Aanvulling Tweede orde inhomogene lineaire differentiaalvergelijkingen met constante coëfficiënten. §1. We bekijken ter aanvulling op §3.7 bepaalde typen tweede orde differentiaalvergelijkingen, namelijk inhomogene lineaire. In §3.7 is uitvoerig beschreven hoe van een tweede orde lineaire differentiaalvergelijking met constante coëfficiënten de oplossingen kunnen worden bepaald: ay 00 + by 0 + cy = 0 heeft als algemene oplossing 1. y(t) = Aer1 t + Ber2 t als r1 en r2 twee verschillende reële oplossingen van de vierkantsvergelijking ar2 + br + c = 0 zijn; 2. y(t) = Aert + Btert als r1 = r2 = r; 3. y(t) = Aekt cos(ωt) + Bekt sin(ωt) als r1,2 = k ± ωi twee complexe oplossingen van de vierkantsvergelijking zijn (dus als de discriminant van de vierkantsvergelijking negatief is). We proberen nu het volgende probleem op te lossen: ay 00 + by 0 + cy = f (t) waarbij f (t) een functie van t is. Een dergelijke differentiaalvergelijking heet inhomogeen. We noemen de differentiaalvergelijking ay 00 + by 0 + cy = 0 de bij de inhomogene vergelijking horende homogene vergelijking. De oplossingen van deze homogene vergelijking noteren we nu als yh (t) . Stel nu dat yp (t) een oplossing van de inhomogene vergelijking is die we op één of andere wijze hebben verkregen. Stelling Alle oplossingen van de inhomogene differentiaalvergelijking zijn van de vorm y(t) = yp (t)+ yh (t). Bewijs Laat y(t) een willekeurige oplossing van de inhomogene vergelijking zijn. Dan geldt dus: ay 00 + by 0 + cy = f (t). 1 Maar ook geldt ayp00 + byp0 + cyp = f (t). Aftrekken levert: ay 00 − ayp00 + by 0 − byp0 + cy − cyp = 0, ofwel a (y − yp )00 + b (y − yp )0 + c (y − yp ) = 0, dus y − yp is een oplossing van de homogene vergelijking, ofwel y(t) = yp (t) + yh (t). De oplossing yp (t) heet in dit verband ook wel een particuliere oplossing. En omdat voor de homogene vergelijking al bekend is hoe de oplossingen gevonden kunnen worden, komt het bepalen van de algemene oplossing van de inhomogene vergelijking neer op het bepalen van een geschikte particuliere oplossing. Voor een algemene functie f (t) is dat vrijwel onmogelijk, maar als f (t) een bepaalde vorm heeft is het soms mogelijk door proberen een particuliere oplossing te vinden. We zullen dit toelichten aan de hand van een aantal voorbeelden. Daartoe bekijken we de differentiaalvergelijking y 00 + y 0 − 2y = f (t) en laten in een aantal verschillende situaties zien hoe een particuliere oplossing gezocht kan worden. Voorbeeld 1. y 00 + y 0 − 2y = 4t met als homogene oplossing yh (t) = Aet + Be−2t . Het rechterlid is een polynoom van de graad 1, en we proberen als particuliere oplossing yp (t) = at + b, ook een eerstegraads polynoom. Invullen van deze oplossing in de differentiaalvergelijking levert de twee vergelijkingen 2a = −4 en a − 2b = 0. Dus a = −2 en b = −1. Dus yp (t) = −2t − 1 is een particuliere oplossing van de differentiaalvergelijking, en de algemene oplossing wordt gegeven door y(t) = −2t − 1 + Aet + Be−2t . Voorbeeld 2. y 00 + y 0 − 2y = 7e5t . Het rechterlid is een e-macht, en we proberen als particuliere oplossing ook een zelfde e-macht: yp (t) = ae5t . Invullen in de differentiaalvergelijking levert 28a = 7, dus a = 14 . Een particuliere oplossing is nu yp (t) = 41 e5t , en de algemene oplossing dus y(t) = 14 e5t + Aet + Be−2t . Voorbeeld 3. y 00 + y 0 − 2y = 6et . Het heeft nu geen zin om als particuliere oplossing yp (t) = aet te proberen, want et is een oplossing van homogene vergelijking. Probeer in dit geval yp (t) = atet . 2 Invullen in de differentiaalvergelijking levert nu a = 2, dus yp (t) = 2tet . De algemene oplossing is dus in dit geval y(t) = 2tet + Aet + Be−2t . Voorbeeld 4. y 00 + y 0 − 2y = 10 cos t. Probeer als particuliere oplossing yp (t) = a sin t + b cos t. Invullen in de differentiaalvergelijking levert −3a − b = 0 en a − 3b = 10, dus a = 1 en b = −3. Een particuliere oplossing is dus yp (t) = sin t − 3 cos t. En de algemene oplossing: y(t) = sin t − 3 cos t + Aet + Be−2t . In het algemeen geldt: als het rechterlid van een bepaalde soort is probeer dan als particuliere oplossing een functie van dezelfde soort. Als er in het rechterlid termen voorkomen die ook deel uitmaken van de homogene oplossing (zie voorbeeld 3) dan kun je t× of t2 × keer een oplossing van dezelfde soort proberen. Voorbeeld 5. y 00 + y 0 − 2y = 6tet + 8et = (6t + 8)et . De term et is oplossing van de homogene vergelijking. Probeer nu als particuliere oplossing: yp (t) = t(at + b)et . enz. §2. Opgaven Bepaal de algemene oplossing van elk van de volgende differentiaalvergelijkingen. 1. y 00 + y 0 − 2y = 2t + 3 2. y 00 + y 0 + 5y = t2 3. y 00 − 3y 0 = t − 2 4. y 00 − 4y = t + cos 2t 5. y 00 − y 0 − 6y = e−2t 6. y 00 + 6y 0 + 9y = 1 + t 3 Antwoorden 1. y(t) = −2 − t + Aet + Be−2t 8 2. y(t) = − 125 − 2 t 25 1 + 15 t2 + Ae− 2 t sin 1 2 √ 3. y(t) = − 61 t2 + + 59 t + Ae3t + B 4. y(t) = − 14 t − 18 cos(2t) + Ae2t + Be−2t 5. y(t) = − 51 te−2t + Ae3t + Be−2t 6. y(t) = 1 27 + 19 t + Ae−3t + Bte−3t 1 1 19t + Be− 2 t cos 1 2 √ 19t