Onderzoek van de maag H.64920.1014 (Gastroscopie) 1 Inleiding Uw arts heeft u voorgesteld om bij u een maagonderzoek (gastroscopie) te doen. U krijgt een gastroscopie om meer te weten te komen over de binnenkant van uw slokdarm, maag en twaalfvingerige darm. Via de mond wordt een soepele, buigzame slang met een lampje (gastroscoop) in de slokdarm gebracht. Zo kan de specialist de binnenkant van uw maag-, darmkanaal goed bekijken op een beeldscherm. Kleine ingrepen kunnen direct uitgevoerd worden door instrumenten door het holle deel van de gastroscoop te schuiven. Voorbereiding thuis Het onderzoek kan alleen goed worden uitgevoerd als uw slokdarm en maag leeg zijn. Als het onderzoek bij u ’s ochtends plaatsvindt mag u de avond voor het onderzoek vanaf 24.00 uur niet meer eten en drinken. Als het onderzoek bij u ’s middags plaatsvindt kunt u tot zes uur vóór het onderzoek een licht ontbijt gebruiken (één kopje thee met een beschuitje). Hierna mag u niet meer eten en drinken. Het wordt aangeraden iemand te vragen die u na het onderzoek naar huis brengt. Wij raden u aan om gemakkelijk zittende, niet knellende kleding te dragen op de dag van het onderzoek. Medicijnen Belangrijk is dat u de specialist/huisarts vertelt welke geneesmiddelen u gebruikt en of u allergisch bent voor bepaalde medicijnen of stoffen. Als het onderzoek bij u ’s ochtends plaatsvindt en u ’s ochtends medicijnen moet gebruiken, vraag dan aan uw arts hoe u dit kunt aanpassen. Als u diabeet bent, overleg dan met uw arts over de medicatie of insuline. 2 Het is belangrijk om ook het gebruik van antistolling, zoals met name acenocoumarol (Sintromitis) en fenprocoumon (Marcoumar) met uw arts te bespreken. Het is vaak beter dit tijdelijk te stoppen. Stop nooit op eigen initiatief met deze medicijnen! Wat neemt u mee Uw patiëntenkaart. De medicijnen die u gebruikt in originele verpakking, als u ze na het onderzoek nog in moet nemen. Iets te eten voor na het onderzoek. Waar meldt u zich Bij binnenkomst van het ziekenhuis volgt u de bordjes ‘overige afdelingen’ en vervolgens de bordjes ‘endoscopiecentrum’ neemt u plaats in wachtkamer E. Hier bevindt zich geen balie en u hoeft zich niet te melden. U wordt door de endoscopieverpleegkundige opgehaald uit de wachtkamer. Als u heeft afgesproken met de arts dat u een roesje krijgt meldt u zich bij de receptie in de centrale hal van het ziekenhuis. Hier wordt u doorverwezen naar de dagopname afdeling Het onderzoek U wordt uit de wachtkamer opgehaald door een endoscopie verpleegkundige. Als er iemand met u is meegekomen dan kan deze persoon in de wachtkamer op u wachten. De endoscopieverpleegkundige zal met u enkele vragen doornemen en spreekt met u, samen met de arts, het onderzoek nog een keer door. Als u een gebitsprothese draagt dan wordt u verzocht deze uit te doen. U neemt plaats op de behandeltafel, op uw linkerzij. Tijdens het onderzoek wordt u begeleid door een verpleegkundige. 3 Er wordt een bijtring in uw mond geplaatst om de gastroscoop te beschermen. De arts vraagt u om de gastroscoop in te slikken. Op de gastroscoop zit een verdovende gel waardoor u de gastroscoop makkelijker kunt doorslikken. Dit kan soms even vervelend aanvoelen; u kan wat gaan kokhalzen. Het helpt als u rustig blijft en goed naar de aanwijzingen luistert. Zodra u de gastroscoop heeft ingeslikt is het vervelende gevoel voorbij en kan de arts deze verder opschuiven in uw slokdarm. Tijdens het onderzoek wordt de ademhaling niet belemmerd. U kunt gewoon door uw neus of mond ademhalen. Het is belangrijk dat u al het speeksel uit uw mond laat lopen tijdens het onderzoek. Probeer het niet in te slikken. De verpleegkundige kan zonodig het speeksel uit uw mond afzuigen. Tijdens het onderzoek wordt er lucht via de endoscoop ingeblazen. Dit geeft een opgeblazen gevoel en het kan zijn dat u tijdens en/of na het onderzoek moet boeren. U hoeft zich hiervoor niet te schamen. Zo nodig kunnen er biopten worden afgenomen. Dit is niet pijnlijk. Is het onderzoek pijnlijk Het onderzoek is over het algemeen niet pijnlijk. Meestal is het verdoven van de keelholte door de verdovingsgel voldoende en is het onderzoek goed te verdragen als u zich zo goed mogelijk probeert te ontspannen. In uitzonderlijke gevallen kan het onderzoek onder een ‘roesje’ worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld bij extra ingrepen, zoals het oprekken van een vernauwing. Hiervoor wordt u vooraf op de dagverpleging opgenomen en krijgt u een infuusnaald waardoor voor het onderzoek een rustgevend middel wordt toegediend waardoor u minder meekrijgt van het onderzoek. Dit wordt alleen afgesproken als u dit besproken heeft met de arts die het onderzoek voor u heeft aangevraagd en na toestemming van de Maag- Darm- en Leverarts. Duur van het onderzoek Het onderzoek duurt ongeveer 5 tot 10 minuten. 4 Na het onderzoek Na 5 minuten mag u weer eten of drinken. Uw keel kan na het onderzoek wat pijnlijk zijn, of een ‘rauw’ gevoel hebben. Dit verdwijnt vaak binnen 24 uur. Dropjes of snoepjes kunnen wat verlichting geven (dit het eerste kwartier na het onderzoek niet gebruiken). De ingeblazen lucht verlaat via "opboeren" uw maag weer. Als u een roesje heeft gehad gaat u weer terug naar de dagverpleging. U bent nog wat suf en verblijft in ieder geval nog 1 uur op de dagverpleging. Uw zuurstofgehalte wordt continu gecontroleerd en regelmatig wordt uw bloeddruk gemeten. Pas als u weer goed wakker bent en heeft gegeten mag u met ontslag (onder begeleiding). Het roesje vermindert uw reactievermogen. Daarom is het belangrijk dat u gedurende 24 uur met het volgende rekening houdt: u mag niet zelfstandig naar huis rijden u mag niet zelfstandig deelnemen aan het verkeer. Dus u heeft ook begeleiding nodig als u met de bus of taxi naar huis gaat neem geen belangrijke beslissingen vermijd het werken met gevaarlijke apparaten gebruik geen alcohol. De uitslag De uitslag wordt naar uw huisarts of uw specialist gestuurd. Bent u rechtstreeks door uw huisarts verwezen, dan krijgt u gelijk een brief met de voorlopige uitslag mee, die u met uw huisarts bespreekt. Als er biopten (stukjes weefsel) of kweken zijn afgenomen, is de uitslag na ongeveer 8 dagen bekend. 5 Mogelijke complicaties Complicaties zijn gelukkig zeldzaam, maar nooit uit te sluiten. Bij minder dan 1 op de 1000 mensen treedt een complicatie op (probleem tijdens het onderzoek). Mogelijke complicaties kunnen zijn: Een luchtweginfectie of longontsteking; als gevolg van het verslikken in de maaginhoud. Dit kan vaker voorkomen bij mensen die een roesje hebben gehad. Een scheurtje in de slokdarm of maag. Dit komt maar zelden voor. Om het scheurtje te herstellen, is soms een operatie nodig. Zeer zelden treden er ademhalingsproblemen of hartfunctiestoornissen op na toediening van een roesje. Complicaties zijn uiterst zeldzaam bij dit onderzoek. Neemt u direct contact op met de arts die het onderzoek heeft uitgevoerd, als u thuis een van de onderstaande klachten heeft: toenemende maagpijn koorts (38 graden of hoger) bloed braken. zwarte ontlasting of bloed bij de ontlasting. U belt dan naar het ziekenhuis en vraagt naar de scopie-kamer of de poli interne (0523) 276000 U vermeldt dat u een gastroscopie heeft gehad en welke klachten u heeft. ’s Avonds, ’s nachts en in het weekend belt u via het algemene telefoonnummer van het ziekenhuis en vraagt naar de spoedeisende hulp. (0523) 276000 Vragen Als u nog vragen heeft kunt u contact opnemen met de poli interne van maandag tot en met vrijdag van 09.00 uur tot 12.00 uur en van 14.00 uur tot 16.00 uur. Hardenberg Coevorden (0523) 276330 (0524) 526331 6 7