Theorie bij de module licht door Koos de Vries - STAF

advertisement
Theorie bij de module licht door Koos de Vries
Theorie:
-(Theater)Licht is reflectie: licht wordt zichtbaar als het breekt/reflecteert op een oppervlak.
-De kleur van licht is dus ook pas zichtbaar als het breekt/reflecteert op een oppervlak. De
kleur van het licht wordt bepaald door het gedeelte van het kleurenspectrum dat in het licht
vertegenwoordigd wordt. Het gedeelte daarvan dat gereflecteerd wordt door een oppervlak
bepaald de kleur van het oppervlak. Het gedeelte dat niet wordt gereflecteerd wordt omgezet
in warmte.
Praktijk:
MATERIAAL:
-veelvoorkomende armaturen:PC
Ronde bundel met variabele grootte en onscherp
randje, eventueel recht “af te kleppen”.
Fresnell
Ronde bundel met variabele grootte en hele
onscherpe bundel, eventueel recht “af te
kleppen”.
Profiel
Met 2 lenzen waarmee grootte en scherpte
volledig instelbaar zijn, eventueel recht “af te
snijden” met “messen” en te gebruiken met
diafragma of gobo (“silhouet vorm”)
PAR
Ellipsvormige onscherpe bundel, uit te rusten met
Narrow (stip), Medium (ellips) en Wide (grotere
ellips) lamp.
Halogeenbak Grote vierkante bundel met een scherpe rand.
-Lichtfilters/kleuren:
In principe 2 kleuraanduidingen; Lee en Rosco. Elke
kleur is aan te duiden met een nummer (Lee 164 is bv
een rood, Lee 201 bleekblauw, etc). Er zijn ook
frostfilters om de lichtbundel onscherper te maken
-Lichtcomputer/regeltafel
Deze zorgt ervoor dat het mogelijk is de lichtintensiteit
van alle armaturen in balans te brengen. Met een
computer is het ook mogelijk om van te voren bestaande
lichtstanden op te slaan en op te roepen. Je kunt zelfs van
te voren vastleggen hoeveel tijd een lichtwisseling duurt.
-Dimmers
Net als thuis aan de muur, maar dan voor grotere
vermogens en via een lichtcomputer/regeltafel aan te
sturen
-Bekabeling
Zorgt natuurlijk dat alles met elkaar in verbinding staat.
(-Lichtstellen
Zo zorg je ervoor dat alle lampen de goede kant op
schijnen en de juist grootte/scherpte hebben)
“RICHTING” VAN ARMATUREN:
-Front:
Komt van voren. Om het gezicht in te vullen, hoe steiler de invalshoek, hoe
meer schaduwvorming/tekening in het gezicht. Hoe lager de invalshoek, hoe
platter het plaatje (denk aan flits bij foto), hoe groter de schaduw achter de
spelers en op decor.
-Tegen:
Komt van achter. voor contrastvorming zodat spelers beter loskomen van de
achtergrond, hoe steiler de invalshoek, hoe meer effect op schouders/haar/etc.
Hoe lager de invalshoek, hoe groter de kans dat het publiek verblind wordt en
hoe minder het effect op schouders/haar/etc.
-Top:
Komt van boven
-Zij:
Komt van opzij, is minder natuurlijk dan front/tegen/top en daarmee al snel een
vorm van effectlicht.
-Voetlicht:
Komt van onder, zie zijlicht. Veel gebruikt bij ballet ivm met veel tekening op
lichaam
-Strijklicht:
“strijkt” langs decor/doek/etc. om dingen kleur te geven en te zorgen dat
spelers beter loskomen van deze dingen (decor/doek/voorwerpen)
DOOR DIT TE COMBINEREN KRIJG JE:
-Speellicht:
Het is de bedoeling dat het publiek de spelers kan zien. Een natuurlijke
speelbelichting zal niet afleiden van het spel en er voor zorgen dat de
mimiek/gezichtsuitdrukking van de spelers goed zichtbaar zijn. Soms kan er
echter voor minder licht op het gezicht zijn gekozen, zodat juist de houding van
spelers of de verdeling over het speelveld beter onder de aandacht komt.
-Sfeer:
Theaterlicht kan de sfeer van een gespeelde scene of een ruimte benadrukken,
versterken of suggereren. Licht kan dus proberen een “realistische” zonnige
dag te suggereren of het gevoel van een kleine bedompte ruimte te versterken,
bijvoorbeeld.
-Effect:
Licht kan een (plotselinge) gebeurtenis op het toneel suggereren, benadrukken
of versterken. Zo kun je bijvoorbeeld een snelle scenewisseling of omslag
kracht bijzetten met een abrupte lichtwisseling, of het publiek verblinden bij
een schrikeffect in geluid of spel, etc.
-Focus:
Licht kan de aandacht van het publiek op de juiste plek/gebeurtenis leggen. Het
menselijke oog zal van nature naar het lichtste punt kijken. Met licht is het dus
mogelijk om ervoor te zorgen dat het publiek in een onoverzichtelijk beeld toch
meteen naar de speler/gebeurtenis kijkt die er op dat moment toe doet.
-Contrast:
Licht kan spelers los laten komen van de omgeving/elkaar. Dit helpt heel erg
voor de eerder genoemde focus. Als n speler loskomt van de omgeving zal het
minder moeite kosten om 'm te volgen op het toneel. De kleur en
lichtreflecterende eigenschap van de achtergrond
(decor/figuranten/rekwisieten/achterdoek) kunnen hier heel erg in helpen.
IN EEN IDEALE SITUATIE:
-Is er genoeg afstand tussen spel in lichtbron.
-Hebben de armaturen een goede invalshoek tov het te belichten vlak.
-Zijn er genoeg lampen en is het benodigde armatuur dus altijd voor handen.
-Zijn er filters in alle kleuren van de regenboog
-Zijn er genoeg dimmers om alle armaturen aan te sluiten.
-Is er genoeg stroom/vermogen aanwezig om al deze armaturen aan te zetten.
-Is er een lichtcomputer om alles in lichtstanden op te slaan.
-Is er een ervaren technicus aanwezig
-Is er genoeg tijd om alles in alle rust werkende te krijgen en aan te passen aan de volgende
voorstelling
IN DE WERKELIJKHEID:
spelen amateurgezelschappen echter veelal in dorpshuizen met een (te) laag plafond, een (te)
klein toneel, geen of geen noemenswaardige afstopping, bijna geen budget om materiaal aan
te schaffen of te huren, etc.
De ideale situatie bestaat dus helaas niet!
DUS HOE KOMT LICHT TOT ZIJN RECHT BIJ AMATEURTONEEL?/
AANDACHTSPUNTEN:
-Is het hele toneel ,voor reguliere scenes, zo egaal mogelijk verlicht?
-Is het licht ter ondersteuning van de voorstelling en niet een doel op zich?
-Is het licht onopvallend, is er geen storende schaduw/kleur, zijn er geen bijzonderheden, dan
leidt het niet af van waar het echt om gaat, namelijk de voorstelling!
-Helpt het licht kleding/decor/spel?
-Is de aandacht/focus op de juiste plek?
-Is de juiste sfeer gecreëerd (dag/nacht, binnen of buiten, gezellig of kil, etc) die klopt met het
verhaal dat wordt verteld?
-Hoe is de verwerking van het materiaal: armaturen zonodig weggewerkt achter afstopping
(doeken, etc.), kabels weggewerkt, geen armaturen op plekken waar ze het zicht beperken.
-Hoe is het materiaal gebruikt: passende lichtovergangen, mooie inloop/uitloopstand, licht
goed gesteld (licht op plekken waar het moet zijn en niet waar het niet moet zijn)
-Is het maximale resultaat bereikt met de aanwezige middelen (2 goed gebruikte
halogeenbakken bereiken meer dan 20 slecht gebruikte profielspots)?
Download