Biologie Samenvatting

advertisement
Biologie Samenvatting
Hoofdstuk 10 Je verandert
§1 Puberteit
Hoe noem je de verschillen tussen jongens en meisjes?
Alle kenmerken waarin meisjes en jongens verschillen, heten geslachtskenmerken.
De geslachtskenmerken die vanaf de geboorte zichtbaar zijn, heten de primaire
geslachtskenmerken. In de periode van 10 tot 16 jaar worden de verschillen tussen
jongens en meisjes groter. Dat is de puberteit.
De lichamelijke verschillen tussen jongens en meisjes die tijdens de puberteit
ontstaan, heten secundaire geslachtskenmerken. De verschillen tussen jongens en
meisjes in kleding, gedrag, denken en doen heten tertiaire geslachtskenmerken.
Hoe ontstaan de veranderingen in de puberteit?
De veranderingen in de puberteit ontstaan onder invloed van regelstoffen of
hormonen die worden gemaakt in hormoonklieren. De belangrijkste hormoonklier is
de hypofyse, die zit onder aan de hersenen. Hij geeft verschillende hormonen af aan
je bloed. Één daarvan zorgt aan het begin van de puberteit voor de productie van
geslachtshormonen. Bij jongens maken zaadballen het mannelijk geslachtshormoon
en bij meisjes maken de eierstokken het vrouwelijk geslachtshormoon. Dan ontstaan
de secundaire geslachtskenmerken.
In de puberteit ontwikkelen de tertiaire geslachtskenmerken zich ook veel sneller.
Wat verandert er in de puberteit?
In de puberteit krijg je een groeispurt, dat betekent dat je heel hard gaat groeien.
Doordat je spieren later gaan groeien dan je botten, beweeg je na de groeispurt vaak
wat slungelig.
Door verstopte talgklieren kun je jeugdpuistjes krijgen. Die puistjes noem je acne. Je
zweet gaat ook meer ruiken. Meisjes worden ongesteld en jongens krijgen
zaadlozingen. Vanaf dat moment kan je kinderen krijgen.
Welke levensfasen zijn er?
De levensfasen waarin je een mensenleven kan verdelen zijn:
1. baby
2. peuter
3. kleuter
4. kind
5. puber
6. volwassene
7. oudere
In elke fase vindt ontwikkeling plaats:
Lichamelijke ontwikkeling is de groei en veranderingen van het lichaam.
Dat is bijv. de ontwikkeling van spieren.
Geestelijke ontwikkeling is de groei en ontwikkeling in wat je met je
verstand kan en doet. Dat is bijv. leren praten en lezen.
§2 Wauw, ik groei!
Waardoor groei je?
In de eerste maanden na de geboorte groei je vooral door voedingsstoffen. Daarna
gaat de groeihormoon een belangrijke rol spelen. Dat groeihormoon wordt in de
hypofyse gemaakt en komt dan in het bloed terecht om door je hele lichaam te
stromen. Alleen je botcellen reageren op dit hormoon en daar gaan de botcellen zich
delen: celdeling. Zo ontstaan er dan twee nieuwe cellen die zich als ze zijn
uitgegroeid weer delen. Door celdeling en celgroei groeit je lichaam.
In het celmembraan (buitenkant
van de cellen) van een cel zitten
bepaalde instulpingen met
verschillende vormen. Elk soort
hormoon heeft een aparte vorm.
Past een hormoon op het
celmembraan, dan reageert de
cel en gaat aan het werk (links).
Waardoor groei je zo hard in de puberteit?
In de puberteit geeft de hypofyse extra groeihormoon af
waardoor de groeispurt begint. Vooral de botten in je
armen en benen groeien dan heel snel en dan vooral
aan het uiteinde van de botten waar groeischijven zitten.
Daar zitten cellen die zich delen en met het extra
groeihormoon delen ze nog harder waardoor je groeit.
Rechts zijn op het plaatje de groeischijven oranje.
De geslachtshormonen die je tijdens de puberteit maakt,
zorgen dat de kraakbeencellen verbenen. De
groeischijven van kraakbeen veranderen dan in been.
Been is veel harder dan kraakbeen. Celdeling is dan niet
meer mogelijk en de groei stopt. Aan het einde van de puberteit zijn al je
groeischijven van been.
Jongens worden gemiddeld langer dan meisjes omdat ze later beginnen aan de
groeispurt en dus in het begin al langer zijn en omdat hun groeispurt langer duurt/
intensiever is.
§3 Samen zijn
Wat betekent vriendschap voor jou?
Voor vriendschap zijn dingen als eerlijkheid, vriendelijkheid, betrouwbaarheid en
meeleven met elkaar belangrijk.
Door je vrienden leer je ook jezelf steeds een beetje beter kennen. Bijv. je
muzieksmaak, kledingsmaak, gevoelens onder woorden brengen en wie je kan
vertrouwen en wie niet.
Ruzies moet je uitpraten. Als je laat zien dat je het standpunt van de ander
respecteert, kan je vriendschap zelfs sterker worden.
Vriend of vriendin gezocht?
Op school, sport- en hobbyclubs maak je de meeste vrienden.
Contact houden met je vrienden kan bijv. ‘face to face’, door te chatten, te Sms’en, te
bellen of te e-mailen.
Wanneer ben je verliefd?
Als je verliefd bent, kan je een raar gevoel in je buik krijgen, een beetje zenuwachtig
zijn, trillen en niet goed uit je woorden komen. Je voelt je rusteloos en wilt de ander
steeds zien. Je gedachten dwalen af en je denkt de hele tijd aan hem of haar.
Als een jongen op een meisje verliefd wordt of andersom, dan is diegene
heteroseksueel. Als een jongen op een jongen verliefd wordt of een meisje op een
meisje, dan heb je het over een homoseksuele relatie. Als je op zowel een jongen als
een meisje verliefd kan worden, dan heet dat biseksueel.
Homoseksuele jongeren vinden het vaak moeilijk om te moeten vertellen dat ze op
iemand van hetzelfde geslacht verliefd zijn, want sommige mensen om hen heen
vinden dat raar. Het is belangrijk dat je er met iemand over kan praten (bijv. je ouders
of beste vriend(in)).
§4 Ziek van de liefde
Wat zijn soa’s?
Een soa is een seksueel overdraagbare aandoening. Het zijn ziektes die je door seks
kunt krijgen en zijn besmettelijk. De meeste soa’s komen door besmetting met
bacteriën en virussen.
Soa’s worden vaak overgedragen door onveilig vrijen. Dat is bijv. als je zonder
condoom seks hebt of door orale seks. Aids, hepatitis B en syfilis kunnen ook via
bloed worden overgedragen. Je kan niet besmet raken van iemands hoestbui of door
een deurknop aan te raken die een besmet persoon ook heeft aangeraakt.
Schaamluis en genitale wratten kan je wel oplopen via kleren, lakens of handdoeken.
Chlamydia is één van de vaakst voorkomende soa’s in Nederland.
Wat moet je doen als je een soa denkt te hebben?
Een soa gaat nooit vanzelf over.
Soa’s worden veroorzaakt door virussen, bacteriën, schimmels of insecten. Aids is de
enige dodelijke soa (in het boek) en candida, genitale wratten en platjes zijn
helemaal ongevaarlijk.
Virus
Bacterie
Schimmel
insect
Aids
Chlamydia
Candida
Platjes (schaamluis)
Genitale wratten
Druiper
Hepatitis B
Syfilis
herpes
Veel klachten kan je zelf vrijwel meteen merken. Dat zijn:
afscheiding uit de penis of vagina (chlamydia en druiper)
jeuk of branderig gevoel (bij het plassen) (candida, chlamydia en druiper)
blaasjes, wratjes of zweertjes rond en in de penis of vagina (herpes, genitale
wratten of syfilis)
Als je een soa denkt te hebben, moet je meteen naar een arts gaan die dan een
soa-test doet. Met een bloedtest kan een arts syfilis, hepatitis B of het aidsvirus
aantonen.
Als je een soa blijkt te hebben, moet je meteen je vriend(in) waarschuwen, want die
heeft het dan misschien ook.
Wat zijn de gevolgen van besmetting met het aidsvirus?
Aids is een nog steeds ongeneeslijke soa die veroorzaakt wordt door een virus: hiv of
aidsvirus. Het aidsvirus dringt witte bloedcellen die antistoffen maken binnen. In die
cellen vermeerdert het virus zich. Als iemand denkt dat hij besmet is met het
aidsvirus, dan kan hij een hiv-test laten doen. Een arts bepaalt dan of er antistoffen
tegen het virus in het bloed zitten. Is de test positief, dan heeft diegene het virus in
z’n bloed en is dan seropositief.
Bijna iedereen die seropositief is, krijgt uiteindelijk aids. Dan heeft het virus zo veel
witte bloedcellen gesloopt, dat je afweer niet meer goed werkt en dan kunnen ziektes
waar je normaalgesproken wel tegen kan dodelijk worden. Mensen met hiv krijgen
hiv-remmers voorgeschreven. Die vertragen het vermeerderen van het aidsvirus.
Je kan op drie manieren besmet raken met het aidsvirus:
1. onveilig vrijen met iemand die seropositief is of aids heeft (vooral bij
homoseksuele mannen).
2. contact tussen jouw bloed met het bloed van iemand die seropositief is of aids
heeft (bij bijv. bloedtransfusie of besmette naalden bij drugsgebruik)
3. van moeder op kind, door contact tussen het besmette bloed van de moeder
en het bloed van de baby.
Hoe kun je een soa voorkomen?
Door veilig vrijen is de kans om een soa op te lopen of door te geven het kleinst. Je
vrijt veilig als je:
Elkaar streelt, tongzoent, knuffelt, jezelf bevredigt of elkaar met de hand
bevredigt.
Bij geslachtsgemeenschap een condoom gebruikt.
Mensen gebruiken niet altijd een condoom, want daar praten ze niet graag over en
sommigen vinden het vrijen met condoom niet fijn.
§5 Veranderen
Hoe ga je om met de verandering?
In de puberteit verandert je lichaam opeens heel snel. Het ontstaan van secundaire
geslachtskenmerken worden geregeld door hormonen. Als die biologische
veranderingen hebben een grote invloed op hoe je leeft en je gedraagt. Meisjes
krijgen bijv. borsten waardoor ze een bh gaan dragen. Jongens krijgen bijv.
baardgroei waardoor ze zich gaan scheren.
Niet bij iedereen verlopen de veranderingen in hetzelfde tempo.
Bij al die veranderingen komen ook veranderende gevoelens.
Man of vrouw?
Of je man of vrouw bent hangt af van je biologische kenmerken. Hoe je je kleedt en
gedraagt hangt meestal af van je cultuur.
In sommige culturen zijn er rituelen voor als je volwassen wordt. Vanaf dat moment
wordt er vaak van je verwacht dat je je op een bepaalde manier kleedt.
Wat als je helemaal wilt veranderen?
Sommige mensen voelen zich niet thuis in hun lichaam. Een man wil dan bijv. liever
een vrouw zijn of andersom. Deze mensen noem je transseksueel. Ze kunnen dan
besluiten een geslachtsveranderende operatie te ondergaan om van geslacht te
wisselen.
§Verdieping Aids
Hoe is aids ontstaan?
In 1980 werd in de VS een zeldzame vorm van longontsteking en van kanker
gevonden. Het ging vooral om homoseksuele mannen. De twee ziektes werden
allebei veroorzaakt door een verminderde afweer. Het bleek om een virus te gaan.
Aids is een aandoening waarbij de afweer tekort schiet, waardoor allerlei
ziekteverschijnselen kunnen optreden.
De ziekte bleek in veel meer landen voor te komen. De veroorzaker is hiv. Het virus
komt vermoedelijk van chimpansees in Afrika en verspreidde zich razendsnel. In veel
ontwikkelingslanden is het inmiddels een epidemie.
In 1996 werd UNAIDS opgericht. Deze organisatie houdt zich wereldwijd bezig met
de bestrijding van aids. Pas toen er goede hiv-remmers werden ontwikkeld,
veranderde de dodelijke ziekte in een chronische ziekte.
Bron 2:
Besmetting met hiv kun je oplopen door:
1. het hebben van onveilige seks, dus zonder condoom.,
2. inspuiten van drugs met eerder gebruikte naalden,
3. overdracht tijdens de zwangerschap of bevalling van seropositieve moeder op
kind,
4. overdracht via borstvoeding van moeder naar kind,
5. bloedtransfusie met besmet bloed.
Hoe groot is het probleem?
Er wordt geschat dat er in 2006 over de hele wereld zo’n 40 miljoen mensen besmet
waren met aids. 90% daarvan leeft in ontwikkelingslanden en de meeste
besmettingen komen door homoseksuele contacten.
Vooral ontwikkelingslanden worden erdoor getroffen doordat:
er is een groot tekort aan condooms
er is een groot gebrek aan seksuele voorlichting
veel (jonge) vrouwen, bijv. in Afrika, trouwen met oudere mannen. Oudere
mannen hebben een grotere kans om besmet te zijn dan jongere mannen
veel mannen hebben seks met meerdere vrouwen
seks en aids zijn een taboe in veel landen, waardoor voorlichting en
behandeling moeizaam gaan.
90% van de mensen in ontwikkelingslanden weten niet of ze seropositief zijn
Slechts 20% van de mensen die hiv-remmers nodig hebben, krijgen die ook
Download