POSTPARTUMRICHTLIJNEN IVM SHORT STAY DIENST GYNAECOLOGIE • NIEUWIGHEDEN PRENATAAL • POSTNATAAL PRENATAAL • PRECONCEPTIONEEL • NEKDIKTEMETING • RHESUSPROFYLLAXE • STREPTOCOCCEN GROEP B • STUITBEVALLING PRECONCEPTIONEEL • FOLIUMZUURTOEDIENING • ALGEMENE MAATREGELEN • SEROLOGISCHE SCREENING FOLIUMZUURTOEDIENING • VANAF 8 WEKEN VOOR DE CONCEPTIE • PREVENTIE VAN NEURALE BUISDEFECTEN EN VERBETERDE INPLANTING VAN DE PLACENTA • POLYVITAMINES: minder hartafwijkingen etc… SEROLOGISCHE SCREENING • • • • • • BLOEDGROEP RUBELLA TOXOPLASMOSE HEPATITIS B EN C, HIV, LUES CMV PARVO B19 CMV • PREVENTIEVE WERKONBEKWAAMHEID BIJ ONTHAALMOEDERS EN KLEUTERJUFFROUWEN INDIEN SERONEGATIEF • ANDERE PERSONEN: GEEN NUT? ALGEMENE MAATREGELEN • TABAK • ALCOHOL • KOFFIE • VOEDING: effect op later metabolisme van het kind NEKDIKTEMETING • Transversale meting van de nekplooi • Tussen 10 ½ en 14 weken • Indien toegenomen: stijging risico op chromosomale afwijkingen en hartafwijkingen • Dus indicatie voor punctie/vlokkentest en expertise-echografie NEKDIKTMETING • Afhankelijke van cut off en leeftijd patiënte • Bv. Tot 30 % chromosomale afwijkingen indien cut off 3 mm • 58 % van de majeure hartafwijkingen heeft nekoedeem • Indien normaal karyotype en geen hartafwijking: toch meer kans op problemen (miskraam…) RHESUS-IMMUNISATIE ROUTINE PROFYLAXE • Indirecte coombs op 12 weken bij iedereen • Routine toediening van ½ ampule Rhogam op 28 en 34 weken na controle indirecte coombs bij rhesus-negatieve patiënten • Kosten-baat: enkel halve dosis op 30 weken NA RHOGAM • Indirecte coombs wordt positief • Meestal lage titers • Toch niet meer bruikbaar voor follow-up PROFYLAXE BIJ INSULTEN • Bloedverlies voor 12 weken: nee tenzij veel • Bloedverlies 12-20 weken: 250 eenheden (1/6 ampule) • Bloedverlies 20-40 weken: 500 E (1/3 ampule) Dan telkens om de 12 weken te herhalen PROFYLLAXE BIJ INSULTEN • Miskraam voor 12 weken spontaan: geen • Trauma: ja indien ernstig (vooral tweede helft) • Invasieve procedures: curettage, punctie… • Extra-uteriene: STEEDS PROFYLLAXE NA BEVALLING • Zo snel mogelijk fetale cellen • Rhogam 1 ampule zo snel mogelijk (binnen de 48 uur) • Dosis aanpassen aan de maat van fetomaternele transfusie Strep B Strep B • • • • • • 20 à 30 % van de zwangeren zijn draagster 80 % early onset 20 % late onset disease Screening op 35 –37 weken Sneltest: 30 % gemist Carrier: risico op GBS bij kinderen: maal 29 Indien peripartaal ABI: 1/4000 kans op strep B tgo 1/200 indien onbehandeld screening • Vaginale en/of rectale kweek • tussen 35 en 37 weken • 20 – 30 % draagsters Strep B-preventie • Risk based approach • Screen based approach • gecombineerd BELEID BIJ STUIT Hannah en Hannah (lancet vol 356, october 21, 2000) • Grote multicentrische studie ivm bevalling bij stuitligging • Slechts 14 sectio’s nodig om 1 perinatale morbiditeit te voorkomen Stuit – kritiek op H & H • Landen met lage PNM en hoge PNM door mekaar! • Globaal PNM 20 pro duizend • Perinatale morbiditeit niet gedefiniëerd • Geen onderscheid tussen primi en multi Statement VVOG Een vaginale partus kan aanvaardbaar zijn indien patiënte geïnformeerd is. De kleine verschillen in de uitkomst tussen de 2 methodes laten momenteel niet toe de ene methode als juist en de andere als fout te beschouwen Bedenkingen bij stuit • 1 à 2 per duizend meer perinatale sterfte bij vaginale partus als bij sectio • Bij vaginale partus 95 % kans dat alles goed gaat, bij sectio 98 % kans ANDERE (cfr EVBM) • Postmaturiteit bestaat niet • Pelvimetrie onbetrouwbaar • Prepar retard in de vuilbak • Prepar I.V. geeft maximaal 48 uur uitstel POSTPARTUM POSTPARTUM • Routine zorg • Enkele specifieke problemen ROUTINE ZORG Wat wordt verwacht • • • • • • Volgen van de algemene toestand Wondcontrole Mobiliteit stimuleren Postnatale kine Labo: complet – urinekweek contraceptie Algemeen • • • • • Temperatuur pols Bloeddruk Fundus (involutie) Bloedverlies Meestal door de vroedvrouw gedaan maar na te kijken (cfr.volgblad) Wondcontrole en wondzorg • Inspectie • Spoelen Kinesitherapie • 15 sessies pre- of postpartaal terugbetaald • Start in functie van patiënte, kinesist… LABO • Controle complet dag 2 • Schildkliertesten (e.a.) op indicatie • Urinekweek CONTRACEPTIE • FLESVOEDING: pil tenzij contra-indicatie • BORSTVOEDING: minipil (Cerazette – Microlut) zolang borstvoeding Mogen onmiddellijk gestart worden tenzij contra-indicaties (risico thromboflebitis … bv. Pre-ecclampsie) BORSTVOEDING • Ideaal 6 maand ALLEEN borstvoeding • Stimuleren van productie: niets • Stimuleren van ejectie: motilium, warmte, manuele massage • Afremmen van productie: geleidelijk minder voeden, inzwachtelen • Stoppen van productie: Dostinex of Parlodel BORSTSTUWING • • • • • Koolbladeren: via massage Gel packs: via massage Ultrasound: via warmte Oxytocine: nee Danzen en bromelain/tryptin complex PREVENTIE MEEST FREKWENTE MEDISCHE PROBLEMEN • • • • • Bloedingen Temperatuur Thromboflebitis Ecclampsie Depressie (cave schildklier) - Psychose POSTPARTUMBLOEDING • Vroeg: binnen de 24 uur • Laat: na 24 uur tot 12 weken Bloedverlies meer dan 1000 ml of Haematocriet daling van meer dan 10 % of Noodzaak tot transfusie OORZAKEN • UTERIEN – – – – ATONIE RETAINED PLACENTA ABNORMAL PLACENTATION LACERATIES EN RUPTUUR • NIET-UTERIEN – LACERATIES LAGERE GENITALE TRACTUS – COAGULOPATHIE – HAEMATOMA AANPAK POSTPARTUMBLOEDING • Oorzaak zoeken en behandelen • Medicatie: thuis best methergine • Ziekenhuis: – I.V. lijn – Oxytocine, methergine, prostaglandines – Onderzoek onder narcose,… HAEMATOMEN Klassificaties – Vroeg of laat (tot weken na de bevalling – secundair aan druknecrose van bloedvaten) – Anatomisch • Vulvair • Vaginaal • subperitoneaal Vulvair haematoom • Klinisch meestal duidelijk • 3 à 5 cm eventueel nog conservatief • Evt. drainage en ligatuur Vaginaal Vaak rectale pijn SUBPERITONEAAL • Klinisch vaak moeilijk • Dikwijls eerst tekens van anaemie, schock POSTPARTUM (PRE)ECCLAMPSIE • In 16 % onverwacht • Kan tot 3 à 4 weken postpartum • Met of zonder antecendenten van hypertensie en proteïnurie AANPAK • Controle van convulsies – Magnesiumsulfaat – Phenytoine: NIET effectief – valium • Controle van hypoxie en acidose • Controle van hypertensie – Labetolol 20 tot 50 mg I.V.: werkt na 5 minuten – Captopril 25 mg sublinguaal KOORTS IN HET POSTPARTUM • < 6 uur: – vroege streptococceninfectie – Transfusiereactie – schildklierstorm • < 48 uur: – atelectase • < 72 uur: – UTI – pneumonie KOORTS IN HET POSTPARTUM • 3 – 5 dagen: – Wondinfectie – Borststuwing – Necrotiserende fasciitis • 3 – 7 dagen: – Mastitis – Septische thromboflebitis KOORTS POSTPARTUM • 7 tot 14 dagen: – abcessen • Langer dan 2 weken: – Mastitis – Longembolen KOORTS - aanpak • Grondig klinisch onderzoek: respiratoir – abdomen – episiotomie - thromboflebitis • Bloedname • Urine-kweek • Vaginale - cervicale – endometriale kweek ENDOMETRITIS • Vooral na sectio • Diagnose: – Koorts, tachycardie, algemeen onwel zijn – Uteriene pijn – verlies • Behandeling: – Antibiotica INTRAVENEUS tot 48 uur na de koorts – Geen verder orale behandeling nodig BORSTSTUWING • KORTSTONDIGE KOORTS ZELDEN BOVEN 39 graden, duurt 4 tot 16 uur • 2 to 3 dagen postpartum • UITSLUITINGSDIAGNOSE !! BEHANDELING BORSTSTUWING • Indien nog BV: – afkolven, – manuele expressie, – regelmatige voedingen • INDIEN GEEN BORSTVOEDING MEER: – – – – Lactatiesuppressie Inbinden Ijspak Analgetica / antipyretica MASTITIS 1. Stase < 10.6/ml leucocyten en < 10³/ml bacterieën 2. Niet infectieuze mastitis > 10.6 /ml leuco en < 10³/ml bacterieën 3. Infectieuze mastitis > 10.6/ml leuco en > 10³/ml bacterieën MASTITIS • 10 % van de vrouwen met borststuwing zullen mastitis ontwikkelen • 2 à 3 weken tot maanden na de bevalling • Koorts, rillingen, stijfheid onwelzijn met roodheid van een deel of heel de borst • Staphylococ, streptococ, E. coli • Abcesvorming in 10 tot 15 % BEHANDELING MASTITIS • Eerst cultuur van de moedermelk • Thuis-verworven – Staphylococcen penicilline of eerste generatie cefalo voor 10 dagen – Verder borstvoeding – Goede steun, ijspacks, analgetica • Hospitaal-verworven: MRSA…. SEPTISCHE THROMBOFLEBITIS • Flebitis en thrombose van vooral de avriële vaten • 1/2000 (meer na sectio) • Moeilijke diagnose • Klinisch: – piekkoorts tot 39,5 graden – Soms palpabel, hard bloedvat in de fornix SEPTISCHE THROMBOFLEBITIS • 1e klinische vorm – – – – 2 tot 4 dagen na bevalling Acute pijn die erger wordt en uitstraalt Soms nausea, braken Acuut abdomen – soms massa! • 2e klinische vorm – Raadselachtig, piekkoorts, tachycardie – Verbetert soms wat met antibiotica SEPTISCHE THROMBOFLEBITIS Correcte diagnose door: • Goed resultaat van empirische behandeling met heparine • Bevindingen bij laparotomie • Radiologische technieken? BEHANDELING SEPTISCHE THROMBOFLEBITIS • IV HEPARINE (Tot 10 dagen zonder koorts) • ANTIBIOTICA Koorts verdwijnt binnen de 2 à 3 dagen Uitzonderlijk ligatuur van de betreffende venen INFECTIE VAN EPISIO • Infecties van de episiotomie – Meestal drainage – Antibiotica indien uitgesproeken of isolatie van Strep groep A • Necrotiserende fasciitis • Late incisionele infecties – 4 tot 8 dagen na de bevalling – Incision and drainage NECROTISERENDE FASCIITIS • Meestal binnen de 48 uur na bevalling of sectio • Verspreidt zich langs de fascia naar buik, dij, zitvlak • Streptococ of clostridium of polymicrobiëel NECROTISERENDE FASCIITIS SYMPTOMEN – PIJN – SEPSIS – LOKALE SYMPTOMEN: verkleuring, ulcera, crepitus… THERAPIE • Vroege en agressieve uitruiming • Breed spectrum antibiotica THYROÏED STORM • Koorts • Cardiovasculaire dysfunctie • Gastro-intestinale dysfunctie • Centrale tekenen: desoriëntatie, agitiatie, tremor… LABORATORIUM • • • • Leucocytose Verhoogde transaminasen Hypercalcemie Schildkliertesten weerspiegelen niet steeds de ernst THERAPIE SCHILDKLIERSTORM • • • • I.V. vocht Zuurstof Afkoeling ….. INTENSIEVE ZORGEN !!! PSYCHIATRISCHE AANDOENINGEN • Maternity blues – Dag 3 - 7 • Postpartumdepressie – 2 weken tot 3 maand na de bevalling (of langer?) • Psychose – 1 à 2 per 1000 – 10 tot 14 dagen na bevalling maximaal – Kan 6 tot 8 weken duren AANDACHTSPUNTEN NA LOCOREGIONALE ANAESTHESIE Blaasretentie • Vaak oorzaak van pijn, vagale reacties en syncope • 1 maal sonderen (met intermittent afklemmen) AANDACHTSPUNTEN NA LOCOREGIONALE ANAESTHESIE • • • • Transiënte radiculaire pijn Door chemische irritatie van lokaal anaestheticum (meestal na rachi-anaesthesie) Constante irriterende pijn in de rug, uitstralend naar de bil en achterzijde van de dij (al dan niet bilateraal) zonder motorische uitval NSAID: therapeutisch en diagnostisch Reversiebel binnen 3-tal dagen: toch altijd anaesthesist verwittigen (medicolegaal) AANDACHTSPUNTEN NA LOCOREGIONALE ANAESTHESIE Paresthesiën, sensiebele en/of motorische stoornissen onderste ledematen: • Zenuwletsel • Niet gekende discushernia, spinaal stenose die door neuraxiale druk en positionering symptomatisch wordt na bevalling • Epiduraal haematoom na punctie = urgentie < 6 uur ASAP ANAESTHESIST VERWITTGEN VOOR OPNAME AANDACHTSPUNTEN NA LOCOREGIONALE ANAESTHESIE Postspinale hoofdpijn: Ernstige hoofdpijn, meest typisch vanuit de nek naar frontaal vnl. bij rechtop zitten na rachi-punctie (lek dura mater): anaesthesist verwittigen Postspinale hoofdpijn • Conservatief: milde, kortdurende vorm (<2 dagen) – Veel drinken (> 3 l/d) – Paracetamol evt. + cod p.o. • “bloed patch”: ernstige of langdurige vorm (> 2 d) – Ambulant door anaesthesist – Hoog succes ratio AANDACHTSPUNTEN NA LOCOREGIONALE ANAESTHESIE 24 uur verbod voertuigen en machines te besturen AANDACHTSPUNTEN NA LOCOREGIONALE ANAESTHESIE Bij problemen, vragen of advies: contact anaesthesist