`Een dier kan niet even naar de koelkast lopen` `Een dier kan niet even

advertisement
13 februari 2013 , pag. 16
¬ Ylva Poelman en Eize
Stamhuis
bekijken hoe
een school
harders zich
voortbeweegt
in een aquarium van het
laboratorium
voor de levenswetenschappen.
Foto: DvhN/
Corné Sparidaens
’Een dier kan niet even
naar de koelkast lopen’
INTERVIEW
YLVA POELMAN
EN EIZE STAMHUIS
Symposium over oplossingen uit de natuur voor
energievraagstukken
3
Door John Geijp
Groningen/Nieuweschans De natuur biedt een schat aan oplossingen voor technische vraagstukken,
ook op het gebied van energie. Dat
is de gedachte achter het symposium dat het Bionica Innovatie- en
Expertisecentrum (BIEC) op 26 februari houdt in Bad Nieuweschans.
Het is een nieuwe stap van het initiatief van de Groningse innovatiedeskundige Ylva Poelman om het
Noorden warm te krijgen voor de
bionica, de wetenschap die zich
door de natuur laat inspireren voor
technologische vernieuwingen. ’3.8
miljard jaar energieonderzoek gratis beschikbaar’, is het motto van de
samenkomst die verwijst naar de
duur van de evolutie op aarde.
Nadat Poelman ruim een jaar geleden haar plan voor een bionicacentrum in Groningen ontvouwde,
heeft ze een kompaan gevonden in
prof. dr. Eize Stamhuis. De zeebioloog is hoofddocent aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en
hoogleraar bionica aan de hogeschool van Bremen. Samen streven
ze naar een instituut dat door bestudering van mechanismes uit de
flora en fauna - al dan niet in opdracht - innovatieve ideeën en oplossingen aandraagt. Stamhuis: "Ik
kijk daar als wetenschapper naar.
Ylva heeft een zakelijke achter-
grond. We vullen elkaar dus prima
aan." Poelman: "We ontmoeten heel
veel enthousiasme voor ons plan,
maar het is in deze tijd lastig om
initiatieven van de grond te krijgen.
Het Noorden heeft natuurlijk al
zijn economische speerpunten.
Bionica heeft daar raakvlakken
mee, maar is geen speerpunt op
zich. We hebben van een grote
chipfabrikant een opdracht gehad
om te kijken hoe ’slimme’ sensoren
voor de opsporing van CO2 die ze
maken, kleiner en energiezuiniger
kunnen worden. Daarvoor hebben
we gekeken naar de eigenschappen
van insecten die op CO2 afkomen."
Stamhuis: "Ze waren heel enthousiast over de voorlopige resultaten. We krijgen heel veel positieve reacties, maar opdrachten binnenhalen is moeilijk. Ik ben er echter van overtuigd dat er een
moment komt dat ons centrum een
eigen onderkomen heeft."
Hoewel Poelman en Stamhuis
graag de verworvenheden van bionica in brede zin uitdragen, spitst
het symposium zich toe op de mogelijkheden die de wetenschap
biedt op het thema energie. Poelman: "Je moet toch een bepaalde focus hebben. En energie is het speerpunt van Groningen. De natuur
heeft bovendien altijd te maken
met energie. Hoe kun je zo veel mogelijk bereiken met zo min mogelijk energie – dat is vaak het vraagstuk? Van dieren of planten kunnen we wat dat betreft heel veel leren. Als wij iets te eten nodig
hebben, lopen we even naar de
koelkast. Als bijvoorbeeld een
mannetjesdier honger heeft en er is
een vrouwtje in de buurt, dan staat
hij voor de afweging te gaan jagen
of achter het vrouwtje aan te gaan.
Kiest hij voor het laatste, dan heeft
hij mogelijk niet meer de energie
om op jacht te gaan. Een verkeerde
afweging kan hem het leven kosten. Dieren zijn heel goed in die
keuzes en maken optimaal gebruik
hun beschikbare energie."
Voorbeelden van energiebesparende technieken die zijn ontleend
aan de natuur zijn er legio. Zo leidde onderzoek naar de doorstroming
van bloedvaten, longen en bladnerven tot een innovatie van industriele warmtewisselaars die een energiebesparing van 17 procent opleverde. Stamhuis bestudeert vooral
de voortbeweging van vissen en
vogels en de verplaatsing van respectievelijk water en lucht die
daarmee gepaard gaat. Hij is betrokken bij een project van het
Delfts bedrijf Ofoil, waarbij een
binnenvaartschip niet wordt aangedreven door een scheepsschroef,
maar door een soort op en neer bewegende vin. Dat blijkt veel efficienter en bespaart veel brandstof.
Het ontwerp is geïnspireerd op de
staart van de walvis en de manier
waarop het dier zwemt.
In de laboratoria van het centrum
voor de levenswetenschappen van
de RUG, de Linnaeusborg, bestudeert Stamhuis vissen van een bescheidener omvang. In een cirkelvormig aquarium beweegt zich een
school harders. Ze gebruiken hun
hele lichaam om zich voort te bewegen en kiezen de formatie waarmee ze dat met de minste inspanning kunnen doen. In een ander
aquarium huist de kubusachtig gebouwde koffervis met zijn starre
Symposium
Het symposium ’3.8 billion years of free
energy research available right now’
vindt 26 februari plaats in De Oude
Remise in Bad Nieuweschans. Naast Eize
Stamhuis spreken er diverse bionicadeskundigen uit Europa. Het is tevens
de bedoeling dat bezoekers energievraagstukken aandragen. Voor een selectie daaruit probeert het BIEC de
(financiële) mogelijkheden voor onderzoek en productontwikkeling te vinden.
Het symposium wordt gehouden onder
de vleugels van de Hansa Energy Corridor, een samenwerkingsverband tussen
Noord-Nederland en Noord-West-Duitsland. Onder meer Gasunie, GasTerra en
de gemeente Groningen betalen mee
aan het symposium. De toegang is gratis.
romp, die voor zijn voortbewegen is
aangewezen op vier vinnen en zijn
staartvin gebruikt om te sturen.
Stamhuis: "Ze bewegen zich dus
heel anders voort dan de harders.
Dat is ook het mooie van de diversiteit van de natuur. Inspireert het
ene systeem je niet tot de oplossing
van een probleem, dan is er altijd
weer een andere optie."
De koffervis is overigens een bekend voorbeeld van toepassing van
bionica. Vanwege de lage weerstand en de stevigheid van de romp
van het dier, modelleerde Mercedes
een auto naar de vis. Dat juist een
Duits automerk belangstelling
heeft getoond voor de bijzondere
eigenschappen van het dier, is geen
toeval. In Duitsland bestaat veel
meer belangstelling voor bionica,
ook bij het bedrijfsleven.
Aan de hogeschool van Bremen
is Stamhuis een van de vijf hoogleraren in deze wetenschap, waarbij
zijn aandacht in het bijzonder uitgaat naar de manier waarop vissen
en vogels zich voortbewegen. De
bestudering daarvan kan, verwacht
Stamhuis, nog verstrekkende gevolgen hebben voor bijvoorbeeld de
luchtvaart. "Dat vliegtuigen in een
bepaalde formatie gaan vliegen om
brandstof te besparen. Zo ver kan
het zeker komen."
De interesse voor dit soort bevindingen is in Nederland echter nog
gering. Een poging om een studierichting bionica aan de RUG op te
zetten is gestrand. Poelman is echter hoopvol dat hun initiatief tot
resultaat gaat leiden.
Zie verder: www.bionicacentrum.nl
’’
De natuur
heeft altijd
te maken
met
energie
Download