brochure Kan dit je helpen

advertisement
KAN DIT JE HELPEN?
EEN WEGWIJZER BIJ OVERLIJDEN VAN JE
ECHTGENOOT
KAN DIT JE HELPEN?
2
, Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
Het overlijden van je partner kan je voor heel wat verwachte en onverwachte
problemen stellen. Deze informatiebrochure kan een handleiding zijn bij het
zoeken naar oplossingen omtrent
1.
2.
3.
4.
formaliteiten, die moeten vervuld worden
de verdeling van de nalatenschap
de zorg voor de kinderen
je inkomen en je sociale rechten.
De brochure geeft antwoord op 66 vragen die vele vrouwen zich bij het
overlijden van hun echtgenoot stellen. We beseffen dat we hiermee niet alle
praktische problemen zullen oplossen. De gemeente, de notaris, het
ziekenfonds, het sociale verzekeringsfonds, het kinderbijslagfonds, het
OCMW hebben mensen in dienst om op verdere vragen te antwoorden. Deze
brochure kan je stimuleren om bij de juiste personen te rade te gaan.
We schreven de brochure in de eerste plaats voor vrouwen die weduwe
worden, maar dezelfde regels en bedragen gelden voor mannen die
weduwnaar worden. Misschien lees je deze brochure met z’n tweeën en vind
je hierin een stimulans voor het optimaliseren van je verzekering,
huwelijkscontract, testament of voogdijregeling.
We hopen dat ze van hand tot hand zal gaan als een teken van solidariteit.
We hopen en geloven ook dat vrouwen die hun partner verliezen in KVLV
niet alleen praktische maar ook emotionele steun zullen vinden: in een
troostend gebaar, een persoonlijke uitnodiging, een bezoekje van je
wijkverantwoordelijke en in de vriendschap op de vergaderingen.
Ik wens je goede moed.
Carla Durlet,
nationaal voorzitster KVLV
Februari 2009
3
Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
4
, Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
INHOUD
DEEL 1. FORMALITEITEN
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
Wie moet het overlijden aangeven?.........................................................
Kun je verlof nemen? ...............................................................................
Hoe bereid je de begrafenis of crematie voor? ........................................
Kunnen de kosten van de begrafenis gerecupereerd worden?................
Hoe kom je aan het geld op de bank? .....................................................
Hoe kunnen de rekeningen en de bankkluis gedeblokkeerd worden? .....
Wat als op naam van de overledene nog een lening loopt? ....................
Wat gebeurt er met de verzekeringen?....................................................
Wat mag je van de levensverzekering verwachten? ................................
Heb je recht op een schadevergoeding bij overlijden door een ongeval?
Wat doe je als je een testament vindt? ....................................................
7
7
7
8
8
9
9
10
10
10
11
DEEL 2. DE VERDELING VAN DE NALATENSCHAP
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
30.
31.
32.
33.
34.
35.
Wat zit er in de nalatenschap?.................................................................
Wat als er geen huwelijkscontract of wijzigende akte bestaat? ...............
En wat als er wel een huwelijkscontract of wijzigende akte bestaat?.......
Hoe wordt bepaald wie wat erft?..............................................................
Is er een testament? ................................................................................
Is het testament geldig?...........................................................................
Kun je als langstlevende echtgenote onterfd worden?.............................
Wat erf je als langstlevende echtgenote volgens het wettelijk erfrecht? ..
Wat erven de kinderen volgens het wettelijk erfrecht?.............................
Welke rechten en plichten heb je als vruchtgebruikster? .........................
Wat kun je doen als je het vruchtgebruik niet interessant vindt? .............
Kunnen de blote eigenaars hun deel vragen? .........................................
Hoe gebeurt de omzetting van het vruchtgebruik?...................................
Kun je de zaak of het bedrijf waarin je meewerkte, alleen verderzetten?
Moet je als erfgenaam ook de schulden van de overledene betalen? .....
Hoe kunnen de onroerende goederen verdeeld worden?........................
Moeten de onroerende goederen bij de verdeling verkocht worden? ......
Hoe kunnen de roerende goederen verdeeld worden?............................
Kan de nalatenschap verdeeld worden als er minderjarige kinderen zijn?
Heb je als erfgenaam ook verplichtingen? ...............................................
Wat moet je aangeven? ...........................................................................
Hoe worden de successierechten berekend? ..........................................
Kan ik vermindering van successierechten krijgen? ................................
Belangrijk om te weten.............................................................................
12
12
13
14
14
15
15
16
16
16
17
17
18
19
19
20
20
20
21
21
21
21
22
22
5
Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
DEEL 3. DE ZORG VOOR DE KINDEREN
36.
37.
38.
39.
40.
41.
42.
43.
44.
45.
Wanneer wordt kinderbijslag voor wezen uitbetaald? ..............................
Hoeveel bedraagt de kinderbijslag voor wezen?......................................
Enkele tips voor een vlotte behandeling...................................................
Hoe lang geven kinderen recht op kinderbijslag?.....................................
Komen je kinderen na het overlijden eerder in aanmerking voor een
studietoelage?..........................................................................................
Blijf je autonoom in de beslissingen omtrent je kinderen?........................
Wie zal voor de kinderen zorgen als jou iets overkomt? ..........................
Welke rol heeft de voogd? .......................................................................
Welke rol hebben de vrederechter en de toeziende voogd? ....................
Wanneer eindigt de voogdij?....................................................................
23
23
23
24
24
25
25
25
26
26
DEEL 4. INKOMEN EN SOCIALE ZEKERHEID ......................................................
46.
47.
48.
49.
50.
51.
52.
53.
54.
55.
56.
57.
58.
59.
60.
61.
62.
63.
64.
65.
66.
Wanneer heb je recht op een overlevingspensioen? ...............................
En wat als je er geen recht op hebt?........................................................
Wanneer kun je je overlevingspensioen aanvragen?...............................
Hoe wordt het overlevingspensioen uitbetaald?.......................................
Hoe wordt het pensioenbedrag vastgesteld? ...........................................
Kun je een overlevingspensioen samentellen met een rustpensioen?.....
Kun je blijven stempelen als je een overlevingspensioen hebt? ..............
Kun je je uitkering voor arbeidsongeschiktheid behouden als je
een overlevingspensioen aanvraagt?.......................................................
Kun je werken en een overlevingspensioen ontvangen? .........................
Wat gebeurt er als je inkomen de grenzen van de toegelaten
bezigheden overschrijdt? .........................................................................
Kun je als meewerkende echtgenote het zelfstandig beroep of bedrijf
verderzetten? ...........................................................................................
Hoeveel moet je als zelfstandige bijdragen? ............................................
Wanneer kun je bijdragevermindering krijgen? ........................................
Wanneer kun je vrijstelling van bijdragebetaling krijgen?.........................
Hoeveel bedraagt het rustpensioen van zelfstandigen?...........................
Hoe blijf je in orde met de ziekteverzekering?..........................................
Hoeveel krijg je bij ziekte terugbetaald als je verzekerd bent in het
stelsel van de werknemers?.....................................................................
Kun je een uitkering krijgen als de overledene een aanvullende
pensioenverzekering afgesloten had?......................................................
Wanneer kun je beroep doen op het OCMW? .........................................
Kan het OCMW bij je familie geld terugvragen?.......................................
Waar kun je terecht als je de pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt
maar je pensioen te laag is? ....................................................................
NUTTIGE ADRESSEN EN BROCHURES ................................................................
6
, Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
27
27
27
28
28
28
29
29
29
29
30
30
30
31
31
31
32
32
33
33
33
34
KAN DIT JE HELPEN?
DEEL 1.
FORMALITEITEN
1.
WIE MOET HET OVERLIJDEN AANGEVEN?
De begrafenisondernemer is zeer goed op de hoogte van alle te vervullen
formaliteiten bij een overlijden. Je kunt hem best zo snel mogelijk verwittigen. Hij
zorgt ook voor de rouwbrieven en de uitvaart.
2.
KUN JE VERLOF NEMEN?
Werknemers krijgen ‘klein verlet’ bij het overlijden van hun
1. echtgenoot of echtgenote, eigen kind of kind van hun echtgenoot of echtgenote,
vader, moeder, schoonvader of -moeder, stiefkind of -vader of -moeder: 3
dagen te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en
eindigt met de dag van de begrafenis
2. inwonende broer, zus, schoonbroer of -zus, (over)grootvader, (over)grootmoeder, (achter)kleinkind, schoonzoon of dochter: 2 dagen tijdens de periode
die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de
begrafenis
3. niet-inwonende broer, zus, schoonbroer of -zus, (over)grootvader, (over)grootmoeder, (achter)kleinkind, schoonzoon of dochter: de dag van de begrafenis.
Dit is de wettelijke minimumregeling. Het is mogelijk dat de sector of het bedrijf waar
je werkt meer verlof toekent bij het overlijden van een familielid.
Strikt genomen kan de werkgever een uittreksel van de overlijdensakte vragen als
bewijs. Meestal volstaat een doodsbrief als melding en bewijs.
3.
HOE BEREID JE DE BEGRAFENIS OF CREMATIE VOOR?
Bij de aangifte van het overlijden zal de ambtenaar van de burgerlijke stand vragen
wanneer het stoffelijk overschot naar de begraaf- of crematieplaats zal worden
overgebracht. Dag en uur van de begrafenis of de crematie, eventueel van de
overbrenging van het stoffelijk overschot van de kliniek naar huis moeten worden
meegedeeld.
De gemeente moet toelating geven voor de begrafenis of crematie. Wil je de
overledene in een andere gemeente (bv. zijn geboorteplaats) laten begraven, dan
moet je ook daarover met de ambtenaar van de burgerlijke stand afspreken. Bij een
dodelijk ongeval vraagt de politie aan de procureur des konings toelating tot
begraven.
7
Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
Als je een christelijke gebedsdienst, begrafenisplechtigheid en eucharistie wenst,
moet je ook de parochiepriester verwittigen en hieromtrent afspraken maken.
Het verzenden van doodsbrieven is gemakkelijker als je een adressenlijst hebt
bijgehouden. Een overlijdensbericht kan tegen betaling ook in een krant
gepubliceerd worden.
Voor alle dringende regelingen rond de begrafenis kun je beroep doen op een
begrafenisondernemer. Spreek duidelijk af wie voor wat zorgt, niet alleen opdat je
niets zou vergeten, maar ook opdat je niet alles uit handen zou laten nemen.
4.
KUNNEN DE KOSTEN VAN DE BEGRAFENIS GERECUPEREERD WORDEN?
De kosten van de begrafenis kunnen vrij hoog oplopen. Bewaar alle facturen (zorg
ervoor dat ze op jouw naam staan) met het betalingsbewijs. Bewaar ook de
kasbonnetjes van de koffietafel. Ze komen later van pas bij de aangifte van
nalatenschap. De kosten van de uitvaart worden immers in mindering gebracht voor
de berekening van de successierechten.
Gewoonlijk heb je recht op een kleine tegemoetkoming van de ziekteverzekering.
1. Als de overledene een actieve of gepensioneerde werknemer was, betaalt de
ziekteverzekering € 148,75 aan familieleden die met de overledene hebben
samengewoond en de begrafeniskosten effectief gedragen hebben.
2. Was de overledene zelfstandige, dan heb je recht op een vergoeding voor
begrafeniskosten als de overledene een aanvullende ziekteverzekering had.
3. Was de overledene een vastbenoemd ambtenaar (op een ministerie, in het
onderwijs), vraag dan inlichtingen bij de personeelsdienst van zijn werkgever.
Je stuurt bij de aanvraag een uittreksel van de overlijdensakte en een kopie van de
voor voldaan getekende factuur van de begrafenisondernemer mee.
Misschien heeft de overledene een persoonlijke verzekering waarin de begrafeniskosten verzekerd zijn. Verwittig dan ook onmiddellijk de verzekeringsmaatschappij.
5.
HOE KOM JE AAN HET GELD OP DE BANK?
Als de bank van het overlijden op de hoogte is, worden alle rekeningen en
spaarboekjes van de overledene, en zelfs die van de echtgenote onmiddellijk
geblokkeerd. Meteen vervallen alle vroeger gegeven volmachten, kunnen de
bankkaarten niet meer worden gebruikt en worden de bankkluizen verzegeld.
De blokkering gebeurt om de rechten van de erfgenamen en van de fiscus te
vrijwaren.
Een nieuwe wet die sinds 1 september 2009 van kracht is, maakt het mogelijk voor
de langstlevende om toch over een bepaalde som geld van de
(gemeenschappelijke) rekening te beschikken. Vandaag kan de langstlevende
partner meteen gebruik maken van de helft van het bedrag dat op de geblokkeerde
gemeenschappelijke rekeningen staat, tot maximum 5.000 euro.
De tegoeden boven deze grens blijven, net als vroeger, geblokkeerd tot je een attest
van erfopvolging kan voorleggen, afgeleverd door de ontvanger van het
registratiekantoor, ofwel een akte van bekendheid opgesteld door de notaris. Het
geld op de eigen rekeningen van de overledene, blijft nog steeds onaangeroerd.
8
, Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
Het geld dat de langstlevende partner mag afhalen, wordt dan later afgetrokken bij
de vereffening van de erfenis.
Er staat een zware sanctie op overtredingen. Op alles wat boven de 5.000 euro
wordt afgehaald of wat meer is dan de helft van het bedrag op de rekening, verlies
je als partner al je rechten. Het moet uiteraard ook integraal worden terugbetaald
aan de overige erfgenamen.
Bovendien heb je dan ook niet langer het recht om de nalatenschap te weigeren,
mochten er onverwacht meer schulden boven water komen dan bezittingen.
Nogmaals deze regeling is voorbehouden voor de langstlevende echtgenoot of de
wettelijk samenwonende partner. De feitelijk samenwonende partner kan echter niet
van deze regeling genieten.
Als het huwelijkscontract voorziet dat de gelden in volle eigendom aan de
langstlevende toekomen of als er een aanwasovereenkomst voor samenwonenden
was, kunnen de rekeningen op verzoek van de notaris onmiddellijk gedeblokkeerd
worden.
Bedenk wel dat betalingen met financiële tegoeden van de overledene wordt
beschouwd als een daad van aanvaarding van de nalatenschap (voor meer
informatie zie vraag 26).
6.
HOE
KUNNEN DE REKENINGEN EN DE BANKKLUIS GEDEBLOKKEERD
WORDEN?
De bank moet weten wie de erfgenamen zijn. Je moet daarom een akte van
bekendheid (vrederechter of notaris) of een erfrechtverklaring (notaris) aan de bank
voorleggen. De erfgenamen moeten bepalen welke nieuwe bestemming de
geblokkeerde gelden moeten krijgen en een schriftelijk akkoord geven in het bijzijn
van een medewerker van de bank.
Als een of meer erfgenamen in het buitenland wonen, neem dan zo snel mogelijk
contact op met de ontvanger van de successierechten voor een attest dat je aan de
bank moet voorleggen om te kunnen deblokkeren. Je zult het attest pas krijgen
nadat alle successierechten betaald zijn of hiervoor een borgstelling is gegeven.
Pas als de bank over al deze documenten beschikt, kan overgegaan worden tot de
deblokkering van alle tegoeden. Als deze procedure niet door de bank maar door
een notaris wordt uitgevoerd, kan deze de tegoeden bij de financiële instelling
opvragen en haar opdracht geven om de rekeningen te liquideren. Neem als je naar
de notaris gaat een uittreksel van de overlijdensakte, je trouwboekje en je
huwelijkscontract mee en ook die van je gehuwde kinderen. Je kunt ook meteen
vragen om alles in jouw voordeel te deblokkeren (regulariseren mits alle kinderen
meerderjarig zijn en daarmee instemmen).
Een bankkluis wordt automatisch verzegeld. Ze kan alleen ontzegeld en geopend
worden op vraag van de erfgenamen. Ze moeten hiervoor steeds aan de bank een
akte van bekendheid voorleggen. Vervolgens wordt met de erfgenamen een datum
en uur afgesproken om de kluis te openen en de inhoud te inventariseren. Ook de
administratie van de BTW, Registratie en Domeinen moet daarvan verwittigd
worden.
9
Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
7.
WAT ALS OP NAAM VAN DE OVERLEDENE NOG EEN LENING LOOPT?
Als op het hoofd van de overledene een schuldsaldoverzekering was afgesloten, zal
de verzekeringsinstelling het saldo van het krediet geheel of gedeeltelijk vereffenen.
De bank neemt zelf het initiatief om dit op te vragen.
8.
WAT GEBEURT ER MET DE VERZEKERINGEN?
Als de verzekeringen (auto, brand, familiale,...) op naam van de overledene
stonden, moet je in de polissen nagaan wat bij het ‘overlijden van de
verzekeringsnemer’ moet gebeuren.
Normaal gaan de rechten en plichten van de overleden verzekeringnemer op zijn
langstlevende echtgenote over. Je hebt ook het recht om de verzekering binnen de
3 maanden en 40 dagen na het overlijden op te zeggen. De verzekeringsmaatschappij heeft ook het recht om de verzekering op te zeggen binnen 3
maanden nadat de verzekeraar kennis gekregen heeft van het overlijden. In ieder
geval doe je er goed aan binnen de 3 maanden aan de verzekeringsmaatschappijen
te laten weten of je de verzekering verder neemt. Men zal dan de polis op jouw
naam zetten.
Voor wat de zorgverzekering betreft, is het ook nodig om de zorgkas waarbij de
overledene was aangesloten, schriftelijk van het overlijden op de hoogte te brengen.
9.
WAT MAG JE VAN DE LEVENSVERZEKERING VERWACHTEN?
Als de overledene een levensverzekering in jouw voordeel heeft afgesloten, dan heb
je recht op het bedrag dat in de polis vermeld staat, ongeacht of je de nalatenschap
aanvaardt of niet.
Je moet de verzekeringsmaatschappij onmiddellijk van het overlijden op de hoogte
brengen, liefst met een aangetekende brief. Stuur alle nodige documenten mee
(zoals bij de persoonlijke ongevallenverzekering in vraag 10). Ook de notaris kan dit
in jouw naam bij de verzekeringsmaatschappij in orde brengen.
10. HEB JE RECHT OP EEN SCHADEVERGOEDING BIJ OVERLIJDEN DOOR EEN
ONGEVAL?
Er is een onderscheid naargelang het gaat om een arbeidsongeval of een ander
ongeval.
Als het overlijden het gevolg is van een arbeidsongeval (op het werk of onderweg
naar of van het werk) en als de overledene werkte als loontrekkende of met een
mandaat in een vennootschap – niet als zelfstandige of in een vrij beroep – worden
een aantal vergoedingen toegekend:
een vergoeding voor begrafeniskosten: 30 x gemiddeld dagloon
een jaarrente voor de langstlevende echtgenoot: 30% van het basisloon
(geplafonneerd)
een jaarrente voor kinderen die recht hebben op kinderbijslag en in ieder geval
tot 18 jaar:
10
, Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
als vader of moeder overleden zijn: 15% van het basisloon per kind en max.
45%
als beide ouders overleden zijn: 20% van het basisloon per kind en max.
60%
een jaarrente voor andere familieleden (ouders, adoptanten,...):
20% van het basisloon voor ieder als er geen echtgenote of rechthebbende
kinderen zijn
15% van het basisloon voor ieder als er wel een echtgenote, maar geen
rechthebbende kinderen zijn.
Het basisloon (en dus ook het gemiddeld dagloon) is in de arbeidsongevallenverzekering beperkt tot € 35.099,83 (2008).
-
Als het overlijden te wijten is aan een fout van een persoon, kun je langs de
rechtbank schadevergoeding vragen.
Je kunt als schade in rekening brengen:
het verlies van inkomen dat je redelijkerwijze van de overledene kon
verwachten
de normaal te verwachten loonsevolutie (bv. bij mogelijke bevorderingen)
morele schade.
Vraag je rechtsbijstandverzekeraar om je bij het opstellen van de
schadevergoedingseis te helpen.
Als de overledene een persoonlijke ongevallenverzekering heeft gesloten waarvan
jij begunstigde bent, dan zal jou een bedrag uitgekeerd worden indien hij bij een
ongeval om het leven kwam.
Voor loontrekkenden worden in een persoonlijke verzekering meestal enkel de
ongevallen in hun privé-leven (en dus geen arbeids- en arbeidswegongevallen)
gedekt en voor zelfstandigen meestal zowel de ongevallen in hun privé-leven als
tijdens de uitoefening van hun beroep.
Breng de verzekeraar onmiddellijk van het ongeval op de hoogte en stuur met de
aanvraag een uittreksel van de overlijdensakte en een verklaring van de dokter over
de oorzaak van het overlijden mee, samen met het juiste polisnummer. Opgepast:
de verzekeraar moet binnen de 30 dagen aan de overheid de uitgekeerde kapitalen
meedelen. Hierop moeten successierechten betaald worden.
Als het overlijden te wijten is aan een ongeval betalen de meeste financiële
instellingen een rekeningverzekering uit (tenzij de overledene de verzekering had
geweigerd). Men krijgt dan een bedrag uitgekeerd. Breng de bank tijdig van de
oorzaak van het overlijden op de hoogte. Anders weet ze niet dat je recht hebt op
die verzekeringsuitkering en zal ze ook niet tot uitbetaling overgaan.
11. WAT DOE JE ALS JE EEN TESTAMENT VINDT?
Als je een eigenhandig testament vindt, ben je verplicht dit bij een notaris in
bewaring te geven. Wie een testament doet verdwijnen, pleegt een misdrijf en kan
gestraft worden.
Als je een kopie van een notarieel testament vindt, moet je de betrokken notaris of
diens opvolger (na te vragen bij de kamer van notarissen (per provincie) of te vinden
via www.notaris.be) van het overlijden op de hoogte stellen.
11
Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
DEEL 2.
DE VERDELING VAN DE NALATENSCHAP
12. WAT ZIT ER IN DE NALATENSCHAP?
Dat kan in een huwelijkscontract of wijzigende akte tussen echtgenoten afgesproken
zijn. Als niets tussen hen is overeengekomen met betrekking tot de bestemming van
de gemeenschap of de aanwas van de onverdeelde goederen, dan is het wettelijk
huwelijksvermogensrecht van toepassing.
Eerst moet dus worden nagegaan:
of er een huwelijkscontract of een wijzigende akte door een notaris is
opgemaakt
welke bestemming daarin gegeven is aan de gemeenschappelijke goederen of
de aanwas van onverdeelde goederen.
13. WAT
ALS ER GEEN HUWELIJKSCONTRACT OF WIJZIGENDE AKTE
BESTAAT?
Als er geen huwelijkscontract of wijzigende akte is opgemaakt, dan wordt de
samenstelling van de nalatenschap bepaald door de wet en is er evenmin een
testament.
Het wettelijk stelsel is een stelsel van scheiding van goederen met een
gemeenschap van aanwinsten. De goederen die echtgenoten vóór het huwelijk
bezitten en die ieder van hen tijdens het huwelijk erft of bij schenking krijgt, blijven
eigendom van de echtgenoot die ze had, erfde of geschonken kreeg. Alle andere
goederen vallen in de gemeenschap.
SCHEMATISCHE VOORSTELLING VAN HET WETTELIJK STELSEL
Eigen goederen en schulden van A
+
-
Goederen die A vóór het huwelijk bezat
Schulden van A van vóór het huwelijk
Goederen die A tijdens het huwelijk erft of bij
schenking krijgt
Beroepsgoederen die A verwerft tijdens het
huwelijk
Schulden die A tijdens het huwelijk verwerft ten
persoonlijke titel, bv. successierechten
Schulden m.b.t. de persoonlijke goederen van A
Kleding en juwelen
12
, Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
Gemeenschappelijke goederen en schulden van A en B
+
-
Beroepsinkomsten
Beroepsschulden
Intresten op eigen schulden
Intresten en inkomsten uit persoonlijke goederen
van A en B (bv. huur van een eigen huis)
Goederen waarvan niet kan worden bewezen dat
zij aan één van beiden toebehoren
Schulden die in het belang van de huishouding
en de opvoeding van de kinderen aangegaan zijn
Schulden die door beide echtgenoten samen
aangegaan zijn
Eigen goederen en schulden van B
+
-
Goederen die B vóór het huwelijk bezat
Schulden van B van vóór het huwelijk
Goederen die B tijdens het huwelijk erft of bij
schenking krijgt
Beroepsgoederen die B verwerft tijdens het
huwelijk
Schulden die B tijdens het huwelijk verwerft ten
persoonlijke titel, bv. successierechten
Schulden m.b.t. de persoonlijke goederen van B
Kleding en juwelen
De nalatenschap bestaat uit:
de eigen goederen van de overledene en
zijn deel van de gemeenschappelijke goederen.
Bij de verdeling van de gemeenschappelijke goederen heb je als langstlevende
echtgenote het recht om te vragen dat de gezinswoning met de huisraad en het
onroerend goed dat dient voor de uitoefening van je beroep aan jou toegewezen
worden.
14. EN
WAT ALS ER WEL EEN HUWELIJKSCONTRACT OF WIJZIGENDE AKTE
BESTAAT?
Eerst even uitleg over het verschil tussen een huwelijkscontract en een wijzigende
akte.
Een huwelijkscontract kun je vóór het huwelijk laten opmaken, een wijzigende akte
tijdens het huwelijk. Na enkele jaren hebben de meeste echtparen een betere kijk
op hun huwelijk en de samenstelling van hun gezin en kunnen ze de samenstelling
en de ontbinding van hun vermogen beter beoordelen en regelen. De voorwaarden
voor een wijzigende akte zijn soepeler geworden.
Voor een kleine wijziging is geen homologatie door de rechtbank meer nodig.
Voor een halfgrote wijziging is geen inventaris meer nodig.
Enkel voor een grote wijziging moeten formaliteiten vervuld worden en kunnen
de kosten oplopen.
De meeste huwelijkscontracten met gemeenschap van goederen bevatten
bepalingen over de samenstelling en de ontbinding van het vermogen. Bij algehele
gemeenschap van goederen zijn alle goederen behalve kleding en persoonlijke
bezittingen gemeenschappelijk. Bij scheiding van goederen is er geen gemeenschappelijk vermogen; wat samen is aangekocht is geen gemeenschappelijke
eigendom maar overdeelde eigendom.
13
Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
15. HOE WORDT BEPAALD WIE WAT ERFT?
Eerst moet worden uitgevoerd wat in een huwelijkscontract of een wijzigende akte
bepaald is. De afspraken die daarin gemaakt zijn, kunnen niet door een testament
tenietgedaan worden.
Heel wat huwelijkscontracten of wijzigende akten bevatten een bepaling waarin de
echtgenoten mekaar begunstigen door een aanpassing in de samenstelling van de
goederen, door een andere verdeling van het gemeenschappelijk vermogen te
voorzien dan deze bij helften (zoals de wet voorschrijft) of door een contractuele
erfstelling. Enkele voorbeelden van verdeling van het gemeenschappelijk vermogen:
de clausule waarbij de beroepsgoederen in de gemeenschap worden gebracht;
die is heel belangrijk voor gehuwden die samenwerken op een bedrijf dat op
naam van de man staat
de clausule waarbij een eigen goed in de gemeenschap wordt gebracht; dit is
belangrijk indien de gezinswoning gebouwd werd op grond die één van de
echtgenoten reeds vóór het huwelijk bezat of sedertdien door erfenis of
schenking verkregen heeft
de clausule ‘langst-leeft-al-heeft’ bepaalt dat de hele gemeenschap in volle
eigendom naar de langstlevende echtgenoot gaat, zelfs als er kinderen of
(achter)kleinkinderen zijn
het keuzebeding geeft de langstlevende echtgenoot het recht om bepaalde
goederen uit de gemeenschap (bv. de gezinswoning en de huisraad, de
beroepsgoederen) in volle eigendom te nemen.
Een contractuele erfstelling is een wederzijdse en onherroepelijke begiftiging van de
langstlevende.
Verder bepaalt een eventueel testament de rechten van de erfgenamen op de
nalatenschap.
16. IS ER EEN TESTAMENT?
De overledene kan één of meer testamenten gemaakt hebben.
Wacht er niet te lang mee om het op te zoeken. De overledene kan wensen omtrent
de begrafenis of de zorg voor minderjarige kinderen in zijn testament hebben
opgenomen.
Waar is het testament te vinden?
Een testament dat eigenhandig geschreven, gedagtekend en ondertekend is, kan
tussen de persoonlijke papieren van de overledene liggen of aan een notaris in
bewaring gegeven zijn. Als je een testament vindt, moet je het aan de notaris in
bewaring geven. De overledene heeft misschien een testament door een notaris
laten opmaken. Zo’n notarieel testament wordt meestal bij de notaris bewaard.
Neem daarom best zo vlug mogelijk met hem of haar contact op.
Je kunt inlichtingen over het bestaan van een testament bekomen bij:
de kamer van notarissen (per provincie)
het kantoor van Registratie en Domeinen van de geboorteplaats van de
overledene
het Centraal Register van Testamenten (CRT), Koninklijke Federatie van
notarissen, Bergstraat 34 bus 1, 1000 Brussel.
Een eenvoudige brief, met een uittreksel uit de overlijdensakte volstaat om te weten
te komen bij welke notaris het testament zich bevindt.
14
, Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
17. IS HET TESTAMENT GELDIG?
Een testament is geldig als de inhoud uitvoerbaar is en als de vereiste vorm
gerespecteerd is.
De inhoud is uitvoerbaar als hij niet in strijd is met de wet, de openbare orde en de
goede zeden. De inhoud mag ook niet dubbelzinnig zijn. Het moet duidelijk zijn wat
de maker van het testament precies wil.
Een testament kan opgemaakt zijn door een notaris of eigenhandig geschreven zijn
door de overledene. Plaats en datum moeten vermeld zijn en natuurlijk moet het
ondertekend zijn. Er zijn geen getuigen nodig voor het opmaken van een
eigenhandig testament. Er mag slechts één handtekening op voorkomen.
Echtgenoten kunnen niet samen een testament opmaken.
Als er meer dan één testament is, vervangt het laatste testament alle vorige
testamenten voor zover het deze uitdrukkelijk of stilzwijgend herroept.
Als in het laatste testament een bepaalde regeling uit een vroeger testament
onbesproken blijft en niet herroepen is, blijft die regeling van toepassing en moet
meer dan één testament uitgevoerd worden.
18. KUN JE ALS LANGSTLEVENDE ECHTGENOTE ONTERFD WORDEN?
De wet laat mensen toe om hun echtgenoot of echtgenote meer of minder na te
laten dan het wettelijk erfrecht voorziet. Dit kan echter alleen binnen de wettelijke
perken van het voorbehouden erfdeel.
Voor de langstlevende echtgenoot is het vruchtgebruik van de helft van de
nalatenschap en minstens van de gezinswoning en de huisraad wettelijk
voorbehouden. Andere erfgenamen kunnen er geen aanspraak op maken.
Om het voorbehouden deel te bepalen, wordt met alle schenkingen die de
overledene tijdens zijn leven gedaan heeft rekening gehouden. Als bij het overlijden
niet voldoende goederen aanwezig zijn om je vruchtgebruik op uit te oefenen, kun je
een gedeelte van wat je man weggaf aan de begunstigden terugvragen.
Slechts in uitzonderlijke omstandigheden kan de langstlevende echtgenote volledig
onterfd worden. De langstlevende echtgenoot verliest dan haar voorbehouden
erfdeel.
Opdat de langstlevende echtgenoot zou kunnen onterfd worden moet aan volgende
voorwaarden voldaan worden:
de onterving moet in een testament worden uitgedrukt
de echtgenoten moeten minstens 6 maanden gescheiden leven
de echtgenoot die zijn huwelijkspartner wil onterven moet een gerechtelijke
vordering hebben ingesteld tot het bekomen van een afzonderlijke verblijfplaats
de echtgenoten mogen na de gerechtelijke vordering niet opnieuw zijn gaan
samenwonen.
15
Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
19. WAT
ERF JE ALS LANGSTLEVENDE ECHTGENOTE VOLGENS HET
WETTELIJK ERFRECHT?
Als er andere bloedverwanten in de erfelijke graad zijn (kinderen of
(achter)kleinkinderen, ouders, (over)grootouders, broers of zusters, neven en
nichten, ooms en tantes, kozijns en nichten), dan moet je de nalatenschap met hen
delen.
Als er afstammelingen (kinderen en (achter)kleinkinderen) zijn, dan krijg je het
vruchtgebruik van de eigen goederen van de overledene en van de helft van de
gemeenschap.
Als er geen afstammelingen zijn, maar wel ouders, broers of zussen, neven of
nichten, ooms of tantes, kozijns of nichten, dan erf je
het deel van de gemeenschappelijke goederen van de overledene in volle
eigendom
diens eigen goederen in vruchtgebruik.
Als er geen bloedverwanten in de erfelijke graad zijn, dan moet je de nalatenschap
met niemand delen. Je erft dan de hele nalatenschap in volle eigendom.
20. WAT ERVEN DE KINDEREN VOLGENS HET WETTELIJK ERFRECHT?
Als er geen testament is, erven de kinderen of andere afstammelingen de blote
eigendom van de nalatenschap.
Als er een testament is dat jou of andere personen begunstigt, moet bij de uitvoering
daarvan rekening gehouden worden met het voorbehouden erfdeel van de kinderen
of (achter)kleinkinderen.
Aantal
afstammelingen
Wettelijk erfdeel (zonder
testament)
Voorbehouden erfdeel (met
contractuele erfstelling of
testament)
1
Blote eigendom van de hele
nalatenschap
½ in blote eigendom
2
Elk ½ in blote eigendom
Elk 1/3 in blote eigendom
3 of meer
Elk 1/3 of een ander gelijk deel in
blote eigendom
Elk een gelijk deel van ¾ in blote
eigendom
Alle kinderen, hetzij uit een vorig huwelijk, hetzij buitenhuwelijkse en geadopteerde,
zijn gelijkgesteld en hebben dezelfde rechten.
Er is enkel nog een uitzondering voor overspelige kinderen: deze kunnen van de
verdeling van de goederen uitgesloten worden en hebben dan slechts recht op een
erfdeel in geld. De andere erfgenamen moeten hen dan wel de tegenwaarde van
hun erfdeel in geld uitbetalen.
21. WELKE RECHTEN EN PLICHTEN HEB JE ALS VRUCHTGEBRUIKSTER?
Je kunt de goederen zelf verder gebruiken, verpachten of verhuren of kosteloos aan
anderen ter beschikking stellen.
16
, Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
De kinderen worden wel volle eigenaar bij het einde van het vruchtgebruik (meestal
bij het overlijden van de langstlevende echtgenoot). Ze kunnen bij het begin van het
vruchtgebruik
een inventaris van de roerende goederen doen opmaken
een beschrijvende staat van de onroerende goederen maken
een borg of zekerheidsstelling eisen.
Je mag de goederen die je in vruchtgebruik hebt niet laten verloren gaan. Je moet
de onroerende goederen degelijk onderhouden en er de nodige herstellingen aan
(laten) uitvoeren. De blote eigenaars moeten wel voor de grote herstellingen instaan
maar je kunt hen er niet toe verplichten.
Jij moet de onroerende voorheffing en gemeentebelastingen betalen. Je hebt er
altijd belang bij een verzekering te sluiten om je aansprakelijkheid als
vruchtgebruikster te dekken. Als je je verplichtingen niet nakomt, kan de blote
eigenaar steeds de uitvoering ervan vorderen voor de rechtbank.
22. WAT
KUN JE DOEN ALS JE HET VRUCHTGEBRUIK NIET INTERESSANT
VINDT?
Je kunt je vruchtgebruik geheel of gedeeltelijk laten omzetten in een som geld, een
rente of goederen in volle eigendom. Daarvoor heb je wel de instemming van alle
blote eigenaars of een beslissing van de rechter nodig.
Als je je vruchtgebruik volledig laat omzetten, worden de blote eigenaars volle
eigenaars van het restant.
Je kunt in plaats van het vruchtgebruik ook een geïndexeerde rente vragen. Dan
moeten de blote eigenaars je die rente betalen.
Als je zelf over geld beschikt, kun je je vruchtgebruik ook in goederen in volle
eigendom laten omzetten. Dan betaal je de blote eigenaars een prijs, gelijk aan de
waarde van het goed in volle eigendom verminderd met de waarde van het
vruchtgebruik. Dit kan interessant zijn voor goederen die al voor de helft jouw volle
eigendom zijn, bv. voor de gezinswoning.
Het goed in volle eigendom is daarna van jou zodat je er mee kunt doen wat je wilt.
23. KUNNEN DE BLOTE EIGENAARS HUN DEEL VRAGEN?
De blote eigenaars vragen hun deel meestal pas na het einde van het
vruchtgebruik, bv. na het overlijden van de vruchtgebruiker of na omzetting van het
vruchtgebruik. De blote eigenaars zijn echter niet verplicht om in onverdeeldheid te
blijven en kunnen hun deel opeisen: in natura of in geld. Zij kunnen dit slechts mits
tussenkomst van de rechtbank!
Kinderen kunnen je vragen om het vruchtgebruik in een kapitaal, een rente of
goederen in volle eigendom te laten omzetten. Als je er niet vrijwillig in toestemt,
kunnen zij zich tot de rechtbank wenden en de omzetting van het vruchtgebruik
vorderen.
Ook andere personen die de blote eigendom hebben, kunnen de omzetting van het
vruchtgebruik vragen, maar alleen onder welbepaalde voorwaarden via de
rechtbank.
17
Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
Het is wel belangrijk om te weten dat omzetting van het vruchtgebruik van de
gezinswoning en de huisraad niet mogelijk is zonder dat jij ermee instemt, ook niet
als de overledene dat in zijn testament zou hebben bepaald.
Als de overledene in zijn testament de omzetting van het vruchtgebruik ook voor
andere goederen heeft verboden, moet dat wel geëerbiedigd worden, behalve door
kinderen uit een vorig huwelijk.
Wanneer de langstlevende wegens wangedrag uit de ouderlijke macht is ontzet,
kunnen de kinderen het vruchtgebruik op de gezinswoning voor de rechtbank
betwisten.
24. HOE GEBEURT DE OMZETTING VAN HET VRUCHTGEBRUIK?
De betrokkenen kunnen dit in onderling akkoord regelen.
Als het om onroerende goederen gaat, moet de omzetting van het vruchtgebruik bij
notariële akte gebeuren.
De waarde van het vruchtgebruik wordt bepaald op basis van:
de waarde van het eigendom en de opbrengst ervan (bv. 4% van de waarde
van de volle eigendom op het ogenblik van het overlijden)
de schulden en lasten die eraan verbonden zijn
je vermoedelijke levensverwachting (hoe ouder de vruchtgebruiker, hoe kleiner
de waarde wordt). Je kunt je daarvoor baseren op de schalen die gebruikt
worden voor de berekening van de registratie en successierechten.
SCHALEN VOOR BEREKENING VAN DE SUCCESSIERECHTEN
Leeftijd van de
vruchtgebruiker
Waarde van het
vruchtgebruik in %
Waarde van de blote
eigendom in %
Tot 19 jaar
72
28
20-30
68
32
30-40
64
36
40-50
56
44
50-55
42
48
55-60
44
56
60-65
38
62
65-70
32
68
70-75
24
76
75-80
16
84
Vanaf 80 jaar
8
92
De tabellen van het Nationaal Instituut voor de Statistiek i.v.m. de
levensverwachtingen worden jaarlijks gepubliceerd en zijn voor de langstlevende
gunstiger dan de schalen die gebruikt worden voor de berekening van de
successierechten
Als je niet tot een akkoord komt, kun je de rechtbank vragen om de waarde van
jouw vruchtgebruik te laten bepalen door een notaris die zij aanstelt.
18
, Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
25. KUN
JE DE ZAAK OF HET BEDRIJF WAARIN JE MEEWERKTE, ALLEEN
VERDERZETTEN?
Als contractueel niets anders is voorzien, behoren alle roerende goederen die
dienen voor de uitoefening van het beroep (gereedschappen, werktuigen, veestapel
en melkquota) tot het eigen vermogen van de beroepsuitoefenaar. Als de zaak of
het bedrijf waarin je meewerkte alleen op naam van je overleden man stond, kunnen
er onverwachte complicaties ontstaan.
Dan erf je, als er kinderen of andere afstammelingen zijn, het vruchtgebruik op die
beroepsgoederen (zijnde de eigen goederen van de overledene). De kinderen erven
dan de blote eigendom van die goederen.
Als er geen kinderen of andere afstammelingen zijn, erf je het vruchtgebruik op de
beroepsgoederen en zijn familie erft dan de blote eigendom van de
beroepsgoederen.
Blote eigenaars kunnen de omzetting van het vruchtgebruik vragen (zie vraag 24).
Omwille van de complicaties die het vruchtgebruik op de beroepsgoederen
meebrengt, is het nuttig dat samenwerkende echtgenoten een huwelijkscontract of
wijzigende akte laten opmaken, waarbij de bedrijfsgoederen in de gemeenschap
worden gebracht.
Een testament dat de overname van het bedrijf regelt, kan interessant zijn. Als er
niets geregeld is, moeten de erfgenamen onderling afspreken of bij onenigheid hun
geschil voor de rechtbank beslechten.
Als de nalatenschap een familiebedrijf bevat, raadpleeg je best je notaris i.v.m.
de wet op de kleine nalatenschappen als je samen met de gezinswoning het
hele bedrijf zou willen overnemen
de wet op de erfregeling inzake landbouwbedrijven met het oog op het
bevorderen van de continuïteit als er een opvolger-erfgenaam is die het
familiebedrijf zou willen overnemen tegen schatting en met betaling aan elke
erfgenaam van zijn of haar aandeel.
26. MOET
JE ALS ERFGENAAM OOK DE SCHULDEN VAN DE OVERLEDENE
BETALEN?
Bij het openvallen van een nalatenschap kun je een keuze maken tussen:
zuivere aanvaarding van de nalatenschap
aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving
verwerping van de nalatenschap.
Als je de nalatenschap uitdrukkelijk of stilzwijgend aanvaardt, dan sta je in voor de
betaling van alle schulden van de overleden. Erven kan dan uitdraaien op geld
betalen i.p.v. geld ontvangen.
Als je twijfelt of van de nalatenschap wel meer bezittingen dan schulden afhangen,
kun je de nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving aanvaarden. Laat
dan je notaris eerst een inventaris opmaken. Je moet daarna een verklaring op de
griffie van de rechtbank van eerste aanleg afleggen, wil je het voorrecht van
boedelbeschrijving genieten. Je zult dan nooit méér moeten betalen dan wat je erft.
19
Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
In het slechtste geval zul je niets meer ontvangen maar ook niets moeten opleggen.
Dit geldt enkel voor de schulden van de overledene
Je kunt de nalatenschap ook verwerpen. Dan moet je hierover op de griffie een
verklaring afleggen. Je moet dan geen schulden meer afbetalen, maar je erft verder
ook niets.
27. HOE KUNNEN DE ONROERENDE GOEDEREN VERDEELD WORDEN?
De verdeling van onroerende goederen kan alleen bij notariële akte gebeuren.
Minstens een van de erfgenamen moet de verdeling vragen. Doet niemand iets, dan
gebeurt er niets. Zo kun je jarenlang in onverdeeldheid blijven. Het is echter
voldoende dat een van de erfgenamen de verdeling wil, om de onverdeeldheid te
beëindigen.
In de praktijk komen de mede-eigenaars meestal overeen dat een bepaalde notaris
de verdeling van de nalatenschap zal doen. Iedere erfgenaam heeft echter het recht
een eigen notaris aan te stellen. De kosten, die je voor de verdeling moet betalen,
blijven dezelfde ongeacht het aantal notarissen.
28. MOETEN
DE ONROERENDE GOEDEREN BIJ DE VERDELING VERKOCHT
WORDEN?
Niet noodzakelijk. De notaris kan voorstellen om de goederen in kavels op te delen.
Daarbij zorgt hij ervoor dat iedere erfgenaam zijn erfdeel krijgt. Wie interesse heeft
in een groter deel, kan voorstellen om een opleg in geld te betalen. De andere
erfgenamen kunnen zich met dit voorstel akkoord verklaren.
Als een onderling akkoord niet mogelijk is, moeten de goederen gerechtelijk
verdeeld worden. De rechtbank van eerste aanleg is dan bevoegd. In principe
moeten de goederen dan openbaar verkocht worden als niet iedere erfgenaam zijn
erfdeel in natura kan ontvangen.
29. HOE KUNNEN DE ROERENDE GOEDEREN VERDEELD WORDEN?
Als alle erfgenamen meerderjarig zijn, kunnen zij de roerende goederen in onderling
akkoord verdelen.
Enkele suggesties:
Maak verschillende, maar gelijkwaardige pakketten. Maak er zoveel als er
erfgenamen zijn. Verloot achteraf de pakketten.
Laat elke erfgenaam een bod doen op de goederen alsof het om een verkoop
ging. Ga op het einde na of alle erfgenamen voor een gelijkwaardig bedrag aan
goederen hebben gekregen. Eventueel moet een opleg betaald worden door
wie meer heeft dan zijn of haar deel.
Er zijn geen wettelijk verplichte formaliteiten voor de verdeling van de roerende
goederen. Toch is het nuttig de verdelingsregeling op papier te zetten, dit door alle
erfgenamen te laten ondertekenen en in zoveel exemplaren op te maken als er
erfgenamen zijn.
20
, Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
30. KAN
DE NALATENSCHAP VERDEELD WORDEN ALS ER MINDERJARIGE
KINDEREN ZIJN?
Vaak wacht men met de verdeling van de nalatenschap tot alle kinderen
meerderjarig zijn. Als dit niet kan, en alle meerderjarige erfgenamen akkoord zijn,
moet de verdeling van de nalatenschap bij notariële akte gebeuren ten overstaan
van de vrederechter.
Als een van de meerderjarige erfgenamen niet akkoord is, moeten de goederen
door de rechtbank van eerste aanleg verdeeld worden.
31. HEB JE ALS ERFGENAAM OOK VERPLICHTINGEN?
Je moet binnen de 5 maanden na het overlijden op het Kantoor van Registratie en
Domei-nen van de fiscale woonplaats van de overledene (waar deze de laatste 5
jaar het langst gewoond heeft) een aangifte van de nalatenschap indienen. Anders
word je beboet.
Je moet binnen de 7 maanden na het overlijden de verschuldigde successierechten
betalen. Anders moet je intrest betalen.
32. WAT MOET JE AANGEVEN?
Alle bezittingen. Meestal doet de bank na registratie van het overlijden automatisch
en rechtstreeks aan de fiscus aangifte van de banktegoeden die op de dag van het
overlijden aanwezig zijn.
Alle schulden die op de dag van het overlijden nog moeten betaald worden
(personenbelastingen, onroerende voorheffing, kosten van geneeskundige
verzorging,...), mogen wel afgetrokken worden.
Ook de kosten voor de begrafenis, koffietafel,... mogen afgetrokken worden.
Begrafeniskosten die terugbetaald werden door de verzekeraar kunnen niet meer in
mindering gebracht worden van de nalatenschap.
De ontvangsten uit een verkoop of erfenis van de laatste 3 jaar moeten worden
bijgeteld tenzij ze werden opgebruikt én het bewijs daarvan geleverd wordt.
Je moet voor de aangifte een speciaal formulier gebruiken. Dat kun je op het
Kantoor der Registratie of bij een notaris krijgen.
Als er minderjarige kinderen zijn, kun je in hun naam de aangifte doen. Je vindt
wellicht een notaris of een andere deskundige bereid om te helpen bij het opstellen
van de aangifte.
33. HOE WORDEN DE SUCCESSIERECHTEN BEREKEND?
Sinds 1 januari 1997 zijn er verschillende successieregelingen van kracht in het
Vlaams, het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Voor de berekening van de successierechten is de fiscale woonplaats van de
overledene bepalend om uit te maken welke tarieven moeten toegepast worden.
21
Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
De successierechten zijn voor echtgenoten en samenwonenden, (klein)kinderen en
stiefkinderen, (groot)ouders en personen in een zorgrelatie doorgaans niet zo hoog
als je denkt.
Voor deze erfgenamen worden de successierechten afzonderlijk berekend. De
tarieven worden bovendien afzonderlijk toegepast op de roerende en de onroerende
goederen in ieders erfdeel.
Tabel van de tarieven van successierechten voor langstlevende echtgenoten,
afstammelingen, (groot)ouders en samenwonenden, stiefkinderen en -ouders,
personen in een zorgrelatie die thans in Vlaanderen van kracht zijn
Schijven
Tarieven
€ 0,01 - € 50.000
3%
€ 50.000 - € 250.000
9%
Boven de € 250.000
27%
Je moet geen successierechten betalen op jouw helft van de gemeenschappelijke
goederen. Je moet wel successierechten betalen op het vruchtgebruik dat je erft op
de andere helft.
34. KAN IK VERMINDERING VAN SUCCESSIERECHTEN KRIJGEN?
Ja. Op 1 januari 1997 werd er in het Vlaams Gewest een belastingkrediet ingevoerd
waar erfgenamen kunnen van genieten indien hun netto-erfdeel (dus roerend en
onroerend samen) een bepaald bedrag niet overschrijdt.
Voor echtgenoten, samenwonenden en ouders is dat bedrag € 50.000 en kan dat
belastingkrediet maximum € 500 bedragen.
Daarboven geniet elk kind van de overledene dat de leeftijd van 21 jaar nog niet
heeft bereikt een belastingvermindering van € 75 voor elk vol jaar dat nog moet
verlopen tot dat kind de leeftijd van 21 jaar zal hebben bereikt.
Je hebt als langstlevende echtgenote met kinderen beneden 21 jaar recht op een
bijkomende vermindering gelijk aan de helft van de bijkomende verminderingen die
je gemeenschappelijke kinderen samen krijgen.
Erf je in het Vlaams Gewest activa in een nijverheids-, handels-, ambachts- of
landbouwbedrijf of aandelen in een familiebedrijf dan is het zinvol je goed te
informeren over mogelijke vrijstelling van successierechten.
Tenslotte wordt in het Vlaams Gewest sedert 1 januari 2003 voor zwaar
gehandicapte personen (die een attest kunnen voorleggen van de vaststelling van
de handicap vóór 65 jaar) een gunstige successieregeling toegepast.
35. BELANGRIJK OM TE WETEN
Bij elke notaris kun je voor advies terecht. Dit is kosteloos. Kies voor de regeling van
de nalatenschap een notaris die bereid is om voldoende tijd voor je vrij te maken.
22
, Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
DEEL 3.
DE ZORG VOOR DE KINDEREN
36. WANNEER WORDT KINDERBIJSLAG VOOR WEZEN UITBETAALD?
Als weduwe met kinderen heb je recht op kinderbijslag voor wezen, maar je moet er
zelf om vragen. Doe de aanvraag onmiddellijk en schriftelijk op een daartoe
bestemd formulier bij het kinderbijslagfonds, dat de laatste uitbetaling deed. Stuur
een uittreksel uit de overlijdensakte en uit de geboorteakten van al de
rechthebbende kinderen mee.
De uitbetaling gebeurt maandelijks. Je moet je kinderbijslagfonds wel tijdig de
nodige informatie bezorgen.
De kinderbijslag voor wezen wordt enkel uitbetaald op voorwaarde dat je niet
opnieuw gehuwd bent of niet met een andere partner samenwoont. Je moet elke
wijziging in de gezinssituatie meedelen.
37. HOEVEEL BEDRAAGT DE KINDERBIJSLAG VOOR WEZEN?
Het basisbedrag van de verhoogde wezenbijslag is voor alle kinderen gelijk,
ongeacht de rang in het gezin. In 2008 bedraagt dit € 320,40.
Daarbij komt dan eventueel een leeftijdstoeslag of een toeslag voor kinderen met
een aandoening.
Als je een bescheiden inkomen hebt, beneden € 1774,98 per maand (2008) en recht
hebt op gewaarborgde gezinsbijslag, kun je na het overlijden van je partner een
verhoogde kinderbijslag voor wezen ontvangen.
Opgepast! Je hebt slechts recht op een kinderbijslag voor wezen als gedurende
minstens 2 van de 4 kwartalen voor het overlijden bijdragen betaald zijn of
gelijkgestelde prestaties geleverd werden.
38. ENKELE TIPS VOOR EEN VLOTTE BEHANDELING
Wanneer je dossier bij het kinderbijslagfonds wordt opgemaakt, krijg je een kaart
van rechthebbende. Houd dat attest zorgvuldig bij en gebruik het dossiernummer
dat erop vermeld staat als je schriftelijk of telefonisch contact opneemt. Het bespaart
je alleszins tijd en eventueel misverstanden. Zorg er in elk geval voor dat je steeds
je rijksregisternummer bij de hand hebt (op je identiteitskaart).
Geef steeds je naam, volledig adres en telefoonnummer op.
Controleer regelmatig of je kinderbijslag werd gestort. Als je bij een eventuele fout
23
Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
vlug reageert, kan deze ook vlugger hersteld worden.
Als er een herberekening gebeurt over meer dan één maand, mag je een overzicht
van betalingen vragen. Een goed kinderbijslagfonds bezorgt je dit op eigen initiatief.
Regelmatig zul je vragenlijsten toegestuurd krijgen. Dit is wettelijk vastgelegd en
dient om het recht verder te kunnen vaststellen. Vul deze formulieren in en stuur ze
onmiddellijk ondertekend terug. Het kinderbijslagfonds moet de reeds betaalde
bijslag terugvorderen indien de nodige vragenlijsten niet worden teruggestuurd.
Als de toekenning van kinderbijslag om de één of andere reden uitblijft, kun je
steeds bij het OCMW in je gemeente voorschotten vragen. Als je het lastig hebt met
het invullen van de nodige documenten, kun je ook daarvoor hulp vragen.
Je ontvangt je kinderbijslag vlugger en veiliger als je deze op je bankrekening laat
storten.
39. HOE LANG GEVEN KINDEREN RECHT OP KINDERBIJSLAG?
Een kind geeft recht op kinderbijslag
tot augustus van het jaar waarin het 18 jaar wordt
tot 21 jaar als het gehandicapt is
tot 25 jaar als het kind hogere studies doet
tijdens een stage in een openbaar ambt (onder bepaalde voorwaarden)
indien het na het einde van zijn/haar studies of leerovereenkomst
werkzoekende is, gedurende maximaal 9 maanden en onder bepaalde
voorwaarden.
40. KOMEN
JE KINDEREN NA HET OVERLIJDEN EERDER IN AANMERKING
VOOR EEN STUDIETOELAGE?
Als je minstens 1 jaar weduwe bent, kun je de berekening van de studiebeurs voor
je kinderen op basis van het vermoedelijk inkomen van het lopende kalenderjaar
aanvragen. Als het gezinsinkomen sedert het overlijden gedaald is, is het nuttig om
je te informeren - www.ond.Vlaanderen.be/Studietoelagen/
Het aanvraagformulier kun je bekomen op de onderwijsinstelling. Het moet op de
dienst voor studietoelagen te Brussel toekomen of door de post afgestempeld zijn
uiterlijk 31 oktober, zelfs indien het onvolledig is.
Vermeld in elk geval onder de rubriek ‘samenstelling van het gezin’ dat je partner, bij
wie de kinderen ten laste waren, overleden is.
Aarzel niet om ook een studiebeurs aan te vragen als je kinderen nog in het
middelbaar onderwijs zitten. De bedragen van deze beurzen zijn wel lager dan voor
hogere studies, maar vormen toch een aardige tegemoetkoming in de
studieonkosten. De aanvraag voor deze studiebeurs moet je richten aan de
provincie. Het aanvraagformulier en adres kun je ook op de school opvragen.
24
, Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
41. BLIJF JE AUTONOOM IN DE BESLISSINGEN OMTRENT JE KINDEREN?
Sedert 1 augustus 2001 wordt over de minderjarige kinderen geen voogdij meer
ingesteld zolang één van beide ouders leeft. De familieraad is afgeschaft.
Meteen is echter de controle op de uitoefening van het ouderlijk gezag uitgebreid,
ongeacht of het door een of beide ouders wordt uitgeoefend De
beheersbevoegdheid van de ouders over de persoon en de goederen van de
kinderen is thans grondig beperkt.
Je hebt bv. een machtiging van de vrederechter nodig om de goederen van je
kinderen te verkopen, te hypothekeren of in pand te geven, voor hen een lening aan
te gaan, een pacht-, handelshuur- of gewone huurovereenkomst van meer dan 9
jaar af te sluiten, een onroerend goed aan te kopen, souvenirs en andere
persoonlijke voorwerpen te verkopen, zelfs als het om voorwerpen van weinig
waarde gaat.
Je hebt onder meer ook een machtiging nodig om je minderjarige kinderen te
vertegenwoordigen bij het aanvaarden of verwerpen van een erfenis en om een
handelszaak voort te zetten die ze geërfd hebben.
42. WIE ZAL VOOR DE KINDEREN ZORGEN ALS JOU IETS OVERKOMT?
Bij het overlijden van de langstlevende ouder of indien beide ouders samen
overlijden, wordt de voogdij wel ingesteld. Bij de aangifte van het overlijden
verwittigt de ambtenaar van de burgerlijke stand de vrederechter van de woonplaats
van de kinderen.
Die vrederechter richt de voogdij in en stelt een voogd en toeziende voogd aan of
homologeert de aanstelling van een voogd en toeziende voogd die de ouder(s) zelf
hebben gedaan bv. in een testament.
Je mag dus als langstlevende ouder zelf een voogd en een toeziende voogd
aanduiden. Dat kan een bloedverwant zijn maar ook een vriend of vriendin. De
persoon die je hebt aangewezen, is niet verplicht om de voogdij op zich te nemen.
Je moet die voogd op de door de wet voorgeschreven manier aanwijzen:
in een verklaring, afgelegd voor de vrederechter of voor een notaris of
in een testament. Je kunt een testament laten opmaken door een notaris of je
kunt je testament ook eigenhandig schrijven (zie vraag 17).
Als je geen voorkeur hebt uitgesproken, kiest de vrederechter de voogd bij voorkeur
uit de naaste familieleden. Kinderen die ouder zijn dan 12 jaar worden naar hun
mening gevraagd en ook hun meerderjarige broers en zusters, en de broers en
zusters van hun overleden ouders kunnen gehoord worden.
43. WELKE ROL HEEFT DE VOOGD?
De voogd neemt als het ware de ouderrol over. Hij heeft wel minder rechten. Hij
heeft ook minder plichten. Als een kind bv. schade veroorzaakt, wordt de voogd niet
vermoed aansprakelijk te zijn voor die schade.
25
Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
Hij moet kinderen vanaf 12 jaar betrekken bij de beslissingen over hun persoon (het
kiezen van een studierichting, medische behandeling gekoppeld aan de opname in
een ziekenhuis, de keuze van een woonplaats,...) en vanaf 15 jaar bij beslissingen
over hun vermogen.
Bij ernstige conflicten met de voogd kunnen kinderen zich wenden tot de procureur
des Konings. Als de procureur het verzoek gegrond acht, kan hij de vrederechter
vragen het geschil te beslechten.
De voogd moet jaarlijks rekening voorleggen en verantwoording afleggen over het
beheer van de goederen en een verslag maken over de opvoeding van de
minderjarige aan de vrederechter én de toeziende voogd overhandigen.
Wil de voogd o.a. een lening aangaan voor de minderjarige, de goederen van de
minderjarige hypothekeren of verkopen, dan heeft hij daartoe een bijzondere
machtiging van de vrederechter nodig, net zoals ouders dat moeten doen (zie vraag
41).
In uitzonderlijke omstandigheden kan de vrederechter de voogdij splitsen. Hij
benoemt dan enerzijds een voogd voor het beheer van de goederen van de
minderjarige en anderzijds een voogd voor het bestuur van de persoon van de
minderjarige.
44. WELKE ROL HEBBEN DE VREDERECHTER EN DE TOEZIENDE VOOGD?
De vrederechter en de toeziende voogd zien er op toe dat de voogd niet tekortschiet
in de opvoeding van de kinderen of het beheer van hun goederen. Als de toeziende
voogd vaststelt dat de voogd tekortschiet in de opvoeding van de minderjarige en/of
het beheer van de goederen, moet hij dit onmiddellijk aan de vrederechter melden.
In ernstige gevallen heeft de toeziende voogd de bevoegdheid om de ontzetting van
de voogd te vorderen. Hij kan de ontvoogding van de minderjarige aanvragen tegen
de wil van de voogd in (zie volgende vraag).
45. WANNEER EINDIGT DE VOOGDIJ?
De voogdij eindigt met de 18de verjaardag of met de ontvoogding. Die kan vanaf 15
jaar bij de jeugdrechtbank aangevraagd worden of automatisch het gevolg zijn van
een huwelijk.
26
, Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
DEEL 4.
INKOMEN EN SOCIALE ZEKERHEID
46. WANNEER HEB JE RECHT OP EEN OVERLEVINGSPENSIOEN?
Je moet minstens 45 jaar oud zijn. Deze voorwaarde geldt niet wanneer je
een kind ten laste hebt of
66% arbeidsongeschikt bent.
Je moet minstens 1 jaar met de overledene gehuwd geweest zijn. Deze voorwaarde
geldt niet wanneer je
een kind hebt dat uit dit huwelijk geboren is of
een kind ten laste hebt waarvoor kinderbijslag wordt uitbetaald of
weduwe geworden bent door een ongeval of beroepsziekte die na het huwelijk
ingetreden of verergerd is.
Je mag geen beroepsactiviteit hebben behalve de wettelijk toegelaten
beroepsbezigheden (zie verder). Je mag geen vervangingsinkomen hebben (bv. bij
werkloosheid, ziekte).
47. EN WAT ALS JE ER GEEN RECHT OP HEBT?
Als je niet aan de toekenningsvoorwaarden voor een overlevingspensioen voldoet,
kun je bij het gemeentebestuur van je woonplaats een tijdelijk overlevingspensioen
aanvragen gedurende een periode van 12 maanden. Doe deze aanvraag wel
meteen (binnen 12 maanden na het overlijden).
Als je niet langer aan de voorwaarden voldoet om het overlevingspensioen te blijven
genieten, kun je onder bepaalde voorwaarden gedurende een beperkte periode
verder worden uitbetaald. Het recht op dit tijdelijk overlevingspensioen wordt
ambtshalve onderzocht.
Tot de laatste dag van de maand waarin je 45 jaar wordt of opnieuw aan de
voorwaarden voldoet om het overlevingspensioen vóór die leeftijd te bekomen heb
je recht op een voortgezet overlevingspensioen. Het voortgezet overlevingspensioen bedraagt niet meer dan het gewaarborgd minimumbedrag (in 2008
minimum € 10.436,93 per jaar) vermenigvuldigd met de loopbaanbreuk die voor de
berekening van het overlevingspensioen wordt toegepast.
48. WANNEER KUN JE JE OVERLEVINGSPENSIOEN AANVRAGEN?
Ook als je een beroepsinkomen of een vervangingsinkomen (werkloosheid, ziekte)
hebt, kun je een aanvraag voor overlevingspensioen doen. Dat verplicht je niet om
vanaf je aanvraag je werk stop te zetten of te verminderen. Je kunt de definitieve
27
Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
keuze laten afhangen van het pensioenbedrag.
Als je geen beroepsinkomen of vervangingsinkomen hebt en je echtgenoot nog niet
gepensioneerd was, moet je binnen het jaar na het overlijden bij het
gemeentebestuur van je woonplaats een overlevingspensioen aanvragen.
Neem best de volgende documenten mee: identiteitskaart, trouwboekje en een
volledige opgave van de beroepsloopbaan van je overleden man. Als hij werknemer
was, heb je ook zijn pensioenkaart en ziekenboekje nodig. Als hij zelfstandige was,
neem je best een attest van het sociaal verzekeringsfonds mee. Wil je een
overlevingspensioen aanvragen voor je man die als ambtenaar al gepensioneerd
was, dan moet je dat vragen aan de instelling die zijn rustpensioen uitbetaalde.
49. HOE WORDT HET OVERLEVINGSPENSIOEN UITBETAALD?
Als je het binnen het jaar na het overlijden aanvraagt, wordt het vanaf het begin van
de eerste maand na het overlijden uitbetaald. Doe je de aanvraag pas later, dan
wordt het pas vanaf het begin van de eerste maand na de aanvraag uitbetaald.
Je kunt vragen dat het overlevingspensioen op een post of bankrekening wordt
gestort. Wend je tot de financiële instelling van je keuze voor de noodzakelijke
formaliteiten.
50. HOE WORDT HET PENSIOENBEDRAG VASTGESTELD?
In de stelsels van de zelfstandigen en de werknemers wordt bij de berekening van
het overlevingspensioen gekeken naar de beroepsinkomsten en de loopbaan van
de overledene. Men telt de loopbaanjaren vanaf zijn 20ste verjaardag tot aan het
overlijden. Voor wie 50 jaar geworden is en 28 jaar gewerkt heeft, is de
loopbaanbreuk 28/30.
Het overlevingspensioen bedraagt 80% van het gezinspensioen dat de overledene
had of gehad zou hebben.
In de regeling voor de ambtenaren wordt het bedrag van het overlevingspensioen
altijd berekend op basis van de loopbaan die meetelt voor het rustpensioen. Het
bedrag verschilt naargelang je jonger of ouder bent dan 45 jaar.
51. KUN
JE EEN OVERLEVINGSPENSIOEN
RUSTPENSIOEN?
SAMENTELLEN
ME T
EEN
Als je op een rustpensioen en op een overlevingspensioen recht hebt, ontvang je
alleszins je rustpensioen. Dit kan eventueel worden aangevuld tot 110% van het
overlevingspensioen. Je ontvangt dan ongeveer 10% meer dan een weduwe die
geen aanspraak kan maken op een eigen rustpensioen.
28
, Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
52. KUN JE BLIJVEN STEMPELEN ALS JE EEN OVERLEVINGSPENSIOEN HEBT?
Je kunt je werkloosheidsuitkeringen niet met een overlevingspensioen samentellen.
Je moet dus een keuze maken of je blijft stempelen of het overlevingspensioen wilt
ontvangen.
53. KUN JE JE UITKERING VOOR
ARBEIDSONGESCHIKTHEID BEHOUDEN ALS
JE EEN OVERLEVINGSPENSIOEN AANVRAAGT?
Je kunt de uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid niet met een
overlevingspensioen samentellen. Je zult dus moeten kiezen wat financieel het
gunstigst uitkomt.
54. KUN JE WERKEN EN EEN OVERLEVINGSPENSIOEN ONTVANGEN?
Ja, je kunt verder werken maar enkel binnen bepaalde grenzen. De wet spreekt hier
van toegelaten bezigheden.
Elke beroepsbezigheid moet je vooraf en schriftelijk bij de pensioenkas van jouw
stelsel aangeven, op een speciaal formulier (model 74) dat je op het gemeentehuis
kunt bekomen.
Zolang je uitsluitend een overlevingspensioen ontvangt en jonger bent dan 65 jaar
gelden de volgende maximumbedragen voor toegelaten bezigheden.
Voor zelfstandigen zonder kinderlast: € 13.824
Voor zelfstandigen met kinderlast: € 17.280
Voor werknemers zonder kinderlast: € 17.280
Voor werknemers met kinderlast: € 21.600
Wanneer je je eigen rustpensioen aanvraagt of 65 jaar wordt, gelden de
inkomensgrenzen voor gewone gepensioneerden.
Voor zelfstandigen zonder kinderlast: € 5.936
Voor zelfstandigen met kinderlast: € 8.905,89
Voor werknemers zonder kinderlast: € 7.421,57
Voor werknemers met kinderlast: € 11.132,37
(grensbedragen 2008)
55. WAT GEBEURT ER ALS JE INKOMEN DE GRENZEN VAN DE TOEGELATEN
BEZIGHEDEN OVERSCHRIJDT?
Als je inkomen de jaargrens met minder dan 15% overschrijdt, wordt je pensioen
evenredig verminderd.
Als je de jaargrens met 15% of meer overschrijdt, wordt je pensioen volledig
geschorst.
29
Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
56. KUN JE ALS MEEWERKENDE ECHTGENOTE HET ZELFSTANDIG BEROEP OF
BEDRIJF VERDERZETTEN?
De meewerkende echtgenote van een zelfstandige die geen eigen gelijkwaardig
statuut heeft moet zich aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds.
Wie geboren is voor 1956 kan kiezen voor het ministatuut of voor het
maxistatuut.
Wie geboren is na 1955 moet toetreden tot het maxistatuut.
Het ministatuut omvat alleen de verzekering tegen arbeidsongeschiktheid.
bijdrage van de meewerkende echtgenote wordt in dit geval berekend op
beroepsinkomen waarop de zelfstandige echtgenoot zijn bijdrage betaalt.
bijdrage geeft in geval van arbeidsongeschiktheid recht op een uitkering van
ziekenfonds.
De
het
De
het
Het maxistatuut omvat een volwaardig fiscaal en sociaal statuut (ziekteverzekering,
kinderbijslag en pensioen).
Door toe te treden wordt het beroepsinkomen fiscaal gesplitst en verwerft de
meewerkende echtgenote een volwaardig eigen inkomen. De sociale bijdragen
worden gesplitst tussen man en vrouw en de vrouw bouwt eigen rechten op in het
sociaal statuut.
Als je de activiteit of het bedrijf na overlijden van je echtgenoot verderzet, ben je niet
langer meewerkende echtgenoot, maar word je beschouwd als zelfstandige en moet
je een aantal verplichtingen nakomen.
Je moet binnen de 90 dagen na het starten als zelfstandige bij een sociaal
verzekeringsfonds aansluiten.
Je betaalt sociale bijdragen als zelfstandige.
Je kunt het inkomen als zelfstandige combineren met het overlevingspensioen
binnen bepaalde grenzen (zie nr. 54).
57. HOEVEEL MOET JE ALS ZELFSTANDIGE BIJDRAGEN?
De sociale bijdragen worden normaal als een percentage op het inkomen van 3 jaar
geleden berekend. Zo worden de bijdragen voor 2009 op het inkomen van 2006
berekend.
Je blijft in principe bijdrageplichtig als je als zelfstandige blijft werken terwijl je een
overlevingspensioen ontvangt.
Als je vóór de pensioenleeftijd werkt als zelfstandige terwijl je een
overlevingspensioen ontvangt, zijn sociale bijdragen van minstens € 452,43
verschuldigd.
Weduwen kunnen een vermindering of vrijstelling van sociale bijdragen aanvragen.
58. WANNEER KUN JE BIJDRAGEVERMINDERING KRIJGEN?
Als beginnend zelfstandige moet je een voorlopige bijdrage betalen die berekend
wordt op basis van je vermoedelijk inkomen. Het sociaal verzekeringsfonds stelt de
voorlopige bijdrage vast op € 606,00 of kan ook een vrijstelling geven als het
vermoedelijk inkomen erg laag is.
30
, Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
Je kunt een bijdrageberekening voor bijberoepen aanvragen. Indien het inkomen
lager ligt dan € 1.308,18 is er geen bijdrage verschuldigd. De minimumbijdrage
bedraagt € 67,05. Indien het inkomen hoger ligt dan € 1.308,18, wordt de bijdrage
procentueel berekend.
Deze verminderde bijdrage opent geen rechten op pensioen, kinderbijslag of
ziekteverzekering.
Je moet de bijdrageberekening als zelfstandige in bijberoep per aangetekend
schrijven bij het sociaal verzekeringsfonds aanvragen.
59. WANNEER KUN JE VRIJSTELLING VAN BIJDRAGEBETALING KRIJGEN?
Als je behoeftig bent, kun je vrijstelling van bijdragen aanvragen, ook voor de
bijdrage die je overleden man nog niet zou betaald hebben. De aanvraag moet per
aangetekend schrijven gebeuren bij je sociaal verzekeringsfonds.
Voor de vrijgestelde kwartalen kun je geen aanspraak maken op pensioen. Je
behoudt wel je rechten in de ziekteverzekering.
60. HOEVEEL BEDRAAGT HET RUSTPENSIOEN VAN ZELFSTANDIGEN?
Sedert 1 januari 1984 wordt voor de berekening van de pensioenen van
zelfstandigen rekening gehouden met het inkomen, waarop sociale bijdragen
betaald zijn. Voordien was dit een vast, forfaitair bedrag.
Op 1 januari 2009 is het minimumpensioen voor alleenstaande zelfstandigen €
10.485,68 per jaar. Indien de loopbaan niet volledig is, wordt het pensioen
verhoudingsgewijze verminderd. De volledige beroepsloopbaan loopt op dit moment
van 20 tot 65 jaar voor vrouwen
van 20 tot 65 jaar voor mannen.
61. HOE BLIJF JE IN ORDE MET DE ZIEKTEVERZEKERING?
Indien je een overlevingspensioen ontvangt, blijf je in orde voor de
ziekteverzekering. Als jij verzekerd bent, zijn ook de personen die je ten laste hebt
verzekerd, bv. de kinderen, jonger dan 25 jaar die nog niet werken of stempelen.
Neem toch contact op met je ziekenfonds.
Als je een pensioen als zelfstandige krijgt, stuurt het RSVZ met de
pensioenbeslissing een ‘getuigschrift’ dat je aan je ziekenfonds of de gewestelijke
dienst van de Hulpkas voor Ziekte en Invaliditeitsverzekering moet afgeven.
Als je minder dan 1/3 van een zelfstandig rust- of overlevingspensioen krijgt, dan
kun je je verzekeren mits betaling van een kwartaalbijdrage te betalen.
Als je een pensioen van een loontrekkende hebt, dan stuurt de Rijksdienst voor
Pensioenen samen met de pensioenbeslissing een ‘attest met het oog op het
verstrekken van gezondheidszorgen’. Dit attest moet aan het ziekenfonds bezorgd
worden. Je bent dan verzekerd tegen alle risico’s.
31
Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
Als je inkomsten echter lager zijn dan 12 x het bestaansminimum, dan kun je je ook
inschrijven als verblijvende in België (VIB) en betaal je geen wettelijke bijdrage.
Als je nog aan het werk bent, moet je sociale bijdragen betaald hebben om recht te
hebben op ziekteverzekering. Je werkgever stuurt als bewijs een jaarlijkse
bijdragebon door naar je ziekenfonds.
Als je bij een zoon of dochter inwoont die bij een ziekenfonds is aangesloten, kun je
je onder een aantal voorwaarden op hun ziekenboekje laten inschrijven.
1. Je moet inwonende persoon zijn. Een toevallige afwezigheid (korter dan 3
maanden) of tijdelijke opname in een verpleeginstelling of verzorgingstehuis
(ook serviceflat) zijn geen bezwaar.
2. Je eigen inkomen mag niet hoger zijn dan € 2.102,52 per kwartaal (1 juli 2008).
3. Je mag geen eigen recht op ziekteverzekering hebben.
Het kan voordelig zijn voor gepensioneerde zelfstandigen die slechts voor grote
risico’s verzekerd zijn om verzekerd te zijn in de regeling van de loontrekkenden.
62. HOEVEEL KRIJG JE BIJ ZIEKTE TERUGBETAALD ALS JE VERZEKERD BENT
IN HET STELSEL VAN DE WERKNEMERS?
Als weduwe van een werknemer krijg je een verhoogde terugbetaling van 90% voor
de kosten van gewone geneeskundige verzorging, van 85% voor specialisten. Je
bruto jaarinkomen moet wel lager zijn dan € 14.337,94 vermeerderd met € 2.654,33
per persoon ten laste (2008).
Deze verhoogde terugbetaling eindigt normaal op 31 oktober van het derde jaar,
volgend op het jaar van het overlijden, tenzij je dan de pensioenleeftijd bereikt hebt.
Als je overleden man nog geen recht had op een rustpensioen, zal de Rijksdienst
voor Pensioenen je een attest geven dat je aan het ziekenfonds moet bezorgen. Als
ten minste 1/3 van een volledige loopbaan bewezen is, moet je geen persoonlijke
bijdrage betalen om het recht op terugbetaling van de geneeskundige verzorging te
bekomen.
63. KUN
JE EEN UITKERING KRIJGEN ALS DE OVERLEDENE
AANVULLENDE PENSIOENVERZEKERING AFGESLOTEN HAD?
EEN
Het is mogelijk dat de uitbetaling van een kapitaal bij overlijden vóór de
pensioenleeftijd voorzien is. Vraag hierover inlichtingen bij je sociaal
verzekeringsfonds.
64. WANNEER KUN JE BEROEP DOEN OM HET OCMW?
Als je bestaansmiddelen ontoereikend zijn en als je niet in staat bent die toestand te
veranderen, heb je in principe recht op een leefloon. Als je inkomen lager is dan het
leefloon, kun je vragen om het verschil bij te passen zodat je inkomen op dezelfde
hoogte komt van het leefloon. Na onderzoek van je bestaansmiddelen, krijg je het
leefloon van het OCMW van je gemeente.
32
, Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
Er wordt rekening gehouden met je familiale toestand om het bedrag te bepalen van
het leefloon waarop je elke maand recht hebt (2008). Er bestaan drie categorieën:
€ 465,07 voor een samenwonende
€ 697,61 voor een alleenstaande
€ 930,14 voor iemand die samenwoont met een gezin ten laste.
65. KAN HET OCMW BIJ JE FAMILIE GELD TERUGVRAGEN?
Het OCMW kan de toegekende uitkeringen terugvorderen van familieleden die
onderhoudsplichtig zijn. Ouders zijn onderhoudsplichtig voor hun kinderen die nog
recht hebben op kinderbijslag en kinderen zijn onderhoudsplichtig voor hun ouders
wanneer het gaat over een opname in een rustoord of ziekenhuis.
De terugbetaling voor kosten van leefloon, financiële en maatschappelijke hulp met
inbegrip van hospitalisatie- en verblijfkosten, kan niet worden geëist van
onderhoudsplichtigen wiens belastbaar inkomen van het vorig kalenderjaar lager is
dan € 19.936,65 (verhoogd met € 2.711,13 per persoon ten laste).
66. WAAR
KUN JE TERECHT ALS JE DE PENSIOENGERECHTIGDE LEEFTIJD
HEBT BEREIKT MAAR JE PENSIOEN TE LAAG IS?
Als je slechts een klein pensioen hebt, niets bijverdient en beperkte eigendommen
en kapitalen bezit, kun je een kleine aanvulling op je pensioen vragen uit de regeling
voor inkomensgarantie voor ouderen (IGO).
Je kunt de aanvraag doen vanaf 12 maanden vóór je de pensioenleeftijd bereikt of
samen met je pensioenaanvraag. Net zoals de pensioenleeftijd bedraagt de leeftijd
65 jaar voor inkomensgaranties die vanaf 1 januari 2009 een uitwerking krijgen.
De aanvraag moet gebeuren via de gemeente waar je woont of rechtstreeks bij de
Rijksdienst voor Pensioenen. Men gaat na of alle voorwaarden (leeftijd,
bestaansmiddelen) vervuld zijn. In dat geval betaalt de Rijksdienst voor Pensioenen
de volgende bedragen uit (1 juli 2008)
alleenstaande: € 574,02 maandelijks
gezin: € 861,03 maandelijks.
Als je een pensioen hebt, wordt 90% daarvan in mindering gebracht op dit bedrag.
Het OCMW kan nog een bijkomende uitkering geven, maar je kunt daarop geen
recht laten gelden. De inkomensgarantie voor ouderen is wel een recht maar je
moet het zelf aanvragen.
33
Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
NUTTIGE ADRESSEN
KONINKLIJKE FEDERATIE VAN BELGISCHE NOTARISSEN
Bergstraat 30/32
1000 Brussel
tel. 02/505 08 11 fax 02/505 08 55
www.notaris.be
RIJKSDIENST VOOR PENSIOENEN
Zuidertoren 5
1060 Brussel
www.onprvp.fgov.be
RIJKSDIENST VOOR SOCIALE VERZEKERING
VAN ZELFSTANDIGEN (RSVZ)
Jan Jacobsplein 6
1000 Brussel
www.rsvz.be
ACERTA SOCIAAL VERZEKERINGSFONDS
Diestsevest 14
3000 Leuven
tel. 016/24 52 49
www.acerta.be
34
, Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
KAN DIT JE HELPEN?
COLOFON
‘Kan dit je helpen’ is een uitgave van KVLV:
eindredactie: Brigitte Blanpain, Betty Van Eyken (stafmedewerker Boerenbond)
met deskundig advies van:
–
Mireille Vranckx (notarieel jurist)
–
Marc Claes (SBA)
–
Bart Meulemans (Acerta)
–
An Vrancken en Monique Swinnen (Groep KVLV)
–
Wilfried Uten (KBC-bank)
–
Nathalie Frans (KBC-verzekeringen)
–
Daniel Vanhemelryck (CM)
–
Liliane Moons (OCMW-Leuven)
layout: Simonne Detiège (KVLV)
verantwoordelijke uitgever: Chris Van Hoof
©2009, KVLV, Wijgmaal
Alle rechten voorbehouden.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd
gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij
elektronisch, hetzij mechanisch, door fotokopieën of op enige andere manier zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
35
Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, 016/24 39 99
Download