Vragenlijst zelfevaluatie ICT in het Onderwijs

advertisement
Vragenlijst zelfevaluatie ICT in het Onderwijs
Schooljaar …… - ……
Introductie
Deze vragenlijst is onderdeel van het waarderingskader ICT. Deze vragenlijst is bedoeld voor de ICTcoördinator en/of het directielid dat verantwoordelijk is voor ICT in de school. Het invullen neemt
ongeveer 30 minuten tijd in beslag. Bij een verdiepend onderzoek naar ICT door de inspectie op een
school wordt deze vragenlijst ter voorbereiding ingevuld. Maar een school kan ook zelf het
waarderingskader gebruiken en de ICT-situatie beoordelen in het kader van zelfevaluatie. Ook daarbij
is deze vragenlijst geschikt om de huidige situatie in beeld te brengen.
Bij de meeste vragen is het de bedoeling dat u het antwoord aankruist dat voor u van toepassing is. Er
is daarnaast ruimte voor eventuele toelichting.
Als u de vragenlijst hebt ingevuld kunt u met de antwoorden en het waarderingskader ICT bepalen,
hoe ICT in het onderwijs van uw school is geïntegreerd.
Naam van de school :
Naam vestiging/locatie
BRIN-nummer
:
Datum van invullen
:
:
I
1.
Algemene gegevens
De vestiging waarvoor dit formulier is ingevuld betreft de volgende onderwijstypen:


basisonderwijs
speciaal basisonderwijs

praktijkonderwijs

vmbo (lwoo, basis- en/of
kaderberoepsgericht)
 onderbouw
 bovenbouw
vmbo-t (mavo)
 onderbouw
 bovenbouw



2.
havo
onderbouw
bovenbouw


vwo
onderbouw
bovenbouw


Het aantal leerlingen op deze vestiging
bedraagt: ……………………
Ingevuld door:
.
De volgende vragen gaan over de ICT-infrastructuur
a. Het aantal computers dat gebruikt kan worden voor het onderwijs bedraagt: …………
b. Daarvan zijn er ………… in een netwerk opgenomen;
………………op internet aangesloten;
………………….opgesteld in vaklokalen.
c. Van het in a genoemde aantal zijn er ………. ouder dan drie jaar.
d. De computer / leerling-ratio bedraagt: ……………..
e. De school heeft de beschikking over:



onderwijsleercentrum met computers
…………… computerlokalen
…………… werkplekken voor
samenwerkend leren met ictvoorziening


…………… individuele werkplekken buiten het
lokaal.
………beamers, ……… interactieve whiteboards, …… digitale camera’s
f. De computers zijn buiten lesverband (na schooltijd of in pauzes) toegankelijk voor de leerlingen:

voor alle leerlingen

alleen voor
………………
…

incidenteel / op
aanvraag
g. De school heeft een gebruiksreglement voor de ICT
ev. toelichting: ……………………………………………………………
………………………………………………………………………………

ja

niet

nee
II
2.
Kwaliteitszorg rondom en met ICT
In hoeverre bewaakt de school naar uw mening de kwaliteit van de inzet van ICT?
a. De school heeft de huidige ICT-situatie beschreven.
 ja
(Denk aan de mate waarin leerlingen informatievaardigheden
datum
verwerven, de onderwijstijd met ICT, de scholingsbehoefte van het document:
personeel, de ICT-infrastructuur.)
……………
ev. toelichting: ……………………………………………………………
………………………………………………………………………………

nee
b. De school heeft toetsbare doelen gesteld voor de inzet van ICT.
 ja
(Denk aan een richtlijn voor de onderwijstijd met ICT, concrete
datum
scholingsdoelen, een investeringsplan voor ICT.)
document:
ev. toelichting: …………………………………………………………..
……………
………………………………………………………………………………

nee

nee

nee

nee

c. De doelen voor ICT zijn onderdeel van het schoolplan.
(Denk aan samenhang met onderdelen als: de schoolvisie, de
aanpak van de professionalisering, de financiële kaders, interne en
externe samenwerking.)
ev. toelichting: …………………………………………………………..
………………………………………………………………………………
ja
d. De school heeft de ICT-doelen planmatig vastgelegd.
 ja
(Denk aan: planning, begroting, verantwoordelijkheden belegd,
datum
effectmeting.)
document:
ev. toelichting: …………………………………………………………..
……………
………………………………………………………………………………

e. De school evalueert systematisch de effecten van de inzet van
ICT.
ev. toelichting en aard instrumenten:
……………………………………………………………………………..,
………………………………………………………………………………
3.
Wordt ICT gebruikt voor de interne en externe communicatie?
a. De school heeft een website met algemene informatie.

ja

nee
b. Op de website wordt dagelijks veranderende informatie
aangeboden (roosterwijzigingen, ziekte, mededelingen, e.d. )

ja

nee

ja

nee
d. Interne communicatie met de leerkrachten verloopt (ook) via
de e-mail.

ja

nee
e. Interne communicatie met de leerlingen verloopt (ook) via de
e-mail.

ja

nee
c. Op de website kunnen leerlingen en hun ouders persoonlijk
inloggen om voortgangsinformatie te vinden (cijfers, vorderingen)
III
ja
ICT in het onderwijs
4. Het ICT-aanbod: ICT als onderwerp en doel van onderwijs
Let op: deze vragen gaan over ICT als doel, niet als leermiddel.
a. De school heeft het ICT-aanbod in de verschillende vakken of
leergebieden vastgelegd.
ev. toelichting: …………………………………………………………..
………………………………………………………………………………
 ja
datum
document:
……………

b. De school heeft afspraken gemaakt over het ICT-aanbod in de
verschillende vakken of leergebieden.
ev. toelichting: …………………………………………………………..
………………………………………………………………………………
c. De feitelijke situatie kan afwijken
van de beoogde situatie (vorige
vraag). Is er in de volgende vakken
in leergebieden sprake van een
systematisch ICT-aanbod, anders
gezegd: wordt in deze vakken
systematisch aan informatie- en
communicatievaardigheden met
ICT (als doel) gewerkt.
ja

nee

nee
Basisonderwijs:
Voortgezet onderwijs:

rekenen



taal

wereldoriëntatie

expressievakken
ev. toelichting: …………………………………………………………..
………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………
d. De school biedt de leerlingen voldoende tijd om de gewenste ICTvaardigheden in de verschillende leerjaren en vakken te bereiken.
ev. toelichting: …………………………………………………………..
………………………………………………………………………………
e. De ICT-vaardigheden maken uit van de beoordeling (voor VO
binnen de verschillende vakken).
ev. toelichting: …………………………………………………………..
………………………………………………………………………………
Nederlands
moderne vreemde
talen
 mens &
maatschappijvakken
 wiskunde
 natuurwetenschappelijke vakken
 kunst- en cultuur
beroepsgericht:
 Zorg & welzijn
 Techniek
 Economie
 Landbouw
 overig: ……………

ja

nee

ja

nee
5. Het gebruik van ICT als leermiddel: ICT als instrument
Let op: deze vragen gaan over ICT als leermiddel.
a1. De school heeft afspraken gemaakt over het gebruik van ICT als
leermiddel.
ev. toelichting: …………………………………………………………..
………………………………………………………………………………
a2. Er zijn schoolbrede afspraken gemaakt over het gebruik van een
elektronische leeromgeving.
Gebruikte ELO: ………………………………………………………….
b. De volgende vormen van ICTgebruik komen met enige
regelmaat in de school voor:
(eventueel kunt u onderscheid
maken tussen onder-, midden- en
bovenbouw (basisonderwijs), of
tussen onder- en bovenbouw
(voorgezet onderwijs))
c. Is er in de volgende vakken in
leergebieden sprake van een
systematisch gebruik van ICT als
instrument?

nee

ja

nee
afdeling: …………………
 simulatie
 demonstratie
 informatie verzamelen
 presenteren
 tekstverwerken
 oefenen
 communicatie
 toetsing
 andere: ……………..
Basisonderwijs:
Voortgezet onderwijs:

rekenen

taal




wereldoriëntatie

expressievakken




e. ICT wordt ingezet om de
onderwijstijd efficiënt te gebruiken.
ja
afdeling: …………………
 simulatie
 demonstratie
 informatie verzamelen
 presenteren
 tekstverwerken
 oefenen
 communicatie
 toetsing
 andere: …………………..
ev. toelichting: ………………………………………………………..
……………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………
d. ICT speelt een rol bij
vakoverstijgende projecten.



Nederlands
moderne vreemde talen
mens &
maatschappijvakken
 wiskunde
 natuurweten-schappelijke
vakken
 kunst- en cultuur
beroepsgericht:
 Zorg & welzijn
 Techniek
 Economie
 Landbouw
 overig: ……………
minstens één keer per jaar in elk leerjaar
minstens drie keer in de schoolloopbaan van de
leerling
één of twee keer in de schoolloopbaan van de
leerling
er zijn op onze school (nauwelijks) vakoverstijgende
projecten.
ICT wordt gebruikt voor vervangende activiteiten bij
lesuitval.
ICT wordt gebruikt voor absentenregistratie.
IV
6.
ICT bij de specifieke leerlingbegeleiding
Wordt ICT gebruikt voor de begeleiding en ondersteuning van individuele leerlingen?
a. De school heeft een digitaal leerlingvolgsysteem voor de
(cijfermatige) prestaties van de leerlingen.
ev. toelichting: ……………………………………………………………
………………………………………………………………………………

ja

nee
b. De school heeft een digitaal leerlingvolgsysteem met kwalitatieve
informatie over de ontwikkeling van de leerlingen
(gesprekverslagen, o bservaties, analyses e.d.).
ev. toelichting: ……………………………………………………………
………………………………………………………………………………

ja

nee

ja

nee
c1. De school gebruikt gegevens uit een geautomatiseerd LVS bij
de overgang van de leerlingen van basisonderwijs naar voortgezet
onderwijs.
ev. toelichting: ……………………………………………………………
………………………………………………………………………………

ja

nee
c2. De school gebruikt digitale informatie bij de overgang van de
leerlingen van voortgezet onderwijs naar vervolgonderwijs.
ev. toelichting: ……………………………………………………………
………………………………………………………………………………

ja

nee
d. De school gebruikt ICT om de leerlingen te helpen op
keuzemomenten in hun schoolloopbaan (alleen voortgezet
onderwijs) .
ev. toelichting: ……………………………………………………………
………………………………………………………………………………

ja

nee
f. De school gebruikt ICT voor het signaleren en analyseren van
hulpvragen.
ev. toelichting: ……………………………………………………………
………………………………………………………………………………

ja

nee
g. De school gebruikt ICT bij het bieden van specifieke hulp bij
leerachterstanden en leermoeilijkheden.
ev. toelichting: ……………………………………………………………
………………………………………………………………………………

ja

nee
e. De school gebruikt ICT om de leerlingen (en ouders) te helpen
bij de keuze voor vervolgonderwijs of beroepspraktijk.
ev. toelichting: ……………………………………………………………
………………………………………………………………………………
Download