H5 - Scholieren.com

advertisement
Scheikunde hoofdstuk 5 Meten en weten.
Periodiek systeem
- 1869; Mendelejev rangschikt de toen bekende atoomsoorten in verticalen
kolommen naar opklimmende atoommassa en zet de elementen die chemisch op
elkaar lijken in horizontale rijen. Noemt dit periodiek systeem.
- Nu staan de elementen naar opklimmend atoomnummer en de richtingen
zijn omgedraaid. De horizontale regels heten perioden en de verticale
kolommen groepen.
- De alkalimetalen staan in groep 1, de halogenen in groep 17 en de edelgassen
in groep 18.
Soorten bindingen
- Je kan de stoffen in 3 groepen delen als je let op stroomgeleiding;
 Metalen; stoffen die zowel in vaste als vloeibare fase de stroom geleiden
 Moleculaire stoffen; geleiden in geen van beide fasen en ook niet in een
oplossing
 Zouten; geleiden alleen in vloeibare fase en in oplossingen.
- Zouten in een vaste stof hebben een sterke binding (ionbinding) en geleid dan
niet.
- Een metaalbinding is het bijeenhouden van positieve atoomresten door
negatieve vrije elektronen.
In een koperatoom kunnen één of meer elektronen vrij bewegen (vrije
elektronen) en geleiden daarom stroom. Als er 1 of meer vrije elektronen zijn
verwijderd, houd je een positief geladen atoomrest over.
- Moleculaire stoffen hebben een vanderwaalsbinding (binding tussen
moleculen, is zwak).
Roosters
- Kristalrooster; de deeltjes die in een vaste stof regelmatig op elkaar zijn
gestapeld.
Als het moleculen zijn -> molecuulrooster (laag smeltpunt, zwakke binding)
Als het atomen zijn -> Metaalrooster (= sterke binding, want hoog smeltpunt)
of atoomrooster (niet-metaalatomen)(= sterke binding)
Als het ionen zijn -> ionrooster = sterke binding
- Macromoleculaire stoffen zijn stoffen die zijn opgebouwd uit macromoleculen
(bestaat uit duizenden atomen). Hierin is de vanderwaalsbinding heel sterk.
Atoommassa en molecuulmassa
- de atomaire massa-eenheid (u) is de massa van een atoom. Deze staan
achter in je binas.
- de ionmassa is gelijk aan de atoommassa.
- om het massapercentage van een element te berekenen doe je:
aandeel element/molecuulmassa x 100%
De chemische hoeveelheid
- de chemische hoeveelheid (mol) is zoveel gram als de getalwaarde van de
massa van 1 deeltje. De massa van 1 mol is de molaire massa. Veel hiervan
kan je vinden in tabel 98.
- de omrekeningsfactor van massa naar chemische hoeveelheid is M de molaire
massa in g/mol.
Molair volume
- het molaire volume van een gas is dat 1,00 mol gas bij dezelfde temperatuur
en druk eenzelfde volume in neemt. Dit is dus afhankelijk van de temperatuur en
niet van de soort.
- de omrekeningsfactor van chemische hoeveelheid naar volume gas is Vm.
Download