Reactie MER Nuon Eemshaven

advertisement
Aan aandeelhouders van Nuon en Essent
Betreft: Investering in kolencentrales
Amsterdam, 30 juli 2007
Geachte dames en heren,
De laatste weken staan de mogelijke investeringen van de energiesector in vijf
kolencentrales volop in de aandacht. Door middel van deze brief willen wij u als
aandeelhouder van Nuon of Essent informeren over een aantal actuele
ontwikkelingen.
Klimaatdoelstelling 2020 onhaalbaar met komst kolencentrales
EnergieNed, de brancheorganisatie van energiebedrijven in Nederland, heeft 31 mei
jl. in haar energieplan Energie 2007-2020 aangegeven dat zes nieuwe centrales,
waarvan vijf kolencentrales, in totaal 28 megaton CO2 zullen gaan uitstoten.
EnergieNed verwacht dat hiervan in 2020 9 megaton ondergronds zal worden
opgeslagen. Uit deze cijfers blijkt dat de nieuwe centrales - dus ook volgens de
sector zelf - netto in ieder geval 19 megaton meer CO2 gaan uitstoten. Bij het (deels)
mislukken van de projecten voor afvang en opslag van CO2 zullen de emissies
uiteraard nog hoger zijn.
Wanneer de emissies met 19 megaton of meer stijgen, zijn de klimaatdoelstellingen
van de rijksoverheid praktisch niet haalbaar; de CO2 emissies moeten in 2020
volgens het regeerakkoord juist 30% lager liggen ten opzichte van 1990. Hogere
CO2-reducties in andere sectoren kunnen een netto stijging van 19 megaton niet
compenseren.
Brief minister Cramer over kolencentrales
Milieuminister Cramer erkent de problemen van de kolencentrales. Zij constateert in
haar brief van eind juni over kolencentrales aan de Tweede Kamer dat “de CO2emissies van kolencentrales op termijn niet meer zijn te combineren met onze
klimaatambities”. De minister laat echter ook weten dat zij de kolencentrales niet kan
tegenhouden. Dit is de verantwoordelijkheid van de energiebedrijven zelf. De
minister kan alleen de randvoorwaarden stellen. Greenpeace pleit bij de minister
voor het instellen van maatregelen om kolencentrales sterk fiscaal te belasten en
daarmee de kosten van veroorzaakte vervuiling toe te rekenen. Hiervoor zijn twee
middelen beschikbaar:
een forse belasting op CO2-emissies (met een vrijstelling tot het uitstootniveau
van de meest efficiënte gasgestookte centrale);
- een brandstofbelasting op steenkool.
De minister wil op dit moment niet verder gaan dan het onderzoeken van beide
opties. Zij zet vooralsnog in op het versterken van het Europese systeem van CO2emissiehandel om hoge CO2-emissies te ontmoedigen. Wanneer alle emissierechten
worden geveild met een laag uitstootplafond zal ook de prijs van vervuiling zodanig
kunnen oplopen dat investeringen in kolencentrales niet langer aantrekkelijk zijn.
Greenpeace is echter van mening dat dit de sector onvoldoende zekerheid biedt voor
het behalen van voldoende CO2-reducties.
-
Kansen voor alternatieve investeringen
De afgelopen weken zijn verschillende schone energieopties gepresenteerd. Van
verschillende kanten is aangeven dat kolencentrales niet nodig zijn om Nederland
van betaalbare en betrouwbare energie te voorzien. Een overzicht van het ruime
aanbod van alternatieven:
Aardgas (2000 MW)
Ingenieursbureau Fugro en energiebedrijf Eneco vestigden de aandacht op het
alternatief aardgas. Wanneer voldoende wordt ingezet op importspreiding, LNG
aanlanding en energiebesparing kan een gascentrale een goed alternatief zijn voor
een kolencentrale. De CO2-emissies zijn bijna de helft lager. Bovendien worden bij
het gebruik van het schonere aardgas geen fijnstof en zware metalen uitgestoten.
Volgens Fugro is wereldwijd nog voor 130 jaar aan gas beschikbaar en niet de 63
jaar waar vaak van wordt uitgegaan. Greenpeace wijst er bovendien op dat
momenteel slechts 8% van het in Nederland gewonnen aardgas wordt ingezet in
elektriciteitscentrales. De bouw van gascentrales is dus mogelijk zonder negatieve
invloed op de energievoorzieningszekerheid. Decentrale inzet van aardgas in
warmtekrachtcentrales is in tegenstelling tot kolen veel beter mogelijk.
Warmtekrachtkoppeling maakt het mogelijk ook de restwarmte in te zetten. Dit
betekent een aanzienlijke extra milieuwinst ten opzichte van een investering in een
kolencentrale.
Energie-eiland (1500-2500 MW)
Ook werd door KEMA, bureau Lievense en het Transitieplatform Duurzame
Elektriciteit aandacht gevestigd op de optie van een energie opslageiland in de
Noordzee in combinatie met windenergie. Dit project is een duurzaam alternatief voor
de komst van kolencentrales. Door een combinatie van windenergie en opslag van
overschot aan energie buiten de piekbelasting kan een zeer betaalbaar vermogen tot
2500 MW worden geïnstalleerd. Greenpeace wil dit plan aan u aanbevelen vanwege
betaalbaarheid, de grote milieuvoordelen en de mogelijkheden die het voor de
Nederlandse off shore sector en duurzame energiesecor biedt.
Oprichting energiebesparingsbedrijf (1000 MW)
Energiebedrijf Eneco ontwikkelt momenteel een energiebesparingsbedrijf. Door
energiebesparing kan het bedrijf verdienen en investering in nieuw vermogen
omschakelen naar investeringen in efficiencywinst. Ook Nuon en Essent kunnen dit
voorbeeld volgen.
Biomassacentrales (1000 MW)
KEMA heeft voor Greenpeace de mogelijkheden van 1000 MW aan
biomassacentrales in Nederland onderzocht. De studie concludeert dat dit een goed
alternatief kan zijn voor de bouw van een kolencentrale. Biomassa kan net als
steenkool dienen als basislast. Kleinere biomassacentrales kunnen ook
warmtekrachtkoppeling inzetten.
Rol van aandeelhouders
Als maatschappelijke aandeelhouder van een van de grootste Nederlandse
energiebedrijven heeft u een belangrijke verantwoordelijkheid voor de verduurzaming
van de Nederlandse energievoorziening. Uit het recente rapport Powering Profits:
profits, investments and fuel type mixes in the Dutch Power Sector (zie bijlage) blijkt
dat de energiebedrijven Nuon en Essent momenteel nauwelijks duurzame stroom
opwekken. Essent produceert slechts 15% procent van zijn stroom uit duurzame
bronnen, en Nuon produceert slechts 5% duurzaam. Ook concludeert het rapport dat
deze percentages nog lager zullen worden door de voorgestelde investeringen in
kolencentrales. Een duurzame energietoekomst lijkt daarmee verder weg dan ooit.
Ook blijkt uit het rapport dat in 2006 flinke sommen dividend zijn uitgekeerd. Voor
Essent gaat het om 380 miljoen euro. Voor Nuon gaat het om 325 miljoen euro.
Omdat de bedrijven de twee grootste CO2-emittenten van Nederland zijn, bent u als
aandeelhouder aan te wijzen als degene die verdient aan deze enorme CO2-uitstoot
en de daaruit voortkomende klimaatverandering. Dit schept de morele plicht u in te
zetten voor een duurzame energietoekomst. Kolencentrales passen daar niet in.
Greenpeace denkt dat er de komende maanden voldoende kansen liggen om de
investeringen stop te zetten, ten gunste van investeringen in duurzame energie,
energiebesparing en aardgas. Daarbij is wel de politieke steun van u als
aandeelhouders van Nuon en Essent nodig.
Wij willen u vragen bij de Raad van Bestuur van Nuon en Essent aan te dringen op:
- Het ontwikkelen van een schoon investeringsplan (met bijvoorbeeld
bovengenoemde alternatieven) met dezelfde energieopbrengst als de
voorgestelde kolencentrale (1100-1200 MW);
- Met dit alternatieve investeringsplan aan te kloppen bij VROM en EZ;
- De investering in een kolencentrale te annuleren, en te kiezen voor het schone
investeringsplan.
Daarnaast willen we u vragen bij VROM en EZ aan te dringen op:
- Het versterken van het Europese systeem van CO2-emissiehandel;
- het instellen van een belasting op CO2-emissies om voldoende zekerheid en level
playing field te krijgen voor schone investeringen totdat het systeem van
emissiehandel beter functioneert. Daarnaast kan gekozen worden voor een
brandstofbelasting op steenkool;
- Het opzetten van een effectief stimuleringssysteem voor duurzame energie dat
(met terugwerkende kracht) in werking treedt op 1 januari 2008;
- Actieve steun en mobilisering voor grote duurzame energieprojecten zoals het
energie-eiland in de Noordzee.
Uiteraard zijn wij bereid onze voorstellen in een (telefonisch) gesprek verder toe te
lichten.
Met vriendelijke groet,
Joris den Blanken
Campagneleider klimaat en energie Greenpeace Nederland
c.c. fracties in de provinciale staten en de gemeenteraad
bijlage: Rapport “Powering Profits: profits, investments and fuel type mixes in the
Dutch Power Sector” (SOMO, 2007)
Download