Bijlage Omschrijving lezingen Alle lezingen starten om 19.30 uur (inloop 19.15 uur) tot uiterlijk 21.30 uur. De lezingen zijn gratis voor leerlingen en leden van het Nederlands Klassiek Verbond. Anderen betalen 2.50 toegang. De lezingen worden gehouden in het Gymnasium Celeanum, Zoom 37 te Zwolle. Meer informatie en aanmelden via: [email protected]. Lezing 1: Anton van Hooff, Athene. Democratie als beschaving, donderdag 12 november 2015 Athene was de eerste volksmacht (= demokratia) in de wereldgeschiedenis. Met veel vernuft regelden de Atheners de invloed van de volksmassa. De regering door de dèmos was echter veel meer dan een politiek systeem, zij was ook een manier van leven. Athene was als samenleving opmerkelijk door haar geweldloosheid, respect voor de wet, samenwerking en openheid. De beeldende kunst (het Parthenonheiligdom) en de literatuur van (drama, politieke komedie, geschiedschrijving en andere wetenschap) waren uitingen van een democratische beschaving. Als herkenbaar en bevreemdend tegelijk stelt de Atheense democratie vragen aan ons bestel: waarom hebben Nederland en Luxemburg als enige democratieën ter wereld geen lekenrechters? Waarom geen elektronische volksvergadering? In deze voordracht wordt aan de hand van beelden de inzichten gepresenteerd die de spreker verwerkte in zijn Athene. Het leven van de eerste democratie (Ambo 2011, derde druk 2012). Lezing 2: Casper de Jonge, Klassieke retorika: van Tisias tot Timmermans, donderdag 4 februari 2016 ‘Het woord is een machtig heerser.’ Aldus de sofist Gorgias in de 5e eeuw v. Chr. In de zomer van 2014 oogstte toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans veel bewondering (en later ook kritiek) met zijn emotionele toespraak voor de VN Veiligheidsraad. Waarom maakte deze redevoering, enkele dagen na de vliegramp met de MH17, zoveel indruk? De klassieke retorica kan op die vraag een antwoord geven. De retorische theorie geldt als een uitvinding van de Sicilianen Corax en Tisias (5e eeuw v.Chr.) en kwam tot grote bloei in Athene en Rome. In het eerste deel van de lezing zal de aandacht uitgaan naar de hoofdzaken van de retorische theorie bij de Grieken en de Romeinen: de taken van de redenaar, de opbouw van de redevoering, de stijlleer, en de argumentatiemiddelen ethos, pathos en logos. In het tweede deel van de lezing analyseren we de toespraak van Timmermans vanuit het perspectief van Aristoteles en Quintilianus. Lezing 3: Wendelijn van der Leest. Vrouwen in de Romeinse Oudheid, woensdag 16 maart 2016 De geschiedschrijving van vrouwen is veelal omgeven door onduidelijkheid. Lange tijd is het afgedaan als onbelangrijk en daarom niet de moeite van het onderzoeken waard. Vrouwen verrichtten immers geen wereldschokkende daden die de loop van de geschiedenis hebben veranderd, is de opvatting. Het waren mannen die voor brood op de plank zorgden, samenlevingen bestuurden, oorlog voerden en wetten vervaardigden. Zij waren de stuwende factor bij uitstek die zorgden voor de ontwikkeling en beschaving van de mens en dus de koers van de geschiedenis hebben bepaald. Hoewel enkele uitzonderingen bekend zijn, zoals Livia via Claudius, of de moeder van Nero, Agrippina, lijken vrouwen over het algemeen in de Romeinse Oudheid verder geen rol van betekenis te hebben gespeeld. Maar is dit beeld terecht? Wanneer we kijken naar de theoretische kant van de zaak, zoals beschreven is in de antieke juridische en moralistische teksten, dan lijkt dit beeld van uitsluiting inderdaad waar te zijn. Vrouwen werden niet alleen beperkt door de wetten, ook de voorouderlijke mores schreven een zeer strikt ideaal voor, met duidelijke gedragscodes voor de ideale matrona. Maar wanneer we echter kijken naar het archeologisch materiaal en de inscripties die de afgelopen decennia zijn ontsloten, dan begint dit beeld te wankelen. Vrouwen over het gehele Rijk, zoals Eumachia in Pompeii, Salvia in Polla, Fundilia in Nemi, Minia Procula uit Bulla Regia of Plancia Magna uit Perge, blijken belangrijke, zelfs essentiële rollen te hebben vervuld in de stedelijke samenlevingen van hun tijd. Als priesteressen en weldoensters van hun stad waren zij niet alleen in staat hun familienaam hoog te houden, maar participeerde zij ook in pogingen hun stad aanzien en voorspoed te bezorgen. Zij vervulden belangrijke priesterschappen, zij fungeerde als bouwpatronen van belangrijke publieke bouwwerken en zij ontvingen ere-standbeelden en inscripties van de stadssenaat als dank voor hun betrokkenheid. In deze lezing kijken we naar verschillende vrouwen in verschillende regio’s, maar wordt de bijzondere casus van Eumachia uit Pompeii extra uitgelicht. Lezing 4: Patrick Gouw, Slechterikken aan de macht. Een andere kijk op de ‘gekke’ keizers Caligula, Nero & Domitianus, donderdag 16 juni 2016 Hun namen zijn even berucht als hun vermeende schanddaden: de ‘slechte’ keizers van de eerste eeuw n.Chr. Talrijk zijn de verhalen over incest, moordpartijen, megalomane bouwprojecten en een grenzeloze verdorvenheid. Maar in hoeverre vertellen de veelgelezen verhalen van Romeinse geschiedschrijvers als Tacitus, Suetonius en anderen het werkelijke verhaal over Caligula, Nero en Domitianus? Waren zij echt zo slecht en maniakaal als vaak wordt aangenomen? Deze lezing plaatst de genoemde heersers en hun beeldvorming in een bredere context, met gebruikmaking van veel nieuwe, niet-literaire bronnen, en gaat in op hun moeizame omgang met de senaat, hun soms afwijkende beleid en hun fascinerende levensgeschiedenis. Uit die rondgang resulteert een andere, meer genuanceerde kijk op het drietal keizers, die opvallend veel overeenkomsten met elkaar blijken te vertonen.