EXAM LINEAR ALGEBRA B RE-TAKE (25-05-2010) Voor de Nederlandse tekst van dit tentamen zie ommezijde. • On each sheet of paper you hand in write your name and student number • Use a new sheet of paper for each problem • Do not provide just final answers. Prove and motivate your arguments! • The use of computer, calculator, lecture notes, or books is not allowed Problem A (25 points) Let T : V → W be a linear transformation between finitedimensional vector spaces. Let v1 , · · · , vk be a basis for ker(T ) and w1 , · · · , wm a basis for Im(T ). (1) What is a vector? (2) Prove that there exist m vectors u1 , · · · , um in V such that for 1 ≤ i ≤ m holds T (ui ) = wi and v1 , · · · , vk , u1 , · · · , um is a basis for V . (3) Prove that dim(V ) = dim(ker(T )) + dim(Im(T )). Problem B (15 points) Let V be a finite-dimensional inner product space and E ⊆ V a subspace. Prove that (E ⊥ )⊥ = E. Problem C (25 points) The parts in this problem are unrelated. 2 1 1 (1) Orthogonally diagonalize the matrix 1 2 1 . 1 1 2 (2) Find a diagonalization of the quadratic form Q : R3 → R given by Q[x] = 6x21 + 4x1 x2 + 2x1 x3 − x22 − 4x2 x3 + 10x23 . Problem D (35 points) For each of the following statements decide if it is true or false. Give a short argument to support your answer. (1) Any linear transformation T : R17 → R16 is not injective. (2) Let D be a diagonalization of a quadratic form Q[x] : Rn → R. If for all x ∈ Rn holds that if Q[x] = 0 then x = 0, then the sum of the diagonal entries of D can never be equal to 0. (3) The product of two normal matrices in Mn (C) is normal. (4) There exists a bijective function from R2 to R3 . (5) There are only finitely many linear transformations T : R10 → R10 . (6) Every matrix M ∈ Mn (C) can be written as M = U T U ∗ where T is upper triangular and U unitary. (7) Let V be an inner product space and E ⊆ V a subspace. If P is the orthogonal projection of V onto E then P satisfies P ∗ = P . 1 EXAM LINEAR ALGEBRA B RE-TAKE (25-05-2010) 2 Hertentamen Lineaire Algebra B (25-05-2010) Please turn over for the English text of this exam. • Schrijf op ieder vel papier dat je inlevert je naam en studentnummer. • Gebruik een nieuw vel papier voor iedere opgave. • Geef niet alleen eindantwoorden. Bewijs en motiveer je beweringen! • Het gebruik van computers, rekenmachines, dictaten en boeken is niet toegestaan. Opgave A (25 punten) Laat T : V → W een lineaire afbeelding tussen eindigdimensionale vectorruimtes zijn. Laat v1 , · · · , vk een basis voor ker(T ) zijn en w1 , · · · , wm een basis voor Im(T ). (1) Wat is een vector? (2) Bewijs dat er m vectoren u1 , · · · , um in V bestaan zodat voor 1 ≤ i ≤ m geldt dat T (ui ) = wi en v1 , · · · , vk , u1 , · · · , um een basis is voor V . (3) Bewijs dat dim(V ) = dim(ker(T )) + dim(Im(T )). Opgave B (15 punten) Laat V een eindigdimensionale inproductruimte zijn en E ⊆ V een deelruimte. Bewijs dat (E ⊥ )⊥ = E. Opgave C (25 punten) De onderdelen van deze opgave zijn onafhankelijk van elkaar. 2 1 1 (1) Orthogonaal diagonaliseer de matrix 1 2 1 . 1 1 2 (2) Vind een diagonalisatie van de kwadratische vorm Q : R3 → R gegeven door Q[x] = 6x21 + 4x1 x2 + 2x1 x3 − x22 − 4x2 x3 + 10x23 . Opgave D (35 punten) Geef voor elk van de volgende uitspraken aan of zij juist of onjuist is. Geef een korte redenering om je antwoord te ondersteunen. (1) Geen enkele lineaire afbeelding T : R17 → R16 is injectief. (2) Laat D een diagonalisatie van een kwadratische vorm Q[x] : Rn → R zijn. Als voor alle x ∈ Rn geldt dat als Q[x] = 0 dan x = 0, dan kan de som van de diagonaalelementen van D nooit gelijk zijn aan 0. (3) Het product van twee normale matrices in Mn (C) is normaal. (4) Er bestaat een bijectieve functie van R2 naar R3 . (5) Er bestaan slechts eindig veel lineaire afbeeldingen T : R10 → R10 . (6) Iedere matrix M ∈ Mn (C) kan geschreven worden als M = U T U ∗ waarbij T een bovendriehoeksmatrix is en U een unitaire matrix. (7) Laat V een inproductruimte zijn en E ⊆ V een deelruimte. Als P de orthogonale projectie van V op E is dan voldoet P aan P ∗ = P .