Samenvatting Osteoporose Allergie Allergie Zijn allergieën eigenlijk altijd aangeboren of kun je deze ook later in je leven ontwikkelen? Waarom kan de ene cliënt in levensgevaar komen door zijn allergie, terwijl de ander alleen maar uitslag krijgt? In deze cursus leer je wat allergieën zijn, hoe ze ontstaan en hoe ze behandeld worden. Ook leer je deze kennis gebruiken in de praktijk, als je cliënten met allergie adviseert. In de klassikale bijeenkomst ga je samen met andere cursisten aan de slag met verschillende casussen en leer je de adrenaline auto-injector te gebruiken. Wat is allergie? Een allergische reactie is een reactie waarbij het afweersysteem een ongevaarlijke stof dan als schadelijk ziet. Het probeert het lichaam dan te beschermen door allerlei signaalstoffen aan te maken. Deze stoffen kunnen lokaal reacties geven, maar kunnen via het bloed ook op andere plekken in het lichaam terecht komen. Zo kunnen er uitslag en bultjes ontstaan, maar ook benauwdheid en overgeven. Allergieën worden veroorzaakt door allergenen, eiwitten die herkend kunnen worden door het afweersysteem. Voorbeelden van allergenen zijn huisstofmijt, insectengif, eiwitten uit voedsel of geneesmiddelenstoffen. Deze allergenen veroorzaken verschillende soorten allergieën zoals huisstofmijtallergie, insectenstekenallergie, voedselallergie en geneesmiddelenallergie. Niet iedereen met dezelfde soort allergie reageert even heftig op de stof waar hij of zij allergisch voor is. De ene krijgt alleen last van een beetje uitslag, de andere persoon kan zelfs in shock raken. Er zijn verschillende typen allergische reacties. Sommige reacties ontstaan al heel snel, binnen het halfuur na het contact, en sommige pas na 24 uur. De allergische reacties worden in vier verschillende typen ingedeeld. Type I allergische reacties worden veroorzaakt door het vrijkomen van een bepaalde antistof, namelijk immunoglobuline E (IgE). Dat zorgt heel snel voor klachten en kan bij sommige mensen ook hele heftige reacties geven. Deze mensen kunnen zelfs in shock raken als ze een allergische reactie hebben. Type II t/m type IV reacties zijn trager verlopende allergische reacties. Voorbeelden hiervan zijn geneesmiddelenallergieën en contactallergieën zoals nikkelallergie en parfumallergie. Een allergie ontstaat door een reactie van je afweersysteem bij herhaaldelijke blootstelling aan bepaalde allergenen. Op die allergenen kun je dan uiteindelijk allergisch reageren. Eerst is er sprake van een herhaalde blootstelling aan een allergeen, waarbij het afweersysteem gesensibiliseerd wordt doordat er bij elke blootstelling meer antistoffen worden aangemaakt. Uiteindelijk uit dit zich in een allergische reactie. Allergische reacties kunnen verschillende verschijnselen geven. Zo kan een allergie leiden tot huidreacties zoals eczeem, galbulten en angio-oedeem. Ook een verstopte neus en oogklachten kunnen symptomen zijn van allergie, zoals bij hooikoorts. Dat noemen we allergische rinitis. Luchtwegklachten door allergie noemen we allergisch astma. Als een allergie heel ernstig is, kan er een anafylactische reactie optreden na contact met het allergeen. Dat betekent dat er door de productie van allerlei signaalstoffen er vochtophopingen ontstaan in de luchtwegen waardoor het ademhalen kan worden bemoeilijkt. Ook ontspannen de bloedvaten zich, waardoor de bloeddruk kan wegvallen en iemand bewusteloos kan raken. Dat is een levensgevaarlijke situatie. Mensen die zo’n heftige reactie hebben op een allergeen, hebben meestal een adrenaline-injectiepen (Epipen®, Jext®) bij zich. 1/5 1/4 Samenvatting Allergie Allergische mars De combinatie van eczeem, hooikoorts en astma komt erg vaak voor en wordt ook wel het atopisch syndroom genoemd. Sommige allergieën volgen elkaar ook op. Kinderen hebben bijvoorbeeld vaak de eerste levensjaren last van eczeem en voedselallergie om later allergisch astma te ontwikkelen. In de tienerjaren gaat dit vaak over in allergische rinitis. Dit patroon wordt de allergische mars genoemd. 2/5 Kruisallergie Sommige combinaties van allergieën komen heel vaak voor, deze noemen we kruisallergieën. Zo is meer dan de helft van de mensen met hooikoorts ook allergisch voor appel, perzik, en/of meloen. Wanneer iemand allergisch is voor een bepaalde stof, is de kans groter dat diegene ook op vergelijkbare stoffen allergisch reageert. Behandeling van allergie Bij de behandeling van allergie is het allereerst belangrijk dat het allergeen zoveel mogelijk wordt vermeden. Als alleen vermijden van het allergeen niet voldoende helpt, zijn er geneesmiddelen die de symptomen van een allergische reactie kunnen voorkomen of verminderen. Deze geneesmiddelen hebben effect op verschillende cellen van het afweersysteem. Antihistaminica Er zijn twee soorten antihistaminica: • Sederende antihistaminica zijn klassieke H1-antagonisten. Deze middelen kunnen de hersenen bereiken, waardoor de cliënt slaperig kan worden. Voorbeelden zijn hydroxyzine, dexchloorfeniramine, dimetindeen en clemastine. Jonge kinderen zijn in het algemeen veel gevoeliger voor de bijwerkingen van deze antihistaminica dan volwassenen. • Daarnaast is er een groep nietsederende antihistaminica. Deze stoffen kunnen de hersenen niet bereiken, waardoor ze ook geen sederend effect hebben. Voorbeelden van deze laatste groep zijn cetirizine, desloratadine, loratadine en levocetirizine. Voor de behandeling van allergieën gaat de voorkeur uit naar niet-sederende antihistaminica omdat ze weinig bijwerkingen hebben en langdurig kunnen worden toegepast. Het wordt aangeraden om antihistaminica tijdens de zwangerschap alleen kortdurend te gebruiken in lage dosering. De voorkeur in het eerste trimester gaat uit naar sederende antihistaminica of loratadine en cetirizine. Vanaf het tweede trimester hebben alleen loratadine of cetirizine de voorkeur. Cromonen Cromoglicinezuur voorkomt het uit elkaar vallen van de mestcel. Dit zorgt ervoor dat er veel minder histamine vrijkomt. Het middel wordt erg weinig voorgeschreven omdat het 4 tot 6 keer per dag moet worden gebruikt. Bovendien moet het vóór het ontstaan van de klachten worden ingenomen en pas na één tot drie weken begint het middel te werken. Na drie tot zes weken is het effect optimaal. Het voordeel van cromoglicinezuur is dat het zo goed als geen bijwerkingen heeft en veilig kan worden gebruikt tijdens zwangerschap en borstvoeding. Voor het gebruik moet de cliënt zijn neus snuiten omdat het cromoglicinezuur anders niet volledig in contact komt met het neusslijmvlies. Cromoglicinezuur is te verkijgen in tabletten, oogdruppels en neussprays. De merknaam van de tabletten is Nalcrom®. Merknamen van de oogdruppels zijn: Prevalin®, Allerg-abak®, Allergocrom®, Opticrom®, cromoglicaat. Neussprays: Allerg-COMOD®, natriumcromoglicaat, Prevalin®. Corticosteroïden Corticosteroïdenzalf wordt vaak gebruikt bij eczeem. Het werkt ontstekingsremmend en gaat de jeuk tegen. Er zijn vier verschillende klassen corticosteroïden. De eerste klasse is het zwakst in werking, en de vierde het sterkst. De lagere klassen hebben echter ook minder bijwerkingen dan de hogere klassen. Hoe hoger de klasse, hoe sterker de crème of zalf en hoe groter de kans op bijwerkingen is. Langdurige behandeling kan leiden tot lokale bijwerkingen zoals het dunner worden van de huid, streepvorming op de huid, vaatverwijding en bloeduitstortinkjes. Intranasale corticosteroïden zijn neussprays met corticosteroïden die op recept te krijgen zijn. Ze zijn effectiever dan antihistaminica bij klachten van een verstopte neus door allergie. Ze hebben na drie tot tien dagen effect en hoeven slechts eens per dag te worden gebruikt. De belangrijkste bijwerking is het krijgen van bloedneuzen. Dit kan worden voorkomen door niet tegen het tussenschot van de neus te spuiten maar recht naar boven. Verder kunnen de corticosteroïden niesbuien veroorzaken direct na gebruik. Voorbeelden van neussprays met corticosteroïden zijn Rhinocort®, Flixonase®, Avamys®, Nasonex® en Nasocort®. Deze neussprays verschillen onderling weinig in effectiviteit. Immunotherapie Immunotherapie wordt ook wel hyposensibilisatie of allergievaccinatie genoemd. Het is een behandeling waarbij de cliënt over een langere periode wordt blootgesteld aan kleine Samenvatting Allergie hoeveelheden allergeen, om te zorgen dat het afweersysteem hier langzaam aan went. Deze preparaten bevatten een heel kleine hoeveelheid van het eiwit waar iemand allergisch voor is. De immunotherapie wordt over het algemeen alleen voorgeschreven aan cliënten waarvan de allergie niet goed te behandelen is met andere geneesmiddelen. Vaak gaat het ook om ernstigere vorm en van allergieën, waarbij er bijvoorbeeld een kans is op anafylaxie. Er bestaan preparaten voor gras- en boompollenallergie, huisstofmijtallergie, insectenallergie en kattenallergie. De grasen boompollenpreparaten bevatten in de meeste gevallen allergenen van meerdere gras- en boomsoorten. Hieronder zie je een overzicht van de verschillende middelen. De vergoedingsstatus van deze middelen verandert jaarlijks, dus de actuele stand van zaken kun je het beste checken bij je apotheker. Adrenalinepen De adrenalinepen wordt gebruikt bij anafylactische reacties. Bij anafylaxie verwijden de bloedvaten door de grote hoeveelheid signaalstoffen die vrijkomen bij de allergische reactie. Bovendien kan er makkelijk vocht uit de bloedvaten lekken, waardoor galbulten en angio-oedeem kunnen ontstaan. Ook de luchtwegen kunnen opzwellen, wat het ademhalen erg kan bemoeilijken. In het ergste geval verliest iemand zijn bewustzijn, en raakt hij in een anafylactische shock. Zodra de reactie zich uitbreidt en de cliënt kortademigheid of neiging tot flauwvallen heeft, moet er adrenaline worden toegediend. Adrenaline is een hormoon dat in het lichaam wordt aangemaakt bij stressreacties en dat ervoor zorgt dat de bloeddruk verhoogt, de hartslag versnelt en dat de luchtwegen zich verwijden. Daarom kan toediening van adrenaline bij een anafylactische reactie voorkómen dat iemand in shock raakt. Er bestaan twee verschillende soorten adrenalinepennen, Epipen® en Jext®. De Epipen® wordt het meest gebruikt. Er bestaan twee doseringen: een voor volwassenen en een voor kinderen met een 3/5 gewicht tot dertig kilo (voor volwassen is de dosering 0,3 milligram, voor kinderen 0,15 milligram). In de apotheek zijn Epipentrainers® beschikbaar waarmee de handeling geoefend kan worden. De adrenalinepen is een eerstehulpmiddel: het effect is tijdelijk en de cliënt moet altijd door een arts gezien worden, ook als de cliënt in eerste instantie weer lijkt op te knappen. Nadat de noodpen is gebruikt moet er dus altijd 112 worden gebeld! Het onterecht gebruiken van een adrenalineauto-injector is niet gevaarlijk, het geeft hoogstens wat hoofdpijn of hartkloppingen. Ook bij zwangerschap of borstvoeding kan in noodsituaties de noodpen gebruikt worden. Cliënten met hart- en vaataandoeningen moeten overleggen met hun arts of de noodzaak van een Epipen® opweegt tegen de risico’s van het eventuele gebruik ervan. Bètablokkers mogen bij voorkeur niet worden gebruikt als de cliënt een noodpen bij zich draagt omdat deze medicatie de werking van de pen kan verminderen. Rol van de apotheek De meeste middelen die gebruikt worden bij allergie zijn zelfzorgmiddelen. Bij het verstrekken van deze middelen zul je de WHAM-vragen (Wie, Hoe, Actie en Medicatie) af moeten gaan. In de klassikale bijeenkomst zullen we verder oefenen met deze vragen. Allergenen vermijden Het is belangrijk dat de cliënt allergenen zoveel mogelijk vermijd. De adviezen kunnen anders zijn voor verschillende allergieën: • Voedselallergie. De behandeling van een voedselallergie bestaat uit een dieet waaruit alle bestanddelen waar de cliënt allergisch voor is zijn weggelaten, eventueel opgesteld met de hulp van een diëtist. Voor lichte allergische klachten kunnen antihistamina of cromonen worden gebruikt. Wanneer cliënten eerder een ernstige allergische reactie hebben gehad, is het belangrijk dat de cliënt een adrenalinepen bij zich draagt. • Hooikoorts. Tijdens warme dagen in het voorjaar, in de zomer en het najaar is het beter binnen te blijven met de ramen en deuren gesloten of op het strand te verblijven bij de zeewind. Door buiten een zonnebril te dragen kan stuifmeel moeilijker in de ogen komen. Er wordt vanaf half mei tot half juli iedere dag in het weerbericht op radio en teletekst aangeven wat het pollenweerbericht voor die dag is (gunstig, ongunstig of niet zo gunstig). Cliënten kunnen hun dagelijkse bezigheden hierop aanpassen. Omdat pollen toch moeilijk te vermijden zijn, gaat men vaak over tot medicamenteuze therapie. • Huisstofmijt. Er moet zoveel mogelijk geventileerd en gelucht worden en als het kan dagelijks worden stof gezogen. Wekelijks moet het beddengoed gewassen worden op 60 graden, en tweewekelijks moeten kussen gewassen worden op dezelfde manier. Goed stofzuigen is erg belangrijk, maar kan door het opdwarrelende stof ook allergie veroorzaken. Het is dan een Samenvatting Allergie idee om met een maskertje op te zuigen of dit door iemand anders te laten doen. Na een half uur is dit stof weer op de grond teruggekeerd. • Huisdieren. Het is natuurlijk niet slim om zelf een harig huisdier aan te schaffen, en als er toch huisdieren zijn, kunnen deze beter niet in de slaapkamer komen. Wanneer een huisdier niet meer in huis is, kunnen de allergenen nog wel heel lang in vloerkleden en dergelijke blijven hangen. Het is daarom ook slim om een gladde vloer in de slaapkamer en zo mogelijk in de rest van het huis te nemen. Als er iemand op bezoek komt met een hond of kat, kan de cliënt het beste van tevoren medicijnen innemen tegen allergie. Huisdiereigenaren die op bezoek komen, kunnen het beste schone kleding aantrekken, die dus nog niet in contact is geweest met het huisdier. • Insecten. Je kunt verschillende adviezen geven om insectensteken te voorkomen. Zo is het verstandig om de huid zo bedekt mogelijk te houden en geen kleding met opvallende kleuren of bloemmotief te dragen. Het is onverstandig om op blote voeten buiten te lopen of te slaan naar insecten om ze weg te jagen. Allergische rinitis Bij jeuk aan de neus, een loopneus en niezen zijn niet-sederende antihistaminica zoals azelastine (neusspray), cetirizine en loratadine (oraal) eerstekeus. Cromoglicinezuur is een tweedekeus middel. Cromoglicinezuur neusspray moet vier tot zes keer per dag worden gebruikt en de werking begint na één tot drie weken. Bij hooikoorts moet de behandeling met cromoglicinezuur dan ook ruim voor het begin van het seizoen worden gestart. Decongestiva zoals xylometazoline en oxymetazoline kunnen een verstopte neus snel en effectief verhelpen. De werking houdt 6 tot 8 uur aan. Ze mogen niet langer dan zeven dagen achtereen worden gebruikt een rebound-effect te voorkomen. Andere bijwerkingen zijn een branderig gevoel, prikkeling of droogte van het neusslijmvlies en niezen. Xylometazoline en oxymetazoline mogen niet gebruikt worden bij porfyrie (een ziekte met een afwijking aan de rode bloedcellen). Als een cliënt last heeft van oogklachten, zijn er een aantal dingen die je hem kan adviseren. Het is allereerst onverstandig in de ogen te wrijven, omdat ze hierdoor kunnen gaan ontsteken. Spoelen met lauw water of een vochtig washandje op de ogen leggen kan een tijdelijke verlichting van de oogklachten geven. Orale antihistaminica 4/5 zoals cetirizine en loratadine hebben ook effect op oogklachten. Verder zijn er oogdruppels te verkrijgen met cromoglicinezuur, als antihistaminica niet voldoende effect hebben. Het antihistaminicum azelastine mag niet worden gebruikt tijdens zwangerschap en borstvoeding. Cetirizine en loratadine mogen niet worden gebruikt bij borstvoeding. Decongestiva zoals xylometazoline en oxymetazoline kunnen tijdens de zwangerschap beter niet langer dan vijf dagen achtereen worden gebruikt. Tijdens borstvoeding zijn deze middelen zonder beperking veilig te gebruiken. Cromoglicinezuur is veilig te gebruiken bij zwangerschap en borstvoeding. Eczeem De aanpak van eczeem bestaat uit drie onderdelen: het vermijden van prikkels, het bestrijden van een droge huid en het bestrijden van ontstekingen. • Het vermijden van prikkels is belangrijk tegen de jeuk. Welke prikkels meespelen, verschilt per persoon. Bekende factoren zijn zeep, droge lucht, warmte, zweet, wol en alcohol. Ook stress kan een rol spelen. Als het eczeem veroorzaakt wordt door een allergie, is het belangrijk om het allergeen zoveel mogelijk te vermijden. Bovendien moet de cliënt zo min Aanpak van eczeem • het vermijden van prikkels • het bestrijden van de droge huid • het bestrijden van ontstekingen Samenvatting Allegie mogelijk krabben, hierdoor wordt de huidirritatie alleen vergroot. • Een ander onderdeel van de behandeling is het bestrijden van de droge huid. De huid moet voldoende vet gehouden worden. Na het baden of douchen is het belangrijk dat cliënten hun huid invetten met een vette basis (crème of zalf). Bij jonge kinderen kan heel goed vettende badolie door het badwater gemengd worden. • Het laatste onderdeel van de behandeling van eczeem is het bestrijden van ontstekingen, zodat het eczeem zo rustig mogelijk wordt gehouden. Over het algemeen worden hier corticosteroïdzalf of –crème (hormoonzalf) voor voorgeschreven. Ze remmen niet alleen de ontsteking, maar zorgen ook voor minder jeuk. Geneesmiddelen Een geneesmiddelenallergie kan alleen bestaan als het geneesmiddel al een keer eerder gebruikt is. Het afweersysteem moet de stof namelijk hebben herkend, zodat bij het tweede gebruik de reactie veel heftiger is. Dat is dan de allergische reactie. Een allergische reactie kan zich 7 tot 21 dagen na de eerste gift voordoen, ook als het middel inmiddels niet meer gebruikt wordt. Type I-reacties kunnen heel snel optreden, met anafylaxie als ergste vorm. De andere reacties kunnen binnen enkele dagen optreden. Als er iemand naar je toe komt met een mogelijk allergische reactie op een geneesmiddel is het belangrijk om goed door te vragen naar de kenmerken van de reactie. Om welk geneesmiddel gaat het? Wanneer trad de reactie op? Na hoeveel tabletten was dat? Wat waren precies de klachten en wat heeft de cliënt toen gedaan? Is het al eerder gebeurd en is de huisarts op de hoogte? Deze informatie kun je noteren om te bespreken met de apotheker en kan eventueel ingevoerd worden in het apotheekinformatiesysteem. Als het duidelijk is welk geneesmiddel de allergie veroorzaakt kan het middel vervangen worden door medicatie uit een andere geneesmiddelengroep. Bijwerkingen en allergische reacties op geneesmiddelen kunnen gemeld worden bij het Lareb (Nederlands Bijwerkingen Centrum). Doorverwijzen huisarts Er zijn een hoop redenen om iemand met allergische verschijnselen door te sturen naar de huisarts. Voorbeelden van redenen kunnen zijn: • Als er met zelfzorg niet voldoende verbetering optreedt • Bij benauwdheid of kortademigheid (dan is er mogelijk sprake van astma) • Als het gaat om kinderen die voor de eerste keer klachten hebben van allergische rinitis • Bij aanhoudende hoofdpijn of oorpijn • Na een eerste allergische reactie waarvan de oorzaak onbekend is 5/5