Derde mening Twee van de drie patiënten komen op de afdeling Maag, Darm, Lever van Erasmus MC terecht via hun specialist. Ze zijn doorverwezen voor een third opinion. Drie voorbeelden van zo'n derde mening, over kwaal en aanpak. Voorbeeld 1: Ziekte van Crohn Aanvrager: MDL-arts Rotterdams ziekenhuis. Patiënt: 22-jarige vrouw uit Baren­drecht. Reden: therapie­ resistentie ziekte van Crohn Haar klacht In 1995, als ze zeventien jaar oud is, krijgt Agnes Bakker te horen dat ze lijdt aan de ziekte van Crohn, een chronische ontsteking van zowel de dunne als de dikke darm. Door de ontsteking heeft ze constant diarree, soms wel zes keer per dag. Daar komt bij dat een vernauwing in de darm de stoelgang pijnlijk maakt. En haar darmwand neemt sommige voedingsstoffen niet goed op. Bloed­ armoede, vitaminegebrek en ge­wrichts­klachten zijn het gevolg. 26 februari/maart 2003 Monitor Agnes’ gewicht schommelt rond de 42 kilo, ongeveer dertien kilo onder het normale ge­wicht van iemand van haar lengte (1.61 meter). Ze is chro­ nisch moe, heeft haaruitval en wordt niet meer ongesteld. Haar sociale leven heeft eronder te lijden. Door de pijn en diarree durft ze nauwelijks meer de straat op. Uiteindelijk is ze gestopt met de opleiding aan de kunstacademie en zit ze al maanden thuis, bij haar ouders. De behandeling Een jaar na de diagnose in '95 ligt Agnes op de OK in een algemeen Rotterdams ziekenhuis voor een ileocoecaal resectie: vijftig centimeter van het uiteinde van de dunne darm wordt verwijderd. Het gaat een tijd goed, maar in 1998 steekt weer een ontsteking de kop op rond de nieuwe verbindingsplaats tussen dikke en dunne darm. Deze anastomosale colitis wordt met medicijnen te lijf gegaan. Toch blijkt in 2000 een volg­ de operatie nodig, vanwege een ver­ nauwing in het ‘nieuwe’ einde van de dunne darm. Nog eens dertig centi­ meter extra gaat eraf. Helaas is het datzelfde jaar weer raak, de Crohn vlamt op en Agnes wordt in ver­ zwakte toestand in het ziekenhuis opgenomen, nog maar 40 kilo zwaar. Omdat geen van de gebruikelijke behandelingen meer lijkt te werken, plaatst haar MDL-arts Agnes over naar Erasmus MC. Weten zij nog een intensieve aanpak? weer meer eetlust en komt ziender­ ogen aan, ook dankzij de elementaire voeding. De bijwerkingen van alle medicijnen (dubbelzien, hoofdpijn) neemt de jonge vrouw voor lief, als ze na drie weken weer aanzienlijk opgeknapt naar huis gaat. Als onder­ houdsdosis krijgt Agnes nu elke twee maanden op de polikliniek een infliximab-infuus. Derde mening De MDL-artsen in Erasmus MC schrijven Agnes infliximab voor, een immunotherapie die alleen in zieken­ huizen wordt toegediend en die onder een afwijkende vergoedingsre­ geling valt. De stof neutraliseert de Tumor Necrose Factor (TNF) in het bloed, die bij patiënten met de ziekte van Crohn meer voorkomt en die de ontsteking van het darmslijmvlies in stand houdt. Om tegelijk het afweer­ systeem te onderdrukken, krijgt ze methotrexaat voorgeschreven. Deze combinatietherapie slaat bij Agnes wonderbaarlijk goed aan. Ze krijgt Bij elkaar te rade In de gezondheidszorg is de ‘second opinion’ allang ingeburgerd. Patiënten die twijfelen aan de diagnose of behandeling van hun specialist, hebben het recht een consult aan te vragen bij een onafhankelijke (tweede) arts. Maar de zogenaamde third opion (huisarts, specialist, specialist) komt veel vaker voor: deskundigen die bij elkaar te rade gaan, voor advies over een patiënt. En dat doen ze continue: bij vakgenoten ‘in huis’, of elders. Bijvoorbeeld in een academisch medisch centrum, waar de ervaring met een zeldzame of chronische aandoening vaak groter is. Tekst: Suzanne Odijk maag, darm, lever Beeld: Levien Willemse specialistenadvies Voorbeeld 3: Leverkanker Aanvrager: internist Utrechts streek­ziekenhuis. Patiënt: 55-jarige man uit Ermelo. Reden: verdenking hepatocellulair carcinoom Voorbeeld 2: Darmpoliepen Aanvrager: MDL-arts Brabants streekziekenhuis. Patiënt: 45-jarige man uit Tilburg. Reden: adenomateuze colonpoliepen, mogelijk erfelijke aandoening Zijn klacht Zestien jaar geleden is Redouane Azough uit Marokko naar Nederland gekomen. Hij werkt in een slagerij en is nooit ziek. Allergisch voor melk en melkproducten, dat is eigenlijk het enige waar hij last van heeft. Tot hij, nu een jaar geleden, buikklachten krijgt. Soms moet hij wel vijf keer op een dag naar het toilet; de ontlasting is brijig, maar zonder bloed. De huis­ arts stuurt de heer Azough naar een specialist. De behandeling Een MDL-arts van een Brabantse streekziekenhuis voert een coloscopie uit om te zien wat de oorzaak van de klachten is. Via de anus brengt hij een flexibele slang met minicamera bij de patiënt naar binnen. De beel­ den zijn direct, 'live', op een monitor te zien. De arts constateert dat er rectaal en sigmoïd, dus in de endel­ darm en het laatste deel van de dikke darm, veel poliepen zitten: paddes­ toelachtige vormsels in het darm­ slijmvlies. De meeste haalt hij gelijk met een soort snoeisnaartje weg, maar bij de gesteelde reuzenpoliep op zo’n dertig centimeter van de anus lukt dat niet. De toestand baart hem zorgen. Zou het hier gaan om een Familiaire Adeno­mateuze Polyposis (FAP)? Dat is een erfelijke aandoe­ ning, waarbij soms vele honderden poliepen in de dikke darm groeien en de kans op het ontstaan van darm­ kanker vrijwel honderd procent is. De specialist vreest voor een colectomie, waarbij de dikke darm er geheel of gedeeltelijk uit moet en wellicht een stoma nodig is. ‘Gezien de beperkte expertise mijnerzijds en van onze chirurgen met dit ziektebeeld en deze operatie, lijk het mij alleszins geïndiceerd deze beslissing aan het hoogste echelon over te laten en uit te voeren,’ schrijft de Brabantse arts in de verwijsbrief naar Erasmus MC. Derde mening In Rotterdam weten ze de superpo­ liep bij de heer Azough broksgewijs te verwijderen. Laboratorium­on­ derzoek laat zien dat er sprake is van focale dysplasie: plaatselijk zijn er celveranderingen die kunnen wijzen op een voorstadium van kwaadaar­ digheid. De steel is echter ‘vrij’. Dat is gunstig en biedt wat speelruimte om te beoordelen of het werkelijk om een erfelijke aandoening gaat. Daarom besluit het team de uitslag van het DNA-onderzoek af te wach­ ten alvorens verdere stappen te ondernemen. Dan blijkt de heer Azough inderdaad geen drager van het FAP-gen te zijn. Wel heeft hij een andere zeldzame genmutatie, die vooral bij Askhenazische joden in verband wordt gebracht met darm­ kanker. Omdat de ziekte echter niet bij de heer Azough in de familie zit, verkiezen de specialisten controle boven operatieve verwijdering van de dikke darm. De heer Azough zal jaarlijks een coloscopie ondergaan. Tot zijn grote opluchting kan hij voorlopig nog mét dikke darm door het leven. Zijn klacht Met zijn 130 kilo kan niemand om garagehouder de heer Leo Koole heen. Al bijna veertig jaar lang drinkt hij tien biertjes per dag en rookt hij stevig. Hij voelt zich prima, tot hij op een dag een flinke beenwond op­loopt. De huisarts schrijft hem een antibio­ ticum voor. Dan krijgt hij toch last van koorts, hoofdpijn en ziet zijn oogwit er gelig uit. Hij wordt opge­ nomen in een streekziekenhuis in een nabijgelegen gemeente. De behandeling Met de beenwond valt het wel mee. Nader onderzoek brengt onrustba­ render zaken aan het licht. De heer Koole blijkt een longontsteking te hebben en hepatitis (ontsteking van de lever) als gevolg van overmatig alcoholgebruik. Een echo van de bovenbuik toont bovendien een afwijking die zou kunnen duiden op een hepatocellulair carcinoom (lever­ celkanker). Het gezwel is bijna zeven centimeter groot. Helaas lukt het de radioloog niet om een aanvullende CT-scan te maken: de heer Koole is te dik om in de buis van het apparaat te schuiven. Ondertussen knapt hij dankzij de antibiotica tegen de long­ ontsteking goed op; de koorts zakt en het hepatitisbeeld verbetert, ook omdat hij tijdens zijn twaalfdaagse ziekenhuisverblijf ‘droog’ staat. Als hij later voor controle op de polikli­ niek verschijnt, toont de leverecho dezelfde verdachte haard. Zijn speci­ alist verwijst hem door en op afde­ ling Hepatologie van het Universitair Medisch Centrum (UMC) in Utrecht stellen ze vast dat het wel degelijk om een zeer groot hepatocellulair carci­ noom gaat. Derde mening De specialisten van UMC Utrecht hebben het met de heer Koole be­sproken: er is weinig hoop. Het ge­zwel is te groot voor een operatie en de kans dat chemotherapie helpt is zeer klein. De heer Koole zegt zelf eigenlijk nergens last van te hebben, geen pijn, gele huidskleur, moeheid of jeuk. Hij heeft het alleen iets snel­ ler koud dan vroeger. Maar hij drinkt de laatste weken geen druppel meer. ‘De patiënt heeft thans nog een opti­ male kwaliteit van leven,’ melden de UMC-specialisten dan ook in de brief waarmee ze hem terugverwijzen naar de oorspronkelijke behandelaar. Voor een tweede ‘third opinion’ (of eigen­ lijk vierde mening) stuurt die vervol­ gens het dossier door naar Erasmus MC. Momenteel bekijkt het MDLteam hier samen met onder anderen een kankerexpert, een chirurg en een patholoog of het wijs is alsnog een operatie uit te voeren. Bijvoorbeeld om toch het gezwel of een deel van zieke lever te verwijderen. Het advies moet nog volgen. ■ Bijna hetzelfde Als in Monitor patiënten aan het woord komen, is dat bijna altijd onder vermelding van hun voornaam, achternaam, woonplaats en leeftijd. Dit artikel wijkt daarvan af. De informatie in dit artikel is namelijk niet afkomstig van de patiënten, maar van de artsen. Bij wijze van uitzondering zijn daarom de persoonlijke gegevens van de patienten enigszins veranderd. Er is wel gekozen voor een identiteit en persoonlijke beschrijving die sterk lijkt op de echte. De drie voorbeelden die worden geschetst, geven dus een reëel beeld van de werkelijkheid. Monitor februari/maart 2003 27