Onderzoeksrapportage Asperges - vergelijking niet

advertisement
Onderzoeksrapportage Asperges - vergelijking niet-selectieve-oogstmethode en handoogst
2012.
Samenvattende tussenrapportage over oogstseizoen 2012
Uitvoering: VOCA / PPO Vredepeel
In 2012 is door PPO Vredepeel, in opdracht van Christiaens Agro B.V., Limgroup B.V. en
Plantenkwekerij Vestjens B.V., een vergelijkend onderzoek gestart tussen een niet-selectieve
oogstmachine en een handoogst van asperges. Het doel was om verschillen in opbrengst,
arbeidsbesparing en andere effecten vast te stellen in 5 aspergerassen. Het jaar 2012 was het
eerste proefjaar van een driejarige proef. In bijlage 1 is een beknopt plan van aanpak
beschreven.
Aan de resultaten 2012 kunnen geen conclusies verbonden worden, enerzijds omdat de
resultaten minimaal meerjarig vergeleken moeten worden en de niet-selectieve oogstmethode
nog verder geoptimaliseerd kan worden.
Het eerste jaar laat zien dat het opbrengstniveau bij machinale oogst op circa 60 % ligt van
die van de handoogst. Machinale oogst gaf meer korte asperges. De arbeidsbesparing was
groot. De arbeidsuren in de proef bedroegen gemiddeld 70 uur per ha voor machine oogst
tegen 274 uur voor de handoogst. Er is bij de machinale oogstmethode geen negatieve
reactie op de loofhergroei na oogst vastgesteld.
In het vervolgonderzoek zijn meerdere verbeterstappen mogelijk: a) een betere rugopbouw
recht boven het plantbed, b) wellicht een minder hoge rug voor de machinale oogst dan voor
handoogst, c) optimaliseren van draaien zwart/wit plastic bij de machinale oogst, d) dezelfde
einde oogstdatum voor machinale oogst als voor handoogst, e) een optimale
beschikbaarheid van een vaste chauffeur voor het machinale oogsten, f) registratie van de
bruto-opbrengst vooraf aan het sorteren, g) specifieke, voor machinale oogst veredelde
rassen.
Met deze verbeteringen is opbrengstverhoging bij de machinale oogstmethode mogelijk, naar
inschatting van de onderzoeker met minimaal 5-10 %. Dit is mede gebaseerd op buitenlandse
resultaten met de niet-selectieve-oogstmethoden in 2012.
Dit onderzoek is mede mogelijke gemaakt door het Europees Landbouwfonds voor
Plattelandsontwikkeling (ELFPO): Europa investeert in haar platteland en het Ministerie van
Economische Zaken.
Kees van Wijk, december 2012
Bijlage 1: Plan van aanpak onderzoek
De opzet is als volgt:

Oogstwaarnemingen: in 2 rijen per ras, waarbij de niet-selectieve oogstmethode en
handoogst vergeleken worden. Handoogst vindt iedere 2 dagen plaats als praktijk. De
niet-selectieve oogstmachine oogst iedere ca. 7 á 10 dagen. Voor het moment van inzet
van de oogstmachine zal een strategie worden geformuleerd (bijv. x stengels per
strekkende meter boven de grond). Deze strategie vormt de basis voor de oogstplanning
in 2012. Herziening is mogelijk na afloop van het oogstseizoen.

Bodemtemperatuur: omdat de groeisnelheid van de asperges wordt beïnvloed door de
temperatuur, wordt de rugtemperatuur continu gemeten, zodat hiermee achteraf een
relatie gelegd kan worden.

Opbrengstbepaling: Bij iedere oogst wordt opbrengst (gewicht, sortering), kwaliteit (vorm,
roest,..) per veldje gemeten en beoordeeld.

Effect op aspergeveld: met het oog op het belang van een hoog opbrengstvermogen over
de jaren heen, worden van elk veld monsters genomen van de aspergewortels (na afloop
van het steekseizoen en bij de start van het nieuwe steekseizoen) en de Brix-waarde
bepaald (maat voor suikergehalte en daarmee energievoorraad van de plant).

Stand gewas: tijdens loofseizoen vindt 2 keer een waarneming plaats op stand van het
gewas en andere opvallende verschijnselen.
Download