Het West-Nijl-virus rukt op Volkskrant, 12 juli 2003 In Nederland zijn nog geen doden door het West-Nijl-virus, maar alertheid is geboden. Het virus heeft nieuwe manieren om zich te verspreiden. Zelfs borstvoeding kan een bron van besmetting zijn. Het SARS-virus is nog maar nauwelijks bedwongen en de vogelpest bezworen, of de volgende virusdreiging dient zich aan. In de Verenigde Staten en Canada knipperen deze zomer alle waarschuwingslichten voor het West-Nijlvirus. In 2000 kregen nog slechts enkele tientallen Amerikanen vooral in en rondom New York hersenvliesontsteking na besmetting met het virus. De jaren daarna verspreidde de ziekteverwekker zich in noodtempo, ondanks uitvoerige verdelgingsacties tegen muggen, belangrijke dragers van het virus. In het gehele oostelijke gedeelte van de VS werden in 2002 ruim 4100 mensen ernstig ziek, waarvan er 284 overleden. Ook enkele honderden Canadezen bleken besmet. Waarschijnlijk vormen deze geregistreerde zieken slechts een fractie van het werkelijke aantal besmettingen. Veel meer mensen worden tijdelijk geveld door het West-Nijl-virus, maar wie jong is en in goede conditie verkeert, komt er doorgaans met griepachtige klachten vanaf. Naast de mens zijn ook tal van andere dieren gevoelig voor West-Nijl-virus zoals paarden, alligators en pluimvee. Het oorspronkelijk uit Afrika afkomstige virus (voor het eerst in 1937 geïsoleerd in Oeganda) dan) stak in 1999 in New York plotseling de kop op. Het gaat om een virusvariant die waarschijnlijk uit het Midden-Oosten komt en mogelijk is meegebracht door trekvogels of geïmporteerde vogels. Het eerste teken dat zich een nieuwe ziekteverwekker had aangediend was een omvangrijke sterfte onder kraaiachtigen in New York. Vervolgens raakten ook mensen besmet door muggen die West-Nijl-virussen meedroegen. Hoe die muggen het virus opdoen, is nog altijd niet duidelijk. De gedachte dat ze het bij vogels oppikken en vervolgens overdragen, staat ter discussie. Inmiddels zijn muggen niet meer de enige besmettingsbron. Het virus heeft ook andere wegen gevonden zichzelf te verspreiden, onder meer via bloedtransfusie, overdracht van moeder op ongeboren kind en zelfs door middel van borstvoeding. In Europa wonen biedt geen bescherming tegen het West-Nijl-virus. Met name in Zuid-Oost Europa worden met enige regelmaat gevallen van besmetting gemeld. Midden jaren negentig werden in Roemenië zelfs zo'n vierhonderd mensen ziek. Ook langs de Middellandse Zee komt de ziekte voor, eind jaren zeventig bijvoorbeeld in de Camargue. Nederland is tot nu toe gevrijwaard gebleven, zij het dat er twee patiënten zijn beschreven die de ziekte meebrachten uit Noord-Amerika. Toch is het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in Bilthoven er niet gerust op. Volgens onderzoeker dr. Wim van der Poel heeft het instituut net een verkennend onderzoek afgerond onder mensen die in ziekenhuizen werden opgenomen met verschijnselen van hersenvliesontsteking. Hun bloed of hersenvocht werd onderzoeh op de aanwezigheid van antistoffen tegen het West-Nijl-virus. Hoewel het virus niet werd aangetroffen, geeft zo'n onderzoek wel aan dat het niet denkbeeldig is dat het virus ook in Nederland voet aan de grond krijgt. Volgens Van der Poel is alertheid geboden, hoewel het allerminst duidelijk is of het West-Nijl-virus zich hier kan redden. De juiste vogels en muggen zijn er wel, maar leent het Nederlandse klimaat zich wel voor de ziekteverwekker? Duitse collega's van het RIVM zijn een onderzoek begonnen naar de aanwezigheid van het virus in vogels en muggen. Aanleiding hiervoor was het feit dat in Israël het West-Nijlvirus werd ontdekt in ooievaars die uit Duitsland kwamen. Zover gaat het RIVM nog niet, maar volgens Van der Poel is dat wel een voor de hand liggende volgende stap. Komt het virus hier voor, dan is daarmee nog niet gezegd dat het ook in staat is mensen te besmetten. Daarvoor moet het aantal virusdeeltjes in muggen behoorlijk hoog zijn, aldus de onderzoeker. Voor de zekerheid voorziet het RIVM zich op dit moment van de testen die nodig zijn om bij massale vogelsterfte snel tot een diagnose te kunnen komen. De Europese uitbraken zijn overigens nooit gepaard gegaan met opvallend veel dode vogels. Mogelijk komt dat doordat de ziekteverwekker hier al veel langer voorkomt, waardoor Europese vogels in tegenstelling tot de Amerikaanse al aan het virus gewend zouden zijn. Alleen toen in 2001 in Wenen de merels massaal uit de bomen vielen, moet bij veelvirologen de schrik om het hart zijn geslagen. Het bleek de eerste verschijning buiten midden-Afrika te zijn van het Usutu-virus, dat nauw verwant is aan het West-Nijl-virus. Vorig jaar verspreidde deze ziekteverwekker zich verder rondom de Oostenrijkse hoofdstad en volgens veterinair viroloog prof. dr. Norbert Nowotny van de universiteit van Wenen zal het Usutu-virus uiterlijk volgend jaar de omliggende landen bereiken. Menselijke ziektegevallen van dit weinig onderzochte virus zijn niet bekend. Toch zijn de Oostenrijkers alert. `We houden nauwgezet mogelijke ziektegevallen bij mensen, huisdieren en vee in de gaten', aldus Nowotny.