Koolhydraatarme voeding bij overgewicht en diabetes (bestemd voor HA en POH) Koolhydraatarme voeding bij diabetes en overgewicht De laatste jaren wordt er veel gepubliceerd over koolhydraatarme voeding bij afvallen en diabetes. Diëten van Dr. Frank, Montignac en recentelijk Rens Kroes zijn gebaseerd op een beperking van de koolhydraat intake. Nu ook de NDF voedingsrichtlijn diabetes 2015 (1) de koolhydraatarme voeding als een serieuze optie ziet voor de diabetespatiënt, is het goed hier de voor- en nadelen van te overwegen voor de huisartsenpraktijk. Wat is een koolhydraatarme voeding Volgens de voedingsleer bestaat een voeding uit vet, koolhydraat, eiwit en water. Ga je één van deze macronutriënten procentueel omlaag brengen in de voeding, dan stijgen de anderen. Dit geldt bij een gewone voeding, uitzondering zijn preparaten (shakes). Een koolhydraatarme voeding is dus in principe eiwit- en vetrijk. Er kan een calorieën beperking zijn, maar dat hoeft niet altijd. Ondanks dat het beenmerg, de hersenen en de bloedcellen aangewezen zijn op glucose, is er geen minimale hoeveelheid koolhydraten in de voeding nodig. Het lichaam kan zelf de noodzakelijk glucose maken door middel van de gluconeogenese. Dit proces vindt plaats in de lever en de nieren. Kennis over koolhydraten is belangrijk bij voor uw patiënt met diabetes Het rekenen met koolhydraten is een goede strategie voor het verbeteren van de postprandiale glucoserespons (1). Er is een grote bewijslast voor het feit dat de kwantiteit en het soort koolhydraten in voedingsmiddelen de glucosewaarden beïnvloeden. De patiënt die hier in thuis is en samen met zijn/haar diëtist de koolhydraten in de voeding heeft bepaald en er mee kan spelen, is dus in het voordeel. Toch zijn er patiënten die een gezonde diabetesvoeding gebruiken en voldoende bewegen, maar toch hun gewicht en bloedsuikerwaarden niet goed gereguleerd krijgen. Zij hebben insulineresistentie en in het bloed zijn hoge insulinewaarden te meten. Vaak kampen zij met overgewicht, abdominaal vet, veel trek en moeizaam afvallen. Voor welke patiënten is het koolhydraatarm dieet geïndiceerd en voor welke niet Hierboven genoemde diabetespatiënten zijn geïndiceerd, evenals: mensen met diabetes type 2 met maximale orale medicatie, diabetes type 1 met overgewicht, pre diabetes met overgewicht, overgewicht en een lange voorgeschiedenis van (crash) diëten, CVR (abdominaal vet) en PCOS. Bijkomend voordeel is dat het natriumgehalte van het dieet is vaak lager is door meer zelf bereid voedsel en minder brood gebruik. De tensie daalt daarom meestal. Contra indicaties zijn er ook: doordat het dieet naar verhouding veel eiwit bevat is het minder geschikt voor mensen met nefropathie, gestoorde nierfunctie, jicht, leverproblemen, jeugd (in de groei) en zwangeren. Het is ook belangrijk dat mensen het dieet goed begrijpen. Heldere uitleg is nodig, evenals intensieve begeleiding. De motivatie van de patiënt moet goed zijn, ook op de langere termijn. B.v. zoet, snoep, alcohol en uit eten gaan passen nauwelijks in dit dieet. Het vetgehalte van dit dieet is ook hoger dan gebruikelijk. Het is daarom van belang dit vet zoveel mogelijk in onverzadigde vorm toe te voeren. Een diëtist kan dit berekenen en hier praktisch advies over geven. Uit literatuur blijkt dat een streng koolhydraatbeperkt dieet het LDL licht omhoog brengt in het eerst jaar. Dit effect verdwijnt hierna weer (2) Persoonlijke hoeveelheid koolhydraten Wat is nu een koolhydraat beperking? In een gezonde voeding ligt het energiepercentage meestal tussen de 50-60%, bijvoorbeeld 2000 kcal met 200 gram koolhydraten. Bij een koolhydraatbeperkt dieet is dit bij de start soms onder de 50 gram per dag. Na voldoende afvallen gaat dit naar 150-200 g per dag. Per persoon moet vastgesteld worden met welke koolhydraatbeperking gestart wordt. Dit hangt o.a. af van de mate van overgewicht, geslacht, activiteit, acceptatie en motivatie. In ieder geval kan gestart worden met het beperken van koolhydraten met een hoge glyceamische index (GI), geraffineerde koolhydraten, suikers in dranken, fruitsuikers, melksuikers, snoep en alcohol. Het afvallen gaat eerst snel door vochtverlies en verbranding van het glycogeen in spieren en lever (ketose), later langzamer. Bij de gluconeogenese komen vocht en ketonen vrij die voor extra gewichtsverlies zorgen. Voor de patiënt is dit zeer motiverend. Door het hoge eiwitgehalte van de voeding is er een goede verzadiging. De bloedsuikers kunnen heel snel dalen, waardoor hypoglykemie kan ontstaan. Dit kan tijdelijk opgelost worden met dextrose, maar moeten daarna voorkomen worden door de medicatie en/of het dieet aan te passen. Optimale en intensieve samenwerking tussen zorgverleners; diëtist, POH en HA is hierbij noodzakelijk. De patiënt heeft een bloedsuikermeter en kan die gebruiken. Extra punten om alert op te zijn Aanvullende vitamines zijn soms nodig. Magnesium bij kramp, 200-400 mg p.d. Haaruitval: B complex (let op B6 kan te veel worden), Zink of IJzer suppleren De ontlasting kan veranderen. Het dieet bevat meer vezels uit groenten, maar minder uit andere koolhydraatrijke producten. Oplossing is soms meer (gezond) vetgebruik en koolhydraatarme vezeltabletten of lijnzaad. Ook veel (water) drinken is belangrijk. De menstruatie kan anders worden, vooral in de strenge fase. Anticonceptie werkt nog wel goed. Lange termijn effecten onbekend In het algemeen is het schema: streng koolhydraatbeperkt (30-50 g) een ½ jaar, daarna 100-200 g koolhydraat tot 1 jaar. Na 1 jaar werkt het speciale effect van het koolhydraatbeperkte dieet niet meer. Aangeraden wordt dan over te gaan op een gezonde (diabetes) voeding. Lange termijn effect van een zeer laag koolhydraatbeperkt dieet zijn onbekend en moeten nader onderzocht worden (4) Samenvatting Voor een specifieke groep gemotiveerde patiënten heeft het laagkoolhydraat dieet een positieve invloed op het HbA1C en het gewicht tot maximaal 1 jaar Intensieve bloedglucosemonitoring en samenwerking in het diabetesteam is belangrijk Goede kennis over koolhydraten, gezonde vetten en praktische toepassing is noodzakelijk 1. NDF Voedingsrichtlijn 2015 2. Artikel: “Effects of a high protein, low carbohydrate diet on blood glucose control in people with diabetes. Diabetes, vol. 53, sept. 2004 Via internet lezen: http://diabetesjournals.org/content/53/9/2375.full.pdf 3. Citation: Govers E, Slof EM, Verkoelen H, Ten Hoor-Aukema NM, KDOO (2015) Guideline for the Management of Insulin Resistance. Int J Endocrinol Metab Disord 1(3): doi via internet lezen: http://dx.doi.org/10.16966/2380-548X.115 4. Schugar, R.C. and P.A. Crawford, Low-carbohydrate ketogenic diets, glucose homeostasis, and nonalcoholic fatty liver disease. Curr Opin Clin Nutr Metab Care, 2012. 15(4): p. 374-80. Konnie Crielaard, diëtist Msc.