de bemanning van de voorste hoofdgeschuttorens naar de achterste torens worden gebracht. Dit zorgde voor tijdverlies. Uiteindelijk werd de Scharnhorst door HMS Duke of York zwaar getroffen en werd ze getorpedeerd door haar escorten en kwam ze stil te liggen. Toen kapseisde het Duitse slagschip en verdween het omstreeks 19.38 uur met nog langzaam draaiende schroeven onder de golven. Vele Duitse manschappen gingen met hun schip ten onder. HMS Duke of York had echter ook zware averij opgelopen. Verschillende branden moesten geblust worden en ook moest binnenkomend water gestopt en weggepompt worden. De Duitse drenkelingen werden uit het ijskoude water gered en onmiddellijk opgevangen door de Britten. De jager HMS Scorpion redde 30 drenkelingen en de jager HMS Matchless redde er 6. De overigen werden gered door het Britse slagschip. De Duitse bemanning kreeg warme kleren en kon bijkomen van alle emoties. De volgende dag om klokslag 15.00 uur brachten admiraal Sir Bruce Fraser en de etat-major van HMS Duke of York een bezoek aan de Duitse bemanning. De Britten salueerden de al in de houding staande Duitse manschappen, die in vijf gelederen in de kleine ruimte stonden opgesteld. Het was een blijk van erkenning en respect voor de verslagen en gesneuvelde tegenstander. EINDE VAN DIT LANGE VERHAAL GESCHREVEN DOOR MARIJN Op 8 juni 1940 keerden de kansen echter en zou de Scharnhorst haar grootste overwinning boeken. De Scharnhorst voerde samen met haar zusterschip Gneisenau een aanval uit op het Britse vliegkampschip HMS Glorious en de torpedobootjagers HMS Ardent en HMS Acasta die het vliegkampschip escorteerden. Na een twee uur durend gevecht werden zowel de Glorious als de Acasta en de Ardent tot zinken gebracht. Vlak voordat de Ardent ten onder ging, lanceerde ze nog een torpedo die de Scharnhorst midscheeps trof. De bepantsering was zo sterk dat de treffer slechts een klein gat veroorzaakte en dus bleef de Scharnhorst drijven. Het schip moest echter wel voor reparaties terugkeren naar Wilhelmshaven. Op de terugweg werd de Scharnhorst aangevallen door vliegtuigen van de RAF waaronder vier Short Sunderland vliegboten. Alle toestellen werden door de luchtafweer van het H.M.S BELFAST www.picozone.nl in het jaar 1940 was de hms belfast opzoek naar duitse oorlogsschepen en opeens lag alles stil ze waren het eerste slachtoffer van een geheimwapen de mijn. het duurde 3 jaar om hem te renoveren. ondertussen zijn er veel nieuwe uitvindingen gedaan bijvoorbeeld de radder en granaten die werden gelijk geinstaleerd hms Belfast nabij Trondheim en zette daarna de Duitse soldaten aan land. Trondheim werd binnen enkele uren veroverd. Vervolgens ondernam de Royal Navy een poging de Noorse kust te zuiveren van Duitsers. De Scharnhorst had tot taak de Britse oorlogsschepen op afstand te houden. Op 9 april kwam het tot een treffen met de Britse slagkruiser HMS Renown, waarbij aan beide zijden enkele treffers geplaatst werden. De strijd bleef echter onbeslist. De slag om Noorwegen kende een dramatisch verloop voor de nog jonge Kriegsmarine: zij verloor 10 grote torpedobootjagers, 2 lichte kruisers en de gloednieuwe zware kruiser Blücher. Nagenoeg alle andere grote eenheden die aan de gevechten hadden deelgenomen werden zwaar beschadigd. Aangezien de Duitse torpedo's vaak haperden bleven de Britse verliezen beperkt tot een paar torpedobootjagers. De missie was zeer gevaarlijk. Vanwege de massale aanwezigheid van Britse torpedobootjagers in het gebied moest de Scharnhorst het stellen zonder een escorte van U-boten. slagschip neergeschoten. De bemanning kon echter niet voorkomen dat het voorschip werd getroffen door een bom van 600 kg, die overigens niet ontplofte. Vierde missie Duitsland. Tweede missie Na deze operatie nam de Scharnhorst deel aan de invasie van Noorwegen, in april 1940. De Duitse troepen mochten de neutraliteit van het Zweedse grondgebied niet schenden en moesten Noorwegen daarom vanuit zee binnenvallen. Tijdens deze operatie had de Scharnhorst, naast haar gebruikelijke bemanning van 1.900 koppen, nog eens 800 soldaten aan boord die de Noorse havenstad Trondheim moesten innemen. De Scharnhorst loste enkele schoten op strategische landdoelen de scharnhorst In 1934 werd in het kader van het bewapeningsplan van de zojuist aangetreden NSDAP-regering begonnen met de bouw van een nieuw slagschip. Het zou de naam Scharnhorst krijgen, naar het schip uit de Eerste Wereldoorlog van admiraal graaf Maximilian von Spee, dat op zijn beurt was genoemd naar de Pruisische generaal Gerhard von Scharnhorst, die zich vooral verdienstelijk had gemaakt tijdens de napoleontische oorlogen. De eerste missie waaraan de Scharnhorst deelnam, was een gezamenlijke operatie met de Gneisenau in het noorden van de Atlantische Oceaan. Het was de bedoeling een aantal Britse schepen tot zinken te brengen. De Duitse vloot voer op 21 november 1939 uit en onderschepte op 23 november de Rawalpindi, een hulpkruiser van de Britse marine. De Rawalpindi had inhoud Na een acht maanden durende reparatie was de Scharnhorst weer operationeel inzetbaar. In december 1940 voer het schip uit om op te treden tegen de zeeblokkade van torpedobootjagers die de Britse marine tussen Groot-Brittannië en IJsland had ingesteld. De Scharnhorst beschoot samen met haar zusterschip Gneisenau de Britse torpedobootjagers, maar moest de aanval afbreken toen een Britse overmacht met de slagschepen HMS Rodney, HMS Revenge en HMS Warspite aan de horizon verscheen. Eind december 1943 maakte HMS Duke of York deel uit van de Home Fleet. Ze had tot taak de konvooien tussen Groot-Brittannië en de Sovjet-Unie te begeleiden. De Duitse oppervlakteschepen, die hun bases hadden in Noorwegen, vormden een voortdurende bedreiging van deze konvooien. De Duitse schepen meden uiteraard de Britse wateren en daarom opereerden ze vanuit de Noorse fjorden. Eén van die schepen was de Scharnhorst. Toen konvooi JW-55B in de buurt van Noorwegen kwam, verliet de Scharnhorst haar basis zette ze koers richting het konvooi. In de daaropvolgende strijd plaatste HMS Duke of York een cruciale treffer in het ketelruim van de Scharnhorst. Hierdoor werd het schip gedwongen vaart te minderen en kon het niet meer aan de Britten ontkomen. Dit zou uiteindelijk leiden tot zijn ondergang in de zeeslag nabij de Noordkaap en het eiland geen schijn van kans en werd tot zinken gebracht. Slechts 38 van de 276 bemanningsleden overleefden de aanval. De Duitse schepen werden na deze aanval echter achtervolgd door een Brits eskader. Dit eskader bestond uit enkele sterk bewapende slagkruisers zoals HMS Hood en HMS Repulse. De Duitse schepen kon echter ontkomen naar Wilhelmshaven. de hms belfast geschiedenis de scharnhorst In januari 1941 voer de Scharnhorst opnieuw uit, ditmaal onder commando van admiraal Günther Lütjens, de latere commandant van de Bismarck. Het doel van deze missie was de Britse konvooien ten westen van Ierland aan te vallen. (Uit angst voor U-boten voeren de Britse olietankers die uit Noord-Afrika kwamen nooit langs Frankrijk. Ze maakten liever een omweg over de Atlantische oceaan en voeren dan om Ierland heen om zo in Noord-Engeland aan te komen). Later kreeg de Gneisenau technische problemen met haar stoomketel, waardoor de twee schepen moesten terugkeren naar geschiedenis Jan Mayen. De Scharnhorst stevende noordwaarts, achtervolgd door HMS Duke of York en haar escorte dat onder meer bestond uit de kruisers HMS Jamaica, HMS Belfast, HMS Norfolk en de torpedobootjagers HMS Matchless, HMS Musketeer, HMS Opportune, HMS Virago en HMS Scorpion. Het Duitse slagschip kon alleen zijn achterste geschuttoren in stelling brengen. De voorste geschuttorens moesten hun kanons naar achteren baksen om nog te kunnen vuren. Het bordes van de commandobrug zag zwart van de kruitdampen en sommige matrozen verloren hun gevechtshelm, die werd afgerukt door de immense luchtdruk. De Scharnhorst schoot verbeten naar het Britse slagschip. HMS Duke of York werd getroffen door een granaat die echter niet explodeerde. De Duitsers kregen te kampen met munitiegebrek, vooral bij de achterste hoofdgeschuttorens. De munitie moest door