Seminar Passie inspireert! Jongeren in topsectoren. Jongeren zijn de beste ambassadeurs Om meer jongeren te interesseren voor techniek, moeten scholen anders communiceren naar hun leerlingen. Niet alleen insteken op de technische inhoud, maar ook op de carrièremogelijkheden en maatschappelijke relevantie van techniek. Enthousiasme van docenten en ouders is een andere stimulerende factor. Maar vooral jongeren zelf kunnen jongeren inspireren om de keus voor techniek te maken. Tot die belangrijke uitkomsten leidde het seminar ‘Passie inspireert! Jongeren in topsectoren’ op 11 oktober 2013, op de Groene Campus in Helmond. Het seminar werd bezocht door 115 vertegenwoordigers van vmbo- en mbo-scholen, bedrijven en overheid. Aanleiding voor de bijeenkomst was het project Focus en Passie voor Techniek. Dit is een samenwerking tussen scholen en bedrijven in de Brainportregio om meer jongeren te werven voor de technische topsectoren. Hans van Oers, programmamanager: ‘Het doel is de instroom in techniek met 12,5 % te verhogen binnen drie jaar.’ Contextrijk onderwijs Het seminar werd geopend door Jan Krol (Groene Campus) Frans Huijbregts (Huijbregts Groep), Henk Kerkers (gemeente Deurne) en Carel Dahmen (gemeente Helmond) die hun visie gaven op de Groene Campus en het onderwijs daar. De Groene Campus bestaat vijf jaar en loopt voorop in contextrijk onderwijs op het gebied van voeding, gezondheid, ontspanning, design en natuur. Leerlingen gaan tijdens hun opleiding zelf aan de slag in laboratoria, zoals het Food & Fresh lab. Hier worden, in samenwerking met bedrijven, steeds wisselende productielijnen opgebouwd waar leerlingen naar hartenlust kunnen experimenteren met het verwerken, inpakken en transportklaar maken van voedsel. Dit concept is zeer succesvol, maar de ambities blijven onverminderd hoog. ‘We hebben nog veel meer mogelijkheden’, zegt directeur Jan Krol. ‘We zijn pas klaar als alle sectoren waarvoor we opleiden hier met labs worden bediend, en de bedrijven eraan meewerken. Contextrijk onderwijs is het enige onderwijs waarin ik geloof!’ ‘De betrokken partijen moeten nog meer de krachten bundelen om de crisis het hoofd te bieden’ zegt Dahmen. Daarbij vult Kerkers aan dat de overheid het onderwijs moet faciliteren. ’We moeten u niet tot last zijn met onze regels.’ Een stelling die door Huijbregts van harte wordt ondersteund: ‘De regeldruk is een groot probleem, die moet verminderen.’ Vier typen leerlingen Onderzoeker Joris Schuurman van onderzoeksbureau YoungWorks ging in op het keuzeproces bij jongeren en hun belevingswereld in relatie tot techniek (Bèta Mentality). ‘Het ideale keuzeproces bestaat uit: geïnspireerd worden, informatie zoeken en de bevestiging krijgen dat je de juiste keuze hebt gemaakt: je voelt en weet dat de keus bij je past. Maar bij de keuze voor techniek ontbreekt vaak de inspiratie en de bevestiging.’ Uit het Bèta Mentality-onderzoek komt naar voren dat jongeren in vier groepen zijn in te delen, als het gaat om hun houding ten opzichte van techniek. Er zijn concrete bèta-technici, carrière-bèta’s, mensgerichte generalisten en non-bèta’s. Als scholen met hun voorlichting inspelen op de eigenschappen en waarden van de verschillende groepen, dan wordt de kans groter dat meer jongeren de keus voor techniek maken. ‘De eerste groep, concrete bèta-technici moet je uitdagen om ze voor techniek te behouden. Dat kan door afwisseling te bieden, leerlingen te ‘voeden’ met interessante technische inhoud en hen veel zelf te laten doen. De link met de buitenschoolse praktijk is ook heel belangrijk. De carrière-bèta’s zijn te interesseren als je laat zien wat er in de techniek te bereiken is: baanzekerheid, doorgroei, carrière, status, werk in bedrijven met aanzien. Draag trots uit! Aan de mensgerichte generalisten moet je de maatschappelijke context van techniek laten zien. Wat betekent techniek voor de maatschappij, hoe kun je er iets mee doen voor andere mensen?’ Docent met X-factor Naast gerichte voorlichting is een enthousiaste en vakkundige docent essentieel om leerlingen te winnen voor techniek. 'De docent met de X-factor kan zijn leerlingen bereiken', stelt Ellen Klatter van Fontys Hogescholen. 'Een goede docent staat als coach naast zijn leerlingen en brengt zijn enthousiasme over, kent zijn vak inhoudelijk en weet vooral ook de context aan te brengen.' Juist voor die context is de inbreng van bedrijven in het onderwijs heel belangrijk. Ondanks de belangrijke rol van de techniekdocent kiezen steeds minder studenten voor een voltijdopleiding tot Leraar Technisch Beroepsonderwijs. De meeste aankomende techniekdocenten volgen een opleiding in deeltijd. Om het tij te keren biedt de technische lerarenopleiding aan nieuwe voltijd-studenten een aantrekkelijk perspectief: men werkt halftijd in het bedrijfsleven en halftijd in het beroepsonderwijs. Doel is in het komende jaar 50 nieuwe voltijdstudenten te werven. Beheer van eigen loopbaan Misja Bakx van Matchcare benadrukte niet de rol van de docent of school, maar juist die van de leerling zelf. ‘Hoe goed bedoeld ook, je kunt het beheren van de loopbaan van de leerling niet aan de school overlaten. We moeten de jongere ervan overtuigen dat hij zelf de touwtjes in handen moet houden. Hij is degene die met zijn eigen portfolio de grenzen van de school overschrijdt, die zijn portfolio gedurende zijn gehele loopbaan kan opbouwen en uitbreiden. Daarmee kan hij aantonen hoe zelfredzaam hij is in een telkens wisselende werkomgeving.’ Trots Een leerlingenpanel van technische vmbo-, mbo- en hbo-leerlingen sloot het seminar af. Het merendeel van de leerlingen gaf aan dat ouders een belangrijke rol hebben bij de keus voor techniek. 'Mijn vader stimuleerde me te kiezen voor metaalbewerking'. 'Ik wil het bedrijf van mijn vader overnemen.' ‘Mijn moeder las in de krant over de Vakroute. Ik ging naar de open dag en ik was om!’ Vroeg kennismaken met techniek en vooral zelf aan de slag gaan is volgens de jongeren erg belangrijk. ‘Op de basisschool moet je al laten zien wat je allemaal kunt doen en maken.’ ‘Kinderen moeten zelf onderzoeken en doen! Meer testen en minder in de boeken zitten.’ ‘Je moet vroeg beginnen en de veelzijdigheid van techniek laten zien. Het is niet alleen hout of metaal bewerken. En voor de meiden: techniek betekent niet dat je altijd in stomme kleren naar je werk moet!’ ‘Als je op de basisschool al kennismaakt met techniek, kun je langer nadenken over je keus.’ De beste methode om jongeren te werven voor techniek is echter: inzet van jongeren! Zij zijn zelf de beste ambassadeurs van technische beroepen, aldus het leerlingenpanel. ‘Je moet zelf je passie voortzetten, zelf aan andere jongeren uitleggen hoe domotica werkt, zorgen dat jongeren doorvragen.’ ‘Ik wil jongeren laten zien hoeveel techniek er komt kijken bij ons agrarische bedrijf.’ Daarbij is trots essentieel om andere jongeren te inspireren. ‘Je moet als leerling aan anderen vertellen waar je trots op bent.' ‘Ik ben heel blij dat ik op het mbo een technische opleiding heb gekozen. Je kunt real life iets maken!’ Frans Huijbregts (Huijbregts Groep) kon dit bevestigen: 'In ons bedrijf geven de stagiaires rondleidingen aan jongeren. Je moet jongeren zelf inzetten om passie en drive te ontwikkelen.'