Welkom op de informatieavond van groep 6! Informatieavond 1 Groep 6. Algemene informatie. Wat gaan we deze periode leren? Vragen? Afsluiting informatieavond 1. Algemene informatie Vakleerkracht 6B: Dinsdag 09.30-10.15 6A: Donderdag 08.30-09.15 Kleding: - Schoenen - Broek - Shirt Maandag 10.30 – 11.00 uur Sieraden Diploma A,B,C en meer... www.stevenstemerding.nl Maken na de lessen. Herhaling van aangeboden stof. Soms huiswerk! Niet buitenspelen! Ouders inlichten. Dictee Ongeveer 12 woordjes Iedere vrijdag overhoring (1 week leren) 1 fout, 2 punten Tafeltoets Werkstuk Spreekbeurt Boekbespreking Aardrijkskunde Geschiedenis Topografie Huiswerk Boekbespreking: rapport 1 Werkstuk: rapport 2 Spreekbeurt: rapport 3 Belangrijk!! Rekenen Doelen blok 1: Optellen en aftrekken: Optellen en aftrekken tot en met 1000. Handig rekenen en schattend rekenen. Kolomsgewijs rekenen. Vermenigvuldigen en delen: Schattend vermenigvuldigen. Grotere vermenigvuldigingen. 4x80 4x800. Delen met rest. 19 : 6 = 3 rest 1. Geld Optellen van geldbedragen. Aanvullen van geldbedragen tot €10. Schattend optellen van geldbedragen. Tijd : Analoog en digitaal klokkijken. Bepalen van de tijdsduur. Werken met de kalender. Maanden van het jaar, seizoenen en schoolvakanties. Meten: Juiste maat zoeken bij een voorwerp. Oppervlakte, cm². Het juiste gewicht zoeken bij een voorwerp. Meetkunde: Bouwsels en plattegronden combineren. Doelen blok 2: Optellen en aftrekken: Optellen en aftrekken tot 1000. Handig en schattend rekenen. Verdubbelen en halveren. Kolomsgewijs rekenen. Vermenigvuldigen en delen: Vermenigvuldigen met 10 en delen door 10. Automatiseren van tafels t/m 10 tafeltoets. Vermenigvuldigingen als 7x49 en 7x98. Tijd: Analoog en digitaal klokkijken. Kalender. Meten: Oppervlakte, m². Liter, deciliter en milliliter. Meetkunde: Ruimtelijke oriëntatie (wat zie je als je ergens staat). Diversen: Het lezen en interpreteren van een staafgrafiek. Het maken van een staafgrafiek. Spelling Doelen blok 1: Woorden met kleefletters Woorden met twee klankgroepen Klankgroepen met een stomme e Woorden met ei Woorden met ij lf, rp, lk scharen bestellen eieren wijs Doelen blok 2: Vaste stukjes –ig en –lijk giftig, gevaarlijk Woorden met ou hout Woorden met au rauwe Werkwoorden herkennen kun je...? lopen Werkwoorden 3 persoonsvormen ik, hij, wij Begrijpend lezen Wij werken met de leessleutels (zie spiekmuur). Één keer in de week een begrijpend lezen les (uit de methode; lezen in beeld). Één keer in de week een studerend lezen les (uit de methode; Blits). Nieuwsbegrip. Belangrijk!!! Veel lezen, thuis ook! Doelen blok 1: Voor het lezen verkennen we de tekst. De tekstsoort, tekstdrager en het onderwerp bepalen. Controleren of je een tekst begrepen hebt. De zes sleutelstrategieën toepassen. Doelen blok 2: Trefwoorden opzoeken in een register. Voorspellen waar een tekst over gaat. Een geschikt tekstdeel kiezen bij een informatieve vraag. Taal Taal bestaat uit vier onderdelen: - Woordenschat Spreken en luisteren - Spreken en luisteren Oefenen - Taalbeschouwing Samenwerken - Schrijven Woordenschat Weektaak Plaatjes Computer Taalbeschouwing Ontleden! Schrijven Verhalen schrijven Hoofdletters, punten Doelen blok 1: Leren om te laten zien dat je kunt luisteren. Je kunt op verschillende manieren spreken. Een gesprek kunnen voeren. Werkwoorden (kun je...?). Zelfstandig naamwoorden (de, het, een). Persoonsvorm. Leestekens gebruiken: . , : ? ! Hoofdletters gebruiken. Wat zijn omgevingsteksten? Een woord uitleggen in een tekst. Verbindingswoorden gebruiken (maar, want, toch). Doelen blok 2: Ze kunnen iets vertellen over een plaatje. Ze kunnen iets uitleggen m.b.v. een plaatje. Plaatjes kiezen die passen bij wat ze vertellen. Taal verandert en er komen steeds nieuwe woorden bij. Een samenstelling: een boekenkast. Het onderwerp (wie of wat?). Een inleiding leren schrijven bij een tekst/boek. Geschiedenis Hoofdstukken: 1.De Gouden Eeuw 2.Pruiken en Hoepelrokken 5 lessen per hoofdstuk 1 week om de toets te leren Begrippen + tekst Aardrijkskunde Hoofdstukken: 1. Wie regelt het? 2. Vechten tegen water. 4 lessen per hoofdstuk 1 week om de toets te leren Begrippen + tekst Topografie Hoofdstukken: 1. Overijssel 2. Zeeland - Provincies - Plaatsen - Rivieren Zelfstandig werken, in de weektaak Gezamenlijk nakijken 1 week om te leren Ingevulde + blanco versie Let op!!!! Spelling!!! Woordenschat Het verhaal van de boeroes Morgen gaan we een uitstapje maken naar de grebselmak. In een grebselmak zijn veel klate grebsels. Vandaag vertel ik jullie iets over een grebsel die we morgen in de grebselmak zullen zien. Het grebsel heet boeroe. Boeroes zijn gove grebsels en boeroes zijn molek. Boeroes hebben gove tisbams en gove slop-knebels. Boeroes hebben menge biepels en vier koezels. Boeroes eten graag lergo’s . Ze pakken deze met hun klerg. Het verhaal van de olifanten Morgen gaan we een uitstapje maken naar de dierentuin. In een dierentuin zijn veel verschillende dieren . Vandaag vertel ik jullie iets over een dier die we morgen in de dierentuin zullen zien. Het dier heet olifant. Olifanten zijn grote dieren en olifanten zijn mooi. Olifanten hebben grote slagtanden en grote oren. Olifanten hebben korte staarten en vier poten. Olifanten eten graag bladeren. Ze pakken deze met hun slurf. Vragen? Telefoonnummer Bedankt voor uw komst!