Door de opkomst van de radio ontstaan er verschillende hoorspellen, waar Orson Welles zeer beroemd door geworden is. De komst van de geluidsfilm in 1927 leidt de Golden Age of Hollywood in, die eindigt in de jaren 50 door de opkomst van de televisie. Maar in de Golden Age of Hollywood regeren de filmmaatschappijen die de bioscopen en filmdistributie in handen hebben, waardoor het studio system de mogelijkheid beperkt tot onafhankelijke films en buitenlandse films in bioscopen. In Hollywood draait alles om winst en daarom komen er vaste filmgenres zoals western met een duidelijk verdeeld goed en kwaad of het melodrama waar een vrouw bestendige liefde zoekt. Televisie luidt een nieuw tijdperk in. Televisie wordt ingedeeld in korte blokken die beloven na de reclame nog spannender te zijn. In Batman bijvoorbeeld wordt gebruik gemaakt van de cliffhanger zoals we die zien in soaps. Alfred Hitchcock speelt hier bijvoorbeeld op in. Hij is in Amerika een van de eerste ´filmauteurs´ d.w.z. dat hij als kunstenaar een eigen stempel drukte op zijn werk, Psycho. Als jonge rebellen introduceren Brando en Dean een nieuwe speelstijl: method acting gebaseerd op Stanislavsky en gaat uit van vereenzelviging van acteur-personage. Regie en tekst heb je niet nodig, die komen voor de camera: erg tegenstrijdig met star system waarbij de ster zich op het doek en daarbuiten voegt naar de wensen van de productiemaatschappij. Bij deze generatie voegt Elvis zich: met de rhythm-and-blues, vitale ritmische muziek vindt hij een podium bij het tot toen onbereikte witte publiek. Hij doorbreekt de barrière tussen blanke en zwarte muziek: rock- ‘n- roll is geboren. De meest vernieuwende musical is West Side Story, een Musical over rebelse jongeren, ongekend op Broadway. De dans van Jerome Robbins op opzwepende muziek van Leonard Bernstein wijkt af van de musicaldans: hangen, slenteren etc. Door de opkomst van deze industrieën komt er een nieuwe beweging geïntroduceerd in 1956 door Richard Hamilton: popart, wat slaat op de populaire onderwerpen uit de massamedia. Het is een soort creatieve positieve dada gecombineerd met het futurisme. Amerika staat voor Europa voor alles wat modern en appealing is. Europa raakt in de ban van The American Dream, die wordt omarmt door de jonge generatie bestaande uit rebellie en rock-‘n-roll. Bedrijven en reclame raken steeds meer verweven met het leven. Terwijl plaatjes kijken voor de normale burger steeds meer een bezigheid wordt, blijft beeldende kunst een onderwerp voor een kleine groep. Popart overbrugt die kloof door massamedia als onderwerp te kiezen. Zonder onderscheid te maken tussen de werkelijkheid en de gemanipuleerde werkelijkheid van de media, valt popart moeilijk te begrijpen. Hamilton tekende geen stillevens, maar maakte collages. Andy Warhol maakte van Elvis een zeefdruk Elvis poseerde daar niet voor. Elvis maakt van hem een object, hij draait dus de rollen om en wordt van consument tot producent van massabeelden. Door de vervlechting met economische belangen doen de media een beroep op gemeenschappelijke verlangens. Maar deze koopbare emoties zie je niet terug in de stijl van Roy Lichtenstein. Hij gebruikt de tekenstijl van strips en vergroot deze buiten proporties: blow-up. Deze stijl past niet bij het beeld van de kunstenaar die op zoek is naar zijn eigen beeldtaal om uitdrukking te geven aan zijn individuele zienswijze/emotie. De geciteerde afbeeldingen worden vervreemd, waarmee de popartkunstenaars uit hun rol van passieve consument stappen. Deze vervreemding van het alledaagse komt ook terug bij Jasper Johns. Het is een poging om het banale tot kunst te verheffen. Maar het is geen ready-made want Johns verandert het object bijv. d.m.v. herhalingen. Een industrieel massaproduct is nu een uniek kunstwerk geworden en de kunstenaar is nu producent i.p.v. consument. Op het terrein van de muziek verandert het in 1963 met de doorstart van de popmuziek door de Rolling Stones en The Beatles, met een accent op de tweede en vierde tel van de vierkwartsmaat. Popmuziek wordt mede bepaald door uiterlijke kenmerken (lang haar). De transistorradio zorgt ervoor dat muziek nu ook op eigen kamer kan worden gespeeld, wat fijn is voor de jeugd. The Who verwoord het generatieconflict in My Generation. Ook voor de Beatles is het imago van groot belang. Ze schudden hun nette imago af met het album Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band. De cover is bedacht door popartkunstenaar Peter Blake. Het oude rock-‘n-rollgeluid is nagenoeg verdwenen en i.p.v. zijn er vele stijlen. Na de overvloed van de Britse pop, komt folksinger Bob Dylan ten tonele. Hij wil zich losmaken van de rol als messias van de rebelse jongeren met cause. Hij kiest voor de elektrische popbezetting, maar doet water bij de wijn na een woedend publiek bij zijn eerste optreden. Door Dylan komt er wel steeds meer een politieke/protestboodschap voor in lieden. De flowerpower periode is aangebroken: drugs, vrije seks en samenzijn vormen de ingrediënten voor hun bestaan. Dit zie je in de musical Hair en het lied All you need is love. De makers van de musical, James Rado en Gerome Ragni zetten zich af tegen de commerciële Broadwayproducties. Ook in de muziek zie je flowerpower terug, bijvoorbeeld op het Woodstockfestival. Een sensatie is het optreden van Jimi Hendrix. Zijn muziek is een combinatie van rhythm-and-blues en de psychedelische rock. Zijn optredens zijn erotisch getint, hij bedrijft bijna de liefde met zijn gitaar die huilt om Vietnam. Het generatiegebonden protest is eind jaren zestig soms een hippieachtige vlucht, maar vaak ook een rechtstreekse confrontatie met machthebbers. Deze confrontatie zie je terug in het werk van Joni Mitchell( bron 15.23) en het toneelstuk En zelfs de bloemen werden geboeid van Fernando Arrabal, gespeeld door Toneelgroep Studio. De keuze voor actuele schrijvers, politiek geladen onderwerpen en voorstellingen waarin toneelwetten werden overtreden, is kenmerkend voor Toneelgroep Studio. 4 Grote theatergezelschappen domineren het toneel met een meer traditionele repertoirekeuze en spelopvatting. De aanval wordt geopend in 1969 met Aktie Tomaat. Het verwijt aan de toneelwereld is dat ze ondemocratisch en elitair zijn. De notenkrakersactie opent in 1969 ook een aanval, op de ondemocratische structuur van het Amsterdamse Concertgebouworkest. Toneelgroep Studio gebruikt vlakke vloertheater, de vloer is aangepast aan de voorstelling en het publiek zit dicht op het speelvlak. De benaming hiervoor staat ook voor de spelopvatting: er is absoluut geen sprake van lijsttoneel, het publiek kan niet wegdromen, alle techniek is zichtbaar en abstracte decors. Door Aktie Tomaat krijgt vernieuwend toneel meer ruimte, door subsidies. Een theatergezelschap BEWTH kiest helemaal niet meer voor vlakke vloertheaters en kiest voor bewegingstheater, het spelen op locatie. De beweging van het lichaam staat centraal. Vanaf het moment dat ze in een kerk speelden, specialiseren ze zich in geïmproviseerd bewegingsspel waarbij zowel voor spelers als voor het publiek de architectuur centraal staat. Het Werktheater kiest voor spel op locatie om het activeren en bereiken van een breed publiek. Ze spelen stukken die ontstaan zijn na improvisatie en discussie. Doel: bestaande toestanden zichtbaar maken. Bewth en Werktheater zetten stappen op weg naar locatietheater en zijn illustratief voor de wens theater niet te isoleren van andere facetten van de samenleving. Nog een idee om toneel uit haar isolement te halen, door muren en drempels te verwijderen. De Meerpaal is daar een voorbeeld van , dit centrum is een enorme dakconstructie met glazen buitenwanden. Een plek voor theater, sport, scholen en supermarkten. De pop komt weer op! Met Sex Pistols, ABBA, en de symponische rock van Queen. Maar Pop is nu niet meer exclusief voor jongeren. Reggaemuziek is nog wel exclusief, er domineert een ritmische bas en een herhalend melodisch motief. Met Bob Marley breekt de reggae door naar internationaal publiek. Hij streeft naar een revolutie met spiritualiteit en gelijke rechten centraal. Terug naar de Seks Pistols, die komen uit de punkbeweging, ze hebben schijt aan alles en willen niet conformeren. Do it yourself is de levenshouding. Alles in punk is tegenovergesteld aan de opkomende disco. De Seks Pistols ontlenen hun naam aan de boetiek SEX van Vivienne Westwood, die een modelijn heeft die een vermenging is van SM-achtige aspecten en punkkleding. Er is vanaf de punk weer plek voor jonge talenten, de banden met platenlabels worden soepeler. Joy Division is een voorbeeld van zo’n postpunk- of new waveband. Het no-future gevoel klinkt door in de muziek. Michael Clark gebruikt punk als uitgangspunt om de taboes van de modere dans te doorbreken.