Burgerij en genie strijden gezamenlijk tegen Hochwasser ‘De hulp van de Nederlandse militairen is fantastisch' Döbern (DU) De uiterwaarden bij het dorpje Döbern zijn volledig ingenomen door de rivier de Elbe, die op sommige plekken wel een kilometer breed is geworden. Alleen de dijken scheiden het water van de mens. 101 Geniebataljon is toevallig in de buurt voor een oefening en schiet de Duitse autoriteiten te hulp. De landmachtmilitairen bewijzen hun grote meerwaarde bij het voorkomen van een overstroming en een dijkdoorbaak. De oefening Engineer Victory in het Duitse Ohrdruf draait goed een week, wanneer het hoogwater vanuit Tsjechië in aantocht is. Het bataljon aarzelt geen moment en biedt de Duitse autoriteiten meteen zijn hulp aan. Gretig zeggen de Duitsers ‘jawohl’. De Nederlandse genisten pakken gauw hun spullen in en rijden in een indrukwekkende colonne naar het dorpje Bödern waar het waterpeil van de Elbe dan al tot ruim acht meter is gestegen. “Er doen zich twee problemen voor”, concludeert adjudant Peter de Vogel. Hij is een van de deskundigen binnen het bataljon op het gebied van waterbouw. “Ten eerste het snel stijgende waterpeil. De hoogte van het water kan oplopen tot negen meter veertig, zo hoog is de dijk aan deze kant van de rivier niet.” De oplossing: ophogen. Pionnen in ladder De dijk moet over een afstand van 2,7 kilometer zo’n dertig centimeter worden opgehoogd. Om dat karwei zo snel mogelijk te klaren, leggen de genisten een hoge mate van creativiteit aan de dag. Door afgesneden pionnen ondersteboven in een horizontaal liggende ladder te hangen, ontstaat er een soort trechter. Zandzak eronder, schep zand in de pion en vullen maar. Op de ‘zandzakvullocatie’, gevestigd op het erf van een loonwerkbedrijf in Döbern, is het een drukte van jewelste. Duizenden zakken zijn nodig om het niets ontziende water uit de buurt van huis en haard te houden. Nederlandse militairen zetten daarvoor alles op alles en werken onverstoorbaar door. Maar ook de burgerij komt in het geweer. Echtpaar Ralf en Ingrid besluiten niet achter te blijven. Vele handen maken licht werk en de ene zak na de andere wordt gevuld. “In 2002 stroomde de rivier al eens over. Toen aan de andere kant”, vertelt Ralf. Wij wonen vlakbij de dijk. Als het water komt, moeten wij zeker ons huis uit. De hulp van de Nederlandse militairen is fantastisch.” Vijftien kilo De Nederlanders geven in een ‘treintje’ de zandzakken door naar boven…. in de brandende zon… “Dat is best zwaar” slaat soldaat-1 Thomas Lammerink de spijker op de kop. “Gemiddeld weegt zo’n zak vijftien kilo, maar bij sommige schoot de vuller uit en weegt een zak al gauw zo’n 25 kilo. Lammerik: “Het is zwaar werk, maar je weet wel waar je het voor het doet.” Nadat de dijk succesvol is verhoogd, doemt probleem twee op. Door de hoge waterstand neemt de druk op de dijk toe en kan verzadiging optreden. De wering moet dus worden versterkt. Grote rollen geotextiel (een soort tapijt) worden van stal gehaald. Daarbovenop gaat grof zand. Als de avond valt, zijn de genisten nog steeds in touw. Op drie plekken liggen er al behoorlijke plassen water naast de dijk. “Op zich is dat geen probleem”, stelt adjudant De Vogel gerust. Door de druk komt er grondwater omhoog. Pas als er rivierwater door de dijk komt, moeten je aan evacuatie gaan denken.” Zweetlepels Trucks deponeren het zand onder aan de dijk. Militairen werken het met hun schop, gekscherend ‘zweetlepels’ genoemd, omhoog. Later lossen graafmachines de genisten af. De hele nacht rijden zandtrucks af en aan en de volgende middag is de dijk op alle kwetsbare plekken verstevigd. Om weerstand te bieden tegen het opkomende water in de weilanden, plaatsen de mannen met zand gevulde big bags op de kwetsbare plekken. Meer dan dat kunnen ze niet doen. De klus zit er voor de Nederlanders op, ook al is het gevaar van een doorbraak nog niet geweken. De hulp wordt door de Duitsers op zijn zachtst gezegd gewaardeerd. Overste Dalitz, verantwoordelijk voor de operatie in het gebied: “Deze club heeft kennis en capaciteit in huis die wij niet hebben. De hulp van de Nederlanders is dan ook van harte welkom.” || tekst: ELNT Joost Ploegmakers || foto: Sgt1 Dave de Vaal