HOOFDSTUK 2 Dagelijkse leven in de prehistorie: jacht

advertisement
hoofdstuk 2
2
hoofdstuk
Dagelijkse leven in
de prehistorie: jacht en pluk
jacht en pluk
De eerste keer mee op jacht! Dat wordt toch
een bijz ondere dag voor jou, hé Roean!
Goed z o, dan
moeten we niet
alleen eieren
70
De volgende dag, heel vroeg, vertrekken de jagers. Z e praten niet, maar
communiceren met gebaren.
intussen.
Kijk eens aan! Kaipa
heeft al heel wat
bessen verz ameld!
jacht
jacht en
en pluk
pluk
hoofdstuk 2
Gestript!
a De rol van mannen en vrouwen voor de voedselvoorziening is even belangrijk. Kun je zien hoe?
b Vandaag gaan kinderen naar school en spelen ze in hun vrije tijd. Beschrijf wat de kinderen in
deze strip doen.
c Een gevangen dier is meer dan alleen maar vlees. Beschrijf wat deze mensen nog allemaal doen
met hun vangst.
d Dit verhaal speelt zich af in de steentijd. Veel werktuigen die overgebleven zijn, zijn immers van
steen. Betekent dit dat men alleen maar steen gebruikte? Geef uitleg.
e De mensen uit de strip blijven niet wonen op die plaats. Waarom trekken ze verder?
f Kijk naar de werktuigen in de strip. Wanneer kan dit verhaal zich hebben afgespeeld?
Duid dit aan op de tijdlijn.
prehistorie
oude steentijd
1 000 000
300 000
controle
over vuur
vuistbijl
stenen
punt
200 000
nieuwe steentijd
100 000
10 000
speerdrijver
landbouw
pijl en
boog
g Bekijk de strip. Duid aan over welk domein het hier vooral gaat. Gebruik je Janusje-van-alles.
71
jacht en
jacht
en pluk
pluk
hoofdstuk 2
ontrafeld
1 Voedsel verzamelen: niet zo simpel!
a Stel dat je in een verlaten bos terecht komt, zonder voedsel of materiaal. Zou jij kunnen overleven door eetbare paddenstoelen, bessen, insecten, planten of noten te verzamelen? Doe de test!
Zet een groen vinkje bij het eetbare en een rood kruis bij het giftige voedsel.
sprinkh
sneeuwbes
a an
brandnetel
hazelnoot
cantharel
vuilboombes
vingerhoedskruid
bosbes
rozenbottel
eikel
groene knolamaniet
morielje
Zou je overleven in het bos of ziek worden? Zou je sterven? Vraag het aan je leerkracht.
b Waar haalden de eerste mensen deze kennis vandaan?
c Niet elk seizoen is geschikt voor elke vorm van voedsel verzamelen. Welke verzamelwijze past
het beste bij welk seizoen?
1 vogeleieren roven
2 noten verzamelen
3 planten verzamelen
lente
4 insecten vangen
5 bessen plukken
6 slakken verzamelen
zomer
7 op klein wild jagen met een val
8 paddenstoelen plukken
9 zaden verzamelen
herfst
d Wat is het moeilijkste seizoen om voedsel te vinden? Hoe lost men dat op?
72
winter
jacht en
en pluk
pluk
jacht
hoofdstuk 2
e Verzamelden de eerste mensen wel effectief hun voedsel? Of leefden ze alleen van de jacht? Veel
bewijzen (bronnen) hebben we daar niet van.
Hoe komt dat?
2 Jacht
Ghmoer en Rahan achtervolgen al een tijdje een gea De jacht werd in de loop van de tijd steeds complexer.
wond edelhert. Door zijn
Plaats de volgende situaties in de juiste volgorde op de tijdlijn. wonde is het dier verzwakt
en raakt hij steeds meer
achter op de kudde. Bij een
Timoer maakt zich klaar.
In de zomer is de grond niet bevroren.
rustperiode slaan Ghmoer
Hij is samen met zijn
Op de trekroute van de bizons graven
en Rahan toe. Het dier heeft
broer en vader tot vlakbij
de mensen een kuil die ze bedekken
geen kracht meer om zich
het wil­de zwijn genaderd.
met dunne takken. Wanneer de diete verdedigen.
Timoer houdt zijn speer
ren langskomen, jagen ze hen op. Ze
klaar. Gisteren heeft hij
hebben geluk: één van de dieren valt
nog een pijlpunt geslain de kuil. Toumac maakt het dier af
gen. Met pezen is die
met zijn houten speer.
aan de stok bevestigd.
De vlijmscherpe pijlpunt
dringt diep in de huid
van het zwijn. Het zwijn
springt op, maar valt dan
neer.
2
1
3
Boeroek ziet een rendier in de verte. Hij kan het
niet naderen, want deze snelle dieren springen direct weg als ze iets horen of ruiken. Gelukkig heeft
Boeroek zijn speerdrijver. Hiermee kan hij zijn
speer verder en met meer kracht werpen. Een welgemikt schot en het dier raakt gewond in zijn flank.
4
prehistorie
oude steentijd
1 miljoen
300 000
200 000
100 000
nieuwe steentijd
10 000
73
hoofdstuk 2
jacht en
jacht
en pluk
pluk
mammoet
steenbok
bizon
Niet elk dier is even makkelijk te bejagen. Sommige dieren zijn te groot, te sterk, te snel, te
krachtig, leveren te veel vlees in één keer om tijdig te kunnen opeten voor het bederft, enzovoort.
b Welk dier zou jij bejagen? Waarom?
c Welk dier zou de prehistorische mens kiezen? Waarom?
d Bij de jacht komt heel wat kijken. Na de geslaagde jacht moet het dier geslacht worden. Elk deel
van het dier wordt verder gebruikt. Hieronder zie je prehistorische werktuigen en producten.
Klasseer ze op de juiste plaats in het proces.
jagen
slachten en verwerken
producten
1
3
2
schraper
pijlpunt
droogrek met vlees
4
5
benen naald
speerdrijver uit gewei
e Wat zouden jouw leeftijdsgenoten uit de prehistorie misschien nog gemaakt hebben?
74
jacht en
en pluk
pluk
jacht
hoofdstuk 2
3 Visvangst
a Archeologen hebben punten van harpoenen gevonden op plaatsen waar veel water is: kusten,
oevers van rivieren en grote meren. Kruis aan op welke waterdieren jij hiermee zou jagen.
b Maar ook de andere waterdieren werden gegeten. Hoe kunnen archeologen dat weten?
4Steenbewerking
Onze voorouders waren al heel handige werklui. Niet alleen hun werktuigen evolueerden in de
tijd, ook de techniek om ze te maken, verbeterde. Als steen werd meestal vuursteen gebruikt.
Vuursteen breekt gemakkelijk en bij het breken ontstaan scherpe randen. Je kunt het vergelijken
met glas.
kerntechniek
Van een blok steen worden stukken
afgeslagen, zodat er een werktuig
ontstaat. De afgeslagen schilfers worden weggegooid.
afslagtechniek
Van een blok steen worden met welgemikte slagen
stukken afgeslagen. Die afgeslagen stukken worden
verder verwerkt tot verschillende instrumenten.
a Schrap wat niet past en vergelijk.
Kerntechniek
Afslagtechniek
Hoeveelheid afval
veel / weinig
veel / weinig
Hoeveelheid product
veel / weinig
veel / weinig
Aantal slagen per hoeveelheid product
veel / weinig
veel / weinig
b Welke methode is de meest efficiënte? Waarom?
75
hoofdstuk 2
jacht en
jacht
en pluk
pluk
5 Vuur
Er zijn sporen gevonden
waaruit blijkt dat de
mens al 700 000 jaar
geleden vuur gebruikte.
a Waarom is vuur zo’n belangrijke ontdekking?
Schrijf je antwoorden
rond het vuur.
b Maak een top drie van wat jij het belangrijkste vindt voor iemand uit de prehistorie. Vergelijk dat met de resultaten van
de klas.
1
2
3
c Kijk naar het filmpje over vuur maken. In geen tijd maakt Diederik vlammen. Doe jij hem dat na?
6 Wonen
Dieren bleven niet altijd op dezelfde plaats. Ze verplaatsten zich volgens de seizoenen en de
mens ging achter hen aan. Mensen bleven dus niet altijd op dezelfde plaats wonen: ze waren
nomaden en verbleven in de buurt van de plaats waar het meeste voedsel te vinden was. Hun
woning was natuurlijk aangepast aan het milieu waar ze leefden.
a Verbind de juiste woning met het juiste milieu.
b Welke vorm van wonen is volgens jou de oudste? Waarom?
c Welke vorm van prehistorisch wonen zou er in jouw woonplaats teruggevonden kunnen worden?
Waarom?
d Wat was de belangrijkste functie van de woning?
76
jacht en pluk
hoofdstuk 2
7 Kledij
a Waarom weten we zo weinig over de kleren van de eerste mens?
b Ontwerp op een apart blad kledij voor een prehistorische man of
vrouw. Laat je inspireren door mensen die vandaag of tot voor kort
nog een nomadisch bestaan leidden. Houd rekening met de
beperkingen van het materiaal en met het klimaat, maar je
mag er wel iets moois van maken.
c Noteer wat je allemaal nodig hebt om je kleren te maken.
8 Dagelijks leven
a De gemiddelde levensverwachting in de oude steentijd was 50 jaar. Vandaag ligt die tussen de
70 en de 80 jaar. Waarom was de levensverwachting toen zo laag?
b Hier zie je enkele foto’s uit onze tijd. Schrijf naast de foto hoe het in de oude steentijd was. 77
hoofdstuk 2
jacht en
jacht
en pluk
pluk
KERN
Het grootste deel van zijn geschiedenis was de mens een jager-verzamelaar. Mensen hadden
geen vaste verblijfplaats. Ze volgden de dieren en leefden van roofbouw. Mensen zonder vaste
verblijfplaats noemen we nomaden. Tot op vandaag zijn er volkeren die een nomadisch bestaan
leiden.
De eerste mensen waren waarschijnlijk,
uit veiligheidsoverwegingen, eerder aaseters dan actieve jagers. De jacht verliep
niet altijd succesvol. In de winter en in
de ijstijden was overleven nog moeilijker. De pluk, het verzamelen van voedsel
(bessen, paddenstoelen, noten, insecten
…) was dan ook zeer belangrijk. Doordat
zowel man als vrouw een belangrijke taak
hadden bij de zorg voor voedsel, stonden
zij op gelijke voet. Met de ontdekking
van de landbouw (zie volgend hoofdstuk)
kwam daar verandering in.
De dieren die bejaagd werden, verschilden van seizoen tot seizoen.
Het doden van een dier was niet
gemakkelijk. Wel probeerden de
mensen om alles van een gevangen
dier te gebruiken. Naast het vlees
werden ook de huiden (kleding), de
beenderen (werktuigen, siervoorwerpen), de pezen (touw) en het vet
(brandstof) gebruikt.
78
jacht en
en pluk
pluk
jacht
hoofdstuk 2
Nomaden bouwden geen stevige huizen, maar leefden in grotten of andere plaatsen die een natuurlijke bescherming boden. Later maakten ze verplaatsbare tenten of primitieve hutten. De periode waarin
de mens een nomadisch bestaan had, noemen we
de oude steentijd. De naam verwijst naar de meest
gebruikte grondstof van de werktuigen, maar dit
betekent niet dat er geen ander materiaal gebruikt
werd. Naast stenen punten en vuistbijlen (het prehistorische mes) werden ook voorwerpen uit hout
en geweien gemaakt. Omdat die veel vlugger vergaan dan steen, zijn er maar heel weinig overblijfselen van. Om diezelfde reden weten we ook weinig
over de kledij van de nomaden.
De gemiddelde levensverwachting van de
prehistorische mens was bijzonder laag in
vergelijking met onze levensverwachting.
Dat kwam door de harde leefomstandigheden: de gevaarlijke jacht, de voortdurende
zoektocht naar voedsel, hoge kindersterfte, primitieve geneeskunde … De controle
over het vuur maakte het leven wat aangenamer en draaglijker. De Homo erectus
ontwikkelde als eerste technieken om vuur
te maken. Het vuur bood bescherming,
warmte en licht en het geroosterde vlees
zorgde voor een snellere vertering.
79
jacht en
jacht
en pluk
pluk
hoofdstuk 2
Historisch speur- en denkwerk
vuistbijl
Deze vuistbijl is gevonden in Amiens, in het noorden van Frankrijk, aan de
oever van de rivier de Somme.
Ze werd opgegraven rond 1905. De laag waar de vuistbijl werd gevonden, is
350 000 tot 300 000 jaar geleden gevormd. Daarom besluiten archeologen dat
ook deze bijl zo oud is.
Je ziet goed waar er stukken met een hamersteen afgeslagen zijn.
De vuistbijl is gemaakt van vuursteen. Ze is 17,5 cm lang en 3,5 cm dik.
Stap 1 Welk soort bron is het?Stap 2Is de bron primair of
secundair?
bronnen
geschreven
bronnen
ongeschreven bronnen
gesproken
bronnen
materiële
bronnen
primair
secundair
Wanneer en waar werd deze bron gevonden?
Wat is deze bron?
Hoe?
Hoe werd het gemaakt? Hoe heeft men het gebruikt?
Stap 4 Is de bron betrouwbaar?
80
Vind je deze vuistbijl een betrouwbare bron om te weten hoe de mens vroeger leefde?
Wat zouden mensen in die tijd met deze vuistbijl gedaan hebben?
Duid je voorkeur aan (archeologen weten het ook niet helemaal zeker).
Als gereedschap voor van alles en nog wat: graven, schrapen, hakken, snijden ...
Als een soort slagersmes bij het slachten van dieren.
Als een soort schopje om eetbare wortels uit te graven of een waterader te zoeken.
Als een soort projectiel om mee te werpen.
Als een kernstuk om bruikbare instrumenten af te slaan.
Wat?
Waarvoor?
Waar?
Wanneer?
Stap 3 Analyse van de bron
jacht en
en pluk
pluk
jacht
hoofdstuk 2
OVERZICHT
Mindmap
vuur
werktuig
taakverdeling (gelijkheid)
hulpmiddel
harde overlevingsstrijd
(lage levensverwachting)
vanaf 2,3 miljoen jaar geleden
tot 10 000 v. Chr.
oude steentijd
aaseters, daarna actieve jagers
niet altijd succesvol
vlees
huid
touw
…
jacht
pluk
klein en groot wild (teamwork)
bessen paddenstoelen insecten
prehistorie
oude steentijd
1 000 000
300 000
controle
over vuur
vuistbijl
stenen
punt
200 000
nieuwe steentijd
100 000
10 000
speerdrijver
landbouw
pijl en
boog
Kennen en kunnen
Je kent de begrippen jager-verzamelaar, nomade, steentijd, oude steentijd, vuursteen.
Je weet dat de mens in de oude steentijd leefde van het verzamelen van voedsel, van de jacht
en van visvangst.
Je kunt de evolutie van de jacht beschrijven.
Je kunt uitleggen welke producten een gevangen dier allemaal oplevert.
Je kunt uitleggen waarom mensen niet op eenzelfde plaats blijven wonen.
Je kunt uitleggen waarom we spreken over de steentijd.
Je kunt verklaren waarom vuur voor de mens zo belangrijk is.
Je kunt uitleggen waarom er gelijkheid was tussen man en vrouw.
Je weet waarom de prehistorische mens niet zo lang leefde.
81
Download