en spreiding van
• De provincie is verantwoordelijk voor de kwaliteit van
Daar voeren we regie op.
• Het Rijk beperkt zich tot het stellen van nationale
­kaders (stelselverantwoordelijkheid), zoals de strate­
gische nationale ruimtelijke planning en het stellen
van doelen voor het natuurbeleid.
cultuur in de regio.
• Ondersteuning van gemeenten bij taken op het ­terrein
van erfgoed en archeologie.
• Gezamenlijke aanpak voor de restauratie van rijks­
monumenten. De provincie heeft daarnaast een rol bij
de uitvoering van gebiedsgerichte m
­ onumentenzorg.
• Tweedelijnsondersteuning cultuurparticipatie en
Milieu, energie en klimaat
• Integrale beleidsontwikkeling en uitvoering, gericht
op een schone en veilige leefomgeving, gezondheid,
­biodiversiteit, sociale ontwikkeling en een ­innovatieve,
duurzame economie.
­regionale spreiding (toegankelijkheid).
• Instandhouding van ten minste één regionale ­publieke
omroep.
• Uitvoering van de Archiefwet en uitvoering van de
Provinciale Archiefinspectie.
• Realiseren van doelen in de uitvoering van taken die
onder provincieverantwoordelijkheid vallen (lucht­
kwaliteit, geluid, veiligheid, bodem, openbaar vervoer,
Kwaliteit van het openbaar bestuur
ruimtelijke inrichting, vergunning­verlening).
• Procesverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het
openbaar bestuur op lokaal niveau.
• De provincie beziet periodiek (samen met gemeenten)
Bereikbaarheid van de regio
• De provincie is verantwoordelijk voor een samen­
de gemeentelijke bestuurskracht.
• De provincie is toezichthouder op de gemeenten.
hangend efficiënt en robuust- verkeer en vervoerssys­
­Alleen wanneer de provincie geen taak of expertise
teem met aandacht voor weg, water, spoor en (H)OV.
heeft op dat terrein, berust het toezicht bij het Rijk.
57
Voorzitter Gerrit Jan Swinkels van SER Brabant
“Met deze voorstellen zal het doel van een provincie met een krachtig en ­eigentijds
­profiel worden gerealiseerd.” SER Brabant houdt een pleidooi voor krachtig flankerend
landbouwbeleid om de nood­zakelijke verduur­zaming van de agrofood sector te realiseren.
Directeur Nol Verdaasdonk van de Brabantse Milieufederatie (BMF)
“Wij ondersteunen de provinciale inzet op versterking en uitbouw van ­innovatieve
­economische clusters, want die leveren schone werkgelegenheid én inkomsten.”
Voorzitter Thijs Kuipers van de Brabantse Netwerkbibliotheek
“Er worden gezamenlijk nieuwe diensten en producten ontwikkeld en er wordt
professionele ­ondersteuning geboden op het gebied van marketing en ICT. Deze
samenwerking en ondersteuning zijn cruciaal in een periode waarin de bibliotheek
door de opkomst van nieuwe media sterk in beweging is. Als de provincie NoordBrabant zou besluiten deze zaken niet meer te ­subsidiëren, dan heeft dat direct
gevolgen voor de dienst­verlening aan de klanten en gebruikers van de b
­ ibliotheken.”
Programmamanager Eunice Lionarons van Palet
“Wij hebben begrip voor het feit dat de provincie voor een zware opgave staat.
­Stimulering van economie kan echter niet zonder integratiebeleid.”
Fontys Hogescholen, Avans Hogeschool, NHTV, TU Eindhoven
en Universiteit van Tilburg
De Agenda van Brabant en het plan Hoger Onderwijs Brabant hebben duidelijke
verbindingen, vanuit met name de thema’s maintenance, transitie-energie, sociale
­innovatie, woon- en leefklimaat en ondernemerschap.”
Wim Thuis, CDA
“De Agenda van Brabant geeft energie en toont betrokkenheid. We moeten wel de
balans vinden in de uitwerking. Het verenigingsleven is de kern van Brabant. We
zijn dan ook vóór het behoud van ondersteuning aan vrijwilligersorganisaties en
­ouderenverenigingen.”
Hermen Vreugdenhil, CU-SGP
“Durven we scherpe keuzes te maken en los te laten? Taken over te laten aan rijk
en ­gemeenten? Het voortbestaan van provincies staat op de helling. Juist daarom moet
het nu over onze kerntaken gaan. We laten taken los, maar ­pakken de regie waar het
nodig is.”
Aloysia Jetten, Brabantse Partij
“Onze regio komt er na een slechte tijd altijd weer goed uit. Op kale grond groeit
niks, dus je moet veel doen om te overleven. Daarom zijn de Brabantse boeren zo
creatief. We moeten kiezen voor kwaliteit, voor onze eigen Brabantse agrosector.”
Evert van Schoonhoven, GroenLinks:
“De beleidseffecten van bezuinigingen, maar ook voor investeringen zijn soms
­moeilijk zichtbaar te maken. Het is daarom goed om alert te zijn op onbedoelde
en ongewenste effecten.”
Deel 2
Afronding
­takendiscussie
Profielversterkend
ombuigen
Inhoud
1 Historie takendiscussie Provinciale Staten
64
2 Profielversterking als kader
65
3 Profielversterkend ombuigen
66
4 Gevolgen voor personeel en organisatie
68
5R
elatie tot medeoverheden en
maatschappelijke partners
69
63
1H
istorie takendiscussie
Provinciale Staten
gegeven op basis van deze richtinggevende uitgangs­
punten en met gebruikmaking van het door de stuurgroep
ontwikkelde afwegingskader, voorstellen te doen ter
Interne takendiscussie provincie
afronding van de takendiscussie.
Noord-Brabant
In de vorige bestuursperiode (2003 – 2007) hebben
Provinciale Staten de Stuurgroep Kerntaken ingesteld om
voorstellen te doen ten behoeve van een te voeren taken­
discussie. De stuurgroep Kerntaken heeft hierop een
­rapport uitgebracht dat door Provinciale Staten besproken
is. In het Bestuursakkoord 2007 – 2011 is vervolgens
­opgenomen dat de takendiscussie voortgezet en afgerond
moet worden. Dit heeft er, mede ter uitvoering van het
amendement van 27 juni 2008, toe geleid dat een ver­
volgopdracht aan de stuurgroep Kerntaken is gegeven
om een kerntakendiscussie in de Staten voor te bereiden.
De stuurgroep heeft deze opdracht als volgt opgepakt:
• Er is een visie geformuleerd op de positie van de
­provincie Noord-Brabant als middenbestuur.
• Er is een van deze visie afgeleid afwegingskader voor de
beoordeling van (toekomstige) provincietaken ­opgesteld.
• Het (huidige) provinciale takenpakket is geïnventari­
seerd, geanalyseerd en conclusies en aanbevelingen
zijn geformuleerd als basis voor een door Provinciale
Veranderde context takendiscussie
Staten te voeren discussie.
Medio 2009 werd duidelijk dat de context waarin de
­provincie Noord-Brabant de discussie over haar taken
Belangrijk vertrekpunt voor het werk van de Stuurgroep
voerde, stevig veranderd was. De discussie over de rol,
Kerntaken vormde het Bestuursakkoord Rijk-Provincies, en
verantwoordelijkheden en toegevoegde waarde van de
het hieraan ten grondslag liggende rapport Ruimte, Regie
provincies laaide op en de noodzaak van het rijk, mede
en Rekenschap van de commissie decentralisatievoor­
door de gestegen uitgaven vanwege de kredietcrisis, om
stellen provincies (hierna te noemen: cie. Lodders). Hierin
de komende jaren ingrijpend te bezuinigen heeft er toe
staat als uitgangspunt verwoord dat provincies samen
geleid dat ook de financiële situatie van de provincies de
met rijk en gemeenten de decentrale eenheidsstaat
komende jaren onder druk staat. De interne takendiscussie
­vormen. Er is geen hiërarchie tussen de bestuurslagen.
van de Provincie Noord-Brabant kan niet los worden
De provincies hebben een open huishouding: zij voeren,
gezien van deze externe ontwikkelingen.
naast de taken die zij in medebewind uitoefenen, op
­eigen initiatief taken uit.
Over deze ontwikkelingen zijn Provinciale Staten per brief
de dato 23 december 2009 geïnformeerd (voortgang
In april 2009 heeft de stuurgroep haar rapportage op­
‘Agenda van Brabant’). In de brief heeft het college van
geleverd. Het rapport heeft als uitgangspunt gediend
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant drie vertrek­
voor een op 10 juli 2009 gehouden statendebat. In het
punten geformuleerd van waaruit de discussie over taken
bijbehorend besluit hebben Provinciale Staten een vijftal
vervolgens verder is voorbereid:
richtinggevende uitgangspunten vastgesteld voor de rollen
en taken van de provincie Noord-Brabant:
a Helder en herkenbaar profiel
b Integraal perspectief
c Toegevoegde waarde
d Ieder zijn verantwoordelijkheid
e Samenwerking
• De Agenda van Brabant: heroriëntatie op de maat­
schappelijke uitdagingen en kernopgaven voor de
­Provincie Noord-Brabant en de daar aan te koppelen
­taken en investeringen;
• De interne takendiscussie, zoals geïnitieerd door
­Provinciale Staten en voorbereid door de Stuurgroep
Kerntaken (zie hierboven);
Daarbij hebben Provinciale Staten aan het college van
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant de opdracht
64
• De externe takendiscussie, geïnitieerd door het IPO,
mede in reactie op de actuele politieke discussies over
het regionale omgevingsbeleid vanuit een ruimtelijk­
de positie van de provincies, die worden gevoerd naar
economisch perspectief.
aanleiding van het rapport Lodders en de door het
kabinet ingestelde heroverwegingscommissies.
• De kerntaken van provincies bevinden zich op het
­gebied van:
Tussenstand externe takendiscussie
- Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting
(w.o. waterbeheer)
In het najaar van 2009 is, onder leiding van het IPObestuur, door de gezamenlijke provincies een traject door­
- Milieu, energie en klimaat
lopen ­gericht op het realiseren van een scherp landelijk
- Vitaal platteland
provincieprofiel. Inzet van dit profiel is om te komen
- B
ereikbaarheid van de regio
tot een set van afspraken met het rijk over de aan het
- Regionaal economisch beleid
provincieprofiel te koppelen specifieke rollen, taken en
- Culturele infrastructuur en monumentenzorg
financiële middelen. Door de val van het kabinet is het
- Kwaliteit van het openbaar bestuur
lastig te voorspellen wanneer en vanuit welke inzet
gesprekken met het rijk ­gevoerd gaan worden.
Provincies hebben een wettelijke taak op het terrein van
Jeugdzorg.
Inmiddels zijn op 1 april jongstleden de rapporten van
Op sociaal gebied concentreren de provincies zich op
de Brede Heroverwegingscommissies openbaar gemaakt.
­periodiek signaleren en agenderen van vraagstukken en
Eén van deze commissies, onder leiding van Chris
tekortkomingen. De uitvoering ligt bij gemeenten.
­Kalden (directeur van Staatsbosbeheer), heeft zich
­bezig ­ge­houden met mogelijke bezuinigingen op het
Bij de uitvoering van de kerntaken, geldt een aantal
openbaar bestuur. De heroverwegingsrapporten zullen
­uitgangspunten:
­documenten ­vormen bij de aanloop naar de verkiezingen
en de daarop volgende kabinetsformatie. In de voorlopige
1 Helder en herkenbaar profiel: bovenlokaal
verkiezingsprogramma’s van vrijwel alle politieke partijen
De provincie Noord-Brabant geeft invulling aan haar
zijn elementen van bestuurlijke herinrichting, in meer of
wettelijke en autonome verantwoordelijkheden vanuit
minder uitgewerkte vorm, terug te vinden. Dit zal van
drie kernrollen:
­belang zijn voor de toekomstige rol, taken en (financiële)
- gebieds- of regioautoriteit;
positie van de Provincie Noord-Brabant.
- zorgdragen voor uitvoering;
- systeemtoezichthouder/kwaliteitsbewaker.
2 Profielversterking als kader
2 Integraal perspectief:
De veranderde context waarbinnen de takendiscussie
De provincie Noord-Brabant is verantwoordelijk voor een
gevoerd wordt, maakt het noodzakelijk dat de provinciale
evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de regio via
takendiscussie bijdraagt aan een profiel­­ver­heldering en –
een integrale aanpak van vraagstukken (people, profit,
versterking voor de Provincie Noord-Brabant. De door
planet). Het zwaartepunt van de provinciale verantwoor­
Provinciale Staten aan het college mee­gegeven richting­
delijkheid ligt op het terrein van ruimtelijk- economische
gevende uitgangspunten voor de taken­discussie, het advies
en culturele infrastructuur. Vanuit de integrale verantwoor­
van de commissie Lodders en het vanuit het IPO opgestelde
delijkheid voor de Brabantse samenleving wordt geen
profiel provincies komen op dit punt dan ook in belangrijke
domein op voorhand uitgesloten.
mate met elkaar overeen. Telkens wordt gepleit voor een
krachtig en zelfbewust provincieprofiel, waarin sprake is van
3 Toegevoegde waarde:
een heldere focus als het gaat om taken en rol­opvatting.
• Als gebiedsautoriteit ontwikkelt de provincie een
­integrale visie op Noord-Brabant.
De volgende profielversterkende uitgangspunten zijn
• De provincie Noord-Brabant focust op de uitvoering
daarom vertrekpunt geweest bij de verdere ­uitwerking
van die taken waarmee ze aantoonbaar het verschil
van de takendiscussie:
kan maken.
• De provincie Noord-Brabant gaat versnippering van
• Provincies hebben een autonoom bestuur. Zij kunnen op
provinciale inzet en middelen zoveel mogelijk tegen.
eigen initiatief taken uitvoeren en hun financiën inzetten
voor zover de nationale wetgever daarover niet anders
4
heeft beslist.
De provincie Noord-Brabant is scherp in het bepalen of
• Het zwaartepunt ligt bij de verantwoordelijkheid voor
Ieder zijn verantwoordelijkheid:
een taak een provinciale verantwoordelijkheid of een
65
verantwoordelijkheid van ­anderen betreft. Ze neemt geen
substantiële bezuinigingen is een opgave. De provincie
taken en verantwoordelijkheden van partners over.
Noord-Brabant heeft beide opgaven met elkaar verbonden.
Door een profielversterkend provinciaal basistakenpakket1
5 S amenwerking:
samen te stellen en voorstellen te doen voor het afbouwen
De provincie Noord-Brabant brengt partijen bij elkaar
en/of ‘dunner’ doen van taken, versterkt de provincie
om tot een gezamenlijke visie en afspraken te komen.
Noord-Brabant de komende jaren enerzijds haar profiel
Zij erkent dat veel ­maatschappelijke opgaven alleen
en geeft zij anderzijds invulling aan benodigde structurele
vanuit partnerschap en in samenwerking opgepakt
bezuinigingen (zie de bijlagen “Voorstellen takentransitie”
kunnen worden.
en “Voorstellen financiële ombuigingen bij takentransitie”).
Deze uitgangspunten resulteren erin dat de provincie
Ter realisatie van de profielversterkende ombuigingen is
Noord-Brabant alleen een taak heeft als:
de volgende werkwijze toegepast:
• De taak is gebaseerd op een van de kernrollen:
- gebieds- of regioautoriteit;
Stap 1
- zorgdragen voor uitvoering;
Voor elke productgroep van de begroting is een richting­
- systeemtoezichthouder/kwaliteitsbewaker
gevende bezuinigingstaakstelling (in %) over de structurele
• Het een wettelijke taak betreft, of
autonome middelen van de betreffende productgroep
• Een bovenlokale opgave betreft vanuit een provinciale
vastgesteld2 (zie bijlage “Voorstellen financiële om­
ruimtelijk-economische integrale gebiedsvisie (incl.
buigingen bij ­takentransitie”).
­cultuurhistorie en spreiding culturele voorzieningen), of
• Het een taak betreft op het gebied van de kwaliteit
De toegekende richtinggevende taakstellingspercentages
van het openbaar bestuur en toezicht (Wettelijke toe­
lopen uiteen van 15%, 25%, 40% tot 60%. Deze richting­
zichtstaak. Lodders-taak op het gebied van de kwaliteits­
gevende bezuinigingstaakstellingen zijn gemotiveerd
zorg openbaar bestuur), of
op basis van het hiervoor genoemde afwegingskader en
• Het een taak betreft die past binnen de provincie als
werken profielversterkend:
­opdrachtgever van de uitvoering in de regio.
• De taak niet tot structurele ondersteuning van
gemeenten leidt.
• Er op het betreffende taakgebied geen bestaande af­
spraken/initiatieven tussen rijk en gemeenten bestaan.
• Het een taak betreft waarmee de provincie daad­
• 15% is het minimumpercentage. Dit geldt voor alle
­productgroepen, ervan uitgaande dat door kritisch te
­kijken naar (de uitvoering van) het bestaande autonome
takenpakket 15% efficiency besparing op de autonome
inzet in alle gevallen gerealiseerd moet kunnen worden;
werkelijk het verschil kan maken.
• 25% is gehanteerd voor die productgroepen die welis­
waar kerntaken van de provincie omvatten, maar
3 Profielversterkend ombuigen
waarvoor relatief veel structurele autonome middelen
Het afwegingskader uit de vorige paragraaf is leidend
beschikbaar zijn en/of waar veel structurele middelen
geweest in het opstellen van voorstellen voor de afbouw-
uit doeluitkeringen voor ingezet worden. Zo valt de
en het anders organiseren van taken. De opgave voor
productgroep natuur- bos en landschap bijvoorbeeld
de provincie Noord-Brabant is echter niet alleen het
onder de 15% categorie omdat verhoudingsgewijs
­versterken van het eigen profiel. Ook het realiseren van
sprake is van weinig structurele middelen uit doel­­­uit­
1 In het werkdocument Statendag 12 februari is aangegeven dat
bezuinigingen zijn bovendien alleen over die structurele
de wettelijke taken en de provinciale taken die passen binnen
­autonome middelen berekend, waarover daadwerkelijk
de adviezen van de commissie Lodders, samen het provinciaal
­bezuinigd kan worden. Dat wil zeggen dat, bijvoorbeeld,
basistakenpakket vormen.
­kapitaallasten over reeds gedane investeringen, e.d., niet
2 Omdat er structureel bezuinigd moet worden, kan alleen
mee zijn genomen in de berekende bezuinigingstaak­
bezuinigd worden op de structurele autonome provinciale
stellingen, aangezien deze niet meer te beïnvloeden zijn.
­middelen. Omdat in 2014 vrijwel alle trajecten waaraan
De totale bezuinigingstaakstelling is uiteindelijk over circa
­tijdelijke autonome middelen gekoppeld zijn, ten einde zijn
€ 275 mln aan beïnvloedbare, structurele autonome
(bijv. programmagelden BA 2007-2011, Samen Investeren
mid­delen berekend.
in BrabantStad, e.d.), is 2014 als uitgangspunt genomen
voor de berekening van de structurele autonome middelen
waarover bezuinigd kan worden. De taakstellingen voor de
66
keringen en weinig autonome middelen. Dit in tegen­
stelling tot, bijvoorbeeld, een aantal productgroepen
binnen Verkeer- en Vervoer, die daarom onder de 25%
categorie vallen.
• 40% is gehanteerd voor productgroepen waarbinnen de
specifieke taken momenteel niet voldoen aan de criteria
van het afwegingskader (lokaal, verantwoordelijkheid
van derden, e.d.), maar die wel onderdeel zijn van het
provinciale ruimtelijk-economische en/of culturele domein.
• 60% is gehanteerd voor productgroepen die, op basis
van het afwegingskader van de Stuurgroep Kerntaken
en de cie. Lodders, geen basistaken voor de provincie
bevatten. Deze ­productgroepen representeren geen
zelfstandige opgaven. Ze zijn hooguit onder­deel van
een integrale opgave. De rol van de provincie richt zich
voornamelijk op signaleren, agenderen en monitoren3.
Op basis van de aan de productgroepen toebedeelde
procentuele taakstellingen, is het mogelijk een structurele
totaalbezuiniging van circa € 67 mln te realiseren (24,4 %
over circa € 275 mln aan totaal structurele autonome
middelen).
Stap 2
De takentransitie van de provincie Noord-Brabant moet
zoals gezegd niet alleen profielversterkend werken, maar
moet ook ­tegemoet komen aan de bezuinigingsdruk.
Inmiddels is de inschatting dat de provincie Noord-Brabant
structureel voor circa € 75 mln zal moeten bezuinigen.
Deze inschatting is gebaseerd op de volgende financieelbeleidsmatige uitgangspunten:
a e en korting van € 50 mln als Brabants aandeel in
de totale uitname Provinciefonds ad € 300 mln;
b teruglopende inkomsten motorrijtuigenbelasting op­
lopend naar €10 mln per jaar, mede als gevolg van
het fiscaal gunstiger beprijzen van zuinige auto’s;
3 Op productgroepniveau is nergens gekozen voor een 100%
korting, omdat de integrale aard van de opgaven van de
provincie altijd enige financiële inzet verlangt op de mee­
koppelende belangen.
Binnen de productgroepen zijn op concreet taakniveau
bezuinigingspercentages gehanteerd variërend van 15%
tot 100% (volledige afbouw van een specifieke taak binnen
een productgroep). Het gemiddelde percentage van de
bezuinig­ingen op taakniveau binnen een productgroep,
vormt het bezuinigingspercentage voor de betreffende
productgroep.
c e en knelpunten- en risicoreservering van € 15 mln (o.a.
maar dat tevens sprake moet zijn van een reductie van
indexering, krimp Profinciefonds als gevolg van krimp
apparaatskosten en kapitaallasten (voor zover het geen
Rijksbegroting. Het betreft een absolute ondergrens voor
wat betreft te verwachten aanvullende consequenties
van rijkshandelingen.);
d n iet in het € 75 mln scenario zitten de effecten van
lasten van reeds gedane investeringen betreft).
• Gezien het feit dat veel taken van de provincie
­Noord-Brabant bestuurlijk en/of juridisch gebonden zijn
­(convenanten, e.d.), kunnen de bezuinigingen alleen
ombuigingen die het nieuwe Kabinet zal initiëren
dan door afbouw van taken/anders organiseren
en die, tot onbekende hoogte, doorwerken in de
van ­taken gerealiseerd worden, wanneer rekening
provin­ciale financiën (bijv. bezuinigingen op
­ge­houden zal worden met een afbouwritme van taken.
specifieke uit­keringen van het rijk);
e v erwerkt is voorts de PS besluitvorming over de Essent
In de bijlage van de financiële ombuigingsvoorstellen
investeringsagenda alsmede de investeringsagenda
is te zien dat de omvang van de bezuinigingen die per
infra (€50 mln per jaar);
­productgroep gerealiseerd worden door middel van
f h andhaving van de horizonplanning, waarbij alle
­afbouw/anders organiseren van taken, tussen 2012
­bestuursakkoordprogramma’s aan het einde van iedere
en 2015 geleidelijk oploopt (zie bijlage Voorstellen
bestuursperiode worden gestopt en de hieruit bespaarde
­financiële ombuigingen bij takentransitie). Hieronder
middelen (beperkt tot een maximum van € 50 mln per
vindt u een overzicht van de oploop van de bezuinigingen
jaar) beschikbaar komen bij een nieuw bestuursakkoord.
die g
­ erealiseerd worden door taakafbouw/anders
­organi­seren van taken tussen 2012 en 2015, op totaal­
Op basis van de bovenstaande inschatting van de
niveau.
­be­zuinigingsnoodzaak, zijn ombuigingsvoorstellen ter
waarde van € 67 mln niet toereikend. Daarom is er
­bovenop de initiële taakstellingen, nog circa € 8 mln
aan aan­vullende profielversterkende ombuigingsvoor­
stellen gedaan.
Bezuiniging door afbouw en anders
organiseren van taken
2012
€ 33.806.452
2013
€ 38.162.285
wordt, telt op tot circa € 75 mln, zodat voldaan wordt
2014
€ 56.787.127
aan de bezuinigingsopgave van € 75 mln (zie de bijlage
2015
€ 75.930.885
De structurele bezuiniging die door taakafbouw en het
­anders organiseren van taken nu uiteindelijk gerealiseerd
“Voorstellen financiële ombuigingen bij takentransitie”).
Per begrotingsprogramma/productgroep is in een aparte
bijlage (op hoofdlijnen) aangegeven wat de basistaken
• De ‘afbouwperiode’ 2012 – 2014/2015 (waarin
zijn die we binnen dit financieel perspectief blijven doen
de benodigde bezuinigingen nog niet volledig door
(wettelijke taken en taken die passen bij het provinciaal
­afbouw en ombuiging van taken gerealiseerd kunnen
profiel) en welke taken we ter realisatie van de financiële
­worden) zal financieel moeten worden overbrugd.
ombuigingen en de provinciale profielversterking niet meer
Dit zal verwerkt worden in de Voorjaarsnota 2010,
doen of anders/dunner doen (zie de bijlage “Voorstellen
waarbij ook bijstellingen voor 2010-2011 zullen
takentransitie”).
worden betrokken.
Gehanteerde randvoorwaarden ­takentransitie
en bijbehorende ­financiële om­buigingen
• Indien een productgroep haar taakstelling niet volledig
4G
evolgen voor personeel
en organisatie
kan waarmaken terwijl een andere productgroep meer
Het ombuigen en anders organiseren van taken impliceert
kan bezuinigen, heeft in de voorstellen voor financiële
ook een formatiekrimp (reductie apparaatskosten). De
ombuigingen tussen gerelateerde productgroepen soms
­provinciale organisatie zal de komende jaren krimpen
een beperkte verevening plaatsgevonden (zie bijlage
van 1390 naar 1000 fte.
“Voorstellen financiële ombuigingen bij takentransitie”).
• Uitgangspunt bij het realiseren van de financiële
­om­buigingen is dat niet alleen bezuinigd wordt op de
aan de productgroepen gekoppelde programmagelden,
68
Deze reductie komt voort uit twee bewegingen:
1 Formatiereductie als gevolg van taken die niet meer of
‘dunner’ uitgevoerd gaan worden. Hierbij gaat het in
totaal om circa 165 fte. Deze formatiereductie zal
gebouwd. Vanzelfsprekend worden eerder gemaakte
een concrete bijdrage leveren aan de financiële
afspraken hierbij gerespecteerd.
­be­zuinigingen.
2 Formatieverplaatsing naar, bijvoorbeeld, RUD’s en/of
In de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het open­
agentschappen. Hierbij gaat het in totaal om circa 225
baar bestuur in Noord-Brabant hanteert de provincie de
fte’s. De beweging past binnen de door Provinciale
eigen verantwoordelijkheid van gemeenten als vertrek­
Staten vastgestelde kernrol ‘opdrachtgever van de
punt. In uitzonderlijke gevallen ondersteunt de provincie
uitvoering’. De provincie legt zich in de toekomst toe
Noord-Brabant gemeenten. De ondersteuning is tijdelijk
op haar regie- en opdrachtgeversfunctie. Uitvoerende
van aard en alleen aan de orde als het provinciaal belang
taken, zoals operationele handhaving, zijn daarbinnen
wordt geschaad, de gemeentelijke uitvoering van een
niet langer kernactiviteit en worden extern belegd.
wettelijke taak in gevaar komt of de gemeentelijke dienst­
Deze formatieverplaatsing leidt in eerste instantie niet
verlening aan burgers in gevaar komt. De provincie
tot financieel voordeel (bezuiniging), behalve dan dat
Noord-Brabant zal doorlopend in gesprek blijven met de
voorafgaand aan een eventuele formatieverplaatsing
Vereniging van Brabantse Gemeenten, over wat gezamen­
altijd eerst minimaal een efficiencybezuiniging van 15%
lijk gedaan kan worden om de kwaliteit van het openbaar
over de inzet van autonome middelen op deze taken
bestuur in Noord-Brabant te versterken.
gerealiseerd zal worden.
Ook maatschappelijke partners kunnen direct of indirect
Ten aanzien van de RUD’s wordt momenteel nog
geraakt worden door het terugtreden van de provincie
­ge­sproken over de taakverdeling tussen de verschillende
op sommige taken. De provincie Noord-Brabant zal een
overheden op het terrein van vergunningverlening en
zorgvuldig proces betrachten waar het organisaties betreft
handhaving. Op het moment dat door de provincie
die financieel worden gekort. Er zal een termijn worden
eventueel bevoegdheden zullen worden overgedragen,
gehanteerd van maximaal vier jaar waarbinnen de af­
kan dit alsnog leiden tot verdere provinciale bezuiniging.
bouw geleidelijk plaatsvindt. De provincie Noord-Brabant
Uitgangspunt is dat een bezuiniging geen gevolg heeft
zal daarbij gezamenlijk met de partners de gevolgen
voor de kwaliteit van de handhaving.
­be­spreken en mogelijkheden verkennen.
Dit alles zal consequenties hebben voor de medewerkers.
Met de organisaties waarmee structurele relaties blijven
Wij willen daarbij gedwongen ontslagen voorkomen.
bestaan omdat zij een rol vervullen in een provinciale
Het is helder dat een dergelijke beweging tijd en zorg­
kerntaak, zal in het najaar van 2010 overlegd worden
vuldigheid vraagt. De uiteindelijke concrete invulling
hoe hun werkwijze aangepast kan worden aan het
wordt v­ormgegeven vanuit betrokkenheid en advisering
nieuwe profiel van de provincie Noord-Brabant.
door de Ondernemingsraad en dient te passen binnen
een, op een sociaal kaderplan gebaseerd, Statuut.
5R
elatie tot medeoverheden en
maatschappelijke partners
De provincie Noord-Brabant erkent dat de provinciale
bezuinigingen gemeenten direct of indirect kunnen
raken, in een context waarin toch al sprake is van toe­
nemende taakverzwaring voor en financiële druk op
gemeenten.
Benadrukt moet echter wel worden dat de provincie
Noord-Brabant met haar bezuinigingen de rollen en
verantwoordelijkheden van gemeenten herbevestigt. Er
is geen sprake van een decentralisatie van taken naar
gemeenten. De afgelopen jaren is via extra beleid geld
beschikbaar geweest voor taken die niet tot het natuur­
lijke domein van provincies behoren. Doordat nu focus
wordt aangebracht, zullen dit soort taken worden af­
69
Bijlage 1 Takentransitie
01
­Bestuur
Wettelijke taken
Basistakenpakket (wettelijk + Lodders)
•W
ettelijke actieve informatieplicht m.b.t. beleid en besluiten.
• Verantwoordelijkheid kwaliteit regionaal openbaar bestuur
Op aanvraag passieve informatieplicht.
•O
ndersteuning en advisering t.b.v. wettelijke taken CdK
(burgemeestersbenoemingen; werkbezoeken gemeenten;
­bevorderen samenwerking rijksfunctionarissen in de provincie,
provincie­bestuur, gemeentebesturen en waterschapsbesturen,
ombudsfunctie, contacten Koninklijke Huis, toekennen
• Met herziening van het interbestuurlijk toezicht (cie. Oosting),
gaat de provincie integraal toezicht houden op de gemeenten
behoudens de taken waarop wij geen expertise hebben (vanaf
2012);
• Er wordt (financieel) toezicht gehouden op de gemeenten en
­waterschappen;
­Koninklijke ­predikaten, verwerking verzoeken tot onder­
• Er is een wettelijke toezichtstaak op het proces van gemeen­
scheidingen, ­Burgerjaarverslag, coördinatie onderhoud
telijke initiatieven tot herindeling. De provincie adviseert de
en instandhouding grenspalen NL – België, Voorlopige
­minister hierover. De provincie bewaakt dat een perspectiefrijke
­voorzieningen werk- en b
­ ijstand)
en duurzame oplossing is nagestreefd en de oplossing in
• Geschillencommissie bij vaststelling beleidsplan politie
de ­regionale samenhang past. Ook heeft de provincie de
• Afhandeling bezwaar- en beroepschriften binnen de wettelijke
­bevoegdheid herindelingen te initiëren.
termijn en volgens de gestelde kwaliteitseisen (regelingenbank)
• Interbestuurlijk toezicht (gemeenten en waterschappen)
De opgave is het bevorderen van kwalitatief krachtige Brabantse
• Taken gemeentelijke herindeling
mede-overheden, die de eigen wettelijke opgaven goed uitvoeren.
• Toezicht op gemeenschappelijke regelingen
• Integraal toezicht op het voldoen aan de wettelijke kwaliteits­
• Financieel toezicht (gemeenten en waterschappen)
• T aken veiligheid, o.a. vanuit ambtsinstructie CdK en wet
­rampen en zware ongevallen (i.a.v. wet veiligheidsregio’s
2010)
normen door de gemeenten. Aandacht voor gemeenten met
een hoog risicoprofiel.
• Knelpunten signaleren en in uitzonderlijke gevallen gemeenten
ondersteunen (tijdelijk, op verzoek, geen verantw.h overnemen)
• In regionale samenwerkingsarrangementen sturen op boven­
lokale/ bovenregionale en provinciale belangen en opgaven.
Uitgangspunten: eigen verantwoordelijkheid van gemeenten en
waterschappen, centraal wat moet, decentraal wat kan, gemeente
is eerste overheid voor uitvoering lokale taken en dienstverlening
aan burgers.
02
•V
aststellen PVVP door Provinciale Staten binnen de wettelijke
PS hebben de wettelijke verantwoordelijkheid een PVVP vast te
­Verkeer
kaders, met in achtneming van de Rijksdoelen uit het Nationaal
stellen, waarin de ambities uit het Nationaal Verkeer- en Vervoer­
en
Verkeer- en Vervoersplan: betrekken van meest belanghebbende
plan doorvertaald moeten zijn. Als uitwerking van het PVVP
­vervoer
bestuursorganen bij voorbereiding PVVP, ruimtelijke inpassing
­worden beleidsnota’s en uitvoeringsagenda’s opgesteld. De
en milieu-inpassing; fasering, prioritering, bekostiging en
­hierin benoemde projecten zijn opgenomen in de Dynamische
­planning uitvoering gemeenten.
Beleidsagenda. Projecten worden of door de provincie zelf uit­
•O
penbaar aanbesteden concessies regionaal openbaar
­vervoer
gevoerd, of door partners. Wettelijke en autonome taken dragen
gezamenlijk direct bij aan de hoofdopgave efficiënt en robuust
•B
DU-uitkeringen intergemeentelijk verkeers- en vervoerbeleid
verkeers- en vervoerssysteem.
•Z
orgplicht provinciale wegen: o.a. bouw, onderhoud, verkeers­
Als gebiedsautoriteit zal de aandacht meer gericht worden op
maatregelen, e.d. (Wegenwet en Wegenverkeerswet).
• Zorgplicht provinciale wegen in beheer lokale besturen
­regie en minder op uitvoering.
Meer nadruk op integrale samenwerking in kader van MIRT
­gebiedsverkenningen.
De samenwerking met gemeenten binnen het Netwerkprogramma
BrabantStad en de gebiedsgerichte aanpak (GGA) wordt
­gecontinueerd ten einde (gezamenlijk) de PVVP doelstellingen
te realiseren.
70
Te vervallen taken
Wat doen we anders/dunner
-
• Een bescheiden provinciale rol als toezichthouder (sober en op afstand).
Voorop staan de horizontale vormen van controle en verantwoording
(Raad controleert B&W). Streven naar doelmatig en effectief toezicht
door gebruik te maken van systeemtoezicht. Risicoanalyses en
­gedifferentieerd toezicht maken onderdeel hiervan uit. Bij gemeenten
en waterschappen met een laag risicoprofiel toezicht sterk beperken;
• Minder ondersteuning en advies aan gemeenten;
• Beperken autonome plus op wettelijke taken
• Beperking rol veiligheid (bij in werking treden wet op de Veiligheids­
regio’s)
• Daarnaast: meer focus in Europese subsidieprogramma’s, bv POP,
structuurfondsen, Interreg.
• Geen financiering en ondersteuning van gemeentelijk beleid en/of
lokale projecten vanuit autonome middelen, uitsluitend vanuit de BDU.
• Ontwikkelfunctie OV is na 2015 (bij de nieuwe concessie) in principe
• Regulier onderhoud wordt later (of beperkter) en sober uitgevoerd,
­zonder dat de veiligheid in het geding komt.
• Op basis van (gedeeltelijk nog te ontwikkelen) goede operationele
aan te merken als te vervallen taak. Dit betekent concentreren op het
­beleidskaders de kosten van randvoorwaardelijke zaken terugbrengen.
behoud van de OV-basiskwaliteit zoals we die nu kennen en beheer
• Temporiseren van een aantal projecten waarin vervangingsinvesteringen
van het bestaande OV.
zijn opgenomen.
• Minder financiering van kleinschalige projecten op het gebied
van fiets, stedelijke distributie, verkeersveiligheid en DVM.
• Minder kleinschalige pilots op diverse terreinen
(leidt tot bezuiniging op fte’s).
• Minder pilots verkeersveiligheid en afbouw Brabants Verkeersveilig­
heidslabel (De Brabantse ambitie om meest verkeersveilige provincie
te zijn is geen wettelijke ambitie die voortvloeit uit het NVVP).
71
Takentransitie
03 Water
vervolg
04 Milieu
Wettelijke taken
Basistakenpakket (wettelijk + Lodders)
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
De provincie heeft wettelijke taken, is gebiedsautoriteit en
­opdrachtgever en toezichthouder van de kwaliteit van uitvoering
door de waterschappen.
Het huidige beleidskader is het Provinciaal Water plan,
­vastgesteld in november 2009.
Water neemt daarnaast een belangrijke plaats in binnen
de Structuurvisie RO.
V
aststellen provinciaal waterplan (incl. KRW)
Provinciale waterverordeningen
Vergunningverlening en ontheffingen
Actuele en toegankelijke watergegevens
Toezicht waterschappen
Veiligheidsnormen
Toezicht primaire waterkeringen
G
oedkeuring projectplannen primaire waterkeringen
Onderhoud provinciale vaarwegen
T oetsing gemeentelijke rioleringsplannen en watertoets
G
ewenst grondwater- en oppervlaktewaterregime in
­Natura2000-gebieden
•A
anwijzen beheerder provinciale watersystemen
• Instandhoudingsdoelstelling KRW; garanderen grondwater
voor menselijke consumptie
•O
nderzoeksverplichting schade grondwateronttrekkingen
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
05
­Natuur,
bos en
landschap
•
•
•
•
• Regie op uitvoering Provinciaal Waterplan;
• Tegengaan verdroging/vernatting ten behoeve van natuur
via integrale gebiedsontwikkeling (reconstructie, gebieds­
ontwikkeling SVRO);
• Realisatie waterkwaliteit en coördinerende taak hoogwater­
bescherming ten behoeve van gezonde leefomgeving;
• Integrale visie Deltawateren en ontwikkeling integraal
­waterbeheer;
• Kaderstelling voor waterschappen en toezicht op uitvoering
­beleid door waterschappen.
Provinciaal Milieubeleidsplan
Vergunningverlening/ontheffingen
Taken MER
Luchthavenbesluiten
Informatieplicht milieu-informatie
Doorvertaling kaders terugdringing milieubelasting
Risicokaart
Samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit
Jaarrapportages
Milieu-onderzoeken
Kassiersfunctie externe veiligheid
Opstellen saneringsprogramma’s externe veiligheid
Bijdrage lokale plannen drempelwaardes luchtkwaliteit
Vastellen geluidzones regionale industrieterreinen, geluid­
belastingskaarten en actieplannen provinciale wegen
Uitvoering EU-richtlijn geluid, goedkeuring Stap-3 besluiten
­geluid gemeenten
Beleid en activiteiten stiltegebieden
Wettelijke taken bodemonderzoek
Wettelijke taken ontheffingenwet en kaderrichtlijn afval
Nazorg stortplaatsen
Vergunningverlening Natuurbeschermingswet
Beheersplannen Natura2000
Begrenzen/aanwijzen EHS en compensatie
Meerjarenprogramma landelijk gebied (conform WILG),
zorg realisatie gebiedsgericht beleid
• Begrenzen nationale landschappen
De zorg voor natuur en landschap is een onderdeel van de
­integrale verantwoordelijkheid in het ruimtelijk-fysieke domein.
De rol van de provincie is gebiedsautoriteit en opdrachtgever,
zorgdragen voor uitvoering. Daarnaast heeft de provincie veel
wettelijke uitvoeringstaken (Groene Wetten).
In de Structuurvisie RO kiest de provincie voor ontwikkelen met
ruimtelijke kwaliteit. Natuur en landschap hebben hierbinnen
een groot aandeel. Huidig beleidskader Natuur- en landschaps­
offensief 2002, actualisatie 2010 in voorbereiding.
We realiseren opgaven via additionele bijdragen aan de aan­
pak voor het landelijke gebied (ILG/PLG) en het MIRT. Daarnaast
inzet van autonome middelen.
• Realisatie van natuur door koppelen aan integrale gebieds­
ontwikkeling zoals via reconstructie landelijk gebied, MIRT
agenda en de gebiedsontwikkeling SVRO;
• Versterken kwaliteit van het landschap (SVRO) zoals via
­integrale gebiedsontwikkeling en provinciale landschappen.
72
4
Te vervallen taken
Wat doen we anders/dunner
• Stopzetten bijdragen aan uitvoering agrarisch grondwaterbeheer
(lokaal);
• Stopzetten inzet op actief randenbeheer en aanpak diffuse bronnen
(lokaal, verantwoordelijkheden overnemen van derden);
• Stopzetten ondersteuning gemeenten bij watertaken
(verantwoordelijkheid derden);
•A
anpassen ambitieniveau onderhoud waterwegen door
­waterschappen.
•G
een lokale, gemeentelijke projecten incl. financiering mbt milieu­
beleid, minder stimuleringsregelingen. (stoppen subsidieregelingen
en ECNC, korten Telos, BMF, IVN);
• Geen natuur- en milieueducatie
• Geen duurzaam bouwen;
• Geen zelfstandig (economisch) landbouwbeleid
• Geen zelfstandig klimaatbeleid;
• Geen afvalmining
• Geen Actief bodem beheer de Kempen (vanaf 2015).
•M
inder taken door verschuiving van bevoegdheden Wet Milieubeheer
naar gemeenten vanaf 2012 - 2013 (onder voorwaarde van inwerking­
treding betrokken wetgeving - het BOR - en de start van de regionale
uitvoeringsdiensten voor vergunningverlening, toezicht en handhaving de RUD’s).
•G
een vooroverleg met bedrijven in het kader van vergunningverlening;
•E
fficiency in uitvoering wettelijke taken Bodem. Geen eigen uitvoerings­
trajecten bodemsanering;
• Geen ondersteuning lokale initiatieven;
• Efficiency advertentiekosten.
• Minder intensief MER taken uitvoeren.
•M
inder toezicht door selectiever optreden bij bodemsanering,
­ontgrondingen en grote grondwateronttrekkingen;
•S
limmer toezicht door systeemgericht toezicht bij bedrijven en niet
meer uitvoeren van niet wettelijk verplichte handhavingsverzoeken
(landinrichting, wildcrossen);
•M
inder financiële inzet op meetprogramma toezicht luchtverontreini­
ging en grondwatermonitoring, vanuit gelijkblijvend kwaliteitsniveau
toezicht en monitoring.4
• Minder inzet op toezicht van de kwaliteit van de handhaving bij de over­
heden in Brabant, vanuit gelijkblijvend kwaliteitsniveau handhaving.5
• Minder majeure projecten milieu
•G
een lokale, gemeentelijke projecten incl. financiering mbt natuur
en landschap: o.a. geen lokaal biodiversiteitsbeleid/ GIOS
• Minder stimuleringsregelingen
•A
ccent op regionale programma’s en projecten van provinciaal belang
via (eigen) projectontwikkeling of via de rol van gebiedsautoriteit;
•S
toppen met monitoring voor het Netwerk Ecologische Monitoring
(NEM).
•G
een eigen uitvoering van de monitoring in het kader van provinciale
projecten of uitvoeringsplannen. Deze monitoring wordt extern
­ingekocht;
• Anders omgaan met draagvlak voor en realisatie van natuur en land­
schap zoals door vermaatschappelijken en vermarkten (coalities).
Naar aanleiding van amendement 14 bij de Statenvergadering van
5
Naar aanleiding van amendement 33 bij de Statenvergadering van
11 juni 2010 over de Agenda van Brabant, is de toezegging
11 juni 2010 over de Agenda van Brabant, is de toezegging ­gedaan
­gedaan dat monitoring en toezicht op peil blijven, ondanks dat er
dat de kwaliteit van de handhaving op peil blijft bij een efficiency­
anders georganiseerd wordt.
taakstelling van 15% en een opgave tot anders organiseren.
73
Takentransitie
Wettelijke taken
Basistakenpakket (wettelijk + Lodders)
06
Sociaaleconomische
­zaken
-
• Integrale opgaven binnen het ruimtelijk-economisch domein.
­Focus op een goed vestigingsklimaat en een concurrerend
­Brabant: scheppen van de randvoorwaarden en de infrastruc­
tuur waarbinnen dit gestalte kan krijgen.
• Regionaal arbeidsmarktbeleid (actieve provinciale makelaars­
rol tussen overheden, organisaties en maatschappelijke
partners).6
07
Jeugd,
cultuur
en samenleving
Zorg en welzijn
•W
et Maatschappelijke Ondersteuning art. 3: de provincie
draagt zorg voor het beleid met betrekking tot het steun­
functiewerk;
•W
et Ambulancevervoer art. 2: de provincie is verantwoordelijk
voor vergunningverlening, toezicht en handhaving ambulance­
vervoer;
• T aken wet op de lijkbezorging.
Zorg en welzijn
• Ondersteuning van gemeenten in hun WMO-verantwoordelijk­
heid door steunfunctiewerk.
• Vergunningen en spreidingsplan ambulancevervoer.
Jeugd
• Realisatie recht op jeugdzorg, aansturing bureau jeugdzorg,
provinciaal beleidskader en uitvoeringsprogramma,
­bevorderen aansluiting geïndiceerde zorg op gemeentelijke
zorg
• Zorgplicht op de aanwezigheid van voldoende openbaar
­onderwijs en toezicht op spreiding openbaar onderwijs
Jeugd
Recht op jeugdzorg mogelijk maken (op basis van de Wet op
de Jeugdzorg).
Als gebiedsregisseur is de provincie verantwoordelijk voor de
­integrale samenhang van vraagstukken en de integraliteit van
­gebiedsvisies en -agenda’s. Het sociale beleid is in deze integrale
aanpak een schakel. Provincies hebben hier geen uitvoerende
taak, maar nemen signalerend, agenderend en (zo nodig)
­ontwikkelend en alleen in overleg met gemeenten medeverant­
woordelijkheid voor maatschappelijke vraagstukken in de regio.
Op dat niveau verzorgt en bewaakt de provincie als gebieds­
regisseur de samenhangen en maakt ze slimme allianties tussen
de ruimtelijk fysieke en de sociaal-culturele infrastructuur.
Vanuit de Wet op de jeugdzorg is er een rol als opdrachtgever
voor de uitvoering en tegelijkertijd als systeemtoezichthouder en
kwaliteitsbewaker. Vanuit de rol als systeemtoezichthouder zien
wat nodig is om het stelsel beter in balans te brengen en de
­almaar stijgende vraag naar geïndiceerde jeugdzorg (=extra
kosten voor provincie) naar beneden om te kunnen buigen.
•U
itvoeren van de wettelijke taak – bieden van goede en
­efficiënte zorg, met daarbij het ondersteunen van de cliënt­
participatie. Uitvoeren van de wettelijke taak – invullen van
de steunfunctietaak;
• Omslag naar preventie van geïndiceerde jeugdzorg door­
zetten en daarmee de kosten voor de wettelijke taak ten
­aanzien van jeugdzorg naar beneden bijbuigen.
74
6
Te vervallen taken
Wat doen we anders/dunner
• Agro en Co subsidie;
• Grote Steden beleid, maar niet Brabantstad.
• Sectoraal economisch beleid afromen;
• Energie als integraal onderdeel van de ruimtelijk-economische opgave,
geen zelfstandig beleidsdomein;
• Moderne invulling van REAP’s.
• Andere invulling provinciale rol in regionaal arbeidsmarktbeleid
en verminderen huidige financiële inzet PSW, arbeidsparticipatie,
activiteiten PACT.6
Zorg en welzijn
• We stoppen onze uitvoerende taken in het kader van de
Wet Maatschappelijke Ondersteuning;
• We trekken ons terug uit Sensoor (telefonische hulpdiensten).7
Telefonische hulpdiensten zijn voorbehouden aan gemeenten
in het k­ ader van de uitvoering WMO;
• We trekken ons terug uit de COSsen. Ontwikkelingsamenwerking
is voorbehouden aan de rijksoverheid en/of gemeenten;
• We trekken ons terug uit het integratiebeleid. Integratiebeleid is voor­
behouden aan de lokale overheden. Palet wordt verzelfstandigd.
­Kleurrijk Brabant stopt.
Zorg en welzijn
In de uitvoering van onze wettelijke taak in het kader van de Wet Maat­
schappelijke Ondersteuning beperken we ons tot signaleren en agenderen.
In regionale bestuurlijke overleggen maken we met gemeenten afspraken
over de wijze waarop we onze veranderde taken zullen invullen. Tijdelijke
medeverantwoordelijkheid voor maatschappelijke vraagstukken in de
­regio is mogelijk, maar heef altijd een tijdelijk en regionaal karakter.
Het accent in onze taken ligt op het als gebiedsregisseur verzorgen en
bewaken van de integrale samenhang van vraagstukken en het leggen
van verbindingen tussen de ruimtelijke, economische, culturele en sociaalculturele infrastructuur.
• We stoppen onze uitvoerende taken wat betreft toezicht en handhaving
ambulanceervoer per 1 januari 2012 (taak gaat over naar het rijk);
• We brengen de provinciale subsidie aan steunfuncties Zet, Zorgbelang
en overige 2e lijnsorganisaties terug tot 50% in 2015.
• We brengen de subsidie aan PRVMZ terug tot 62,5% (37,5% korting).8
• We werken toe naar een infrastructuur die is toegerust op provinciaal
en regionaal niveau (flexibel, netwerkorganisatie);
• We stoppen het beleid cq de (subsidie)regelingen voor kleinschalige
woonzorginitiatieven, sociale doeleinden, informele zorg, palliatieve
zorg, internationalisering zorg en dementie-ondersteuning en de leer­
stoel ouderenbeleid.
Voorbeelden zijn:
a) in de ruimtelijke agenda de sociale aspecten in begeleiden van
de krimp en vitale verbindingen stad-land
b) in relatie tot de economische agenda: innovatie zorgonderwijs
en –arbeidsmarkt
c) in relatie tot de culturele agenda (Culturele Hoofdstad): de Kunst
van het Samenleven
We zorgen voor de instellingen waarmee we onze subsidierelatie
­beëindigen voor een zorgvuldig traject en zo mogelijk verankering
bij gemeenten.
Jeugd
• Ondersteuningsactiviteiten op lokaal niveau afbouwen (steunfunctie).
• Subsidie voor projecten voortijdig schoolverlaten stoppen;
• Geen ondersteuning scholen bij maatschappelijke stages.
Jeugd
• Anders investeren in innovatie van de sector: door inzet van de doel­
uitkering (in plaats van autonome middelen) al werkende weg de
­verandering in gang zetten;
• Anders investeren in aanpassing huisvesting van de zorgaanbieders.
Als gevolg van motie 12 bij de Statenvergadering van 11 juni
taak ‘hulp-op-afstand’ over te dragen aan het rijk of gemeenten.
2010 over de Agenda van Brabant, is besloten regionaal
Het College rapporteert binnen een jaar aan Provinciale Staten
over de voortgang.
arbeidsmarkt­beleid als integraal onderdeel van de kerntaak
­regionale economie te beschouwen en anders te organiseren,
7
8
Als gevolg van amendement 2 bij de Statenvergadering van 11
door als provincie een ­regionale makelaarsrol tussen overheden,
juni 2010 over de Agenda van Brabant, is besloten PRVMZ niet
organisaties en ondernemers te vervullen.
voor 50% maar voor 37,5% te korten.
Als gevolg van motie 11 bij de Statenvergadering van 11 juni
2010 over de Agenda van Brabant, is besloten dat het college
van ­Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant zich inspant om de
75
Takentransitie
Wettelijke taken
Basistakenpakket (wettelijk + Lodders)
Cultuur en sport
• Taken uit monumentenwet
• Taken vanuit archeologische monumentenzorg
• Taken vanuit ontgrondingenwet
• Realisatie regionale publieke media-instelling
• Taken uit archiefwet
Cultuur en sport
De provincie heeft taken volgens de monumentenwet (adviesrecht
subsidies cultureel erfgoed), archeologische monumentenzorg
en ontgrondingenwet.
Er is een plicht tot de realisatie van een regionale publieke mediainstelling.
Er zijn taken uit archiefwet (bewaring provinciale archiefbescheiden).
Bovenstaande taken zijn onderdeel van de provinciale rol ter
­behoud en versterking van de regionale identiteit van Brabant,
teneinde bij te dragen aan de beleving en betekenis van kunst
en cultuur voor mensen.
• Investeren in archeologie, erfgoed en cultuurhistorie, onder
­andere vanuit de aan de ruimtelijke inrichting gekoppelde
­wettelijke taken;
• Investeren in regionale culturele (basis)infrastructuur door onder
meer regievoering op de spreiding van culturele voorzieningen
in Brabant;
• Inrichten van een professioneel en bovenlokaal circuit aan
steunfunctie-instellingen;
• Stimuleren van innovatie op het gebied van kunst, cultuur
en sport als onderdeel van integrale opgaven.
08
Ruimtelijke
ont­
wikkeling
• Opstellen structuurvisie
• Verordening ruimte
•R
egionale afstemming verstedelijkingsbeleid;
regionale agenda’s wonen en werken
09
Revatitalisering
landelijk
gebied
• T aken vanuit wet reconstructie en wet inrichting landelijk
­gebied
• Opstellen integrale zonering intensieve veehouderij
10
Wonen
• T aken vanuit wet stedelijke vernieuwing, wet stads- en dorps­
vernieuwing, huisvestingswet, wet ruimtelijke ordening
Het huidige beleidskader is de (ontwerp) Structuurvisie en
­(ontwerp) Verordening Ruimte. Het wettelijk kader wordt gevormd
door de Wet Stedelijke Vernieuwing, Wet op de stads- en dorps­
vernieuwing, Huisvestingswet, Wet ruimtelijke ordening.
De opgave is het stimuleren van de woningmarkt zodat voldoende
en de juiste woningen op de meest geschikte locaties beschikbaar
zijn.
We beperken ons tot uitvoering van wettelijke taken sec:
•S
turing geven aan de woningmarkt via het regionaal ruimtelijk
overleg. Specifiek aandachtspunt hierbij is bevolkingskrimp.
Kennis vanuit onderzoek en monitoring is een belangrijk
­element waarmee de provincie stuurt. (opgave in Wro);
•U
itvoering regeling Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
(ISV) (opgaven in wetten SV en SDV);
• Toezicht huisvesting statushouders (opgave in Huisvestingswet).
76
Te vervallen taken
Wat doen we anders/dunner
Cultuur en sport
Cultuur en sport
•P
rofielversterkende inzet van steunfuncties en subsidieregelingen en
­gerichte inzet op de ambitie Brabant 2018. Met een kleinere omvang
van het subsidievolume;
•S
chrappen (van een deel van de) indexering voor onze structurele
­subsidierelaties in het culturele veld (inclusief Omroep Brabant);
•N
aast het stopzetten van de indexering wordt de subsidie aan
Omroep Brabant verminderd;
•G
een versnipperde inzet van capaciteit en middelen op het gebied
van sport. Wel gerichte inzet op een aantal kernsporten (zwemmen,
wielrennen, paardensport, hockey en voetbal) in relatie tot het
­Olympisch Plan 2028.
•B
eperking provinciale financiële inzet in het bibliotheeksegment,
met behoud van de maatschappelijke baten.
•B
eperking provinciale financiële inzet in het bibliotheeksegment,
vanuit gelijkblijvende provinciale verantwoordelijkheid voor het
­maatschappelijke effect.9
• De provinciale financiële inzet in het Vrijetijdshuis wordt met
€ 400.000 teruggebracht.10
-
• Terugtredende bemoeienis met gemeenten.;
• Provinciale regeldichtheid verminderen. Onderzoek naar vermindering
van de (provinciale) procedurelast. Bijvoorbeeld vereenvoudiging van
de mer-procedure;
• Beslissingsbevoegdheid over wonen en werken primair leggen bij
­gemeenten;
• Overleg met gemeenten afbouwen.
• Extra inzet tbv West-Brabant/landinrichting/bijdrage aan regiebureau
POP;
• Kleine projecten en sociaal-maatschappelijke items overlaten aan de
gebiedscommissies en gemeenten.
• Efficiëntere aansturing van de uitvoering. Bijvoorbeeld door reductie
van het aantal commissies (selectief en niet meer brabantdekkend,
­samenvoeging gebieden, samengaan RRO’s);
• Minder regelingen en efficiëntere procesgang;
• Monitoring richten op grote projecten en programmaniveau (niet op
kleine initiatieven).
• Sturing geven aan de woningmarkt met elke gemeente afzonderlijk. Dit
wordt opgeschaald naar regionaal niveau, zoals hiervoor aangegeven.
9
Als gevolg van amendement 29 bij de Statenvergadering van 11
10
Als gevolg van amendement 3 bij de Statenvergadering van 11
juni 2010 over de Agenda van Brabant, is besloten de provinciale
juni 2010 over de Agenda van Brabant, is besloten de provinciale
­financiële inzet in het bibliotheeksegment met minimaal 15% te
­financiële inzet in het Vrijetijdshuis terug te brengen met
beperken, maar het maatschappelijk effect van het provinciale
€ 400.000. Het college van Gedeputeerde Staten van Noord-
­beleid te borgen. (Het college van Gedeputeerde Staten van
Brabant beziet in 2014 in hoeverre vanuit de kerntaak economie
Noord-Brabant treedt in overleg met de betrokken organisaties.)
aanvullende incidentele middelen benodigd zijn.
77
Takentransitie
90
Bedrijfsvoering
78
Wettelijke taken
Basistakenpakket (wettelijk + Lodders)
-
Bedrijfsvoering ondersteunt de organisatie op professionele en
­efficiënte wijze bij het halen van de gestelde doelen en opgaven
van het primaire proces. De focus daarbij ligt op een “lean”
­sturende planning- en controlcyclus, een goed werkende AO/IC
en een digitaal en flexibel huis. De flexibiliteit zorgt ervoor dat
de bedrijfsvoering zo wordt ingericht dat het de provincie in
haar drie kernrollen en in de uitvoering van de Agenda van
­Brabant optimaal ondersteunt, maar dat bij toekomstige
­wijzigingen de bedrijfsvoering moeiteloos mee kan bewegen.
Te vervallen taken
Wat doen we anders/dunner
-
De bedrijfsvoering krimpt op zijn minst in dezelfde verhouding als het
­primaire proces. Dit wordt bereikt langs verschillende lijnen:
•V
ersobering: beperking van de dienstverlening qua diversiteit,
­assortiment en/of luxe.
•K
wantitatieve krimp: als gevolg van de krimp van de organisatie
­worden diensten in aantal minder afgenomen.
•G
erichte vraagsturing: met elkaar afgestemde kaders en een vast­
gesteld assortiment aan producten en diensten vormen de ruimte
voor de wensen/behoeften van klanten.
• L ean procesmanagement; de bedrijfsvoeringsprocessen worden
­organisatiebreed slim en slank ingericht, waarbij centralisering
­(gezamenlijkheid), uniformering, standaardisatie en digitalisering
de uitgangspunten zijn.
79
Bijlage 2 Financiële ombuigingen bij takentransitie
Programma
Structurele
autonome middelen
Taakstelling
in %
Taakstelling
in €
01 Bestuur
01.01 P
rovinciebestuur, CdK,
Griffie
01.03 Borging kwaliteit bestuurs­
structuur
€ 11.857.580
PM
11
PM
11
€ 1.153.551
15%
€ 173.033
01.04 O
penbare orde, veiligheid,
rampenbestrijding 12
€ 465.565
40%
€ 186.226
01.05 B
rabantStad,
Grote stedenbeleid
€ 640.974
15%
€ 96.146
Totaal Bestuur
€ 14.117.670
€ 455.405
02 Verkeer en Vervoer
02.01 Openbaar Vervoer
€ 4.273.486
25%
€ 1.068.372
€ 425.835
40%
€ 170.334
02.03 Autobereikbaarheid
­BrabantStad
€ 6.166.183
25%
€ 1.541.546
02.04 Regionale Bereikbaarheid
GGA
€ 5.503.290
40%
€ 2.201.316
02.05 Regionale bereikbaarheid:
wegen/bouwen
€ 17.494.890
15%
€ 2.624.233
02.06 Regionale bereikbaarheid:
wegen/onderhoud
€ 17.640.478
15%
€ 2.646.072
02.07 OV netwerk BrabantStad
€ 1.601.902
25%
€ 400.475
02.90 PVVP
€ 6.280.052
25%
€ 1.570.013
02.02 Goederenvervoer
Totaal Verkeer en Vervoer
€ 59.386.116
€ 12.222.361
03 Water
03.01 Water algemeen
€ 3.105.736
25%
€ 776.434
03.02 Hoogwaterbescherming
€ 2.895.005
25%
€ 723.751
03.03 Oppervlaktewater kwantiteit
€ 1.960.543
25%
€ 490.136
€ 929.001
25%
€ 232.250
€ 1.218.482
15%
03.04 Grondwaterkwantiteit
03.05 Waterkwaliteit
Totaal Water
€ 10.108.767
€ 182.772
€ 2.405.343
04 Milieu
04.01 Ecologie algemeen
04.02 Fysieke Veiligheid
04.03 Lucht, geluid, klimaat
04.04 Bodem
04.05 Landbouw
04.06 Afval- en grondstoffenbeheer
04.10 Handhaving
Totaal Milieu
€ 9.379.023
25%
€ 2.344.756
€ 860.634
40%
€ 344.254
€ 1.318.826
25%
€ 329.706
€ 932.544
25%
€ 233.136
€ 2.296.555
60%
€ 1.377.933
€ 2.359.236
25%
€ 589.809
€ 10.010.821
15%
€ 1.501.623
€ 27.157.640
€ 6.721.217
05 Natuur, bos, landschap
05.01 A
lgemeen natuur, bos,
landschap
€ 5.689.881
15%
€ 853.482
05.02 natuur
€ 3.267.444
15%
€ 490.117
05.03 landschap
€ 2.076.351
15%
Totaal Natuur, bos, landschap
11
80
€ 11.033.676
nder productgroep 01.01 valt (naast bijvoorbeeld de onder­
O
steuning van de CdK door het Kabinet) o.a. de Griffie (onder­
steuning Provinciale Staten). Binnen deze productgroep is een
­bezuinigings voor 2012 - 2015 opgenomen. Hierin is echter nog
geen bezuiniging meegenomen op de budgetten die rechtstreeks
onder verantwoordelijkheid van Provinciale Staten (griffie) v­ allen.
Provinciale Staten zullen zelf moeten besluiten over een eventuele
aanvullende bezuiniging op deze budgetten. Wij verwachten
van de Griffie een voorstel.
€ 311.453
€ 1.655.051
12
13
14
Uitgaande van invoering wet op de veiligheidsregio’s 2010
Nota bene: de bezuiniging overtreft hier de structurele autonome
middelen waarover de taakstelling is berekend. Dit is mogelijk
omdat de ombuiging deels gerealiseerd wordt op investeringen
(financiële middelen) die niet meegerekend zijn in de middelen
waarover de taakstellingen zijn berekend (2014). Dit levert
­echter wel een reële bezuiniging op.
Nota bene: in de vorige versie is ten onrechte € 600.000
­bezuiniging te veel opgenomen in 04.05 (taak LIB, terwijl
Besparing 2012
in €
Besparing 2013
in €
Besparing 2014
in €
Besparing 2015
in €
€ 295.000
€ 360.000
€ 460.000
€ 621.084
€ 130.000
€ 130.000
€ 130.000
€ 130.000
€ 115.000
€ 180.000
€ 180.000
€ 180.000
€ 95.864
€ 95.864
€ 95.864
€ 95.864
€ 635.864
€ 765.864
€ 865.864
€ 1.026.948
€ 1.093.371
€ 1.093.371
€ 224.000
€ 224.000
€ 1.649.546
€ 1.649.546
€ 1.649.546
€ 1.649.546
€ 1.397.400
€ 1.397.400
€ 1.397.400
€ 1.397.400
€ 580.734
€ 988.621
€ 1.848.371
€ 3.164.233
€ 1.299.066
€ 1.809.405
€ 2.228.674
€ 2.804.495
€ 508.475
€ 508.475
€ 508.475
€ 508.475
€ 1.093.371
€ 1.093.371
€ 768.667
€ 768.667
13
€ 958.866
€ 958.866
€ 10.453.370
€ 12.345.053
€ 6.752.592
€ 7.670.818
€ 1.353.234
€ 1.353.234
€ 430.784
€ 537.767
€ 545.974
€ 554.214
€ 427.764
€ 435.248
€ 442.867
€ 450.617
€ 122.329
€ 125.424
€ 127.619
€ 129.853
€ 500.000
€ 500.000
€ 607.772
€ 607.772
€ 1.480.877
€ 1.598.439
€ 3.077.466
€ 3.095.689
€ 753.317
€ 766.497
€ 2.308.643
€ 2.323.755
€ 23.574
€ 23.574
€ 23.574
€ 23.574
€ 126.803
€ 123.548
€ 199.509
€ 200.251
€ 256.898
€ 768.964 14
15
13
€ 687.743
€ 768.964
14
€ 103.081
€ 104.484
€ 246.310
€ 248.164
€ 594.000
€ 880.000
€ 1.382.000
€ 1.467.000
€ 1.600.775
€ 1.898.103
€ 5.185.898
14
€ 5.719.450
14
€ 45.175
€ 45.300
€ 895.610
15
€ 900.342
15
€ 68.348
€ 93.020
€ 366.333
€ 231.294
€ 231.762
€ 412.367
€ 413.012
€ 344.817
€ 370.082
€ 1.674.310
€ 1.681.171
deze taak niet afgebouwd wordt). Deze € 600.000 bezuiniging
is nu in mindering gebracht. De € 600.000 bezuiniging wordt
echter wel gerealiseerd, en wel binnen begrotingsprogramma 08
en/of 09. Nadere invulling van de bezuiniging binnen 08 en/of
09 volgt later. Het totaal­bedrag van de bezuinigingen blijft van­
wege de genoemde verevening gelijk.
In de bezuiniging van 05.01, is vanaf 2014 € 10.000 korting
€ 367.817
op de subsidie aan schaapskuddes opgenomen (subsidieregeling
zeldzame huisdierrassen). Als gevolg van motie 10 bij de
Statenvergadering van 11 juni 2010 over de Agenda van
Brabant, is besloten dat de structurele provinciale subsidie aan
schaaps­kuddes opgenomen moet ­worden in de Voorjaarsnota,
ten laste van programma natuur­beheer. De subsidie aan de
schaapskuddes wordt dus alternatief gefinancierd.
81
Programma
06 Sociaal-economische zaken
Structurele
autonome middelen
Taakstelling
in %
Taakstelling
in €
16
06.01 B
eroepsbevolking, talent
en ondernemerschap
€ 892.260
60%
€ 535.356
06.02 Brabant bruist
€ 513.347
25%
€ 128.337
06.03 S
chone, slimme,
­concurrerende economie
€ 595.770
40%
€ 238.308
€ 14.230.400
15%
€ 2.134.560
€ 640.234
15%
€ 96.035
06.04 Economie algemeen
06.06 Europees beleid
Totaal Sociaal-economisch
beleid
€ 16.872.011
€ 3.132.596
07 Jeugd, cultuur, samenleving
07.01 Zorg en welzijn
07.02 Jeugd
07.03 Cultuur en sport
07.04 S
ociale en culturele
­ontwikkeling
Totaal Jeugd, cultuur en
­samenleving (jeugd 25%)
€ 21.238.328
60%
€ 12.742.997
€ 9.700.120
25%
€ 2.425.030
€ 30.904.295
25%
€ 7.726.074
€ 6.276.227
25%
€ 1.569.057
€ 68.118.971
€ 24.463.157
08 Ruimtelijke ontwikkelingspolitiek
08.01 R
uimtelijke ontwikkelings­
politiek
Totaal ruimtelijke
­ontwikkelingspolitiek
€ 5.303.118
15%
€ 795.468
€ 5.303.118
€ 795.468
09 Revitalisering Landelijk Gebied
09.01 Zonering landelijk gebied
€ 1.016.188
15%
€ 152.428
€ 6.433.300
15%
€ 964.995
09.02 Creëren nieuwe
­landschappen
09.90 Regievoering
Totaal RLG
€ 7.449.488
€ 1.117.423
10 Wonen
10.01 Subsidies en projecten
Totaal Wonen
€ 860.552
60%
€ 516.331
€ 860.552
€ 516.331
90 Bedrijfsvoering/ concern
Totaal bedrijfsvoering/­
concern
Totaal
€ 54.477.915
€ 274.885.922
Let op! De taakstellingen die aan de verschillende product­
groepen zijn gekoppeld, zijn richtinggevend. Dit betekent dat
de voor­genomen bezuinigingen niet altijd exact overeenstemmen
met de taakstellingen. Het totaal aan ombuigingsvoorstellen
moet een verwachte structurele korting van € 75 mln kunnen
­opvangen. Door verevening tussen samen­hangende product­
groepen /­programma’s, wordt de totaaltaakstelling gerealiseerd.
82
16
17
18
25%
24,4%
€ 13.619.479
€ 67.103.832
ij sociaal-economische zaken zijn de besparingen per jaar
B
op totaalniveau aangegeven.
Per abuis is de geplande besparing op 06.04 te groot
­ingeschat. Het te bezuinigen bedrag blijft gehandhaafd
maar wordt alternatief gerealiseerd binnen programma 6.
Als gevolg van amendement 2 bij de Statenvergadering van
11 juni 2010 over de Agenda van Brabant, is besloten PRVMZ
niet voor 50% maar voor 37,5% te korten.
De verlaging van de structurele bezuiniging in 07.01 wordt
­budgettair neutraal gedekt door de verhoging van de bezuiniging
op het Vrijetijdshuis in 07.03.
Besparing 2012
in €
Besparing 2013
in €
€ 3.303.198
Besparing 2014
in €
€ 3.303.198
Besparing 2015
in €
€ 3.303.198
€ 3.303.198
€ 593.077
€ 3.303.198
€ 3.303.198
€ 4.880.000
€ 5.075.000
€ 1.290.000
€ 1.760.000
€ 1.000.000
€ 1.000.000
€ 1.045.000
€ 1.104.000
€ 1.604.000
€ 1.604.000
€ 8.215.000
€ 8.939.000
€ 16.324.739
€ 25.741.915
€ 390.000
€ 390.000
€ 723.000
€ 390.000
€ 3.303.198
€ 10.465.739
20
18
€ 3.896.275
€ 12.243.915
€ 2.245.000
€ 2.010.000
€ 390.000
19
14
18
€ 2.619.000
€ 9.275.000
19/20
€ 723.000
14
€ 130.000
€ 195.000
€ 65.000
€ 1.052.000
€ 195.000
19
17
14
€ 1.247.000
14
€ 200.000
€ 200.000
€ 200.000
€ 210.000
€ 200.000
€ 200.000
€ 200.000
€ 210.000
€ 11.273.329
€ 13.026.782
€ 14.517.282
€ 19.644.385
€ 33.806.452
€ 38.162.285
€ 56.787.127
€ 75.930.885
ls gevolg van amendement 3 bij de Statenvergadering van
A
11 juni 2010 over de Agenda van Brabant, is besloten de
­provinciale financiële inzet in het Vrijetijdshuis terug te brengen
met € 400.000 (ipv € 300.000). Het college van Gedeputeerde
Staten van Noord-Brabant beziet in 2014 in hoeverre vanuit de
kerntaak economie aanvullende incidentele middelen benodigd
zijn. De verhoging van de structurele bezuiniging in 07.03
maakt dat de verlaging van de bezuiniging in 07.01 (PRVMZ)
budgettair neutraal gedekt wordt.
In de geplande bezuiniging van 07.03 voor 2015, zit een
­bedrag van € 6.533.000 geplande bezuiniging op Cubiss.
Het gaat om een geplande korting van 100% op de provinciale
taak in het bibliotheeksegment.
Als gevolg van amendement 29 bij de Statenvergadering van
11 juni 2010 over de Agenda van Brabant, is besloten de
­provinciale financiële inzet in het bibliotheeksegment met in
ieder geval 15% te beperken. Over de uiteindelijk te hanteren
bezuiniging wordt nog overleg gevoerd. Als de uiteindelijke
­bezuiniging minder dan de nu geplande 100% zal betreffen,
dan wordt alternatieve dekking voor de weggevallen bezuiniging
gezocht binnen de r­ eguliere begroting (bijvoorbeeld binnen de
programma’s 06 en/of 07).
83
De vijf grote steden van Brabant (Tilburg, Eindhoven, ’s-Hertogenbosch,
Breda en Helmond, samen de B5)
“De Agenda van Brabant straalt lef en focus uit.” De vijf steden willen graag samen
met de provincie plannen uitwerken. En dan gaat het niet alleen om de steden, maar
om de totale kracht van Brabant, inclusief het landelijk gebied en de dorpen. “Ons
imago is positief en ijzersterk.”
Een aantal kleine gemeenten en de Vereniging Kleine Kernen vraagt
aandacht voor de impact voor:
‘de Brabander als mens die woont en leeft in een van de 68 gemeenten van onze
provincie’. Gemeente Zundert: “Laat de investeringen ook ten gunste k­ omen aan
tastbaarheden voor de Brabander ‘om de hoek.” Vereniging Kleine Kernen: “Essent
middelen moeten ten goede komen aan innovatieve strategieën en maatschappelijke
thema’s van het platteland.”
Secretaris Henk Oderkerk van de Brabants Zeeuwse W
­ erkgevers
(BZW). BZW-secretaris Henk Oderkerk:
“Wat ons aanspreekt is dat het niet domweg bezuinigingen zijn. De provincie maakt
gerichte keuzes waarover goed is nagedacht.” De BZW is blij dat daarbij de economie
en de ruimte in Brabant voorop staan.
Ben Huisman van IVN Regio Zuid vindt dat bezuinigen op Natuur- en Milieu-Educatie
(NME) niet slim is “omdat wij het geld dubbel en dwars ­terugverdienen voor de
provincie”.
Directeur Gerard van Etten van Sensoor:
“Steeds meer mensen met problemen kloppen aan bij de telefonische hulpdienst
Sensoor. De Provincie wil de subsidie stopzetten. De aandacht voor kwetsbare
­mensen komt door deze plannen in serieus gevaar.”
Mieke Geeraedts, VVD
“Een sterke economie zorgt voor banen, biedt kansen aan ondernemers en geeft
welvaart aan burgers. Investeren in een goed leef- en vestigingsklimaat is daarom
een ‘must’. Zorg daarbij wel voor heel duidelijke criteria en beslissingsregels.”
John Arkes, PvdA
“We zien de noodzaak tot bezuiniging van die € 75 miljoen. Milieufederatie, natuur­
educatieclubs, Brabants Landschap… sla de handen nu ineen. Zoek veel meer
samenwerking. Om zo met minder geld meer te bereiken.”
Marusjka Lestrade-Brouwer, D66
“Noord-Brabant heeft veel vrijwilligers, bij veel organisatie. Vaak dragen die vrij­
willigers kosteloos bij aan uitvoering van ons beleid. Denk aan het bijhouden van
de natuur. Dan moet je dat financieel mogelijk maken.”
Spencer Zeegers, SP
“Waarom taken aan gemeenten overlaten die het nu juist moeilijk hebben? De top
is niet te bereiken zonder goede basis. Sommige bezuinigingen willen we dan ook
terugdraaien. Weerloze waarden verdienen extra steun, zoals sociale hulpdiensten
en natuur.”
Birgit Verstappen, Partij voor de Dieren
“We betalen een dure prijs voor kiloknallervlees. Stankoverlast, bodemuitputting,
verlies aan biodiversiteit. Met de klimaatcrisis kunnen we onmogelijk bezuinigen op
natuur en milieu. Integendeel: we moeten bodem, lucht en water beschermen.”
Deel 3
Investerings­
strategie
Brabant ­
investeert in
de toekomst
Inhoud
1 Aanleiding
90
2 Ambitie en focus
94
3 Afwegingskader en investeringsstrategie
98
4 Investeringsdomeinen
102
5 Vervolgproces
112
89
1 Aanleiding
niet vanzelfsprekend gegarandeerd. Gezien de mondi­
ale verschuivingen zijn extra inspanningen vereist om
aansluiting te houden bij de Europese top.
Centrale doelstelling van de investeringsstrategie is een structuurversterking van
Van essentieel belang is een richtinggevend perspectief
het bijzondere vestigings- en leefklimaat
op de toekomst van Brabant, een stip op de horizon.
in Brabant. Structuurversterkende inves-
Een dergelijk perspectief maakt het mogelijk om koers
teringen in onderscheidende kwaliteiten
te houden in een sterk veranderde wereld. Met de
zijn nodig wil Brabant tot de top van de
Agenda van Brabant geven we die richting, vanuit de
(industriële) kennis- en innovatieregio’s
idee dat we als provincie een belangrijke taak hebben
in Europa blijven behoren. Duurzame
in de positionering van de regio in de mondiale
welvaart en welzijn van Brabant en de
netwerk­economie. De inzet is helder: vanuit onze kracht
Brabanders zijn erbij gebaat. Samen­
en specifieke positie willen we bij de Europese top van
hangende investeringen op een vijftal
kennis- en innovatieregio’s blijven behoren. Dat vraagt
investeringsdomeinen met een brede,
niet alleen om privaat initiatief, maar juist ook om een
maatschappelijke multiplier, kunnen de
publieke investeringsstrategie. Uitgaande van de
beoogde structuurversterking tot stand
Brabantse sterktes in (bestaande) bedrijvigheid,
brengen.
onze kennispositie, kennisnetwerken en -infrastructuur
liggen er volop investeringskansen.
Aanleiding
Publieke investeringen in de toekomst
Uit de Brabantse Kennisinvesterings-
van Brabant
agenda (foto 2009), een provinciale
Evenals andere regio’s in Europa bereidt de provincie
vertaling van de nationale Kennis­
Noord-Brabant zich voor op de toekomst. Dat doen we
investeringsagenda (KIA), blijkt dat we
met vertrouwen en vanuit eigen kracht. In het verleden
nog een weg te gaan hebben. Publieke
hebben we bewezen succesvol op maatschappelijke
investeringen in kennis en innovatie
veranderingen in te kunnen spelen en sterker uit
blijven achter ten opzichte van de
economisch moeilijke tijden te komen. De klimaat-,
nationale en Europese doelstellingen en
kennis- en economische crisis versnellen de fundamen­
ambities. Nederland en Noord-Brabant
tele veranderingen die de Brabantse samenleving op
zijn ver verwijderd van de nationale
dit moment doormaakt. De wereld van na de crisis
KIA doelstelling dat 1% van het BNP
zal een andere zijn dan de wereld die we vandaag
aan publieke R&D wordt uitgegeven.
kennen.
Deze doelstelling is gebaseerd op de
zogenaamde Lissabon doelstelling en
Hoe die wereld er precies uit zal zien weet natuurlijk
houdt in dat landen in totaal 3% van
niemand. Duidelijk is wel dat opkomende landen als
het BNP aan R&D uitgeven: 2% privaat
China, India en Brazilië in de nabije toekomst een
en 1% publiek.
groot deel van de mondiale economische groei voor
hun rekening ­zullen nemen. Tegelijkertijd zijn er forse
uit­dagingen op het terrein van energie en klimaat, met
gevolgen voor de voedsel-, water-, en energieketens.
De internationale kenniswereld stort zich momenteel
­­op duurzame technologieën om daarmee een bijdrage
te leveren aan de mondiale duurzaamheidsproblematiek.
De vraag is of Brabant in die nieuwe mondiale econo­
mie de vooraanstaande positie die als industriële
innovatieregio innemen, kan behouden en versterken.
Brabant heeft een goede uitgangspositie, maar deze is
91
Positionering investeringsstrategie
effect kunnen worden ingezet ten behoeve van de
Met de verkoop van de aandelen Essent zijn middelen
­ambitie zoals verwoord in de Agenda van Brabant.
vrijgekomen die zijn opgebracht door de Brabanders.
Concreet wordt voorgesteld te komen tot een apart
Ons streven is om deze middelen ten bate van de toe­
­investeringsfonds gericht op 5 investeringsdomeinen
komst van Brabant en de Brabanders aan te wenden.
met daaraan gekoppeld een set van spelregels
Het betreft lange termijn maatschappelijke investeringen
­(investeringscriteria).Gedeputeerde Staten ontwikkelen
ten behoeve van de structuurversterking van het sociaal-
na de zomer concrete voorstellen en leggen deze ter
culturele, ecologische en economische kapitaal van
besluit­vorming aan Provinciale Staten kunnen voor.
onze regio.
Financieel kader
De hier gepresenteerde investeringsstrategie dient
De vervreemding van de aandelen Essent levert de
­gepositioneerd te worden in het verlengde van het
­provincie Noord-Brabant middelen op die deels ter
1
­profiel van de Provincie Noord-Brabant, zoals voor­
­compensatie van het dividend rentedragend worden
gesteld met de Agenda van Brabant . Op basis van
­belegd en deels beschikbaar zijn voor lange termijn
de Agenda van Brabant schetsten wij in voorliggende
maatschappelijke investeringen. Het bedrag dat
notitie de nadere uitwerking en verdieping van de
­beschikbaar is voor investeringen in de toekomst
­investeringsstrategie. Met de investeringsstrategie geven
van ­Brabant bedraagt circa € 1000 miljoen. De hier
wij aan op welke cruciale domeinen geïnvesteerd dient
­ge­presenteerde investeringsstrategie richt zich na­
te worden om de welvaart en het welzijn van Noord-­
drukkelijk op de inhoudelijke focus van het investerings­
Brabant voor de langere termijn te waarborgen. De vijf
bedrag.
voorgestelde investeringsdomeinen vloeien logischerwijs
voort uit uw oriënterende uitspraken op de Statendag
op 12 februari en het nieuwe, aangescherpte profiel
van de provincie, zoals beoogd met de Agenda van
Brabant.
De basis voor deze uitwerking is mede gelegd met het
‘Investeringsprogramma Essent’, waarvan de hoofd­
Het bedrag van € 1000 miljoen is als
lijnen reeds zijn verwoord in Statenvoorstel 18/09 A
volgt tot stand gekomen. De verkoop
(“Investeringsprogramma Essent”) en met ­Provinciale
van de aandelen Essent levert per
Staten besproken in april 2009. De inhoudelijke
saldo € 2.631 miljoen op. Ten einde
­afwijkingen ten opzichte van de investeringsagenda
binnen de begroting structureel de
­Essent hangen samen met het op 20 november 2009
dividend­inkomsten te compenseren,
genomen besluit (Statenbesluit 71/09) om de
is een bedrag van € 123 miljoen per
‘investeringsagenda ­Essent’ te positioneren in het licht
jaar nodig. Het bedrag van € 123
van de Agenda van Brabant. Als gevolg van het aan­
miljoen wordt mede gevoed door
gescherpte profiel, met focus op kerntaken en –rollen,
opbrengsten vanuit een stamkapitaal
zijn door ons College ­andere accenten gezet, passend
van € 1.630 miljoen. Totaal resteert
bij de visie en ambitie van de Agenda van Brabant.
een beschikbaar investeringsbedrag
van € 1000 miljoen (€ 2.631miljoen
De hier gepresenteerde investeringsstrategie geeft een
minus € 1.630 miljoen stamkapitaal).
inhoudelijke voorzet voor de wijze waarop de beoogde
investeringen gericht en met een zo maximaal mogelijk
1 Op 10 november 2009 hebben Provinciale Staten besloten
Brabant: herbezinning en voorbereiding besluitvorming (kern)
de nadere verdieping en uitwerking van het “Investerings­
taken en rollen, mede in het licht van financiën en bestuurlijke
programma Essent” te positioneren in het verlengde van de
herpositionering en uitdagingen voor Brabant”
Agenda van Brabant: Statenbesluit 71/09 E “De agenda van
92
Opbouw notitie
Uitgaande van de ambitie die is verwoord in de Agenda
van Brabant en het daarmee samenhangende profiel van
de provincie, formuleren we randvoorwaarden en criteria
waaraan projecten in het kader van de investerings­
strategie dienen te voldoen. Tevens schetsen we een
­aantal domeinen waarop de investeringen zich dient
te richten. Hoewel de hier gepresenteerde domeinen
in grote lijnen overeenkomen met de in april 2009
­(Statenvoorstel 18/09 A) voorgestelde vier investerings­
pijlers (kennis en innovatie, bereikbaarheid, duur­zame
energie en kwaliteit van leefomgeving), zijn er op
­punten ook wijzigingen opgetreden op grond van de
­inhoudelijke heroriëntatie die heeft plaatsgevonden
met de Agenda van Brabant.
2 Ambitie
en focus
Ambitie en focus
Vestigings- en leefklimaat
Met de Agenda van Brabant en een daarvan afgeleide
en te onderhouden. Een leefklimaat waarin onder­
provinciale agenda wordt voorgesteld in te zetten op
nemers, gemeenten, waterschappen, culturele-,
het vestigings- en leefklimaat in Brabant om zorg te
kennis- en onderwijsinstellingen en maatschappelijke
dragen dat Brabant tot de top van de (industriële)
organisaties optimaal functioneren en een bijdrage
kennis- en innovatieregio’s in Europa blijft behoren.
leveren aan duurzame welvaart en welzijn van de
In 2020 concentreert de provincie zich op een beperkt
Brabantse burgers en bedrijven. Daarnaast heeft de
aantal ambities gekoppeld aan het vestigings- en leef­
provincie een belangrijke taak bij de positionering
klimaat van Brabant, die voor de regio van cruciaal
van de regio in de internationale netwerkeconomie.
belang zijn. De provincie heeft de taak om een
doeltreffende, goed geordende, ontsloten, gezonde,
aantrekkelijke en diverse omgeving te ontwikkelen
Kennis- en innovatieregio’s
in Europa
maatregelen te treffen. Van dat laatste
zijn Helsinki, Stockholm en München
interessante voorbeelden. Nationale en
Industriële kennis- en innovatieregio’s
­regionale overheden hebben voor een
in Europa waaraan Brabant zich kan
sterke stimulans gezorgd om de kennis-
spiegelen, zoals Oberbayern (München),
en innovatie-economie te laten floreren.
Stockholm en Nordrhein-Westfalen,
Zo stimuleert de Landesregierung van de
hebben allen een publiek-private investe-
deelstaat Beieren (Freistaat Bayern) al
ringsstrategie ontwikkeld om het regio­
sinds het begin van de jaren negentig zeer
nale innovatiesysteem te vernieuwen.
actief de ontwikkeling van kennis­
Onder het innovatiesysteem wordt
intensieve bedrijvigheid. Tevens wordt
het complex van instellingen en spelers
­stevig ingezet op versterking van de inter-
verstaan die een rol spelen in de ver­
nationale economische relaties en cluster-
nieuwing van de economie. In veel van
vorming in nieuwe, duurzame technologie-
dergelijke regio’s bieden oude universi­
ën. Daarnaast is er aandacht voor de
teiten een basis voor de nieuwe kennis­
­quality of life van de regio. In veel kennis-
economie. Daarnaast zijn vrijwel zonder
regio’s is niet voor niets sprake van bij­
uitzondering sterke internationale
zondere gebeurtenissen of evenementen
bedrijven aanwezig. Dominante global
op het terrein van sport en cultuur die
players nemen met de kennisinstellingen
mee hebben geholpen om de regio op de
het voortouw, waarbij overheden slim
kaart te zetten, media aandacht te trekken
kunnen anticiperen door ruimte te bieden
en die tegelijkertijd beeldbepalende
binnen heldere kaders en stimulerende
­gebouwen achterlaten in het landschap.
95
Doel is om het vestigings- en leefklimaat zodanig te
werkers en topvoorzieningen op het gebied van sport
beïnvloeden, dat Brabant vanuit een Europees en mon­
en cultuur.
diaal concurrentieperspectief aantrekkelijk, duurzaam
en welvarend wordt en blijft. De belangen van enerzijds
economische expansie en innovatie en anderzijds
de kwaliteit en verscheidenheid van het woon- en
­leef­milieu moeten met elkaar in evenwicht worden
­ge­houden. Het vestigings- en leefklimaat wordt bepaald
door een groot aantal basiskwaliteiten, die het scala
van people, planet en profit bestrijken (Telos-driehoek,
3 P’s). Daarnaast zijn onder meer de kwaliteit van
het kennis- en innovatieklimaat, het fiscale klimaat en
het systeem van corporate governance van belang.
Deze elementen van het vestigingsklimaat worden
­buiten beschouwing gelaten, omdat ze nationaal dan
wel internationaal worden bepaald en zich niet of
­nauwelijks lenen voor regionale differentiatie.
Onderscheidende kwaliteiten van Brabant
Bij het vestigings- en leefklimaat gaat het enerzijds om
de standaardkwaliteiten van een regio. Er is immers
een aantal zaken dat je gewoon voor elkaar moet
hebben. Als die niet op orde, ben je ‘af’ in de
internationale concurrentiestrijd tussen (stedelijke)
regio’s. Denk bijvoorbeeld aan factoren als arbeids­
markt, ondernemerschap, kwaliteit van onderwijs en
goede bereikbaarheid. Deze sociale, culturele en
ecologische kwaliteiten van onze provincie kennen
niet alleen een intrinsieke waarde, maar zijn tevens een
noodzakelijke randvoorwaarde voor het realiseren van
de nieuwe agenda. Anderzijds worden onderscheidende
criteria in de concurrentiestrijd tussen steden en regio’s
steeds belangrijker. De onderscheidende criteria hebben
meer en meer met omgevingskwaliteit te maken (zie
Agenda van Brabant, hoofdstuk 3).
Het succes van Brabant is in toenemende mate
afhankelijk van een hoogwaardig vestigingsklimaat
en goede collectieve voorzieningen. Om burgers en
bedrijven te boeien en talenten te binden, is niet
alleen het werk of salaris van belang, maar is de
­leefomgeving een doorslaggevende factor. Juist op
de terreinen van woon- en leefomgeving, natuur- en
landschaps­ontwikkeling, openbaar vervoer en regio­
naal economisch beleid is de regio minder gebonden
aan nationale kaders, en kan zij zich duidelijk van
­andere (Europese) regio’s onderscheiden, vooral door
wel­bewuste profilering van typisch regionale kwaliteiten
en omstandigheden. Op deze punten moet de inter­
nationale concurrentiestrijd worden gewonnen. Denk
hierbij bijvoorbeeld aan kennisinstellingen van wereld­
formaat, aantrekkelijke woon- werkmilieus voor kennis­
96
3 Afwegings­
kader en
investerings­
strategie
Afwegingskader en
investeringsstrategie
Voorwaarden voor concurrerend klimaat
Afwijkend van de ‘reguliere’ provinciale middelen, is de
investeringsstrategie gericht op de structuurversterking
zijn op te lossen binnen de bestaande “reguliere”
provinciale kaders en/of middelen.
3 De investeringen zijn aantoonbaar structuur­
versterkend voor de onderscheidende kwaliteiten
van de Brabantse kennisregio;
4 De investeringen hebben een aantoonbaar multiplier­
van de onderscheidende kwaliteiten van de regio,
effect, ofwel prikkelen tot investeringen van derden;
juist vanuit internationaal perspectief. Het investerings­
de multiplier varieert al naar gelang het type project
strategie ondersteunt daarmee de internationale
concurrentiepositie van de Brabantse regio in Europa.
en/of programma;
5 Het gaat niet om (eenmalige) consumptieve bestedingen
De provincie zorgt voor de ruimtelijk-economische regie
maar om duurzame investeringen (én investerings­
op regionale schaal, zodat de noodzakelijke randvoor­
relaties) met waar mogelijk en/of kansrijk een
waarden worden gecreëerd voor draagvlakvergroting
van de toppen van het hoger onderwijs in Brabant met
de toppen in de publieke en private sector in Brabant.
­revolverend karakter;
6 We subsidiëren niet, maar investeren bij voorkeur
via (risicodragende) participatie, zoals bijvoorbeeld
revolving funds, garantiefondsen, participatiefondsen,
Met behulp van de investeringsstrategie regisseert de
provincie de voorwaarden voor een concurrerend
­ves­tigingsklimaat in Brabant. Op dit moment is het draag­
vlak voor allerlei typen hoogwaardige voorzieningen in
Noord-Brabant te klein, zeker bezien vanuit een inter­
nationaal perspectief. In kwalitatief opzicht worden
benefit sharing, Publiek-Private Samenwerking
(PPS-constructies), etc;
7 Middelen worden gericht en strategisch ingezet om
condities te scheppen waaronder het met name voor
private partijen aantrekkelijk is om te participeren
8 Het gaat om een daadwerkelijk extra investerings­
voorzieningen op topniveau gemist, die juist van belang
impuls; de investeringen dienen niet in de plaats
zijn voor het aantrekken en vasthouden van “talent”
te komen van andere middelen (geen tekorten in
(kennis- en cultuurwerkers als dragers van de kennisregio).
­lopende exploitatie opvullen);
9 Om de provinciale investeringsstrategie zoveel
Doelstelling van het investeringsprogramma is om een
­mogelijk te versterken en/of te verdiepen, is afstemming
zo maximaal mogelijk maatschappelijk effect te bewerk­
met de gemeentelijke, rijks- en Europese agenda
stelligen. De inzet van de middelen moet zo veel mogelijk
noodzakelijk. Een optimale benutting van Europese-
verleiden tot grotere inspanningen van anderen.
en rijksmiddelen beredeneerd vanuit de Brabantse
En dat geldt voor zowel andere overheden als private
opgaven dient daarbij voorop te staan.
organisaties en instellingen. Investeringen dienen
een multiplier-effect (sneeuwbaleffect) te hebben op
Ad 4. Maatschapelijke multiplier
bedrijfs­investeringen en investeringen van gemeenten,
De hier beoogde investeringen dienen een brede,
maatschappelijke organisaties, kennis- en onderwijs­
­maatschappelijke multiplier te genereren. De omvang
instellingen (onderwijs en onderzoek).
van het multiplier-effect zal wel verschillen per type
­investering. Zo kan in algemene zin ten aanzien van
Criteria voor investeringsvoorstellen
­investeringen in de kenniseconomie (kennisbenutting,
Op basis van de ambitie van de Agenda van Brabant
innovatie, aantrekken kenniswerkers, etc.) worden vast­
en de focus op het vestigings- en leefklimaat, onder­
gesteld dat deze gunstig uitpakken. Het aantrekken van
scheiden wij de volgende investeringscriteria:
kenniswerkers bijvoorbeeld rendeert. Kenniswerkers
zijn van belang omdat ze een positief effect hebben op
1 Doelstelling van het investeringsprogramma is synergie
door samenhangende investeringen in de toekomst
van Brabant als (industriële) kennis- en innovatieregio;
2 Uitgangspunt is dat de middelen enkel worden
­besteed aan programma’s en projecten die niet
2 Op bedrijfsniveau leidt een stijging van het gemiddelde oplei­
dingsniveau met één jaar tot ca. 8% extra productiviteit, op ma­
de productiviteit en innovatiekracht van de regionale
economie2. Het gaat dan niet alleen om hoger opgeleid
personeel, maar ook mensen op MBO-niveau die kennis
kunnen toepassen en gebruiken. Vooral in het Brabantse
MKB vervullen MBO’ers een cruciale rol bij de imple­
croniveau tot 6% extra BBP per hoofd van de bevolking. Zie
hiervoor ook de Brabantse Kennisinvesteringsagenda 2009.
99
menteren of versnellen van een innovatie. Uit recent
de verschillende stromen naar een integrale agenda die
economisch onderzoek blijkt dat vergroting van de
is beredeneerd vanuit de opgaven van de Agenda van
­kennis en vaardigheden van de beroepsbevolking
Brabant.
direct leidt tot een hogere productiviteit. Tevens is
bekend dat banen in R&D een grote multiplier hebben
Investeringsstrategie
in productie en indirect in dienstverlening: één baan in
Bij het vormgeven van de investeringen dient rekening
R&D levert 8 tot 10 banen in productie, diensten en
te worden gehouden met verantwoordelijkheden en
service op3. Ook voor investeringen in bereikbaarheid
rollen van anderen. Bij de uitvoering worden allianties
zijn positieve effecten bekend. Maatschappelijke
betrokken, waarin zoveel mogelijk wordt samengewerkt
Kosten- en Baten Analyses (MKBA’s) hebben aangetoond
met gemeenten, marktpartijen en maatschappelijke
dat investeringen in de infrastructuur in Brabant renderen
organisaties. De Provincie investeert:
voor heel Nederland. Hoewel aan de multiplier-effecten
van natuur- en landschaps­investeringen in economisch
opzicht tot nu toe minder aandacht is besteed, blijkt uit
recent onderzoek dat investeren in natuur en landschap
wel degelijk loont, en breed maatschappelijk effect
­sorteert.4
• Alleen als we daadwerkelijk het verschil kunnen
maken en toegevoegde waarde hebben;
• Er sprake is van een aantoonbaar provinciaal belang
en/of bijdrage aan provinciale beleidsdoelstellingen;
• Wanneer een ander kan investeren, doen wij het niet
(geen overname van beleids- en investeringsverant­
Ad 6. Risicodragende participatie
Als uitgangspunt wordt gehanteerd dat risicodragende
woordelijkheden);
• We doen het samen, omdat we erkennen dat de
participaties met (gedeeltelijk) terugverdienpotentieel
investeringsagenda alleen vanuit partnerschappen
(revolvererend) de voorkeur hebben boven het verstrek­
en gericht samenwerken tot resultaten leidt;
ken van subsidies. Niet alleen wordt hiermee (meer)
recht gedaan aan het principe dat vermogen
zoveel mogelijk revolverend moet blijven, maar vooral
ook wordt hiermee het multiplier-effect vergroot.
• Er moet sprake zijn van projecten op (boven)­
regionaal niveau;
• De investeringen moeten aantoonbaar bijdragen
aan een duurzame ontwikkeling van Brabant
(Telos-driehoek; people, planet, profit);
Ad 9. Relatie met externe agenda’s
• De investeringen dienen een structuurversterkend
Om met de investeringsstrategie zoveel mogelijk aan
karakter te hebben. De investering moet resulteren in
te sluiten bij de rijks- en Europese agenda, om deze
een ‘schaalsprong’ op een onderscheidend onderdeel
te kunnen versterken en/of verdiepen, is afstemming
van het vestigings- en leefklimaat in Brabant.
­noodzakelijk. Op Rijksniveau is discussie gevoerd over
bestrijding van de economische recessie, waarbij ook
Ons inziens zijn voor het welslagen van het programma
naar investeringen in de kenniseconomie is gekeken.
om een aantal redenen partnerschappen van essentieel
Daarnaast beschikt het Rijk over FES-middelen die in
belang. Ten eerste vanuit de gedachte dat ‘multipliers’
principe voor een belangrijk deel in innovatie worden
gewenst zijn om daadwerkelijk het verschil in de
geïnvesteerd. Tenslotte geldt dat programma’s als
Brabantse samenleving te kunnen maken. Ten tweede
­Pieken in de Delta, OP-Zuid en verschillende Interreg-
omdat de maatschappelijke opgaven die verband
programma’s mogelijkheden bieden om projecten en
houden met Agenda van Brabant integraal van karakter
ontwikkelingen tot stand te brengen. Al die programma’s
zijn en vrijwel nooit door ons als middenbestuur zelf­
verlenen subsidies “om niet”. Daarbij is ook nog eens
standig op te pakken zijn. Tot slot omdat de beoogde
sprake van een grote mate van overlap tussen de diverse
structuur­versterking op de onderscheidende kwaliteiten
instrumenten die door verschillende instanties worden
van Brabant om afstemming vraagt tussen sectoren en
aangeboden. Winst is te be­halen bij het bundelen van
schaalniveaus.
3 Als voorbeeld kan de regio Eindhoven/Brainport dienen. Hier
4 LEI-UR Wageningen, Investeren in het Nederlandse Landschap.
werken 14.000 onderzoekers. Deze onderzoekers genereren
Opbrengst: geluk en euro’s, 2007. De belangrijkste conclusie
112.000 tot 140.000 banen in productie en service en 9,2
ervan luidt dat het voor de maatschappij loont om in het land­
mld euro aan toegevoegde waarde. Zie o.a. Stichting
schap te investeren. De berekening van kosten en baten levert
Brainport, Brainport Navigator 2013, Eindhoven, 2006.
een positief saldo van 17,8 miljard euro op.
100
Onafhankelijke kwaliteitstoets
Om de juiste keuzes te maken en ervoor te zorgen dat
de investeringen ook daadwerkelijk toekomstgericht,
structuurversterkend en duurzaam zijn, achten wij het
wenselijk dat externe partijen een onafhankelijke toets
uitvoeren bij de voorgestelde investeringsbeslissingen.
Afhankelijk van de beoogde investeringen kunnen
­verschillenden partijen worden benaderd. Niet alleen
kan hierbij gedacht worden aan maatschappelijke
­organisaties, (Brabantse) kennisinstellingen en (mede)
overheden maar ook aan gezaghebbende bestuurders
en -vertegenwoordigers uit het internationale bedrijfs­
leven.
Er zal advies gevraagd worden over de inhoudelijke
kwaliteit van de investeringsvoorstellen, de onderlinge
samenhang tussen de investeringsvoorstellen en moge­lijke
inhoudelijke verbindingen tussen de investeringsdomeinen
(zie hoofdstuk 4). Tevens kan bij investeringsvraag­
stukken worden gevraagd naar mogelijk nieuwe vormen
van samenwerking en taakverdeling tussen publiek en
privaat.
101
4 Investeringsdomeinen
Investeringsdomeinen
­mobiliteit, kwaliteit van de leefomgeving, regionale
ver­stedelijking en landschappelijke verrommeling.5
Inleiding
Om van de Agenda en bijbehorende investerings­
Gestreefd wordt naar een benadering die breekt met
criteria te komen tot een investeringsprogramma,
een sectorale insteek en juist vanuit de dynamiek van
­benoemen wij enkele samenhangende investerings­
maatschappelijke processen komt tot dwarsverbanden
domeinen. Deze investeringsdomeinen volgen logischer­
tussen sectoren als economie, natuur, onderwijs,
wijs uit de Agenda van Brabant. In deze paragraaf
­cultuur en ruimtelijke ontwikkeling. Denk bijvoorbeeld
is gekozen voor een uitwerking op hoofd­lijnen van
aan de inzet voor BrabantStad Culturele Hoofdstad
(kansrijke) investeringsdomeinen, zodat in een ­later
2018 dat meer is dan een sectorale cultuuropgave,
stadium voldoende ruimte wordt geboden aan Provinciale
maar alleen kan slagen als er verbinding wordt
Staten om de invulling per domein te ­bespreken en
gelegd met ruimtelijke en economische ontwikkelingen.
­nader uit te werken. Daarnaast biedt deze werkwijze
Het gaat om een geïntegreerde aanpak.
ook de mogelijkheid om, waar mogelijk met maat­
schappelijke partners, het Brabantse b
­ edrijfsleven en
Voorliggende investeringsstrategie betreft een voorstel
Brabantse kennis- en onderwijs­instellingen tot concrete
op hoofdlijnen. Verdere invulling aan concrete voor­
projecten en bijbehorende businesscases te komen.
stellen binnen de domeinen vindt na de zomer plaats.
De provincie zal de komende periode actief naar
Per investeringsdomein zijn mogelijke investeringen
­samenwerking met partners zoeken.
­benoemd die op korte termijn (zeker voor maart
2011 en zo veel eerder als mogelijk) kunnen worden
De investeringen dienen gericht te zijn op de beoogde
gecon­cretiseerd als een eerste tranche van het
structuurversterking en verduurzaming van het vestigings-
investerings­programma (zie tevens paragraaf 5).
en leefklimaat van Brabant in het licht van het streven
naar een innovatieve kennis- en innovatieregio. Meer
• Kennis: duurzame innovatie en
dan in het Investeringsprogramma Essent het ­geval
slimme ambachtelijkheid
is, is de provinciale inzet gericht op de ruimtelijk-­
De ambitie van de Agenda van Brabant is er op
economische aspecten van het vestigingsklimaat en
gericht bij de top van de (industriële) kennis- en
de kwaliteit van de Brabantse leefomgeving. Deze
innovatieregio’s in Europa te (blijven) behoren.
­focus vloeit voort uit de Agenda van Brabant en past
Daarbij hoort een publiek innovatiebeleid, gericht
bij het daarin geformuleerde profiel van de provincie.
op versterking van de innovatie, creativiteit en het
Brabants ondernemerschap. Het past bovendien bij
Vernieuwende aanpak
de kerntaken van de provincie. De provincie is bij uit­
De investeringsstrategie kent vijf investeringsdomeinen,
stek geëquipeerd om regionaal-economisch beleid
die niet alleen stuk voor stuk hun eigen integrerende
vorm te geven in nauwe samenwerking met de grote
samenhang hebben maar waartussen ook diverse
steden, het Brabants bedrijfsleven en de Brabantse
kruisverbanden bestaan. Deze samenhang en ver­
onderwijs- en kennis­instellingen. De krijtlijnen voor
banden overstijgen sectoren. Vanuit de dynamiek
een dergelijk innovatiebeleid zijn te vinden in de
van maatschappelijke processen in en buiten Brabant
WRR-studie “Innovatie in viervoud” waarin het
wordt gestreefd naar een meer horizontale, program­
organiseren van vitale samenwerking tussen onder­
matische aanpak. Een belangrijk deel van de strate­
wijs, ondernemerschap en overheid centraal staat,
gische uitdagingen en opgaven die in het kader van
evenals het uitlokken van verrassing, het richten op
de Agenda van Brabant zijn geïdentificeerd, spelen
uitdagers en het afdwingen van nieuwe combinaties
zich immers af rond de grensvlakken van sectoren,
tussen sectoren. Bijvoorbeeld tussen de typisch
of het nu gaat om ver­groening van de economie, het
Brabantse traditie van het maken high-tech, cultuur
vergroten van de kenniscomponent in de Brabantse
en design.
economie, kwesties van biodiversiteitsverlies,
5 Telos, PON, BOM en SER Brabant, Dan denk je aan Brabant!,
Tilburg, januari 2010
103
Clustervorming wordt gezien als één van de instrumenten
om de kennis-kunde-kassa keten in branches en sectoren
te versterken. Een campus in combinatie met een cluster
heeft het beoogde structuurversterkende effect. Binnen het
Experimenteren door
samenwerking
strategische concept van campus- en clusterontwikkeling
kan ook een koppeling worden gelegd met kansen voor
Brabant op het terrein van duurzame energie. Het betreft
“Praktische technologische vooruitgang
dan mogelijkheden op het gebied van high-tech (solar-­
is anno 2010 het resultaat van de in­
energy), automotive (elektrisch rijden en decentrale net­
teractie, de kruisbestuiving, de samen­
werken) en agro-food en logistiek (biomassa).
werking van ontelbare bedrijven,
Kennis, innovatie, clustervorming en vergroening van
universiteiten en onderzoeksinstituten
de economie komen hier samen.
verspreid over de hele wereld. We
kunnen kennis alleen vermeerderen
door kennis te delen. Nieuwe strate­
gische ideeën, niet alleen op technisch
gebied, worden steeds vaker geboren
in het veld, niet aan de top. Daar,
aan de frontlinie, moeten mensen
Hechte relaties in de keten
zich vrij voelen om te leren, om te
experimen­teren, om nieuwe vormen
Kennis en productie hebben elkaar
van samenwerking aan te gaan.”
nodig, en kunnen elkaars aanwezigheid versterken. Een aansprekend
Harry Hendriks,
voorbeeld is ASML met haar sterke
voorzitter directie Philips Nederland, 2010
regionale toeleveranciersketen.
ASML is wereldmarktleider op basis
van haar technologische voorsprong.
High tech in optima forma. Haar
machines bestaaan grotendeels uit
modules die in het regionale MKB
Het stimuleren en ondersteunen van valorisatie van
worden gefabriceerd. In die bedrijven
­kennis via open innovatie is noodzakelijk om de ambitie
is een sterke mix van WO-HBO-MBO
van de agenda waar te kunnen maken. Daarbij dient te
medewerkers aanwezig. Bijzonder is
worden aangesloten bij de typische behoeften en kansen
ook de wederzijdse afhankelijkheid
in het Brabants bedrijfsleven en de Brabantse onderwijs-
tussen ASML en haar toeleveranciers.
en kennisinstellingen. Een kansrijke investeringslijn is de
ASML vraagt het regionale MKB
verdere ontwikkeling van de open-innovatieaanpak via
innovaties te ontwikkelen.
het campusconcept.
Campusontwikkeling is een belangrijk middel voor het
structureel vergroten van de kenniscomponent in de
­Brabantse economie. Versterking van de economie wordt
verkregen door bundeling van krachten en flexibiliteit
Bij de inzet op campusontwikkeling is het noodzakelijk
in kansrijke economische clusters en het leggen van
te komen tot een regionale, liefst grensoverschrijdende,
­verbindingen tussen verschillende clusters. Kans­rijke
agendavorming. De kans op wildgroei van (lokale)
­economische clusters in Brabant zijn maintenance,
valleys en campussen is ook in Brabant levensgroot
­logistiek, agro-food, life sciences, pharma, automotive
aanwezig. Campussen schieten als paddestoelen uit
design en high tech. Belangrijk voor campus­ontwikkeling
de grond. Het gaat om heldere keuzen ten aanzien van
is dat deze niet geïsoleerd gaat plaats vinden, maar
de meest kansrijke clusters, die ook in Europees opzicht
wordt gekoppeld aan (krachtige) clusters.
duidelijk toegevoegde waarde hebben en structuur­
versterkend zijn voor de regionale economie. Zoals SER
Brabant terecht opmerkt dient de lat hoog te liggen.6
104
Campusontwikkeling moet in feite worden gezien als een
• De bereikbare regio
samenhangend strategisch concept in het kader van de
Naast het innovatieve vermogen vormt bereikbaar­
Agenda voor Brabant. Bij de verdere ontwikkeling van
heid een van de meest bepalende factoren achter
het concept is de aanwezigheid en directe betrokken­heid
een succesvolle regionale economie. Dat geldt in het
van een grote trekker van belang, zowel aan de bedrijven­
bijzonder voor Brabant, met haar sterke logistieke
kant (bij voorkeur multinational) als aan de kenniskant
sector, internationale oriëntatie en strategische lig­
(MBO, HBO en/of universiteit).
ging tussen Randstad, Vlaamse Ruit en Ruhrgebied
en de havens van Rotterdam en Antwerpen. De
focus in dit investeringsdomein is erop gericht de
(inter)nationale en intraregionale bereikbaarheid
van de regio te optimaliseren.
Brabant is een belangrijke vervoersschakel in Noord­
west-Europa. Brabant ligt aan vitale en drukke ver­
Mogelijke richting eerste
tranche
keerscorridors die de Randstad maar ook Vlaanderen
verbinden met Zuid Nederland en het verdere Euro­
pese achterland. Alleen al rond Eindhoven komen zes
Investeren in de kennisinfrastructuur
snelwegen bij elkaar. Dit kruispunt van infrastructuur
van Brabant is van cruciaal belang
is niet alleen van groot belang voor het bereikbaar
voor het welslagen van de ambitie als
houden van de Mainportregio’s Amsterdam, Rotter­
(industriële) kennis- en innovatieregio.
dam en Antwerpen, maar ook voor ontsluiting van de
Vanuit de specifieke rol en positie van
aangrenzende regio’s als Greenport Venlo en het snel
de provincie kan worden gedacht aan
groeiende Agrofoodcluster aan de noord-oostkant
het optimaliseren van de vestigingscon-
van de regio rond Uden-Veghel. De bereikbaaarheid
dities voor kennisintensieve bedrijvig-
van de Zuidoostvleugel (waaronder de wegenruit
heid. Het gaat dan om investeringen in
rond Eindhoven-Helmond) is een belangrijke voor­
kansrijke economische clusters, het
waarde voor de verdere ontwikkeling van de
aantrekken van kennisinstellingen,
­Brainport. De regio zelf profiteert optimaal van de
wetenschappelijke en onderzoeks­
corridors als ontsluiting voor zowel het personen-
instellingen, door middel van publieke
(wegen en OV) als het goederenvervoer naar andere
R&D gelden en het stimuleren van de
delen van Nederland en het verdere achterland.
open-innovatieaanpak. Concreet kan
Daarnaast vervullen onderdelen van de corridors een
gedacht worden aan financiële bij­
essentiële functie voor het regionale verkeer.
dragen voor vestiging van kennis en
researchcentra, waardoor zowel het
Uit de Netwerkanalyse BrabantStad (2006) blijkt als
fundamentele als toegepaste onder-
gevolg van de forse ontwikkeling van het personen-
zoek in de verschillende kansrijke
en goederenvervoer richting 2020 de bereikbaar­
kennisclusters (high tech systemen &
heid van Brabant ernstig onder druk komt te staan.
materialen, food & nutrition, life sciences
Vervoersstromen nemen toe en de corridors moeten
& medische technologie) een impuls
een alsmaar toenemende nationale en internationale
krijgt. Vestiging van kennis- en
verkeersdrukte verwerken. Mede ter verhoging van
research­centra kan een aantrekkende
het draagvlak voor economische clustervorming
werking hebben op toeleverende (MKB)
en sociaal-culturele voorzieningen van formaat,
bedrijvigheid in de regio.
vraagt dit om investeringen in infrastructuur tussen
Daarnaast kan gedacht worden aan
de omliggende stedelijke netwerken.
investeringen in open-innovatie
aanpak met behulp van het concept
Ook bereikbaarheid binnen de regio is van belang,
‘campusontwikkeling’.
niet alleen als onderdeel van de kwaliteit van leef­
omgeving (zie verderop) maar ook als middel om
6 SER Brabant, Kennis werkt!, ’s-Hertogenbosch, oktober 2009
105
de gewenste regionale economische wisselwerking
en sociale samenhang te stimuleren. Daarnaast zijn
aanzienlijke verdichtingen en kwaliteitsverhogingen
van het grondgebruik op knooppunten en anderszins
goed ontsloten economische toplocaties in
Mogelijke richting eerste
tranche
Brabant(Stad) belangrijk. Daarbij staat niet de auto
centraal, maar wordt de kracht van alle modaliteiten
Voor de bereikbaarheidsproblematiek
optimaal benut. De kern van de aanpak is een
in Noord-Brabant vormt de integrale
optimaal functionerend –infrastructuurnetwerk (weg,
aanpak in de Zuidoost-vleugel
spoor, water) voor personen- en goederenvervoer.
Brabant­stad een cruciaal onderdeel,
Regelmatig, frequent, betrouwbaar en toegankelijk
zowel voor de regio Zuidoost-Brabant
openbaar vervoer tussen deze locaties, bijvoorbeeld
als voor de verbinding tussen de
door vrijliggende infrastructuur, is van belang, én
­verschillende mainports en stedelijke
om de doorgaande wegen te ontlasten én om het
netwerken in Nederland. Met de Minister
gebruik van hulpbronnen en de uitstoot van schade­
van Verkeer en Waterstaat is afge­sproken
lijke stoffen te verminderen.
om prioriteit te geven aan de bereikbaarheid van de economische gebieden
in de Zuidoostvleugel van BrabantStad
(Eindhoven/Helmond en omstreken).
Daartoe is een integraal maatregelenpakket ontwikkeld van niet alleen
­bereikbaarheidsmaatregelen, maar ook
maatregelen gericht op het versterken
van de ecologische en ruimtelijke structuur. Inmiddels is een MIRT-verkenning
uitgevoerd (Meerjaren­programma
­Infrastructuur Ruimte en Transport)
die de komende tijd verder wordt uitgewerkt. Belangrijk onderdeel uit het
maatregelenpakket vormt de wegenruit
rond Eindhoven. Investeringen in de
Zuidoostvleugel zijn noodzakelijk, maar
niet voldoende. Ook spoorprojecten
­(Robel), HOV-projecten (NoordoostBrabant) en infrastructuur-assen zoals
de A59 en A58 zijn belangrijk voor de
(inter)nationale bereikbaarheid van
de regio. Datzelfde geldt voor enkele
onderdelen van de regionale weg­
infrastructuur, zoals de N65 en N279.
De N279 bijvoorbeeld vormt een
­belangrijke schakel in het wegennet
van Oost-Brabant. Capaciteitsverhoging
leidt onder andere tot ontlasting van
het onderliggende wegennet en kan
ruimtelijke, ecologische en landschappelijke winst opleveren.
106
• Leefklimaat: topvoorzieningen
Een goed leefklimaat hangt nauw samen met de
kwaliteit van de sociale en culturele leefomgeving.
Een goede sportieve en culturele infrastructuur zorgt naast het bevorderen van de maatschappelijke binding
Mogelijke richting eerste
tranche
- voor een bruisende omgeving. Topvoorzieningen op
het gebied van sport en cultuur zijn onderscheidende
Om het culturele en sportklimaat van
criteria die de internationale uitstraling en aantrek­
de regio te versterken en op een hoger,
kingskracht en daarmee de concurrentiepositie van
internationaal plan te krijgen, kan
Brabant vergroten. Sport en cultuurtalenten versterken
concreet worden ingezet op Brabant­
de aantrekkingskracht van onze regio.
Stad Culturele Hoofdstad 2018 en
Olympisch Plan Brabant. De provincie
Met betrekking tot topvoorzieningen voor sport
en de partners binnen BrabantStad
kan enerzijds worden aangesloten op het door het
hebben de gezamenlijke ambitie om
kabinet en NOC*NSF vastgestelde ‘Olympisch
Culturele Hoofdstad in 2018 te worden
plan’. Anderzijds bij diverse initiatieven voor
waarmee een krachtiger profilering
topsportaccommodaties door gemeenten en
als mozaïekmetropool kan onstaan.
­sport­organisaties. Met een keuze voor een aantal
Het biedt een krachtige impuls aan
Brabantse kernsporten kan focus worden aan­
vijf steden en hun regio, teneinde een
gebracht in de provinciale inzet.7 Het gaat hierbij
aantrekkelijke, diverse en cultuurrijke
niet enkel om de bouw van topvoorzieningen en
mozaïekmetropool BrabantStad te
accommodaties, maar om de bredere inbedding in
realiseren. De integrale ontwikkeling
de ruimtelijke context (leefomgeving) en de aanhaking
van de culturele infrastructuur is een
op het mobiliteitssysteem (bereikbare regio). Er kan
belangrijke vestigingsfactor voor
immers grote ruimtedruk ontstaan als er gekeken
bewoners, bedrijven, studenten en
wordt naar de eisen van mobiliteit, accommodaties
bezoekreden voor recreanten en
en huisvesting. Tegelijkertijd biedt dit ook kansen.
toeristen in deze metropool. Daarnaast
Het verplaatsen van de vele bezoekers vraagt veel
versterkt het de internationale uitstra-
van een vervoersysteem. Verbetering van deze infra­
ling en zichtbaarheid van de regio als
structuur is cruciaal om aan de voorwaarden van de
kwaliteitsvol, modern en dynamisch
Spelen te kunnen voldoen. Het kan ook helpen een
woon, werk, studie- en verblijfsgebied.
aantal vraagstukken op een duurzame manier op te
In aansluiting op het Olypisch Plan
lossen. Daarbij kan gedacht worden aan de bereik­
2028 werkt Brabant aan verdere
baarheid, het tegengaan van de vervlokking en
bevordering van de uitstraling van
vervlakking van het Brabants mozaïek, de kwaliteit
Noord Brabant door topsport. Gezien
van het landschap en de natuur.
de ondergemiddelde score van Brabant
op het gebied van topsportaccommo-
Op cultureel gebied is de kandidaatsstelling van
daties, zijn investeringen in topsport­
BrabantStad als Europese Culturele Hoofdstad 2018
accommodaties gewenst. Om te komen
van belang. Uit onderzoek blijkt dat deze titel
tot een actieplan sport tot 2016 zal
(gemiddeld) een blijvend effect heeft op de vitaliteit
gezamenlijk worden opgetrokken met
van de regio en daarmee op het vestigings- en in­
Brabantstad, sportbonden, onderwijs
vesteringsklimaat voor bedrijven en de aantrekkings­
en bedrijfsleven.
kracht op hoogopgeleiden. Het fungeert als het
ware als een ‘deeltjesversneller’ voor lopende
ontwikkelingen. Zodoende kan een compleet en
onderscheidend cultureel palet worden aangeboden.
Niet alleen aan de Brabantse burgers, maar ook
aan de bezoekers van buiten Brabant. Het cultureel
aanbod wordt naar een hoger plan getild. Daarmee
wordt een krachtige profilering van Brabant gestimu­
leerd.
7 Gedacht kan worden aan een keuze voor 5 à 7 kernsporten
(wielrennen, hippische sport, voetbal, zwemmen, hockey en
mogelijk atletiek en turnen).
107
• Brabants mozaïek
Noord-Brabant. Kloosters, landgoederen, kazernes,
Van cruciaal belang in het licht van de Agenda van
klinieken, fabrieken, kostscholen, maar ook boerderij­
Brabant is aandacht voor het bijzondere woon- en
en vormen een aantrekkelijke en ontspannen setting
leefmilieu in de regio. De aantrekkingskracht van de
voor vergaderen, ontmoeten en contemplatie.
Brabantse steden, dorpen en het platteland is belang­
Daarnaast vormen ze een krachtig beeldmerk waar­
rijk voor zowel de Brabanders zelf als voor bezoekers
mee bedrijven en kennis- en onderwijsinstellingen
van buiten: studenten, ‘creative people’ en kennis­
zich kunnen afficheren naar de buitenwereld.
werkers. De creatie van internationaal wervende
centraal-stedelijke en landelijke topmilieus ten behoeve
van draagvlakvergroting en kwaliteitsverhoging van de
belangrijkste regionaal-stedelijke clusters in Brabant is
een belangrijke opgave in dit verband.
Het fijnmazig mozaïek van stad en land in Brabant
Mogelijke richting eerste
tranche
biedt voldoende aanknopingspunten voor de nieuwe
opgave in het licht van de Agenda van Brabant. De
Om de kenmerkende samenhang van
stad en het landschap zijn altijd binnen handbereik en
stad en land in Brabant te versterken
omgekeerd. Het mozaïek moet worden behouden en
kan worden ingezet op herbestemming
verder ontwikkeld. Dit doen we door de identiteit van
en herontwikkeling van een aantal
stad en land leidend te laten zijn voor nieuwe ruimte­
structuurbepalende identiteitsdragers.
lijke ontwikkelingen. Steden stadser en dorpen dorpser.
Het Brabants mozaïek bestaat uit diverse
Daarbij rekening houdend met het vraagstuk van
elementen die landelijk uniek zijn. Zo
­bevolkingskrimp dat zich het eerste zal manifesteren
behoren de talloze monumentale kloos-
aan de ‘randen’ van Brabant. Als gevolg hiervan wordt
tercomplexen die verspreid over de
de verstedelijkingsopgave gedifferentieerder en bestaat
­provincie voorkomen tot oude tekens
naast groei en uit­breiding ook uit herstructurering en
die lijken opgericht om de afkalving van
transformatie van bestaand bebouwd gebied.
het Rijke Roomse Leven te trotseren. Ze
geven kleur aan de ‘stoffering’ van het
Het gaat om een duurzame samenhang van de
Brabants landschap en structuur aan de
typische combinatie van stad en land in Brabant.
Brabantse topo­grafie. Er zijn zo’n negen-
BrabantStad en de (lopende) reconstructie van het
tig orden in Brabant. Bij een kwart van
buitengebied zijn belangrijke instrumenten om die
de kloosters wordt inmiddels nagedacht
samenhang op lange termijn te borgen. Bezoekers van
over een mogelijk nieuwe bestemming.
Brabant en de Brabanders zelf houden van het platte­
Het zou mooi zijn als dat economisch
land. De afwisseling van boerderijen, beken en natuur­
zo wordt georganiseerd dat de ziel van
gebieden zorgt voor een aantrekkelijk landschap.
de gebouwen behouden blijft, en ze
Door natuurontwikkeling, hermeandering van beken en
tege­lijkertijd een bestemming krijgen die
de uitbreiding van recreatieve voor­zieningen krijgen
kan bijdragen aan de kenniseconomie.
stads- en dorpsbewoners in Brabant meer mogelijk­
Het kloosterleven is prima te combineren
heden om van het platteland te genieten. Een andere
met de economie van zorg, educatie,
belangrijke waarde van het Brabants mozaïek is het
spirituele ontwikkeling en arbeids­
cultureel erfgoed in een regiospecifieke landschappelijke
training. De provincie kan door gerichte
omgeving. De revitalisering van Brabants’ religieus
investeringen bijdragen aan een zorg-
en industrieel erfgoed in het buitengebied kan een
vuldige herbestemming van dit voor
­belangrijke impuls vormen om tegemoet te komen
Brabant zo kenmerkende religieus erf-
aan de vraag naar bijzondere woon- en werkmilieus.
goed en daarmee tevens de identiteit
van het Brabantse platteland op ver­
Het cultuurhistorisch en industrieel erfgoed biedt een
nieuwende manier behouden, in het
gegarandeerd regiospecifieke benadering met een
licht van de Agenda van Brabant.
opgave (woon- en werkmilieus) die maar al te vaak
als generiek wordt beschouwd. Het erfgoed heeft
uitstekende meerwaarde voor de kenniseconomie in
108
• Natuur en landschap
Daarbij gaat het niet om een gerichtheid op natuur sec,
Tegenover de hoogstedelijke cultuur en concentraties
maar op de Brabantse landschaps­ontwikkeling als
van voorzieningen bieden de hoogwaardige groen-
­geheel. In de Structuurvisie (SVRO) kiest de provincie voor
blauwe structuren van Brabant een landschappelijke
ontwikkelen met ruimtelijke kwaliteit. Natuur en landschap
omgeving dat op complementaire wijze denk- en leef­
spelen daarbij een grote rol. De provincie geeft vanuit
ruimte biedt aan Brabanders en mensen van buiten
het provinciale belang prioriteit aan een robuuste groen­
Brabant. Bezoekers van Brabant en de Brabanders
blauwe structuur. Deze structuur bestaat uit de kern­
zelf houden van het platteland. De afwisseling van
gebieden voor water (zoals de beken) en natuur (de
boerderijen, beken en natuurgebieden zorgt voor een
­Ecologische Hoofdstructuur) en de aanliggende ge­bieden
aantrekkelijk landschap. Brabanders zijn erg gehecht
die de structuur robuust maken en verbinden, de zoge­
aan de landelijke contramal die tegenwicht biedt aan
naamde groenblauwe mantel. Door de prioritaire inzet
de hectiek van alledag in de stad. Daar hoort een
op de groenblauwe structuur maakt de provincie een
robuuste groenstructuur en een vitaal landschap bij.
schaalsprong met haar inzet voor natuur en landschap.
Daar hoort een robuuste groenstructuur en een vitaal
Brabant versterkt hiermee een kwalitatief hoogwaardige
landschap bij, waaronder met name een gezonden
leefomgeving voor burgers en bedrijven.
water-, bodem- en luchtkwaliteit, behoud en ver­
sterking van biodiversiteit en gezonde eco-­systemen.
De provincie pakt de grofmazige provinciale structuren,
de gemeenten de fijnmazige landschappelijke structuren.
Verschillende uitvoeringsstrategieën zijn nood­zakelijk,
uiteenlopend van het behouden van gebieden met
­bijzondere natuur – en landschapskwaliteiten; het
­ontwikkelen en toevoegen van nieuwe ruimtelijke
­kwaliteiten en het saneren van plekken die verrommeld
Verfraaiing van Brabant
zijn. De realisatie van nieuwe natuur (EHS) inclusief
de benodigde milieu­omstandigheden, is en blijft een
“De meest complexe opgave voor de
belangrijk project binnen de groenblauwe structuur.
toekomst is juist om door ruimtelijke
Hierbij is het Rijk de belangrijkste én grootse financier.
verzoening het Brabantse platteland
economisch te laten floreren én leef­
De realisatie van de robuuste groenblauwe structuur
baar te houden […] De verfraaiing van
in Brabant vindt plaats via integrale gebiedsont­
het Brabantse landschap is een zaak
wikkeling zoals de reconstructie landelijk gebied,
van heel lange adem die 50 tot 100
de gebiedsagenda die is opgesteld in het kader van
jaar kost en nog eens 50 jaar als we
het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en
zin hebben. Dat vergt een verandering
Transport (MIRT) en de voorgestelde ontwikkeling in
van mentaliteit en houding.”
de Structuurvisie in gebieden als De Beerze en de
­Brabantse Wal. Het versterken van de kwaliteit van het
Dirk Sijmons,
landschap vindt plaats via integrale gebiedsontwikkeling
Rijksadviseur voor het Landschap, 2009
en provinciale landschappen. In deze gebiedsgerichte
aanpak komt het provinciale bod voor natuur en land­
schap samen met rijk, regio en bedrijfsleven.
110
Mogelijke richting eerste
tranche
Door selectieve investeringen in de
toekomst van de groenblauwe structuur
(planet) wordt tevens geïnvesteerd in
profit en people. Naast ruimte voor
biodiversiteit en klimaatadaptatie
krijgt de leefomgeving voor burgers,
recreanten en bedrijven een impuls.
Een kostbaar bezit voor een complete
kennisregio. Mogelijke investerings­
projecten zijn de 3 provinciale landschappen (de Maashorst, de Brabantse
Wal en Het Groene Woud), de integrale
gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat en de focusprojecten uit de
reconstructie van het Brabantse buitengebied. Het gaat om projecten van
provinciaal belang op het vlak van
verwerving en inrichting van nieuwe
natuur, ontsnippering (natuur/water
en infra), robuuste verbindingen voor
natuur en recreatieve poorten. Investeringen zijn gericht op een schaalsprong
voor natuurlijk Brabant. Zo wordt in
provinciaal Landschap De Maashorst
het grootste aaneengesloten natuur­
gebied van Brabant gerealiseerd.
111
5 Vervolg­
proces
Vervolgproces
Samen met u en onze partners uit overheid, onderwijs,
bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties gaan wij
aan de slag om de investeringsstrategie te concretiseren
en verder uit te werken. Voorop staat dat uw Provinciale
Staten actief invulling kunnen geven aan het budget­
recht en daarmee samenhangende, kaderstellende rol.
Binnen de door de Staten vastgestelde kaders geven wij
als provinciebestuur concreet invulling aan de investerings­
strategie. Daartoe zal de komende periode worden
­gewerkt aan:
• Beslisregels investeringsagenda en uitwerking eerste
tranche investeringen;
• Een samenhangend pakket van investeringen
­beredeneerd vanuit de vijf investeringsdomeinen;
• Concrete maatregelen per domein (projecten,
programma’s etc.) en de verhouding tot het in deze
notitie opgenomen afwegingskader;
• Per beleidscase zal inzichtelijk worden gemaakt
waarom wij als provincie het verschil maken, wat
de (maatschappelijk) effecten van de voorgestelde
­investeringen zijn (inclusief tijdpad) en per maatregel
een voorstel voor samenwerking met onze partners
(rol provincie per investeringsdomein, bijdrage in
­termen van geld en capaciteit van onze partners, etc);
• Financiële uitwerking van de genoemde domeinen:
op basis van de hoofdlijnen in dit voorstel zal de
investeringsstrategie financieel verder worden uit­
gewerkt in een voorstel voor een eerste tranche aan
investeringen.
In het najaar zal de provincie de investeringsstrategie
nader concretiseren. Enerzijds zullen concrete spel­
regels worden uitgewerkt in beslisregels. Deze zijn
gebaseerd op de criteria zoals gepresenteerd in de
investeringsstrategie. Anderzijds zal de provincie een
eerste tranche investeringsporgramma invullen.
In september 2010 bespreken Gedeputeerde Staten
en Provinciale Staten een eerste voorzet hiertoe.
De eerste tranche zal zijn op­gebouwd uit een aantal
pro­jecten dat past binnen de investeringsdomeinen
waarvan is aangetoond dat ze significant bijdragen
aan realisatie van de doelstellingen zoals ­beoogd met
de Agenda. Tevens dient de uitvoering van deze
projecten te worden gestart op korte termijn.
113
Colofon
Contact
Provincie Noord-Brabant
Projectteam Agenda van Brabant
Telefoon (073) 680 84 45
Email [email protected]
Tekstredactie
Communicatiebureau Textuur
Grafisch ontwerp
Van Riet Ontwerpers
Kaartbeelden en collages
.FABRIC
Juli 2010
114
HELSINKI
TALLINN
ALL
TALLINN
O
OSLO
STOCKHOLM
R A
RIGA
Provincie Noord-Brabant
VIILNIUS
VILNIUS
COPEN
NH
HAGEN
COPENHAGEN
Postadres
Provincie Noord-Brabant
Postbus 90151
5200 MC ’s-Hertogenbosch
FONTYS
AVANS
HAS
DUBLLIN
N
DUBLIN
LOGISTICS
OPEN UNIVERSITEIT
NIVRA
MAINTENANCE
LONDON
Telefoon
(073) 681 28 12
SUPPLY
CHAIN
CAMPUS
WARSAW
BERLIN
NIVRA
UVT-CAMPUS
FONTYS
B
BRUSSELS
LUXEM
LUXEMBOURG
P S
PARIS
E-mail
[email protected]
RUSSELL
HOBBES
TFT
NHTV
AMSTERDA
AVANS
TELOS
FOOD & PHARMA
FONTYS
OPEN UNIVERSITEIT
EINDHOVEN
INTERNATIONAL
AIRPORT
EUTECH
TNO
NCOI
AUTOMOTIVE
TUe
TNO-VEHIL
TWINNING CENTER
NIVRA
TNO-INDUSTRIE HOLST CENTRE
HIGHTECH
BRAINPORTVIENNA
CAMPUS
RATISLAVA
UDAPEST
BUDAPEST
BER
RN
N
BERN
LJUB
BLJA
JANA
NA
LJUBLJANA
BUCHARES
RESTT
BUCHAREST
A
SOFIA
OM
ROME
MADRID
LISBON
ATHENS
Download