t20225nl-34-CC075-200801 ISOLEREN VAN

advertisement
BESTEKTEKST
ISOLEREN VAN DEKVLOEREN EN BETONPLATEN
1.00 VOORAFGAANDE BEPALINGEN
1.01 Toepassingsgebied
1.01.1 Thermisch isoleren van standaard betonplaten 
Deze voorschriften voor het bouwbestek beschrijven de toepassing van een thermische isolatie van geëxtrudeerd polystyreen
onder een betonplaat en bestemd voor gebruik in woningen.
1.01.2 Thermisch isoleren van zware betonplaten 
Deze voorschriften voor het bouwbestek beschrijven de toepassing van een thermische isolatie van geëxtrudeerd polystyreen
onder een betonplaat en bestemd voor industrieel gebruik.
1.01.3 Thermisch isoleren van dekvloeren 
Deze voorschriften voor het bouwbestek beschrijven de toepassing van een thermische isolatie van geëxtrudeerd polystyreen
onder een traditionele zwevende of droge dekvloer (type Knauf Vidifloor of Aquapanel floor).
1.01.4 Thermisch en akoestisch isoleren van dekvloeren 
Deze voorschriften voor het bouwbestek beschrijven de toepassing van een thermische of akoestische isolatie van glaswol
onder een traditionele zwevende dekvloer.
1.01.5 Thermisch isoleren van dekvloeren met vloerverwarming 
Deze voorschriften voor het bouwbestek beschrijven de toepassing van een thermische isolatie van geëxtrudeerd polystyreen
onder een zwevende dekvloer voorzien van een vloerverwarming. Dit systeem bestaat uit een buigzaam leidingsysteem
verdeeld over de isolatieplaten en bestemd om te worden verzonken in een traditionele dekvloer of een vloer van het type Knauf
anhydriet.
2.00 TECHNISCHE VEREISTEN
2.01 Akoestische vereisten
In overeenstemming met de geldende Belgische en Europese normen en de bijzondere richtlijnen van het bureau akoestiek.
2.02 Thermische vereisten
In overeenstemming met de geldende Belgische of Europese normen.
3.00 ALGEMEEN
3.01 Algemene aanbevelingen
De verschillende materialen vormen samen een systeem en moeten dus door dezelfde fabrikant worden geleverd. De
toepassing moet in overeenstemming zijn met de technische beschrijvingen van de fabrikant. De van kracht zijnde Belgische en
Europese normen alsook de aanbevelingen en andere technische voorlichtingen van het WTCB zijn strikt van toepassing.
De gebruikte isolatiematerialen zijn conform de Europese normen, met name de norm EN13162 voor minerale wol, norm
EN13164 voor geëxtrudeerd polystyreen en norm EN 13168 voor houtwolplaten.
3.02 Bijzondere aanbevelingen
De onderaannemer dient de onderstaande aanwijzingen waarvoor hij bevoegd is te verifiëren. Indien niet aan de voorwaarden
kan worden voldaan, dan zal de onderaannemer de opdrachtgever inlichten die dan maatregelen zal nemen.
De locaties waar de isolaties worden geplaatst moeten schoon en droog zijn en vrij van afvalresten die de prestaties kunnen
aantasten (koudebrug, gebrek in de afdichting, puin dat scheuren kan veroorzaken enz.).
4.00 MATERIALEN
4.01 Isolatie 
4.01.1 Isolatie van geëxtrudeerd polystyreen Knauf POLYFOAM C-350 A    
Harde oranjekleurige isolatieplaat van geëxtrudeerd polystyreen bestemd voor de isolatie van spouwmuren, vloeren, platte
daken of Sarkingdaken alsook funderingen.
De platen worden onder samentrekbare polyethyleenfolie verpakt en op spieën gelegd. De producten bezitten twee ATGcertificaten (ATG Product + ATG Spouwmuren) afgeleverd door de BUtgb, wat aanleiding geeft tot een tienjarige waarborg. Ze
zijn afgestempeld met het CE-logo.
Knauf Parc Industriel 1 B-4480 Engis Tél : 04 273 83 11 Fax : 04 273 83 30 www.knauf.be
CC75-200708 1
Technische gegevens :
Lambda-waarde λd = 0,034 W/m.K (≤60 mm) - 0,036 W/mK (andere diktes)
Reactie bij brand = E conform EN 13501-1
Waterdoorlatendheid µ = ≈150
Type van plaatranden: LJ = sponning aan de 4 kanten
Druksterkte met 10% vervorming: > 300 kPa
Tolerantieklasse : T1 (dikte)
Afmetingen van de platen: 1250 x 600 / 2500 x 600 (afhankelijk van het randtype)
Dikte (in mm) : [aanvullen]
Rd (m².K/W)
Dikte (mm)
Breedte (mm)
Lengte (mm)
0,85
1,15
1,45
1,75
2,20
2,75
30
40
50
60
80
100
600
600
600
600
600
600
1250
1250
1250
1250
1250
1250
4.01.2 Isolatie van geëxtrudeerd polystyreen Knauf POLYFOAM C-500 A  
Harde oranjekleurige isolatieplaat van geëxtrudeerd polystyreen bestemd voor de isolatie van dekvloeren of andere
toepassingen die een hoge druksterkte behoeven.
De platen worden onder samentrekbare polyethyleenfolie verpakt en op spieën gelegd. De producten zijn gecertifieerd met een
ACERMI-certificaat. Ze zijn afgestempeld met het CE-logo.
Technische gegevens :
Lambda-waarde λd = 0,035 W/m.K (≤ 60 mm) 0,037 W/m.K (80 mm)
Reactie bij brand = E conform EN 13501-1
Waterdoorlatendheid µ = ≈150
Type van plaatranden: LJ = sponning aan de 4 kanten
Druksterkte met 10% vervorming: > 500 kPa
Tolerantieklasse : T1 (dikte)
Afmetingen van de platen: 1250 x 600
Dikte (in mm) : [aanvullen]
Rd (m².K/W)
Dikte (mm)
Breedte (mm)
Lengte (mm)
1,40
1,70
2,15
50
60
80
600
600
600
1250
1250
1250
4.01.3 Isolatie van glaswol met EcoseTechnology Knauf TPT 01 / TPT 01S  
Onbeklede glaswolplaten met hoge dichtheid. Ze worden speciaal ontwikkeld als isolatie tegen impactgeluiden van de vloer en
voor de uitvoering van zwevende dekvloeren in het raam van renovaties of nieuwbouw. De maximaal toelaatbare belasting van
de vloer bedraagt 3,5 kPa. De randisolatie wordt uitgevoerd met 10 mm dikke glaswolbanden, beschikbaar met breedte van 100
of 150 mm (TPT 01S).
De isolatie is niet hygroscopisch, niet corrosief, niet capillair en schimmelwerend. Hij mag geen voedingsbodem voor ongedierte
worden De platen worden in plastic zakken verpakt. De producten bezitten een ATG-certificaat afgeleverd door de BUtgb, wat
aanleiding geeft tot een tienjarige waarborg. Ze zijn afgestempeld met de CE- en Keymark-logo’s (Europees kwaliteitslabel).
Technische gegevens :
Lambda-waarde λd = 0,032 W/m.K
Reactie bij brand Euro brandklasse : A2
Weerstand tegen dampdiffusie µ ≤ 1
Dikte (in mm) : [aanvullen]
Rd (m².K/W)
Dikte (mm)
Breedte (mm)
Lengte (mm)
0,60
0,75
0,90
1,05
20
25
30
35
600
600
600
600
1250
1250
1250
1250
Knauf Parc Industriel 1 B-4480 Engis Tél : 04 273 83 11 Fax : 04 273 83 30 www.knauf.be
CC75-200708 2
1,25
40
600
1250
5.00 UITVOERING
5.01 Voorbehandeling van de ondergrond
De ondergrond wordt schoongemaakt met een stofzuiger of een borstel om alle stoffen of vreemde lichamen te verwijderen die
de stabiliteit of de thermische en akoestische prestaties van de isolatie in het gedrang kunnen brengen. Openingen worden
bijgewerkt en eventuele leidingen zorgvuldig bevestigd.
Men zal bovendien nagaan of er een doeltreffende vochtwerende laag voorhanden is alsook zal men de vochtigheidsgraad van
de ondergrond controleren. Als zich een vochtprobleem zou voordoen, wordt een onderzoek gestart om naderhand aangepaste
maatregelen te nemen. Vloeren in contact met de grond en betonplaten worden vooraf bedekt met een PE-folie met een dikte
van 0,2mm. De aannemer zorgt voor een overlapping van minstens 20 cm tussen elke baan.
Het legoppervlak is perfect vlak of moet perfect geëffend worden overeenkomstig de richtlijnen van de fabrikant. Oude houten
plankenvloeren worden bedekt met een vel golfkarton. Afhankelijk van de vastgestelde oneffenheden zal de aannemer zorgen
voor een specifieke behandeling overeenkomstig onderstaande tabel. De uitvoering van deze producten is overeenstemming
met de richtlijnen en de technische beschrijvingen van de fabrikant.
Oneffenheden in ruwe vloer
Behandeling
≤ 10mm
van 10 tot 15mm
van 10 tot 35mm
> 20mm
Egalisatie massa type Knauf 315
Speciale egalisatie type Knauf 415
Speciale egalisatie type Knauf 425
Droge egalisatie Knauf
5.02 Plaatsen van de isolatie
5.02.1 Plaatsen van de isolatie onder een betonplaat  
De platen, voorzien van sponningen aan de vier kanten, worden overhoeks verspringend en perfect aansluitend gelegd. Voordat
de dekvloer wordt gestort, zal een polyethyleenfolie van 0,2 mm over het gehele oppervlak van de isolatie worden geplaatst om
te voorkomen dat er beton tussen de plaatvoegen zou gaan vloeien. De aannemer zorgt voor een overlapping van minstens 20
cm tussen elke baan.
5.02.2 Plaatsen van de isolatie onder een dekvloer 
De polystyreenplaten worden perfect aansluitend op de ondergrond of in het geval van een ondergrond in contact met de grond
eventueel op de PE-folie gelegd. De platen worden overhoeks verspringend en zonder onderbrekingen gelegd. Voordat de
dekvloer wordt uitgevoerd, zal een scheidingsband aan de randen van het lokaal aangebracht. Deze wordt doorlopend geplaatst
om elk contact tussen dekvloer en ruwbouw te voorkomen.
Bij vochtige dekvloeren op basis van beton wordt eveneens een polyethyleenfolie van 0,2 mm over het gehele oppervlak van de
isolatie alsook tegen de randopstanden geplaatst om eventueel wegvloeien van beton tussen de plaatvoegen te voorkomen. Een
minimale overlapping van 20 cm tussen elke baan is verplicht. Overtollig materiaal wordt met een Stanleymes na het leggen van
de bevloering weggesneden.
5.02.3 Plaatsen van een isolatie van glaswol onder een dekvloer 
Scheidingsbanden worden voorafgaandelijk aan de rand rondom het lokaal aangebracht. Ze worden doorlopend gelegd en
voorkomen hard contact tussen de isolatie en de ruwbouw.
De glaswolplaten worden vervolgens perfect aansluitend op de ondergrond of bij een ondergrond tegen grond op de PE-folie
gelegd. De platen moeten overhoeks verspringend en zonder enige onderbreking worden geplaatst. Als de vloer in gebruik blijft
voordat de dekvloer wordt uitgevoerd zullen er op de loopzones voorlopig houten planken worden gelegd. Bij traditionele
dekvloeren wordt eveneens een polyethyleenfolie van 0,2 mm over het gehele oppervlak van de isolatie alsook tegen de
randopstanden geplaatst om eventueel wegvloeien van beton tussen de plaatvoegen te voorkomen. De aannemer zorgt voor
een overlapping van minstens 20 cm tussen elke baan. Overtollig materiaal wordt na het leggen van de bevloering
weggesneden.
5.02.4 Plaatsen van een isolatie onder een dekvloer met vloerverwarming 
De isolerende platen moeten overhoeks verspringend worden gelegd, perfect aansluitend en zonder onderbrekingen. De randen
worden aan de vier zijden voorzien van een sponning. Voordat de dekvloer wordt uitgevoerd, zal een scheidingsband aan de
randen van het lokaal gelegd. Deze wordt doorlopend geplaatst om elk contact tussen dekvloer en ruwbouw te voorkomen.
Een polyethyleenfolie van 0,2 mm wordt vervolgens over het gehele oppervlak van de isolatie alsook tegen de randopstanden
geplaatst om eventueel wegvloeien van beton tussen de plaatvoegen te voorkomen. Een minimale overlapping van 20 cm
tussen elke baan is verplicht. Overtollig materiaal wordt met een Stanleymes na het leggen van de bevloering weggesneden.
De verwarmingsbuizen worden rechtstreeks tegen de isolatie doorheen de polyethyleenfolie bevestigd, overeenkomstig de
voorschriften van de fabrikant van het verwarmingssysteem. De bedekking van de buizen is afhankelijk van het type van
dekvloer en de aanbevelingen van de fabrikant.
Knauf Parc Industriel 1 B-4480 Engis Tél : 04 273 83 11 Fax : 04 273 83 30 www.knauf.be
CC75-200708 3
Download