Virusziekten in de potchrysantenteelt

advertisement
Virusziekten in de
potchrysantenteelt
Kris DE JONGHE
Destelbergen, 30 november 2011
Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek
Eenheid Plant
www.ilvo.vlaanderen.be
Beleidsdomein Landbouw en Visserij
OPBOUW VAN DE PRESENTATIE
1. Virologie & virusziekten bij planten
2. Virusproblemen in de chrysantenteelt
•
•
•
Algemeen
Specifieke actuele problemen in Vlaanderen en
opvolging van de problematiek
Bestrijding van de belangrijkste virusaantastingen
in chrysant
3. “Quarantaine” vs. “niet quarantaine”
2
1
VIROLOGIE & VIRUSZIEKTEN BIJ PLANTEN
WAT HOUDT DIT IN ?
VIROLOGIE IS DE STUDIE VAN VIRUSSEN EN VIRUSACHTIGE
ORGANISMEN
DEFINITIE VAN EEN VIRUS: INFECTIEUZE DEELTJES WAARVAN
HET GENETISCHE MATERIAAL (RNA OF DNA) GEWOONLIJK
OMSLOTEN IS DOOR EEN OMHULSEL VAN EIWIT EN
EVENTUEEL EEN LIPIDENMEMBRAAN.
3
1
VIROLOGIE & VIRUSZIEKTEN BIJ PLANTEN
WAT HOUDT DIT IN ?
• Virussen verschillen van andere
levensvormen (?) doordat ze geen
eigen stofwisseling hebben.
• Een virus kan wel bestaan buiten
een gastheercel maar kan zich dan
niet vermenigvuldigen.
Vermenigvuldiging vindt plaats in
gastheercellen door gebruik te
maken van de aanwezige cellulaire
mechanismen.
4
1
VIROLOGIE & VIRUSZIEKTEN BIJ PLANTEN
“levensvorm”
(?)
Een virus: een levend organisme
Ja, want ...
Virussen vermenigvuldigen zich
Komen voor als populaties
Hebben een specifieke variatie die overerfbaar is
Een virus: geen (levend) organisme
Neen, want .... Ontbreken een volledig eiwitsynthesesysteem
Ontbreken een volledig energiegeneratiesysteem
Flexibele staafvorm
Hoe ziet een virus er uit ?
“Bacil”-vormig
“tweeling”-sfeer
sfeervormig
Rigide staafvorm
± 300 x 15 nm
± 30 nm
100 nm ~ 0.0001 mm
GENETISCH
MATERIAAL
Virus
“Virusachtige organismen”
Enk elst rengig
circulair RN A
( hier PSTVd)
2 basisvormen
viroïde
EIWITTEN
fyt oplasma
Kleine ( < 1 µm;
< 1 .5 k B)
celwandloze
ééncelligen
plant envirus
1
VIROLOGIE & VIRUSZIEKTEN BIJ PLANTEN
Virale ziekteverwekkers - algemeen
• Obligaat parasieten (gastheer nodig)


Vermenigvuldigen zich op kosten van een gastheer
Verstoren cellulaire processen
• Meer dan 2000 soorten
• Infecteren mens, dier (of beide), micro-organismen,
plant (± 25 % van alle gekende virussen)
tabaksmozaïekvirus
een voorbeeld van een virus
gelijkaardig aan TSWV
een griepvirus
©2008 by National Academy of Sciences
8
1
VIROLOGIE & VIRUSZIEKTEN BIJ PLANTEN
Virale plantenziekteverwekkers – verspreiding en symptomen
Binnendringing en cel-tot-cel verspreiding
Eerst lokale indringing, vermenigvuldiging
en verspreiding
lokale symptomen zoals
vlekken en necroses
Lange
vaatbundel
Snelle verspreiding over de gehele
plant eens de vaatbundels bereikt
dwerggroei, mozaïek, chlorose, kringvlekken,
necrose, misvormingen, tumoren, wratachtige
wildgroei, bloembreking, enz.
9
Virussymptomen op planten
lokale lesies
dwerggroei
vergeling
gerstevergelingsvirus
ringspot
Zwakke-vergelingsvirus van biet
Necrose
Aardappelvirus Y
Mozaïek
Tomato spotted wilt virus
misvromingen
watermeloenmozaïekvirus
luzernemozaïekvirus
watermeloenmozaïekvirus
1
VIROLOGIE & VIRUSZIEKTEN BIJ PLANTEN
Virale plantenziekteverwekkers - naamgeving
• Gebaseerd op het “meest duidelijke symptoom”
in de eerste waardplant waarin het virus werd
bestudeerd
• Engels
voorbeeld 1
Tomato spotted wilt virus
waardplant
symptoom + “virus”
• Vaak afkortingen gebruikt: TSWV
• Nederlandse vertaling: tomatenbronsvlekkenvirus
voorbeeld 2
Chrysanthemum stunt viroïd
(chrysantendwergziekteviroïde)
11
1
VIROLOGIE & VIRUSZIEKTEN BIJ PLANTEN
Virale plantenziekteverwekkers - overdracht
• Via vegetatieve vermeerdering
door enten, stekken, rhizomen, bollen, knollen, enz.
• Mechanische overdracht
via sap, wind, werktuigen, kleren, dieren, enz.
• Overdracht via zaad (± 100 virussen)
• Overdracht via pollen
• Overdracht via insecten
Economisch belangrijkste manier, meest voorkomend
Stekende/zuigende insecten – kauwende insecten
• Overdracht via mijten, nematoden, protozoa,
schimmels, parasitaire planten (vb. warkruid)
12
2
VIRUSPROBLEMATIEK IN DE CHRYSANTENTEELT
Vijf wereldwijd economisch belangrijke virusziekten
 Chrysantenvirus B (CVB)
WERELDWIJD
 Tomatenaspermievirus (TAV)
 Tomatenbronsvlekkenvirus (TSWV)
 Impatiens-vlekkenvirus (INSV)
 Komkommermozaïekvirus (CMV)
CVB
BELGIE
• 2 viroïden
 Chrysantendwergziekteviroïde (CSVd)
 Chrysantenbontviroïde (CCMVd)
CCMVd
• Toekomst: Chrysantenstengelnevrosevirus (CSNVd) ?
•
13
2
VIRUSPROBLEMATIEK IN DE CHRYSANTENTEELT
• Tomatenbronsvlekkenvirus – in beeld
TSWV – tomato spotted wilt virus
> 550 plantensoorten zijn waardplant
14
2
VIRUSPROBLEMATIEK IN DE CHRYSANTENTEELT
• Tomatenbronsvlekkenvirus – in beeld
Belangrijke pathogeen op chrysant
15
2
VIRUSPROBLEMATIEK IN DE CHRYSANTENTEELT
Tomatenbronsvlekkenvirus
• Obligaat parasiet: overleeft enkel in de waardplant
• Symptomen op chrysant:





Geelachtige chlorotische bladvlekken, bronsverkleuring
van het blad, kring- en lijnpatronen, bladnecrose, bladkrul
+ misvorming
Achterblijven in groei (ook éénzijdig)
Afsterven van groeipunten tot afsterven van de hele plant
Stengelkankers, interne stengel en bladsteelnecroses
Symptoomloze en latente infecties ook niet ongewoon
16
2
VIRUSPROBLEMATIEK IN DE CHRYSANTENTEELT
Tomatenbronsvlekkenvirus - overdracht
• Overdracht door trips – 10-tal soorten
vnl. Californische trips (Frankliniella occidentalis)
Schade: zilverachtige vlekjes en littekens, kleine zwarte puntjes op bloemen en
bladeren. Misvormde bloemen en bladeren.
Grote uitbreiding van TSWV in België pas
sedert midden jaren 80 (introductie van de Cal. trips)
• 2de belangrijkste manier: via stekken
• Overdracht ook mechanisch, maar niet zeer efficiënt
en afhankelijk van groeistadium, condities, enz.
• (Zaadoverdraagbaar).
17
2
VIRUSPROBLEMATIEK IN DE CHRYSANTENTEELT
TSWV en trips: levenscyclus
Gevleugelde adulten
voeden op gezonde
planten
GEEN TSWV
van adult naar ei
100-300/adult (leven)
Opname
TSWV
6-15 cycli/seizoen
bij 10°C: ± 45 d
bij 32°C: ± 14 d
GEEN
overdracht
OVERDRACHT TSWV
18
3
VIRUSPROBLEMATIEK IN DE CHRYSANTENTEELT
Tomatenbronsvlekkenvirus –
bestrijdingsstrategie
1. Tripsbestrijding : chemisch – biologisch (zie volgende presentaties)
2. Inspectie: virusvrij uitgangsmateriaal; inspecteer alle inkomende
planten op symptomen en aanwezigheid van trips.
3. Isolatie: indien mogelijk, organiseer voor al het inkomende
plantenmateriaal een korte periode van isolement (± 1 week) en
controleer op virussymptomen.
4. Sanitatie: verwijder en vernietig snel alle geïnfecteerde planten. Geen
“genezing” mogelijk; onkruidbeheer; let op bij vegetatief
vermeerderen; breek de cyclus (vermijd continue teelt)
5. Monitoring: trips – lijmplaten; gebruik van indicatorplanten (bijv.
Petunia soorten) al dan in combinatie met gerichte lijmplaten
6. Gebruik van minder gevoelige cultivars (resistente ?)
7. (Gebruik van trips-resistente chrysantencultivars - GMO)
19
2
VIRUSPROBLEMATIEK IN DE CHRYSANTENTEELT
• Chrysantendwergziekteviroïde
CSVd – Chrysanthemum stunt viroid
beperkt waarplantenbereik (vnl. chrysant)
20
2
VIRUSPROBLEMATIEK IN DE CHRYSANTENTEELT
Chrysantendwergziekteviroïde
• Kleinst gekende obligaat parasiet
• Symptomen op chrysant:





Geelachtige chlorotische bladvlekken, bladnecrose
Achterblijven in groei (ook eenzijdig) – verkorte internodiën
Vervroegde en ongelijke bloei
Ongelijke grootte van de verschillende bloemdelen (binnen
1 bloem), verkleinde bloemgrootte
variabele lengte van symptoomloze latente infecties
21
2
VIRUSPROBLEMATIEK IN DE CHRYSANTENTEELT
Chrysantendwergziekteviroïde
• Overdracht voornamelijk mechanisch (teelthandelingen)
vingers, materialen, plantencontact !
• Uiteraard ook belangrijke verspreidingswijze via enten
• Geen vectoren gekend.
• Voorkomen: regelmatig meldingen in diverse landen in
Europa (Slovenië, Oostenrijk, Nederland, Frankrijk, België, enz.);
aanwezig in alle chrysanten teeltgebieden
22
2
VIRUSPROBLEMATIEK IN DE CHRYSANTENTEELT
Chrysantendwergziekteviroïde - bestrijdingsstrategie
1. Viroïdenvrij uitgangsmateriaal !!
2. Zorg bij teelthandelingen (ontsmetting,
handschoenen, kledij) en waak voor bladcontact !
3. Verwijdering en vernietiging (branden) van
aangetaste planten + veiligheidszone
4. Opvolging op nieuwe symptoomontwikkeling –
sneller en zekerder (soms lange latente periodes):
staalnames + PCR
23
Quarantaine problematiek
3
Tomatenbronsvlekkenvirus en chrysantendwergziekteviroïde
Beide economisch belangrijk op chrysant
Beide gereglementeerd (Q)
Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van voor planten
en plantaardige producten schadelijke organismen - 10
AUGUSTUS 2005
TSWV: Bijlage I: uitvoer naar beschermde gebieden (S; FI)
Bijlage II: beperking verspreiding in de EU.
CSVd: Bijlage II: beperking verspreiding in de EU.
24
3
Quarantaine problematiek
European and Mediterranean Plant Protection Organization (EPPO):
publiceert advieslijsten, databases, diagnostische protocollen,
informatiebrochures
25
Quarantaine problematiek
3
EPPO: European plant protection organisation
publiceert advieslijsten rond Q-organismen
+ Resultaten PRA, onderzoek (nationaal, internationaal)
advies
Nationale overheden: beslissen over de (eigen) reglementering (KB)
Wetgeving, beleid
FAVV: voeren de controles uit (import/export; in de productiegebieden)
uitvoering

Stelt jaarlijks een controleplan op
Hebben eigen inspecteurs
Hebben eigen labo’s
Wijzen een deel van de analyses toe aan externe labo’s (NRL,

accreditatie, erkenningen)
Volgen haarden op (maatregelen, extra controles, enz)



Teler, adviesverlener, labo’s, enz.: meldingsplicht
26
Bedankt voor uw aandacht !
Kris De Jonghe
[email protected]
09 272 24 48
Destelbergen, 30 november 2011
Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek
Eenheid Plant
www.ilvo.vlaanderen.be
Beleidsdomein Landbouw en Visserij
Download