Openen of verwijderen van kapsel in de borst (Capsulotomie/Capsulectomie) Eventueel in combinatie met verwijderen of vervangen van uw borstprothese 2 Kapselvorming Tijdens de eerste weken na een borstvergroting of een borstreconstructie met prothese ontstaat er een kapsel rond de prothesen, dit is een natuurlijk proces. In een klein aantal gevallen trekt het kapsel rondom de prothesen teveel samen. Door het samentrekken voelt de borst harder aan en kan daardoor ook gaan vervormen. Het kapsel om de prothese wordt hierdoor voelbaar en in sommige gevallen wordt deze ook zichtbaar. We noemen dit kapselcontractuur. Dit kan pijnlijk zijn. Mocht dit gebeuren, dan kunnen we het kapsel weghalen en als het nodig is de prothesen vervangen. Soorten kapselvorming Overmatige kapselvorming kan bij de een ernstiger zijn dan bij de ander. Het kan gaan om een lichte en niet hinderlijke vorm. Dit noemen we graad 1 (baker klasse I). Het kan ook een ernstigere vorm hebben met verhoogde gevoeligheid en een zichtbaar harder geworden kapsel. Dit noemen we graad 4 (baker klasse IV). Mocht dit gebeuren, dan kunnen we het kapsel weghalen (capulectomie) en eventueel de prothese vervangen of verwijderen. Bij een lichte vorm kan besloten worden om alleen het kapsel te openen (capsulotomie) en eventueel de prothese te verwijderen of te vervangen. Van tevoren weten we niet of overmatige kapselvorming gaat optreden. Het kan zelfs voorkomen dat er een verschil in kapselvorming ontstaat tussen de linker en de rechter borst. Ook al zitten in beide borsten dezelfde prothese. 3 Voorbereiding operatie Als u samen met uw plastisch chirurg heeft besloten tot een operatie worden een aantal zaken voor u afgesproken. Anesthesie (verdoving) Voor de operatie en de anesthesie zijn meestal enige voorbereidingen noodzakelijk. Dit wordt ook wel preoperatief onderzoek of preoperatieve voorbereiding genoemd. Een goede verdoving bij een operatie is belangrijk. De anesthesioloog schat in welke risico’s in uw geval aan de anesthesie verbonden zijn en hoe deze kunnen worden beperkt. Daarom krijgt u een afspraak op het spreekuur van de anesthesioloog. Bij capsulectomie kan de verdoving alleen via algehele narcose, dat wil zeggen dat u slaapt. U zult tijdens de operatie geen pijn voelen. Hierover kunt u meer lezen in de folder ‘Verdoving (anesthesie) bij volwassenen’. Medicijnen • Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen of bent u onder controle van de trombosedienst? Meld dit dan aan uw behandelend arts in CWZ. Denk aan bloedverdunnende medicijnen aan bijvoorbeeld acenocoumarol of fenprocoumon en/of aspirine. • Als u bekend bent bij de trombosedienst, neem uw doseerkaart altijd mee naar het ziekenhuis. • Het kan zijn dat u tijdelijk moet stoppen met deze bloedverdunnende medicijnen. Uw behandelend arts vertelt u hoe lang u voor de ingreep of operatie met het innemen moet stoppen en wanneer u weer kunt beginnen met de medicijnen • Als u medicijnen gebruikt of overgevoelig bent voor bijvoorbeeld jodium, verdovingsvloeistof, pleisters of andere stoffen meld dit dan aan de arts, de verpleegkundige of assistente van de polikliniek. • Meld ook als u een pacemaker (of een ICD) draagt. • Meld ook of u uit voorzorgantibiotica nodig heeft. 4 • Overige medicijnen mag u gewoon innemen. Ook andere medicijnen moet u melden. Meld het ook als u al eerder operaties heeft gehad of andere gezondheidsproblemen heeft. De medicijnen die u tijdens uw verblijf nodig heeft, ontvangt u van de ziekenhuisapotheek. Neem geen medicijnen in zonder overleg. Een combinatie van geneesmiddelen kan namelijk bij ondeskundig gebruik gevaarlijk zijn. Het is van belang te weten welke medicijnen u tot de opnamedag heeft gebruikt. Neem deze medicijnen, in originele verpakking, mee bij opname. Medische fotograaf De medische fotograaf zal foto’s maken van uw borsten voor de operatie. Een aantal maanden na de operatie worden er weer foto’s gemaakt. Wat moet u meenemen? Tijdens uw opname heeft u nodig: • een stevige zwarte sport BH in de afgesproken maat; • ondergoed en nachtkleding (eventueel nachtkleding met een voorsluiting); • kamerjas, pantoffels; • toiletartikelen; • iets te doen voor uzelf (bijvoorbeeld: een boek, tijdschriften). Waardevolle bezittingen Laat grotere geldbedragen, sieraden en andere kostbaarheden thuis. Onze ervaring is dat het zoek kan raken of gestolen kan worden. CWZ kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld. Verzekering Over het algemeen wordt het verwijderen van overmatige kapselvorming baker klasse IV vergoed door de zorgverzekeraar. Let op! Een nieuwe prothese wordt niet altijd vergoed. Heeft u vragen over verdere vergoedingen dan kunt u contact opnemen met uw zorgverzekeraar. 5 De dag van de operatie U meld zich op de afgesproken tijdstip op de afdeling waar u wordt opgenomen. Niet eten en beperkt drinken (nuchter zijn) Op de dag van de operatie moet u nuchter zijn. Hierover heeft de anesthesioloog op het spreekuur afspraken met u gemaakt. Meer hierover kunt u lezen in de folder ‘Verdoving (anesthesie) bij volwassenen’. Pijnstilling Voor de operatie start u met medicijnen tegen de pijn (pijnmedicatie). De pijnmedicatie wordt op de verpleegafdeling aan u gegeven. Meer hierover vindt u in de folder ‘Verdoving (anesthesie) bij volwassenen’ onder het kopje ‘Pijnmeting’. Aftekenen van de borsten Voor de operatie worden uw borsten door de plastisch chirurg afgetekend. Dit gebeurt in principe op de verkoeverkamer. Het kan ook zijn dat dit op de verpleegafdeling wordt gedaan. Dit is afhankelijk van het operatieprogramma. De operatie • Het is belangrijk dat u voor de ingreep nog even plast, zodat de blaas leeg is. • U mag tijdens de operatie geen sieraden dragen. • Op de afdeling krijgt u een operatiejasje aan. Bovengenoemde maatregelen zijn er om de hygiëne op de operatiekamer te waarborgen en daardoor infecties te voorkomen. • Een kwartier voor de ingreep wordt u naar de verkoeverkamer gebracht. Hier worden u nog wat vragen gesteld waarna u naar de operatiekamer wordt gereden. Daar stapt u over op een smalle operatietafel. • De anesthesioloog geeft u de verdoving, die met u besproken is. Ook zal er voordat de operatie begint bewakingsapparatuur aangesloten worden, om lichaamsfuncties zoals bloeddruk, pols 6 en ademhaling tijdens de operatie goed te kunnen observeren. Direct na de operatie Na de ingreep blijft u in de uitslaapruimte (verkoeverkamer) van de operatieafdeling tot u goed wakker bent en tot alle controles (onder andere bloeddruk, polsslag, ademhaling en pijn) goed zijn. Een verpleegkundige haalt u weer op. Op de verpleegafdeling belt de verpleegkundige uw contactpersoon/begeleider. De verpleegkundigen controleren regelmatig de pols en bloeddruk. Na de operatie kunt u pijn hebben en misselijk zijn. Met behulp van een speciale pijnbestrijdingsmethode wordt de pijn zoveel mogelijk verlicht, zodat u sneller van de operatie herstelt. Tegen de misselijkheid krijgt u eventueel medicijnen. Infuus Na de operatie heeft u een infuus voor vocht of om medicijnen toe te dienen. Deze wordt verwijderd als u zelf kunt eten en drinken. De wond Na de operatie zijn de borsten verbonden met pleisterverband of een elastische band. In geval van pleisterverband worden deze 2 weken na de ingreep op de polikliniek verwijderd. Heeft u een elastische band dan mag u na 2 dagen de sport BH dragen. Tijdens de operatie kan een drain (slangetje) in de wond worden achter gelaten om wondvocht op te vangen. Een drain wordt meestal na 1 dag verwijderd. Als deze langer moet blijven zitten, kunt u met de drain naar huis en deze later op de polikliniek laten verwijderen. Eten en drinken Bij terugkomst van de operatiekamer mag u beginnen met het drinken van water. Afhankelijk van uw misselijkheidsklachten kunt u dit langzaam uitbreiden. 7 Met ontslag De plastisch chirurg die dienst heeft, komt aan het eind van de operatiedag op de verpleegafdeling bij u langs om de operatie met u door te spreken. Tenzij dit anders met u is afgesproken. Als alles goed gaat mag u naar huis. De verpleegkundige neemt nog enkele praktische zaken met u door zoals de leefregels. Zonodig krijgt u een recept voor verbandmateriaal en/of medicijnen. 2 weken na de ingreep worden op de polikliniek de knoopjes van de hechtingen verwijderd en als u verband heeft, wordt dat verwisseld. U krijgt hiervoor een afspraak. Weer thuis Na de operatie ontstaat een sterke spanning in de weefsels. Het is aan te raden om onderstaande adviezen op te volgen. Hoe meer rust u de operatiewond geeft, hoe mooier het litteken geneest. Als er na het verwijderen van het kapsel weer protheses zijn geplaatst mag u de eerste 6 weken niet: • op uw buik liggen • zwaar tillen (boodschappentassen, kratten, grote zakken aardappelen) • vooroverbuigen • rek/strek/duwbewegingen maken • geen bewegingen maken waarbij veel kracht gebruikt moet worden zoals zwaar huishoudelijk werk of beroepsmatig zwaar lichamelijk werk • sporten • in de zon of onder de zonnebank, daarna een half jaar met beschermingsfactor 30 of bedekt met badpak/bikini • in bad (douchen mag wel) De eerste 4 weken na de operatie mag u niet: • fietsen • autorijden 8 Pijnbestrijding Als pijnstillers nodig zijn, is paracetamol (500 mg) vaak voldoende. Een goede pijnbestrijding is belangrijk voor het genezingsproces. Als het nodig is kunt u de eerste 2 dagen de pijn met pijnstillers onderdrukken en dit langzaam afbouwen. Dit doet u als volgt: • De eerste 2 dagen neemt u 4 keer per dag - om de 6 uur - 2 tabletten paracetamol van 500 mg. • Dan 2 twee dagen 4 keer per dag - om de 6 uur - één tablet paracetamol van 500 mg. • Daarna stopt u en gebruikt u alleen zonodig bij pijn 2 tabletten paracetamol van 500 mg. (maximaal 4 per dag). Pijn kan ook een signaal zijn van wondinfectie. Houdt u zich dus aan de hierboven beschreven adviezen en controleer de wond op ontstekingsverschijnselen zoals toenemende zwelling, roodheid of wijken van de wond. Douchen U mag de eerste 24 uur niet douchen, de eerste 6 weken niet baden en zwemmen. Droog houden van de wond bevordert een goede wondgenezing. U kunt dus beter ook geen afsluitende pleister op de wondjes gebruiken. BH Draag gedurende 4 tot 6 weken na de ingreep dag en nacht een zwarte stevige sport BH. Hechtingen Eventueel gebruikte hechtingen zijn oplosbaar. Mochten er nog hechtingen achterblijven dan worden ze op de polikliniek verwijderd. 9 Littekenzalf Wilt u littekenzalf gebruiken om de littekens sneller soepel te maken? Dan mag dit alleen op een volledig genezen wond worden aangebracht. De arbodienst U kunt met uw plastisch chirurg overleggen welke gevolgen de operatie voor de uitoefening van uw werk heeft. De plastisch chirurg kan wanneer nodig informatie uitwisselen met uw bedrijfsarts. De bedrijfsarts moet hiervoor een schriftelijk verzoek opsturen. Zo wordt duidelijk of u (tijdelijk) beperkingen heeft en zo ja, welke. Om uw privacy te beschermen is uw toestemming nodig voor overleg tussen uw specialist en uw bedrijfsarts. Uiteindelijk zal de bedrijfsarts uw terugkeer naar het werk begeleiden. Daarom is het belangrijk dat uw bedrijfsarts op de hoogte is van de operatie en nabehandeling. Afspraken over uw werk zullen vaak soepeler verlopen als u de bedrijfsarts al vóór de operatie informeert. U kunt een gesprek voeren met uw bedrijfsarts op het arbeidsomstandighedenspreekuur van de arbodienst van het bedrijf of de organisatie waar u werkt. Bij de arbodienst kan men u vertellen hoe u dit spreekuur kunt bezoeken. Mogelijke complicaties Een wond kan nabloeden of er kan een infectie optreden. In zeldzame gevallen wordt een prothese afgestoten. De littekens kunnen na de ingreep tijdelijk rood en dik worden. Een gestoorde wondgenezing kan bovendien een blijvend breed litteken veroorzaken. Het lichaam vormt om elke ingebrachte prothese een bindweefsellaagje. Dit word ook wel kapsel genoemd. Soms trekt het kapsel zich samen waardoor de borsten hard en onnatuurlijk rond worden. Het is onmogelijk te voorspellen bij wie dit gebeurt. De kans op complicaties is dus wel aanwezig, maar is klein. 10 Wanneer contact opnemen met het ziekenhuis? • Is er sprake van een toenemende volume of zwelling van de borst? • Gaat de wond open staan? • Heeft u last van ontstekingsverschijnselen (roodheid, toenemende pijn of een kloppend gevoel)? Neem dan contact op met de polikliniek plastische chirurgie, telefoonnummer (024) 365 82 35 tijdens kantoortijden. U kunt ook ’s avonds, ‘s nachts of in het weekend contact opnemen met de Spoedeisende hulp van CWZ, telefoonnummer (024) 365 83 22. Bericht van verhindering Bent u op de dag van opname voor de operatie verhinderd, laat dit zo snel mogelijk weten. U belt dan naar de afdeling opname (024) 365 76 87. 11 12 G716 / 05-17 Adres en Telefoonnummer CWZ polikliniek Jonkerbosch Burgemeester Daleslaan 27 6532 CL Nijmegen Polikliniek plastische chirurgie, melden bij Meldpunt 4B Telefoon (024) 365 82 35 (tijdens kantooruren) Website: www.plastischechirurgie.cwz.nl